Mens en dier zijn (intrinsiek) evenwaardig in hun recht op vrijheid

Bij de Stichting Animal Freedom leest u over de gedachte achter dierenrechten.
Hier leest u over ontwikkelingen in de agrosector en de gevolgen voor dieren(rechten).
Alle levende wezens zijn verschillend maar evenwaardig in het recht op vrijheid op een natuurlijk leven.
Een dier is (net als een mens) geen ding of een object.
Dierenrechten zijn mensenrechten. Mensen moeten kunnen ingrijpen wanneer mensen dieren misbruiken of onrecht aandoen.

22 december 2012

Kerstdierenleed

Voor de meeste mensen is kerstmis een feestelijke aangelegenheid. Voor de één de viering van de geboorte van Jezus, voor de ander gewoon een gezellige tijd met het gezin, familie, vrienden, kerstboom, hapje, drankje, uitslapen etc.. Overigens hoeft het een het ander niet uit te sluiten. Waar de kersttijd dus voor de mens een periode van warmte, gezelligheid en zingeving is, is het voor veel dieren geen pretje. Wilde dieren worden aan flarden geschoten door zich populatiebeheerders noemende heren met gekke petjes en schietgeweren en prijken vervolgens fragmentarisch op de diverse kerstmenu’s. Wel moge het u bekomen? Duizenden varkens, konijnen, kalkoenen enz. vallen ten prooi aan de lekkere trek van de mens. Na een toch al geen prettig leven wacht het slagersmes. Weer andere dieren hebben te lijden van de nationale gekte die ‘vuurwerk’ heet. Tientallen miljoenen euro’s worden neergeteld door een in een economische crisis(?) verkerende samenleving. Gevaarlijk, vervuilend en buitengewoon hinderlijk voor veel mensen, maar vooral voor dieren. Voorstellen in de politiek om dit jaarlijkse geweld af te schaffen of op z’n minst aan banden te leggen worden weggelachen en afgeserveerd. Want wie aan onze tradities komt brandt zijn vingers. Evenals bij het volkomen achterhaalde rapen van kievitseieren wekt elke poging tot afschaffing grote volkswoede op. Een wat onderbelicht fenomeen in dit verband is de zgn. levende kerststal. Ter opwekking(?) van een (quasi-)religieus gevoel acht men het nuttig de geboorte van Jezus op creatieve wijze vorm te geven door het inrichten van een ‘heuse’ geboortestal met herders, de maagd Maria, timmerman Jozef en natuurlijk niet te vergeten het kindeke zelf.
Hoewel Zijn Heiligheid de Paus recentelijk twijfel heeft gezaaid bij grote groepen gelovigen door te beweren dat in de stal hoogstwaarschijnlijk geen dieren aanwezig waren, houden veel kerststalfans koppig vast aan de ezel en de os in de directe omgeving van de kribbe en de trotse ouders. En omdat de rollen van de herders zowel als Maria en Jozef worden vertolkt door echte mensen, kunnen de dieren niet achterblijven, vindt men. Echter met dit verschil dat de mensen vrijwillig aan het acteren slaan maar de dieren gedwongen worden. Vinden dieren dat fijn? Geloof maar van niet! Ze houden niet van drukte. Pratende en lachende mensen, kinderen zo nodig moeten aaien, muziek, onderkomens die in de meeste gevallen absoluut niet voldoen aan minimale eisen qua grootte, ondergrond en omgeving. Soms worden ze slachtoffer van vandalisme en vergeet ook niet het gesleep van de ene locatie naar de andere.
Onlangs zag ik in Dokkum een kerststal in de open lucht – contradictio in terminis! – terwijl de regen met bakken uit de lucht kwam. Ik zag drie ezels, een kameel(!), wat apathische geiten, kippen, eenden en een konijn! Maria en Jozef ontbraken en Jezus was een pop! En dan te bedenken dat ezels en geiten wegens hun vacht niet langere tijd aan regen mogen worden blootgesteld. Wat een treurigheid!
Vier kerst zoals je wilt, maar laat dieren met rust. Die hebben geen (blijde) boodschap aan onze feesten!

20 december 2012

Veeteelt in Europa kan veel duurzamer

Duurzamere regionale voedselvoorziening is mogelijk.

Persbericht Milieudefensie Amsterdam, 20 december 2012 – Er is genoeg ruimte in Europese landen om alle voedsel voor mensen en veevoer voor landbouwdieren te telen en onze voedselvoorziening zo te verduurzamen. Dat blijkt uit een vandaag gepubliceerde studie van onderzoeksbureau Alterra in opdracht van Milieudefensie. Klaas Breunissen, campagneleider voedsel van Milieudefensie: “We moeten stoppen met het gesleep van voedsel over de wereld en de voedselvoorziening regionaliseren. De Alterra-studie laat zien dat een duurzame voedselproductie in Europa goed mogelijk is”.
Belangrijke stap in het verduurzamen van onze voedselproductie is veevoergewassen dichter bij huis telen in plaats van in Zuid-Amerikaanse landen waar sojaplantages een drijvende kracht achter ontbossing zijn.
Met ons huidige voedingspatroon in Nederland zijn we voor 68 procent afhankelijk van dierlijke producten voor eiwitten, voor de productie hiervan wordt jaarlijks zo'n 2 miljoen ton soja gebruikt voor veevoer in Nederland. Alterra heeft in opdracht van Milieudefensie gezocht naar een optimale balans tussen de teelt van voedings- en veevoergewassen, het aantal productiedieren en het dagelijkse dieet van de mensen in een willekeurig Europees land. Randvoorwaarden daarbij waren dat de voedselvoorziening regionaal moet plaatsvinden en de stikstofkringloop gesloten wordt. Dat wil zeggen dat er geen overbemesting plaatsvindt door de veehouderij in Europa en de landbouwgrond in Zuid-Amerikaanse landen niet verarmt door de monocultuur.
Uit de berekeningen van Alterra blijkt dat er in een land als Nederland voldoende ruimte is om alle voedsel en veevoer te verbouwen dat nodig is om de bevolking te voeden. Die ruimte is er zelfs als wordt uitgegaan van het huidige consumptiepatroon in Nederland. In andere Europese landen met een dieet met minder dierlijke eiwitten kan dat al helemaal.
Het door Alterra ontwikkelde rekenmodel laat goed de relatie zien tussen het consumptiepatroon van de mensen, de benodigde grond die nodig is om het voedsel te produceren en het aantal landbouwdieren dat gehouden kan en moet worden. Het model is een eerste aanzet en moet nog verder worden ontwikkeld. Alterra-onderzoeker Anouk Cormont: "Het model houdt rekening met de belangrijkste elementen van de stikstofkringloop. Een interessante vraag is hoe de balans uit zou vallen voor andere mineralen zoals bijvoorbeeld fosfor en kalium".
Milieudefensie beschouwt de Alterra-studie als een steun in de rug voor haar campagne voor de productie van Kleine Hoefprint kaas, waarbij de Zuid-Amerikaanse soja in het voer van de koeien die de melk voor de kaas leveren, is vervangen door in Europa geteelde veevoergewassen. Klaas Breunissen: “Met die campagne maken we zichtbaar dat veel consumenten willen dat ons dagelijkse voedsel geteeld wordt in de regio en niet ten koste gaat van het Zuid-Amerikaanse regenwoud. De studie van Alterra laat zien dat Europese veevoerteelt een reële mogelijkheid is”.

Tot zover het persbericht.
Wat Milieudefensie hier en op de site over de Kleine Hoefprint niet bij vertelt, dat dit beleid betekent dat Nederland haar veestapel rigoureus zou moeten inkrimpen. Dat is prima en levert nog meer voordelen op, maar is wel zo duidelijk.

17 december 2012

Plezier aan het jagen op kweekwild

Het wordt Kerst en daarmee laait de jaarlijkse discussie over de ethiek van het uitzetten van dieren om op te jagen weer op.
Voor jagers is het prettig dat, wanneer zij dieren willen schieten, zij niet lang hoeven te wachten voordat er een dier voor hun loop komt. Het helpt ook voor het jachtplezier wanneer de dieren rustig blijven wachten tot het schot valt. Dat scheelt weer in half aangeschoten wild dat niet meer is te traceren en niet meer als buit is te verkopen.
Dit, en omdat het goed geld oplevert om zelf geschoten dieren aan de poelier aan te leveren, is de reden dat jagers speciaal gekweekte dieren uitzetten.

De PvdD ziet, behalve de voor de hand liggende bezwaren op het gebied van dierenwelzijn en ethiek, nog meer haken en ogen aan deze laffe jagerspraktijk en stelt Kamervragen.

Vragen van het lid Thieme (Partij voor de Dieren) aan de minister van Economische Zaken over het aanbieden en uitzetten van kweekwild voor de jacht en consumptie.

1. Bent u er van op de hoogte dat het in Nederland gevestigde bedrijf ’t Zinkske wilde dieren kweekt om ze vervolgens aan jagers aan te bieden met de suggestie deze dieren uit te zetten in de vrije natuur enkel om de dieren te kunnen afschieten voor het plezier of consumptie? Zo ja, hoe beoordeelt u dit?

2. Kunt u bevestigen dat het in Nederland verboden is dieren zoals fazanten, patrijzen, hazen en edelherten te kweken en vervolgens uit te zetten in de vrije natuur enkel met als doel deze dieren af te schieten voor plezier of voor consumptie? Zo ja, bent u dan van mening dat het in Nederland wel is toegestaan om wild te kweken en aan te bieden voor uitzetting of voor consumptie waarbij het uiteindelijk doel onduidelijk blijft?

3. Beschikt ‘t Zinske over de vereiste Flora- en Faunawet ontheffingen om de op de website aangegeven (veelal beschermde inheemse) diersoorten te mogen houden, vervoeren, uitzetten, en over de grens te transporteren (import/export)? Zo ja, op welke gronden in de Flora- en Faunawet zijn deze ontheffingen gebaseerd?

4. Voldoet dit bedrijf aan overige wet- en regelgeving rondom het houden van dieren, zoals de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren inzake de houderij-omstandigheden, transport van dieren, en veterinaire risico’s?

5. Kunt u garanderen dat het ’t Zinkske deze gekweekte wilde dieren niet aan jagers verkoopt die de dieren vervolgens hier in Nederland uitzetten voor de jacht of de consumptie? Zo, ja kunt u gedetailleerd uiteenzetten hoe u dit precies controleert en handhaaft? Zo nee, deelt u de mening dat het bedrijven als ’t Zinske in Nederland expliciet verboden zou moeten worden om overtredingen niet in de hand te werken?

6. Is het waar dat u niet kunt uitsluiten dat in het buitenland in de vrije natuur uitgezet kweekwild voor de jacht en consumptie, in Nederland wordt verkocht als wild voor consumptie? Zo ja, wat vindt u er van dat wild verkregen middels in Nederland verboden handelingen volgens de Flora- en Faunawet wel in Nederland verkocht mag worden voor consumptie?

7. Kunt u voor elk van de drie categorieën wild (vrij wild, kweekwild en uitgezet kweekwild) uiteenzetten welk aandeel elke categorie heeft in de Nederlandse wildconsumptie uitgedrukt als percentage van de totale nationale wildconsumptie? Zo ja, kunt u daarbij ook uiteenzetten hoeveel wild dat in Nederland wordt verkocht voor consumptie ook daadwerkelijk afkomstig is uit Nederland? Zo nee, waarom niet? Bent u bereid hiernaar nader onderzoek te doen verrichten?

8. Kunt u aangeven in hoeverre post mortem keuringen verschillen voor wild afkomstig uit de natuur, kweekwild en uitgezet kweekwild?

9. Deelt u de mening dat het verkopen van wild voor consumptie afkomstig van dieren die hun hele leven hebben doorgebracht in kwekerijen ofwel afkomstig van dieren die in kwekerijen worden opgefokt en in de vrije natuur worden uitgezet enkel om daar afgeschoten te worden voor de jacht of voor consumptie niet als wild bestempeld kan en mag worden? Zo ja, bent u bereid een verbod in te stellen op de verkoop van dit soort wild? Zo nee, waarom niet?

10. Deelt u de mening dat consumenten moeten kunnen controleren met welke categorie ‘wild’ hij of zij te maken heeft, zodat de consument er van op de hoogte is dat het wild dat hij of zij koopt veelal kweekwild is afkomstig van dieren die nooit in de vrije natuur hebben geleefd en in vergelijkbare omstandigheden leven als dieren in de bio-industrie? Zo ja, op welke wijze en termijn wilt u hier, bijvoorbeeld via etiketteringsplicht, verandering in brengen? Zo nee, waarom niet?

11. Deelt u de mening dat wild absoluut niet kan worden aangemerkt als duurzaam alternatief voor vlees, zoals jagers veelvuldig doen, gelet op het feit dat Nederland naar schatting slechts 5% van haar jaarlijkse nationale wildconsumptie van 12.000 kilo met inlands wild kan dekken en het verkochte wild bovendien veelal afkomstig is van kwekerijen waar dieren worden gehouden vergelijkbaar met dieren uit de bio-industrie? Zo ja, op welke wijze en termijn gaat u de consument daar beter over voorlichten? Zo nee, waarom niet?

De gestrande bultrug leidt tot verhitte discussie

In de wereld van dierenbeschermers is weinig controverse wanneer het gaat om het redden van zeldzame dieren. Wanneer de dieren talrijker zijn wijken de standpunten meer uiteen. Bijvoorbeeld Lenie ’t Hart zal zo veel mogelijk zeehonden in nood in Pieterburen opvangen en medewerkers van Ecomare op Texel zullen deze dieren eerder aan hun lot overlaten.
Grote zeezoogdieren die op een strand aanspoelen blijven niet onopgemerkt. Soms stranden ze per ongeluk, soms stranden ze omdat zij al stervende, drijvend het strand opspoelen. Hoe meer dieren er zijn, hoe groter de kans dat er ergens één opduikt.
Ook menselijke activiteiten doen dieren stranden. Ze zijn dan bijvoorbeeld in de war geraakt door lawaai onder water, waardoor ze zich niet goed meer kunnen oriënteren.
Het is de verantwoordelijkheid van de gemeente waar een dier in nood belandt hoe en of de hulpverlening wordt georganiseerd. Hulpverlening kost geld. Die investering is soms puur voor het dier, soms heeft het ook een commercieel tintje. Een potvis op een druk bevolkt strand gaat enorm stinken en zou moeten worden opgeruimd.
Een stervend dier in de Oostvaardersplassen kan dienen als voedsel voor andere dieren. Te veel van de honger stervende dieren als gevolg van fout beleid vraagt aanpassing van het beleid.
Voor zowel mens als dier geldt dat het een vrijwillige zaak is of je een dier in de vrije natuur helpt of niet, althans dat zou het moeten zijn. Voor aangereden dieren in een gemeente wordt het minder vrijblijvend. Hetzelfde geldt voor dieren die het slachtoffer zijn van andere menselijke activiteiten, bijvoorbeeld visserij of godsdienstige overwegingen bij de rituele slacht.
Op Twitter viel deze tweet van Mireille de Roo te lezen: “Dieren worden tot dingen gedegradeerd zodra de hebzucht vd mens om de hoek komt kijken”.
Het gevolg van de hebzucht is een onverschillige en dingmatige behandeling, alsof dieren geen gevoel of belangen hebben. Allerlei drogredenen worden vervolgens aangevoerd om zichzelf vrij te pleiten van een zorgplicht.

Voor mij is de meest bevredigende grondhouding om er in mijn handelingen voor te zorgen dat dieren geen nadelige gevolgen hebben. Daarom "bezit" ik geen huisdier(en) en eet ik geen vlees. Wanneer ik een dier in nood aantref, dan bel ik de dierenambulance of desnoods verlos ik het dier uit zijn lijden. Het uitgangspunt voor mij is dat dieren net als mensen vrijheid als grondrecht hebben. Voor het overige kunnen twee, met woorden strijdende partijen voor mij allebei gelijk hebben. Maar de betrokkenheid bij een dier daalt voor mij niet als er meer van zijn of stijgt niet naar mate deze zeldzamer wordt. Uiteraard wordt voor mij een zeldzaam dier wel sneller een individu.
De (intrinsieke) waarde van mens en dier is niet in geld uit te drukken, de moeite die je doet wel.

14 december 2012

Is diervriendelijke veehouderij moreel aanvaardbaar?

De universiteit van Utrecht kondigde mei 2011 een merkwaardige promotie aan. Het thema is door het verzet van de nertsenhouders tegen de afschaffing van hun sector opnieuw actueel. Zij betogen dat afschaffing de overheid veel geld gaat kosten vanwege schadevergoeding voor inkomstenderving; dat afschaffen zinloos is omdat de business wordt overgenomen door het buitenland en dat dan de nertsen minder diervriendelijk worden gehouden.

In haar proefschrift zet Tatjana Visak de implicaties en vooronderstellingen van twee versies van het utilisme op een rij, de morele theorie die traditioneel het meeste heeft bijgedragen aan het herkennen van dierenleed als moreel relevant. Het utilisme wordt over het algemeen als volgt ingevuld. Onnodig leed moet worden voorkomen, maar met het houden en doden van dieren als zodanig is niets mis. Bijvoorbeeld Peter Singer, de wereldberoemde utilist en dierethicus, accepteert een versie van het utilisme die inhoudt dat een dier in principe pijnloos gedood mag worden. Als het gedode dier vervolgens vervangen wordt door een ander dier dat anders niet zou hebben bestaan en dat net zo veel welzijn ervaart als de toekomst van het gedode dier zou hebben bevat, dan tast het doden van het dier de totale hoeveelheid welzijn niet aan. En daar is het de utilist om te doen.
In dezelfde lijn van argumentatie wordt er gezegd, overigens niet alleen door utilisten, dat praktijken als de veehouderij zelfs goed zijn voor de dieren, mits de dieren een goed leven hebben. Anders zouden die dieren namelijk helemaal niet hebben bestaan, en een kort en gelukkig leven is beter voor het dier, zo de argumentatie, dan helemaal niet bestaan. Op deze argumentatie valt veel af te dingen, aldus Visak, óók binnen het utilisme.
Een alternatieve versie van het utilisme accepteert niet dat dieren vervangbaar zijn, en biedt dan ook geen rechtvaardiging voor praktijken als de zogenaamd diervriendelijke veehouderij.

Tot zover de beschrijving van het proefschrift van Visak. Wat worden we van deze tautologieën wijzer?

“Als het gedode dier vervolgens vervangen wordt door een ander dier dat anders niet zou hebben bestaan en dat net zo veel welzijn ervaart als de toekomst van het gedode dier zou hebben bevat, dan tast het doden van het dier de totale hoeveelheid welzijn niet aan”.

en

“Praktijken als de veehouderij zijn goed voor de dieren, mits de dieren een goed leven hebben. Anders zouden die dieren namelijk helemaal niet hebben bestaan, en een kort en gelukkig leven is beter voor het dier, zo de argumentatie, dan helemaal niet bestaan. Op deze argumentatie valt veel af te dingen, aldus Visak, óók binnen het utilisme”.

Met het proefschrift wil Visak blijkbaar aantonen dat ook diervriendelijke vee- of nertsenhouderij niet ethisch valt te verdedigen. Maar is het dan niet veel zinvoller om de vraag te onderzoeken waarom het houden van dieren onethisch is? Dat het houden van dieren inhoudt dat zij in hun grondrechten worden geschonden, namelijk dezelfde grondrechten als bij mensen wanneer zij onschuldig gevangen worden gehouden. Vrijheid is een grondrecht voor mens en een dier.

Zie ook het overzicht van drogredenen voor het houden van nertsen.

11 december 2012

Kamervragen over opblazen aandeel landbouw in economie

Een passage op de website van de Rijksoverheid, die suggereert dat de land- en tuinbouw primair goed is voor tien procent van de Nederlandse werkgelegenheid en economie, klopt niet. Het gaat hier over de gehele Nederlandse agro-industrie, inclusief de verwerking, toelevering en distributie van buitenlandse grondstoffen.

Op dit blog is de suggestieve berichtgeving door de agrolobby al vaker aan de orde gesteld.

De PvdD heeft hierover nu ook Kamervragen gesteld.

Vragen van het lid Thieme (Partij voor de Dieren) aan de minister van Economische Zaken over het aandeel van de land- en tuinbouw in de Nederlandse economie.

  1. Heeft u kennis genomen van het bericht “‘Land- en tuinbouw goed voor 10 pct van economie en werkgelegenheid', NRCnext checkt”, waarbij de NRC deze uitspraak het oordeel ‘grotendeels onwaar’ geeft?
  2. Kunt u aangeven waarom op de website van de Rijksoverheid (1) nog steeds staat aangegeven dat de Nederlandse landbouw en tuinbouw goed zijn voor 10% van de Nederlandse economie en werkgelegenheid, terwijl vorig jaar al in de schriftelijke antwoorden bij de begrotingsbehandeling van het onderdeel Landbouw en Natuur door de staatssecretaris van Economische zaken, Landbouw & Innovatie werd toegegeven dat de land- en tuinbouw niet een aandeel van 10% maar slechts van 1,2% van het Nederlandse Bruto Nationaal Product uitmaakt?
  3. Bent u bereid om de website van de Rijksoverheid aan te passen aan de werkelijke feiten rond het aandeel van de land- en tuibouwsector van de Nederlandse economie? Zo nee, waarom niet?
  4. Bent u bereid om in het vervolg een helder onderscheid te maken in uw communicatie tussen de primaire sector en de verwerkende en toeleverende sectoren? Zo nee, waarom niet?

(1) Inmiddels is het bericht verwijderd

05 december 2012

Schokkende film over melkveehouderij in Europa

December 2012 presenteerde Compassion in World Farming (CIWF) nieuw, schokkend beeldmateriaal over de Europese melkveehouderij aan de internationale pers in Brussel. Onderzoekers filmden in augustus van dit jaar op 52 melkveehouderijen in Denemarken, Duitsland en Spanje. De beelden tonen illegale praktijken en ernstige dierenwelzijnsproblemen op de bezochte bedrijven. Ze ondersteunen de noodzaak van nieuwe, Europese regels voor het welzijn van melkkoeien. CIWF roept de Europese Commissie daarom op snel met voorstellen voor dergelijke regels te komen.

Wat onze onderzoekers aantroffen op de willekeurig geselecteerde bedrijven is ronduit schokkend, vooral voor consumenten die denken dat alle koeien tevreden in de wei kunnen grazen.

De meest voorkomende problemen die onze onderzoekers zagen zijn:
* Koeien die tot de grenzen van hun fysieke mogelijkheden worden aangezet tot een zeer hoge melkproductie;
* Koeien die binnen staan en aangebonden zijn aan de nek, soms zelfs gedurende het hele jaar;
* Ernstig kreupele dieren en koeien met pijnlijke zweren;
* Vuile, kale en/of oncomfortabele stallen met onvoldoende of ongeschikte bedding.

Een alarmerend aantal boerderijen hield de koeien het hele jaar binnen (Denemarken 68%, 63% in Spanje en >50% in Duitsland) Deze dieren kunnen, in strijd met het beeld dat veel consumenten nog steeds hebben van de melkveehouderij, in de zomer niet grazen in de wei.
Geert Laugs, directeur van Compassion in World Farming Nederland, zegt hierover: ‘Ook in Nederland zien we een sterke trend koeien het hele jaar door binnen te houden. Recente cijfers tonen aan dat nu al 30% van onze koeien nooit naar buiten kunnen. Een jaar geleden was dat nog ‘maar’ 26%. Hoewel we voor dit onderzoek niet in Nederland gefilmd hebben bestaan de gesignaleerde problemen dus ook in ons land. Dat geldt ook voor welzijnsproblemen die veroorzaakt worden door de hoge melkgift”.

In Duitsland filmden de onderzoekers op 14 bedrijven met een omvang van 15 tot 1400 koeien. De melkgift lag tussen de 20 en 30 liter per dag. In Nederland ligt de melkgift op gemiddeld 22 liter per dag. Om alleen haar kalf te voeden hoeft een koe niet meer dan 4 tot 8 liter melk per dag te geven. Op één bedrijf werden koeien zelfs aangezet tot een productie van 60 liter per dag. Deze enorme fysieke belasting voor de dieren leidt tot uitputting. Melkkoeien worden meestal geslacht na 3 melkcycli, terwijl koeien van nature wel 20 jaar of ouder kunnen worden.

Het aanbinden van koeien, met leren riemen of met kettingen, bleek een specifiek probleem in Duitsland te zijn. Op 79% van de bezochte bedrijven kwam het aanbinden op de een of andere manier voor. De onderzoekers vonden zelfs een bedrijf waar de koeien tijdens de bevalling aangebonden bleven. Dit veroorzaakt waarschijnlijk zeer veel stress voor de koe die van nature haar kalf direct na de geboorte wil beschermen en voeden.

In Spanje zagen de onderzoekers op meer dan één bedrijf koeien met geknipte staarten. Koeien zonder staart kunnen vliegen niet verjagen en zich niet verweren tegen insectensteken. Vooral in de zomer kan dit pijn en irritatie veroorzaken. Het is niet alleen slecht voor het welzijn van de dieren, het is ook illegaal.

De nieuwe film van Compassion in World Farming ondersteunt de roep om specifieke Europese regelgeving voor de bescherming van 23 miljoen melkkoeien in Europa. Dergelijke minimumeisen zouden voor melkveehouders in Europa een ‘level playing field’ creëren. Bovendien bestaan er in de EU nog geen soortspecifieke regels voor het welzijn van melkkoeien. Voor varkens, kippen en kalveren zijn die er wel.

De regelgeving die CIWF voorstelt zou het volgende moeten omvatten:
* Weidegang in voorjaar en zomer en uitloop naar buiten op plekken waar geen gras groeit.
* Minimum ruimte-eisen voor koeien wanneer ze in de stal staan
* Een verbod op aanbinden, met uitzondering van zeer korte perioden, bijvoorbeeld voor veterinaire behandeling
* Verbeterprogramma’s tegen kreupelheid, mastitis en andere vaak voorkomende welzijnsproblemen

23 november 2012

Plan om impulsaankopen van huisdieren tegen te gaan

Staatssecretaris Verdaas komt met een plan om impulsaankopen van huisdieren tegen te gaan. Die toezegging deed hij tijdens een Algemeen Overleg over de dierenopvang in antwoord op vragen van Esther Ouwehand. De staatssecretaris liet weten de zorgen van de Partij voor de Dieren te delen over ondoordachte aanschaf van huisdieren, met alle gevolgen van dien. Ook gaat de staatssecretaris op korte termijn kijken naar de noodzaak om niet alleen voor honden, maar ook voor katten een Identificatie- en Registratiesysteem in te voeren. De Partij voor de Dieren wees erop dat de Tweede Kamer al langer aandringt op een goed I&R voor katten en verwacht dat ook de staatssecretaris het belang zal inzien van de aanpak van de zwerfkattenproblematiek.

17 november 2012

Het dier als mens of ding

Huisdieren hebben een geweldige opmars gemaakt: in vijftig jaar tijd veroverden ze een plaats in ons leven, op onze bank en ons bed. Het huisdier is gezinslid geworden, met eigen bier, kleding, gezondheidszorg op menselijke maat en een pootafdruk in onze rouwadvertentie. Zijn naam veranderde mee: het huisdier werd gezelschapsdier.
Het dier is mens geworden voert onder andere langs hondenboetieks, dierentolken, een crematorium en chemotherapie. Maar de promotie van huisdieren stelt ons ook voor nieuwe vragen. Want moet alles wat kan?
Mogen wij een dier een jurkje aantrekken? En wie bepaalt dat eigenlijk?

In diezelfde vijftig jaar deden landbouwhuisdieren een flinke stap terug.
Zij verhuisden ook: van het erf of de wei naar grote, vaak voor het publiek afgesloten stallen, waar zij tegen zo weinig mogelijk kosten zoveel mogelijk moeten produceren. Landbouwhuisdieren werden gebruiks- of productiedieren.
Het dier is ding geworden portretteert onder andere een melkrobot, volautomatische poultrysystems, een koeienrusthuis en een slachter met een goed hart. Ook het leven van productiedieren stelt ons voor vragen. Hoe is het voor hen om te leven in onze agribusiness? Kan het ook anders? En wie is er eigenlijk verantwoordelijk?

Marijke Verduyn beschrijft in Het dier is mens geworden / Het dier is ding geworden met vaart, humor en compassie hoe de verhouding tussen mens en dier veranderde en onszelf en onze maatschappij weerspiegelt.
Een 'omkeer'boek dat van twee kanten te lezen is.

15 november 2012

Illegaal gebruik antibiotica toegenomen?

In de Volkskrant van 15 november wordt op basis van Wagenings onderzoek de suggestie gewekt dat het antibioticagebruik in de intensieve veehouderij in de laatste 3 jaar is gehalveerd.

Een paar citaten.

Dat zonder dwang in een paar jaar het gebruik van antibiotica kan worden gehalveerd, is veelzeggend. De aanvankelijke scepsis verdween bij veel bedrijven al snel, zegt onderzoeker Nico Bondt van Wageningen Universiteit. 'Al snel bleek dat een groot deel van het gebruik makkelijk te vermijden was'. De daling van het gebruik deed zich in alle veehouderijsectoren voor, maar het minst bij de melkveehouderij. Daar werd altijd al veel minder gebruikt. Hoe de boeren en veeartsen het gebruik hebben teruggedrongen, is niet onderzocht.

En.
Begin volgend jaar wordt een volgende maatregel ingevoerd: alleen de veearts mag dan nog antibiotica toedienen. Nu doet de boer dat meestal zelf. Pas als de boer heeft bewezen over voldoende kennis te beschikken, mag hij het weer zelf doen.
Tot zover de Volkskrant.

Het is vooral de laatste zin die veelzeggend is. Antibiotica werkt naast preventief tegen ziekte vooral ook als groeibevorderaar. Wanneer er minder zou zijn toegediend, dan zou ook het aantal gevallen van ziekten kunnen zijn toegenomen. Dit fenomeen wordt nergens gemeld.
Ook zou het slachtgewicht van een varken of vleeskuiken moeten zijn afgenomen, omdat het minder groeit.

Bij vleeskuikens worden zogenoemde coxiodiostatica gebruikt. Dat zijn antibiotica die niet zo hoeven te worden genoemd en dus preventief door het voer gaan.

De cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS, statline) laten over 2009 t/m 2011 juist een toename zien van het slachtgewicht voor vleeskuikens en geen afname voor varkens.
Dit duidt vermoedelijk op een toegenomen illegaal gebruik van antibiotica.

vleeskuikens Toename
* 1000 2009 2011
aantal 458734 490413 7%
slachtgewicht 733349 809330 10%
per dier 1,60 1,65
varkens
* 1000 2009 2011
aantal 13815 14593 6%
slachtgewicht 1274980 1347166 6%
per dier 92,29 92,32

De Volkskrant meldt het volgende.

'Standaard door het drinkwater voor de dieren'
Terwijl de humane geneeskunde in Nederland uiterst terughoudend is in het gebruik van antibiotica, was de Nederlandse veehouderij er juist bijzonder gul mee. Nederland stond jarenlang bekend als kampioen op dit vlak. Als 'groeibevorderaars' werden ze standaard door het drinkwater gemengd. Denemarken werd vaak als voorbeeld aangehaald; de Nederlandse dieren zouden drie maal zo veel krijgen toegediend als de Deense.

Onderzoeker Nico Bondt van de Wageningen Universiteit publiceerde eerder dit jaar een vergelijking tussen de situatie in Nederland en die in Denemarken, uitgesplitst naar diersoort. In de varkens- en rundveehouderij gebruikt Nederland 30 tot 40 procent meer antibiotica, in de pluimvee- en kalversector maar liefst tien à elf keer zo veel. De antibiotica slurpende kalversector is in Nederland heel groot.

En ook.
Vragen van het lid Thieme (Partij voor de Dieren) aan de staatssecretaris van Economische Zaken en aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de illegale handel in antibiotica in de veehouderij.

Bent u er van op de hoogte dat er 3.5 ton illegale antibiotica in beslag in genomen bij handelaren in Groningen en Overijssel? Zo ja, hoe beoordeelt u dit?
Kunt u een verklaring geven voor het feit dat op zo’n grote schaal illegale antibiotica gekocht en gebruikt kunnen worden zonder dat dit eerder wordt opgemerkt? Zo nee, waarom niet?
Bent u van mening dat het huidige systeem voor de registratie van antibiotica dit soort misdrijven kan voorkomen en tegen gaan? Zo ja, waarop baseert u die conclusie? Zo nee, wat gaat u doen om de registratie van antibiotica te verbeteren en bent u bereid het systeem voor de registratie te herzien en waar nodig aan te passen?
Kunt u aangeven of bekend is dat er mogelijk nog meer van deze illegale antibiotica in Nederland worden ingezet en worden verhandeld en om welke hoeveelheden het gaat? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat gaat u eraan doen om dit aan te pakken en op welke termijn?
Bent u bereid een onderzoek te laten uitvoeren om zo het gebruik van en de handel in antibiotica goed in kaart te brengen, illegale antibiotica op te sporen en de illegale handel in het gebruik van antibiotica aan te pakken middels strenge straffen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke termijn?
Tot zover de PvdD.

Klik hier om meer te lezen over het gebruik van antibiotica in de veehouderij.

08 november 2012

Herten op ecoduct bejaagd

Uit de Stentor.
De provincie Gelderland laat herten afschieten om te voorkomen dat er anders te veel herten het ecoduct over de A28 bij Hulshorst oversteken.
Het ecoduct is weliswaar speciaal voor de dieren gemaakt, maar bewoners van Hulshorst en Hierden wilden de bouw ervan alleen toestaan als het aantal herten dat er gebruik van zal maken beperkt blijft. Zij vrezen anders overlast en schade aan landbouwgewassen. De provincie ging daar in mee.
Tot zover de Stentor.

Marianne Thieme stelt hierover Kamervragen.
Vragen van het lid Thieme (Partij voor de Dieren) aan de staatssecretaris van Economische Zaken over het afschieten van herten omwille van openstelling ecoduct.
  1. Kent u het bericht ‘Teveel herten bij Ecoduct A28. Provincie laat dieren afschieten’?
  2. Is het waar dat Rijkswaterstaat het initiatief heeft bij de aanleg van ecoducten en die aanleg dus geen provinciaal beleid betreft? Zo nee, wie heeft dan het initiatief genomen voor de aanleg van het ecoduct over de A28 bij Hierden?
  3. Is het waar dat het ecoduct bij Hierden uit rijksgelden is aangelegd en niet uit Provinciale middelen? Zo ja, wat zijn de totale directe en indirecte kosten van de aanleg geweest en hoe verhoudt die uitgave zich tot het afschieten van de dieren voor wie het ecoduct bedoeld is?
  4. Is het waar dat de Provincie eerder heeft aangegeven geen afschot te zullen plegen in een straal van 250 meter rond ecoducten en hoe kan worden zeker gesteld dat jagers zich niet in slagorde rond die straal opstellen om makkelijk dieren af te schieten?
  5. Deelt u de mening dat bij het kennelijk ontbreken van draagvlak bij de bevolking van Hierden voor de aanwezigheid van grote hoefdieren, selectieve afsluiting van het ecoduct meer voor de hand ligt dan afschot van grote hoefdieren rond het ecoduct? Zo nee, waarom niet? Zo ja, bent u bereid met de provincie in overleg te treden om een diervriendelijke oplossing van dit probleem te bereiken?
  6. Kunt u aangeven wat de logica is van de aanleg van een ecoduct dat een voedselarme zone (de Veluwe) en een voedselrijke zone (landbouwgronden in Hierden en Flevoland) met elkaar verbindt? Zo nee, waarom niet?
  7. Kunt u aangeven welke strategische afweging gemaakt is bij de aanleg van een ecoduct tussen een voedselrijk en een voedselarm gebied, en waarom de discussie over afschot pas tot stand komt na aanleg van het ecoduct?
  8. Deelt u de mening dat de aanlegkosten voor het betreffende ecoduct niet alleen weggegooid geld zijn wanneer grote hoefdieren geen onbelemmerde passage krijgen, maar dat er zelfs sprake is van een miljoenensubsidie voor hobbyjagers die de herten nu nog makkelijker voor de loop van het geweer krijgen?
    Zo ja, op welke wijze wilt u zich inzetten om deze impasse te doorbreken? Zo nee, waarom niet?
  9. Deelt u de mening dat de rijksoverheid de regierol dient te nemen, wanneer conflicten die betrekking hebben op de Ecologische Hoofdstructuur, dierenwelzijn en investeringen uit rijksmiddelen aan de orde zijn en leiden tot maatschappelijke verontwaardiging? Zo nee, waarom niet?
Tot zover Marianne Thieme.

voerbak

De Stentor spreekt over bewoners waar de lezer wordt geacht te lezen “boeren”. Boeren zijn bang voor vraat aan landbouwgewassen en overdracht van dierziekten. Vraat en ziekten kosten hun geld. De jagers spelen hier op in door zich bij de ecoducten op te stellen en de overstekende dieren te schieten. Het vlees gaat naar de poelier en de jager heeft zijn ontspanning, maar de hobby moet natuurlijk niet te veel tijd kosten. Zo zijn er al jagers die een sms-je krijgen wanneer dieren zich binnen een bepaalde zone van hun jachthut begeven. Gemak dient de mens.
Het wordt tijd dat we onze open ruimte en samenleving zo inrichten dat wild zich vrij kan bewegen over de Ecologische HoofdStructuur (EHS) en dat iedereen de handen op een creatieve en diervriendelijke ineenslaat om de dieren daarbinnen te houden. De voedselvoorziening in Nederland en de wereld is niet afhankelijk van de vaderlandse boeren. Die produceren voornamelijk voor de export.

05 november 2012

Geen eind aan doden 45 miljoen kuikens

Enkele citaten uit Nieuwe Oogst maandag 29 oktober.
Het vergassen van jaarlijks 45 miljoen eendagskuikens is binnenkort verleden tijd in Nederland. Dat verwacht biologiestudent Wouter Bruins van de Universiteit Leiden.
Hij ontwikkelde een methode om het geslacht van kuikens al in het ei te bepalen. Deze is nu nagenoeg praktijkrijp.

Geslacht
In de methode wordt op de 9e dag in het ei het geslacht van de kuikens bepaald. De eieren met de voor de pluimveesector niet bruikbare haantjes worden dan verwijderd en komen niet uit. Dit levert broederijen jaarlijks een besparing op van enkelen tonnen, omdat haantjes niet meer hoeven te worden uitgebroed, om vervolgens te worden vergast. Dit bespaart de bedrijven energie en het vermindert de CO2-uitstoot aanzienlijk.
Het betekent ook dat de leghennensector de waarde van haar producten kan verhogen. Het dierenwelzijn in deze sector wordt immers flink verbeterd en Bruins verwacht dat supermarkten en consumenten bereid zijn daarvoor te betalen.
Het bedrijf van Bruins en Stutterheim, In Ovo, is met de geslachtstest voor kuikens genomineerd voor de prestigieuze Herman Wijffels Innovatieprijs.
Tot zover Nieuwe Oogst.

Dit bericht bevat enkele vreemde mededelingen. Het moge duidelijk zijn dat de mannelijke kuikens nog steeds gedood worden, alleen niet via vergassing na geboorte, maar eerder in het ei. Hoe Nieuwe Oogst komt tot de conclusie dat er sprake is van flinke verbetering van het dierenwelzijn wordt niet uitgelegd en ook niet waarom vervolgens van de consument verwacht mag worden dat zij bereid is daarvoor te betalen. De sector bespaart geld en heeft daardoor ruimere marges. Het zou pas in aanmerking komen voor een innovatieprijs wanneer die ruimere marge gestoken werd in verbetering van de levensomstandigheden van kuikens, die wel opgroeien. Eerder doden is te mager voor de aansprak 'flinke verbetering van dierenwelzijn'.

01 november 2012

7000 veehouders voldoen niet voldoen aan antibioticaregels

Vragen van het lid Thieme (Partij voor de Dieren) aan de staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie en aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over veehouders die nog niet voldoen aan antibioticaregels.

  1. Heeft u kennisgenomen van de constatering van het Productschap Vee en Vlees (PVV) dat zevenduizend rundveehouders nog niet voldoen aan de verplichtingen voor de antibioticaregelgeving die per 1 januari 2013 zullen ingaan?[1] Zo ja, hoe beoordeelt u dit?
  2. Hoe verklaart u het feit dat zevenduizend veehouders niet voldoen aan de verplichtingen?
  3. Wat gaat u doen om ervoor te zorgen dat voor het einde van dit jaar alle veehouders voldoen aan de nieuwe regels?
  4. Bent u bereid om, eventueel in samenwerking met het PVV, veehouders aan te spreken op het niet op tijd voldoen aan de regels, ervoor te zorgen dat alle veehouders voor 1 december van dit jaar voldoen aan de regels en waar nodig maatregelen te treffen? Zo ja, op welke termijn en wijze? Zo nee, waarom niet?
  5. Bent u bereid om de Kamer nog voor het einde van het jaar te informeren over de voortgang omtrent de nieuwe antibioticaregels en inzicht te geven in de maatregelen die dan mogelijk zijn getroffen? Zo nee, waarom niet?

Klik hier om meer te lezen over het gebruik van antibiotica in de veehouderij.

Steeds meer export van andermans voedsel

Volkskrant verslaggever Gerard Reijn schrijft 31 oktober:
Nederland exporteert steeds meer andermans producten. In 1995 werd van alle voedingsmiddelen die we zelf consumeren en die we exporteren, 20 procent uit het buitenland gehaald. Inmiddels is dat al bijna 35 procent.

Spullen uit Spanje, Italië, Kenia en Egypte worden Nederland ingevlogen of -gereden en tot diep in Europa verkocht. Deze wederexport groeit rond de 10 procent per jaar, en wordt altijd geadministreerd als Nederlandse export. Maar werkgelegenheid levert het in Nederland nauwelijks op. De export van in Nederland gemaakte producten - die wel veel werkgelegenheid opleveren - groeide slechts in een tempo van 3,3 procent.

Lokaal
Volgens het rapport kalft de riant ogende positie van Nederland als voedingsmiddelenexporteur ongemerkt al jarenlang af. Dat komt vooral door de trend onder Europese consumenten dat ze meer en meer op zoek gaan naar lokaal geproduceerde waren. Local for local heet dat.

Tot zover de Volkskrant.

Met de miljarden die in de agrosector omgaan wordt in de media goede sier gemaakt om de twijfels die bij de kritische consumenten en kiezers leven over het nut van de sector te verkleinen.

In 2009 was de agrarische export €60 miljard. Maar er wordt niet bijgezegd dat het voor bijna €20 miljard aan noten, specerijen, hout, margarine, drank, koffie en tabak gaat (Bron: Land en tuinbouwcijfers 2010, pag. 186).
Van de €40 miljard die er na aftrek daarvan overblijft moet natuurlijk ook nog de agrarische import van bijna €22 miljard worden afgetrokken.

30 oktober 2012

Boer productiever, voedsel relatief goedkoper

Bron Zuivelzicht:

Een Duitse boer produceert momenteel voedsel voor 140 mensen. In 1900 kon hij nog slechts 4 mensen voeden, zo stelt de Duitse boerenorganisatie DBV. Ondanks deze forse stijging van de productiviteit blijft Duitsland voor voedingsmiddelen een importland. Terwijl de Duitse graad van zelfverzorging in 1900 uitkwam op 87 procent, is die nu slechts licht gestegen naar 88 procent.

Nog nooit gaven de Duitsers zo weinig uit voor hun levensmiddelen als tegenwoordig. Ruim een eeuw geleden bedroeg het aandeel van voedings- en genotmiddelen in de totale consumptie liefst 50 procent. In de loop der tijden is dat gedaald naar slechts 14 procent nu. Wanneer de genotmiddelen buiten beschouwing blijven, is het niet meer dan 11 procent.

Tot zover zuivelzicht.

Voedsel kost nog ongeveer evenveel als vroeger. We zijn ondertussen meer gaan verdienen waardoor het voedsel relatief goedkoper lijkt.
Vroeger hadden veel boeren samen weinig hectare, nu hebben weinig boeren veel hectare. De productiviteit per hectare is niet 35 x zo groot.

Youbedo, boeken voor een goed doel

YouBeDo.com droomt van een wereld waarin dieren in alle rust kunnen leven en met respect worden behandeld. Helaas, is dit nog niet het geval. Met name criminele organisaties vormen een steeds grotere bedreiging voor dieren, zoals bijvoorbeeld de tijger in India. Volgens officiële cijfers leven daar nog zo'n 1700 tijgers in het wild. Honderd jaar geleden waren dat er nog 100.000. Het uitsterven van een diersoort is een ramp! Daarom steunt YouBeDo.com schrijvers en goede doelen die vechten voor het welzijn van dieren.
Wil jij samen met YouBeDo.com, Yvonne Kroonenberg en Monique Janssens zorgen voor een goede leefomgeving voor de dieren? Deel deze pagina dan met al je vrienden. Daarnaast kun je ons enorm helpen door jouw favoriete en inspirerende boeken, artikelen, filmpjes en andere informatie over beschermde dieren met ons te delen. Samen zorgen we er dan voor dat er aandacht is en blijft voor dit thema!

26 oktober 2012

Rabobank stapt uit wielersport, nu nog uit vee-industrie

De Rabobank was financierder van een wielerploeg en is financierder van de vaderlandse vee-industrie.
De overeenkomsten zijn:
  • Weinig risico op ontdekking van het overtreden van de wet (dierenwelzijn of dumping van meststoffen), omdat er bijna niet gecontroleerd wordt
  • Oneigenlijke manier opdrijving prestaties door doping (via antibiotica)

Het is een tour de force om misstanden in de intensieve veehouderij onder de aandacht van een groot publiek te krijgen omdat we allemaal door het eten van goedkoop vlees en zuivel boter op ons hoofd hebben en dierenwelzijn aan onze laars lappen.
Er wordt door de overheid een hand boven het hoofd van grote boeren gehouden. Dit kost de belastingbetaler veel geld, omdat hij in plaats van de boer de kosten van de vervuiler betaalt. De dieren zijn het kind van de rekening. De Rabobank zou deze negatieve effecten kunnen dempen door hun steun terug te trekken uit de agrosector. Het gevolg is minder nadruk op de export en kleinere veestapels. Het wordt dan weer gewoon om vee in de wei te laten lopen.


24 oktober 2012

Welzijn dieren aan laars gelapt

Dagblad Trouw opent 24 oktober de krant met de kop “Welzijn dieren aan laars gelapt”. Een paar citaten:
Bijna alle veehouders in Nederland overtreden bestaande dierenwelzijnswetten en Europese richtlijnen. Hierdoor lopen jaarlijks honderden miljoenen dieren gezondheidsklachten op. Dat hebben de stichtingen Dier & Recht en Varkens in Nood geconstateerd aan de hand van tientallen wetenschappelijke publicaties.

Vleeskuikens
De grootste misstanden worden aangetroffen bij vleeskuikens waarvan de helft door hun gewicht nog amper kan lopen, bij biggen waarbij staarten preventief worden afgebrand, en bij dieren die ziek worden door vies drinkwater of een slechte luchtkwaliteit in de stal. Zo krijgt 22 procent van de kippen geen schoon water. Het gaat in totaal jaarlijks om 1 tot 2,5 miljard overtredingen, zegt Baaij, doordat er sprake is van meerdere overtredingen per dier.

Er is al lange tijd vanuit de Tweede Kamer kritiek op de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) die de veehouderijbedrijven moet controleren. PvdA, SP en Partij voor de Dieren hebben opeenvolgende bewindspersonen er veelvuldig op gewezen dat er te weinig mensen werken, dat deze niet kundig genoeg zijn en ze te weinig bedrijfsbezoeken afleggen.

Speeltjes
Volgens Baaij wordt niet gekeken naar zaken als ontstoken voetzolen die kippen oplopen door slecht strooisel. Varkens ontbreekt het vaak aan speeltjes in de hokken. De NVWA ontkent dat er beperkt wordt gecontroleerd. Zij zegt deze overtredingen al een aantal jaren te constateren, en daar ook op te handhaven.
Tot zover Trouw.

Zie ook Kamervragen over gezondheidsproblemen bij melkvee.

22 oktober 2012

Ambtenaar moet toekijken bij langdurend dierenleed bij rituele slacht

Uit de Volkskrant van 22 oktober:
Het conceptbesluit dat Bleker onlangs over de nieuwe regels nam, zorgde voor verwarring onder joden en moslims. Bleker legt onder meer op dat slachters aanwijzingen dienen op te volgen van een controlerende ambtenaar. De religieuze groeperingen vrezen dat die toezichthouder daarmee boven hun religieuze leiders komt te staan en zich ook bemoeit met zaken die de religie raken.
Via NRC Handelsblad liet Bleker zaterdag weten dat dit niet de bedoeling is. Om alle verwarring weg te nemen, past hij de tekst van zijn conceptbesluit aan. Daarin komt te staan dat de controlerende ambtenaar 'uitsluitend toeziet op de afspraken uit het convenant die van diergeneeskundige aard zijn', aldus Bleker.
De ambtenaar mag zich niet bemoeien met aspecten die voortvloeien uit de religieuze riten. 'In de tweede plaats komt er een instructie voor de veterinairs van de Voedsel- en Warenautoriteit waarin dat wordt verankerd. Die instructie zullen wij voorleggen aan de convenantpartners, zodat gegarandeerd wordt dat de veterinair zich alleen bezighoudt met de technische, diergeneeskundige aspecten van het slachtproces'.
Tot zover de Volkskrant.

Voor de wet zijn we allemaal gelijk. Dat geldt niet voor mens en dier maar zou op het punt van recht op vrijheid en bij vrijwaring van leed best wel kunnen gelden. Bij het handhaven van de wet geldt dat er een handhavende partij is, bijvoorbeeld politie of leger. Agenten staan niet boven een ander, maar zien er op toe dat de wet wordt gehandhaafd. Daartoe moeten ze kunnen ingrijpen en de wetsovertreder moeten kunnen dwingen om zijn gedrag te stoppen of te wijzigen. Dit zou bij rituele slacht ook moeten gelden. Nu is de tekst van Bleker een papieren tijger en lijkt religie boven de wet te staan.

16 oktober 2012

De varkenshouderij is nog lang niet transparant


De varkenshouderij is open en transparant, aldus de eind van 2012 stoppende voorzitster van de vakgroep LTO Varkenshouderij, Annechien ten Have, bij de opening van de twintigste zichtstal in Ommen. Ten Have heeft samen met haar man in Beerta ook een zichtstal, maar houdt de meerderheid van haar varkens op de traditionele manier in hokken zonder noemenswaardige afleiding.
In Nederland zijn ongeveer 8300 bedrijven waar varkens worden gehouden. Om nu met het aantal van twintig zichtstallen de hele sector open en transparant te noemen, is eerder een bewijs van het tegendeel.

Wat pas een vorm van transparantie is wanneer de gehele sector in haar stallen webcams zou ophangen met een verwijzing daarnaar op elk etiket van varkensvlees. Dan kan iedere consument thuis kijken of de aankoop diervriendelijk is geproduceerd.

Misschien dat we dan naar meer voorbeelden kunnen kijken van het natuurlijke gedrag van een zeug die zorgzaam een nest maakt voor haar biggen:




Vragen van het lid Thieme (Partij voor de Dieren) aan de staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie over nestgedrag van zeugen:

1. Bent u bekend met de video ‘Sterkselse zeug in een winkel vol nestbouwmaterialen’?

2. Deelt u de mening van de makers dat ook gedomesticeerde drachtige zeugen nog de onweerstaanbare behoefte voelen een nest te bouwen? Zo nee, waarom niet?

3. Kunt u aangeven op hoeveel procent van de varkensvermeerderingsbedrijven nestmateriaal aanwezig is, voorafgaand aan de geboorte van biggen, en kunt u nader toelichten om wat voor materialen het dan gaat? Zo nee, bent u bereid om hier onderzoek naar in te stellen en op welke termijn en wijze?

4. Deelt u de mening dat het krijgen van jongen op een kale betonnen vloer tussen metalen stangen inbreuk maakt op de soort specifieke behoeften van landbouwhuisdieren? Zo nee, waarom niet? Zo ja, acht u deze inbreuk toelaatbaar en waarom?

5. Deelt u de mening dat alle productiedieren in de Nederlandse veehouderij de vrijheid zouden moeten hebben hun soort specifiek gedrag, zoals het bouwen van een nest, uit te oefenen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, bent u bereid hiervoor een wettelijk kader te scheppen en op welke termijn?

6. Acht u het moreel toelaatbaar wanneer landbouwhuisdieren ernstig beperkt worden in hun soort specifiek gedrag, enkel om economische redenen? Zo ja, waarom? Zo nee, op welke wijze komt deze ontoelaatbaarheid in uw beleid tot uitdrukking?

7. Bent u bereid een wettelijke verplichting in te stellen voor het verschaffen van voldoende nestmateriaal aan fokzeugen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke termijn en wijze?


Halfvolle megastallen diervriendelijk?

Jelle Feenstra van LTO Noord schrijft in Nieuwe Oogst:
Wat de Chinezen in het groot doen, gaan melkveehouders in het klein doen. China moet 22 procent van de wereldbevolking voeden met slechts 7 procent van het beschikbare landbouwareaal. De kans dat dat tot honger en grote onrust leidt, is aanzienlijk. Daarom kopen de Chinezen momenteel miljoenen hectares landbouwgrond op en leggen ze overal ter wereld graan, soja en micro-nutriënten vast. Zodat ze niet te kwetsbaar worden bij hoge voedselprijzen.
Meer en meer gaan ook melkveehouders een betaalbare voervoorziening voor hun koeien veilig proberen te stellen. Dit jaar blijkt al hoe kwetsbaar ze zijn. De melkprijs viel, ondanks zijn bovengemiddelde niveau van de afgelopen vijf jaar, na topjaar 2011 toch wat tegen. En vrijwel niemand voorzag begin dit jaar dat de voerprijs de kostprijs 4 centen omhoog zou jagen. Het leidt op sommige melkveebedrijven - in het bijzonder degene met onvoldoende grond eronder - tot problemen met de liquiditeit en de serieuze vraag of al die nieuwe, halfvolle stallen - vol brandende ambitie neergezet met het oog op 1 april 2015 - ooit nog vol komen.
Tot zover Nieuwe Oogst.

Op dit moment is het fietsseizoen over en worden de koeien weer naar stal gehaald. De WSPA memoreert dit met het motto “de stal is voor even en niet het hele leven”.
Misschien denkt de naïeve stadsbewoner: nou dan hebben de koeien tenminste gedurende het winterseizoen met die halfvolle stallen twee keer zo veel ruimte in de stal. Helaas zo werkt het niet. De boer sluit gewoon een stuk stal af om werk en daarmee geld te besparen.
Misschien iets om over na te denken wanneer u weer volgend voorjaar weer door het platteland fietst: waarom zo groot bouwen (deels op uw rekening) als de ruimte toch niet benut wordt of u zoekt nu contact met een boer om uw caravan te stallen voor een schappelijk prijsje. Hij kan het geld goed gebruiken en u hebt als belastingbetaler al veel bijgedragen aan zijn ruime opstal.

11 oktober 2012

Hoe maak je mensen bewust dat dieren grond-rechten hebben?

Samenvatting van het werk van Marieke de Vrij op het thema dierenrechten
Copyright © Marieke de Vrij.
Overname toegestaan met bronvermelding (www.dierenPerspectief.nl).

Inleiding
Marieke de Vrij is in staat collectieve velden uiterst gedetailleerd te lezen, waardoor zij beschrijvingen afgeeft van het dierenleven zoals het dier zichzelf beleeft. Binnen de collectieve velden van dieren is het dierenleed sterk toenemend en dat leidt tot degeneratie van diersoorten en ontzield leefgedrag.
Het doorgeven van de Grond-Rechten van het Gedomesticeerde Dier is essentieel om de intrinsieke waarde van het dier beter te begrijpen en te herstellen. Hiermee kan de mens het wezenlijke contact met dieren en de taak van de mens als ‘Behoeder van het Dier’, weer op zich nemen.
De meeste mensen zijn zich nog te weinig bewust van de wederzijdse afhankelijkheid van het dier ten opzichte van de mens. Hij heeft, huisdieren uitgezonderd, nauwelijks contact meer met de werkelijke betekenis die het dier voor de mens heeft.
Het is essentieel, ook voor de mens, dat het dier in zijn wezenskenmerken tot zijn recht komt en gediend wordt. Deze Grond-Rechten van het gedomesticeerde dier kunnen hierbij een ijkfunctie vervullen.

Grond-rechten
  • Het recht er wezenlijk te zijn.
  • Het recht op het volgen van de natuurlijke evolutiedrang.
  • Het recht om met soortgenoten te leven in een eigen gemeenschap.
  • Het recht om zich binnen zijn eigen gemeenschap opgenomen en goed te voelen.
  • Het recht op een zodanige leefsituatie dat het telepathisch contact van dieren onderling niet overstemd en verstoord wordt.
  • Het recht zich te verlustigen vanuit ‘speelgenot’.
  • Het recht op gezond water en voedsel.
  • Het recht op een natuurlijk dag- en nachtritme.
  • Het recht op beschutting ter overleving van wintertijden of barre weersinvloeden.
  • Het recht op een passende en comfortabele ondergrond qua oppervlakte en grondstructuur, afgestemd op identiteit, leefwijze en lichaamsbouw, opdat hoeven- en potenstructuur gezond blijven.
  • Het recht op het zelf innemen van voedsel.
  • Het recht alle natuurlijke leeftijdsfases door te maken wanneer er geen wezenlijke noodzaak is dit te doorbreken.
  • Het recht op gezondheidsbevorderende omstandigheden.
  • Het recht om middels ziekte natuurlijke afweerstoffen op te bouwen, of te sterven en daarmee natuurlijke rasontwikkeling mogelijk te maken.
  • Het recht op natuurlijke voortplantingsrituelen en ritmes.
  • Het recht op het ontwikkelen van een soortidentiteit.
  • Het recht om op soortspecifieke wijze tot rouwverwerking te komen bij het verlies van nageslacht, zoals bij misgeboorte, sterfte en weghalen.
  • Het recht op zelfoverleving.
  • Het recht niet onnodig geofferd te worden voor doelen die zijn wezen of het collectieve veld van soortgenoten ontkrachten.
  • Het recht op behoud van ras- en geslachtsidentiteit.
  • Het recht op dierwaardige vervoerscondities.
  • Het recht op een waardige dood.

In elke nieuwsbrief van DierenPerspectief wordt een grond-recht nader toegelicht.

Tot zover de site van Marieke de Vrij.

Afgezien van de oncontroleerbare bron waarop Marieke zich baseert, is er natuurlijk niets mis met haar boodschap. Maar net als een vis zich niet bewust is van het water is er iets wat Marieke de Vrij niet vermeldt. Het grondrecht op vrijheid maakt het overbodig om het ongrijpbare en moeilijk communiceerbaar begrip intrinsieke waarde te gebruiken.
Willen we voor dieren echt wat betekenen dan zullen we op gelijkwaardige basis in termen van grondrechten als mensen in gesprek moeten gaan, zonder oordelen. Dat wil zeggen dat producenten en consumenten van dierlijke producten vrij, zonder oordeel, met elkaar in gesprek kunnen gaan om bovenstaande grond-rechten te respecteren en te realiseren.

08 oktober 2012

Meer aarde nodig bij biologische productie?

Boven een interview in de Volkskrant op 6 oktober met Louise Fresco staat de kop ‘Alles biologisch kost zes keer zo veel land'. Nu is een kop boven een artikel allereerst de verantwoordelijkheid van de redactie en bedoeld om de aandacht te trekken, maar er ligt ook een verantwoordelijkheid bij een krant om juiste informatie te verstrekken. Fresco heeft een nieuw boek geschreven “Hamburgers in het paradijs”. Van de achterflap:
De menselijke geschiedenis is er een van voortdurende schaarste aan voedsel. De overvloed die in de laatste decennia voor velen is ontstaan, is zo uitzonderlijk dat wij nog niet hebben geleerd ermee om te gaan. We zijn ingesteld op schaarste en koesteren nog steeds de mythe van overvloed en ecologisch evenwicht, zoals die beschreven wordt in de verhalen over het paradijs. Daarom is het zo moeilijk om onze consumptie te beteugelen. En daarom ook voelen we ons schuldig over de schade die we de planeet toebrengen.

In het interview wordt haar de vraag gesteld:
Simpel voorbeeld: nu wordt twee derde van het landbouwareaal ingezet voor de vleesproductie. De vraag naar vlees verdubbelt de komende veertig jaar. Dan hebben we anderhalve aarde nodig.
'Dat is een denkfout. Om te beginnen: er is veel land op aarde dat niet geschikt is voor akkerbouw. Denk aan de pampa's van Argentinië, de Mongoolse steppen. De koeien die daar lopen zetten voor ons onverteerbaar gras om in hoogwaardig voedsel. Er is geen andere en betere manier om dat te doen. Die gebieden worden nu heel extensief beweid. Ook kippen en varkens zitten in grote delen van de wereld nog op lage productieniveaus. Er valt nog veel winst te halen met verbeterde voeropname en efficiency.
'Wat veevoer betreft: de productiviteit van een graanakker in China ligt ongeveer 40 procent hoger dan in India. En in China ligt het weer 40 procent lager dan bij ons. Ook daar zit dus nog veel ruimte voor verbetering. Dan heb ik het niet over genetische modificatie, maar met de huidige technieken.
Tot zover het interview.

Het artikel roept de suggestie op dat we in Nederland goed bezig zijn met de intensieve landbouw en dat biologische productie nauwelijks van belang is.
Het zou jammer zijn wanneer deze verwarring bij de consument wordt gesticht. Ons land produceert 3x zoveel vlees en zuivel dan we zelf consumeren. Wanneer die productie wordt teruggebracht tot een evenwicht, dan heeft ons land veel minder vruchtbare buitenland-aarde nodig om veevoer te laten produceren en is er genoeg ruimte in eigen land om vee buiten te laten lopen. Met een nog wat kleinere consumptie van dierlijke eiwitten wordt het een nog gezondere balans in allerlei opzichten. Wanneer dieren een natuurlijk leven kunnen leiden in ons land, hoeven we ons met (dieren)recht niet meer zo schuldig te voelen. En wanneer we het buitenland het goede voorbeeld geven dat plantaardige voeding ook aantrekkelijk kan zijn, dan hebben we met zijn allen ook geen extra aarde nodig.

Marianne Thieme hekelt dat Fresco het eten van vlees als voldongen feit presenteert. Fresco is voor het matigen van het eten van vlees, maar noemt de wens om het vlees eten uit te bannen "een denkfout".

05 oktober 2012

Droefgeestige dierendag op TV

Jean-Pierre Geelen doet in de Volkskrant in zijn column verslag van wat hij op tv ziet. En dat was op 4 oktober 2012 weinig diervriendelijk.

Een selectie van de droefgeestige taferelen die hij zag en beschreef onder de titel "Baardagame".
Dierendag 2012. Zelfs de pianiste die bij DWDD Rachmaninov speelde, heette Iris Hond. De datum maakte een zekere hondsdolheid los op tv. In Tijd voor MAX klopte Milika Peterzon de bejaarde kijker centjes uit de zak voor de Dierenbescherming. Isa Hoes kroelde met asielpoes Pluisje. Editie NL schotelde poezen diverse merken voer voor. De goedkoopste bleek de beste. Maar: 'Als het aan de kat lag, dan smaakt alles'.
De onbenulligheid viel in het niet bij wat het NOS Journaal presenteerde. 'Grootoor-egels, wat geef je die te eten?', vroeg Rob Trip. Een klassiek Peer Ulijntje. Die was voor 'Bijzondere dierendag' naar een dierenkliniek in Utrecht getogen waar exotische dieren welkom waren voor een onderhoudsbeurt. Daar waren ze: Semmy de grijze roodstaart, Hummer de Griekse landschildpad, Pieter de python. En Peer, de Ulijn.
Die laatste wist: 'Er worden veel exotische dieren gehouden in Nederland, en daar is helemaal niets mis mee, als je weet hoe je voor ze moet zorgen'. Als voorbeeld toonde hij Caroline, de baardagame. Het reptiel was goed terechtgekomen, meldde Ulijn.
Merkwaardig. Op de NOS-radio was Caroline er gistermiddag stukken minder aan toe. Verslaggever Harro Brouwer was toevallig (samen een auto gedeeld?) in dezelfde kliniek als Ulijn, bij dezelfde Caroline de baardagame. Caroline bleek nu verhandeld op Marktplaats, een bron van veel dierenleed, bevestigde de Utrechtse arts van de kliniek. Exotische dieren krijgen zelden de juiste verzorging, bleek nu. Caroline had in haar vorige leven te weinig kalk gekregen - het gesjacher met exotische dieren is dus veel minder onschuldig dan Ulijn deed voorkomen.
Tot zover de Volkskrant.

Meer lezen over wel verantwoord omgaan met huisdieren? Klik hier of over het reptielenleed in ons land.

Megasubsidie voor megastallen is oneerlijke inkomenssteun

De Volkskrant op Dierendag:
Sinds het aantreden van het kabinet-Rutte in 2010 hebben 101 megastallen samen 11,2 miljoen euro subsidie gekregen van het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. Dit schrijft staatssecretaris Henk Bleker (CDA) in antwoord op vragen van de Tweede Kamer. Ook zijn volgens Bleker megastallen van Nederlanders in het buitenland gesubsidieerd. Er is daar circa 20 miljoen euro subsidie verstrekt aan negen megastallen en er werd 15 miljoen euro uitgeleend. De Kamervragen kwamen na een rapport van dierenrechtenorganisatie Wakker Dier.
Tot zover de Volkskrant.

Dit betekent per stal in Nederland gemiddeld 111.000 euro subsidie en voor stallen, van Nederlandse eigenaren gebouwd in het buitenland, meer dan 1 miljoen subsidie gemiddeld en voor iedere stal een lening van bijna 2 miljoen.

Er zijn vele bezwaren tegen megastallen, maar op deze wijze worden boeren die op een diervriendelijke manier vee willen houden extra beconcurreerd. Bovendien zijn de verborgen kosten nog groter dan bij kleinere vee-eenheden.

04 oktober 2012

Zielige planten?

                                                                   

Tegen het einde van mijn puberteit was ik een fan van het radioprogramma Het Zwarte Gat. Vooral paragnost André Groote had mijn warme belangstelling. Als je iemand op een voetstuk zet, kan hij daar ook weer vanaf vallen. Bij André Groote gebeurde dat in mijn geval vanwege bepaalde uitspraken over vegetarisme.

Planten hebben ook gevoel
André Groote hield een van zijn bellers voor dat vegetarisme geen belangrijke keuze is. Hij beweerde heel stellig dat planten net zo goed gevoel hebben. Het zou uiteindelijk dus niets uitmaken of we planten of dieren gebruiken voor onze maaltijden, zolang we maar respectvol met ze omgingen. Enig lijden is nu eenmaal niet te vermijden als je zelf in leven wilt blijven, aldus Groote. Toen ik dit hoorde, werd ik zo boos dat ik hem via de redactie van Het Zwarte Gat een soort scheldbrief stuurde. Daarin had ik het ook nog over andere ergernissen, maar gevoelsmatig waren zijn uitlatingen over planten en dieren zonder meer het belangrijkste. Een fan kan voor hij het weet veranderen in een felle criticus. We zijn inmiddels al weer zo'n 30 jaar verder en mijn toenmalige irritaties rond André Groote zijn inmiddels vervangen door een soort nostalgie en waardering voor zijn kwaliteiten.
Overigens geldt dat niet voor de manier waarop hij het vegetarisme als 'irrelevant' aan de kant schoof. Als onderzoeker heb ik me intussen verdiept in aanwijzingen voor een plantaardige ziel. Die kun je onderverdelen in 'intuïtieve ervaringen' en 'experimenteel bewijsmateriaal'. Veel mensen, zoals prinses Irene van Lippe-Biesterfeld, hebben de intuïtie dat een plant meer is dan een weliswaar levend, maar volledig stoffelijk bouwwerk. Er zou volgens hen ook nog sprake zijn van een individueel bezielend principe dat in staat is tot waarnemingen en gevoelens. Het zou zelfs mogelijk zijn om daarmee te communiceren en er geestelijk kracht uit putten. Zo ver gaat mijn eigen intuïtie op dit punt niet, ook al herken ik de ontroering die men tegenover bepaalde planten kan voelen. Bijvoorbeeld vanwege de schoonheid van bloemen of de indrukwekkende levenskracht van een oude boom.
Er zijn mensen die aannemen dat er goed experimenteel bewijsmateriaal bestaat voor een plantaardige ziel. Bijvoorbeeld in het geval van Cleve Backster die proeven deed waarin hij een leugendetector bevestigde aan de bladeren van planten. Volgens Backster bleek uit die proeven dat de planten reageerden op uitspraken, gevoelens of sferen. Planten zouden zelfs telepathische vermogens bezitten en reageren op onuitgesproken gedachten. Anderen, zoals ikzelf, geloven best dat deze experimenten goed uitgevoerd kunnen zijn, maar zonder daaraan de conclusie te verbinden dat planten een ziel hebben. We denken eerder dat de vertoonde reacties niet van de plant zelf, maar van de onderzoeker afkomstig zijn. Deze beïnvloedt de plant waarschijnlijk onbewust door middel van psychokinese. Dat verklaart ook waarom de resultaten niet zomaar herhaald kunnen worden door andere onderzoekers.
Er zijn ook orthodoxere proeven die wijzen op specifieke fysiologische reacties van planten op hun omgeving. Misschien wordt de complexiteit van planten in dit opzicht echt onderschat. Heel interessant natuurlijk, maar het is nog steeds geen doorslaggevend bewijs voor een plantaardige ziel.

Geen pijn
Wellicht is het laatste woord nog niet gezegd over een psyche van planten en komt men er ooit nog achter dat ten minste bepaalde soorten planten werkelijk bezield zijn. Hoe dan ook kunnen we nu al één ding vaststellen. Als planten geestelijke wezens zijn, dan zullen ze in ieder geval geen pijn of angst voelen (als plant). Pijn en angst hebben namelijk alleen zin als je iets aan je situatie kunt veranderen. Planten zijn doorgaans volledig gebonden aan een vaste plek en kunnen zich niet actief verzetten tegen vijanden. Pijn signaleert een beschadiging van je lichaam en heeft dus uitsluitend een functie als je iets aan die verwonding kunt verhelpen of je uit de voeten kunt maken.
Zelfs als we uitgaan van een plantenziel, zijn planten dus wezenlijk anders dan dieren. En laat dat nu net een essentieel uitgangspunt voor vegetariërs zijn...

Titus Rivas

(Oorspronkelijk gepubliceerd als column in de reeks Zielenreis in ParaVisie, September 2012, blz. 47.).

19 september 2012

Is genetisch gemanipuleerd voedsel een zegen of niet?

Hebben we genetisch gemanipuleerd voedsel nodig om de groeiende wereldbevolking te voeden of gooien we onze eigen glazen in door het verlies van biodiversiteit?
Seeds of freedom gaat over genetisch gemanipuleerd voedsel en de fabrieksmatige aanpak in de voedselproductie. Is dit een zegen of een bedreiging?

Wordt het niet te gemakkelijk gemaakt om bestrijdingsmiddelen in te zetten?
Wordt onze gezondheid daardoor bedreigd?
Kunnen we wel opmerken wat de gevolgen zijn?
Zaden bevatten leven, maar kunnen ze ook de dood betekenen?

05 september 2012

Zeugen dreigen te lang opgesloten te blijven

Persbericht CIWF Nijmegen, 5 september 2012.

E-mail actie tegen langere opsluiting van zeugen

Compassion in World Farming (CIWF) start vandaag op www.ciwf.nl een E-mail-actie om te voorkomen dat zwangere zeugen langer in ligboxen worden opgesloten dan de wet toestaat. Vanaf 1 januari mogen deze krappe kooien, waarin de dieren zich niet eens om kunnen draaien, in de EU niet meer gedurende de hele zwangerschap worden gebruikt. Met deze actie vraagt CIWF aan staatssecretaris Bleker geen gehoor te geven aan de vraag van LTO en NVV om een 'knelgevallenregeling' voor varkenshouders die hun stallen niet op tijd hebben aangepast aan de nieuwe regels. Dat die regels er komen is immers al 15 jaar bekend.

Ligboxen, een mooi woord voor zeugenkooien, zijn een van de ergste uitwassen van de vee-industrie. De zeugen, die speciaal worden gehouden om zoveel mogelijk biggen te werpen, zitten zwangerschap na zwangerschap opgesloten tussen stalen stangen. Vanwege de nadelen voor hun welzijn heeft de EU besloten het gebruik van deze kooien aan banden te leggen. Vanaf 1 januari a.s. moeten zeugen het grootste deel van de zwangerschap verplicht in groepen worden gehuisvest: een enorme verbetering voor het welzijn van de dieren.

In Nederland hebben zo'n 15% van de zeugenhouders (ca 400 bedrijven) hun stallen nog niet aangepast en men verwacht dat velen van hen daar niet in zullen slagen voor 1 januari. LTO Nederland en de Nederlandse Vereniging van Varkenshouders (NVV) vragen de regering nu om een 'knelgevallenregeling'. Een dergelijke regeling kan alleen maar uitstel betekenen, met als gevolg dat tienduizenden, mogelijk honderdduizenden dieren langer in kooien moeten zitten. Naast een regeling voor 'knelgevallen' vragen de varkenshouders aan de regering de periode waarin de zeugen na inseminatie in kooien mogen worden gehouden te verlengen tot 4 weken, het maximum dat de EU toestaat.

De Europese Commissie houdt strak vast aan de verplichte invoering van groepshuisvesting per 1 januari en staatssecretaris Bleker heeft in juli laten weten niets te voelen voor uitstel. Compassion in World Farming is daar blij mee maar wil de staatssecretaris, die binnenkort met de bonden van varkenshouders in gesprek gaat, toch vragen niet toe te geven aan hun wensen en vast te houden aan het standpunt dat hij in juli in de Tweede Kamer innam. 'Varkenshouders in Nederland weten al 15 jaar dat ligboxen worden afgeschaft en hebben ruim de tijd gehad over te schakelen op groepshuisvesting. Een regeling voor 'knelgevallen' is een verkeerd signaal naar de EU en unfair voor de boeren die hun dieren wel op tijd meer ruimte gaven', zegt Geert Laugs, directeur van Compassion in World Farming Nederland. 'De staatssecretaris heeft bovendien in een brief aan de Kamer duidelijk aangegeven dat er geen reden is om zwangere zeugen na inseminatie langer dan 4 dagen in een kooi te houden. Wij willen hem daar graag aan houden', zegt Laugs.

04 september 2012

Duurzaamheid en gezondheid voedsel vraagt compleet verhaal

De volgende krantenkoppen liegen er niet om.
Landbouw moet nog intensiever (Trouw 3 september).
Biologisch voedsel is niet gezonder (Volkskrant 4 september).


Veel consumenten kiezen af en toe voor biologisch voedsel omdat ze denken dat het beter smaakt en gezonder is voor zichzelf. Dat deze producten zonder kunstmest, antibiotica en verantwoorde gewasbescherming worden geproduceerd spreekt hen aan. Dat biologisch vlees en zuivel afkomstig is van dieren die ook weleens buiten komen is meegenomen, maar voor velen bijzaak.
Wie zich niet goed realiseert wat de achtergrond is van de grote omvang van de Nederlandse intensieve veehouderij is en denkt dat deze een belangrijke pijler van de economie is, zal mogelijk op basis van bovenstaande krantenkoppen geneigd zijn zich af te wenden van de biologische sector. En dat is jammer, want het is vooral de voedingswaarde die (bij gelijke bodem) weinig verschilt tussen regulier en biologisch. Gezondheid is iets anders.

Diervriendelijk leven in de veehouderij is alleen duurder wanneer de consument denkt dat de kosten van het voedsel alleen worden afgerekend via de middenstand (slager en supermarkt). Er is echter ook nog een bijdrage die de belastingbetaler bijdraagt aan de bedrijfsvoering van de intensieve veehouderij. Zou die worden meegerekend dan is een diervriendelijke veehouderij even duur als de intensieve veehouderij. En waarom zou je je dan nog druk maken of biologisch veel gezonder is, want de voordelen van een kleinere veestapel die gehouden wordt op een ecologisch verantwoorde manier is voor vrijwel alle Nederlanders gezond.

03 september 2012

Intensieve landbouw is niet duurzaam

Nederland moet zijn intensieve landbouw absoluut niet in de ban doen. Integendeel, de landbouw moet juist nog intensiever dan nu al het geval is. Het is het productiefste en duurzaamste systeem dat er is. Daarmee kan de groeiende wereldbevolking worden gevoed en het milieu worden gespaard. Dat stelt Aalt Dijkhuizen, voorzitter van de raad van bestuur van Wageningen Universiteit in een gesprek met Trouw (3-september).

Dijkhuizen gaat met zijn oproep voorbij aan dierenwelzijn. De redenering van Dijkhuizen ligt in de al jaren zichtbare trend om het opvangen van mest in de stal en vervolgens (eventueel na vergisting) in de wei uitrijden milieuvriendelijker te noemen dan een beperktere veestapel zelf hun mest in de wei te laten vallen. Het is niet logisch, maar wanneer je er niet lang over nadenkt dan blijft de kreet dat dieren op stal milieuvriendelijk is wel hangen.

Wanneer mensen minder vlees eten dan valt er een veel grotere bevolking te voeden dan wanneer de consumptie van vlees toeneemt. Alle hens aan dek dus om deze gedragsverandering op gang te helpen. Minder vlees is gezonder, milieuvriendelijker en vertraagt de opwarming van de aarde. Er zijn alleen maar voordelen.
Iemand die af en toe graag een stukje vlees of zuivel eet, zou voor de keuze gesteld moeten worden: is dat een verantwoord stukje of niet? De prijs van het niet-verantwoorde stukje vlees zou hoger moeten zijn, dan is de duurzaamheid van de intensieve veehouderij vanzelf verbeterd. Verantwoorde vlees of zuivel is afkomstig van een beperkte hoeveelheid dieren die buiten hebben gelopen en biologische voeding hebben gehad.

Deze opzet betekent dat Nederland minder producten uit de intensieve veehouderij kan exporteren omdat er minder dieren worden gehouden en trager opgroeien. Zich daarvoor inzetten is voor de Wageningse universiteit pas een duurzaam beleid. Daarnaast kan de WUR zich inzetten voor het intensiveren van akkerbouw in ontwikkelingslanden. Daar is niets mis mee.

Een dag later reageerde zijn collega Paul Struik, hoogleraar gewasfysiologie in Trouw:
Het interview doet het nodige stof opwaaien, ook in Wageningen zelf. "Er is vandaag veel gedoe op het werk", zegt Struik. "Veel mensen die het artikel hebben gelezen, zijn boos". Dijkhuizen hanteert wel een erg nauwe definitie van duurzaamheid, vinden zij. Daarin is geen ruimte voor dierenwelzijn, biodiversiteit en de kwaliteit van de bodem en het water. Struik: "hij kijkt alleen naar de efficiëntie per eenheid product. Hij vermeldt daarbij niet dat de intensieve landbouw de mest op een kleiner oppervlak concentreert. Om de mineralenbalans in evenwicht te houden moet die terug naar de bron van het voer, maar dat is ver weg. In Brazilië of Thailand".

Dat Dijkhuizen een verband legt met mogelijke voedseltekorten, noemt Struik bangmakerij. "Hij stelt nu: 'of je kiest voor intensieve landbouw of de groeiende wereldbevolking lijdt straks honger'. Dat klopt niet. We kunnen ook met zijn allen eten als we op een andere manier landbouw bedrijven".

31 augustus 2012

Stel je moet kiezen: Partij voor de Dieren of D66

Marc Oosterhout in de Volkskrant (4 september): D66 is eigenlijk de enige partij die de unieke combinatie maakt tussen een duurzame, groene toekomst en een liberaal, misschien soms wat rechts gedachtegoed. Een perfecte belofte voor veel kiezers die voor een duurzame economie zijn, maar ook geloven in eigen verantwoordelijkheid en marktwerking.

Tot zover de Volkskrant.

D66 lijkt (net als GroenLinks) voor mensen die geen echte compassie met dieren in de bio-industrie hebben. Wanneer je echte compassie voor alle dieren hebt dan gun je ze allemaal een natuurlijk leven.

De Partij voor de Dieren mailde onderstaande vergelijking (deels overgenomen):

Partij voor de Dieren: D'66:
   
Economische groei is niet de oplossing maar het probleem. Een aarde met groeiende bevolking en krimpende grondstofvoorraden kan geen extra economische groei aan Zo snel mogelijk door met economische
groei, ondanks het ecologisch begrotingstekort van 35%
   
Tégen bezuinigingen op natuur Bezuinigen op natuur kunnen best
   
Geen opslag van CO2 Opslag van CO2 is een goede manier om de CO2-uitstoot te verminderen
   
Tégen kernenergie! Geen bezwaar tegen nieuwe kerncentrale “Het is hypocriet om tegen kernenergie te zijn"
   
Er mogen geen wilde dieren in circussen gehouden worden Wilde dieren in circussen moet kunnen
   
Geen Europees noodfonds (ESM) waar het Nederlands parlement geen feitelijke zeggenschap over heeft Vóór het Europees Noodfonds (ESM)
   
De plezierjacht wordt verboden! Plezierjacht door Koningshuis mag met belastinggeld betaald worden
   
Het verkopen van dieren via Marktplaats is onverantwoord, internethandel in dieren moet worden beperkt Tegen beperking van de internethandel in dieren
   
Er komt een kilometerheffing voor diertransporten: hoe langer het transport hoe duurder het wordt Tegen kilometerheffing voor diertransporten
   
Er komt een verbod op onverdoofd ritueel slachten Tegen een verbod op onverdoofd ritueel slachten, godsdienstvrijheid mag niet te veel beperkt worden
   
De Ecologische Hoofdstructuur wordt aangelegd in het oorspronkelijke tempo

Het aanleggen van de Ecologische Hoofdstructuur mag best wat langer duren

   
De regels voor toelating van nieuw landbouwgif moeten veel strenger om bijensterfte tegen te gaan Voor de versoepeling van de toelating van landbouwgif
   
Er komt een verbod op megastallen Een verbod op megastallen is nergens voor nodig. Het aantal dieren in een stal is niet bepalend voor dierenwelzijn
   
Dieren moeten naar buiten kunnen, niet opgesloten worden in potdichte stallen Voor subsidie op luchtwassers, waardoor dieren opgesloten blijven in de stal
   

21 augustus 2012

Hoeveelheid prooien van huiskatten onderschat

BRUSSEL, 9 augustus 2012 (bron: IPS)

Huiskatten doden tot 2,1 vogels en kleine zoogdieren per week en vormen een belangrijke bedreiging voor het leven in de tuin. Dat blijkt uit een onderzoek met halscamera's bij zestig katten door de Universiteit van Georgia.

Ecoloog Kerrie Anne Loyd kwam op het idee om de bekende Crittercam van National Geographic voor een keer niet op wilde dieren, maar op huisdieren toe te passen. Zo ontstond de "Kittycam", een kleine camera die rond de nek van de kat gehangen wordt, en die 24 uur lang haar doen en laten registreert.

De camera werd een week lang gedragen door zestig proefkatten. De resultaten verrasten de onderzoekers: amper 44 procent van de bestudeerde dieren bleek prooien te achtervolgen, besluipen of te doden. Maar de dieren die dat wel deden, bleken aanzienlijke schade toe te brengen.

De katten doden gemiddeld elke 17 uur die ze buiten doorbrengen een prooi, zoals vogels, hagedissen, kikkers of eekhoorns. Gemiddeld doodt een kat op die manier 2,1 dieren per week. Opvallend is dat de kat in amper een kwart van de gevallen de prooi mee naar huis neemt, waardoor de eigenaars het aantal prooien onderschatten.
Tot zover IPS.

Het totaal door de 2,6 miljoen katten in Nederland jaarlijks aantal gedode dieren wordt geschat op 140 miljoen.

24 juni 2012

Biodiversiteit groter in de stad dan op het platteland

In Trouw van 17 juni een inventarisatie van het aantal soorten dieren en planten vergeleken in de stad en het platteland:

Trouw:
Amsterdam herbergt bijna 140 soorten planten en dieren die in meer of mindere mate bedreigd zijn. Zij staan op de zogenoemde landelijke Rode Lijst, een verzameling soorten waar het niet goed mee gaat.
De hoofdstad telt er fors meer dan de gemiddelde gemeente met 70 verschillende soorten. In Bergen, aan de kust in Noord-Holland, zijn de meeste 'rodelijst-soorten' geteld, ongeveer 325. Daarna komen Ede (260) en Bronckhorst (230). In delen van Groningen, Friesland en de Randstad zorgt de moderne landbouw ervoor dat er weinig soorten voorkomen.
Tot zover Trouw.

Deze cijfers laten zien dat het steeds minder aantrekkelijk wordt om naar het platteland te gaan. Voor de natuurliefhebber is meer te zien in groene, ecologische gebieden in de stad.

22 juni 2012

Ergernis in agrosector over ergst geplofte kippen

Op Foodlog valt te lezen:

Uit onderzoek van Wakker Dier blijkt dat de ergst geplofte plofkippen uit een stal, speciaal worden geselecteerd voor de goedkope kipaanbiedingen bij Albert Heijn. Deze extra zware kipfilets - die worden verkocht onder het merk Euroshopper - worden verkregen door de zwaarste plofkippen in de slachterij apart te nemen van de andere kippen uit de stal. Plofkippen hebben onder meer door hun overgewicht veel last van kreupelheid, voetzweren en borstblaren. Wakker Dier: "het is gênant hoe Albert Heijn een extra slaatje probeert te slaan uit de ergst geplofte kippen uit een stal". Jumbo had ook dergelijke grote kipfilets, maar heeft aan Wakker Dier laten weten dat ze deze grote kipfilets vanaf deze week niet meer verkoopt.
Afgelopen weekend liet Eric Huibers, de nieuwe voorzitter van de vakgroep Pluimveehouderij LTO/NOP, in een boerenblad het volgende weten: "Wakker Dier is géén afspiegeling van de maatschappij, al laten de media dat soms wel lijken. De gemiddelde burger wordt door die organisatie niet vertegenwoordigd".
Nieuwe Oogst, het blad waarin hij zijn uitspraken deed, vervolgt:
Over de 'plofkip-campagne' kan hij zich nog steeds opwinden. "Daarmee heeft WakkerDier de vleeskuikensector geheel verkeerd neergezet. Plofkip bestaat niet. Het is pluimveevlees dat wordt geproduceerd op gewone vleeskuikenbedrijven die aan alle regels voldoen".
Foodloglezers hebben ongetwijfeld een oordeel over het communicatie-inzicht van de nieuwe voorzitter en de effectiviteit van de niet-representativiteit van Wakker Dier op het aanbod van Albert Heijn.
Tot zover Foodlog.

Het is een merkwaardige redenering die de Agrosector wel vaker volgt: wat we doen is volgens de regels en daarom is er niets mis mee.

21 juni 2012

De landbouw reduceert biodiversiteit tot één soort

Bestaat wildernis nog in Nederland en waar kun je die dan vinden? Bram van de Klundert ging op zoek en verbleef in de twaalf 'wildste' Nederlandse natuurgebieden, o.a. Tiengemeten, Oostvaardersplassen en Rottumerplaat. Steeds een week overnachten in een hut of een tent zonder telefoon, radio of boeken. Vier dagen alleen zijn en ervaren wat die wildernis met je doet. Expeditie wildernis is daarmee een complete zoektocht geworden naar de betekenis van wildernis in Nederland en voor de Nederlandse samenleving. Uiteindelijk komt hij op het persoonlijke niveau uit: de combinatie van 'alleen zijn' en stilte heeft hem sterker gemaakt.
Dat hij zich tegelijkertijd druk maakt om de achteruitgang van de natuur, is geen verzet tegen verandering. “Maar omdat ik het mensen gun om de sublieme ervaring van de schoonheid van de vitaliteit van het leven mee te maken. Als ik opkom voor weidevogels of kanoeten is dat vanuit een gevoel van mededogen en respect voor al dat unieke leven”.

Ervaringen met het sublieme in de Nederlandse natuur. (bol.com).

Van de Klundert werd geïnterviewd voor het magazine Down to Earth van Milieudefensie.
Een paar citaten.
De teloorgang van de verwondering is misschien wel een van de meest fundamentele bedreigingen voor de natuur. In Van de Klunderts tweede boek Perspectieven voor Wildernis, gaat hij in op de ‘biologisering van ons mens- en wereldbeeld’. Op allerlei vlakken worden mens en wereld tegenwoordig herleid tot hun chemisch-biologische processen: ons eten wordt gezien als verzameling nutriënten, sommige goed (omega-3), sommige fout (verzadigde vetten). Een vogel zingt mooi omdat dat de voortplanting dient. Pubers gedragen zich onverantwoordelijk omdat hun hersenen nog niet zijn uitontwikkeld (We zijn ons brein, van Dick Swaab). Van de Klundert zet daar zijn naturalistische kijk tegenover. “Vanuit de rijkdom van het bestaan. Voeding is veel meer dan alleen nutriënten. De schoonheid van de natuur is niet terug te brengen tot een chemische reactie in je hoofd”. Doe je dat wel, dan wordt het leven verarmd en plat gemaakt. “Liefde en geluk zijn strikt biologisch niet aan te tonen. Maar dat wil niet zeggen dat ze er niet toe doen. Zo geldt dat ook voor schoonheid en verwondering. Ik ben op zoek naar de dingen die belangrijk zijn in het leven”. Die dingen zijn aan de zachte kant. “Ik kan niet aantonen dat natuur belangrijk is, maar ik kan het wel ervaren”.
En.
Het agrarische cultuurlandschap is ook mooi. “Maar dat gaat nog steeds vreselijk achteruit”. Jarenlang heeft hij zich ingezet voor een natuurvriendelijke landbouw, maar nu heeft Van de Klundert het opgegeven: er is volgens hem geen redden meer aan. Hij noemt als voorbeeld de weidevogels. “Eerst probeerden we de met veel geld en moeite de kemphaan te redden, toen dat niet lukte de watersnip, toen dat niet lukte de grutto en nu moeten de boeren al geld hebben voor een koe in de wei”.
Van de Klundert is tot de conclusie gekomen dat landbouw en biodiversiteit inherent strijdig met elkaar zijn: “De landbouw reduceert de biodiversiteit tot één: dat is ook de bedoeling. Een boer wil één soort gewas op zijn akker, verder niks. Als er dan Engels raaigras met een koe op staat, is de biodiversiteit nog twee”. Het hoogst haalbare. Subsidies voor agrarisch natuurbeheer zijn dan ook weggegooid geld, volgens Van der Klundert.
“De landbouw is de enige bedrijfstak die nog fors vervuilt”. Die moet minder bestrijdingsmiddelen gebruiken, minder mest uitstoten. Maar dan nog. “Ook de bijdrage van biologische boeren aan de biodiversiteit stelt weinig voor”. De bemesting van weilanden moet tachtig tot negentig procent terug, willen we voor flora en fauna weer interessante akkers en grasland krijgen. Dat kan ook de biologische landbouw niet brengen.
Ja, hij weet ook wel dat het produceren voor de wereldmarkt een politieke keuze is. En dat dat een belangrijke drijvende kracht is achter de steeds natuurvijandigere landbouw. “Maar als je daar van af wilt, moet je allerlei handelsverdragen opzeggen en uit de Wereldhandelsorganisatie stappen. Dat gaat niet gebeuren”. Daarom is zijn conclusie: “Ik zeg het met spijt in mijn hart: landbouw en natuur moeten zoveel mogelijk worden gescheiden, anders houden we niets over”.
En.
De Nederlandse natuur moet beheerd worden door organisaties die op grotere afstand van de overheid komen. “Zodat we niet meer zoiets meemaken als deze kabinetsperiode, dat één dwaas het hele natuurbeleid kan slopen”.

Leeswijzer


Kijk op Facebook voor onze reactie op de actualiteit.
Aanbeveling: Thema's of steekwoorden vindt u via de labels onderaan de pagina of op Animal Freedom. Klik hier voor de laatste bijdragen.
Klik hier voor het beleid om uw privacy te beschermen.

Waarom dit blog?

De Nederlandse veehouderij is vooral gericht op zoveel mogelijk voor de export te produceren onder het motto “meer, meer, meer en groot, groter, grootst”. Dit heeft negatieve gevolgen voor zowel de dierenwelzijn, biodiversiteit, het milieu, het klimaat, de portemonnee en de gezondheid van burgers en ook voor welwillende boeren.
Dit blog verzamelt kritische artikelen die de wurggreep beschrijven waarin de veehouderij zichzelf heeft vastgezet. Zo willen we niet alleen een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de kwaliteit van het leven voor alle belanghebbenden, maar ook aan een schone, gezonde omgeving en een beter dierenwelzijn.

Ook de argumentatie dat dieren grondrechten hebben kan beter en meer aansluiten op hoe mensen voor zichzelf vinden dat recht moet gelden. Alle dier(soort)en kunnen in hun recht op vrijheid als (intrinsiek) evenwaardig aan mensen beschouwd worden. Dierenrechten zijn mensenrechten, die mensen de kans geeft om voor dieren op te komen.
Dieren, bijv. in de intensieve veehouderij, worden behandeld als een object in plaats van een subject met gevoelens en rechten.

De snelheid en het aantal dier(soort)en dat we voortdurend gebruiken is immens. De bijdrage aan onze welvaart en economie van de agrosector is gering. De oplossing is simpel en van niemand anders dan van ons zelf afhankelijk.

Dierenrechten in woord en beeld

Vrijheid is ook een intrinsiek grondrecht voor dieren. Dieren zijn geen dingen Dierenrechten zijn mensenrechten. Mensen moeten voor dieren kunnen opkomen wanneer hun grondrecht wordt geschonden.
logo van Animal Freedom yin en yang
Lees hier over de redenen waarom dieren recht op vrijheid hebben. Lees hier waarin mens en dier evenwaardig zijn.