Mens en dier zijn (intrinsiek) evenwaardig in hun recht op vrijheid

Alle levende wezens zijn verschillend maar evenwaardig in het recht op vrijheid op een natuurlijk leven.
Een dier is (net als een mens) geen ding of een object.
Mensen moeten kunnen ingrijpen wanneer mensen dieren misbruiken of onrecht aandoen.

08 januari 2024

Inleiding

Op dit blog staan veel artikelen uit de afgelopen decennia als reactie op ontwikkelingen in de agrosector. Ze gaan over dierenrechten en de omstandigheden die van invloed zijn op het dierenwelzijn van dieren in de veehouderij en in het wild.
Mensen zouden (als zaakwaarnemer) moeten kunnen ingrijpen wanneer dieren als dingen worden misbruikt. Dierenrechten zijn dus een vorm van mensenrechten en kunnen op dezelfde basis (vrijheid en gelijkheid) worden geformuleerd. Alle dier(soort)en kunnen in hun recht op vrijheid als (intrinsiek) evenwaardig aan mensen beschouwd worden.
Net als bij mensen gaat het om op de juiste manier van grenzen stellen aan gedrag dat leed en schade berokkent. Te veel mensen voelen zich superieur aan dieren met als gevolg dat er helemaal geen aandacht meer is voor het lot van dieren in de bio-industrie en in geïsoleerde natuurgebieden.
"Dieren, zoals alle levende wezens, hebben een inherent (intrinsiek) recht op vrijheid. Dit recht op vrijheid houdt in dat dieren niet zonder goede reden mogen worden beperkt in hun natuurlijke gedrag en leefomgeving. Het is onze morele verantwoordelijkheid om ervoor te zorgen dat dieren niet onnodig worden opgesloten, worden beperkt of gebruikt voor menselijk gemak of vermaak. In een rechtvaardige samenleving moeten we streven naar een harmonieuze balans waarin zowel mensen als dieren in vrijheid kunnen leven en gedijen".

In de blogbijdragen veel links naar artikelen over de psychologie achter het (hardnekkige en onrechtvaardige) gedrag in het omgaan met dieren.
Er is geen enkel argument dat handhaving van de te grote veestapel in Nederland rechtvaardigt. Toch wordt deze met allerlei oneigenlijke redenen verdedigd. Iedere Nederlander zou zich bewust moeten zijn van de juiste feiten en welke onwaarheden voortdurend worden aangedragen.

Uit de aard van een blog zijn de bijdragen volgtijdig, dus schijnbaar nauwelijks samenhangend.
Voor een gestructureerd verhaal over de reden waarom we dierenrechten serieus zouden moeten nemen, zij vooraleerst verwezen naar de website van de Stichting Animal Freedom.
Via de vele labels of steekwoorden is het artikel te vinden over de onderwerpen, dat u interesseert.

06 januari 2024

De schade van een te grote veestapel

Het is in ieders voordeel is om te beseffen waarom een te grote veestapel schadelijk is

In dit artikel een opsomming van redenen waarom de Nederlandse burger zich uit eigenbelang zou moeten verdiepen in de gevolgen de intensieve veehouderij en welke argumenten politici en actievoerders voor dierenwelzijn en bescherming van het milieu paraat zouden moeten hebben wanneer ze geconfronteerd worden met demagogie en drogredeneringen door degenen die de agrosector verdedigen.
In Nederland worden in de intensieve veehouderij heel veel dieren gehouden om via export met hun vlees of zuivel op buitenlandse markten geld te verdienen. 70 tot 80 procent van de productie wordt geëxporteerd. De producenten, verwerkers en afnemers werken daarbij niet in elkaars belang, maar zijn vooral gericht op efficiëntie. De boeren hebben veel geïnvesteerd om snel en veel te produceren en bezuinigen op dierenwelzijn, ecologie en milieu. De verwerkers proberen aan de dierlijke grondstoffen wat waarde toe te voegen en verdienen veel aan de marges. De afnemers worden op het verkeerde been gezet over de nadelen van hun voedsel.

Er zijn veel mensen die dit een normale zaak vinden, waarschijnlijk omdat we als kind ingepeperd zijn met een soort trots op nationale productie ook al is het een ongezonde vorm van competitie. Het is een beetje logisch dat het veel moeite kost om te begrijpen dat een grote veestapel helemaal niet zo’n goede zaak is. Het draait om geld, maar het scheelt je als burger ook veel geld wanneer je je beseft dat een grote veestapel helemaal niet nodig is.
Sterker nog: iedere Nederlander zou zich er bewust van moeten zijn welke en hoeveel en welke schade wij en de dieren onder de intensieve veehouderij lijden in binnen- en buitenland.

Belangrijk is te realiseren dat die schade niet altijd in geld is uit te drukken. Bijvoorbeeld een groene weide, die zo monotoon groen is als een biljartlaken, is helemaal geen vorm van schoonheid, maar een gebrek aan biodiversiteit of erger nog een vorm van doodsheid. Die doodsheid is in het belang van de veehouder, want zo kan hij snel en zonder onnodig zeldzame dieren te doden het gras oogsten en mest uitrijden.
Wat een gevolg is van de overproductie van mest als gevolg van de te grote veestapel is de uitspoeling naar het oppervlaktewater. Nederland heeft op papier een goede kwaliteit drinkwater, maar moet daar veel moeite voor doen om dat niveau te handhaven. Het is ook een kwestie van definitie of wij goed drinkwater hebben want het is wel degelijk vervuild. Maar vrijwel elke ongewenste vervuiling kan in de praktijk gehouden worden onder maximaal toegelaten normen en zo kan het drinkwater de kwalificatie goed krijgen, terwijl het eigenlijk niet gezond is. Eerlijk is eerlijk, de vervuiling van het oppervlakte- en grondwater wordt niet alleen door veehouders veroorzaakt, maar wel overwegend.

De Nederlandse veehouderij wordt met (Europese) subsidie in de benen gehouden, terwijl de individuele boeren zichzelf het liefst zien als zelfstandig ondernemer. Maar een echte zelfstandige ondernemer wordt alleen tijdelijk gesteund door de overheid wanneer hij kan aantonen dat zijn bedrijf in de afzienbare toekomst economisch zelfstandig en maatschappelijk en ecologisch verantwoord kan functioneren. Maar de rauwe werkelijkheid van de intensieve veehouderij en landbouw is dat het per saldo (na optellen en aftrek van de kosten en baten) niet bijdraagt aan de economie en ook nog eens de helft van het landoppervlak in gebruik heeft. Dat beslag op het landschap zou misschien nog te verdedigen zijn wanneer het gebruik daarvan een ecologische kwaliteit heeft, maar die wordt al tientallen jaren steeds minder en gaat samen met afnemende biodiversiteit. Er valt domweg steeds minder te beleven in de natuur op het platteland.

Ook ecosystemen in het buitenland hebben te lijden onder de bomenkap voor het verbouwen van veevoeder als sojaproducten dat door ons land wordt ingevoerd en doorgevoerd. De invoer en doorvoer van landbouwproducten verstoort de kwetsbare balans in buitenlandse markten, omdat locale boeren de markt worden uitgedrukt.

Het is de belastingbetaler die opdraait voor het opruimen van de vervuiling, veroorzaakt door de overproductie van mest. Die belasting wordt op diverse manieren geïnd: via waterschapsbelasting, de jaarlijkse belastingaangifte en via de ziektekostenverzekering. Vlees en zuivel vallen zo alsnog duur uit.

Er wordt door de agrosector vaak geklaagd over de vele regels die de EU in Brussel hen oplegt. Er is bijna niemand die doorvraagt of die klachten wel terecht zijn en die zich afvraagt waarom de EU zoveel regels heeft opgesteld. De reden is dat de individuele boeren in ons land zo vaak over de ecologische grenzen zijn gegaan dat de overheid wel moest ingrijpen. Helaas heeft de overheid te weinig aandacht besteed aan de handhaving van de regels en heeft te vaak verzuimd om de burgers uit te leggen waarom zij de regels hebben opgesteld. De veehouders zijn er gewend geraakt aangeraakt dat ze in de praktijk gewoon hun gang konden gaan op de manier dat ze zelf wilden zonder kans op boetes. Daarnaast hebben veel burgers om oneigenlijke redenen gedacht hun eigen ongenoegen over de onzekerheid van het bestaan te kunnen projecteren op de klachten van de veehouders. Het is een onterechte steunbetoging en solidariteit van de burgers om bij de verkiezingen hun stem te geven aan politici en lobbyisten die voortdurend proberen noodzakelijke maatregelen tot bescherming van natuur en milieu te boycotten, te vertragen en af te zwakken.

Er is nog veel meer leed dan de dood in het slachthuis

  • Het korte leven in afgesloten stallen.
  • Geen natuurlijk gedrag mogelijk.
  • Het lange transport naar de slachthuizen.

De bedrijfsvoering in de intensieve veehouderij is strak gepland. Een dier blijft niet korter of langer op het bedrijf dan economisch optimaal is. De verzorging is afgesteld op snelle groei en minimale kosten. Er is niet of nauwelijks aandacht voor het natuurlijke gedrag. Ook de verveling die dat oplevert is dierenleed.
De transport naar het slachthuis in binnen- en buitenland is voor de dieren stressvol omdat ze niets gewend zijn, terwijl een deel van de redelijk intelligente dieren ook het donkerbruine vermoeden heeft wat hun trieste lot is.

Samenvatting waarom de weg van de intensieve veehouderij doodloopt

  1. De intensieve veehouderij draagt per saldo niet bij aan de Nederlandse economie.
  2. Teruggang in biodiversiteit betekent teruggang in de kwaliteit van leven van mens en dier.
  3. Vervuiling van oppervlaktewater met meststoffen leidt tot verslechtering van de gezondheid van mens en dier.
  4. Jarenlange opstapeling van mest- en gifstoffen ondermijnt de levenskracht van een ecosysteem.
  5. Ook in het buitenland wordt schade berokkend aan ecosysteem en marktverhoudingen.
  6. Intensieve veehouderij kent meer dierenleed dan alleen het abrupte einde van het dierenleven in het slachthuis. Ook het leven in de stallen daarvoor en bij het transport ernaartoe is vol leed.

Op dit blog en op de website van Animal Freedom wordt onderbouwd hoe een en ander in detail in elkaar steekt.

05 januari 2024

Compassie hebben voor dieren en hun rechten respecteren

Een subtiel onderscheid dat verbindt

In de complexe relatie tussen mens en dier komen twee belangrijke aspecten naar voren: compassie voor dieren en het respecteren van hun rechten. Hoewel beide begrippen vaak in dezelfde adem genoemd worden, is er een subtiel maar essentieel verschil dat onze benadering van dieren en hun welzijn beïnvloedt.

Compassie voor dieren

Compassie voor dieren gaat hand in hand met het erkennen van de overeenkomsten tussen mens en dier. Het idee dat dieren emoties ervaren, een verlangen hebben om in leven te blijven, en dat ze, net als mensen, de behoefte hebben aan zorg en bescherming, vormt de kern van compassie. Deze benadering stelt dat het begrijpen en erkennen van de gevoelens van dieren ons verplicht om hen met vriendelijkheid en mededogen te behandelen.
Het is gebaseerd op het inzicht dat dieren, ondanks hun verschillen, op vergelijkbaar fundamentele manieren als mensen kunnen lijden. Dit besef roept op tot respectvolle behandeling, het vermijden van wreedheid en het streven naar het welzijn van dieren in alle omstandigheden.

Dierenrechten en het natuurlijk evenwicht

Aan de andere kant rusten dierenrechten op het idee dat elk levend wezen, inclusief dieren, het inherente recht heeft om vrij te leven. Deze rechten worden vaak afgeleid van het idee dat de natuur een zelfregulerend systeem is, waarin elk wezen een rol speelt in het behoud van een natuurlijk evenwicht. Hier komt echter een interessant dilemma naar voren.
Terwijl compassie voor zwakke en zieke dieren ons aanspoort om hen te beschermen, suggereert de natuurlijke orde dat deze kwetsbare individuen soms dienen als prooi voor anderen, waarmee de balans wordt gehandhaafd. Dit roept de vraag op of het respecteren van dierenrechten volledig strookt met de onvermijdelijke cyclus van prooi en predatie die inherent is aan de natuur.

Het subtiele evenwicht

Het begrijpen van het subtiele evenwicht tussen compassie voor individuele dieren en het respecteren van de natuurlijke orde is cruciaal. Het betekent niet dat we passief moeten toekijken terwijl zwakke dieren lijden, maar eerder dat we moeten streven naar een evenwicht waarin we zowel compassie tonen als rekening houden met de complexe dynamiek van de natuur.
De uitdaging ligt in het vinden van manieren om het welzijn van dieren te beschermen zonder de ecologische harmonie te verstoren. Dit kan variëren van het ondersteunen van habitatbehoud en het verminderen van menselijke invloeden op ecosystemen (minder gif spuiten en mest produceren) tot het implementeren van ethische praktijken in de veeteelt en het ondersteunen van dierenwelzijnsinitiatieven.
In essentie gaat het erom een evenwicht te vinden waarin compassie voor individuele dieren samengaat met het respecteren van het grotere plaatje van de natuurlijke wereld. Het is een uitdaging waarbij ethische overwegingen, wetenschappelijke inzichten en onze menselijke verantwoordelijkheid samenkomen om een duurzame en zorgzame relatie met alle levende wezens te bevorderen.

In wezen zijn mens en dier intrinsiek evenwaardig in hun recht op vrijheid.


04 januari 2024

Natuurbehoud versus veehouderij: de onderschatte prijs van verwaarloosd eigenbelang

Snel veel geld willen verdienen

Op het platteland speelt een onderschatte strijd tussen economische belangen en natuurbehoud. De veehouder, als beheerder van zijn land, staat voor een uitdaging: het voeden van zijn veestapel en het behouden van de natuurlijke omgeving. Wanneer grote investeringen zijn gedaan om met een grotere veestapel meer inkomen te verwerven, verschuift de balans naar inkomenszekerheid. Dit creëert een disbalans die de politiek te vaak over het hoofd ziet.
Het hart van deze kwestie ligt in de prioriteiten van de veehouder. Begrijpelijk genoeg ligt zijn focus op het terugverdienen van investeringen en het handhaven van een rendabele veestapel. De mogelijkheid van grote productie, samenhangend met gerichtheid van de verwerkende sector op export, leidt tot intensivering van landbouwpraktijken, wat monocultuur, verlies van biodiversiteit en achteruitgang van habitats van weidevogels tot gevolg heeft.

Onzekere toekomst

Het grote publiek bepaalt zijn beeld van de motivatie van wat boeren beweegt op basis van romantische verhalen van vroeger en uit hun kindertijd. Ondertussen heeft de economisch realiteit een totaal ander soort motivatie en bedrijfsvoering in de landbouw opgeleverd. Boeren hebben jaren gewerkt aan steeds grotere productie, waarbij boeren elkaars bedrijf opkochten en de een comfortabel ging rentenieren en de ander aan de slag ging om een stevig belegde boterham  te verdienen.
Zo werd het aantal boeren steeds kleiner, de veestapel en mestproductie per bedrijf werd steeds groter, terwijl de financiële vooruitzichten steeds gunstiger, maar ook meer onzeker werden door het belang van de export (vrijhandel), internationale samenwerking (EU) en afhankelijkheid van de voedsel verwerkende industrie.
Marketing en beeldvorming werd steeds belangrijker. Agressieve assertiviteit werd steeds meer gewoonte en de poging van de overheid om met steeds strengere regelgeving kwetsbare dieren en natuur te beschermen leidde tot grootschalig verzet tegen overheidsinmenging. Er werd voorlopig electoraal succesvol steun gezocht bij het welwillende grote publiek waarbij soortgelijke onzekerheden resoneren en dat uit een welbegrepen maar misplaatst eigenbelang ook bereid lijkt de belangen van de natuur naar achteren te willen schuiven.
"Erst das fressen und dann die moral".

Natuurbelangen wegen financieel nauwelijks

Het gebrek aan financieel voordeel uit natuurbehoud versterkt deze trend. Veehouders ontvangen hoogstens minimale subsidies voor specifieke natuurbeheerprogramma's, zoals weidevogelbeheer. Deze subsidies zijn vaak niet toereikend en zonder aandacht voor de belangen van weidevogels kan de veehouder sneller rendement maken.
Deze situatie plaatst de maatschappij en de politiek voor een dilemma. Hoewel grote veestapels en kale weides economisch voordeel bieden voor individuele boeren, zijn de bredere gevolgen voor het milieu en de samenleving aanzienlijk. Verlies van biodiversiteit, achteruitgang van bodemkwaliteit en negatieve impact op de waterhuishouding zijn enkele zorgen die voortvloeien uit een eenzijdige focus op productiviteit. Maar het is niet de vervuiler (overbemester en gifspuiter) die betaalt, terwijl dat wel zou moeten. Het is de belastingbetaler die voor de kosten opdraait.

Wegkijken door kiezer en politiek

De politiek lijkt blind voor deze kwestie en te veel burgers willen de schade (waaronder ook teruggang in kwaliteit) niet onder ogen zien. Beleidsmaatregelen zijn vaak gericht op economische groei in de landbouwsector, zonder oog voor langetermijngevolgen voor milieu en natuur. Subsidies zijn ontoereikend om duurzame landbouwpraktijken te stimuleren. Maar dit is geen pleidooi om subsidies te verhogen.
Een paradigmaverschuiving in het beleid is nodig. De waarde van natuurbehoud reikt verder dan direct financieel gewin. Investeringen in duurzame landbouwpraktijken die biodiversiteit behouden, moeten gestimuleerd en beloond worden. Dit kan bijvoorbeeld door heffingen op productiewijze. Nu heeft een biologische veehouder meer kosten en lagere omzet dan een niet-biologische collega. Dat zou andersom moeten zijn.
Veehouders moeten worden gestimuleerd om rentmeesters van het land te zijn, verantwoordelijk voor zowel gezonde voedselproductie als natuurbehoud. Dit vereist een herziening van subsidiestructuren en beleidsmaatregelen om belangen in evenwicht te brengen. Maar dat hoeft de samenleving niet meer te kosten, een kleinere veestapel is al een goed begin.
Het vraagt politieke moed om verder te kijken dan naar de volgende verkiezingen. Beleid die pijn doet moet zorgvuldig maar consequent en voldoende worden uitgelegd in de media.

Terug naar een gezonde balans

In een tijd van roep om duurzaamheid kan de politiek niet langer het gebrek aan evenwicht tussen veehouderij en natuurbehoud negeren. Het is tijd voor actie om een harmonieuze co-existentie tussen economische belangen en ecologische duurzaamheid te bevorderen, ten goede van zowel de veehouder als de natuur en de samenleving.

03 januari 2024

De evolutie van menselijke vrijheid tot vrijheid van dieren

Wat blijft constant en wat maakt vooruitgang?

Deze titel benadrukt de overgang van traditionele opvattingen over vrijheid, die primair gericht waren op menselijke autonomie, naar een meer inclusieve benadering die ook de vrijheid van dieren omvat.
In de schaduw van de Franse Revolutie, die de principes van vrijheid, gelijkheid en broederschap omarmde, komt in het hedendaagse streven naar rechtvaardigheid steeds meer aandacht voor de belangen van dieren naar voren. Steeds meer mensen gaan zich inzetten voor het bevorderen van dierenrechten. Terwijl de tijd en cultuur zijn geëvolueerd, zijn de fundamenten van ethiek en vrijheid getransformeerd, waarbij het individu nu (opnieuw?) meer ruimte heeft om na te denken over de waarden die onze samenleving vormgeven.

(R)evolutie

In de nasleep van de revolutionaire idealen van de 18e eeuw, waarbij vrijheid synoniem stond voor autonomie en de zoektocht naar gelijkheid en broederschap, bevinden we ons nu op een nieuw kruispunt van morele evolutie. Vrijheid, evenwaardigheid en liefde staan centraal in onze hedendaagse discussies, vooral als het gaat om de behandeling van niet-menselijke wezens.
Een opvallend verschil in onze tijd is de grotere nadruk op individuele vrijheid om autonoom te denken en te beslissen over ethische kwesties. Terwijl ethiek eeuwenlang gebaseerd was op geboden die benadrukten wat men niet moest doen ten opzichte van anderen, is het nu meer een kwestie van bewustzijn. Onze vrijheid als individu wordt niet alleen bepaald door onze handelingen, maar ook door ons vermogen om de behoeften en vrijheden van anderen te begrijpen.

Van gebod naar bewust zijn

De moderne ethische benadering draait niet langer om verboden, maar eerder om de verantwoordelijkheid om vrijheid positief vorm te geven. Dit betekent dat we niet alleen moeten vermijden anderen schade toe te brengen, maar ook actief moeten bijdragen aan het welzijn van anderen, inclusief dieren.
Het bewustzijn van dierenrechten weerspiegelt deze evolutie in ons denken over vrijheid en ethiek. De hedendaagse mens wordt uitgedaagd om vrijheid niet alleen te interpreteren in de context van menselijke relaties, maar ook in relatie tot andere levende wezens. Dit vereist een vertaling van wat vrijheid betekent voor dieren, waarbij we erkennen dat zij ook een vorm van autonomie en recht op een waardig bestaan hebben.

Ethisch handelen

De roep om dierenrechten is niet slechts een uitbreiding van de eeuwenoude ethiek; het is een paradigmaverschuiving die getuigt van onze groei als samenleving. Het is een oproep tot empathie, begrip en mededogen, en het benadrukt dat vrijheid niet beperkt mag blijven tot één specifieke groep, maar een universeel concept is dat voor alle bewuste wezens geldt.
Terwijl we onze reis voortzetten naar een meer ethisch bewuste samenleving, moeten we de lessen van de geschiedenis koesteren en tegelijkertijd onze definitie van vrijheid uitbreiden. Het erkennen van de rechten van dieren is niet alleen een ethische verplichting, maar ook een teken van vooruitgang in onze collectieve zoektocht naar vrijheid, evenwaardigheid en liefde voor alle levende wezens op onze planeet.

Concreet

Ik ben van mening dat we anders moeten spreken over de noodzaak om dieren serieus te nemen. Niet meer vanuit het loze begrip "intrinsieke waarde", maar vanuit het enige ethische principe dat geldt: "doe niet een ander wat jij niet wilt dat jou geschiedt". Stop dus met het gevangen houden van dieren en stop met het eten daarvan. Laten we met zijn allen kijken hoe we onze samenleving volgens dit principe kunnen inrichten.

02 januari 2024

Artificial Intelligence en dierenrechten

Een "dialoog" met chatGPT over dierenrechten en gelijkwaardigheid

 

Bert Stoop

Welke filosoof of schrijver maakte zich het meest sterk voor het gelijkwaardig behandelen van andere levende wezens?

ChatGPT

Peter Singer, een Australische ethicus en filosoof, staat bekend om zijn sterke pleidooi voor het gelijkwaardig behandelen van andere levende wezens. In zijn boek "Animal Liberation," dat in 1975 werd gepubliceerd, bracht Singer de problematiek van dierenrechten onder de aandacht en argumenteerde hij dat dieren dezelfde morele overweging verdienen als mensen. Hij baseert zijn ethische standpunt op het principe van gelijke consideratie van belangen, waarbij hij stelt dat het niet relevant is of een wezen menselijk is, maar eerder of het de capaciteit heeft om te lijden en plezier te ervaren. Singer heeft sindsdien veel bijgedragen aan het ethische debat over de behandeling van dieren.

Bert Stoop

Dat vind ik een opmerkelijk antwoord, want Singer pleitte er voor om dieren die meer op mensen lijken dan andere dieren meer en eerder rechten te geven dan dieren die helemaal niet op ons mensen lijken. Dat vind ik geen voorbeeld, eerder een vorm van speciësisme.

ChatGPT

Je hebt gelijk, en ik waardeer de verduidelijking. Peter Singer heeft inderdaad een hiërarchie voorgesteld waarin hij meer morele waarde toekent aan wezens met een hoger bewustzijnsniveau. Dit kan inderdaad worden gezien als een vorm van discriminatie op basis van cognitieve vermogens, wat niet noodzakelijkerwijs strookt met het idee van gelijkwaardigheid van alle levende wezens.

Als je zoekt naar een filosoof die zich sterker heeft uitgesproken voor het gelijkwaardig behandelen van alle levende wezens, ongeacht hun cognitieve vermogens, dan zou Tom Regan een interessante figuur zijn om te verkennen. Regan was een Amerikaanse filosoof die bekend stond om zijn standpunt dat dieren inherent waarde hebben en onafhankelijke rechten bezitten. Hij pleitte voor het respecteren van de inherente waarde van individuele dieren, ongeacht hun bruikbaarheid voor menselijke doeleinden.

Bert Stoop

Wederom een opmerkelijk voorbeeld. Tom Regan wilde dierenrechten baseren op intrinsieke waarde. Iedere zandkorrel in het strand heeft een intrinsieke waarde. Hoe kan zo'n concept mensen motiveren om dieren beter te handelen en ervoor te zorgen dat zij een leven kunnen leiden dat bij hen past?

ChatGPT

Je hebt een geldig punt. Het concept van intrinsieke waarde, zoals door Tom Regan voorgesteld, kan inderdaad abstract lijken en het kan moeilijk zijn om het direct te vertalen naar concrete motivaties voor mensen om beter met dieren om te gaan. Regan's argument was gebaseerd op het idee dat dieren een inherente waarde hebben, vergelijkbaar met mensen, en daarom bepaalde morele rechten moeten genieten.

Voor velen kan echter een pragmatischer benadering effectiever zijn bij het bevorderen van dierenwelzijn. Filosofen en activisten zoals Gary Francione hebben een benadering gevolgd die gericht is op het verminderen van het lijden van dieren door een veganistische levensstijl te bevorderen en te pleiten voor een afschaffing van alle vormen van dierenexploitatie.

In plaats van te focussen op de abstracte intrinsieke waarde van dieren, richten deze benaderingen zich op concrete stappen die individuen kunnen nemen om het lijden van dieren te verminderen, zoals het vermijden van dierlijke producten, het ondersteunen van ethische behandeling van dieren in de landbouw en het bevorderen van dierenwelzijnswetten. Het benadrukken van praktische acties kan vaak effectiever zijn om mensen te motiveren tot verandering.

Bert Stoop

Je zou kunnen stellen dat Francione een grondhouding ten aanzien van dieren heeft die betekent dat je ze met rust laat in hun eigen natuurlijke omgeving en dat wij mensen daarvoor zorgen door dieren niet meer te gebruiken voor ons eigen doeleinden, of dat nu voedsel, plezierjacht of gezelschapsdier is.

ChatGPT

Ja, dat is een nauwkeurige samenvatting van de benadering van Gary Francione en andere voorstanders van de abolitionistische visie op dierenrechten. De kern van deze benadering is het idee dat dieren inherent recht hebben op hun eigen leven en dat het ethisch niet gerechtvaardigd is om dieren te gebruiken voor menselijke doeleinden, ongeacht hoe "menselijk" die doeleinden ook mogen lijken.

Dit impliceert inderdaad dat een respectvolle behandeling van dieren inhoudt dat we hen met rust laten in hun natuurlijke omgeving en stoppen met het gebruik van dieren voor voedsel, vermaak, experimenten en andere menselijke behoeften. De focus ligt op het streven naar een wereld waarin dieren niet als middelen voor menselijke doeleinden worden beschouwd, maar waarin ze in plaats daarvan als individuen met intrinsieke waarde worden erkend. Veganisme wordt vaak aangemoedigd als een concrete manier om deze principes in de praktijk te brengen.

Het vermijden van het woord "waarde" kan de discussie zuiverder maken, aangezien het vermijdt dat de indruk ontstaat dat de rechten van dieren afhangen van hun utilitaire of beoordeelde waarde voor mensen. Na een verzoek aan chatGPT om het gebruik van "waarde" te vermijden komt de taalrobot tot de volgende samenvatting van de reden om dierenrechten serieus te nemen. 

"Het integreren van dieren in onze morele overwegingen en hen behandelen met dezelfde waardigheid als wijzelf, is betekenisvol omdat het voortkomt uit een diep respect voor de intrinsieke waardigheid van alle levende wezens. Door dieren een centrale plaats te geven in ons ethisch denken, erkennen we niet alleen hun recht op een zinvol bestaan, maar omarmen we ook het besef dat wij, als bewoners van deze planeet, deel uitmaken van het complexe, onderling verbonden web van het leven. Het gaat niet enkel om het vermijden van wreedheid, maar om het cultiveren van een samenleving waarin empathie, verantwoordelijkheid en harmonie met de natuur leiden tot een welzijn voor alle betrokkenen. Het betrekken van dieren in onze morele cirkel is een oproep tot mededogen, een erkenning van onze gedeelde verantwoordelijkheid voor het behoud van biodiversiteit en het creëren van een leefomgeving waarin zowel mens als dier gedijen met waardigheid intact."

De woorden waarde, waardes, waarderen en waardigheid hebben wel relatie, maar kunnen bij onzorgvuldig gebruik tot misverstanden leiden over wat de kern van dierenrechten is, namelijk vrijheid. Vrijheid is een inherente waarde waar elk levende wezen in de natuur recht op heeft.

Zie ook de chat over het doortrekken van de principes van de Franse Revolutie tot dierenrechten.

Feiten en onwaarheden in de agrosector

Factchecken en leugens debunken

Wie doorziet hoe mensen, die grote belangen in de agrosector hebben zoals akkerbouwers met veel land, veehouders met veel vee, grote loonwerkers, voederleveranciers en vlees- en zuivelverwerkers, deze belangen verdedigen, die kan ook doorzien hoe halve en hele onwaarheden worden ingezet.
In dit artikel verwijzingen naar verdiepende artikelen.
Belangrijk is te snappen dat de agrosector zo min mogelijk gehinderd wil worden door regelgeving en dat goedwillende boeren het juist onnodig moeilijk wordt gemaakt. Waarom is er dan zoveel regelgeving? De reden is dat de Nederlandse agrosector produceert voor de export en dat efficiënt ingerichte overproductie overlast voor de omgeving heeft in de vorm van vervuiling en verlies van biodiversiteit. Die overlast wordt niet verhaald op de producenten in de sector maar op de belastingbetaler. Een aantal partijen profiteert van de scheve balans in de bedrijfsvoering en te weinig betrokkenen gedragen zich verantwoordelijk. Er is veel onverschilligheid bij de betrokkenen en bij de burgers als consumenten. Dat is schadelijk voor mens en dier en kan worden opgeheven door domweg kennis te nemen van de feiten. De melkproductie is de laatste decennia gestegen en daarmee de ammoniakuitstoot.
Er wordt door de overheid wel regulerend opgetreden door het maken van regels, maar die regels worden in de praktijk nauwelijks gehandhaafd. Daarbij staat de sector voortdurend op de rem om noodzakelijk ingrijpen in de veestapel tegen te gaan en te vertragen.
In dit artikel een overzicht van toegang tot feiten over de agrosector en tot tips over hoe om te gaan met (vermoedelijke) onwaarheden.

Links naar gratis leesbare artikelen

Centraal Bureau voor de Statistiek: landbouwfeiten.
Landbouw is níét belangrijk voor de Nederlandse economie (en nog 3 mythes over de landbouw ontkracht).
Nederlandse gezinnen betalen jaarlijks meer dan 500 euro belasting die via de Europese Unie als subsidie bij Europese boeren terechtkomt.
Hoeveel dieren worden er in ons land geslacht?
Draagt landbouw wel bij aan de economie?
Komt de voedselvoorziening in de problemen als boerenbedrijven stoppen?
Welke drogredenen worden ingezet bij het verdedigen van bio-industrie?
Geschiedenis van problemen en oplossingen rond de veehouderij in Nederland.
Onze landbouwgrond is zo dood als een pier. Het gif blijft.
De huidige Nederlandse landbouw kost veel meer energie dan dat ze opbrengt
Lactose-intolerantie is de regel, niet de uitzondering. En meer melkwaarheden die eigenlijk iedereen moet weten.
Nederlandse Voedsel en Waren Autoriteit vleugellam? Dolf Jansen over niet controleren door de NVWA bij veetransporten.

Links achter een betaalmuur

(kunnen op verzoek worden gemaild)
Schatting van de omvang van mestfraude.
Hoe werkt het frauderen met mest?
Nieuws en achtergronden over de agrarische sector in de NRC.
Planbureau: kabinet haalt zijn ammoniakdoel niet.
Eenvoudige oplossing voor het inperken van de ammoniakuitstoot.
Jan Douwe van der Ploeg is emeritus hoogleraar rurale sociologie aan de Wageningen Universiteit. Zijn analyse is dat de veehouders zich ten terechte onverzettelijk opstellen.
De protesterende boeren leven in een bubbel van onredelijkheid, daar moeten we niet aan toegeven.
De agrarische ondernemer, knechter van de natuur, is nu de dwingeland van de maatschappij.
De veestapel halveren? Dat vindt deze boer een goed idee. Poppe Braam geeft het goede voorbeeld.

Suggesties?

Er is in de loop der tijd veel geschreven over de nadelen van de te grote veestapel in Nederland. Wie links wil aandragen is welkom.

Wie effectief in gesprek wil gaan met andersdenkenden over het gebruik van dieren voor voedsel kan dit artikel behulpzaam zijn.

Dit is wat iedere burger en dierenliefhebber paraat zou moeten hebben in gesprekken met anderen over de bio-industrie.

01 januari 2024

Op welk principe kunnen dierenrechten worden gebaseerd?

Waarom zou je een dier rechten geven? 

Op de site van Animal Freedom wordt een lang antwoord gegeven op deze vragen. In dit korte artikeltje een samenvatting.
Webmaster Bert Stoop van Animal Freedom bespreekt op de site de basis van dierenrechten en de verschillende concepten die kunnen dienen als grondslag voor deze rechten. Hij benadrukt dat dierenrechten in feite mensenrechten zijn en dienen om menselijk gedrag ten opzichte van dieren te reguleren.
Verschillende concepten worden overwogen als mogelijke basis voor dierenrechten, zoals intrinsieke waarde, welzijn, respect, vrijheid, eigen belang, natuurlijk gedrag, gelijkheid en mededogen. Animal Freedom concludeert dat sommige concepten, zoals respect en intrinsieke waarde, minder geschikt zijn als juridische basis voor dierenrechten. Daarnaast wordt duidelijk gemaakt dat dierenrechten ruimer zijn dan dierenwelzijn.
De aandacht gaat ook uit naar uitgangspunten voor dierenrechten, waarbij wordt benadrukt dat deze rechten moeten worden geformuleerd op een manier die praktisch toepasbaar is en dat ze gelden voor alle individuele dieren, inclusief die in de vrije natuur, huisdieren en landbouwdieren.
Uiteindelijk wordt gepleit voor vrijheid als het meest bruikbare en werkzame juridische uitgangspunt voor dierenrechten. Het concept vrijheid wordt besproken in relatie tot het natuurlijke gedrag van dieren, het vermijden van onnodige inbreuken op de vrijheid van dieren, en het vaststellen van grenzen aan vrijheid die zowel voor mensen als dieren gelden. Het belang van vrijheid als een basis voor dierenrechten wordt benadrukt vanwege de eenvoudige toepasbaarheid, directe controleerbaarheid en het vermogen om compromissen mogelijk te maken. 

De conclusie wordt getrokken dat vrijheid als grondrecht een solide basis vormt voor het vaststellen en handhaven van dierenrechten. Mens en dier zijn intrinsiek evenwaardig in hun recht op vrijheid om natuurlijk te leven. Daarmee wordt het dier in de morele cirkel van de mens gehaald en zijn dierenrecht in feite mensenrechten.

28 december 2023

Natuurinclusieve herinrichting van ons land en beleid

Herverkaveling van beleid

Onze samenleving is scheef gegroeid. Er wordt meer rekening gehouden met individuele belangen van boeren dan van de natuur. Mens en dier hebben recht op vrijheid en dat betekent dat er voor alle betrokken voldoende leefruimte moet zijn. De gemeenschappelijke waardes zijn "vrijheid" en "gelijkheid".
En om misverstanden te voorkomen kunnen we het woord "waarde" misschien beter vervangen door gelijkwaardig of evenwaardig.
Woorden als "evenwaardigheid", “waardering” of “waardigheid” helpen te voorkomen dat mensen hun sympathie voor anderen omzetten naar het wegen van ongrijpbare waardes. Het risico van discriminatie ligt dan op de loer en zijn we niets opgeschoten.

Het toepassen van ethiek

Het erkennen van de intrinsieke gelijkwaardigheid en rechten van dieren is een essentieel aspect van een ethische benadering van onze relatie met andere levende wezens en de natuur als geheel. Het is belangrijk om te benadrukken dat dierenrechten intrinsiek evenwaardig zijn aan mensenrechten, zolang we ons beperken tot het recht op vrijheid en dit recht op gelijke wijze toepassen op alle levende wezens.
Door het woord "waarde" te gebruiken, kunnen mensen de neiging hebben om de waarde van verschillende levensvormen te wegen op basis van menselijke maatstaven, zoals nut, bruikbaarheid of economische waarde. Dit kan leiden tot een ongelijke behandeling van dieren en het milieu, waarbij hun intrinsieke rechten worden ondergeschikt gemaakt aan menselijke belangen.

Duurzaam profiteren

Het gebruik van het woord "evenwaardigheid" benadrukt daarentegen de gelijkheid en het inherent zijn van de rechten van alle levende wezens, ongeacht hun nut voor de mens.
Het ontwikkelen van bewustzijn rond deze principes van vrijheid, gelijkheid en evenwaardigheid kan een belangrijke stap zijn naar een meer ethische en duurzame relatie tussen mens en natuur. Dit vereist educatie, bewustwording en actie op individueel, institutioneel en maatschappelijk niveau om beleid en praktijken te bevorderen die recht doen aan de rechten en behoeften van dieren en het milieu. Het is de uitdaging om dit beleid samen te laten gaan met een verantwoord verdienmodel voor alle betrokken menselijke partijen.

Gevolgen voor veehouders

Het is belangrijk om te benadrukken dat het streven naar vrijheid en gelijkheid voor mens en dier niet noodzakelijk betekent dat alle menselijke activiteiten moeten stoppen, maar eerder dat ze moeten worden uitgevoerd met respect voor de grenzen van de natuur en met zorg voor alle levende wezens die erin leven. Dit vereist een verschuiving in ons denken en handelen, weg van een mensgerichte benadering naar een meer inclusieve en ecocentrische visie op onze relatie met de natuur.
Voor boeren wordt dergelijk beleid natuurinclusief werken genoemd: concreet en aantoonbaar rekening houden met de belangen van de natuur. Niet alleen met dieren en planten die op de landerijen leven, maar ook langs de grenzen daarvan op het land en in het water.

10 december 2023

Jonge boeren doen te grote investeringen

Weidevogels zitten ambitieuze jonge boeren in de weg

Of in weidegebieden ook weidevogels broeden is een kwestie van economische belangen versus ecologische verantwoordelijkheid, en het is tijd om prioriteit te geven aan het behoud van onze natuurlijke rijkdommen.
Jonge boeren, die vaak het bedrijf van hun ouders overnemen met de steun van hun families, worden geconfronteerd met een dilemma. Aan de ene kant staan financiële verplichtingen die leiden tot het zoeken naar maximalisatie van opbrengsten. Aan de andere kant staat de roep van de natuur, waar weidevogels een veilige haven zoeken in een landschap dat steeds meer onder druk staat.
In de bioscoop een documentaire/film die verbeeldt hoe de bedrijfsovername op een Fries melkveehouders bedrijf spanning overlevert over de conflicterende belangen tussen natuur en boer.

Doodlopende weg?

De realiteit is dat de huidige trend van schaalvergroting en technologische vooruitgang geen duurzame oplossing biedt. De groeiende veestapel leidt tot een verhoogde ammoniakuitstoot en uitspoeling, wat resulteert in ernstige milieuproblemen. Het is een vicieuze cyclus waarin economische winst ten koste gaat van onze natuurlijke omgeving.
Maar er is hoop. De weg naar duurzaamheid vereist moedige beslissingen en concrete actie. Het is tijd om de veestapel te laten krimpen. Dit betekent niet het einde van de landbouw, maar eerder een verschuiving naar een model dat in harmonie is met de natuurlijke ecosystemen.
De overheid moet een leidende rol spelen door passende stimulansen te bieden voor veehouders die de overstap maken naar kleinschaligere en meer duurzame praktijken. Dit kan onder meer inhouden dat financiële steun wordt geboden aan boeren die ruimte bieden aan weidevogels, in plaats van hen te straffen voor het behouden van biodiversiteit.
Tegelijkertijd moeten jonge boeren (meer en weer) worden opgeleid in methoden van landbouw die de balans tussen productiviteit en ecologische gezondheid bevorderen. Het is van cruciaal belang dat ons onderwijssysteem een visie van duurzaamheid omarmt, waarbij de nadruk ligt op veerkrachtige en regeneratieve landbouwpraktijken.
Belangrijk is ook dat de bredere samenleving haar perspectief verandert. Exportgerichtheid mag niet langer worden gezien als de enige weg naar economisch succes. In plaats daarvan moeten we streven naar een model van lokale zelfvoorziening en veerkracht, waarbij de bescherming van ons milieu centraal staat.
De tijd van aarzeling is voorbij. We staan voortdurend op een kruispunt waarbij de keuzes die we nu maken bepalend zullen zijn voor de toekomst van ons land en onze planeet. Laten we de uitdaging aangaan en kiezen voor een pad van duurzaamheid en harmonie met de natuur. Laten we samen streven naar een veestapel die niet alleen de economie voedt, maar ook onze kostbare ecosystemen beschermt.

Wat burgers van boeren moeten snappen

Het is van belang voor burgers om zich te realiseren waarom boeren met rust gelaten willen worden en waarom ze hun eigen gang willen kunnen gaan bij het aflossen van hun schulden. Dat lijkt sympathiek, maar de achtergrond is minder heroïsch. Wat die burger uit het oog verliest is dat hij een belastingbetaler is die opdraait voor het opruimen van de troep die een boer in het milieu dumpt.
Met andere woorden: burgers hebben er belang bij om te beseffen hoe zij in slaap worden gesust door de marketing in de agrosector en de vertegenwoordigers in de politiek. Alleen wanneer er gestemd moet worden, worden ze tijdelijk wakker gemaakt en selectief betrokken in de sores van de agrosector.

Doorbreek de varkenscyclus

Boeren moeten zo veel mogelijk vooruit denken. Immers het product moet eerst nog groeien en brengt pas maanden of jaren wat op wanneer het naar de markt wordt gebracht.
Het is een vorm van boerenslimheid om zo veel mogelijk van een schaars goed te produceren. Het is niet voor niets dat er in de veehouderij voor allerlei sectoren een “varkenscyclus” optreedt. De varkenscyclus is een uitdrukking die de vaak scherpe prijsschommelingen op de agrarische markten illustreert. Als de prijs hoog is van de varkens (of andere producten) besluiten de boeren meer varkens te fokken, met als gevolg dat maanden later door het grote aanbod de prijs van varkens laag is. Overschotten en tekorten van een bepaald product wisselen elkaar af, doordat aanbieders massaal reageren op de hoogte van de prijzen, maar tegen de tijd dat deze reactie doorwerkt op het aanbod, is de prijs alweer omgeslagen. Door daar slim op in te spelen kunnen boeren en burgers daar voordeel van hebben. Maar wanneer de overheid dit spel niet reguleert, dan zijn kwetsbaren groepen in de samenleving en in de natuur de dupe.

Kosten besparen, ten koste van wie of wat?

Boeren kunnen hun inkomen en marges vergroten door te snijden in de kosten. Dat is logisch, maar wordt problematisch wanneer veeboeren de kosten afwentelen op hun dieren en het milieu. Het vee is dan de dupe doordat ze geen natuurlijk leven kunnen leiden en de mest en resten van bestrijdingsmiddelen spoelen uit naar het oppervlaktewater. De kosten om die vervuiling op te ruimen worden afgewenteld op de belastingbetaler, lees: de burger.

Overproductie speelt ook in buitenland

Guilhem Roux, een Franse boer en landbouweconoom, benadrukt dat boeren zich niet moeten richten op maximale omzet, maar op maximale winst door hun marges te herstellen. Momenteel worden boeren in heel Europa aangemoedigd om steeds meer te produceren binnen een economische keten waarbij zowel toeleveranciers als afnemers profiteren van grotere productievolumes. Echter, economisch gezien is het niet altijd voordelig voor boeren om onbeperkt te groeien, omdat de kosten uiteindelijk de verwachte winst kunnen overschrijden volgens de marginale economie.
In reactie op de problemen van boeren worden in Frankrijk voorstellen gedaan om beperkingen op groei op te heffen, maar dit zou het inkomensprobleem van boeren op den duur verergeren waarbij voornamelijk toeleveranciers en afnemers hiervan profiteren. De boeren die wel succesvol lijken, zijn zij die bewust kiezen voor minder productie om zo kosten te verlagen en te investeren in het verbeteren van de winstmarge, vaak door transformatie en directe verkoop van producten.

Om de inkomsten van boeren te verhogen, pleit Roux voor een economisch model dat zich richt op landbouwbedrijven van bescheiden omvang die minder afhankelijk worden van schaarse en dure grondstoffen uit het verre buitenland. Dit impliceert een focus op ecologisch verantwoorde kostenverlaging, investeringen in transformatie en directe verkoop aan consumenten. Op macro-economisch niveau zou het stimuleren van dergelijke bedrijven de nationale productie op peil kunnen houden.

Wat voor de Franse boeren geldt, geldt in nog veel sterkere mate voor de Nederlandse boeren. Nederlandse boeren produceren vooral voor de export. De noodzaak om een hoge productie in de benen te houden is in ons land nog veel kleiner voor de samenleving en de noodzaak om de veestapel te reduceren is des te groter. Immers een te grote veestapel zorgt voor grote problemen zoals hierboven omschreven.

09 december 2023

Heeft de natuur rechten?

Belangenafweging

Er zijn veel initiatieven overal in de wereld om delen van de natuur of soms de natuur van een heel land (Ecuador) rechten te geven. Er wordt daarbij gezocht naar argumenten om dat geaccepteerd te krijgen. In mijn ogen wordt daarbij op een eigenlijke manier via taalspelletjes een machtsspelletje gespeeld. Zo wordt beargumenteerd dat de natuur rechten heeft omdat natuur een intrinsieke waarde heeft. Niemand definieert wat intrinsieke waarde heeft en niemand spreekt het tegen, want niemand weet hoe daarover een dialoog te voeren. In mijn ogen is de natuur een plek waar (over) niet gedebatteerd wordt over rechten en eigenlijk vind ik dat dat ook zo zou moeten blijven. In de vrije natuur vinden we rust, vooral wanneer we ook de natuur met rust (kunnen) laten. Dus natuurgebieden zouden beschermd moeten worden met zo weinig mogelijk inmengingen (beheer) en belangenverstrengeling.

Het grote kader

Het debat maakt deel uit van een bredere discussie over milieurechten, ecologisch behoud en duurzaamheid.
Aan de ene kant zijn er voorstanders van het toekennen van rechten aan de natuur. Ze betogen dat dit nodig is om ecosystemen te beschermen en te behouden, aangezien de huidige benadering van het beschermen van natuurlijke hulpbronnen vaak ontoereikend is. Het idee van intrinsieke waarde van de natuur komt voort uit het idee dat de natuur waarde heeft los van het feit dat het nuttig is voor de mens. Hierbij wordt gesteld dat de natuur inherent waardevol is en het recht heeft om te bestaan en zich te ontwikkelen, onafhankelijk van menselijke belangen.
Aan de andere kant zijn er mensen, die geloven dat de natuur beter beschermd kan worden door zo min mogelijk menselijke inmenging en belangenverstrengeling. Dit is vaak gebaseerd op het idee dat de natuur zelf al een evenwicht heeft en dat menselijke interventie schadelijk kan zijn.

Over het algemeen wordt natuur beschouwd als een ongerepte omgeving die niet of nauwelijks door menselijke activiteit is beïnvloed. Natuurlijke ecosystemen hebben over het algemeen een rijke verscheidenheid aan planten, dieren en micro-organismen. Een hoge biodiversiteit kan wijzen op een gezond en natuurlijk ecosysteem. Zo’n gebied wordt op een natuurlijke manier in balans gehouden en hoeft niet te worden beheerd. De natuurlijke aanwezigheid van ecologische processen, zoals predatie, concurrentie en symbiose dragen bij aan het evenwicht en de dynamiek van het ecosysteem. In het zuiverste geval hebben ze hun oorspronkelijke staat behouden en zijn ze niet verstoord door menselijke introductie van niet-inheemse soorten. Dergelijke natuur roept de neiging en de wens op om te beschermen en dat te doen met het beroep op rechten.

Het debat over rechten van de natuur wordt vaak gevoerd binnen een juridisch kader, waarbij definities en termen belangrijk zijn. Sommigen kunnen dit zien als een manier om een agenda door te drukken, terwijl anderen het als een noodzakelijke stap beschouwen om juridische bescherming te bieden aan natuurlijke ecosystemen.

Vaak wordt de natuur die reeds verloren is gegaan niet meer betrokken in de vraag of het beschermd moet worden. Jongeren die natuurgebieden niet hebben gekend in hun oorspronkelijke staat zullen niet snel geneigd zijn om mee te helpen die gebieden terug te krijgen. Het zogeheten shifting baseline syndroom maakt dat mensen geen oog meer hebben voor (de rechten van) dat wat er niet meer is.

Wie wordt betrokken in de beslissingen?

Uiteindelijk is dit een kwestie van ethiek, filosofie en maatschappelijke waarden. Er zijn geen eenduidige antwoorden, en verschillende culturen en samenlevingen kunnen verschillende benaderingen hebben. Het belangrijkste is dat er open en inclusieve dialogen worden gevoerd, waarbij diverse perspectieven worden overwogen om tot duurzame oplossingen te komen die zowel de natuur als de mensheid ten goede komen. Onderdeel daarvan is hoe mensen worden betrokken in de besluitvorming wat er binnen en vlak buiten de natuurgebieden kan en mag gebeuren. Wie heeft daarover beslissingsrecht? Zijn dat deskundigen, omwonenden, belanghebbenden of mag iedereen zijn zegje daarover doen en wordt daar dan ook naar geluisterd en gehandeld?

Hoe ver ga je met rechtsbescherming?

Misschien is er nog redelijk gemakkelijk overeenstemming te bereiken over rechtsbescherming van natuurgebieden, lastiger wordt het wanneer je ook de bewoners (planten en dieren) van zo'n gebied rechten wilt geven. Is ook een doortrekkend of dier welkom? Dat kunnen grote dieren als wolven zijn, maar ook kleine wezentjes als micro-organismen. Hoe ga je om met rechten van planten? Heeft een boom rechten en geldt dat dan anders voor aangeplante bomen? Ook bomen en struiken (vogelkers) koloniseren natuurgebieden. Volstaat dan een goede afspraak over (minimaal) beheer of is een appèl op respect voldoende?

Zie ook het pleidooi van Bruno Latour voor een ethische benadering waarbij zowel mensen als niet-menselijke actoren, zoals dieren en ecologische systemen, als evenwaardige deelnemers worden beschouwd in ecologische processen.

08 december 2023

Zijn mensen superieur aan andere wezens?

Samenvatting van een artikel van Titus Rivas

De vraag of mensen superieur zijn aan andere dieren roept discussies op over speciësisme en antropocentrisme. Terwijl antropocentristen de mens als superieur beschouwen vanwege unieke eigenschappen zoals rechtop lopen, erkennen ze dat fysiek gezien andere dieren vaak beter presteren. Mensen onderscheiden zich vooral door hun mentale vermogens, waaronder abstract denken en symbolische talen.

Hoewel dieren psychologisch complexer zijn dan lang gedacht, hebben mensen unieke combinaties van mentale kenmerken. Dit vermogen tot abstract denken heeft concepten als mensenrechten en veganisme mogelijk gemaakt, maar betekent niet automatisch morele superioriteit. Mensen vertonen vaak immoreel gedrag, en het feit dat ze intelligent zijn, maakt het des te schrijnender.

De traditionele christelijke opvatting van de exclusieve spirituele status van de mens wordt betwist. Het idee van spirituele verhevenheid wordt in twijfel getrokken, gezien het gebrek aan mededogen en immoreel gedrag onder mensen.

Hoewel mensen op bepaalde gebieden kunnen uitblinken, benadrukt de auteur dat intrinsieke waarde niet afhankelijk is van functionele vermogens. Alle wezens met en zonder subjectieve ervaringen moeten gelijkwaardig behandeld worden. Het artikel concludeert dat het benutten van ons menselijk potentieel belangrijk is, maar niet betekent dat we intrinsiek superieur zijn aan andere dieren.

Het hele artikel is te lezen op Animal Freedom.

07 december 2023

Het verhaal achter het korte leven van vleeskuikens

De kippenmoord op Anja, Manja en Tanja

Journalist Gerard van Westerloo volgde vleeskuikens Anja, Manja en Tanja door de hele Nederlandse kippenketen. Van broederij, via mesterij en slachterij tot vleesverwerkings- en verpakkingsindustrie.
Het korte leven van de drie kuikens duurde 38 dagen. Van Westerloo bezoekt de plaatsen in de kippenketen die het met het leven van de kuikens hebben te maken en sprak met de mensen die met de kuikens werken.

Waar zijn de kuikens geweest en met hoeveel andere?

Een citaat.
“Dit verhaal is het verhaal van hun korte leven. Dat hebben ze, van begin tot eind, gedeeld met een massa identieke soortgenoten.
In de stal waar hun vaderhaan hun moederhen bevruchtte, rollen om de week zeventigduizend broedeieren op de lopende eierband.
In de broedfabriek waar ze uit het ei kropen, kruipen elke week een miljoen zevenhonderdduizend kuikens uit hun ei.
De stal waarin ze gemest werden, deelden ze met tweeëntwintigduizend precies dezelfde kuikens.
En in de slachterij waar ze stierven, sterven elke week zevenhonderdvijfentwintigduizend van zulke vleeskippen.

Met wie is gesproken?

Behalve van Anja, Manja en Tanja is dit ook het verhaal van de mensen met wie ze tijdens hun leven in aanraking kwamen.
Van de fokker die hun voorouders net zo lang gekruist heeft tot Anja, Manja en Tanja als vrijwel identieke borstvlees kwekende halfzusjes ter wereld konden komen.
Van het boerenechtpaar dat hun directe ouders tot geslachtelijke omgang en tot de productie van zoveel mogelijk bevruchte eieren stimuleerde.
Van de directeur van de broedfabriek, praktiserend Zen-mediteerder, die ze na achttien warme dagen als eendagskuiken ter wereld bracht.
Van de vingervlugge dames die ze, vlak na hun geboorte, langs een lopende band op gebreken controleerden en ze, als die er waren, bij het afval deponeerden.
Van de vrachtwagenchauffeur die de gezonde exemplaren van Groenlo naar Dirksland reed.
Van de boerenbroers bij wie ze volgemest werden. Van de dierenarts die ze tegen pseudovogelpest inentte.


Van de zeven mannen uit Friesland, die in een busje uit Harkema naar Overflakkee reden om Anja, Tanja en Manja midden in de nacht bij hun poten te pakken en in containers te proppen.
Van de chauffeur die ze naar de slachterij reed.
Van de mannen aan de slachtlijn die toekeken of het mes wel goed gesneden had.
En van de lopende bandwerkers die Anja, Tanja en Manja kort na hun dood in delen uiteensneden.
In dit verhaal komen ze allemaal aan het woord. Ze zeiden het allemaal op hun eigen manier. Dat ze er 'geen moeite' mee hebben. Want dat ze er 'niet bij stil' staan. En dat ze zelf best 'een kippetje lusten'. Maar als het gesprek wat langer duurde, zeiden ze vaak ook iets anders. Dat je 'er niet bij na moet denken'. Want als je er wel bij nadenkt 'kan je dit werk niet doen'.”

Klik hier voor het volledige verhaal onder de titel “De kippenmoord op Anja, Manja en Tanja”.

Gerard van Westerloo († 2012) ontving begin april 2007 een Tegel, de vakprijs in de categorie 'Dag- en weekbladen, achtergrond'.

We moeten af van de goudviskom

Vissen zijn geen decoratie

Goudviskommen worden gezien als decoratieve objecten. Helaas worden goudvissen vaak slecht behandeld wanneer ze puur voor decoratie worden gebruikt. Deze vissen, die gevoelige wezens zijn en bij goede zorg wel 20 tot 40 jaar oud kunnen worden, belanden vaak in kleine, ongeschikte kommen met slechts enkele liters water. Dit leidt tot vervuiling en onvoldoende zuurstoftoevoer. De goudvissenkom biedt geen geschikte leefomgeving, beperkte bewegingsruimte en is volgens experts ongeschikt voor het houden van vissen. Om goudvissen welzijn te bieden, pleiten deskundigen voor ruimere aquaria met minimaal 250 liter water, geschikte inrichting met waterplanten en stenen, en het houden van goudvissen in kleine groepjes. De overstap van goudviskommen naar geschikte aquaria vereist bewustzijn bij verzorgers en verantwoordelijkheid van dierenhandelaren om ondeugdelijke kommen niet langer te verkopen.
Meer lezen? Zie dit artikel van de Vissenbescherming.

Jonge boeren nemen onnodig veel financiële risico

Eenzijdige gerichtheid op groei

Jonge boeren staan bij bedrijfsopvolging voor grote investeringen. Dat is niet een noodzaak, dat is cultureel en economisch zo gegroeid. Terwijl de Nederlandse intensieve veehouderij niet of nauwelijks bijdraagt aan de vaderlandse economie gaat er door de bulkproductie veel geld in om. Onder jonge boeren leeft een sterke competitieve inslag die ervoor zorgt dat ze gericht zijn op een voortdurende groei in omzet.

Vrijheid om snel te kunnen werken

Wie grote investeringen wil terugverdienen moet veel omzetten en kosten reduceren. Boeren zijn afhankelijk van weersomstandigheden. Er moeten soms lange dagen worden gemaakt om het werk op het land op tijd af te krijgen. Rekening houden met dieren op het land vertraagt het werken dan. Wie zijn grasland met Engels raaigras onaantrekkelijk maakt voor vogels om in te broeden en voor dieren om hun jongen er in onder te brengen hoeft ook niet zich schuldig voelen of er jonge dieren sneuvelen bij het maaien en oogsten. Ze leven domweg nauwelijk in een groene woestijn. En met gewonde insecten en muizen hebben weinig mensen compassie en er zijn vogels zat die de slachtoffers in het overzichtelijke gemaaide grasland willen opruimen. Dat een klein deel van ons land een groene woestijn is, kan ecologisch nog wel in balans te houden zijn, maar samenhangend met de gerichtheid op de export is zowel de te grote veestapel en daarmee het ammoniakoverschot een probleem als de hoeveel land waarop de veehouderij beslag neemt.
Welke sector zou een lang leven beschoren zijn wanneer deze bijna de helft van land bestrijkt en minder dan 2% bijdraagt aan de economie?

Internationale afspraken en verplichtingen

Nederland heeft als onderdeel van de EU de verplichting op zich genomen om de achteruitgang in biodiversiteit te stoppen en te keren en de omvang van de natuur te vergroten.
De weg van groei naar steeds grotere landbouwbedrijven is een doodlopende weg. Maar daar is nog niet iedere burger en betrokkene binnen de agrosector van overtuigd. De tactiek van met trekkers over de snelweg de zaak blokkeren en politieke besluitvorming vertragen en afhouden van noodzakelijke ingrepen heeft al decennia gewerkt en het lijkt erop dat het nog een tijdje zal blijven doorgaan.
Wil de overheid en de regering om te voldoen aan internationale verplichtingen en uit oprechte zorgen voor de natuur en het milieu toch ingrijpen en voorkomen dat Nederland steeds verder internationaal klem komt te staan, dan moet er bereidheid komen om onorthodoxe maatregelen te nemen.

Minder ambitie en minder zorgen

De angst van jonge boeren dat zij bij voortgaande regelgeving niet meer toe zullen komen aan het afbouwen van hun schulden kan worden weggenomen door met hun een ruil te doen. Miljonair zullen ze dan niet snel meer worden, maar armlastig ook niet wanneer de overheid garant zal staan voor voldoende cashflow om het huishouden draaiende te houden. De sector is al jaren afhankelijk van subsidie, daar mag tegenover staan dat een duurzaam werkende sector zich ook aan de regels en aan de afspraken houdt. Doet een boer(in) dat, dan mag die ook blijven wonen waar die nu zit. Wil een boer vrije ondernemer blijven dan zal hij of zij een andere invulling moeten zoeken voor hun bedrijf. Er is een veel minder gestrest leven denkbaar wanneer gewerkt wordt aan kwaliteit in plaats van kwantiteit.

Grotere marges

De afnemers, verwerkers en exporteurs van agroproducten en het bankwezen dat de leningen verstrekt zullen niet staan te juichen bij in het ingrijpen in de agrosector. Maar zij weten als geen ander hoe het gaat met marges. Wanneer de veehouderij gedwongen wordt om ecologisch verantwoord te werken, dan maakt een kleinere omzet met grotere marges ook een winstgevend verdienmodel.

Welk imago is belangrijk?

De Nederlandse voedselsector is bekend om de relatief grote export op basis van doorvoer. Maar dat is een imago waaraan de burgers in het land geen boodschap hoeven te hebben. 

Er is onder burgers een historisch neiging om bij verkiezen te gaan voor politici die bestaanszekerheid beloven te garanderen. Maar de situatie van tegenwoordig is doorgeslagen. Dit gecombineerd met de onwetendheid van burgers hoe de ecologische verhoudingen in de landbouw echt liggen maakt dat bij verkiezingen veel winst gemaakt kan worden door populisten. Het is verkeerde solidariteit.

08 november 2023

Van veroveren naar zelfbeheersing in het omgaan met de natuur

Een stapje terug doen 

In de loop der eeuwen heeft de mensheid de aarde verkend, veroverd en gevormd naar haar behoeften. Van uitgestrekte territoria tot diepe oceanen, we hebben de grenzen van de beschikbare ruimte op aarde opgezocht en vaak overschreden. Nu staan we op een keerpunt, waarbij we moeten erkennen dat er geen onontdekte landen meer zijn om te veroveren. In plaats daarvan moeten we onze inspanningen richten op het beheer van de ruimte die we hebben, met een speciale nadruk op het behoud van biodiversiteit en het toekennen van rechten aan dieren en de natuur zelf. 
Ons welzijn en zelfs onze gezondheid zijn nauw verbonden met de gezondheid van onze planeet. De biodiversiteit, die de verscheidenheid aan levende organismen en ecosystemen omvat, speelt een cruciale rol in het in stand houden van de balans van de natuur. Helaas is de menselijke activiteit in de loop der jaren een bedreiging geworden voor deze biodiversiteit. Ontbossing, vervuiling, overbevissing en klimaatverandering hebben geleid tot een dramatisch verlies van soorten en verstoring van ecosystemen. 
Het is nu essentieel dat we onze benadering van de aarde transformeren naar een meer harmonieuze samenleving met de natuur. Dit betekent niet alleen het behouden van wat overblijft, maar ook actieve inspanningen om biodiversiteit te herstellen en te bevorderen.

Rechten uitbreiden naar natuur en dieren

Het is tijd om de natuur en dieren te betrekken in onze morele cirkel. Dat betekent dat we de ethiek die we op elkaar betrekken doortrekken naar dieren: doe dieren niet aan wat je mensen ook niet wilt aandoen.
Een sleutelrol hierbij is het erkennen van de rechten van dieren en de natuur zelf. Net zoals mensen rechten hebben, zouden andere levende wezens het recht moeten hebben om vrij en ongehinderd te leven in hun natuurlijke omgeving. Het toekennen van rechten aan dieren en de natuur impliceert niet alleen het voorkomen van schade, maar ook het actief beschermen en herstellen van hun leefgebieden. Het betekent dat we moeten afstappen van een puur utilitaire benadering van de natuur, waarin het alleen waardevol is voor wat het ons kan bieden, en overgaan naar een meer holistisch begrip van onze plaats in het web van het leven.
Niet alleen afstappen maar ook een stapje terug doen. Niet meer de economie laten groeien om het groeien.
Concrete acties omvatten het instellen van beschermde gebieden, het verminderen van vervuilende activiteiten, duurzaam bosbeheer, en het aanpakken van de klimaatcrisis. Het betekent ook het stimuleren van duurzame praktijken in landbouw en visserij, waarbij de gezondheid van ecosystemen prioriteit krijgt boven kortetermijnwinsten. 
Nog beter is minder vlees en vis te gaan consumeren. De overgang naar een samenleving die de rechten van dieren en de natuur respecteert en beschermt, is niet alleen een morele plicht, maar ook een investering in onze eigen gezondheid en welzijn. Het is een erkenning van de onderlinge afhankelijkheid van alle levende wezens op deze planeet. Als we onze relatie met de natuur herstellen, kunnen we een veerkrachtige en duurzame toekomst creëren voor onszelf en de generaties die na ons komen. Het is tijd om niet langer als overheersers te handelen, maar als rentmeesters van de prachtige en delicate planeet die we thuis noemen.

24 oktober 2023

Welke eisen kun je stellen aan een vertegenwoordiger van de Partij voor de Dieren?

Groeipijnen en professionalisering

Nu de PvdD een stabiele partij is geworden en gestaag is gegroeid is de partij niet alleen een aanjaagpartij voor dierenbelangen. De PvdD komt ook in aanmerking voor coalities in besturen. Potentiële kiezers willen daarom weten of zij op andere onderwerpen kunnen rekenen op de PvdD.
Dat betekent dat volksvertegenwoordigers ook kennis moeten hebben van andere thema’s. Wanneer ook de PvdD visie ten aanzien heel gemakkelijk is (of zou zijn) uit te dragen en één op één is te vertalen naar de meeste politieke onderwerpen dan kan de partij doorgroeien en medebeslisser zijn op allerlei terreinen en in alle bestuurslagen.

Effectieve uitgangspunten en visie

Nu nog is uitgangspunt van de PvdD dat dierenbelang zijn terug te voeren op “de intrinsieke waarde” van een dier of een ecosysteem. Dit uitgangspunt brengt niemand veel verder in het aanvoelen hoe we met dieren en politieke besluiten zouden moeten omgaan. Wanneer we de belangen van dieren op hoofdlijnen gelijk stellen aan de uitgangspunten waarop mensenrechten zijn gebaseerd dan wordt het veel gemakkelijker om politiek te bedrijven en voor potentiële kiezers om aan te voelen hoe hun stem zal worden gebruikt.
Mens en dier zijn intrinsiek evenwaardig in hun recht op vrijheid. Met dit als uitgangspunt is het veel gemakkelijker op politiek te bedrijven. Het betekent ook dat het ingrijpende gevolgen heeft. Een grote veestapel louter en alleen om op buitenlandse markten geld te kunnen verdienen is dan uit den boze. Huisdieren houden die daarvoor niet geschikt zijn ook. Geïsoleerde natuurgebieden moeten dan worden verbonden om populaties leefbaar te houden. Dat kan allemaal gemakkelijk wanneer de landbouw minder ruimte in ons land zou innemen. Voor een uitwerking van deze gedachte, zie de website van Animal Freedom.
Voor de democratie en professionalisering binnen de PvdD betekent dit ook dat er veel meer aandacht zou moeten komen voor wie er gekozen worden als volksvertegenwoordiger en of specialisten op belangrijke niet-dierenonderwerpen op een verkiesbare plaats op de lijst staan. Vertegenwoordigers in de Tweede Kamer moeten samen een zo groot spectrum van onderwerpen kunnen bestrijken. Hoe te pleiten voor dierenbelangen is niet zo moeilijk aan te leren en af te stemmen. Deskundigheid op andere terreinen zou iemand al moeten hebben.

Wie gaat de partij leiden?

Ook moet er een heldere procedure zijn voor het aanwijzen van een partijleider. Een partijleider kan in principe ieder PvdD lid zijn zo lang maar het ledencongres het laatste woord heeft. Het ligt voor de hand om de lijsttrekker voor deze functie te kiezen onder de voorwaarde dat het partijleiderschap bij nieuwe verkiezingen weer geëvalueerd wordt en opnieuw wordt vastgesteld.

Doelen

De naam van de Partij voor de Dieren is zo gekozen omdat elk politiek besluit wordt bekeken naar de gevolgen die het heeft voor de (vrijheid van alle) dieren. Het zou er niet om moeten gaan dat de PvdD meewerkt aan beleid dat onze huizen en de stallen met dieren overbevolkt blijft houden. Wanneer mensen geen vlees meer eten van dierlijke afkomst dan is al veel leed beëindigd. Het meewerken aan het ontwikkelen en promoten van vleesvervangers is een logische manier om het aantal dieren te verkleinen dat onder onnatuurlijke omstandigheden leeft.

19 oktober 2023

We gebruiken ons land verkeerd

Dood die niet doet leven

Nederland bestaat voor bijna 1 miljoen hectare uit eiwitrijk exotisch Engels raaigras (55%). Dit gras zorgt ervoor dat koeien meer melk geven. Op dit gras groeit geen enkele bloem en er leven dus ook geen insecten en andere (zoog)dieren. De oppervlakte van dit monotone grasland is zo groot als noord en Zuid-Holland, Utrecht en Flevoland bij elkaar! Ook eten koeien mais. Deze plantages zijn zo groot als een deel van Gelderland. Koeien eten 750 gram soja per dag. Dit zorgt voor massale (illegale) ontbossing in het Amazonewoud. Dit alles voor 3,8 miljoen melkkoeien.
De andere 11,4 miljoen varkens, 100 miljoen kippen, 3,8 miljoen koeien, 1,7 miljoen kalfjes, 850000 schapen, 480000 geiten, 8,5 miljoen eenden, akkerbouw, natuur en de mens hebben de overgebleven provincies tot hun beschikking (45%). Totaal uit balans dus! Helemaal met de gedachte van 2/3 van alle zuivel voor de export is. 60-80% van al de dieren dat hier gehouden wordt, is voor de export en veel dieren worden in het buitenland geslacht.
Kalfjes worden direct bij de moeder weggehaald en de moeder mag weer melk ‘geven’ voor menselijke consumptie. Koeien hebben klauw - en uierontsteking en worden tussen de vier en zes jaar naar de slacht gestuurd. Als de melkproductie mindert, worden ze ook naar de slacht gestuurd. De koe de dood insturen is rendabeler dan de koe in leven houden. Koeien worden geïnsemineerd door de boer. Stieren staan in speciale stierenstallen en mogen een paar keer per week op een nep(kunst)koe rijden.
De koeien staan de grootste tijd van het jaar op stal (ook biologische koeien). In de herfst en winter staan de koeien sowieso op stal. Met deze kennis kun je het ten zeerste in twijfel nemen of koeien wel voldoende vitamine b12 aanmaken. Dit doen ze namelijk alleen als ze gras rechtstreeks van het land eten. Door de intensieve industrie is de bodem uitgeput waardoor er weinig leven in de grond zit. Vaak wordt er vitamine B12 in de vorm van kobalt toegevoegd aan het voedsel van koeien.
Maar liefst 85% van de wereldwijde watervoetafdruk komt door de landbouw. Van de watervoetafdruk van landbouwproducten komt 46% voor rekening van dierlijke producten. Een koe kan zo’n 60 liter water per dag drinken en het kost 1500 liter water om één biefstuk te maken.
Slechts 5% is te wijten aan huishoudelijk waterverbruik (zoals wasmachine, douchen, tuin). De overige 10% is voor bijvoorbeeld papier, meubels en apparaten.
Bron: Diervriendelijk Nederland.

 

Landgebruik in Nederland

Landbouwgrond op een gezonde manier laten rusten?

Sierteelt beslaat momenteel 1,7 procent van de landbouwgrond. Daarop wordt een kwart van de totale hoeveelheid landbouwgif gebruikt, blijkt uit gegevens van het CBS. Zorgen over de gezondheidseffecten van langdurige blootstelling bij boeren en omwonenden nemen de laatste jaren toe.
De bestrijdingsmiddelen komen ook in water. De concentraties verschillen in Nederland sterk per waterschap. Op sommige plekken worden normen een duizendvoud overschreden.
Geen enkele sector gebruikt per hectare zo veel bestrijdingsmiddelen als de (niet-biologische) sierbollenteelt, en daarbinnen spannen lelies en pioenrozen de kroon.
Desondanks zijn lelies nog toegevoegd aan de lijst van toegestane vang(rust)gewassen, vertelt Urgenda-directeur Marjan Minnesma aan NU.nl, terwijl ze door het hoge gifgebruik schadelijk zijn voor de waterkwaliteit.

Een lezer reageert:
Enige rustgewas is bladrammenas, wat nu meestal al als groenbemester en stikstof-vanggewas in het najaar na de oogst gezaaid wordt. Zaai dat in een rustjaar in. Dit bindt stikstof aan de wortels, de grond kan een jaar goed diep beworteld worden, de gele bloempjes vormen een oase voor insecten en een jaar lang geen machines op het land.
 

10 oktober 2023

PvdD kan dierenrechten op een begrijpelijkere manier bepleiten

Eenheid in het behandelen van mens en dier

De Partij voor de Dieren heeft na wat interne schermutselingen haar koers bijgesteld. Het zou mooi zijn wanneer er bij het werken aan de belangen van dieren en mensen eenzelfde uitgangspunt zou worden gehanteerd.

Op de website van de PvdD spreekt de partij over een rechtvaardige samenleving voor mensen en over dierenrechten.
Vreemd in mijn ogen is dat de PvdD beide doelen niet op hetzelfde principe (vrijheid) baseren, maar voor dieren een niet te volgen en loos uitgangspunt (intrinsieke waarde) neemt.
Voor een uitleg van de kritiek op intrinsieke waarde als keuze voor dierenrechten, klik hier.

Op de website van de PvdD de volgende teksten.
“De Partij voor de Dieren is voor een rechtvaardige samenleving.
De Partij voor de Dieren staat voor een samenleving waarin iedereen vrij kan leven, zolang die vrijheid niet ten koste gaat van anderen. Gelijke behandeling van iedereen is een grondrecht en een voorwaarde voor een samenleving waarin iedereen zich thuis voelt.”

De Partij voor de Dieren vindt dat dieren rechten moeten krijgen.
“Wij streven naar een versterking van de morele en juridische status van dieren in Nederland, door middel van erkenning van dieren als wezens met bewustzijn en gevoel. Dieren in Nederland worden voor de wet nu nog als dingen beschouwd. Wij willen bewerkstelligen dat dit niet langer het geval is en dat de intrinsieke waarde van het dier uitgangspunt wordt. Wij vinden dat op nationaal niveau de rechten van dieren in de Grondwet moeten worden vastgelegd en dat de bescherming van dieren in een zelfstandige dierenbeschermingswet moet worden gewaarborgd.”
Tot zover de website van de PvdD.

Heldere taal

Deze hele tekst zou veel meer zeggingskracht kracht hebben wanneer de zin “dat de intrinsieke waarde van het dier uitgangspunt wordt”, wordt vervangen door "dat de vrijheid van het dier uitgangspunt wordt".
Pas dan wordt het logisch (en kinderlijk eenvoudig te volgen) om de intensieve veehouderij af te willen schaffen en te willen bevorderen dat mensen stoppen met vlees eten. Vervolgens kan met de vrijgekomen landbouwgronden de nu geïsoleerde natuurgebieden met elkaar worden verbonden en blijft er ook voldoende ruimte vrij om meer mensen te huisvesten.
"Waar een wil is, is een weg".

Terzijde: wie leidt de partij?

Bij de PvdD zijn de leden (op het congres) in theorie de baas, maar er is geen procedure om de partijleider te kiezen, te evalueren of af te zetten. Dat leidt tot populisme en maakt het vrijwel onmogelijk om weeffouten in de organisatie en in de filosofie (uitgangspunten) te corrigeren.

"De duivel zit in de details" en "Mensen struikelen niet over bergen, maar over molshopen". Onderschat niet hoe kleine, schijnbaar onbelangrijke zaken van invloed kunnen zijn op het succes van een politieke stroming.

Samengevat en conclusie

Dieren, zoals alle levende wezens, hebben een inherent of intrinsiek recht op vrijheid. Dit recht op vrijheid betekent dat dieren niet zonder goede reden mogen worden beperkt in hun natuurlijke gedrag en leefomgeving. Het is onze morele verantwoordelijkheid om ervoor te zorgen dat dieren niet onnodig worden opgesloten, beperkt of gebruikt voor menselijk gemak of vermaak. In een rechtvaardige samenleving moeten we streven naar een harmonieuze balans waarin zowel mensen als dieren in vrijheid kunnen leven en gedijen.

09 oktober 2023

Trek het recht op vrijheid door naar de natuur

Dieren en elementen uit de natuur als gelijkwaardige

Filosoof Bruno Latour benadrukt het idee dat mens en natuur met elkaar verweven zijn in complexe netwerken van relaties. Hij moedigt aan tot een verschuiving in ons begrip van de natuur, weg van het traditionele dualisme waarin de mens wordt gezien als apart en superieur aan de natuur. In plaats daarvan ziet Latour de natuur als een actieve en waardevolle deelnemer in deze netwerken.
Hij pleit voor een ethische benadering waarbij zowel mensen als niet-menselijke actoren, zoals dieren en ecologische systemen, als evenwaardige deelnemers worden beschouwd in ecologische processen. Deze benadering benadrukt het belang van het erkennen van de rol en agency (het vermogen tot handelen) van niet-menselijke entiteiten in het behoud van de ecologie op onze planeet en het welzijn van alle betrokkenen, inclusief dieren. Het kernpunt is dat we moeten streven naar een herziening van onze ethische verplichtingen en verantwoordelijkheden ten opzichte van de natuur en dieren, waarbij we rekening houden met hun evenwaardige rol als actieve deelnemers in ons gedeelde ecosysteem. Dit impliceert het vermijden van schade aan de natuur en het bevorderen van duurzaamheid, biodiversiteit, het welzijn van alle betrokken partijen en het respecteren van hun recht op vrijheid.
 

Frank Westerman schrijft in de Groene Amsterdammer over de opvattingen van Latour.
“Latour rekent af met het idee dat de mens boven de natuur zou staan. Hij wil dat ik minder kortzichtig ga kijken, niet vanuit de onverzadigbare behoeften van de mens, maar vanuit het grotere geheel waar we deel van uitmaken, Gaia. De “dingen” hebben ook belangen en bestaansrecht, én wensen én grieven. Ze doen steeds luider van zich spreken: met overstromingen, bosbranden, lawines. Hun roep om aandacht zwelt aan naarmate het mensdom de temperatuur op aarde opvoert.
‘De geluiden van niet-mensen, lang genegeerd, worden nu oorverdovend’, zegt Latour. Een van zijn essays begint zo: ‘De ecologie noodzaakt ons tot een herbezinning op de wetenschap en de politiek. We drukken deze dubbele herziening uit met de term Parlement der dingen’.
Wie zich een weg kapt door zijn geschriften, komt uit bij een vergezicht. De mens dient zijn geprivilegieerde positie niet alleen onder ogen te komen, maar ook af te staan. Aan de ronde tafel van de besluitvorming moet homo sapiens plaats inruimen voor de Noordzee, de zeehond, de schol, het plankton.
Waarom niet? Waarom eigenlijk hebben wij tweevoeters, luidruchtige rupsjes-nooit-genoeg, meer rechten dan de zwijgzame vissen?”.

Toch waarschuwt Westerman tegen te naïef mensen als wettelijke vertegenwoordigers van dieren en natuurelementen aan te stellen.
“Met rechten komen plichten. Hoe zou je de – beschermde – aalscholver ter verantwoording moeten roepen voor het opslokken van een – ondermaatse – paling?
En wie klaagt Gaia straks aan voor de eerstvolgende overstroming? Of gaan we onszelf dan het verhaal vertellen dat deze godheid de zondaars op aarde straft omdat zij stukken van de zee hebben afgepakt en drooggelegd? Nog even en de Bijbelse Zondvloed krijgt een eigentijdse remake.
Een voogd aanstellen als buikspreker van de natuur is het bewandelen van een geitenpaadje door het politieke dier homo sapiens. Volstrekt legitiem, maar ook: bevoogdend, elitair en de directe democratie omzeilend. De vergelijking tussen Frankrijk en een bos gaat niet op: een bos kan geen boom aanwijzen als spreekbuis of vertegenwoordiger. Het parlement van de dingen zal altijd een parlement van mensen blijven, ook al vermom je de leden als kraaien of schelpen.
Laat mij liever old skool zijn. Als je het mij vraagt zijn mensen niet slechts een deel van het probleem, we zíjn het probleem, en dus onmisbaar bij welke oplossing dan ook. De plasticsoep in de oceaan is ons brouwsel; geen andere diersoort dan de onze kan die troep er weer uit vissen. De can do-houding van Boyan Slat van het megaproject The Ocean Cleanup hoeft geen rekening te houden met wat de zee er zelf van vindt – dát maakt slagvaardig.
Ik stel voor de oproep ‘Rechten voor de Natuur’ te vervangen door ‘Plichten voor de mens’. Doe niet omslachtig. Benader de zorg om de planeet vanuit diegene die de zorg zal moeten leveren – met realiteitszin, urgentie en doortastendheid.”

Westerman voorziet in een positieve rol van techneuten.
“Als boegbeelden van het oude denken dreigen ingenieurs in het verdomhoekje te belanden. De oplossingen die ze aandragen zouden slechts stoplappen zijn die mensen in de waan laten dat ze de dompteur van de natuur zijn. Maar wat nu als de techniek uitkomst biedt?
De Afsluitdijk heeft voor zijn negentigste verjaardag een ‘vismigratierivier’ gekregen: sinds 2022 wordt er gebouwd aan een onderwaterpassage dwars door het keileem heen. De in- en uitlaat van deze vistunnel wordt een brede, meanderende goot met een lengte van vier kilometer. Better safe than sorry, zeggen de afmetingen van deze 24/7 geopende toegangspoort voor de trekvissen.
In navolging van het ecoduct over de snelweg – voor herten, wolven en wilde zwijnen – krijgt de Afsluitdijk een ichtoduct onder de A7 – voor de paling, de zalm, de spiering, de snoekbaars en de baars”.


01 oktober 2023

Gebruik geen angstaanjagende metaforen

Verantwoorde modellen

Met modellen proberen wetenschappers zich een beeld te maken van toekomstige ontwikkelingen. In de media worden dan weer metaforen genoemd om dit beeld te omschrijven. Wie de economie vergelijkt met een motor gebruikt bijvoorbeeld bij een oververhitte economie het gevaar van vastlopen. Het gevolg kan zijn waardeverlies van producten en diensten, kortom verlies van welvaart.
Een metafoor die weleens gebruikt wordt om te waarschuwen bij de teruggang in biodiversiteit is het spel Jenga, waarbij de spelers om de beurt een blok uit de toren halen en deze bovenop de toren leggen. Hierdoor ontstaat in de loop van het spel een steeds hogere en instabielere toren. Het uitsterven van een diersoort wordt dan vergeleken met het uitnemen van een blokje uit de toren.
Maar of de huidige ontwikkelingen van verlies aan biodiversiteit en klimaatopwarming leiden tot een ondergang van de mensheid omdat de aarde steeds minder leefbaar wordt, dat is een nog lang niet uitgemaakte zaak.
De Gaia-theorie, genoemd naar de Griekse godin van de aarde Gaia, is een wetenschappelijke hypothese die is ontwikkeld door de Britse onafhankelijke wetenschapper James Lovelock en de biologische microbiologe Lynn Margulis in de jaren 1970. Deze hypothese stelt dat de aarde, met al zijn levende organismen en fysische componenten, als één enkel geïntegreerd en zelfregulerend systeem functioneert. Sommige wetenschappers accepteren de hypothese en zien het als een waardevol concept voor het begrijpen van de complexe interacties op aarde. Anderen beschouwen het als pseudowetenschap of als metafoor, omdat het soms antropomorfe taal gebruikt en de aarde beschrijft als een levend organisme. Een levend organisme kan ook sterven en die gedachte roept angst op, want dan sterven we allemaal voortijdig.
Het gebruik van metaforen in de context van klimaatverandering en biodiversiteit kan invloed hebben op hoe mensen de situatie begrijpen en welke acties ze bereid zijn te ondernemen. Sommige metaforen kunnen de ernst van de situatie overdrijven of angst aanjagen, terwijl andere meer realistisch en behulpzaam zijn.
Metaforen die klimaatverandering of biodiversiteitsverlies vergelijken met een onmiddellijke wereldwijde catastrofe, zoals een "apocalyps" of "ecologische ineenstorting", kunnen angst aanwakkeren en mensen verlammen. Hoewel deze scenario's aandacht verdienen, kunnen ze het gevoel van hulpeloosheid vergroten.

Streven naar balans en evenwicht

Homeostase verwijst naar het vermogen van een systeem om interne stabiliteit te handhaven, ondanks externe verstoringen. Denk bijvoorbeeld aan het menselijk lichaam dat de lichaamstemperatuur reguleert, of aan ecologische systemen die proberen om een bepaalde biodiversiteit te handhaven.
Wanneer je probeert te begrijpen hoe een dynamisch systeem zal reageren op veranderingen, is het nuttig om te overwegen hoe het systeem ernaar streeft om evenwicht te bereiken. Dit kan je helpen voorspellingen te doen over hoe het systeem zal reageren op bepaalde invloeden. Het betekent echter niet dat alle systemen altijd in perfect evenwicht zijn, en er kunnen tijdelijke schommelingen optreden voordat een nieuw evenwicht wordt bereikt.

De vlindervleugelslagtheorie wordt soms wordt gebruikt om de complexiteit van dynamische systemen te illustreren. Het idee is dat kleine veranderingen in een deel van het systeem (zoals de vleugelslag van een vlinder) uiteindelijk kunnen leiden tot grotere en onverwachte veranderingen elders in het systeem (zoals een storm). Dat lijkt angstaanjagend omdat je nooit lijkt te kunnen weten welke kleine ingrepen desastreuze gevolgen kunnen hebben.

Het is belangrijk om onderscheid te maken tussen correlatie en causaliteit. Het feit dat twee gebeurtenissen in de tijd correleren, betekent niet noodzakelijk dat de ene gebeurtenis de oorzaak is van de andere. In het geval van het vlindereffect is het meer een illustratie van de complexe, niet-lineaire aard van dynamische systemen dan een letterlijke verklaring van causale verbanden.

Uitdaging

In plaats van te focussen op catastrofale beelden, kunnen we de huidige situatie benaderen als een "uitdaging". Dit benadrukt de noodzaak van actie en samenwerking om oplossingen te vinden.
Het beschouwen van de aarde als een samenhangend ecosysteem benadrukt de complexe onderlinge afhankelijkheden tussen soorten en ecosystemen. Dit kan mensen aanmoedigen om de waarde van biodiversiteit te begrijpen en te waarderen.
De metafoor van klimaatnoodzaak benadrukt de dringende noodzaak om actie te ondernemen en doet een beroep op collectieve verantwoordelijkheid.
De keuze van metaforen is belangrijk, omdat ze onze perceptie van de problemen beïnvloeden en onze bereidheid om actie te ondernemen. Het is essentieel om realistische, hoopvolle metaforen te gebruiken die mensen aanmoedigen om betrokken te raken, positieve veranderingen te bevorderen en oplossingen te zoeken.
Er zijn verschillende moderne theorieën en concepten over ecosystemen die minder controversieel zijn dan de Gaia-theorie. Enkele van deze benaderingen omvatten het volgende.

  1. Ecosystemenbenadering. Deze benadering erkent ecosystemen als complexe en dynamische systemen bestaande uit biotische (levende) en abiotische (niet-levende) componenten. Het richt zich op het begrijpen van de interacties tussen verschillende soorten en hoe deze het functioneren van ecosystemen beïnvloeden. De nadruk ligt op het behoud en duurzaam beheer van ecosystemen.
  2. Biodiversiteit en behoud. Dit concept richt zich op het behoud van biodiversiteit, wat verwijst naar de verscheidenheid aan levende organismen in een ecosysteem. Inspanningen zijn gericht op het behouden van soorten, genetische diversiteit en ecosystemen om ecologische stabiliteit en veerkracht te behouden.
  3. Ecologische duurzaamheid. Duurzaamheid benadrukt het behoud van ecologische processen en hulpbronnen voor toekomstige generaties. Dit omvat het minimaliseren van menselijke invloeden op ecosystemen en het nemen van maatregelen om te voorkomen dat ecosystemen instorten.
  4. Ecosystemen voor diensten. Deze benadering bekijkt ecosystemen als leveranciers van diensten die van vitaal belang zijn voor menselijk welzijn. Dit omvat diensten zoals schoon water, bestuiving van gewassen en koolstofopslag. Het benadrukt het belang van het behoud en beheer van ecosystemen om deze diensten te behouden.
  5. Kringloopeconomie. Dit concept richt zich op het minimaliseren van afval en het maximaliseren van het hergebruik en de recycling van materialen en hulpbronnen. Het houdt rekening met de impact van economische activiteiten op ecosystemen en probeert deze te verminderen.

Minder vee, minder overbemesting, minder problemen

Vertalen we deze benaderingen naar de Nederlandse veehouderij dan is het duidelijk dat de huidige doorgeschoten omvang van productie en gerichtheid op export van vlees en zuivel het vrijwel onmogelijk maken om tot een gezond ecologisch evenwicht te komen. Er wordt zoveel land en gewasbeschermingsmiddelen gebruikt en mest geproduceerd dat de natuur en het milieu te weinig kans krijgen om te komen tot een optimaal en gezond ecologisch systeem.
Hier past de metafoor van uitputten, uitknijpen, uitpersen en uitmelken. Het roept het beeld op van hebzucht, overmatig gebruik en het negeren van mogelijke negatieve gevolgen, kortom het ontlopen van verantwoordelijkheid.
Ook op dit punt staan we voor een uitdaging. Mensen zijn niet goed in het elkaar aanspreken op onethische motivaties. We zullen telkens opnieuw moeten bespreken dat vrijheid voor mens en dier cruciaal is, maar hoe we dat vorm geven voortdurend onderhoud en evaluatie vraagt.

Leeswijzer


Thema's of steekwoorden vindt u via de labels onderaan de pagina of op Animal Freedom.
Klik hier voor de laatste bijdragen op dit blog
.
Klik hier voor het beleid om uw privacy te beschermen.
Kijk op ook Facebook voor onze reactie op de actualiteit.

Waarom dit blog?

De Nederlandse veehouderij is vooral gericht op zoveel mogelijk voor de export te produceren onder het motto “meer, meer, meer en groot, groter, grootst”. Dit heeft negatieve gevolgen voor zowel de dierenwelzijn, biodiversiteit, het milieu, het klimaat, de portemonnee en de gezondheid van burgers en ook voor welwillende boeren.
Dit blog verzamelt kritische artikelen die de wurggreep beschrijven waarin de veehouderij zichzelf heeft vastgezet. Zo willen we niet alleen een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de kwaliteit van het leven voor alle belanghebbenden, maar ook aan een schone, gezonde omgeving en een beter dierenwelzijn.

Ook de argumentatie dat dieren grondrechten hebben kan beter en meer aansluiten op hoe mensen voor zichzelf vinden dat recht moet gelden. Alle dier(soort)en kunnen in hun recht op vrijheid als (intrinsiek) evenwaardig aan mensen beschouwd worden. Dierenrechten zijn mensenrechten, die mensen de kans geeft om voor dieren op te komen.
Dieren, bijv. in de intensieve veehouderij, worden behandeld als een object in plaats van een subject met gevoelens en rechten.

De snelheid en het aantal dier(soort)en dat we voortdurend gebruiken is immens. De bijdrage aan onze welvaart en economie van de agrosector is gering. De oplossing is simpel en van niemand anders dan van ons zelf afhankelijk.

Dierenrechten in woord en beeld

Vrijheid is ook een intrinsiek grondrecht voor dieren. Dieren zijn geen dingen Dierenrechten zijn mensenrechten. Mensen moeten voor dieren kunnen opkomen wanneer hun grondrecht wordt geschonden.
logo van Animal Freedom yin en yang
Lees hier over de redenen waarom dieren recht op vrijheid hebben. Lees hier waarin mens en dier evenwaardig zijn.