Mens en dier zijn (intrinsiek) evenwaardig in hun recht op vrijheid

Alle levende wezens zijn verschillend maar evenwaardig in het recht op vrijheid op een natuurlijk leven.
Een dier is (net als een mens) geen ding of een object.
Mensen moeten kunnen ingrijpen wanneer mensen dieren misbruiken of onrecht aandoen.

31 augustus 2010

Hulde voor verkoopstop knaagdieren door 2 dierenwinkels

Twee dierenwinkels uit Rijswijk en Scheveningen hebben besloten om de verkoop van konijnen en knaagdieren per direct te stoppen. De winkeliers zien liever dat klanten hun dieren uit één van de overvolle konijnen- en knaagdieropvangcentra halen. Esther Ouwehand, Tweede Kamerlid voor de Partij voor de Dieren, zal beide winkels bezoeken om ze te feliciteren met deze stap.
‘Een geweldige beslissing’, zo noemt Ouwehand de actie van de dierenwinkels. ‘Ik hoop en verwacht dat het een voorbeeld zal zijn voor andere dierenwinkels. Opvangcentra puilen uit van de gedumpte dieren, dan is het niet te verantwoorden dat het aanbod van konijnen en knaagdieren via dierenwinkels, internet en tuincentra nog groter wordt gemaakt’.
Konijnen en knaagdieren zoals cavia’s, ratten en hamsters worden vaak in een opwelling gekocht, met alle gevolgen van dien. Zo blijkt uit onderzoek dat meer dan de helft van de konijnen die in Nederland als huisdier wordt gehouden, ondeugdelijk te zijn gehuisvest en verzorgd. Dat veroorzaakt wervelproblemen en chronische stress. Daarbij is het aantal konijnen en knaagdieren dat jaarlijks wordt afgestaan of gedumpt niet te tellen. Opvangcentra, veelal opgericht door particulieren en volledig afhankelijk van vrijwilligers, eigen geld en donaties, hebben hun handen meer dan vol aan deze problemen, die ieder jaar groter worden.

Reetjes slachtoffer van onoplettende maaier

Tegen een maaibedrijf uit Uddel is 30-aug-10 een boete van 750 euro geëist. Tijdens maaiwerkzaamheden in de Kroondomeinen zouden meerdere reetjes zijn gedood. Omdat justitie van mening is dat het bedrijf de reetjes had moeten zien en veel voorzichtiger had moeten zijn, werd de firma gedagvaard wegens overtreding van de flora- en faunawet. In totaal zou het gaan om vijf overreden reekalfjes.
Medio juni vorig jaar vond een getuige enkele dode en zwaargewonde reetjes. Die waren tijdens de maaiwerkzaamheden overreden door de machine. De eigenaar beweerde dat de liggende reekalfjes niet te zien waren in het hoge gras. Hij vertelde dat zijn machines nu wildverdrijvers hebben en hij er zelfs over denkt om infrarood te gebruiken om de liggende hertjes in de toekomst te kunnen zien, voordat er wordt gemaaid.

Ja, ja, erover denken kost niets. Mogelijk is het verplichten van het gebruiken van infrarood zinniger dan het geven van een boete. Maar wie gaat controleren dat de maaiers wel willen opletten? Misschien nog zinniger is de vraag: kan er wat minder en op andere tijdstippen in het jaar gemaaid worden?

12 augustus 2010

Verklein de behoefte aan dieren

Wanneer mensen dieren houden (vee en huisdieren) en ze zorgen er niet goed voor dan zou je net als bij verwaarloosde kinderen deze dieren uit huis moeten plaatsen. Maar dan moet er wel voldoende plaatsen zijn en moet er op die plaatsen wel goed voor de dieren gezorgd worden.
De Stichting Zinloos Geweld tegen Dieren onderzocht of dit wel het geval is en concludeerde dat soms dieren er erger aan toe zijn in hun opvangplaats dan de plaats waar ze waren weggenomen. Opvallende conclusie was ook dat er nogal wat geld verdiend wordt aan het opvangen van dieren.
De Partij voor de Dieren heeft de minister van LNV de volgende vragen gesteld over de opvang van in beslag genomen dieren.
  1. Heeft u kennis genomen van het Zwartboek Inbeslagname Dieren Stichting Zinloos Geweld tegen Dieren? Hoe beoordeelt u de conclusies die hierin getrokken worden?
  2. Kunt u uiteenzetten op welke wijze dieren geregistreerd worden door de Dienst Regelingen? Hoe beoordeelt u de conclusie uit het rapport dat de registratie niet voldoet?
  3. Zijn het afgelopen jaar opslaghouders en opslaglocaties door de Algemene Inspectiedienst en Dienst Regelingen gecontroleerd die niet voldeden aan de vereisten? Zo ja, kunt u uiteenzetten om hoeveel gevallen dit ging en aan welke vereisten men niet voldeed?
  4. Heeft u in het kader van de uitvoeringsregels van de Wet Dieren al meer informatie aangaande het opnemen van algemene verzorgings- en huisvestingsregels voor gehouden dieren en of er situaties kunnen worden aangewezen waarin er sprake is van het benadelen van het welzijn of de gezondheid van een dier? Zo ja, kunt u deze toelichten? Zo neen, waarom niet?
Tot zover de PvdD.
In ons land worden jaarlijks een half miljard dieren gehouden. De meeste daarvan zijn vleeskippen. Het is niet te verwachten dat wanneer een boer slecht zorgt voor 10.000 vleeskippen dat er dan door de overheid een opvangplaats gezocht gaat worden voor die dieren. Ook de stallen met varkens zijn daarvoor doorgaans te groot. In deze gevallen zou de overheid veel vaker moeten controleren of ze goed worden gehouden. Maar de kans dat een veehouder bezoek krijgt van inspectie is klein.
Daarvoor is de menskracht van de controlerende instanties gewoon te gering.
Maar een opvang voor de dieren van een malafide fokker of een melkveehouder die zijn dieren verwaarloost zou toch te organiseren zijn.
Meer controleren en meer opvang regelen kost geld. Meer geld betekent hogere vleesprijzen en de meeste mensen zijn niet bereid hun kiloknallers te missen. Volgens de reclamecode commissie mag Wakker Dier klanten van C-1000, waar de prijs van de kiloknallers onder de prijs van het kattenvoer ligt, blijven doorverwijzen naar haar concurrenten. C-1000 is hoogstens bereid om meer aandacht te besteden aan de promotie van haar biologische producten. En dat is winst, maar wel mager.

De meesten mensen laten zich aanpraten dat de manier waarop boeren hun vee houden een zaak is van consument en supermarkt.

Die zouden de markt zijn waarop het beleid bepaald wordt hoeveel moeite boeren steken in de zorg voor welzijn van hun dieren. En zo wijst iedere partij die belangen heeft in het laten voortduren van de huidige manier van dieren houden naar een andere partij die meer verantwoordelijkheid zou dragen.

De enige manier om deze impasse te doorbreken is een verandering in de behoefte van de mens om vlees en zuivel te consumeren. Dat is een lange weg, maar iedere poging om dat pad in te slaan is een vruchtbare, zolang het maar smakelijke en gezonde alternatieven oplevert voor voedsel van dierlijke herkomst.
Klik hier om meer te lezen over verantwoordelijkheid in de omgang met dieren.

07 augustus 2010

Dieren zijn er voor de mens…………….

Weekje - nou ja wéékje, eigenlijk maar vijf dagen – weg geweest en geen krant gelezen.
Thuisgekomen toch even de kranten doorgelopen. Mijn betrokkenheid bij wel en – vooral – wee van dieren maakt dat alles wat aan ‘dierlijk’ nieuws is gepubliceerd onmiddellijk mijn aandacht trekt. Kijk aan:
Vee- en paardenkeuringen in respectievelijk Wâlterswâld en Oldeholtpade. Deskundige mensen geven een oordeel over lichaamsbouw en andere eigenschappen van dieren dat uiteindelijk moet leiden naar een wezen dat de mens tot nut dient te zijn. Is het niet voor voedingsdoeleinden dan wel voor sport, vermaak, ontspanning of status van de eigenaar/houder van het dier. Geen woord over het welbevinden – of het ontbreken daarvan – van het dier zelf. Het dier is er immers voor de mens.
Een kaatsende varkensboer in Buitenpost die het normaal vindt 3.500 varkens in een half jaar van 20 naar 131 kilo te mesten waarna ze vervolgens genadeloos het slachthuis worden ingedreven. Zo’n man durft dan ook nog met droge ogen te verklaren dat “ de varkens het beter hebben dan veel mensen in andere landen”!! Die het ook heel acceptabel vindt dat de dieren zo weinig mogelijk beweging krijgen om de broodnodige kilo’s in de gestelde tijd eraan te krijgen. In vleesvarkens ‘zit geen tijd’ omdat praktisch alles is geautomatiseerd. Zeugen van zo’n 250 kilo liggen ingeklemd tussen ijzeren hekken om te voorkomen dat ze hun ‘kroost’ verpletteren. Want ja, “Dat wil je toch niet”! Geen woord van twijfel over de wijze waarop deze gevoelige, intelligente dieren worden gemaltraiteerd teneinde de lekkere trek van het doorgeslagen consumentisme te bevredigen. Het dier is er immers voor de mens.
In dezelfde krant een verhaal over de prijs van eieren, die aan de lage kant zou zijn. Er wordt gesproken over bedrijven met 40.000 leghennen alsof het de normaalste zaak van de wereld is. Goede leghennen kosten al gauw € 4,-- per stuk………… Enfin, het gaat maar door over de voor- en nadelen voor de kippenhouders in tijden waarin heel summier maatregelen worden genomen om de huisvesting van de kippen enigszins(!) te normaliseren. Geen woord over de ellende waarin de dieren, op elkaar gepakt, hun korte leven moeten doorbrengen. Het dier is er immers voor de mens.
In de krant van 5 augustus een klaagzang van ‘sport’vissers die vinden dat het water ‘te schoon’ wordt waardoor de vissen eerder in de gaten hebben dat ze door de wakkere hengelaars worden bedreigd. Die krijgen daardoor ook meer ‘concurrentie’ van roofvissen en – niet te vergeten - de aalscholver en dat vinden ze niet eerlijk! Geen woord over het leed dat aan vissen wordt toegebracht door rust en ontspanning zoeken lieden. Het dier is er immers voor de mens.
Weer een dag later een foto van een of andere vishandelaar die vol trots een kreeft omhoog houdt met samengebonden scharen. Dit om te voorkomen dat de dieren in de beperkte ruimte die ze voor hun dood tot hun beschikking hebben elkaar te lijf gaan. Geen woord over gruwelijk wijze waarop deze dieren veelal worden gedood door ze levend in kokend water te dompelen waar ze gillend aan hun eind komen. Het dier is er immer voor de mens.
De krant van 7 augustus bevat ook weer een portie dierenellende. De dierenasiels kunnen de ‘topdrukte’ in de vakantie organisatorisch en financieel niet of nauwelijks aan. Ondoordacht aangeschafte kittens en puppy's blijken toch niet alleen maar lief en aandoenlijke te zijn maar ook de nodige zorg en aandacht met zich mee te brengen. En dat kunnen we nu met de vakantie voor de deur net niet hebben. Dus weg er mee. Ja, jammer, maar het is niet anders. Want ja, het dier is er voor de mens (en niet andersom)!
En zowaar op pagina 5 van de zaterdagkrant alarmerende berichten over Turkse dolfinaria. Dierenactivisten en toeristen luiden de noodklok over dolfijnen die ter vermaak van het toeristenvolk in veel te kleine baden worden gehouden waar ze langzaam gek worden. Godzijdank blijkt er in Turkije een heuse dierenrechtenorganisatie te bestaan (Haytap) die het voor die stumpers opneemt. De Turkse overheid maakt echter nog weinig aanstalten om de afschuwelijke misstanden aan te pakken. Ook hun instelling zal wel zijn dat het dier voor de mens is.
Zie hier de oogst aan berichtgeving met betrekking tot dierenleed in slechts vijf dagen. Ongetwijfeld een zwakke afspiegeling van de totaliteit aan ellende die dieren door menselijk toedoen of nalaten dagelijks moeten ondergaan.
We hebben van deze planeet een ‘mensenwereld’ gemaakt. Dieren worden getolereerd voor zover we er nut van hebben door ze te kunnen opeten, er geld mee te verdienen, ons er mee te vermaken en te ontspannen dan wel er status door te verkrijgen. Op het moment dat ze ‘ons’ evenwel in de weg gaan zitten of een gevaar (dreigen te ) vormen, ons op kosten dreigen te jagen of voor enig ongemak gaan zorgen weten we niks beters te bedenken dan ze genadeloos te vervolgen, af te danken of ‘gewoon’ aan hun lot over te laten.
Want het dier is er voor de mens…… Niet dan? Ja, toch? Nou dan !!

04 augustus 2010

Vrijheid van honger en dorst is een grondrecht

Dieren die worden gehouden voor de slacht worden gefokt op snelle groei. Daarvoor moet het dier de neiging hebben om veel te eten. Wanneer het volwassen slachtgewicht bereikt is, wordt het dier geslacht. Dat gaat zeker in het geval van vleeskuikens extreem snel: zo’n zes tot acht weken. Langer laten leven kost alleen maar voedsel en gaat af van de winst voor de boer.
Er zijn echter ook dieren nodig die keer op keer weer jongen krijgen. Dat worden vleeskuikenmoederdieren genoemd. Maar om veel en gezonde jongen te krijgen mogen die moederdieren zelf niet al te vet zijn. Overgewicht remt de reproductie. Dat is bij mensen net zo.
Een goede haan is niet vet, zeiden de mensen vroeger al. Moederdieren krijgen dus voor hun "bestwil" minder te eten dan zij zouden willen.
Volgens Varkens In Nood lijden deze dieren honger. Het zou het mooiste zijn wanneer de ouder dieren veel afleiding zouden krijgen zodat zij niet alleen maar permanent hevige trek zouden hebben, maar ook op zoek zouden kunnen gaan naar voedsel. De dieren worden veelal in monotone betonnen stallen gehouden waarin geen afleiding is. Een uitloop naar een weide in combinatie met een stal met veel stro waarin zij nesten zouden kunnen maken zou de dieren die benodigde afleiding kunnen leveren. Wanneer de dieren ook nog eens minder op snel groeien zouden worden gefokt zou het welzijn van de moederdieren en de slachtdieren aanmerkelijk omhoog gaan. Mits zij natuurlijk in een natuurlijke omgeving zouden worden gehouden.
De huidige omstandigheden in de intensieve veeindustrie zijn in strijd met het grondrecht van dieren. Naast de vrijheid om zich natuurlijk te kunnen gedragen zouden de dieren vrijheid van honger en dorst moet hebben. Een op snel groeien doorgefokt dier wordt geschaad in haar grondrechten.

30 juli 2010

Biggen worden over veel te grote afstand getransporteerd


De Nederlandse varkenssector produceert 6,5 miljoen biggen om in andere landen (vaak in eigen stallen) vet te mesten. Op deze wijze omzeilen Nederlandse varkenshouders de Nederlandse mestwetgeving. Het is dus goedkoper om dieren tussentijds naar elders te vervoeren dan in eigen land op te laten groeien. De reden daarvoor is niet een te strenge wetgeving, integendeel, maar dat ons land al overvol met landbouwdieren zit.

Wakker Dier becijferde(28 juli 2010):
Uit de nieuwste exportcijfers over de eerste helft van 2010 blijkt dat het aantal grensoverschrijdende veetransporten met Nederlandse biggen schrikbarend toeneemt. Wakker Dier heeft berekend dat de exportbiggen een gezamenlijke afstand afleggen van 4.5 miljard kilometer per jaar, in kilometers vergelijkbaar met meer dan 12 duizend biggen naar de maan! Veel dierenleed is het gevolg. Het gaat om een toename van het aantal biggen van 2,9 in 2000 naar 6,5 miljoen biggen dit jaar. Deze toename zit onder meer in lange-afstands-transporten naar nieuwe exportlanden als Roemenië, Hongarije en Polen.

Wakker Dier stelt verder:
Nederland is naast ‘slager van Europa’ nu ook ‘kraamkamer van Europa’ geworden. De Nederlandse varkenssector produceert 6.5 miljoen biggen om in andere landen vet te mesten. Dit leidt tot veel dierenleed vanwege de stressvolle transporten. Daarnaast leidt het tot extra risico’s voor insleep van dierziektes. Het grootste risico op een nieuwe uitbraak van varkenspest ligt in de vele Nederlandse veewagens die kris kras door Europa rijden, zo blijkt uit onderzoek. En bij een nieuwe dierziekte-uitbraak leidt dit weer tot massaal dierenleed: dieren worden ziek en vanwege het vervoersverbod puilen de stallen snel uit waarna de politiek haar toevlucht neemt tot de cynisch genoemde ‘welzijnsruimingen’.

De toenemende transporten zijn in strijd met overheidsbeleid. Al jaren pleit het kabinet voor een maximale reistijd bij veetransporten van 8 uur. De commissie Wijffels stelde hier in 2001 al over: ‘Jonge dieren worden daar vandaan gehaald waar ze het goedkoopste zijn en slachtrijpe dieren daar heen gebracht waar de slachterij het meest betaald. Een onverantwoord gesleep met dieren is het gevolg. Onverantwoord, zowel in termen van dierenwelzijn als qua risico voor insleep van besmettingen over grote afstand’. De langere veetransporten naar de nieuwe EU-landen als Roemenië, Hongarije en Polen nemen echter fors toe. Een kwart van de grensoverschrijdende biggentransporten hebben ondertussen een afstand van meer dan 1.500 kilometer.

29 juli 2010

Fluwelen drama

Ze zijn er weer! Bijna overal verkrijgbaar, beeldschoon, fluwelig zacht, koddig en in diverse kleuren. Rood, gevlekt, gestreept, grijs, zwart met wit of effen. Wie er een of twee of misschien wel drie wil hebben, moet wel snel zijn. Er zijn er zat, maar de houdbaarheid is beperkt. Mocht je deze al te oud vinden, wacht dan gewoon op een nieuwe lading. Ze zijn toch vaak gratis.
Kittens. In winkels, op internet en via kranten worden ze weer aangeboden, schattige pluizige bolletjes fluweel, met aandoenlijke koppies, hun grote onschuldige ogen kijken je smekend aan. Ben ik niet lief? Een veelgehoorde opmerking over jonge katjes is: ‘Oh, bleven ze maar altijd zo.’ En dat is nu precies de kern van het drama dat zich ieder jaar voltrekt en volgens deskundigen zelfs alleen maar steeds groter wordt. Medewerkers van de Dierenbescherming en asielen worden er wanhopig van. Want voor veel landgenoten gaat verantwoordelijkheid niet verder dan de eigen drempel. Ze hebben wat katten rondlopen en vinden het wel mooi als er nestjes komen. ‘Leuk voor de kinderen’. ‘We raken ze altijd wel kwijt’ is ook zo’n veelgehoorde rechtvaardiging. Dat ‘kwijtraken’ is vaak letterlijker dan mensen wellicht bedoelen. Want kittens zijn heus beperkt houdbaar. Na hun poezelige weken ontwikkelen ze zich snel tot zelfstandige wezentjes die overal inklimmen, planten ruïneren, bankstellen aan flarden trekken en soms ook nog in huis plassen en poepen. Met andere woorden, het leuke is er dan snel af. En raak ze dan maar eens op een goede manier kwijt.
In de praktijk leidt het namelijk tot drama’s. Kittens die men niet kan slijten, worden in het beste geval bij dierenopvangtehuizen afgeleverd, die op hun beurt wanhopig trachten de dieren onder te brengen. Honderden, duizenden weeskatten. Of ze worden op straat gezet. Er zijn zelfs mensen die menen er goed aan te doen hun kittens op zondag tijdens een autoritje met de kinderen in verschillende dorpen ‘uit te zetten’, onder het motto dat de diertjes zo vast wel een baasje vinden. Ook een manier van opvoeden: ‘laat anderen het maar oplossen’. Maar wanneer iemand zich het lot van al die ontheemde katten zodanig aantrekt dat ze haar eigen huis verandert in een permanente opvang, dan klagen diezelfde mensen vaak steen en been ‘omdat ze geen dierenasiel in hun buurt willen hebben.’ Vanwege de stankoverlast of zo. En intussen lopen hun eigen poezen of katers dag en nacht buiten, ongecastreerd, want ach, één zo’n nestje kan toch geen kwaad?
Het is een vicieuze cirkel van ellende, waarbij mensen graag de logica toepassen die hen het beste uitkomt en dan vooral als het maar geen geld kost. “Inenten tegen kattenziekte? Dacht het niet.” “Castreren? Nee, da’s veel te duur.” “Laten chippen?” “Nee hoor, als ie wegloopt, moet ie het zelf maar weten.” En dan nemen ze wel weer een andere. Of deze: “Katten kunnen prima overleven in de natuur. Ze vangen wel wat muisjes en vogeltjes.” (Een van de grootste oorzaken van de achteruitgang van veel vogelsoorten is te wijten aan verwilderde en gewone huiskatten!!)
Wat het voor de katten zelf betekent, daar wordt niet over nagedacht. Huiskatten zijn geen wilde katten en ‘de natuur’ in Nederland bestaat voornamelijk uit snelwegen, auto’s en jachtgebied. En wat te denken van de ellende voor de mensen die trachten wél oplossingen te zoeken voor al die katten die vaak zonder enig uitzicht op een nieuw thuis is asielen zitten?
Veel mensen realiseren zich niet dat een kat wel twintig jaar kan worden en dat de poezelige fase maar heel kort duurt. Iets anders wat mensen zich kennelijk ook niet realiseren is dat katten zich heel erg aan hun baasjes kunnen hechten en echt lijden als ze in de steek gelaten worden. Katten voelen en beseffen meer dan u denkt.

Daarom – nog maar een keer - deze dringende oproep:

Laat uw kater of poes inenten tegen kattenziekte, castreren en chippen!

Doe kittens nooit gratis weg en controleer altijd de nieuwe adressen

Houd uw kat in elk geval ’s nachts binnen om vogelmoorden te beperken.

Neem uw verantwoordelijkheid ook buiten eigen huis en erf

Behandel dieren met respect en leer dit uw kinderen.

Dieren zijn levende wezens en mogen nooit speelgoed zijn!



Annemarie van Gelder

Partij voor de Dieren Friesland

Het begint bij het kind

Ik kom uit Amsterdam, ben geboren in 1955 en tijdens mijn jeugd zijn een paar momenten zo helder in mijn geheugen gegrift, dat het is alsof ze gisteren plaatsvonden: ten eerste de vondst van een kartonnen doos met piepkleine verdronken zwartwitte kittens in een slootje in het Amsterdamse Bos toen ik daar met een paar klasgenootjes speelde. Ik voel de verbijstering nog, maar hoe het verder is gegaan, weet ik niet. Een andere herinnering betreft het Waterlooplein, waar ik vaak kwam met mijn grote broer: een marktkoopman die vogeltjes verkocht, propte aan het eind van de dag een paar verzwakte kanaries in een zak en sloeg ze dood tegen een boom. Verbijsterd was ik, maar ik was jong en het gedrag van grote mensen was wel vaker onbegrijpelijk. Op vakantie in Spanje zag ik de kettinghonden, de uitgeputte pakezels en de kleurrijke aankondigingen van stierengevechten. Op bezoek op een of ander boerenbedrijf zag ik kalveren in kleine donkere kisten, om mooi wit vlees te krijgen. Op een pluimveebeurs waar ik met kennissen van mijn ouders was (geen idee meer wie en waarom) zag ik bakken met honderden vrolijk geverfde kuikentjes, als publiekstrekkers. Ik kreeg er een die zieltogend was in mijn handen gedrukt. Die mocht ik wel hebben. Door de verf zouden ze allemaal tenslotte stikken, maar dat gaf niet, want het waren maar haantjes. De kennis van mijn ouders brak voortvarend het nekje van mijn stervende kuiken op de rand van een bak, maar toen hij merkte hoe ik daar van schrok, kreeg ik vijf gezonde – en niet geverfde- haantjes mee naar huis, driehoog in Amsterdam …!
Mijn ouders zeiden wel eens dat ik ‘alles zielig’ vond, maar ‘zo waren dingen nu eenmaal’. Dus ik zweeg. Ik wist niet beter. Als kind stap je in de wereld van volwassenen en zij bepalen hoe die wereld is.

Onze omgang met dieren wordt ons –ook- aangeleerd. Iemand die dus haar drachtige hond of kittens verdrinkt, of bij wijze van hobby gaat vissen, kopieert gedrag uit de opvoeding.(of is in zeldzame gevallen aangeboren wreed.) Er zijn mensen die de normen uit hun jeugd niet langer omarmen als ze ouder worden. Die zelfs beschaamd zeggen: ja, ik heb die voorbeelden ook gehad, maar ik maak nu andere keuzes. Is het bijvoorbeeld niet opmerkelijk dat veel jonge kinderen geen vlees willen eten als ze eenmaal beseffen waar dat vandaan komt? We voeden ze –desnoods onder dwang- op tot ‘gezonde vleeseters’ en melkdrinkers, kortom tot ‘gebruikers van dieren’, omdat veel mensen nog altijd vinden dat de wereld en daarin ook de dieren er voornamelijk zijn voor gebruik en plezier van ons mensen. Dan krijg je volwassenen die een hond aanschaffen en die na twee jaar naar het asiel brengen omdat ze ‘er geen tijd (lees ‘zin’) meer voor hebben’. Of hun zwangere hond verdrinken omdat ze dat zien als de oplossing om niet weer een nestje te krijgen. Of mensen die hun poes jaar na jaar jonkies laten krijgen omdat dat ‘de natuur’ is en ‘omdat die beestjes zich wel redden..’ Of mensen die menen dat ze voor Onze-Lieve-Heer moeten spelen en jagen voor ‘wildbeheer’. Als hobby!
Mensen die in feite van generatie op generatie overgebrachte normen van een paar eeuwen geleden blijven hanteren, toen we nog niet beter wisten en eigenlijk ook geen andere oplossingen kenden.

De opvoeding van onze kinderen en de beschaving van onze samenleving lopen ernstig achter bij onze kennis. Uit onderzoek blijkt dat dieren, net als mensen, gevoelens van angst, eenzaamheid en stress ervaren. Anders dan wij omdat ze het niet kunnen verwoorden, maar niet minder. Een jong kind dat verwaarloosd wordt door zijn ouders, draagt daar een leven lang trauma’s van mee. Een jong dier dat mishandeld wordt door mensen, zal zijn leven lang angstig blijven. Ook vissen, van wie veel mensen beweren dat ze koudbloedig zijn en ‘dus’ geen pijn hebben, blijken heftig te lijden onder de handelingen die vissers verrichten bij wat zij als ontspannen tijdverdrijf zien. Kan dat lijden ooit in verhouding staan tot dat ene moment van lol van de hengelaar? Zoiets doe je je ergste vijand nog niet aan! Onze hamburgers, barbecueschotels en kippenboutjes en andere kiloknallers hebben de meest afschuwwekkende ervaringen moeten doorstaan voordat ze op ons bordje belanden. De dieren die we bekijken in circussen en dierentuinen zitten daar altijd, een leven lang. Als wij naar huis gaan, ergens een hapje eten, een bioscoopje pakken of een vakantie plannen, zitten zij nog steeds achter hun tralies. Dag in, dag uit. Levenslange gevangenen, zonder ooit een misdaad begaan te hebben en alleen maar voor onze lol. Is dat ons amusement waard?

En kinderen die ooit verbijsterd waren, veranderen snel in volwassenen die liever ook maar niet nadenken en klakkeloos nadoen wat hen nu eenmaal geleerd is. De Indiase geestelijke en politieke leider van India, Mahatma Gandhi (1869 - 1948) zei dat ‘de beschaving van een volk af te meten is aan de mate van respect waarmee ze met hun dieren omgaan.’
Dus hoe beschaafd zijn wij, met jaarlijks ruim 500 miljoen dieren die we over de kling jagen?
Met het verdrinken van huisdieren wanneer die ons in de weg zitten? Met dierenwetten die in feite nog altijd alleen het belang van mensen behartigen?
Met kinderen die leren dat dieren er puur voor de lol en het economische gewin van mensen zijn?Laten we alsjeblieft beginnen met weer te kijken naar de ontzetting van jonge kinderen die ons volwassenen bezig zien en laten we toegeven dat we middeleeuws bezig zijn. Verander dat gedrag vandaag nog! Doe dieren niet aan wat je kinderen ook niet aan wilt doen en geef hen beiden de wereld die ze verdienen.

Annemarie van Gelder

28 juli 2010

Meeste vleeskuikens hebben pijn

Persbericht Nijmegen, 28 juli 2010. Wetenschappelijk EU-rapport: meeste vleeskuikens hebben pijn.
Twee nieuwe, vandaag gepubliceerde wetenschappelijke rapporten van de Europese autoriteit voor de voedselveiligheid EFSA concluderen dat er ernstige welzijnsproblemen zijn in de vleeskuikenhouderij.

De kip die je in de supermarkt koopt is helemaal geen kip, maar een kuiken dat in nog geen zes weken wordt vetgemest tot een gewicht van meer dan twee kilo. Kuikens groeien tegenwoordig twee maal zo snel als 50 jaar geleden. Dit is mogelijk door genetische selectie: de dieren zijn speciaal gefokt om snel te groeien. Ernstige welzijnsproblemen zijn het gevolg hiervan, aldus de wetenschappers van EFSA. Zij spreken van pootgebreken, ascites (vocht in de buikholte), een hoge sterfte en het plotseling doodvallen van de dieren. Ze maken zich ernstige zorgen over afwijkingen in de botten van vleeskuikens die leiden tot kreupelheid, die waarschijnlijk voor de meeste dieren pijnlijk is.

Naast deze welzijnsproblemen voor vleeskuikens presenteert EFSA vandaag ook een rapport over vleeskuikenouderdieren. Dit zijn kippen die niet geslacht en opgegeten worden, maar die gehouden worden om de vleeskuikens ter wereld te brengen. Ook zij zijn geselecteerd om snel te groeien. Die eigenschap moet immers overgebracht worden op hun kuikens, die gemest worden voor hun vlees. Omdat de snelle groei zou leiden tot ernstige gezondheidsklachten en hoge uitval wordt de ouderdieren chronisch voedsel onthouden. Zij hebben altijd honger. Als gevolg daarvan concurreren de dieren om voedsel en dat leidt vaak tot verwondingen.

In haar rapport meldt EFSA nog meer, schokkende welzijnsproblemen bij de ouderdieren:
* Pijnlijke verminkingen van tenen of kammen, zonder bewijs dat dit noodzakelijk is of goed voor het welzijn van het dier
* kale leefomgeving en een hoge bezettingsgraad van de stallen
* wanneer de dieren uiteindelijk geslacht worden gebeurt dat vaak in slachtlijnen die ongeschikt zijn voor de zware ouderdieren, hetgeen leidt tot extra stress en verwondingen bij de slacht.

Compassion in World Farming zet zich al jaren in voor een verbetering van het welzijn van vleeskuikens. Dit heeft onder meer geleid tot de eerste specifieke Europese welzijnsregels voor de vleeskuikenhouderij. In die regels, die met ingang van dit jaar van kracht zijn, wordt tot op zekere hoogte paal en perk gesteld aan de zeer hoge bezettingsgraad in kuikenstallen, maar de problemen die het gevolg zijn van genetische selectie worden onvoldoende aangepakt. De wetenschappelijke rapporten die EFSA nu presenteert tonen aan dat dit snel moet gebeuren en uiteraard zal Compassion in World Farming zich daar met kracht voor inzetten!

27 juli 2010

Einde aan stierengevechten in Catalonië

Spoedig een einde aan stierengevechten in Catalonië!
CAS International aanwezig bij historische stemming

Persbericht CAS. Utrecht/Barcelona Het Catalaanse parlement besliste op 28 juli 2010 dat zij het stierenvechten in de Spaanse deelstaat Catalonië gaat verbieden. De stemming komt voort uit een burgerinitiatief van de Spaanse dierenbeschermingsorganisatie PROU (Genoeg!), ondersteund door meer dan 180.000 Catalanen. De in Nederland gevestigde organisatie CAS International (Comité Anti Stierenvechten) voert samen met PROU en WSPA campagne om te komen tot een verbod op het stierenvechten in Catalonië.

In april 2004 sprak de gemeenteraad van Barcelona zich in een officiële stemming uit tegen het stierenvechten, dankzij een campagne van de Spaanse organisatie ADDA in samenwerking met CAS International en WSPA (World Society for the Protection of Animals). Barcelona kan het stierenvechten officieel niet verbieden, maar het Catalaanse parlement wél. Dierenbeschermers bleven daarom campagne voeren om te komen tot een officieel verbod.

Op 28 juli a.s. is het zover: het Catalaanse parlement beslist dat er definitief een einde komt aan de stierengevechten in de Noord-Spaanse deelstaat. CAS International was bij deze historische stemming aanwezig zijn om de Spanjaarden te steunen.

Om wederom te benadrukken hoeveel weerstand er wereldwijd tegen het stierenvechten is, overhandigt WSPA op 26 juli 140.000 handtekeningen aan de president van het Catalaanse parlement, verzameld in 120 landen. Dit komt bovenop de vele handtekeningen die al eerder door dierenbeschermingsorganisaties werden verzameld. 18.000 van de 140.000 handtekeningen komen van donateurs en sympathisanten van CAS International.

Onderzoek van bureau Gallup wijst uit dat 70% van de Spanjaarden niet van het stierenvechten houdt. Dit gebruik is al afgeschaft op de Canarische eilanden. Marius Kolff, directeur CAS International: "Wij hopen ervoor te zorgen dat Catalonië de tweede Spaanse regio wordt die het stierenvechten officieel verbiedt. Dit dierenleed vindt alleen nog maar plaats in de arena van Barcelona. Deze arena is tijdens stierengevechten maar voor een heel klein deel gevuld met toeschouwers, meestal buitenlandse toeristen. Als Catalonië het stierenvechten afschaft, zullen andere regio's snel volgen. En gezien de reacties op de stemming in Catalonië zal een verbod op het stierenvechten wereldwijd een schok teweegbrengen".

06 juli 2010

Friezen doden opzettelijk roofvogels

Een veel gehoorde uitspraak is dat het erg goed gaat met de roofvogels in Nederland. Niets is echter minder waar. Alleen de meest algemene roofvogel in Nederland, de buizerd, doet het met 10.000 broedparen goed; deze soort is de laatste 10 jaar min of meer stabiel. Vrijwel alle andere soorten weten zich te handhaven of gaan achteruit.
Volgens de Friese Milieu Federatie (FMF) zijn in het eerste halfjaar van 2010 in Friesland zeker 104 roofvogels gedood. "Vooral de buizerd, de bruine kiekendief en de havik moeten het ontgelden met respectievelijk 75, 14 en 12 sterfgevallen”, zegt het FMF. De aantallen zijn acht keer hoger dan in de rest van Nederland.
Deels is de Friese overkill te wijten aan "weidevogelbeschermers".

Meer lezen over roofvogelvervolging? Klik hier. Zie ook dit bericht over een oude Friese recidivist.

Partij voor de Dieren bepleit verbod op veetransport bij tropische hitte

Persbericht Den Haag, 6 juli 2010 – De Partij voor de Dieren wil een verbod op veetransporten op dagen dat het kwik boven de 28 graden uitkomt. De Voedsel- en Warenautoriteit (VWA) behoort controles uit te voeren bij diertransporten om erop toe te zien dat voorschriften worden nageleefd, maar dit is volgens de Partij voor de Dieren onvoldoende om in periodes van tropische hitte het dierenwelzijn te kunnen garanderen. Recent gemaakte videobeelden van veetransporten illustreren dit. De partij pleit voor snelle actie van de kant van minister Verburg van LNV, met het oog op de komende zomermaanden.

Volgens fractievoorzitter Marianne Thieme zijn de video-beelden die dierenwelzijnsorganisatie Eyes on Animals onlangs maakte illustratief voor het probleem. De organisatie wist de temperatuur op te meten van een aantal veetransporten tijdens één van de recente tropische dagen. Uit de beelden blijkt dat de temperatuur in de betreffende veewagens boven de 35 graden lag en in sommige gevallen zelfs 42 graden bereikte. Hiermee worden de Europese regels overschreden, die bepalen dat de temperatuur in de wagen niet meer dan 30 graden Celsius mag bedragen, met een tolerantie van ongeveer 5 graden.

Thieme maakt zich zorgen over het dierenwelzijn tijdens de transporten in de zomerse hitte en roept de minister van LNV met behulp van Kamervragen op tot actie. ‘Deze temperaturen zijn ondraaglijk voor de dieren in de veewagens, en de transporten kunnen uren duren’, aldus Thieme. De steekproefsgewijze controles van de VWA vormen volgens haar bij hoge temperaturen niet voldoende waarborg voor het dierenwelzijn. ‘Dit zijn risicodagen, waarbij een paar controles niet volstaan. Het is veel beter om bij tropische temperaturen het transporteren van dieren niet toe te staan, en de VWA op het naleven van het verbod te laten controleren.’

01 juli 2010

Giftigheid van gevangen vis wordt gemaskeerd

De Partij voor de Dieren vermoedt dat gifwaarden in vis sterk kunnen schommelen afhankelijk van de locatie van vangst. Door deze waarden over verschillende locaties te middelen wordt het giftige karakter van vis gemaskeerd.
Dit blijkt uit vragen van het lid Ouwehand (Partij voor de Dieren) aan de ministers van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over gifgehalten in vis (1 juli 2010).

  1. Heeft u kennisgenomen van een nieuwe viswijzer die informatie verstrekt over gifgehaltes in vis en ecologische en gezondheidsinformatie combineert? Hoe beoordeelt u dit initiatief?
  2. Hoe beoordeelt u de kritiek van de makers van deze nieuwe viswijzer dat de gezondheidsaanbevelingen voor de consumptie van vis gebaseerd zijn op gemiddeld aangetroffen gifwaarden, terwijl de hoeveelheid gif in een bepaalde vis gemakkelijk veel groter kan zijn wanneer de vis in vervuild gebied is gevangen?
  3. Op basis van welke wetenschappelijke informatie wordt door het Voedingscentrum gesteld dat het risico voor je gezondheid door eventuele giftige stoffen verwaarloosbaar is ten opzichte van de voordelen van regelmatig vis eten? Op welke wijze is de grote variatie meegenomen in de gifgehaltes van verschillende vissen van dezelfde soort?
  4. Deelt u de mening dat het van belang is de herkomst van de vis te weten om een reële inschatting te kunnen maken van de hoeveelheid toxische stoffen? Zo ja, hoe kan de overheid zonder deze nuance blijven communiceren dat het verstandig is om twee keer per week vis te eten? Zo neen, waarom niet?
  5. Deelt u de mening dat ten behoeve van de gezondheid van de consument vis duidelijk traceerbaar zou moeten zijn? Zo ja, op welke wijze bent u van plan dit te doen? Zo neen, waarom niet?
  6. Kunt u toelichten wat precies bedoeld wordt met de stelling van het Voedingscentrum dat het eten van vis (2 maal per week, waarvan 1 keer vette vis) de kans op hart- en vaatziekten verkleint? Ten opzichte van welk voedingspatroon zou de kans op hart- en vaatziekten precies worden verkleind?

30 juni 2010

PBL vraagt de overheid om aandacht voor de kwaliteit van de leefomgeving

Maatregelen om het welzijn van dieren te verbeteren kunnen negatieve gevolgen hebben voor het milieu, stelt het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) 9 juni 2010 in een rapport over tien jaar veehouderij in ons land.
De uitstoot van fijnstof is sinds 2004 weer gestegen, doordat pluimveehouders overschakelden op scharrelkippen, aldus het rapport. Bovendien produceren diervriendelijke houderijsystemen niet alleen meer fijnstof, maar vaak ook meer ammoniak. Ook het voerverbruik is hoger, waardoor meer landbouwgrond nodig is om het voer te produceren. Dat kan ten koste gaan van milieu en natuur elders.
Het PBL vindt dat de overheid deze strijdigheid aan de orde moet stellen en zo nodig een keuze moet maken. Dat geldt ook voor de vraag in hoeverre export ten koste mag gaan van de kwaliteit van de leefomgeving hier.
Tot zover het PBL.
De uitstoot van fijnstof en ammoniak van diervriendelijke houderijsystemen is alleen een probleem wanneer er grote hoeveelheden dieren worden gehouden. In dat kader is het terecht dat het PBL de overheid oproept om een keuze te maken ten aanzien van de export in relatie tot de kwaliteit van de leefomgeving in Nederland. Het is helder dat de overheid het beste kan streven naar een kleinere omvang dier(on)vriendelijke houderijen. Nu worden er in ons land 3x zo veel dieren gehouden als in eigen land worden geconsumeerd. Die overkill gaat ten koste van de kwaliteit van de leefomgeving.

23 juni 2010

Walvisjacht legaliseren? Nooit niet!

De Internationale Walvisvaartcommissie (IWC) stelt voor om de jacht te legaliseren met quota van 400 walvissen per jaar. Nu wordt voor Japan, Noorwegen en IJsland de vangst van een paar duizend walvissen toegestaan onder het mom van wetenschappelijk onderzoek. Het walvisvlees komt echter gewoon in de supermarkt.
Wat mankeert er aan het gewoon verbieden van de walvisvangst? Het legaliseren van het vangen van ook maar een klein aantal walvissen maakt niet duidelijk dat het doden van walvissen een onethische kwestie is. Het verbieden van de vangst maakt ook onomstotelijk duidelijk wanneer een land of walvisjager in de fout gaat: altijd. Elke geringe schending of overtreding maakt dan een economische boycot tegen de landen effectief. Wanneer het doden van walvissen deze landen minder oplevert dan een boycot kost is het snel afgelopen met de illegale jacht.

16 juni 2010

Esther Ouwehand groenste politicus van het jaar 2010

PvdD persbericht, den Haag, 16 juni 2010 - Tweede Kamerlid Esther Ouwehand is vandaag door Stichting Natuurmonumenten uitgeroepen tot groenste politicus 2009-2010. Ouwehand ontving de prijs vanwege haar gedrevenheid en vastberadenheid in debatten, haar expertise op het dossier en het aantal moties en amendementen die door haar zijn ingediend en aangenomen voor natuurbehoud.
Ouwehand is blij met de erkenning en prees de organisatie voor hun inzet. ‘Het is belangrijk dat maatschappelijke organisaties laten zien welke partijen zich inzetten voor natuurbehoud. De Partij voor de Dieren heeft natuur en milieu hoog op de politieke agenda staan en dankzij het behoud van onze twee zetels kunnen wij de natuur ook in de komende regeerperiode blijven beschermen’, aldus Ouwehand.

Een andere leuke omstandigheid voor Esther Ouwehand was het aantal stemmen dat zij kreeg bij de Tweede Kamer verkiezingen. De meeste kiezers stemmen de eerste op de lijst. Het aantal stemmen op Esther bedroeg 1/8 van het aantal stemmen dat de nummer 1 op de lijst kreeg. Daarmee was zij verreweg de meest favoriete nummer twee vergeleken met de overige nummers 2 van de andere partijen. Dat is opmerkelijk omdat zij oorspronkelijk door de kiescommissie van de PvdD niet eens was geplaatst op de lijst voor de verkiezingen.

02 juni 2010

Woedeuitbarsting op olifant bij circus Renz

In circus Renz treden dieren op die -op zijn zachtst gezegd- niet altijd de waardering krijgen die zij verdienen; verslag van een ooggetuige (zie video):
Lama's, leeuwen, alpaca, een bok, Shetland ponies, zebra's, Watoesi's, 1 kameel en 1 Indische olifant die vrij klein van stuk is. De olifant staat buiten op het gras met wat hooi, zo te zien in een kraal van schrikdraad met in een cirkel om haar heen wat andere dieren.

In het programmaboek staat een act van Adriana Folco met een olifant die "Baby" heet. Zij is een dochter van de Folco's die in 1992 met Circus Sarassani de Jubileumtournee deden in Nederland. Ook in het programmaboek Amedeo Folco die een act heeft met zwarte Shetlanders. Hij is haar zoon en nog een kind, en ik zie hem die middag "ins freie Gehege" heel speels en ongedwongen oefenen om de grote bok en een bruine Shetlander een nummer te leren.

Mijn grootste aandacht gaat uit naar de wat kleine olifant. Olifanten zijn kuddedieren, en deze is alleen. Ze staat bijna voortdurend wat dierenactivisten noemen "stereotype gedrag" te vertonen: het wiegen, constant, incl. slurfbewegingen. Steeds dezelfde stapjes, maar af en toe onderbroken door een hapje hooi nemen. Mijn projectie is dat ik het wel erg eenzaam vind, maar anderzijds zegt een half uurtje kijken natuurlijk niets over de resterende 23½ uur van haar etmaal.
Dan is er ruim na de pauze een nummer dat ik me niet eens herinner omdat het eindigt met een totaal verduisterd chapiteau om dan amper 3 tellen later DE OLIFANT in een spotlight midden in de piste te tonen, met dompteuse Folco vlak voor haar. Het dier staat dan al met de voorpoten op zo'n ronde verhoging, lijkt natgespoten te zijn maar m.i. is dat de glitterspray waar ik 's middags vóór de voorstelling ook nog resten van op haar kop en poten gezien had. Het draait lustig rondjes door met de achterpoten om de ton heen te lopen en op de tonen van het circusorkest. Het staat er als één brok leven.
Maar dan begint het fout te gaan. Folco vraagt bewegingen van het dier, maar het reageert niet. Het blijft doen wat het deed. Na zeker 10 commando's en fysieke aanwijzingen, doet het wat zij wil. Ik heb haar geen moment LIEF zien zijn voor het dier en/of het belonen. Dan wil ze dat het gaat zitten op zo'n ton, maar ook dat duurt vele, vele keren van vragen, op poten tikken met een soort zweepje, weer commando's, het dier blijft staan en blijft haar aankijken. Als het z'n slurf een paar maal beweegt, duwt ze die weg of slaat 'm weg. Opeens gaat de olifant toch zitten, voorpoten omhoog, het publiek applaudisseert.

Dan wil de Italiaanse dat het dier op z'n linkerzij gaat liggen in de piste. "Down, down!". Na 10 of 20 keer commando's gevolgd door aan z'n linkeroor trekken, slurf wegslaan, met de hand op z'n achterrug wat slaan, dringt tot mij door dat Folco zelf al die tijd pal links naast het dier staat dat ze naar links wil laten omvallen. Als zij dan ook nog met zo te zien een stok van ± 60 cm lengte op z'n hoofd midden tussen de ogen gaat slaan ("tikken") totdat die stok breekt... moet ik me inhouden om niet de piste in te stappen en die heks eruit te schoppen. Ze heeft al die tijd geen seconde iets van aardigheid, iets liefs of bemoedigends naar het grote dier getoond. Wat het goed deed, wordt het niet voor geprezen. Ze is haar commando's steeds harder gaan roepen maar zonder resultaat en om zo'n vrouw kwaad te zien worden op Godbetere een olifant en die d.m.v. duwen op z'n rug in beweging te proberen te krijgen terwijl het dier haar al die tijd goed aankijkt...

Tussendoor moest "Baby" nog 1 of 2 maal rondjes draaien, en dat deed ie vol energie en overtuiging. Mijn indruk was dat het dier de andere commando's domweg (nog) niet goed begreep, maar ook op geen enkele manier in vriendelijkheid en begrip, bemoediging door z'n dompteuse daar bij geholpen werd. Baby ging niet liggen, waarop de act werd afgebroken door het dier een roze lap in de slurf te geven waarmee het al zwaaiend achterwaarts de piste verliet. Want dat laatste deel van de act, kende het blijkbaar nog wel.

Opmerking
Ik hield er rekening mee dat het nummer misschien nog maar kort bestond, en nog niet voldoende ingestudeerd was. Dan kun je zulke resultaten krijgen. Later zoekend op internet, bleek al snel hoe fout m'n indruk was. Adriana Folco en "Baby" trekken al heel veel jaren samen op.

Ontdaan door de hele gang van zaken in de piste en het feit dat Folco de situatie duidelijk niet de baas was, heb ik meteen toen Baby naar achteren ging de voorstelling verlaten om achter het chapiteau te kijken wat er verder met de olifant gebeurde. Folco was immers kwaad en had een deel van haar zelfbeheersing al in de piste verloren. Baby bleek direct afgevoerd naar z'n staltent, waar Folco nog zeker 10 à 15 minuten in het Italiaans luid tegen het dier heeft lopen schreeuwen en schelden. Een dierverzorger hielp haar om de witte banden (schrikdraad) weer om het dier heen te zetten, het ging allemaal chaotisch, haar zoontje kwam ook helpen, de bruine Shetland en de bok die -in een stalen omheining- de olifant in haar staltent gezelschap bleken te houden voor de nacht, hielden zich koest.
Na ongeveer een kwartier liep Folco nog steeds scheldend weg naar de Sattelgang toe (achterkant ingang chapiteau) waar diverse circusmedewerkers stonden te kijken richting Baby. Keerde even later weer terug en sloot toen de deuren van de wagen (trailer) die met vers stro en hooi was klaargemaakt voor de nacht. De olifant bleef buiten, in haar tent op het gras. Geen hooi meer gezien (maar weet niet of olifanten qua maagactiviteit 's nachts moeten kunnen fourageren). Toen liep ze weer weg, ik denk naar haar eigen wagen toe. Een andere circusmedewerker liep naar zijn collega in de olifantentent toe, en kreeg daar een handen-en-voeten verhaal over hoe het dier in de voorstelling herhaaldelijk haar commando's geweigerd had. Samen brachten ze vervolgens de zijwand (tentdoek) aan aan de kant die nog steeds open was geweest en waardoor ik alles had kunnen zien.

Toen ben ik weggegaan. Er was licht in de staltent en door haar schaduw kon je zien dat "Baby" daar intussen weer non-stop stond heen en weer te wiegen. Met al die vieze glitter nog op haar kop en lijf, want ze was niet afgespoten.

Tot zover de ooggetuige.
Wilt u meer lezen over welzijnsproblemen van circusdieren en de redenen waarom sommigen actievoeren tegen het gebruik van dieren in het circus, klik dan hier.

28 april 2010

Wetenschappers vertellen waarom u minder vlees moet eten

Op 27 april 2010 werd de site www.duurzameveeteelt.nl geopend. Op de site pleiten Nederlandse hoogleraren voor het volgende:

Wij, wetenschappers uit uiteenlopende disciplines, verbonden aan Nederlandse universiteiten als (emeritus) hoogleraar, zijn van mening dat de intensieve veehouderij moet worden gesaneerd en omgevormd tot een dier-, mens- en milieuvriendelijk systeem dat tegemoetkomt aan de natuur en behoeftes van alle levende wezens. Wij denken dat daartoe om te beginnen de plannen gerealiseerd moeten worden die tien jaar geleden al werden geformuleerd door o.a. Wijffels en Brinkhorst. Wij pleiten daarom voor een kritische evaluatie van wat er in concreto gedaan is met de aanbevelingen van de commissie-Wijffels, en vooral wat niet gedaan is.

Daarnaast formuleren we de volgende algemene uitgangspunten die in onze visie richtinggevend moeten zijn bij de hervorming van de sector:
  1. De overheid en niet de markt moet verandering sturen. Bij het hervormen van de veeindustrie moet de overheid uitdrukkelijk een sturende rol spelen. Via regelgeving moet de overheid afdwingen dat de productie van vlees en zuivel duurzaam is.
  2. De consumptie van dierlijke eiwitten moet worden verlaagd met minstens 33 % in 2020. Dit moet een doelstelling worden van het kabinetsbeleid. De overheid kan deze doelstelling, die een gedragsverandering van de consument vraagt, deels bereiken middels voorlichting met onafhankelijke informatie over dierenwelzijn, milieu, ecologische voetafdruk en gezondheid.
  3. Alle maatschappelijke kosten van de productie van vlees en zuivel moeten worden verdisconteerd in de prijs, volgens het principe ‘de vervuiler betaalt’. Sleuteltermen voor de consumptie van vlees en zuivel moeten worden: minder en beter. Boeren die verbeteringen in kwaliteit, duurzaamheid en dierenwelzijn verwezenlijken, zullen een hoger inkomen genereren doordat de maatschappelijke kosten van hun product lager zijn.
  4. Nederland moet voortrekker van Europa worden. Maatregelen moeten waar mogelijk in Europees verband genomen worden, maar Nederland moet, gezien de omvang van de sector in Nederland, het voortouw nemen.
  5. Welzijn van dieren moet een centrale plaats krijgen in de veehouderij. De overheid moet dierenwelzijn waarborgen door welzijnsonvriendelijke methoden te verbieden.
  6. Het gebruik van antibiotica en hormonen in de veeteelt moet verboden worden. Het mag alleen in specifieke, duidelijk omschreven gevallen worden toegestaan voor individuele dieren die ziek zijn.
  7. Grondgebonden landbouw en gesloten kringlopen in de productie van dierlijke eiwitten moeten het uitgangspunt vormen. Het fokken, vetmesten en het slachten van landbouwhuisdieren alsmede de productie van grondstoffen van veevoer moet bij voorkeur binnen één regio gebeuren.
  8. De vestiging en uitbreiding van grootschalige veeindustrieën moet aan banden gelegd worden, om verdere aantasting van het landelijk gebied tegen te gaan. Er moet een grens worden gesteld aan het aantal te houden dieren per hectare, per provincie of in heel Nederland.
  9. Boeren moeten de kans krijgen het hoofd boven water te houden. Bij de door ons voorgestelde gedwongen herstructurering is duidelijk dat de sector problemen zal krijgen in de transitiefase. Er is dus flankerend beleid nodig, waarbij de overheid degenen die in de problemen komen zal moeten helpen zich aan te passen. Gezien de hoge maatschappelijke kosten van de huidige wijze van bedrijfsvoering, zal deze investering zich op termijn terugbetalen.
  10. De ontwikkeling van verantwoorde en smakelijke plantaardige voeding moet worden bevorderd. De overheid moet investeren in meer onderzoek naar efficiënte productie van plantaardige producten die voor de consument een volwaardige vervanger zijn van dierlijke producten. Een aantrekkelijk alternatief leidt vanzelf tot een lagere vlees- en zuivelconsumptie, en zal aldus alle genoemde problemen tegelijkertijd aanpakken, terwijl tevens de gezondheid van de consument erbij gebaat is.

Minder vlees, mevrouw. U weet nu waarom.

Werken luchtwassers eigenlijk wel?

Citaten uit de evaluatie Project luchtwassers 2009

Dit project is door de Servicepunten Handhaving opgezet naar aanleiding van signalen van diverse handhavingspartners over het slechte naleefgedrag bij chemische luchtwassers van agrarische bedrijven. Bij controles van de luchtwassers bleek dat vaak de installatie in afwijking van de vergunning was gebouwd. De toezichthouder kan hierdoor niet beoordelen of de installatie het benodigde rendement behaalt. Regelmatig werd geconstateerd dat de installatie niet werkte. De controle rondom de dimensionering en werking is complex.

Tijdens het project zijn zes typen enkelvoudige luchtwassers gecontroleerd aan de hand van een vooraf opgestelde checklist. De controles zijn uitgevoerd door diverse instanties (toezichthouders).
Door te werken met een checklist is getracht het toezicht en de verkregen informatie voor het project te uniformeren. Bij de checklisten is een toelichting gemaakt om toezichthouders te helpen bij het uitvoeren van een controle. Verder is toezichthouders de mogelijkheid geboden met een andere (ervaren) toezichthouder mee te gaan tijdens het uitvoeren van een controle.

Conclusies:
  • 74% van de inwerking zijnde luchtwassers voldoet niet aan alle wet- en regelgeving.
  • Bij 23% van de inrichtingen is de emissie te hoog.
  • Bij een aantal inrichtingen is niet bekend of de emissie te hoog is of niet. Bij deze inrichtingen waren de luchtwassers wel in werking maar niet geheel overeenkomstig de vergunning uitgevoerd.
  • In een aantal gevallen moet door handhaving van de vergunningvoorschriften de wassers in overeenstemming met de vergunning gebracht worden. In een aantal andere gevallen wordt tijdens een te volgen vergunningprocedure bepaald of de vereiste emissiereductie gehaald wordt.

21 april 2010

Varkenssector veroorzaakt voor meer dan 1,5 miljard euro maatschappelijke kosten per jaar

Persbericht Amsterdam, 21 april 2010 - Het instituut voor Milieuvraagstukken van de Vrije Universiteit heeft in opdracht van de Nicolaas. G. Pierson Foundation onderzoek gedaan naar de hoogte van werkelijke prijs van varkensvlees indien alle maatschappelijke kosten zouden worden meegerekend. In de studie zijn de milieueffecten van varkensvlees gekwantificeerd in de categorieën klimaatverandering, dierenwelzijn, biodiversiteit en dierziektes. Omdat niet alle effecten zijn meegenomen in de berekening kan de geschatte prijs nog steeds worden beschouwd als een onderschatting.

De totale maatschappelijke kosten voor conventioneel varkensvlees worden geraamd op minimaal €2,32 per kilo op een gemiddelde consumentenprijs van €6,69, ofwel 35%. Hierbij is dierenwelzijn de belangrijkste factor, gevolgd door biodiversiteit, klimaatverandering en dierziektes. Subsidies lijken een verwaarloosbaar kleine rol te spelen.

Voor biologisch varkensvlees zijn de maatschappelijke kosten naar schatting minimaal €1,26. Omdat de gemiddelde consumentenprijs van biologisch vlees minstens een kwart hoger ligt dan die van conventioneel vlees, zou de prijs dus €8,36 zijn. Dit betekent dat ook de maatschappelijke kosten van biologisch vlees dus minimaal 15% van de consumentenprijs bedragen. Klimaatverandering, biodiversiteit en dierziektes zijn hierbij de belangrijkste factoren.

Hoewel ook de ondergrens van de berekende maatschappelijke kosten onzekerheden bevat, betreft het totaal een conservatieve schatting. De totale jaarlijkse maatschappelijke kosten van in Nederland geslachte varkens bedroegen in 2008 minimaal €1,5 miljard per jaar, ofwel bijna €100 per Nederlander.

Dit onderzoekt toont wederom aan dat consumentenprijzen zelden een goed beeld geven van de werkelijke kosten die gemaakt worden om het product in de schappen te krijgen. Prijzen dekken vaak wel de directe kosten van productie maar negeren over het algemeen de maatschappelijke kosten van het product omdat deze meestal ongemerkt worden afgewenteld op het milieu. Zouden dit soort kosten wel worden meegenomen in de prijs, dan zou de consument aanzienlijk meer moeten betalen voor hun boodschappen en zodoende minder schadelijke producten kopen.

Een gebruikelijke manier om maatschappelijke kosten in prijzen op te nemen is het heffen van belastingen. Zo’n belasting zou het falen van de markt door het bestaan van maatschappelijke kosten kunnen corrigeren. In het geval van conventioneel varkensvlees zou het tarief van de belasting gemiddeld minimaal €2,32 moeten bedragen, dat is 35% van de consumentenprijs. Een verhoging van het BTW-tarief van 6% naar 19% – voorgesteld door VROM-topambtenaar Bernard ten Haar voor de Studiecommissie Belastingstelsel – is in ieder geval onvoldoende om alle maatschappelijke kosten te internaliseren.

Het volledige rapport is te downloaden op www.ngpf.nl en op www.partijvoordedieren.nl

10 april 2010

Is intensieve veehouderij milieuvriendelijk?

In de intensieve veehouderij worden veel dieren in een kleine ruimte bij elkaar gehouden. Omdat de mest wordt verzameld kan er invloed op worden uitgeoefend waar deze weer in het milieu teruggebracht wordt. Zouden alle dieren buiten lopen op een relatief klein terrein dan zou de natuur de belasting van hun mest niet aankunnen. Uit deze omstandigheid zou je kunnen concluderen dat de intensieve veehouderij het milieu minder belast dan diervriendelijkere veehouderij systemen waarbij de dieren in de wei lopen. Echter, de vergelijking gaat mank, want de huidige intensieve veehouderij houdt juist zoveel dieren het gehele jaar in de stal omdat zij een markt wil bedienen die veel groter is dan de veehouderij, gericht op de eigen regio, vroeger deed. Zou ons land net zoveel landbouwhuisdieren huisvesten als voor de Nederlandse voedselvoorziening nodig is, dan kan het milieu de mest gemakkelijk op een natuurlijke manier verwerken, vooropgesteld natuurlijk wanneer de boeren zich zouden houden aan het maximaal hoeveelheid dieren die een weide aankan.
Ons land wil graag via de export zoveel mogelijk vlees en zuivel op de buitenlandse markt afzetten. Om de veestapel te kunnen voeden moet het voer uit andere delen van de wereld worden aangevoerd en mag de mest niet meer volledig als bemesting over het eigen land worden uitgereden. Dit maakt dat het platteland steeds meer een industrieel karakter krijgt, waarbij voor mensen buiten de agrarische sector weinig meer valt te beleven. Het wordt er steeds minder aantrekkelijk, zelfs ongezond om te wonen.
Het is de vraag hoe lang burgers nog zullen toestaan dat zo’n groot deel van de beperkte ruimte in ons land wordt gebruikt voor exportdoeleinden, waarvan die burger zelf nauwelijks voordeel heeft. Het enige voordeel dat een consument heeft is dat vlees en zuivel goedkoper zijn dan wanneer er op een kleinschaliger en dier- en milieuvriendelijker manier dieren worden gehouden. Dat financiële voordeel van een lagere prijs in de schappen wordt ruimschoots teniet gedaan door de indirecte financiële nadelen en bedreigingen van de gezondheid en beleving van het landschap.
Het is natuurlijk in theorie denkbaar dat de Nederlandse politiek zou besluiten om de exportbelangen van de agrosector op te geven en de vlees- en zuivelproductie toch in handen te geven aan de intensieve veehouderij. Dan zou een handvol boeren de nationale behoefte kunnen dekken. Dan zouden er in wat afgelegen gebieden een paar megastallen over kunnen blijven. Maar het is veel aantrekkelijker voor boer, burger en dier om in ons land een veestapel te onderhouden die net groot genoeg is om de nationale voedselbehoefte te dekken en te laten leven in omstandigheden waarbij zowel de dieren een goed leven zouden leiden als dat buitenstaanders en omwonenden zouden kunnen genieten van een extensievere teelt in de wei.
Ook weidevogels hebben daar belang bij. Nu hebben de boeren het te druk met het voeren van hun grote veestapel om af en toe van de trekker te stappen om een nest te beschermen. LNV reageert hierop door die gebieden waar de boeren daartoe nog wel bereid zijn te steunen en de dieren in de overige gebieden vogelvrij te verklaren.
Het lijkt een dier- en milieuvriendelijk beleid, maar het is allemaal om de aandacht af te leiden van de werkelijke problemen die de grootschaligheid als gevolg van economisch hebzucht veroorzaakt.

09 april 2010

Deel varkens en koeien levend aan de slachthaak

Het Agrarisch Dagblad meldt 7-04-2010:
Een slordige half miljoen varkens per jaar worden bij de verwerking in Duitse slachterijen onvoldoende verdoofd of komen nog meer of minder levend aan de haak omdat ze onvoldoende leeggebloed zijn.

Dat zegt de veterinairenorganisatie Bundestierärztekammer. Volgens de dierenartsen is daarmee sprake van een buitengewoon verontrustende situatie en doet de overheid daartegen te weinig.

Het genoemde aantal van een half miljoen komt neer op 1 procent van het totale aantal geslachte varkens. In de rundveeslachterijsector is het cijfer foutieve dan wel gebrekkige verdovingen nog aanzienlijk hoger, namelijk 4 tot 7 procent, aldus de Bundesärztekammer in een aan de kwestie gewijde uitzending van het ZDF-televisieprogramma Frontal21.

De oorzaak van de misstanden is volgens de artsen van puur economische aard.

08 april 2010

Proefdierapenhandelaar weigert openheid van zaken

Apenhandelaar Hartelust weigert volksvertegenwoordiger

Persbericht PvdD, Den Haag, 8 april 2010 – RC Hartelust B.V., één van de grootste apenhandelaren in de internationale proefdiersector, weigert openheid van zaken te geven over de manier waarop zij haar apen importeert, huisvest en verzorgt. Tweede Kamerlid Esther Ouwehand van de Partij voor de Dieren is niet welkom voor een werkbezoek aan het Tilburgse bedrijf. Dit bevreemdt de partij, omdat het ontvangen van een volksvertegenwoordiger wel het minste is dat de proefdiersector zou moeten doen om openheid te betrachten richting de samenleving.

De proefdierhandelaar kwam al eerder in opspraak nadat bleek dat apen onder erbarmelijke omstandigheden vanuit Tilburg werden getransporteerd, wat een aantal dieren fataal werd. Ouwehand zet haar vraagtekens bij de praktijken van het bedrijf. ‘De handel in apen voor proefdieronderzoek roept veel vragen op over het welzijn en de herkomst van de dieren, niet in de laatste plaats omdat een groot aantal dieren uit China wordt geïmporteerd. De samenleving heeft er recht op om te weten hoe die handel in elkaar zit en hoe er met de dieren wordt omgegaan. Dat RC Hartelust nota bene aan een volksvertegenwoordiger weigert openheid te geven, vind ik bepaald geen geruststelling – integendeel’, aldus het Kamerlid.

De weigering is des te vreemder omdat Ouwehand als woordvoerder dierproeven voor de Partij voor de Dieren al een hele serie werkbezoeken heeft afgelegd in proefdiercentra. De partij vindt het onbestaanbaar dat een lid van de Tweede Kamer, dat zich door middel van bezoeken in het veld wil laten informeren over het onderwerp waarover zij in de Kamer debatteert, de mogelijkheid wordt onthouden kennis te nemen van de werkwijze van een in Nederland gevestigde proefdierhandelaar.

Omdat over de handel in proefdieren nauwelijks informatie wordt geregistreerd of geopenbaard, heeft Esther Ouwehand vandaag een uitgebreide serie vragen gesteld aan de minister van VWS over de apenhandel door Hartelust. Ouwehand wil onder meer weten wat de herkomst van de apen is, en op welke wijze toezicht wordt gehouden op de vangst van apen uit het wild en de doorvoer vanuit China. Op de handel in uitheemse dieren is het CITES-verdrag van toepassing, waarmee men tracht te voorkomen dat de handel het voortbestaan van een plant- of diersoort bedreigt. Dieren worden na vangst in het wild vaak doorgevoerd naar andere landen, om vanuit daar weer geëxporteerd te worden. Hierdoor is vaak niet duidelijk waar de dieren oorspronkelijk vandaan komen, wat ontduiking van de CITES-richtlijnen in de hand werkt.

De Partij voor de Dieren vindt dat er zo snel mogelijk een verbod moet komen op dierproeven op primaten. ‘Tot het zover is, moet er scherp worden toegezien op het gebruik van primaten. Zowel op de handel als op de experimenten zelf. Waar geld kan worden verdiend, verdwijnt het belang van het dier meestal van de agenda’, stelt het Kamerlid.

01 april 2010

De schreeuw van de vis

Een zorgelijk bericht de afgelopen week in de Leeuwarder Courant: sportvissen is de snelst groeiende sport in Friesland. Er zouden thans zo’n 52.000 mensen in Friesland zich met deze merkwaardige hobby bezig houden. Landelijk gezien overschrijdt het aantal sportvissers de twee miljoen! Alarmerend is ook het gegeven dat daarbij meer een half miljoen(!) kinderen zijn. Tegelijkertijd bestaan in brede kring binnen de samenleving grote bezwaren tegen deze vorm van vrijetijdsbesteding.
Natuurlijk is vissen natuurlijk helemaal geen sport. Immers de visser is in alle opzichten – behalve wellicht moreel – superieur aan zijn tegenstander, de vis. De vis is het weerloze slachtoffer van de hang van de mens naar plezier, ontspanning, natuurbeleving, recreatie of hoe je de aard van deze bezigheid ook wilt omschrijven.
Vissen zijn hoogontwikkelde, intelligente, gewervelde dieren. Ze ervaren pijn, angst en stress. Dat is al in 1986 aangetoond door de wetenschappers Verheijen en Buwalda van de Rijksuniversiteit Utrecht. En al deze ervaringen doen zich voor bij een vis die aan een haak uit zijn element wordt gescheurd. Een vis kan geen geluid maken om zijn angst en pijn uit te schreeuwen. Als dat wel het geval was zou het aantal ‘sport’vissers waarschijnlijk aanzienlijk minder zijn dan nu. In plaats daarvan vertonen ze gedrag als zwenken, spuwen en heftig schudden met de kop, allemaal tekenen dat ze ernstig lijden. Onderzoek door de Universiteit van Edinburgh en het Roslininstituut heeft aangetoond dat zich pijnreceptoren rond de bek en op de kop bevinden. Bij een regenboogforel b.v. zijn dat er achtenvijftig. De zenuwbanen die pijn veroorzaken zijn er dus wel degelijk!
In artikel 36, lid 1 van Gezondheids- en Welzijnswet voor Dieren staat: “Het is verboden om zonder redelijk doel of met overschrijding van hetgeen ter bereiking van zodanig doel toelaatbaar is, bij een dier pijn of letsel te veroorzaken dan wel de gezondheid of het welzijn van een dier te benadelen.”
Het in dit artikel genoemde verbod wordt dus niet toegepast op het ‘sport’vissen. Kennelijk wordt hier het vermaak van de visser als ‘een redelijk doel’ aangemerkt waarvoor dus het “veroorzaken van pijn, letsel en benadeling van de gezondheid of het welzijn van het dier” toelaatbaar wordt geacht…………….
Velen, waaronder de Partij voor de Dieren wijzen het ‘sport’vissen ondubbelzinnig af. Zeker ook waar het gaat om kinderen moet het vissen worden ontmoedigd. Kinderen moet worden aangeleerd dat dieren met mededogen en respect moeten worden behandeld en het vissen staat daar haaks op.
Gezien het grote aantal mensen dat zich als sportvisser manifesteert is enigszins voor te stellen wat er aan onnodig dierenleed wordt veroorzaakt door mensen die zich op deze wijze menen te mogen ontspannen.
Niet alleen het vangen en onthaken is een uiterst onaangename ervaring voor vissen. Ook de manier van doden – of dood laten gaan(!) - is zodanig dat dat ten aanzien van andere diersoorten op grote maatschappelijke weerstand zou stuiten.
Het wordt hoog tijd dat ook het lot van vissen meer aandacht krijgt. “De vis wordt duur betaald.” Maar het is hier de vis zelf die de rekening krijgt gepresenteerd in de vorm van leed dat voorkomen had kunnen worden.
Niemand is er – uiteraard – op uit om mensen hun hobby af te nemen of hun het genieten van de natuur onmogelijk te maken. Maar hobby’s, vermaak en recreatie mogen nooit ten koste gaan van andere levende wezens en mogen geen excuus zijn voor het toebrengen van leed.

24 maart 2010

PvdD vecht besluit Verburg over uitstel welzijnseisen varkens aan


Minister Verburg gunt varkens geen ruimte

Partij voor de Dieren vecht controversieel besluit aan


Persbericht Den Haag, 24 maart 2010 - De Partij voor de dieren is verbaasd over het besluit van demissionair minister Verburg om de welzijnseisen voor varkens op de valreep van haar ambtstermijn nog even aan de kant te zetten. Verburg verbreekt hiermee namelijk staand beleid en dat hoort niet bij de bevoegdheden van een demissionair kabinet. De Partij voor de Dieren wil daarom dat de brief die zij hierover naar de Kamer heeft gestuurd vandaag controversieel wordt verklaard.

Het gemiddelde varken in de vee-industrie heeft een beroerd leven. Deze sociale en intelligente dieren worden vaak individueel gehuisvest in saaie, krappe hokken waarin ze niet kunnen bewegen en niet kunnen spelen. Al in 1998 is besloten dat varkens beter behandeld zouden moeten worden. Er is toen afgesproken dat de dieren meer ruimte zouden krijgen, dat ze in groepen mogen leven en dat hun vloeren niet meer bedekt mogen zijn met roosters .De sector kreeg tot 2008 de tijd om hun stallen aan te passen. In 2005 heeft CDA-minister Veerman deze overgangstermijn nog met 5 jaar verlengd tot 2013.. Dit betekent dat varkenshouders in totaal 15 jaar de tijd krijgen om hun stallen aan de nieuwe welzijnseisen te laten voldoen. De varkenshouders weigeren echter te investeren in goede huisvesting voor hun dieren, waardoor nog maar weinig stallen aan de eisen voldoen.

De varkenssector is al maanden aan het lobbyen om het Varkensbesluit van tafel te krijgen. Alles om maar zoveel mogelijk varkens goedkoop vet te kunnen mesten, volgens de Partij voor de Dieren. CDA minister Verburg bleek gevoelig voor de smeekbede van de sector en kondigde gisteren aan verschillende onderdelen van het varkensbesluit ‘te laten vervallen’. De oppervlaktenormen, waardoor varkens recht kregen op een beetje meer ruimte, worden in het voorstel van de minister definitief geschrapt. In ruil hiervoor gaat de minister zich slechts ‘met kracht inzet­ten voor een verbetering van het welzijn van varkens op EU-niveau’.

De Partij voor de Dieren vindt de brief die naar de Kamer is gestuurd onacceptabel. Marianne Thieme: ‘Al 12 jaar lang is duidelijk welke eisen in de varkenshouderij gaan gelden. Dit is staand beleid. Minister Verburg speelt hoog spel als zij denkt dat zij dit soort beslissingen nog mag nemen vanuit haar demissionaire positie.’ Vandaag zal de Partij voor de Dieren ervoor pleiten deze wijziging van het Varkensbesluit controversieel te verklaren. Hiermee blijft het staand beleid gehandhaafd, en krijgen de varkens over drie jaar eindelijk een beetje meer ruimte.

22 maart 2010

Boycot vlees van antibiotica boeren in de supermarkt

Supermarkten moeten antibioticagebruik in vee-industrie boycotten

Varkens in Nood roept supermarkten in Nederland op om vlees van boeren die veel antibiotica gebruiken te weren uit de schappen. De supers moeten er bovendien zorg voor dragen dat het vlees vrij is van MRSA. Op deze manier worden veehouders gedwongen hun antibioticagebruik terug te dringen.

Het antibioticagebruik per dier in de Nederlandse veehouderij is het hoogst in Europa. Veehouders verbruikten vorig jaar ruim 500 ton antibiotica, terwijl boeren in Denemarken met een vergelijkbare veestapel toe konden met nog geen kwart van deze hoeveelheid. Tot nu toe onderneemt de sector geen enkele actie om het medicijngebruik terug te dringen. Supermarkten kunnen het verschil maken door geen vlees meer af te nemen van producenten die hun dieren grote hoeveelheden antibiotica toedienen.

Hans Baaij, directeur Varkens in Nood: ‘Voor boeren is het nu niet interessant om te stoppen met het toedienen van antibiotica. Het is een goedkope manier om dieren onder erbarmelijke omstandigheden toch gezond te houden en sneller te laten groeien. Als de supermarkten eisen gaan stellen, zullen ze hun bedrijfsvoering moeten aanpassen.’

Overmatig gebruik van antibiotica zorgt ervoor dat steeds meer bacteriën resistent worden voor deze geneesmiddelen, wat een gevaar oplevert voor de volksgezondheid. Een groeiend aantal patiënten loopt onbehandelbare infecties op. De resistente bacterie MRSA, die veelvuldig op varkenshouderijen voorkomt, is een groeiend probleem in ziekenhuizen. Vooral voor zieken, ouderen en jonge kinderen is deze bacterie levensgevaarlijk. Er zijn steeds meer aanwijzingen dat MRSA op vleesproducten terecht kan komen. Ook hier zouden supermarkten hun verantwoordelijkheid moeten nemen, door vlees te (laten) controleren op MRSA.

Hans Baaij: ‘Het is absurd en onverantwoord dat voor een gering economisch belang de volksgezondheid op het spel wordt gezet. Als een bacterie als MRSA via de boodschappen bij de consument terecht komt, dan is het einde zoek. Supermarkten moeten er zorg voor dragen dat hun producten veilig zijn.’

Hans Baaij was te gast bij een uitzending van Tros Radar op 22-03-2010 over de gevaren van MRSA.

17 maart 2010

Het belang van een goede visie op dierenrechten bij de Oostvaardersplassen

De dieren in de Oostvaardersplassen lijden (in de winter en het vroege voorjaar) honger en je zou kunnen betogen dat zij in hun rechten worden aangetast.
Het CDA ziet zijn kans schoon om de Partij voor de Dieren in de discussie over bijvoeren naar de kroon te steken. Immers de dieren in de intensieve veehouderij zullen nooit voer tekort komen, want dan is de opbrengst kleiner. Voor de Partij voor de Dieren is het wat lastiger om een aansprekend standpunt in te nemen. Zij pleit ervoor om de dieren met rust te laten en het gebied van de Oostvaardersplassen zo snel mogelijk aan te sluiten op de Ecologische HoofdStructuur. Bijvoeren daar zien zij alleen maar nadelen in. Wanneer je niet de suggestie wilt doen om aan geboortebeperking te doen, dan zit je klem.
Het kost wat moeite, maar de dieren voor 1 keer bijvoeren en vervolgens een deel te steriliseren of te castreren zolang de aansluiting met de Ecologische Hoofdstructuur er nog niet is, is een maatregel die zowel recht doet aan het dierenwelzijn als aan haar rechten. Het voorkomt een overpopulatie die sterft aan ondervoeding.
Wanneer je uitgaat van het principe dat ook dieren vrijheid als grondrecht hebben, dan is deze ingreep de manier om vrijheid te behouden.
Het is opvallend dat in de discussie vrijwel niemand het begrip “intrinsieke waarde” van stal haalt. Terecht want dat begrip slaat als een tang op een varken. Hopelijk levert de discussie in het bewustzijn van het grote publiek wat meer duidelijkheid op wat natuur echt inhoudt: vrijheid om te zoeken naar voedsel en het ook daadwerkelijk te vinden.

Wie de Partij voor Dieren om uitleg vraagt krijgt het volgende, uitgebreide antwoord:
De Partij voor de Dieren begrijpt uw zorgen over de situatie in de Oostvaardersplassen en de beelden hiervan in Eenvandaag. Als er één partij is die niet wil dat dieren onnodig lijden, dan is het de Partij voor de Dieren. Wij volgen de situatie in de Oostvaardersplassen nauwlettend en vrijdag 12 maart hebben onze Kamerleden Marianne Thieme en Esther Ouwehand samen met onze fractiebioloog een werkbezoek gebracht aan dit gebied.
De Partij voor de Dieren is in principe geen voorstander van het uitzetten van dieren, zeker waar dat in omheinde gebieden plaatsvindt. Het zou niet onze keuze zijn geweest om grote grazers, runderen, paarden en edelherten uit te zetten in het gebied, maar het experiment is een gepasseerd station en dateert van voor de oprichting van de Partij voor de Dieren. Achteruitkijken is dus zinloos, het gaat erom in de huidige situatie de beste oplossing voor de dieren te vinden.
Hoewel de wens om bij te voeren begrijpelijk is, worden de dieren er niet mee geholpen. Integendeel: het bijvoeren creëert onrust in de kudde en dieren die eraan gewend raken, worden minder zelfredzaam. Het belangrijkste probleem van bijvoeren is dat het voedsel niet bij de zwakke dieren terechtkomt. Wilde grazers leven in kuddes met een sterke hiërarchie en de sterke dieren zullen het voedsel opeisen ten koste van de zwakkeren. Door de grote verstoring van het bijvoeren verspillen de dieren wel extra energie, waardoor de zwakste dieren nog kwetsbaarder worden. Het aanbieden van voer op meerdere plekken in het terrein, zoals wel eens gesuggereerd wordt, is geen oplossing voor dit probleem. De dieren leven zeer verspreid over het gebied en als ze aan het voer gewend raken, worden ze minder actief.
Door het bijvoeren komen er meer jongen dan het gebied aankan, waardoor het probleem nog groter wordt. De dieren die nu zogenaamd geholpen worden, vallen dan volgend jaar ten prooi aan de jagerslobby die onder het mom van ‘populatiebeheer’ voor de lol talloze dieren wil doodschieten. Dit actieve afschot vindt dan plaats buiten de wintermaanden. Hierdoor kan er geen verschil worden gemaakt tussen zwakkere dieren die de winter niet zouden overleven, of dieren die gezond zijn en/of belangrijke functies hebben, zoals de kuddeleiders of de moederdieren.
Ten slotte is van een ‘langzame hongerdood’ en een ‘pijnlijk proces’, waar de heer Ormel (CDA) over spreekt, geen sprake. Er is nog steeds voldoende ruwvoer aanwezig in het gebied. Boswachters en dierenartsen houden de dieren extra goed in de gaten. Dieren worden door bevoegd personeel geëuthanaseerd als het duidelijk is dat zij het einde van de winter niet gaan halen, om een lange lijdensweg te voorkomen. Staatsbosbeheer streeft ernaar in alle sterftegevallen te euthanaseren, maar dit is niet altijd mogelijk. Het komt voor dat dieren opeens dood neervallen, door met name plotselinge winterse weersomstandigheden. Hetzelfde gebeurt ook in natuurgebieden in Schotland die niet afgerasterd zijn. Omdat het om een plotselinge dood gaat, is er geen sprake van een lange lijdensweg en is vroegtijdig ingrijpen niet mogelijk.
De Partij voor de Dieren vindt het van groot belang continu te evalueren of er genoeg mankracht aanwezig is om de dieren te inspecteren en waar nodig te euthanaseren. Bij veranderende (weers)omstandigheden moet nagegaan worden of het beleid hierop aangepast moet worden. Ook het beslisschema voor euthanasie, waarmee inspecteurs inschatten wanneer een dier in aanmerking komt voor euthanasie, moet steeds kritisch worden bekeken om te kunnen garanderen dat de maatregelen telkens het gewenste resultaat opleveren. Eventuele herijking van dit beslisschema moet door deskundigen worden uitgevoerd.
De Partij voor de Dieren vindt dat in het wild levende dieren zoveel mogelijk met rust moeten worden gelaten zodat natuurlijke processen hun beloop kunnen hebben. Alleen zo worden de meest diervriendelijke omstandigheden gecreëerd voor de dieren in natuurgebieden. Wij zijn van mening dat populatiebeheer door jagers zoals op de Veluwe plaatsvindt geen acceptabele oplossing kan bieden. 80% van alle zwijnen wordt daar gedood waarbij de populatiedynamiek letterlijk aan flarden wordt geschoten. Op de Veluwe werden het afgelopen jaar 925 van de ruim 2000 edelherten doodgeschoten. Ter vergelijking, in de Oostvaardersplassen zijn er dit jaar 450 van de 2172 doodgegaan.
We pleiten ook nadrukkelijk voor het verbinden van de natuurgebieden in Nederland zodat de dieren meer migratiemogelijkheden en een groter leefgebied krijgen. Eventueel menselijk ingrijpen zal altijd zorgvuldig moeten worden beoordeeld op het daadwerkelijke effect ervan op de dieren. Vanuit het oogpunt van dierenwelzijn is bijvoeren onder de huidige omstandigheden zeer ongewenst en leidt tot het actief afschieten van voornamelijk gezonde dieren. Partijen als CDA, VVD en PVV gaan hier helaas aan voorbij.
Ik hoop dat u van me aan wilt nemen dat we alles hebben gedaan om tot een gewetensvolle en verantwoorde afweging te komen, waarbij de belangen van de dieren voor ons centraal staan.

11 maart 2010

Raad voor Dieraangelegenheden: dierenwelzijn moet in grondwet

Raad voor Dieraangelegenheden:
Overheid moet eindverantwoordelijkheid dierenwelzijn erkennen en in grondwet vastleggen

Persbericht PvdD Den Haag, 11 maart 2010 - De Raad voor Dieraangelegenheden adviseert het kabinet in een vandaag verschenen rapport om vergaande maatregelen te nemen teneinde het welzijn van dieren beter te waarborgen. Volgens de deskundigen in de RDA heeft de overheid de taak zwakke partijen en kwetsbare waarden in onze samenleving te beschermen. De Raad adviseert de overheid om haar eindverantwoordelijkheid voor de kwaliteit van het leven van dieren expliciet vast te leggen, bijvoorbeeld in de grondwet.
De Partij voor de Dieren is zeer verheugd over het advies van de RDA en ziet daarin een duidelijke doorbraak in het denken over het welzijn van dieren. Marianne Thieme: “Wanneer deze aanbevelingen worden overgenomen zal dat het definitieve einde inluiden van de intensieve veehouderij in haar huidige vorm. Die is onverenigbaar met de aanbeveling. Wij zullen ervoor zorgen dat van dit uitstel geen afstel zal komen en zullen de aanbevelingen van de RDA mede inzet maken van de komende verkiezingen.”

De Raad is van mening dat de mens dieren mag houden. De Raad stelt echter in haar aanbeveling aan de minister dat “dit recht niet ongelimiteerd en niet onvoorwaardelijk kan zijn. De dierhouder heeft een verregaande invloed op het leven en de leefomstandigheden van zijn dier. Hij is eerstverantwoordelijk voor het welzijn en de gezondheid van zijn dier. In de relatie tussen dier en dierhouder is het dier de zwakkere partij. De dierhouder moet bereid zijn verantwoording af te leggen over de wijze waarop hij zijn dier houdt.”

De Raad geeft aan dat de overheid ten aanzien van het welzijn, inclusief de gezondheid, van dieren een ordenende, beschermende en bevorderende rol heeft en verantwoordelijk is voor: Het bepalen van de minimumnormen en het streefniveau van dierenwelzijn en diergezondheid voor de verschillende diersoorten, en het vastleggen van de minimumnormen in wet- en regelgeving.

Verder is de overheid verantwoordelijk voor bescherming: Het handhaven van de minimumnormen voor dierenwelzijn en diergezondheid, inclusief het vervullen van een vangnetfunctie wanneer de houder zijn verantwoordelijkheid niet kan of wil nakomen.

Bovendien zou de overheid zich meer bezig moeten houden met ontwikkelingen in het denken over dierenwelzijn en diergezondheid in de maatschappij. Dit op een zodanige manier dat dierenonwelzijn in de toekomst in Nederland niet meer kan voorkomen en het welbevinden van dieren het uitgangspunt vormt in het door de overheid gehanteerde streefniveau van dierenwelzijn.

09 maart 2010

Verburg negeert risico op resistentie voor laatste redmiddel

Verburg verzuimt actie tegen verlies van ‘laatste redmiddel’ antibiotica

Persbericht PvdD Den Haag, 9 maart 2010 – Minister Verburg van LNV weigert stappen te ondernemen tegen het gebruik van de antibiotica cefalosporinen in de veehouderij. Hiermee riskeert zij volgens de Partij voor de Dieren dat mensen in de toekomst geen baat meer hebben bij het middel, dat gezien wordt als laatste redmiddel bij ernstige bacteriële infecties.

Vanwege het risico op resistentie bij mensen riepen de Koninklijke Nederlandse Maatschappij voor Diergeneeskunde (KNMvD) en veterinair deskundigen dierenartsen al eerder op de antibiotica niet meer voor te schrijven bij pluimvee. Daarnaast blijkt het gebruik van het middel in kwestie niet alleen ongewenst, maar ook verboden te zijn voor pluimvee in de EU. Alleen al om die reden is het volgens de partij onbegrijpelijk dat de minister weigert op te treden tegen het verboden gebruik in de veehouderij van een middel waarmee de volksgezondheid in gevaar gebracht wordt. De Partij voor de Dieren zal hier morgen een spoeddebat over aanvragen.

Minister Verburg gaf tijdens het vragenuurtje aan zelf geen maatregelen te willen nemen, maar het over te willen laten aan de sector. De Partij voor de Dieren vindt dit onbegrijpelijk. ‘De overheid staat erbij en kijkt ernaar en verwacht vanuit de sector een verandering. Wanneer leren we nu van het verleden? De sector stelt niet de volksgezondheid voorop, maar primair de economische belangen: kijk naar de Q-koortscrisis en de MRSA-crisis dankzij de vee-industrie’, aldus Thieme.

De Partij voor de Dieren vindt dat het antibioticagebruik in de veehouderij drastisch teruggedrongen moet worden. Het veterinaire gebruik van antibiotica is de afgelopen tien jaar met meer dan 80% gestegen, waarmee Nederland in Europa grootverbruiker is. Onderzoeksbureau Berenschot geeft aan dat er een sterke prikkel voor veehouders is om antibiotica toe te dienen, omdat daarmee geproduceerd kan worden tegen de laagste kosten en dat dierenartsen eveneens een economisch belang hebben bij het leveren van de antibiotica. Het overmatige veterinaire gebruik kan consequenties hebben voor de humane resistentie voor antibiotica. Deze is nu nog laag, maar kan door het overmatig gebruik van (verboden) middelen als cefalosporinen onder druk komen te staan. Dit betekent een ernstige bedreiging voor de volksgezondheid die vraagt om adequaat ingrijpen, aldus de Partij voor de Dieren.

06 maart 2010

Hoe gezond is de zuivelconsumptie van Joris Driepinter?


De Nederlandse Zuivel Organisatie (NZO) laat Joris Driepinter weer campagne voeren voor melk. De boodschap is dat zuivelproducten rijk zijn aan voedingsstoffen.

Daar zijn de meningen over verdeeld.


In Nederland krijgen we bijna nooit iets te horen over de kanttekeningen die geplaatst worden bij het drinken van koemelk.


Nederlandse melkveehouders beschouwen zichzelf als de beste boeren van de wereld. En de statistieken lijken hen gelijk te geven. Er is immers geen land ter wereld waar met zo weinig vierkante meter gras per koe zoveel melk wordt geproduceerd. Dat is precies het probleem. Het dieet van een Nederlandse koe bestaat een groot deel van het jaar vooral uit tweedehands gras, aangevuld met de meest merkwaardige soorten afval. Alles wat niet expliciet verboden is, wordt in veevoer verwerkt. Zo is Nederlandse melk een voor een groot deel op afval gebaseerd product geworden.

EU-subsidies afschaffen en ecologisch verantwoord stimuleren

Uit een studie van Brusselse ambtenaren blijkt dat wanneer alle subsidies en handelsverstorende maatregelen worden afgeschaft dit een inkomensval voor boereninkomens in Europa betekent van gemiddeld 22 procent.
Wanneer de markt voor dierlijke producten geliberaliseerd blijft, verschuift de productie van rundvlees naar buiten Europa.
Dit is een onwenselijke situatie. De oplossing is niet om de subsidies te laten bestaan. Deze afschaffen is sowieso beter voor de belastingbetaler, maar het handhaven van de importtarieven van import buiten Europa zou het wisselgeld moeten zijn voor het inperken van de gerichtheid van de Europese Agrosector om de markt buiten Europa te willen bedienen.
Het resultaat zou moeten zijn dat ecologisch en diervriendelijk verantwoord producerende boeren een betere concurrentiepositie krijgen.

De dubbelhartigheid van de zorgen van de boeren over hun schuld en over de spelers in de markt blijkt verder uit een artikel uit het Friesch Dagblad:
De markt krijgt in de landbouw door het beleid van banken niet de kans om zijn werk te doen en zorgt voor een zeepbel in grondprijzen en te hoge kosten voor de boeren. Dat is de stelling van een ingezonden brief van melkveehouder Van Weperen, eerder deze week in het Agrarisch Dagblad. "Wanneer de liberalisering haar werk zou doen, zouden boeren omvallen; dat zou de onroerendgoedprijs (land) onderuit laten gaan en dat zou, hoe erg ook, een beter beeld van de werkelijkheid geven", schreef Van Weperen. Boeren hebben belang bij een lage kostprijs, zo is de stelling van Van Weperen, en die kunnen ze niet behalen doordat ze duurbetaalde grond moeten laten financieren. Of, in het geval van melkveehouders, duur melkquotum.
Van Weperen maakt zich zorgen over hoe de alom verwachte schaalvergroting kan plaatsvinden als de grond en quotum zo duur blijven. "Onder normale financieringscondities betaal ik voor een hectare die ik voor 40.000 euro koop, 2000 euro aan rente en aflossing per jaar. Als ik zou pachten, betaal ik hooguit 1200 euro. Sterker nog: voor elke hectare grasland die ik er bij zou willen hebben kan ik beter besluiten het voer dat er vanaf zou komen te kopen en de mest die ik erover uit zou rijden te laten afvoeren. Dat is goedkoper.”

Boeren spreken liever over eigenschaligheid dan over megastallen

In het kader van het opkrikken van hun imago giet de boerenbond ZLTO oude wijn over in nieuwe zakken. Het Agrarisch Dagblad meldt:

Onder eigenschaligheid verstaat ZLTO een omvang die past bij het vakmanschap van de ondernemer, zijn omgeving, de eisen van de samenleving en de kansen van de afzetmarkt. De organisatie begrenst hiermee de groei van intensieve veehouderijbedrijven.
ZLTO en de leden zijn hierbij aangespoord door kritische geluiden uit de samenleving. "Duurzame productie en duurzame veehouderij is de enige weg. Ik geloof daar in", zegt Huijbers. "Niemand van ons heeft namelijk het recht om de ander overlast te bezorgen. Dat betekent ook dat er robuuste groensingels om de stallen heen moeten, die een verrijking zijn voor het landschap en fijnstof afvangen en zo mogelijk bacteriën en virussen tegengaan. Het erf moet er gewoon mooi uit zien."

Kortom: de burger moet niets kunnen zien van wat er in de stallen gebeurt en mag uit het groene uiterlijk en het schone erf hopelijk afleiden dat er achter de staldeuren fatsoenlijke dingen gebeuren.
Quod non.
Fijnstof, bacteriën en virussen worden nauwelijks door een singel tegengehouden, maar worden door de wind kilometers ver meegenomen. Veel effectiever is uitstoot te voorkomen door de omvang van de agrosector zodanig te verkleinen dat het maximaal aan de nationale behoefte voldoet.

05 maart 2010

PvdD over bijenvolksterfte door onduurzame maisteelt

Vragen van het lid Thieme (Partij voor de Dieren) aan de ministers van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer over bijenvolksterfte door onduurzame maisteelt

1. Kent u het bericht ‘Duurzame maisteelt raakt steeds verder uit zicht[1]’?

2. Deelt u de mening van Dr. Van der Sluijs dat het inzetten van deflectoren op maiszaaimachines een end-of-pipe maatregel is en dat deze maatregel het probleem niet oplost? Zo neen, waarom niet?

3. Deelt u de analyse van Dr. Van der Sluijs dat een deflector de hoeveelheid gif die in het milieu komt niet verandert en dat gelet op de lange verblijftijd (tot 2 jaar) van imidacloprid in het milieu het gif uiteindelijk toch in bijenvolken terecht komt en dat dat gecombineerd met het feit dat imidacloprid een CT-gif is waarvoor de Regel van Haber geldt[2] vastgesteld moet worden dat het enige te verwachten effect van een deflector is dat de bijenvolken dan later aan chronische vergiftiging sterven in plaats van vlak na het zaaien aan acute vergiftiging (‘de wet van behoud van ellende’ zoals dit ook wel aangeduid wordt)?

4. Deelt u de analyse dat neonicotinoïden een systeemverandering hebben veroorzaakt in de wijze waarop mais verbouwd wordt, en dat hierdoor weliswaar minder kilo gif per hectare wordt gebruikt maar dat de feitelijke giftigheid per hectare voor honingbijen juist is toegenomen[3]? Zo neen, waarom niet?

5. Deelt u de mening dat in plaats van te investeren in end-of-pipe maatregelen waardoor de effecten slechts in tijd en ruimte worden verplaatst, men beter kan investeren in een bijvriendelijke maisteelt en ontwikkeling van alternatieven voor neonicotinoiden? Zo ja, op welke termijn en wijze wilt u hier uitvoering aan geven? Zo neen, waarom niet?

6. Deelt u de mening dat de suggesties van Dr. Van der Sluijs voor bijvriendelijke maisteeltmethoden, zoals rotatieteelt waarbij wordt afgewisseld met andere gewassen of zelfs met meerjarige gewassen, waardevolle suggesties zijn om te komen tot een duurzame landbouw? Zo ja, bent u bereid deze mogelijkheden te onderzoeken? Zo neen, waarom niet?

7. Is uw ministerie, wellicht samen met universiteiten, bezig om duurzame systeeminnovatie voor de landbouw, waaronder de maisteelt te onderzoeken? Zo ja, welke onderzoeken lopen er en wanneer verwacht u de resultaten hiervan? Zo neen, waarom niet en bent u bereid dit op de agenda te zetten?

8. Welke voortgang is er geboekt in de onderzoeken die uw ministerie heeft uitgezet naar de oorzaken van bijenvolksterfte?

9. Kunt u de Kamer gegevens aanleveren over hoeveel imidacloprid-residue er terug te vinden is in stuifmeel en nectar dat door bijenvolken wordt verzameld in gebieden in Nederland waar het middel wordt toegepast? Zo neen, waarom heeft u dit nooit laten meten en bent u bereid dit op korte termijn wel te doen?

10. Kunt u de Kamer gegevens aanleveren over de hoeveelheid imidacloprid die in Nederland jaarlijks is gebruikt en het aantal hectare waarop het is toegepast in de jaren 2005, 2006, 2007, 2008 en 2009? Zo neen, waarom niet?

11. Deelt u de mening dat naast de varroamijt en het afnemende stuifmeelaanbod door monoculturen ook het gebruik van middelen op basis van neonicotinoiden een van de belangrijkste oorzaken is voor de voortgaande bijenvolksterfte?

12. Heeft u recente gegevens beschikbaar over de voortgaande bijenvolksterfte? Zo ja, hoeveel % van de bijenvolken is recent verdwenen? Zo neen, waarom niet en wanneer verwacht u nieuwe gegevens aan de Kamer te kunnen sturen?

13. Bent u bereid om in navolging van ondermeer Italië[4] een moratorium af te kondigen op het gebruik van neonicotinoiden? Zo ja, op welke termijn en wijze? Zo neen, waarom niet?

02 maart 2010

PvdD hekelt inconsequent beleid reconstructieplannen

Vragen van het lid Ouwehand (Partij voor de Dieren) aan de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer over de vernietiging van de Raad van State van reconstructieplannen in Brabant

Heeft u kennis genomen van de uitspraak van de Raad van State waarin de Raad een streep haalt door een groot deel van de reconstructieplannen van het buitengebied in Brabant, en kent u de berichtgeving hierover?
Is het waar dat u het Brabantse plan, dat de Raad van State nu heeft vernietigd, heeft goedgekeurd op 12 augustus 2008? Zo ja, kunt u uiteenzetten hoe het mogelijk is dat u een ondeugdelijk besluit heeft goedgekeurd?
Deelt u de mening dat u onzorgvuldig bent geweest, en kunt u dit nader toelichten? Zo neen, waarom niet?
Zijn er nog meer besluiten die u in dit kader heeft goedgekeurd, en die momenteel aangevochten worden bij de rechter, of waar de rechter al negatief over heeft geoordeeld?
Kunt u uiteenzetten hoe het mogelijk is dat er meerdere landbouwontwikkelingsgebieden binnen de door de provincie zelf vastgesteld grens van 500 m van o.a. natuur, zijn aangewezen zonder een deugdelijke toelichting ? Welke conclusies verbindt u hieraan?
Kunt u uiteenzetten hoe het kan dat er zonder toelichting werd afgeweken van de 250 m grens rond kwetsbare natuurgebieden? Wat concludeert u hieruit?
Kunt u toelichten het kan dat een landbouwontwikkelingsgebied overlapt met een grondwaterbeschermingsgebied?
Ziet u naar aanleiding van deze uitspraak de noodzaak om andere reconstructieplannen nog eens tegen het licht te houden? Zo neen, waarom niet? Zo ja, welke plannen zijn dat en op welke manier en wijze bent u bereid deze tegen het licht te houden?
Welke partij had de bescherming van flora en fauna in de reconstructieplannen moeten garanderen, waarom is dit in onvoldoende mate gedaan, en op welke wijze houdt u toezicht op deze processen?
Speelt de problematiek van het uitvoeren van het reconstructiebeleid ook in andere provincies waar de reconstructie uitgevoerd wordt?
Kunt u uiteenzetten hoever de reconstructie gevorderd is, hoeveel gelden er nog gereserveerd zijn voor de uitvoering hiervan, en welke knelpunten er spelen bij het uitvoeren van de reconstructie?
Deelt u de mening dat de uitspraak van de Raad van State een nieuwe bevestiging is van het failliet van het reconstructiebeleid en dat de grote hoeveelheden belastinggeld die hiermee gemoeid zijn, dus eigenlijk worden verspild? Zo ja, bent u bereid het reconstructiebeleid te herzien? Zo neen, waarom niet?
Bent u bereid de reconstructiegelden die nog beschikbaar zijn om te (laten) buigen naar een warme sanering van de veehouderij in deze gebieden, zodat de kosten voor natuurherstel, de vervuiling van bodem en grondwater en de effecten op het klimaat van de veehouderij niet nog verder oplopen en dat een daadwerkelijke start kan gemaakt worden met de aanpak van al deze problemen?
Is het waar dat de Provincie Noord-Brabant heeft aangegeven dat het landbouwbelang altijd zwaarder zal wegen dan het natuurbelang, en dat de Raad van State mede naar aanleiding hiervan heeft moeten concluderen dat het besluit ondeugdelijk genomen is? Zo ja, hoe beoordeelt u deze uitspraak en welke consequenties verbindt u hieraan? Zo neen, waarom niet?

Thieme en Verburg zijn het eens over weggeven huisdieren

PERSBERICHT PvdD: Minister Verburg: Tv-programma Z@PPlive moet afzien van weggeven huisdieren

Minister Verburg heeft in antwoord op Kamervragen van Marianne Thieme laten weten dat het op tv weggeven van huisdieren wettelijk verboden is. Ze heeft de makers van het televisieprogramma Z@PPlive hierop gewezen en ze gevraagd te stoppen met het betreffende programmaonderdeel, dat in strijd is met artikel 57 van de Gezondheids- en Welzijnswet voor dieren.

Minister Verburg: "De gedachte achter dit artikel is dat een dergelijke wijze van verkrijging van een dier niet strookt met de vereiste mate van zorgvuldigheid die met de aanschaf van huisdieren gepaard hoort te gaan. Als minister van LNV heb ik de desbetreffende omroep hierop aangesproken en gevraagd passende maatregelen te nemen zodat de bepaling in de wet niet meer wordt overtreden.” Het televisieprogramma is inmiddels gestopt, om in september weer van start te gaan. De programmamaker heeft toegezegd na te denken over een andere invulling van het programmaonderdeel. “Ik reken erop dat de omroep op dit punt zijn verantwoordelijkheid neemt”, aldus Verburg.

Minister Verburg deelt de mening van fractievoorzitter Marianne Thieme van de Partij voor de Dieren dat het belangrijk is dat dieren weloverwogen worden aangeschaft. Een impulsaanschaf kan ertoe leiden dat dieren weer worden weggedaan of de juiste zorg wordt onthouden. Verburg: "Dit is zeer onwenselijk en in strijd met mijn beleid voor gezelschapsdieren, dat uitgaat van een verstandige aanschaf en respectvolle omgang met dieren."

Marianne Thieme is blij met het antwoord van de minister. Thieme: "Een klein lichtpuntje in het denken over de aanschaf van huisdieren. Een huisdier is niet voor even, maar voor z'n hele leven."

Leeswijzer


Thema's of steekwoorden vindt u via de labels onderaan de pagina of op Animal Freedom.
Klik hier voor de laatste bijdragen op dit blog
.
Klik hier voor het beleid om uw privacy te beschermen.
Kijk op ook Facebook voor onze reactie op de actualiteit.

Waarom dit blog?

De Nederlandse veehouderij is vooral gericht op zoveel mogelijk voor de export te produceren onder het motto “meer, meer, meer en groot, groter, grootst”. Dit heeft negatieve gevolgen voor zowel de dierenwelzijn, biodiversiteit, het milieu, het klimaat, de portemonnee en de gezondheid van burgers en ook voor welwillende boeren.
Dit blog verzamelt kritische artikelen die de wurggreep beschrijven waarin de veehouderij zichzelf heeft vastgezet. Zo willen we niet alleen een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de kwaliteit van het leven voor alle belanghebbenden, maar ook aan een schone, gezonde omgeving en een beter dierenwelzijn.

Ook de argumentatie dat dieren grondrechten hebben kan beter en meer aansluiten op hoe mensen voor zichzelf vinden dat recht moet gelden. Alle dier(soort)en kunnen in hun recht op vrijheid als (intrinsiek) evenwaardig aan mensen beschouwd worden. Dierenrechten zijn mensenrechten, die mensen de kans geeft om voor dieren op te komen.
Dieren, bijv. in de intensieve veehouderij, worden behandeld als een object in plaats van een subject met gevoelens en rechten.

De snelheid en het aantal dier(soort)en dat we voortdurend gebruiken is immens. De bijdrage aan onze welvaart en economie van de agrosector is gering. De oplossing is simpel en van niemand anders dan van ons zelf afhankelijk.

Dierenrechten in woord en beeld

Vrijheid is ook een intrinsiek grondrecht voor dieren. Dieren zijn geen dingen Dierenrechten zijn mensenrechten. Mensen moeten voor dieren kunnen opkomen wanneer hun grondrecht wordt geschonden.
logo van Animal Freedom yin en yang
Lees hier over de redenen waarom dieren recht op vrijheid hebben. Lees hier waarin mens en dier evenwaardig zijn.