Mens en dier zijn (intrinsiek) evenwaardig in hun recht op vrijheid

Bij de Stichting Animal Freedom leest u over de gedachte achter dierenrechten.
Hier leest u over ontwikkelingen in de agrosector en de gevolgen voor dieren(rechten).
Alle levende wezens zijn verschillend maar evenwaardig in het recht op vrijheid op een natuurlijk leven.
Een dier is (net als een mens) geen ding of een object.
Dierenrechten zijn mensenrechten. Mensen moeten kunnen ingrijpen wanneer mensen dieren misbruiken of onrecht aandoen.

18 december 2015

Waarom gebruiken boeren zoveel antibiotica?

Groeihormonen zijn in de EU sinds 2006/2007 verboden en relatief erg duur. Antibiotica blijkt hetzelfde effect te hebben tegen een veel lagere prijs. Daarom is het gebruik ervan sinds die tijd zo spectaculair gestegen.
Een boer zet zelden antibiotica in omdat zijn dieren ziek zijn. In de melkveehouderij gaat het vooral om het gebruik als droogzetter. Bij kippen en varkens vooral als groeibevorderaar. Met name bij vleeskuikens is de levensduur zo kort dan dat ziek zijn niet uitmaakt.
De verlaging van het gebruik van antibiotica gebeurt op vrijwillige basis. Zou een veehouder werkelijk vrijwillig inleveren op zijn inkomen, als hij het over de grens of via internet ongeregistreerd kan krijgen?
Zolang de kilo's geslachtgewicht blijven stijgen bij een daling van het geregistreerde gebruik van antibiotica bestaan er gerede twijfels of het legale plus het illegale gebruik daadwerkelijk daalt.

Het is terecht dat kamerlid Sjoera Dikkers (PvdA) haar uitspraken van 2 december over het antibioticagebruik in de veehouderij niet terug neemt. Er zijn ook buiten de dierenarts om te verkrijgen middelen die een vergelijkbare werking hebben.

Klik hier om meer te lezen over het gebruik van antibiotica in de veehouderij.

30 november 2015

Antwoorden voor een profielwerkstuk over de veehouderij

Wieger Nijenhuis & Korné Radema, twee leerlingen van het Isendoorn College te Warnsveld stuurden onderstaande vragen via mail aan Animal Freedom. Onder hun vragen mijn antwoorden.

Voor ons profielwerkstuk zouden wij graag de volgende dingen van jullie organisatie willen weten:

Wat zijn jullie voornaamste kritiekpunten op megastallen in Nederland en hoe kunnen deze misstanden verbeterd worden?

Een megastal is een stal waarin veel koeien het hele jaar rond binnen kunnen worden gehouden. Wanneer een boer voor deze vorm van veehouderij kiest, dan komen koeien niet meer buiten en wordt de wei een kale vlakte met verlies van biodiversiteit. Koeien krijgen allerlei kwalen die samenhangen met topproductie.
Wanneer meerdere boeren voor megastallen kiezen, vanwege de export kansen dan wordt het landschap in binnen- en buitenland nog minder aantrekkelijk. Een ontstaat een race-to-bottom, die nauwelijks meer ten goede kan worden gekeerd. Er worden enorme investeringen gemaakt die een boer nog meer in de klem gaan houden.
Voor een overzicht van de bezwaren tegen de bio-industrie, klik hier. Deze misstanden kunnen worden verbeterd door weg te bewegen van de groeidwang als gevolg van de wens op te exporteren.

Hoe denken jullie dat er binnen de samenleving tegen megastallen aan wordt gekeken?
De meeste mensen zullen ze niet mooi vinden, maar denken er niet veel van.

Zijn mensen zich wel of niet voldoende bewust van de manier waarop dieren worden behandeld en de andere nadelen van megastallen/de bio-industrie?
Dieren in een megastal worden niet per se slechter behandeld. Wat de meeste mensen zich niet realiseren is dat de hele ontwikkeling naar steeds groter helemaal niet nodig is en dat de nadelen daarvan worden afgewenteld op hen als belastingbetaler en meer. In deze dagen dat in Parijs een klimaattop wordt gehouden zou het verminderen van de vleesproductie een gemakkelijke en effectieve manier zijn om de opwarming van de aarde tegen te gaan. Schrijfster Annemarie van Gelder roept mensen op om politieke keuzes te maken omdat zij megastallen "megaslecht" vindt.

Is het realistisch scenario om megastallen in de toekomst (komende 30 jaar) over te zien gaan naar biologische en diervriendelijke manier van productie?
Niemand kan 30 jaar vooruitkijken en iedereen die het wel doet, doet aan natte vingerwerk. Men voorspelt wat men wil zien. Het is waarschijnlijk dat, nog voordat er 30 jaar voorbij is, er een einde wordt gemaakt aan het houden van dieren vanwege de nadelen die het heeft. Het zal binnenkort goedkoper, gezonder, aantrekkelijker en smakelijker zijn om voedsel te maken uit niet-dierlijke bestanddelen.

Hoe denken jullie dat de toekomst er uitziet wat betreft vlees- en zuivelproductie?
De melkveehouderij bevindt zich op een doodlopende weg en dat zal, net als met de afschaffing van de nertsenhouderij, veel touwtrekkerij opleveren om wie dat gaat betalen.

Tot zover de vragen van twee VWO-ers in het examenjaar. Voor jongere kinderen die meer willen lezen over de nadelen van de manier waarop we dieren behandelen, klik hier.

21 oktober 2015

Negatieve gevolgen van wildlife-toerisme

Waarom de klant niet altijd koning is: negatieve gevolgen van wildlife-toerisme

Den Haag, 21 oktober - Bijna 4 miljoen toeristen die toeristische attracties met wilde dieren bezoeken, dierentuinen niet meegerekend, dragen waarschijnlijk bij aan grootschalige misstanden op het gebied van dierenwelzijn De toeristen zijn zich meestal niet bewust van deze gevolgen. Dit zijn de conclusies van het eerste diepgravende onderzoek uitgevoerd door de universiteit van Oxford naar de effecten die het wildlife-toerisme wereldwijd heeft. Het onderzoek is op 21 oktober gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift PLOS ONE.

De onderzoekers brachten 48 soorten attracties met wilde dieren (bij duizenden afzonderlijke toeristische aanbiedingen) in kaart, variërend van slecht bezochte straatoptredens van slangenbezweerders, dansende beren en makaken tot grote, gevestigde attracties zoals dolfinaria en tijgershows, die jaarlijks duizenden bezoekers trekken. Vervolgens lichtten de onderzoekers 24 soorten toeristische attracties die bij elkaar door miljoenen toeristen per jaar bezocht worden, grondig door.

Ze kwamen tot de volgende conclusies.

- Achttien soorten attracties (waaronder tijgershows, ontmoetingen met leeuwen, dolfinaria, civetkoffieplantages en olifantenparken) hadden een negatief effect op het welzijn van 230.000 tot 550.000 individuele dieren.

- Bij veertien soorten, 120.000 tot 340.000 dieren, wordt de beschermingsstatus verlaagd werd als gevolg van de manier waarop de dieren uit het wild gehaald worden. Ter vergelijking: slechts zes soorten attracties, met 1.500 tot 13.000 dieren, hebben waarschijnlijk per saldo positieve effecten op het behoud van de diersoort en het dierenwelzijn, oordelen de onderzoekers. Het betrof hier in alle gevallen opvangplekken voor wilde dieren.

- Deze bevindingen tonen aan dat 2 tot 4 miljoen toeristen per jaar met hun bezoek financiële steun geven aan instellingen die een negatieve impact hebben op dierenwelzijn en/of het behoud van diersoorten.

Men zou verwachten dat de toerist een bittere nasmaak overhoudt aan zijn bezoek aan een van deze attracties. Tot op zekere hoogte was dat ook zo, ontdekten de onderzoekers. Het team bestudeerde de reacties die bezoekers van dierenattracties hadden achtergelaten op TripAdvisor. Het team ontdekte dat de attracties met slechtere omstandigheden voor dieren meer negatieve feedback kregen dan die met beter oog voor dierenwelzijn. Maar zelfs de attracties met de laagste score als het gaat om dierenwelzijn, kregen gemiddeld nog altijd in 80% van de gevallen een positieve reactie.

Hoofdonderzoeker Tom Moorhouse: “Mensen vertrouwen TripAdvisor. Als een attractie positieve recensies krijgt, worden meer mensen gestimuleerd daarheen te gaan. Het is dus een groot probleem dat slechtere omstandigheden voor dieren(welzijn) niet leiden tot minder toeristen; het betekent namelijk dat feedback van toeristen niet voldoende is om de dierenwelzijnstandaarden in attracties met wilde dieren te beïnvloeden.

David Macdonald, Oxford’s WildCRU Director, zegt: “Het is triest dat toeristen die gelokt worden met een ongetwijfeld goedbedoelde interesse in dieren, vaak onbedoeld dit soort attracties steunen. Daarmee houden ze niet alleen wilde dieren in die slechte omstandigheden, maar brengen ze ook het behoud van de diersoort in gevaar”. Hij voegt daar aan toe: “Die dubbele pech kan tegengegaan worden door strengere regelgeving, betere handhaving en door je aan onze vuistregel te houden: vermijd elke attractie met wilde dieren die op TripAdvisor lager dan 80% scoort”.

Tom Moorhouse legt uit dat het welzijn van wilde dieren bij toeristische attracties die op TripAdvisor lager dan 80% scoren, waarschijnlijk zeer slecht is. Over het algemeen moeten toeristen die verantwoord willen reizen goed letten op deze negatieve recensies. Neil D’Cruze, hoofd Onderzoek bij World Animal Protection, voegt daaraan toe: “Sommige attracties die de meeste reden tot zorg zijn, zoals olifantenritten, krijgen overweldigende, positieve recensies van toeristen. TripAdvisor heeft dus een geweldige kans om haar dienstverlening aan bezoekers van haar site te verbeteren door in de evaluatie een score op te nemen voor dierenwelzijn en behoud van de diersoort”.

06 oktober 2015

Global March tegen stroperij en canned hunting

De Global March is een wereldwijde demonstratie; in meer dan 140 steden over de hele wereld liepen mensen in het weekend van dierendag mee. Het doel is mensen wakker te schudden en het stropen van deze imposante dieren te stoppen.

“Iedere 15 minuten wordt een olifant vermoord om zijn ivoor. De neushoorn wordt afgeslacht voor zijn hoorn en de leeuw, de koning der wildernis, wordt ernstig bedreigd door de jacht en het verschrikkelijke ‘canned hunting‘, waarbij toeristen in een afgezet gebied leeuwen mogen afschieten. Het verdwijnen van deze grote zoogdieren uit het ecosysteem door toedoen van jacht, stroperij, illegale handel en andere menselijke activiteiten kunnen we niet verantwoorden tegenover ons geweten en toekomstige generaties.

Voor ons is er maar één doel: de massale slachting van deze majestueuze dieren moet stoppen voordat het te laat is!”.



17 september 2015

Juiste argumenten bij dierenrechten?

Op 2 januari 2015 schreef Ana van Es over het verbieden van wilde dieren in het circus. Dat verbod ging 15 september in. Circusmensen protesteren heftig tegen het verbod, omdat zij nu gedwongen zijn om uit te wijken naar het buitenland of de dieren in een permanent verblijf moeten onderbrengen. Het is maar de vraag of zij het geld willen opbrengen om dit te bekostigen.

Hoewel het geen twijfel lijdt dat het verbod terecht is, is het wel de vraag of staatssecretaris Dijksma het juiste juridische en morele argument heeft aangedragen.

Ana van Es schrijft het volgende.

Onderzoek naar circusdieren bij circus Krone in Duitsland.

'Voor sommige dieren - leeuwen, tijgers - is er geen overtuigend bewijs dat verblijf in een circus schade toebrengt', zegt Hans Hopster, onderzoeker aan de Universiteit Wageningen. 'Je kunt al die dieren niet over één kam scheren'.
Hopster onderzocht de afgelopen jaren het welzijn van circusdieren. Leeuwen en tijgers blijken zich relatief goed aan te passen, ook doordat ze nakomelingen krijgen in het circus. Ze wennen van jongs af aan en worden minder 'wild'.
Olifanten geven wel problemen. 'Bij drie Nederlandse circusolifanten die wij in 2008 onderzochten was nogal wat mis. Een olifant is een sociaal dier. Alleen al daarom is één olifant in een circus een twijfelachtige bedoening. Om ze veilig in een tent te kunnen houden, stonden ze langdurig aan ketenen. Je houdt een olifant nu eenmaal niet achter een hekje. In het wild eten ze 16 tot 20 uur per dag voedsel als boomschors. In een circus kan dat niet. Ze vertonen gedrag dat wijst op verveling: slurfzwaaien en 'weven', een soort ijsberen. Bovendien worden olifanten niet in een circus geboren.
'Als dieronderzoeker kan ik een totaal verbod op wilde dieren in het circus niet verdedigen, anders dan vanuit het gevoel van mensen dat dit niet meer in de tijdgeest past. Bij gebrek aan empirisch bewijs van lijden baseert staatssecretaris Dijksma zich bij bepaalde soorten nu volledig op de 'intrinsieke waarde' van een dier. Ik ben geen jurist, maar ik vraag me af of dat juridisch houdbaar is'.
Tot zover de Volkskrant.

Meer lezen over de twijfelachtigheid van het aandragen van ‘intrinsieke waarde’ bij het verdedigen en promoten van dierenrechten?

Het bereiken van een groot publiek voor het vergroten van bewustzijn dat dieren rechten hebben vraagt een integere benadering. Dit kost tijd, maar betaalt zich op de lange termijn veel effectiever uit voor mens en dier.

16 september 2015

Banken frustreren kansen diervriendelijke kippenhouderij

Journalist Jarl van der Ploeg meldt in de Volkskrant op 14 september het volgende.
Nederlandse banken hebben tientallen miljoenen euro's uitgeleend aan een van de grootste kippenboerderijen ter wereld, in Oekraïne. Het goedkopere vlees dat hier op de markt is een rechtstreekse concurrent van vlees van de Nederlandse boeren, die zich aan veel meer regels moeten houden.
Het Oekraïense Myronivsky Hliboproduct (MHP) is in handen van Yuriy Kosiuk, een van de rijkste mannen van Oekraïne. Op 380 duizend hectaren land ten zuidwesten van Kiev produceert MHP eigen kippenvoedsel en worden jaarlijks 332 miljoen kippen geslacht, ingevroren, verpakt en uiteindelijk geëxporteerd. Ter vergelijking: in Nederland worden jaarlijks 465 miljoen kippen geslacht.

Rabobank en ING hebben miljoenen euro's geïnvesteerd in de kippenfabriek. Rabobank maakt in de periode 2008-2018 127,1 miljoen euro over aan MHP, ING investeert 42,8 miljoen.

De banden tussen MHP en Nederland zijn stevig. Nederland is een van de belangrijkste afnemers: vorig jaar werd ruim 12 duizend ton kippenvlees geïmporteerd vanuit Oekraïne - hoofdzakelijk van MHP. Nederlandse bedrijven leverden techniek voor bijvoorbeeld de Oekraïense slachterijen.
Tot zover de Volkskrant.

Voor de goede verstaander: Nederland is vooral een doorvoerland voor kippenvlees. Agropolitici gebruiken de exportcijfers van deze verwerkingsindustrie graag om de omvang van de productie van de sector groter te doen lijken.
In eigen land worden veel meer kippen gehouden dan worden geconsumeerd. Daarbovenop importeert Nederland kippenvlees met als doel deze te exporteren na verwerking. Men noemt dat valorisatie: het toevoegen van waarde van een product ongeacht waar het vandaan komt of naar toegaat. Het gaat in de verwerkende industrie vooral om de export.
De banken die zowel investeren in binnen- als in buitenlandse kippenhouders snijden zich een beetje in eigen vlees, wanneer Nederlandse kippenhouders door de buitenlandse concurrentie failliet dreigen te gaan en zo hun schulden bij de bank niet kunnen betalen. Het is ook hypocriet en in tegenspraak met het eigen beleid.
Maar de kans dat boeren met schulden aan de bank failliet gaan, wordt weer verkleind door de EU die –met geld van de belastingbetaler- de sector met financiële hulp ondersteunt zonder daarvoor een wederdienst te vragen. Alzo worden de risico’s voor de banken gespreid door internationale investering en verkleind door de belastingbetaler. Lachende derde is de Nederlandse kippenvleesverwerkende industrie die uit binnen- en buitenland goedkope grondstoffen krijgt.
Verliezer is de kip, omdat de banken dieronvriendelijke kippenhouderij in het buitenland in het zadel helpen, kunnen Nederlandse kippenhouders die willen investeren in diervriendelijker systemen dit nauwelijks bekostigen.

Voor de goedwillende, diervriendelijke consument zijn er een aantal mogelijkheden om deze situatie helpen aan te pakken:
• Van bank te wisselen wanneer je bankiert bij de ING of RABObank.
• Een diervriendelijke(r) partij stemmen bij verkiezingen.
• Geen kippenvlees meer eten.
• Deel uw mening met anderen.

Klik hier wanneer je meer wilt weten over wat je als individu voor dieren kunt doen.

Oorzaak: hypocrisie en onverschilligheid.
Gevolg: dierenleed, milieuvervuiling.
Verband: demagogie, overproductie.

13 september 2015

Boeren verdienen geen steun uit Brussel meer

Boeren leggen geen buffers aan. Zij willen groeien en zo min mogelijk belasting betalen. Subsidie ontvangen daar hebben ze geen enkele moeite mee.

Marike Stellinga is econoom en schrijft in NRC Handelsblad van zaterdag 12 september over de 500 miljoen steun die Brussel gaf aan de protesterende boeren.

Een citaat.
De wereldeconomie is een ongeleid projectiel. Belangrijke sectoren, als voedsel, hebben regulering nodig,” zei de voorman van de melkveehouders in deze krant.
Maar beste meneer, dat geldt voor alle bedrijven. Dan kunnen belastingbetalers élk bedrijf gaan compenseren, wanneer de wereldeconomie even de verkeerde kant op gaat.
Op- en neergang hoort echt bij de economie en dus bij ondernemen. En dat zal je echt zelf moeten opvangen, ook als boer (hoge uitzonderingen daargelaten). Er is nog een argument tegen al die hulp: je beloont slecht gedrag en straft de verstandige ondernemer. Elke keer dat de overheid zielige boeren redt die geen buffer aanlegden voor slechte tijden, staat de ondernemer die wel een buffer aanlegde voor gek. Die kijkt de volgende keer wel uit: hij kan net zo goed meer risico nemen, want de overheid redt je toch wel. Met elke ronde hulp zal je dus minder boeren krijgen die voor zichzelf kunnen zorgen. Van mij mag de markt voor voedsel dus een stuk normaler worden, of moet ik zeggen gezonder?
Op- en neergang hoort bij de economie. Dat moet je zelf opvangen, ook als boer.
Tot zover Marike Stellinga.

Door de huidige kennis over voedseltechnologie is in principe elk land in staat om voldoende voedsel te produceren voor haar bevolking. Het oorspronkelijke probleem van voedselonzekerheid is nu overproductie geworden, waardoor landen elkaars markten kapot kunnen concurreren.

Vlees en zuivel zijn dierlijke producten. Om daarmee de kostprijs bij productie laag te houden, gaat ten koste van dierenwelzijn. Het mestoverschot leidt in landen die exorbitant overproduceren, zoals Nederland, tot milieuproblemen, waarvoor de belastingbetaler direct (om de vervuiling op te ruimen) of indirect (via subsidie uit Brussel) voor opdraait.

Drogredenen bij een drijfjacht

Nederlandse jagers liggen onder vuur vanwege de drijfjacht die zij in Zuid-Afrika houden.

Wim van Remortel is eigenaar van jachtreisbureau Best Hunting. Hij organiseert drijfjachten in Zuid-Afrika. 'Iedereen schreeuwt plots moord en brand, maar die drijfjachten bestaan al tientallen jaren en er gebeurt niks illegaals', zegt hij. Volgens Remortel wordt alles bovendien goed geregeld. 'Er worden vergunningen gevraagd en er zijn quota vastgelegd. Van elke soort kunnen ze dus maar een beperkt aantal dieren doden'.
De kritiek op de jagers vindt hij hypocriet. 'Ik denk dat een leeuw die vijf jaar in het wild leeft en dan wordt doodgeschoten een beter leven heeft gehad dan een kip die weken in een legbatterij zit en dan wordt afgemaakt'.

Dit argument van Remortel is waar, maar niet relevant. Geen enkel doden kan gerechtvaardigd worden met het argument dat het slachtoffer al een goed leven heeft gehad.

Klik hier voor meer drogredenen over plezierjacht en het tegenargument.

15 augustus 2015

Het ontbreken van toegevoegde waarde van bio-industrie

Arjan Wisman van het Landbouw Economisch Instituut (LEI) zette in opdracht van Wakker Dier de economische resultaten van vleesvarkens en vleeskuikens over 1980-2013 op een rij. De redactie van De Nieuwe Oogst vatte zijn aanbevelingen als volgt samen:
“Vleesvarkens- en pluimveehouders verdienen steeds minder per kilo vlees. Ze moeten dus meer produceren voor een voldoende inkomen. Meer productie kan door meer dieren te houden per arbeidskracht en/of een hogere productiviteit van het dier”.

Een hoger productiviteit van het dier zou bij een koe betekenen “nog meer uitmelken”. Bij een varken of een kip betekent het nog minder energie steken in welzijn van het dier, automatiseren, de kostprijs verlagen of de groeisnelheid vergroten.

Het is de verantwoordelijkheid van de samenleving om de grenzen te bepalen in hoeverre dieren onderwerp van economische uitbuiting mogen zijn.
De Nederlandse bio-industrie voegt niets noemenswaardigs toe aan de Nederlandse welvaart.

Bio-industrie heeft vrijwel alleen nadelen, geen toekomst in ons land en in het buitenland kunnen ze het goedkoper.

Waarom stoppen we er dan niet mee?

29 juli 2015

Voedsel zou geen onderwerp van concurrentie moeten zijn

Boeren die produceren voor de export zijn afhankelijk van politieke ontwikkelingen. De Franse boeren die wegen blokkeren om een reactie van de overheid af te dwingen en die vrachtwagens met geïmporteerd voedsel leeghalen zijn een beetje hypocriet en voeren op een oneigenlijke manier actie. Het is geen wonder dat deze acties maar in beperkte (eigen) kring enthousiast worden ontvangen.
Het is begrijpelijk dat een melkveehouder minimaal kostendekkend wil produceren.
Door de overproductie na het afschaffen van het melkquotum, het sluiten van de Russische markt en het bij nader inzien toch niet zo'n grote Chinese behoefte aan babymelkpoeder kunnen voedselverwerkers hun producten niet meer kwijt. Dus zakken de prijzen.

Wat de een te veel produceert kan een ander niet meer verkopen. Ook een wereldmarkt is op een gegeven moment verzadigd. Boeren concurreren elkaar kapot. Niet de beste wint, maar de meest gewetenloze of minst milieu- of diervriendelijke boer. Het is een ratrace of race-to-the-bottom geworden. Argumentatie over wat er aan de hand is, is vooral een uitwisseling van halve waarheden, chauvinisme en drogredenen (zie labels).

De situatie van overproductie en veel negatieve gevolgen voor dierenwelzijn en milieu roept de vraag op of voedsel wel zo geschikt is voor de vrije markt. Natuurlijk, niemand zal pleiten voor het ter ziele gegane communistische systeem waarbij een centraal comité de productie van voedsel plande, maar een betere afstemming en verdeling van productie binnen de EU moet mogelijk zijn. Waarom binnen Europa vlees en zuivel overproduceren en boeren uit buurlanden kapot concurreren? Waarom binnen continenten überhaupt meer voedsel produceren om elkaar tussen continenten te beconcurreren?

De nadelen van de vrije markt voor voedsel zijn evident. Wie concrete voorbeelden wil lezen, zie onderaan via de labels.
Het wordt tijd om binnen de internationale politiek afspraken te maken om te stoppen met het heen en weer slepen van voedsel over de wereld en om de voedselstromen zo te reguleren dat ieder mens op de wereld voldoende te eten krijgt en nadelen als dierenleed en milieuschade worden gestopt.
Een eis van grondgebondenheid, waarbij het voer op eigen land verbouwd wordt en de mest op eigen land wordt uitgereden, helpt al een groot deel van de overproductie te stoppen.

Gewetensvraag aan mensen die dieren consumeren

Wat zou een boer doen die meer geld krijgt voor zijn melk? Zou hij investeren in verbetering van de leefomstandigheden voor zijn koeien of zou hij investeren in uitbreiding van het aantal dieren dat hij kan houden?

Wat zou een varkenshouder doen die meer geld krijgt voor zijn vlees? Zou hij investeren in verbetering van de leefomstandigheden voor zijn varkens of zou hij investeren in uitbreiding van het aantal dieren dat hij kan houden?

Wat zou een kippenhouder doen die meer geld krijgt voor zijn eieren of vleeskippen? Zou hij investeren in verbetering van de leefomstandigheden voor zijn kippen of zou hij investeren in uitbreiding van het aantal dieren dat hij kan houden?

Is schaalvergroting heilzaam voor mens, dier en milieu?

Op dit blog overwegingen bij de antwoorden die vaak worden gegeven. Zie ook de drogredenen.

26 juli 2015

Race to the bottom in de melkveehouderij

Door de schaalvergroting in de melkveehouderij verdwijnen er steeds meer bedrijven. De groten slokken de kleintjes op. De concentratie in megabedrijven is gemakkelijk voor de verwerkende industrie. Een melkauto hoeft minder adressen te bezoeken om met een volle tank op de fabriek te komen en de voederfabrikant kan meer op minder adressen afleveren. De verwerkende industrie koopt bij de boer de grondstoffen zo goedkoop mogelijk in en probeert bij de afnemer zoveel mogelijk de suggestie te wekken dat er zoveel waarde aan is toegevoegd dat het een grote marge rechtvaardigt.

Voor de koeien is er niet direct een bedreiging in een megastal. Niet meer in de wei kunnen is een achteruitgang in dierenwelzijn, maar een koe die kan kiezen, kiest soms ook voor de stal. Vanwege de temperatuur, regen, wind of het voedsel.
Een melkrobot is geen directe aantasting van dierenwelzijn. Het geeft de boer en de koe vrijheid. Het is pech voor de koe die niet goed past in het concept, bijvoorbeeld omdat de vierde speen onderontwikkeld is. Die gaat naar de slacht. Of de maximale productie wordt minder en dat is al relatief op jonge leeftijd.

De schaalvergroting, het opheffen van het melkquotum, de overproductie voor de export en de vrije markt zorgt ervoor dat boeren binnen de landsgrenzen en over de landsgrenzen elkaars concurrenten worden.
De boer die de laagste kostprijs weet te combineren met het juiste tempo van investeren overleeft het langst. Dit proces gaat ten koste van diversiteit in de weide, de kwaliteit van leven voor de koe en de vrijwel onzichtbare gevolgen voor de onoplettende belastingbetaler die de nadelen betaalt. Een biologische boer is meer verantwoord bezig, krijgt meer voor zijn melk per liter, maar gemiddeld is zijn inkomen lager. Zijn bestaan zorgt ervoor dat het beeld van een alleen maar op geld beluste boer niet eenduidig is. Gezond voedsel bestaat niet, er is alleen verschil in meer of minder gezonde levensstijlen. Minder kunstmest en “gewasbeschermingsmiddelen” voorkomt milieuschade, maar levert minder kilo’s.

Het is de PR-machine die de duur en de loop van de race-to-the-bottom bepaalt. De consument is zich nauwelijks bewust van de balans in voor- en nadelen die goedkope zuivel als voedselbron biedt. De inhoud van het consumentenbewustzijn over de achtergrond van het voedsel wordt mede bepaald door oude mythes, onverschilligheid en halve waarheden. Het is niet zo moeilijk voor alle betrokken marktpartijen om naar een ander te wijzen als reden voor het niet veranderen van het nadelige gedrag.

De ontwikkelingen in de melkveehouderij kunnen geschetst worden als uitholling over de hele linie. Wie de ontstane ruimte in de voedselvoorziening invult, is degene die meer toegevoegde waarde weet te leveren in combinatie met een goed verhaal, smaak en een lage prijs. Is dat het veganisme? Voor velen ongetwijfeld. Velen zullen ook genoegen nemen met een combinatie van dierlijk voedsel en lookalikes op plantaardige basis.

De noodzaak en neiging om dieren in eten te stoppen verdwijnt langzaam. Dat is een bevrijdend proces waarvan de aard en tempo van de verandering weinig mensen bevredigt.


Klik hier om meer te lezen over het (afschaffen van het) melkquotum.

15 juli 2015

Was de Vegetarische Slager hevig geschrokken?

Uit de oude doos.

Het antwoord van Jaap Korteweg op de Kamervragen van CDA Kamerlid Jaco Geurts in 2012. 'Gehakt wordt Gehackt'. In zigeunersaus zitten geen zigeuners, in slavinken geen sla, in katjesdrop geen katjes en snoepwinkels verkopen spekjes gemaakt van suiker!

De Vegetarische Slager verkoopt kip, spek, tonijn, gehaktballen en meer traditionele vleesgerechten die gemaakt zijn van soja, waardoor het dier uit de productieketen kan worden bevrijd.

Van de site NPEX, de MKB beurs van Nederland.

Wie is de Vegetarische Slager?

De luxe slager van toen, maar dan zonder vlees of vis, dat is de Vegetarische Slager. De Vegetarische Slager is de eerste slager die vlees maakt zonder slachtdieren. Culinair vegetarisch genieten met producten op basis van groenten en peulvruchten. Het grote ideaal is om vleesliefhebbers te laten beleven dat ze helemaal niets hoeven missen als ze het vlees één of meer dagen achterwege laten. Jaap Korteweg, 9e generatie biologisch akkerbouwer en overtuigd van een plantaardige toekomst, opende daarom in 2010 de eerste Vegetarische Slager ter wereld in Den Haag. Inmiddels is de formule uitgegroeid tot ruim 2.600 verkooppunten als supermarkten, speciaalzaken en restaurants in 13 verschillende landen waaronder Nederland, België, Spanje, Zwitserland en Zuid-Korea.

De Vegetarische Slager werd gekozen tot Ondernemer van het Jaar 2015, won de Triodos Hart-Hoofdprijs, scoorde hoog bij de NIMA marketing awards, won de smaak van Nederland met vegetarische Gerookte Palingsalade en won brons in de strijd om de Gouden Gehaktbal van de Telegraaf, te midden van 43 deelnemers die echt vlees gebruikten.

03 juli 2015

Respect is een universele plicht

In het ledenblad van de Veganisten Vereniging een pagina van en over Renée Janssen met als titel “Ik houd niet van dieren”.

Zij schrijft het volgende.
Sympathie en medeleven voor andere levende wezens is iets elementairs en krachtigs. En misschien vormen juist dit gevoelens de meest bewandelde - en meest begaanbare - paden naar een ethische overtuiging waarin speciësisme geen plaats heeft.

Maar wil je gevoel ook als rechtvaardiging gebruiken? Schat je de ander daadwerkelijk op waarde door je ethische overtuiging te laten rusten op je persoonlijke affiniteit met de gehele categorie waartoe dat individu behoort? Als jij veganist bent omdat je van dieren houdt, dan is het voor omnivoren heel makkelijk om te zeggen, "Nou, ik hou toevallig niet van dieren. Ik heb er werkelijk niks mee. Dus voor mij is het geen probleem om ze te gebruiken en te doden". In wezen kenmerk je veganisme dan als sentiment voor de teerhartigen.

Ik ben ervan overtuigd dat we de belangen van niet-menselijke dieren serieus moeten nemen. Maar niet omdat pasgeboren varkentjes zo snoezig zijn. Niet omdat de schoonheid van een bultrugwalvis mij persoonlijk zo inspireert. Niet omdat deze onschuldige en pure wezens mij nooit gekwetst hebben, in tegenstelling tot sommige individuen van mijn eigen verdorven soort.
Nee, mijn redenatie is precies andersom. Respect is een universele plicht, onafhankelijk van persoonlijke affiniteit.

Respect toon je pas als je de ander als eigen individu ziet, met een waarde die niet primair wordt bepaald door jouw persoonlijke affiniteiten. Laten we dat ook voor dieren doen gelden.

Tot zover Renée Janssen.

Ik ben het totaal met haar eens. Meer lezen?

Meer lezen over respect voor dieren?
Meer lezen over de eigen of intrinsieke waarde van dieren?
Meer lezen over de argumenten van vleeseters en hoe je kunt reageren?
Meer lezen over hoe je het beste een gesprek over veganisme kunt voeren met iemand die het totaal niet met je eens is?

02 juli 2015

Gemiste kans bij beteugeling mesthoop

Persbericht van Milieudefensie.

Dijksma mist kans om melkveehouderij uit de stront te trekken.

Amsterdam, 2 juli 2015. Milieudefensie is ongelukkig met de vandaag verschenen brief van staatssecretaris Sharon Dijksma aan de Tweede Kamer over het aantal koeien dat boeren mogen houden. Nog geen twee maanden na het einde van het melkquotum blijkt dat de groei van de melkveesector er voor te zorgen dat Nederland de mestlimiet voor 2015 overschrijdt. Deze mestlimiet is opgelegd door Brussel. Dijksma's plan om dit probleem op te lossen zorgt voor een verdere intensivering van de melkveehouderij. Dit zal de problemen alleen maar groter maken; meer grote stallen, minder koeien in de wei en hogere kosten voor boeren. Milieudefensie vindt het voorstel daarmee een gemiste kans voor boeren en milieu.

Met haar voorstel wil Dijksma de groei van de melkveehouderij beteugelen door een inperking van de hoeveelheid mest die de melkveestapel mag produceren. Zij voert daarvoor verhandelbare fosfaat(mest)rechten in en wil efficiëntie belonen. Boeren mogen dan meer koeien houden als ze aan kunnen tonen dat hun koeien minder mest produceren

Jacomijn Pluimers, campagneleider voedsel bij Milieudefensie: “Het is een gemiste kans de hoeveelheid koeien niet direct aan de beschikbare grond te koppelen. Hiermee voorkom je een verdere toename van het mestoverschot”. Het plan van Dijksma stimuleert een verdere intensivering van de melkveehouderij. Door de focus op efficiëntie worden de koeien de stal ingejaagd, en wordt inkoop van voer van buiten het bedrijf gestimuleerd. Boeren die niet kiezen voor de intensieve weg, maar kiezen voor meer extensieve weg en een brede meerwaarde bieden voor de maatschappij zoals natuur, landschap en gezondheid worden in de plannen van Dijksma niet beloond.

Al voor het einde van het melkquotum zijn Nederlandse melkveehouders meer vee gaan houden. De afgelopen twee jaar groeide de melkveestapel met zes procent. Meer koeien en meer melk betekent meer mest, en Nederland had al een mestoverschot. De verwachte problemen, zijn nu al werkelijkheid geworden. De enige structurele oplossing is door het aantal dieren aan de hoeveelheid beschikbare grond in Nederland te koppelen.

Bovendien zijn boeren economisch niet opgeschoten met de groei van het aantal koeien, omdat de prijs van melk is gedaald. Boeren krijgen op dit moment voor melk minder dan de kostprijs.

Dijksma heeft nu, na de Melkveewet die begin dit jaar van kracht werd, en de daarbij horende Algemene Maatregel van Bestuur die per 1 januari 2016 van kracht wordt, opnieuw de kans om beleid te maken voor een toekomstbestendige melkveehouderij met maatschappelijk draagvlak. Milieudefensie roept de Tweede Kamer en direct betrokken partijen op om te zorgen dat de plannen van Dijksma worden aangescherpt.

Tips voor huisdieren bij hittegolf

Zo merkt u dat een dier het te warm heeft.

Het dier voelt warm aan, ademt snel en is lusteloos. Daarnaast zijn de slijmvliezen in de mond van het beest rood. Oververhitting is gevaarlijk en soms zelfs dodelijk voor huisdieren. Als het dier een snelle hartslag en ademhaling heeft en niet tot nauwelijks reageert op prikkels, moet direct contact gezocht worden met de dierenarts.

Wat te doen bij oververhitte dieren?

Zorg altijd voor vers, koel drinkwater. Help het dier af te koelen door hem nat te maken met lauw water of ergens te laten zwemmen. Pas op met ijskoud water, want dan trekken de bloedvaten samen waardoor het dier de warmte nog moeilijker kwijtraakt. Oververhitte dieren moeten naar een plek in de schaduw of koelte gebracht worden, waar ze bij kunnen komen.

Vooral honden en konijnen zijn erg gevoelig voor de warmte.

Honden hebben het snel warm. Behalve in de voetzooltjes hebben ze nergens zweetklieren. Warmte raken ze alleen maar kwijt door te hijgen. Ga daarom geen lange stukken wandelen en al helemaal niet fietsen met de hond overdag. Honden met een dunne vacht kunnen verbranden, dunbehaarde plekken kunnen ingesmeerd worden met zonnebrand.

Ook voor konijnen is de hitte geen pretje. Deze huisdieren leven in het wild in koele holen onder de grond en hebben het in hun kooitjes al zwaar als de temperatuur boven de 24 graden uitkomt. Het is belangrijk dat baasjes van konijnen ervoor zorgen dat de kooi niet in de volle zon staat.

Ook koelelementen in het hok, bijvoorbeeld omwikkeld met een handdoek, kunnen voor verkoeling zorgen. Konijnen lopen tijdens warm weer extra risico door de dodelijke huidmadenziekte, veroorzaakt door vliegjes die eitjes leggen in de keutels of vacht van het konijn.

Iedere zomer overlijden er weer honden omdat hun baasjes ze achterlaten in snikhete auto's.

Banken trekken zich dierenwelzijn te weinig aan

Banken trekken zich in hun financieringsbeleid nog steeds weinig aan van dierenwelzijn. Dat blijkt uit een update van de Eerlijke Bankwijzer, een initiatief van onder meer Oxfam, Dierenbescherming, Milieudefensie en FNV Mondiaal. Van de tien onderzochte financiële instellingen scoren ABN Amro, Aegon, Delta Lloyd, ING en Rabobank een ruime onvoldoende.

01 juli 2015

Voedsel niet in vrijhandel betrekken

Sjoukje, Lida en Laura zijn vrouwen van boeren. Samen maken zij een blog op "vrouwvanboer.nl".

De vrouwen zijn bang dat het vrije handelsverdrag TTIP desastreus zal uitvallen voor de positie van hun bedrijf.
Een citaat.
De Nederlandse Akkerbouw Vakbond (NAV) en de Nederlandse Melkveehouders Vakbond (NMV) zijn tegen TTIP, omdat het opheffen van de Europese bescherming naar verwachting zal leiden tot structureel onstabiele en te lage prijzen aan de boer. Deze vakbonden zetten zich binnen en buiten Platform Aarde Boer Consument al jaren in voor meer Europese marktregulering om te komen tot kostendekkende prijzen aan de boer, voor een product dat aan alle maatschappelijke eisen voldoet. TTIP zal dit definitief onmogelijk maken, verwachten zij. De melkveehouders die samenwerken binnen the Dutch Dairymen Board (DBB) delen dit standpunt. Voorzitter Sieta van Keimpema van de DDB wees ook op de grote nadelen van het CETA-verdrag tussen de EU en Canada. Hierdoor zal er namelijk veel meer Canadees rundvlees worden toegelaten, wat zogenaamd ‘hormoonvrij’ is, maar de controle hierop is minimaal. Bestuurslid Keimpe van der Heide van de NAV wil zelfs een stap verder gaan: voedsel zou volgens hem buiten alle vrijhandelsverdragen gehouden moeten worden. Voorzitter Ingrid Jansen van de Nederlandse Vakbond Varkenshouders (NVV) vreest dat het , bestaansrecht van Nederlandse familiebedrijven in het gedrang komt door oneerlijke concurrentie. De prijzen die varkenshouders krijgen, zullen volgens haar nog lager worden door het hogere aanbod van Amerikaans vlees. Daarbij is dit vlees geproduceerd tegen een lagere kostprijs, vanwege de lagere eisen waaraan de Amerikaanse boer hoeft te voldoen. Haar conclusie luidde dan ook ‘TTIP is desastreus voor de Nederlandse varkenshouderij’. Ook de landelijke vakgroep Pluimveehouderij LTO/NOP is tegen TTIP. Voorzitter Eric Hubers zegt dat TTIP het gelijke speelveld ondermijnt, doordat het Amerikaanse producten op de Europese markt gaat toelaten die met lagere voedselveiligheids-, milieu- en dierenwelzijnsstandaarden zijn geproduceerd. Deze producten mogen door wederzijdse erkenning van standaarden op de Europese markt worden toegelaten. Dit ondanks de belofte van minister Ploumen dat deze Europese standaarden niet verlaagd zullen worden. Iets vergelijkbaars gebeurt met de toelating van legbatterij-eieren uit de Oekraïne terwijl Europese pluimveehouders met een legbatterijverbod zijn geconfronteerd. Voorzitter Hennie de Haan van de Nederlandse Vakbond Pluimveehouders sluit zich hierbij aan. ‘Wat in Nederland mag worden geconsumeerd, moet ook in Nederland mogen worden geproduceerd. Het kan niet zo zijn dat in Nederland een verbod op bepaalde huisvestingssystemen geldt, maar dat producten afkomstig uit dergelijke huisvestingssystemen wel mogen worden geïmporteerd. Dat is de wereld op zijn kop’.

Tot zover "vrouwvanboer.nl".

Waar ik het met het grond van hart mee eens ben is dat voedsel buiten vrijhandelsverdragen zou moeten blijven. Het gevolg is namelijk dat die export van landen die de minste welzijnseisen voor dieren stellen uit de hand gaat lopen. We kunnen dan tegen veel te lage prijzen voedsel kopen die niet verantwoord geproduceerd is.
Verder zou ook ons land haar export van vlees en zuivel moeten afbouwen en alleen moeten produceren voor eigen bevolking zodat boeren in het buitenland niet door onze export gedwongen mee te gaan in lage welzijnseisen voor hun dieren om te kunnen blijven concurreren. We kunnen dan duurzame eisen stellen aan landbouw en veeteelt die rekening houdt met dierenwelzijn, ecologie en milieu en menselijke gezondheid.

30 juni 2015

Is onverantwoord voedsel een recht?

Heeft een consument het recht om onverantwoord geproduceerd voedsel te kunnen kopen?

In de Volkskrant van 30 juni wordt de vraag opgeroepen “Wie is bereid het Varken van Morgen te betalen?”
Een paar citaten:

Een paar jaar geleden maakten het Centraal Bureau Levensmiddelenhandel (CBL, de supermarkten), landbouworganisatie LTO en de vleessector vergelijkbare afspraken in het pluimvee, de dier- en milieuvriendelijke 'Kip van Morgen'. Maar de Autoriteit Consument en Markt (ACM) verbood begin 2015 die afspraken wegens kartelvorming: als alleen maar deze kip in de schappen ligt, wordt de consument die niet extra wil betalen voor diervriendelijker vlees in zijn keus beperkt.
,,,
Varkens die bestemd zijn voor de Nederlandse supermarktschappen zouden aan de minimale normen van één Beter Leven-ster van de Dierenbescherming moeten voldoen: onder meer 0,2 m2 extra ruimte, stro voor de zeugen, speelmateriaal en geen castratie. Vanaf 2020 moet het vlees ook aan aanvullende milieueisen voldoen. De ACM wil zich nog niet uitspreken over dit plan. Maar nu opnieuw een beschuldiging van kartelvorming dreigt, voelt het CBL zich als vertegenwoordiger van de supermarkten gedwongen afstand te nemen van de gemaakte afspraken.
Boeren en supermarkten geven nu de ACM de schuld van het niet doorgaan van het duurzamer varken: ze zou alleen economische belangen wegen. Om de spiraal van steeds goedkoper varkensvlees en slechte leefomstandigheden te doorbreken, moeten afspraken worden gemaakt over duurzaamheid. Dat kost geld, en iemand moet dat betalen.
Tot zover de Volkskrant.

Wanneer dit verbod met als argument kartelvorming tegen te gaan wordt gehandhaafd is dit een legitimatie van het recht om onverantwoord voedsel te produceren , te (ver)kopen en te consumeren.
De reden: het meeste vlees en zuivel in ons land wordt geëxporteerd. Om dit mogelijk te maken moet de kostprijs zo laag mogelijk zijn. Het gevolg is dierenleed, omdat de dieren geen leven kunnen leiden volgens hun eigen aard.
De Nederlandse consument die nauwelijks luistert naar zijn geweten profiteert mee via een lage prijs in de supermarkt.

26 juni 2015

De verkeerden nemen de stikstof ruimte in

Beginnend Provinciaal Statenlid Rinie van der Zanden beschrijft duidelijk wat de bezwaren zijn van de PAS (Programmatische Aanpak Stikstof). Zij diende deze motie in:

Per 1 juli treedt de PAS in werking. Dit is een systeem waarmee nog niet verdiende emissierechten alvast onder veehouders zal worden verdeeld. Nog niet verdiend, want er is afgesproken dat de veehouderij pas in 2030 haar uitstootvermindering moet hebben gerealiseerd. Een deel van die nog niet gerealiseerde uitstootvermindering mag nu alvast worden gebruikt voor uitbreidingen.

Het zal u niet verbazen dat mijn fractie tegen elke uitbreiding van de gangbare veehouderij is. De milieuschade die door deze sector nu al wordt toegebracht is aanzienlijk en neemt met de maatregelen in de PAS alleen maar toe.

Op 16 maart van dit jaar maakte het RIVM bekend dat in de periode 1990 tot en met 2013 in Nederland per jaar ongeveer 15 kiloton meer ammoniak is uitgestoten dan aanvankelijk was berekend. 15 Kiloton per jaar. Sinds 2010 geldt er in de EU een maximum voor de uitstoot per land per jaar. En volgens het RIVM gaan wij daar dus al jarenlang overheen.

Wij vinden het onbegrijpelijk dat ondanks deze gegevens de PAS gewoon doorgaat. Via de PAS moet een in principe beperkte ontwikkelingsruimte onder veehouders worden verdeeld. Wij willen er bij het nieuwe college, dat een natuurinclusieve landbouw nastreeft, op aandringen de verdeelsleutel van het oude college niet onverkort over te nemen.

En die verdeelsleutel komt er op neer: wie het eerst komt wie het eerst maalt.

Met deze verdeelsleutel wordt geen recht gedaan aan de dynamiek en de verscheidenheid van de Friese veehouderij. Deze is grofweg verdeeld in intensief gangbaar, extensief gangbaar en biologisch. Deze drie segmenten hebben elk een eigen ontwikkelingstempo. Door de systematiek “wie het eerst komt” kan de hele PAS-ruimte in korte tijd worden leeggehaald. En dat blokkeert ontwikkelingsmogelijkheden van natuurinclusieve segmenten, zoals extensief gangbaar en biologisch.

23 juni 2015

Verliesgevende agrosector creëert zelf het ganzenprobleem

Citaat uit een artikel van Rinie van de Zanden, Partij voor de Dieren in de Provinciale Staten van Fryslân - geplaatst in het Friesch Dagblad van 15 juni 2015.

De populatie ganzen is uit de hand gelopen en het prikken van eieren, verjagen en doodschieten heeft niet geholpen. Daarom wordt het nu met gas geprobeerd. Aan de echte oorzaak wordt niets gedaan. Merkwaardig. In de Ganzennota van de Provincie staat toch echt dat de voedselrijke raaigras-weilanden voor een groot deel verantwoordelijk zijn voor de toename van ganzen en dat een deel van de schade als ondernemersrisico moet worden gezien. In diezelfde nota staat ook dat er andere methoden zijn dan doodschieten en vergassen om de grote aantallen ganzen weg te krijgen. Maar er staat ook dat daar geen draagvlak voor is. In gewoon Nederlands: dat willen de boeren niet. Iedereen heeft via internet kunnen zien hoe wreed de weg naar de dood was voor zo'n duizend ganzen en hun jongen. Opgedreven naar de gaskamer terwijl ze in paniek elkaar en hun jongen vertrapten. Vergassen is de meest diervriendelijk manier om ganzen te doden, vindt Gedeputeerde Staten. Iedereen heeft kunnen zien dat dat niet klopt.

Henk de Vries van It Fryske Gea noemt de ganzenoverlast een maatschappelijk probleem. Merkwaardig, want de sector zelf en niet de maatschappij heeft het ganzenprobleem veroorzaakt. Als het probleem al maatschappelijke proporties heeft, dan zit dat niet bij de ganzen, maar bij de industrieel geworden melkveehouderij. Deze bedrijfstak kost de burger jaarlijks honderden miljoenen euro's aan subsidies voor een product waarvan ongeveer de helft met verlies wordt verkocht. Dat weten de meeste mensen niet, maar binnen de melkveehouderij is dat bekend. Dat zit zo: ongeveer de helft van alle melk gaat naar de kaas. Uit de financiële jaarverslagen van Friesland Campina blijkt dat de kaasdivisie al sinds de oprichting jaar in jaar uit verlies lijdt. En dus wordt de helft van de melk die aan FC wordt geleverd met verlies verkocht.

Dat is eigenlijk bizar omdat er hoge maatschappelijke kosten aan deze melkproductie verbonden zijn. Er is grote schade aan natuur en milieu. Er verdwijnen weidevogels, er zijn hoge kosten voor ganzenschade, voor weidevogelbeheer en om vermesting en verzuring tegen te gaan. Gemiddeld krijgt een melkveehouderij per jaar 20.000 euro, met uitschieters naar boven van meer dan 100.000 euro. De burger betaalt al deze kosten. En dan is er nog het dierenleed. Niet alleen van de koe die gemiddeld nog maar ruim drie jaar melk geeft en dan naar de slacht gaat, maar ook van duizenden ganzen.

16 juni 2015

Marianne Thieme somt alle nadelen van plezierjacht op

Snoeiharde en snedige bijdrage van Marianne Thieme aan het notaoverleg over de plezierjacht zonder sentimentele argumentatie.

De Tweede Kamer behandelt donderdag 11 juni en maandag 15 juni de initiatiefnota van Marianne Thieme (Partij voor de Dieren) over de sluiting van de jacht. De initiatiefnota omvat twee voorstellen: het sluiten van de jacht op vijf diersoorten en het verankeren van een verbod op de plezierjacht in de wet. Jaarlijks worden er in Nederland op grond van artikel 31 e.v. van de Flora en faunawet ruim 1 miljoen hazen, fazanten, wilde eenden, konijnen en houtduiven doodgeschoten door circa 28.0002 jagers. Zij mogen nu nog vrij worden bejaagd zonder dat daar enige noodzaak voor is. Andere diersoorten mogen alleen afgeschoten worden in het kader van beheer- en schadebestrijding. Een onbekend aantal dieren wordt niet-dodelijk geraakt, waardoor ernstig dierenleed wordt veroorzaakt.

Jagers spreken niet graag over plezierjacht, omdat dat hun imago aantast. Zij spreken liever over benuttingsjacht.

Een citaat uit de nota. Zie video.

Alles is erop gericht om ervoor te zorgen dat er in het komend jachtseizoen veel extra aanwas is, zodat jagers ook dan veel te schieten hebben. Dat staat uiteraard haaks op de boodschap van de mannen en een enkele vrouw in het groen dat zij met hun activiteiten schade van hazen en konijnen voorkomen en vooral de zieke en oude dieren schieten. Dat laatste zou overigens topkoks niet moeten aanspreken en restaurantbezoekers nog minder, maar dat terzijde.

De jacht verstoort het natuurlijk gedrag van dieren en vermindert de zichtbaarheid voor mensen die van de natuur willen genieten. Toen in het Deense kroondomein maar ook in het Nederlandse Deelerwoud het afschot sterk werd beperkt, nam de schuwheid van de dieren in hoge mate af en werd de zichtbaarheid voor natuurliefhebbers vele malen groter.

Zie ook: Initiatiefnota van het lid Thieme over sluiting van de jacht.

Zie ook de drogredenen die jagers gebruiken voor het verdedigen van de jacht.

28 mei 2015

Technologische race om ganzenoverlast tegen te gaan

Ganzenoverlast: de een zijn dood is de ander zijn brood. Arie den Hertog van Duke Faunabeheer verdient zijn boterham met het vergassen van ganzen in de ruitijd. Dan zijn ze goed te vangen omdat ze tijdelijk niet kunnen vliegen. Ganzen doodschieten kost te veel tijd en hen met een bijl de kop af te hakken is te vermoeiend. Vandaar dat het bedrijf V&T Faunabeheer met een speciaal ontwikkeld apparaat 1.600 ganzen de nek gaat breken in 7 Gelderse natuurgebieden.
Pardon? Ganzen geven toch overlast bij Schiphol en op grasgronden bestemd voor de koeien in de stal?
Wanneer ze verjaagd worden naar een natuurgebied dan geven ze toch geen overlast meer? Of verstoren ze het natuurlijk evenwicht? In dat geval lijkt het logischer om de vos niet meer te bejagen. Hij houdt het natuurlijk evenwicht graag en gratis in stand.

De Partij voor de Dieren in Gelderland wil dat er een zelfsturende vliegende vogelverschrikker wordt ontwikkeld. Statenlid Luuk van der Veer denkt dat het voor universiteiten en hogescholen in Gelderland een koud kunstje moet zijn om een drone te maken die ganzen verjaagt. Maar ja, de Provinciale Staten is geen subsidiegever voor uitvindingen, dus die steunde het initiatief niet.

Ganzenoverlast is eigenlijk een politiek probleem. Het zijn de melkveehouders die hun koeien op stal laten staan in de race naar meer geld te verdienen met het produceren van exportproducten die de voor de ganzen grazige weides samenstellen.
Ook binnen de melkveehouderij wordt al jaren technologie toegepast om de kostprijs zo laag mogelijk en de productie zo hoog mogelijk. De gevolgen zijn desastreus voor het welzijn van de koe en de mest levert milieuproblemen op. De industrie eromheen profiteert, terwijl de belastingbetaler opdraait voor de negatieve gevolgen.

Veel problemen in Nederland hangen onderling samen. Het zou mooi zijn wanneer politici zouden onderkennen hoe met het beteugelen van hebzucht een deel hiervan kan worden aangepakt. Het zijn de politici die de wettelijke grenzen kunnen trekken en de controle op handhaving kunnen versterken.

Oorzaak: hebzucht en gemakzucht
Gevolg: dierenleed, milieuvervuiling
Verband: vangdrang, kostprijs

27 mei 2015

Menselijke behoefte aan een knuffeldier

Volkskrantcolumnist Jean-Pierre Geelen zag op 2doc de documentaire over Mojo. Meer dan dertig jaar was chimpansee Mojo eenzaam opgesloten en leefde op een dieet van spaghetti en cola. In het opvanghuis van Stichting Aap wordt hij voor het eerst geconfronteerd met soortgenoten.

Mijn aandacht voor Het chimpansee complex werd mede getrokken door de maker: Marc Schmidt. Gelauwerd om zijn film De regels van Matthijs, een van de allermooiste documentaires die ik afgelopen jaren heb gezien, over het langzaam instortende zelf gesponnen web van de autistische jongen Matthijs.

In de kern gaan beide films over vervreemding van het individu en contact met de buitenwereld. Maar Het chimpansee complex miste een eenduidige verhaallijn rond één hoofdpersoon waarmee de kijker zich kan identificeren. Even leek het Schmidt te gaan om het sprookje tussen de apen Jim en Regina, mede aangewakkerd door een elektrisch gitaarmuziekje.



Een slottekst bracht uitkomst over het lot van de aap. 'Stichting Aap gelooft nog steeds in een toekomst voor Mojo. Er is een nieuwe, op hem toegesneden behandeling gestart'. In interviews dezer dagen zegt stichting Aap dat het goed gaat met Mojo. Deze kijker merkte dat die wetenschap hem geruststelde. Maar dat was vast een al te antropomorfe en diep menselijke behoefte aan een knuffeldier.

21 mei 2015

Vangdrang met dodelijke gevolgen

Rosanne Kropman citeert in haar artikel in Trouw over ganzenvergasser Arie den Hertog het woord vangdrang. "Ik ben geboren met vangdrang", zegt hij. Als klein jongetje van zeven ving hij al muizen van de boerderij waar hij opgroeide. De klemmen eerst lukraak neergezet, later strategisch geplaatst: parallel aan de plinten zodat de muis er van twee kanten in kon lopen.
Tot zover Arie den Hertog in Trouw.

Het is een kenmerk van veel kinderen om bij slootjes hun schepnet door het water te halen en te kijken naar de visjes en insecten die ze vangen. Schattig zijn de peuters die op pleinen achter vogels aanlopen om hen proberen te pakken om te aaien. Vangdrang, kun je veilig stellen, is natuurlijk. Die drang is gelukkig niet vaak om te doden, maar gewoon de sport. En kleine kinderen snappen nog niet zo goed dat dieren twijfels bij hebben bij de goede bedoelingen van kinderen. En wanneer je ziet hoe ze hun speelgoeddieren behandelen kun je ze geen ongelijk geven. Kinderen willen aaien en van dichtbij bekijken, maar kunnen nog niet goed liefdevol doseren.
Zelfs mensen met huisdieren hebben die wens om wanneer zij dat willen een dier bij de hand te hebben om te knuffelen. Dat een dier ook recht op vrijheid heeft is daarmee lastig te verenigen en waarom zou je daar druk over maken? Het dier krijgt tot uitstekende verzorging? Wat wil nu meer?
In de vrije natuur hebben dieren drang om andere dieren te vangen omdat ze willen eten. Lukt het om een dier te vangen, dan wordt het gedood. Ook de ganzen die Arie den Hertog vangt, worden gedood en gratis aangeboden aan een poelier.
Is dat liefdevol en natuurlijk? Natuurlijk niet, maar net zo als het moeite kost om kinderen te leren wat respect voor dieren is, namelijk hun met rust te laten en er alleen maar naar te kijken, is respect voor ganzen die in grote getallen de groene weiden vullen er moeite voor nodig om de overlast tegen te gaan. Liefde voor de natuur houdt in bewust te worden wat te doen en wat te laten zodat alle levende wezens een plek onder de zon behouden.

Meer lezen? Zie Respect, vrijheid en ware liefde.

20 mei 2015

Hebben stadse mensen benul van natuur?

Boeren en mensen op het platteland die met plezier dieren doden moeten weinig hebben van protesten van mensen uit de stad. Gansenvergasser Arie den Hertog van Duke Faunabeheer uit Lelystad wordt in een artikel in Trouw als volgt geciteerd.
Mensen die hem dierenbeul noemen, doet hij af als stedelingen die geen idee hebben van hoe de natuur werkt. Bovendien, vlees eten van een beest met een beter leven dan een Schiphol-gans kan haast niet. "Mensen hebben geen idee meer waar hun eten vandaan komt. Dit vinden ze zielig maar ze hebben geen idee waar het vlees uit de supermarkt vandaan komt".
Tot zover Trouw.

Er zullen niet veel mensen in de stad zijn die denken dat er in de vrije natuur dieren worden gedood doordat andere dieren hen vergassen. Er zullen veel mensen uit de stad zijn die Arie groot gelijk geven dat hij zijn geld verdient door met plezier ganzen op te drijven en te doden. Dat hij ons wil doen geloven dat het bijna een gelijke strijd is omdat ganzen zo slim zijn, is doorzichtig. Zo gaat het nu eenmaal op het platteland: mensen zijn machtiger dan dieren en er moet geld verdiend worden en alles en iedereen die daarbij in de weg loopt, moet uit de weg worden geruimd. Dat is de logica van de economie en de overheid legaliseert dat.
Mensen in de stad hebben er ook voordeel van want vlees en zuivel wordt zo goedkoop mogelijk geproduceerd, zodat consumenten in binnen- en buitenland er weinig voor hoeven te betalen. Een saai landschap, vervuild drinkwater en andere nadelen ten laste van de belastingbetaler die zien we bijna nooit, want we fietsen alleen met een paar mooie dagen door het platteland en dan is genoeg te zien. Een pas gemaaid grasland, kaal en lichtgroen als een biljartlaken, met zwarte vogels op zoek naar insecten dat is voor sommige stadsmensen een esthetische ervaring. En die stedelingen die weten waar echtere natuur is te vinden die gaan niet fietsen op het platteland. Of ze blijven in de stad, want de biodiversiteit is in de stad groter dan op het platteland.
Het platteland is gevuld met mensen die hun geld verdienen met het exploiteren van de natuur en die hun verdienmodel zo optimaal mogelijk maken door bewust het moment te kiezen waarop een jong dier niet meer waarde toevoegt, omdat het niet meer in gewicht toeneemt of de productie daalt en het om economische redenen het beste naar de slacht kan worden gebracht. Het platteland is geen rusthuis voor volwassen of oude dieren die niet meer bijdragen aan de omzet. Daar zullen de meeste mensen uit de stad mee kunnen leven. Wat hun wel raakt is de angst van de dieren die gedood gaan worden en bereid zijn tot het uiterste te vechten om hun jongen te verdedigen. Maar deze compassie zet weinig zoden aan de dijk, want deze angst verschilt niet van de angst van een dier dat door een roofdier in het wild wordt belaagd.

Wat is er dan wel zo erg aan het vergassen van ganzen? Simpel, er zijn alternatieven die neerkomen op het herstellen van het natuurlijk evenwicht. Maar wil een stedeling daaraan substantieel bijdragen dan moet hij of zij bij zijn eigen politieke partij zijn. En politici die echt van mening zijn dat de agrarische economie zodanig op de schop moet dat er weer sprake is van een ecologisch evenwicht waar prooi- en roofdieren elkaar in balans houden, die zijn even zeldzaam als de spreekwoordelijke zwarte zwanen en witte kraaien. Maar ze bestaan.

Ook zijn weinig mensen zich er van bewust dat dierenrechten gebaseerd zijn op dezelfde waarden als mensenrechten, namelijk vrijheid en gelijkheid. Dat betekent dat elk levend wezen evenveel recht heeft om in vrijheid te mogen leven. In de vrije natuur is er niemand die dit recht handhaaft, daar moet elk dier de eigen gezondheid onderhouden zodat het alert is en snel genoeg om uit de klauwen van een ander dier te blijven. Wij mensen kunnen ervoor zorgen dat de omstandigheden waaronder wij ons voedsel produceren niet onrecht doen aan die gelijke rechten van andere levende wezens.

18 mei 2015

Ganzen niet vergassen maar verkassen

Boeren die hun koeien jaarrond binnenhouden op stal voeren de dieren gras dat zij maaien van het land. Dat gras, vaak Engels Raaigras. is eiwitrijk. Ook ganzen lusten graag dit gras. Maar wanneer er veel ganzen zijn die het eten, dan is de productie van het gras lager en moet de boer elders voer laten aanvoeren willen zij de melkgift op het hoogste niveau houden.
Er zijn in ons land zoveel ganzen gekomen dat het aantal als een probleem wordt gezien. Boeren betalen daarom graag om de ganzen te laten doden. In de periode dat zij in de rui zijn, kunnen ze niet vliegen en kunnen ze gemakkelijk bij elkaar worden gedreven. Vervolgens worden ze in speciale wagens vergast door gespecialiseerde bedrijven, bijvoorbeeld dat van Duke Faunabeheer uit Lelystad. Dat kost geld, normaal gesproken verdient een boer om jagers te laten jagen op hun land. Maar jagers schieten ook op mogelijke oplossers (vossen en roofvogels) van vreetschade veroorzakers.
Er zijn een aantal manieren om de overlast door ganzen te beperken. Boeren kunnen gras zaaien dat voor ganzen minder aantrekkelijk is. Ganzen kunnen worden verjaagd op mechanische manier (bewegende lijnen, laserstralen) of door getrainde honden of door vossen niet meer af te schieten.

Melkveehouders produceren geen voedsel dat de Nederlandse bevolking echt nodig heeft, maar zij produceren voor de export. Het gaat bij boeren die hun koeien op stal houden om veel geld verdienen, vandaar hun wens om de melkgift zo hoog mogelijk te houden.
Ganzen zijn niet afhankelijk van voedsel dat boeren produceren, maar eten het Raaigras omdat het kan en toegankelijk is. Wanneer wij in Nederland ons zouden keren tegen het vergassen van ganzen, dan zullen we met zijn allen kritisch moeten kijken naar het huidige verdienmodel en de bedrijfsvoering in de melkveehouderij. Het is goed denkbaar om met het oplossen van de ganzenoverlast gelijktijdig een aantal andere problemen in de melkveehouderij op te lossen. Voedsel kan stukken gezonder voor mens, dier en ecologie worden geproduceerd door melkveehouders. Zonder overbemesting, pootproblemen door verblijf in een stal en in dienst van een balans in bodemleven en de mineralenhuishouding. Er dreigt door het wegvallen van het plafond aan melkproductie ook een lage melkprijs waardoor goedwillende boeren failliet gaan.
Er is meer aan de hand in de moderne melkveehouderij dan ganzenoverlast. Het platteland kan veel aantrekkelijker worden ingericht door de bedrijfsvoering van melkveehouders meer te sturen in plaats van over te laten aan de markt. Vrijheid voor de burger en de gans is in conflict met de vrije bedrijfsvoering op een melkveehouderij.

22 april 2015

Denk na voordat je een rashond aanschaft

Rashonden, die worden gefokt in het buitenland en vervoerd naar Nederland, hebben als nadeel dat zij weinig gewend zijn aan mensen. De hondenfokkers fokken voor het geld en werken niet aan socialisatie. Wanneer jonge honden te vroeg weggehaald worden bij hun moeder dan gaat dat ten koste van hun welzijn. Daar staat tegenover dat zij dan eerder aan mensen kunnen wennen. De internationale regelgeving is er op gericht om de honden niet te jong naar het buitenland te vervoeren. Dat is op zich goed.
Deze commerciële omstandigheid maakt dat er veel pups worden aangeboden waarmee veel mis kan zijn. Deze misstand wordt veroorzaakt door de wens van mensen om een hond te hebben van een bepaald ras. Hun liefde voor honden is dus niet voor het dier, maar voor zijn verschijning.

Het meest integere wat iemand kan doen die graag een hond wil is naar het asiel gaan en daar een hond uit te zoeken en niet te veel hangen aan het uiterlijk van het dier. Ken je eigen motief waarom je een hond wilt.

Meer lezen over de overwegingen bij de aanschaf van een huisdier? Klik hier.

08 april 2015

WUR zoekt niet naar wat wel schadelijk is

De universiteit van Wageningen (WUR) meldt in advertenties in dagbladen waarnaar ze zoal onderzoek doen.
Deze teksten zijn de omgekeerde wereld. In de producten van bio-industrie zitten stoffen die niet goed zijn voor onze gezondheid. De WUR onderzoekt producten waarin iets schadelijks nu juist niet in is gestopt. Biologische boeren gebruiken geen kunstmest en bestrijdingsmiddelen. In hun producten, of het nu over plantaardig voedsel of zuivel gaat zitten dus geen resten die duiden op het gebruik van kunstmest en bestrijdingsmiddelen.
De WUR zou juist onderzoek moeten doen naar de ongewenste stoffen die in de reguliere landbouw en veeteelt worden gebruikt en het voor het publiek gemakkelijker maken om die producten te vermijden. Dat verhoogt de kwaliteit van het leven van een consument en van dieren.
Nu draagt onderstaande test alleen bij aan het opsporen van fraudeurs die willen profiteren van de hogere prijs van biologische eieren.

Achtergronden bij onze advertenties

Verstopt in het ei
Biologische eieren zijn duurder dan vrije-uitloop- of scharreleieren. Maar op het oog is er geen verschil. Wageningse onderzoekers ontwikkelden daarom een test om te controleren of ‘biologische eieren’ dat etiket ook echt verdienen.
Betrouwbare keuringen geven consumenten de geruststelling dat zij bij het paasontbijt krijgen waarvoor ze betaald hebben. De clue zit in het ei verstopt. Stoffen in het eigeel verraden of de kip biologisch voer kreeg. Door opsporing van voedselfraude mogelijk te maken draagt Wageningen UR bij aan de kwaliteit van leven.

06 april 2015

Brutale boeren hebben fosfaat-ruimte ingepikt

Niko Koffeman en schrijven over de gevolgen van het loslaten van het melkquotum in relatie tot de melkveewet die leidt tot ongelijkheid.

Een citaat:

In de laatste twee jaar voor de beëindiging van het quotum heeft een groep melkveehouders aanzienlijk meer gemolken dan hun melkquotum toestond. Zij namen de te betalen superheffing voor lief. Voor een liter melk kregen ze 39 cent, maar moesten ze 27 cent superheffing betalen. Niet erg profijtelijk, dus was er kennelijk een ander oogmerk voor. Op die manier werd alvast een fosfaat-positie ingenomen voor de tijd na het melkquotum.

Deze strategie is dubbel beloond. In de melkveewet werd nog uitgegaan van een fosfaatreferentie-datum eind 2013, waarmee de extra fosfaatpositie werd gelegaliseerd. In deze AmvB wordt ook nog eens de overschrijding van 2014 gelegaliseerd.

In gewoon Nederlands: de brutalen hebben de halve wereld. Dat is uit een oogpunt van rechtvaardigheid binnen de sector kwalijk. Immers, de tegen de regels in ingepikte fosfaat-ruimte kan niet meer worden gebruikt voor een eerlijke verdeling onder melkveehouders die zich wel aan het melkquotum hebben gehouden. Kennelijk was de superheffing niet hoog genoeg om alle melkveehouders op het rechte pad te houden. Maar dat is geen reden om de overtreders nu extra te belonen door november 2014 als fosfaatreferentie te gebruiken.

Hele artikel lezen? Wie stuit de mest- en melktsunami?.

Zie voor meer voorbeelden van oneigenlijke bedrijfsvoering "Op uw kosten?".

03 april 2015

Resistente schimmel

Er komt een landelijk onderzoek naar een resistente schimmel waaraan jaarlijks zo'n vijftig mensen overlijden. Het draait om schimmel Aspergillus fumigatus, die iedereen dagelijks inademt. Voor gezonde mensen is dat geen probleem, maar lijders aan een immuunziekte kunnen er ernstige longproblemen door krijgen.
Zonder behandeling is er een grote kans dat de patiënt overlijdt als gevolg van infecties in het hele lichaam. In het Radboudumc in Nijmegen stelden artsen tien jaar geleden al vast dat de schimmel resistent is tegen medicijnen. Inmiddels is duidelijk dat die resistentie wordt veroorzaakt door het gebruik van anti-schimmelmiddelen in de land- en tuinbouw, maar ook in zepen, desinfecteermiddelen en verven.

Opheffen van melkquotum als prisoner’s dilemma

Het melkquotum is ooit ingesteld om een melkplas te voorkomen. Nu het melkquotum is opgeheven dreigt een nieuw melkoverschot. Die situatie kan worden voorkomen als melkveehouders in eigen en buitenland gezamenlijk besluiten zich in te houden en niet eindeloos veel koeien gaan houden en zoveel melk proberen te produceren. Het gevaar is nog meer milieuvervuiling, mestoverschot en dierenleed dan er nu al was.

De situatie lijkt op een prisoner’s dilemma.
Wikipedia: meestal luidt de formulering daarvan ongeveer als volgt.
Er is een ernstig misdrijf gepleegd. Twee gewapende mannen worden gepakt en het lijkt erop dat het de daders zijn, maar het bewijs ontbreekt. Ze worden apart in de cel gezet en kunnen niet met elkaar communiceren. De openbaar aanklager doet elke verdachte het volgende voorstel:
  1. Als jullie allebei blijven zwijgen, kan ik jullie niet veel maken. Je krijgt dan alleen een geldboete wegens wapenbezit zonder vergunning.
  2. Als er één bekent is de zaak rond. Degene die bekent zal ik laten gaan omdat hij zo goed heeft meegewerkt. Degene die niet bekent kan minstens tien jaar gevangenisstraf verwachten.
  3. Als jullie allebei bekennen, krijgen jullie allebei vijf jaar.

De vraag is: wat kan een gevangene het beste doen (optimale strategie)?
De kern van het dilemma is dat het voor beide verdachten samen weliswaar beter is om te zwijgen, maar dat elke verdachte alleen aan zijn eigen voordeel denkt. Ongeacht wat de ander doet, is het voor elke verdachte beter om te bekennen. Immers: als de ander zou zwijgen, heeft bekennen het grootste voordeel, en als de ander bekent, heeft bekennen ook het grootste voordeel. Onderstaande tabel geeft de gedachtegang van elk van de verdachten weer.
Ik zwijg Ik beken
Hij zwijgt Ik krijg een geldboete Ik ben vrij
Hij bekent Ik krijg tien jaar Ik krijg vijf jaar
Vertaald naar de situatie van de boeren:
Ik ga meer melken Ik melk minder
Hij gaat meer melken De melkprijs daalt Ik ben de enige die minder gaat verdienen
Hij melkt minder Ik ga meer verdienen De marge tussen opbrengst en kostprijs wordt groter

Omdat het houden van koeien veel mest oplevert, geldt het dilemma ook voor de uitbreidingsmogelijkheden van varkenshouders en kippenhouders. Dus wanneer er meer gemolken gaat worden blijft er minder afzetruimte van mest voor boeren die andere dieren houden. In dat geval wordt de invoering van dierrechten of fosfaatrechten overwogen ook voor koeien.

Er wordt ook wel gesproken over de 'tragedie van (het uitputten van) de meent'. Individuele boeren handelen allemaal rationeel en in het eigen belang, maar kunnen niet komen tot een gezamenlijke aanpak die er voorkomt dat de voorraden en grondstoffen uitgeput raken.

De problemen die de boeren veroorzaken voor de samenleving en daarop afwentelen kunnen niet worden opgelost door de boeren zelf. Dat moet een niveau hoger gedaan worden door vertegenwoordigers van de kiezers, als waarnemer van burgerbelangen.

Zie ook "radicaal zijn of compromissen sluiten, een prisoners dilemma"?

Of: wie stuit de mest- en melktsunami?

Klik hier om meer te lezen over het (afschaffen van het) melkquotum.

Is wonen naast intensieve veehouderij ziekmakend?

Beantwoording van onderzoeksvraagstellingen door het NIVEL naar de gezondheidseffecten van wonen nabij intensieve veehouderij.

Blootstelling.
De eerste vraagstelling van het onderzoek (geef aan of er meer blootstelling is aan fijnstof, micro-organismen en endotoxinen rondom bedrijven met intensieve-veehouderij) kan eenvoudig bevestigend worden beantwoord. Daarbij is er relatief een hogere blootstelling aan micro-organismen en endotoxinen. De endotoxineniveaus waren duidelijk verhoogd ten opzichte van de achtergrondniveaus bij varkenshouderijen en pluimveebedrijven. Op korte afstand van vooral pluimveebedrijven kunnen de verhoogde endotoxineniveaus mogelijk tot effecten op het ademhalingsorgaan leiden. Op meerdere meetlocaties werden signalen gevonden van de Q-koortsbacterie en van de veespecifieke vorm van MRSA.

Gezondheid.
De tweede vraagstelling betrof een oriëntatie op de gezondheid van omwonenden van (intensieve-)veehouderijbedrijven via bestaande registraties van huisartsen. De belangrijkste conclusie is dat er weinig verschillen werden gevonden met de gezondheid van een plattelandsbevolking elders in het land die beduidend minder intensieve-veehouderij in de omgeving heeft. Rondom intensieve-veehouderij werden vooral meer longontstekingen gezien; dit gold voor alle jaren tussen 2006 en 2009 en is naar alle waarschijnlijkheid ten dele gerelateerd aan de uitbraak van Q-koorts in de jaren 2008 en 2009. Astma en COPD kwamen niet vaker voor in de nabijheid van intensieve-veehouderij.
Mensen met COPD en astmatici hadden echter wel meer complicaties van hun ziekte, met name infecties van de bovenste luchtwegen en longontsteking.

Blootstelling en gezondheid.
De derde vraagstelling betrof de combinaties van de eerste twee: zijn er effecten van de blootstelling aan intensieve-veehouderij op de gezondheid van omwonenden? Astma blijkt minder vaak voor te komen bij hogere concentraties van fijnstof en (dus) in de nabijheid van veehouderijbedrijven.
Astmatici en mensen met COPD hebben wel vaker dan mensen elders in het land last van infecties aan de bovenste luchtwegen, maar dit is niet gerelateerd aan de concentraties van fijnstof. Longontsteking is enigszins verhoogd in de nabijheid van intensieve-veehouderij in het algemeen en sterk verhoogd bij omwonenden van bedrijven met geiten en pluimvee. Tot slot is er een sterke associatie tussen het voorkomen van ‘mogelijke Q-koorts’ en veehouderijbedrijven, met name geitenbedrijven.

30 maart 2015

Verdediging van gigavleeskippenstal

Pluimveehouder Marcel Kuijpers vindt zijn gigastal in Grubbenvorst met 1,1 miljoen vleeskippen ‘kleinschalig, duurzaam en diervriendelijk'.
Volkskrant van 30 maart: “Het wordt de grootste kippenstal van Nederland. Maar er is meer: er komt ook een slachterij en bio-energiecentrale naast te staan. Bovendien komt er een kilometer verderop een varkensbedrijf met bijna 35 duizend varkens, waarvan de mest door leidingen eveneens naar de biocentrale wordt vervoerd”.

Zoals veel boeren die een omstreden bedrijfsvoering willen verdedigen gaat Kuijpers in de aanval.
Er bestaan geen diervriendelijke stalsystemen, stallen kunnen alleen gerangschikt worden van zeer dieronvriendelijk naar minder dieronvriendelijk. En in die rangschikking is de bedrijfsvoering van Kuijpers niet per se de slechtste. Dat komt omdat dieren niet in kratten worden geladen om vervoerd te worden naar de slachterij. De kippen gaan op een langzame lopende band naar een slachterij op het terrein.

Het feit dat de mest en het slachtafval wordt verwerkt in eigen bio-energiecentrale levert een milieuwinst ten opzichte van andere bio-industrie want ook op dit punt worden minder kilometers worden gemaakt.

Maar een milieuwinst rechtvaardigt op geen enkele wijze het houden van kippen op dergelijke grote schaal. Kippen hebben voor hun welzijn het recht om in natuurlijke omstandigheden op te groeien. En dat betekent kunnen wroeten onder bosschages en stofbaden nemen in de zon.

De gigastal is wel een bijdrage aan voeding van de wereldbevolking. Maar de wereldbevolking kan ook met plantaardige voeding worden gevoed. En dat is veel gezonder en kan veel meer mensen goedkoper van milieuvriendelijk geproduceerd voedsel voorzien.
Wat aan het eind van het Volkskrantartikel wel erg klopt is deze uitspraak van Kuijpers: “als je tegen vleesproductie voor consumptie, eet dan gewoon geen vlees”.
En dat is een waarheid als een koe.

24 maart 2015

Wie betaalt de milieukosten van voedsel?

Om de consument een weg te wijzen door dit oerwoud heeft de Volkskrant de 10 Geboden van Goed Eten opgesteld. In een onregelmatig verschijnende serie worden alle geboden aan een diepgaand onderzoek onderworpen. Op 24 maart schreef Mac van Dinther:

De landbouw is een van de belangrijkste veroorzakers van grote milieuproblemen: opwarming van de aarde, verlies aan biodiversiteit, vervuiling van land, lucht en water. De bijdrage van de landbouw aan het broeikaseffect wordt geschat op 25 tot 30 procent. De aanpak daarvan kost wereldwijd honderden miljarden per jaar. Maar dat is niet verdisconteerd in de prijs van een pond kaas of een bak kastomaten.
En wat te denken van de gezondheidskosten die worden veroorzaakt door het gebruik van antibiotica in de veehouderij? Zouden die niet ook verdisconteerd moeten worden in het prijskaartje van een kipfilet? En de kosten voor dierenwelzijn? Of is dierenleed gratis? Armoede, milieu- en gezondheidsproblemen, dierenleed, het zijn de onzichtbare kosten achter onze voedselproductie. Ze zijn er wel, maar je ziet ze niet. En dus betaal je ze niet. Als je die kosten wel meerekent, zouden we meer voor ons eten betalen. Misschien zou een kilo varkensvlees dan wel een paar euro meer kosten dan nu.

....

Er zou eigenlijk een prijskaartje moeten hangen aan het gebruik van natuurlijke hulpbronnen als water, lucht en land. De (voedings)industrie maakt er gebruik van door afvalstoffen erin te lozen of door ze te vervuilen met pesticiden, broeikasgas of fijnstof. Adviesorganisatie KPMG International deed in 2012 onderzoek naar de externe milieukosten van elf bedrijfstakken, waaronder ook de luchtvaart, de mijnbouw en de auto-industrie. De voedingsindustrie bleek kampioen afschuiven.
Tot zover de Volkskrant.

Wie wil weten wie wel de milieukosten van voedsel betaalt, klik "Op uw kosten?".

18 maart 2015

Ziektes die van dieren op mensen overgaan

Het wetenschappelijk bureau van de Partij Voor De Dieren, de Nicolaas G. Pearson Foundation heeft een film uitgebracht onder de titel One Single Planet.
Een onderdeel daarvan gaat over zoönosen: ziektes die van dieren op mensen overgaan.

Zoönosen

Zorgen om het groeiend aantal dierziektencrises. Uitbraken van varkensgriep, ebola, sars. Vaak groot in het nieuws en net zo snel weer naar de achtergrond verdwenen wanneer de ergste dreiging is geweken.

De Wereld Gezondheidsorganisatie en de Wereldbank maken zich zorgen, omdat een dergelijke pandemie wel eens meer slachtoffers zouden kunnen maken dan een oorlog ooit gedaan heeft.

Maar liefst 75% van alle bacteriën of virussen die mensen ziek maken zijn van dierlijke afkomst, dit zijn de zogenaamde zoönosen. Dieren worden ziek door de manier waarop mensen ze houden. En mensen worden ziek vanwege de wijze waarop we dieren houden.

Omdat dieren massaal worden gehouden op een onnatuurlijke manier en boeren willen dat de dieren zo hard mogelijk groeien, wordt er in de veehouderij en viskwekerij letterlijk gestrooid met antibiotica nog voordat de dieren ziek zijn. Het gevolg is dat het afweermechanisme van het dier verzwakt wordt en bacteriën ongevoelig worden voor alle antibiotica. In Nederland is bijna alle kippenvlees en bijna de helft van het Nederlands kalfsvlees besmet met de multiresistente ESBL bacteriën. Meer dan de helft van de hier verkochte vis, zoals kweekgarnalen en tilapia uit Zuidoost-Azie is besmet met multiresistente bacteriën.

Dierziekten zijn van alle tijden, maar omdat we wereldwijd jaarlijks 70 miljard dieren houden voor consumptie hebben wij een tikkende tijdbom gecreëerd voor pandemieën van ongekende omvang. Virussen en bacteriën kunnen overspringen naar de mens die de dieren verzorgt, vervoert, slacht of opeet.

Bekijk de presentatie van Marianne Thieme op dit deel van One Single Planet:
www.onesingleplanet.nl/zoonosen/.

13 maart 2015

Laat kievitten met rust

Op woensdagavond 11 maart reikte Rinie van der Zanden, Provinciale Statenlijsttrekker voor de Partij voor de Dieren Fryslân, een oorkonde uit aan kunstenaar ('potzenmaker') Jan Ketelaar uit Drachten in het Revalidatiecentrum te Beetsterzwaag. Reden voor de PvdD Fryslân om Ketelaar te huldigen is diens idee voor een nieuw beloningsbeleid voor zogenaamde ‘eerste kieviteivinders’. Hij schonk burgemeester Van Bekkum (gemeente Smallingerland) verleden jaar een bronzen ei om aan een vinder te kunnen geven – op voorwaarde dat die het 'echte eitje' ongemoeid zou laten. Van Bekkum accepteerde het ei en erkende de noodzaak. 'Het onderwerp ligt gevoelig in Friesland, maar ik durf de discussie wel aan'.

Ketelaars initiatief komt voort uit ongerustheid over de vogelstand in Friesland. Hij vindt dat wie werkelijk om vogels geeft, ze met rust moet laten. Dat het zoeken van kievitseieren een Friese traditie is, onderschrijft hij, maar hij vindt dat als het echt alleen om het zoeken gaat, iemand er ook een foto van kan maken. Het idee van Ketelaar verdient volgens de PvdD Fryslân bewondering en navolging, want weidevogels hebben het voornamelijk door menselijk handelen bijzonder zwaar. Voor de PvdD Fryslân is de afschaffing van het kievitseirapen, dat in heel Europa alleen in Friesland nog niet verboden is, een speerpunt bij de Provinciale Statenverkiezingen van 18 maart.

12 maart 2015

Werkt een dier graag voor de kost?

In Opinie & Debat een artikel van milieufilosoof Jozef Keulartz dat de Volkskrant redactie de titel meegaf: “Dieren werken graag voor de kost”.
Hij heeft kritiek op dierenrechtenactivisten.
“Dierenactivisten beroepen zich voor hun pleidooi om wilde dieren uit circussen te verbannen en dierentuinen en dolfinaria te sluiten op de dierenrechtentheorie van Tom Regan of op de dierenbevrijdingstheorie van Peter Singer. Dat beide dierethici afwijzend staan tegenover circus en dierentuin heeft alles te maken met het feit dat ze de wildernis allebei zien als de enige ware en authentieke omgeving waaraan het welzijn, de integriteit en de intrinsieke waarde van dieren moeten worden afgemeten”.

Tot zover heeft Keulartz een punt want de bijdrage van Tom Regan en Peter Singer aan het beeld van wat dierenrechten inhouden is zeker niet onomstreden.

Intrinsieke waarde (Regan) en overeenkomsten met de mens (Singer) zijn geen goede basis voor dierenrechten.

Keulartz betoogt dat er niets mis mee is om dieren te trainen en dat zij er zelfs gelukkig van worden. Hij schiet door in antropomorfiseren (het toekennen van menselijke eigenschappen).

Een paar citaten:
Volgens de bekende biologe en filosofe Donna Haraway moeten we onze aandacht op dit punt niet zozeer richten op de categorie van de rechten, maar veeleer op die van de arbeid.
Haraway beroept zich ook op het werk van de (in 2001 overleden) trainster, filosofe en dichteres Vicky Hearne, die zich met kracht tegen het dierenrechtendiscours verzette. Haar vrees was dat dierenrechtenorganisaties, door training als marteling te brandmerken, dieren de voldoening zouden kunnen ontnemen die zij aan werk beleven.
'Geluk' wordt, zeker als het om dieren gaat, vaak opgevat als synoniem voor 'plezier' (in hedonistische zin) en als antoniem voor 'pijn' en lijden. Maar, stelt Hearne, bij geluk dat dieren aan training beleven gaat het om een gevoel van persoonlijke voldoening, zoals dat ook ervaren wordt door een goede houtsnijder, danser of dichter.
Einde citaten.

Keulartz schiet verder door wanneer hij concludeert:
“Ook Hearne legt alle nadruk op de wederkerigheid in werkrelaties tussen mensen en dieren. Trainers moeten leren naar dieren te luisteren, om aan hun behoeften en verlangens te beantwoorden. Of een bepaalde setting moreel toelaatbaar dan wel laakbaar is, is dan ook afhankelijk van de mogelijkheid van dieren om 'verzet' te plegen als zij voor hun individuele wensen geen gehoor vinden en in plaats daarvan tot 'dociliteit' gedwongen worden”.

Je kunt stellen dat Keulartz een blinde vlek heeft voor het wezenlijke van dierenrechten, namelijk het recht op vrijheid. Wanneer dieren werkelijk in vrijheid opgroeien dan zou geen haar of veer op hun hoofd er aan denken om zich te laten trainen door mensen om maar iets van gedrag te vertonen dat zou lijken op werk tot vermaak van mensen.

Aalscholver als zwart schaap voor PVV

Ariejan Korteweg doet in de Volkskrant verslag van een boottochtje van PVV politici over het IJsselmeer. Tijdens de tocht vertelt Dion Graus dat de aalscholver als exoot te veel vis voor de Volendamse vissers wegkaapt.

Citaat
Want dat het zo niet langer kan met de aalscholver staat voor Graus vast. 'Het zijn exoten', weet hij. 'Ze komen niet van hier'. In de jaren zeventig zouden enkele honderden paren zijn uitgezet bij het Naardermeer, nu zijn er meer dan honderdduizend. Ook hier geldt: genoeg is genoeg. Belangrijk daarbij is de dubieuze rol van de milieubeweging: doordat het IJsselmeerwater veel helderder werd gemaakt, kan de aalscholver efficiënter jagen. Een extra argument dat Graus zeker meeneemt naar de Tweede Kamer.

Later op de dag toch nog even Albert de Jong van Sovon Vogelonderzoek Nederland gebeld. Die vertelt dat de aalscholver al zeker sinds de middeleeuwen een inheemse vogel is en dat er volgens de laatste schatting zo'n 24.000 broedparen zijn, waarvan de helft rond het IJsselmeer. Van het uitzetten van aalscholvers is nooit sprake geweest.
Tot zover het citaat.

Een zwart schaap of zondebok is het spreekwoordelijke dier dat de schuld krijgt zonder iets verkeerd te hebben gedaan puur en alleen omdat mensen de gedachte niet kunnen verdragen dat zij zelf verantwoordelijkheid dragen voor een onwelgevallige ontwikkeling.

10 maart 2015

Respect voor de wolf op verkenningstocht

Twee grote roofdieren zijn de laatste dagen in het nieuws: de oehoe die mensen aanvalt in Purmerend en de wolf die een verkenningstocht houdt in Noord-Nederland.
De reden van het aanvallen van de oehoe wordt gezocht in zin in eten. Opgegroeid bij mensen is het dier gewend om van mensen voedsel te krijgen. Hopelijk is het een signaal om het houden van beschermde dieren zo veel mogelijk te beperken. Een nest van een oehoe bekijken via een webcam is leuk, maar dat zou de maximale inperking van de levensruimte van een roofvogel wel moeten zijn.
Dit lastigvallen van mensen wil men bij de wolf voorkomen omdat een wolf natuurlijk nog gevaarlijker is dan een oehoe.

Stelregel is dan preventie: voer de wolf niet direct en niet indirect met zwervend afval. Heb respect. Lok geen agressief gedrag uit en maak verbaal misbaar wanneer het dier je te dicht nadert.
Het is opvallend dat het woord respect hier wordt gebruikt. Respect voor dieren is voor mij twee zaken in één: betrokken zijn bij het dier en tegelijk voldoende afstand houden. Het is begrijpelijk dat mensen een wolf graag zien in levende lijve, maar in het oog in oog staan moet geen verstoring van het leven van de wolf optreden. Het dier kan gestrest raken en allerlei ellende veroorzaken.
Het opduiken van de wolf zou aanleiding moeten zijn om bij het publiek goed tussen de oren te krijgen wat het voorbeeldige gedrag naar dieren in de vrije natuur is.
Mogelijk kan moderne apparatuur als GPS ingezet worden voor een win-win-situatie voor mens en wolf. Hierbij kun je denken aan het geven van feedback aan de wolf dat hij/zij zich op ongewenst terrein begeeft. Die feedback kan technisch zijn via geluid en stroom, maar ook door mensen in te seinen die de wolf vervolgens in gewenste richting drijven. Er zijn tientallen vrijwilligers bereid om dit te doen. Misschien ontstaan er nieuwe beroepen voor mensen met speciaal getrainde honden die niet alleen schade aan vee voorkomen, maar ook ander ongewenst wild uit een weide houden.
Zoveel aandacht voor een individueel dier kan natuurlijk niet voor iedere wolf die ons land bezoekt, maar wanneer het met de eerste bezoeken goed verloopt dan kan mogelijk ideaal gedrag voor een roedel worden bevorderd. Het leidt tot een vreedzaam delen van de openbare ruimte. Het vestigen van een roedel zal nog weleens lang kunnen duren, maar het publiek en kinderen op school voorlichten en oefenen met het geven van opbouwende feedback op elkaar heeft ook zijn tijd nodig.

Het zou mooi zijn wanneer de verkenningstocht van deze wolf (zie video) een positieve vorm van kwartiermaken is. Juist het opduiken bij woonwijken kan de acceptatie bevorderen, wanneeer veel mensen een korte ontmoeting hebben zonder negatieve associaties.

08 maart 2015

De intrinsieke waarde en het kwade geweten

Bas Heine schrijft in de NRC over het verzet van de studenten tegen het doorgeschoten „rendementsdenken” onder de titel "kwaad geweten".

Hij vraagt zich af: "Als het markt- en rendementsdenken zo voorbijgaat aan waar het werkelijk over zou moeten gaan, hoe heeft het dan zo overheersend kunnen worden?"

Hieronder een stukje uit zijn column waarin hij schrijft over intrinsieke waarde. Met de term "intrinsieke waarde" hebben ook veel dierenbeschermers aandacht gevraagd voor de positie van dieren in de bio-industrie.

Dit heeft niet gewerkt en zal ook nooit werken. Om de reden begrijpelijk te maken het volgende gedachte-experiment.

Lees onderstaande tekst van Heine, maar houdt dan in het achterhoofd dat het niet over schilderijen gaat maar over varkens, kippen en koeien uit de vaderlandse vee-industrie.

Ik herinner me een debat in Paradiso waarin de toenmalige Amsterdamse wethouder Geert Dales triomfantelijk verkondigde dat wanneer je geld voor de kunsten wilde krijgen, je in geen geval over de intrinsieke waarde van cultuur moest beginnen – dan kon je het wel schudden. Dat gold toen als verfrissende nuchterheid. Inmiddels is deze VVD-bestuurder allang ten onder gegaan aan zijn eigen rendementsdenken. Maar zijn manier van denken is gemeengoed geworden.

Kijkcijfers, oplagecijfers, bezoekersaantallen, clickbait – met de mond belijden we keurig dat die cijfers natuurlijk niet de essentie raken. Maar wat de essentie dan wel is, daar hebben we nauwelijks woorden meer voor. De taal van de cijfers is de enige overgebleven gemeenschappelijke taal.

In discussies met publiek over dit onderwerp leg ik wel eens de volgende vraag voor: stel u staat voor een schilderij – geen beroemd doek, maar wel van een beroemd kunstenaar, laten we zeggen een niet zo bekende Picasso. Wanneer we willen praten over de waarde van dat doek, waar heeft u het dan het liefst over? Over de artistieke waarde, wat het met u doet, wat u erin ziet, wat ermee wordt uitgedrukt over mens, geest, wereld? Of heeft u het liever over marktwaarde, wat het zou opbrengen op de veiling van Sotheby’s? Artistieke waarde of marktwaarde?

Het antwoord laat zich raden. Iedereen wil het over de intrinsieke waarde van het schilderij hebben. Dat we intussen in een maatschappij leven waarin altijd en overal het tweede antwoord wordt gegeven, dat verklaart ons kwade geweten.


Tot zover Bas Heine. Zijn dieren in de bio-industrie uniek? Waarvan ergens veel van is, verliest voor de mens waarde. Heeft het zin om aandacht voor hun positie te vragen met een begrip dat per definitie niet aansluit bij de beleving van mensen over het lot van dieren?

Wilt u meer lezen over hoe het denken over de "intrinsieke waarde van dieren" tot stand kwam? Klik dan hier.

20 februari 2015

Ganzen en muizen verdringen de weidevogels

Door de monocultuur van ingezaaid raaigras op de Hollandse weiden is de woonomgeving voor weidevogels vervangen door een vreetschuur voor dieren die eigenlijk niemand in deze getalen graag op het land ziet. De Nederlandse melkveehouder is getroffen door plagen van Bijbelse afmeting.
Wat te doen? Er zijn oplossingen genoeg, maar zijn die naar de zin van de boeren? De weides zijn bedoeld om gras van te maaien en te voeren aan de koeien die op stal staan. Het is best mogelijk om de koeien naar de weide te brengen, maar op deze wijze denken boeren meer te kunnen melken en dus te verdienen.
Het liefst willen de boeren een direct effectieve maatregel: uitroeiing door de muizen te vergiftigen, te verzuipen of te “mollen”. Voor de ganzen lijkt hen afschot het handigst, ook tijdens het broedseizoen want dan zitten ze toch al stil. Deze ingrepen vallen slecht bij het grote publiek, te meer omdat deze alsmaar moeten worden herhaald om hun effect te hebben.
Het is best mogelijk om weer te gaan sturen op een ecologisch evenwicht, maar die op lossingen nemen tijd en leveren de boer minder op. Dat de boer door de schaalvergroting en de slechte perspectieven om nog geld te blijven verdienen inmiddels het water aan de lippen staat, maakt het ook niet gemakkelijker om toe te geven dat hij heeft meegewerkt aan een letterlijk doodlopende ontwikkeling.
Wat te doen wanneer je geen boer bent en toch wil helpen aan een positieve ontwikkeling waar boer en burger beiden wat aan hebben? Er zijn vele partijen in de samenleving waar je steun aan kunt geven en die een bijdrage leveren aan een oplossing. Belangrijk is te constateren dat er altijd maatregelen genomen moeten worden op verschillende niveaus. Op het ene niveau moeten grenzen worden gesteld aan de beperkte keuzemogelijkheden van boeren. Boeren zouden het perspectief voorgehouden moeten worden waarbij juist niet schaalvergroting en de dieren tot het bot uitmelken de enige manier is om het financiële hoofd boven water te houden.
Op het andere niveau zouden maatschappelijke organisaties goede en eerlijke voorlichting moeten geven aan wat de burger kan doen om bij te dragen aan ontwikkelingen naar een ecologische balans. Op de plek waar burger en ondernemers elkaar dagelijks ontmoeten, de supermarkt, zouden beide groepen kunnen besluiten om niet meer producten af te nemen die het gevolg zijn van onverantwoorde productie: kiloknallers en andere dierlijke producten afkomstig van bedrijven die gericht zijn op de export.
Het is toch de export die de kurk vormt waarop de Nederlandse economie drijft? Het is toch goed wanneer Nederlandse boeren die verantwoord produceren hun producten en productiewijze kenbaar maken aan het buitenland? Daar is toch vraag naar deze goedkope producten?
Het is zeker zo dat goed voorbeeld, goed doet volgen, maar de huidige situatie is dat goedwillende boeren in het buitenland worden weggedrukt uit de markt door overproducerende landen als Nederland en de VS. Het effect is eigenlijk dat niet het goede uit ons land wordt geëxporteerd, maar de hebzucht. En die hebzucht wordt verbeeld door de vette ganzen en miljoenen muizen die vreten aan de wortels van het eiwitrijke raaigras. Die dieren zijn niet de oorzaak van de ellende, maar onbedoelde en onuitgenodigde gasten aan tafel van een wereld die uit balans is.

Leeswijzer


Kijk op Facebook voor onze reactie op de actualiteit.
Aanbeveling: Thema's of steekwoorden vindt u via de labels onderaan de pagina of op Animal Freedom. Klik hier voor de laatste bijdragen.
Klik hier voor het beleid om uw privacy te beschermen.

Waarom dit blog?

De Nederlandse veehouderij is vooral gericht op zoveel mogelijk voor de export te produceren onder het motto “meer, meer, meer en groot, groter, grootst”. Dit heeft negatieve gevolgen voor zowel de dierenwelzijn, biodiversiteit, het milieu, het klimaat, de portemonnee en de gezondheid van burgers en ook voor welwillende boeren.
Dit blog verzamelt kritische artikelen die de wurggreep beschrijven waarin de veehouderij zichzelf heeft vastgezet. Zo willen we niet alleen een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de kwaliteit van het leven voor alle belanghebbenden, maar ook aan een schone, gezonde omgeving en een beter dierenwelzijn.

Ook de argumentatie dat dieren grondrechten hebben kan beter en meer aansluiten op hoe mensen voor zichzelf vinden dat recht moet gelden. Alle dier(soort)en kunnen in hun recht op vrijheid als (intrinsiek) evenwaardig aan mensen beschouwd worden. Dierenrechten zijn mensenrechten, die mensen de kans geeft om voor dieren op te komen.
Dieren, bijv. in de intensieve veehouderij, worden behandeld als een object in plaats van een subject met gevoelens en rechten.

De snelheid en het aantal dier(soort)en dat we voortdurend gebruiken is immens. De bijdrage aan onze welvaart en economie van de agrosector is gering. De oplossing is simpel en van niemand anders dan van ons zelf afhankelijk.

Dierenrechten in woord en beeld

Vrijheid is ook een intrinsiek grondrecht voor dieren. Dieren zijn geen dingen Dierenrechten zijn mensenrechten. Mensen moeten voor dieren kunnen opkomen wanneer hun grondrecht wordt geschonden.
logo van Animal Freedom yin en yang
Lees hier over de redenen waarom dieren recht op vrijheid hebben. Lees hier waarin mens en dier evenwaardig zijn.