Mens en dier zijn (intrinsiek) evenwaardig in hun recht op vrijheid

Bij de Stichting Animal Freedom leest u over de gedachte achter dierenrechten.
Hier leest u over ontwikkelingen in de agrosector en de gevolgen voor dieren(rechten).
Alle levende wezens zijn verschillend maar evenwaardig in het recht op vrijheid op een natuurlijk leven.
Een dier is (net als een mens) geen ding of een object.
Dierenrechten zijn mensenrechten. Mensen moeten kunnen ingrijpen wanneer mensen dieren misbruiken of onrecht aandoen.

27 december 2009

Halve waarheden, vervuiling en het boerenimago

LTO voorzitter Albert Jan Maat in BN de Stem: 'Waar de agrarische sector last van heeft, is de vervuiling van het politieke debat'. Daar heeft hij gelijk in, maar daarbij dient aangetekend te worden, dat hijzelf een van de grootste vervuilers van het debat is. Met name het debiteren van halve waarheden werkt vervuilend. Maat wil bijvoorbeeld de consument graag doen geloven dat de boerenstand bezig is zo snel af te nemen dat we binnenkort voedsel moeten importeren omdat Nederland dreigt minder voedsel te produceren dan we nodig hebben. De werkelijkheid is dat ons land op het terrein van dierlijke producten ongeveer 300% produceert van wat we nodig hebben (100%). Een verkleining van de veestapel met 60% zou dus nog een overproductie opleveren.
In 2010 wil de agrosector een campagne houden om haar imago te verbeteren. Hopelijk is onderdeel daarvan het steken van de hand in de eigen boezem. Sommige “kleine” boeren verdienen niet zoveel, maar dat is vooral het gevolg van de liberalisering die maakt dat grote boeren met hun bulkproductie geen last hebben van de lage prijs die supermarkten bieden. Willen kleine veeboeren een hogere prijs kunnen afdwingen dan moeten zij die kwaliteit bieden die wezenlijk een beter leven voor hun dieren oplevert of een aantrekkelijker landschap met meer biodiversiteit. Dan is bijspringen van de overheid reëel als een boer extra inspanningen moet doen om het natuurlijke landschap te onderhouden.

26 december 2009

Mens en Dier

Nog even en dit jaar is ook weer geschiedenis. Op 31 december om 12.00 uur ’s nachts knallen de champagnekurken en een krankzinnige hoeveelheid vuurwerk om het nieuwe jaar te verwelkomen. Een nieuw jaar zit er niet in voor de tienduizenden, merendeels gezonde, schapen en geiten die zijn of worden afgemaakt als gevolg van een falend beleid met betrekking tot dieren in het algemeen en veeziekten in het bijzonder. Het failliet van de vee-industrie komt steeds duidelijker in beeld! Er zullen, naar ik vrees, nog vele slachtoffers vallen voor de mensheid tot het inzicht komt dat het systeem volkomen is vastgelopen en doorgeslagen.
Dieren zijn het slachtoffer geworden van de grootheidswaan van de mens die meent straffeloos de eigen belangen te allen tijde te kunnen laten prevaleren. Belangen van andere levende wezens worden daaraan volkomen ondergeschikt gemaakt. De vijfhonderd miljoen(!!) dieren die per jaar in Nederland in de vee-industrie (vroeger bio-industrie genaamd) worden ‘gebruikt’ zijn de treurige slachtoffers van de opvatting dat de ‘dieren er immers voor de mensen zijn’! Net zo min echter als de vrouwen er voor de mannen zijn en de zwarten er voor de blanken zijn – denkbeelden die het ook lang hebben uitgehouden! – zijn de dieren er voor de mensen.
Een dier heeft een eigen – intrinsieke – waarde, die los staat van de waarde voor de mens. Die intrinsieke waarde wordt echter in onze samenleving grotendeels genegeerd, ontkend, gebagatelliseerd en geridiculiseerd. Dat is natuurlijk ook wel handig want stel je voor dat dieren rechten zouden hebben. Bijvoorbeeld het recht om hun natuurlijk, soorteigen gedrag te vertonen, gevrijwaard te zijn van honger dorst, pijn, stress en ander ongerief dat aan het houden van dieren door mensen vast zit. (En dan bedoel ik met ‘het houden van’ niet dat mensen een liefdevolle band met hun (huis)dier hebben). Dat zou het absolute einde van de vee-industrie betekenen. Geen kiloknaller meer of een met belachelijke vleesprijzen stuntende C1000. Geen eieren meer die nog evenveel kosten als in de vijftiger en zestiger jaren, alleen omdat de kippen met tienduizenden op een kluitje, met afgeslepen snavels, als eilegmachine worden gebruikt.
Wat nu met de geiten en schapen gebeurt is wederom een triest dieptepunt in het doorlopende drama van de relatie mens – dier.
Het zal ongetwijfeld het laatste niet zijn. Nu al is Q-koorts geconstateerd bij koeien. Het op elkaar stapelen van dieren in megastallen, fokkerijen, mesterijen en wat dies meer zij, zal tot gevolg hebben dat veel dieren en rot leven lijden, onderhevig zullen blijven aan allerlei gevaarlijke ziekten en die ook onvermijdelijk op de mens zullen blijven overdragen. De MRSA-bacterie is daar ook een goed voorbeeld van. Ongeveer de helft van alle varkenshouders is besmet met deze bacterie die met name voor ouderen, kinderen en mensen met een verminderde weerstand zeer gevaarlijk is. Varkenshouders en hun gezinsleden worden bij ziekenhuisopname daarom uit voorzorg in quarantaine gezet. Al deze ziekten kunnen voorkomen worden dan wel kunnen de effecten er van gedempt worden door de intensieve veehouderij af te schaffen. Dat zal de dieren, de mensen, het klimaat, de natuur en het milieu alleen maar ten goede komen.
Iedereen een gezond, dier- en mensvriendelijk 2010 toegewenst!

24 december 2009

Vooruitblik: minder dieren op het bord

Bijna is het eerste decennium van de 21ste eeuw voorbij. Hoe waren de ‘jaren nul’? In zeven afleveringen blikt de Volkskrant terug. Aflevering 3: vlees onder vuur.

Het overzicht eindigt met de volgende conclusie.
En of het nu was wegens het dierenleed, wegens het klimaat of wegens de gezondheid: al met al gebeurde er iets bijzonders: (veel) vlees eten is uit.

Tot zover de Volkskrant.

Citaat: "Het is de vraag hoe groot de invloed van het opkomende dierenrechtenactivisme op die trendbreuk is geweest".
In hetzelfde artikel en ook in de zaterdag daarvoor in het artikel over de PvdD concludeert de Volkskrant dat de PvdD nog weinig bereikt heeft. De PvdD denkt daar anders over.

Hoe het ook zij, er is beweging in de starheid waarmee de Nederlander vasthoudt aan een dagelijkse portie vlees op het bord.
Elders op het Internet groeit het ongenoegen bij de agrosector dat vlees zo in een kwaad daglicht staat.

De impact van degenen die zich inzetten voor het welzijn van dieren had veel groter geweest wanneer de aandacht zich had gericht op het leven dat een dier heeft voor zijn dood in plaats van het feit dat een dier gedood wordt voor consumptie.
Voor mens en dier geldt "de kwaliteit van het leven is evenredig met de ruimte die zij krijgen om zichzelf te zijn". Met andere woorden krijgt het dier de vrijheid om haar soorteigen gedrag te vertonen. De basis van die gedachte is recht op vrijheid.

Voor het komende decennium zou het een mooie gedachte zijn wanneer iedereen, dat wil zeggen de mensen die het voor het zeggen hebben en degenen die denken dat zij niets in te brengen, zich realiseren dat iedereen elke dag iets voor dieren kan doen. Vrijheid als grondrecht voor dieren laat zich in de eerste plaats voor ieder mens zo vertalen dat we proberen af te zien van handelingen die de vrijheid van dieren onnodig beperken. De waarheid hiervan is des te gemakkelijker te accepteren wanneer we voor "dieren" "mensen" invullen.
Wanneer we ook nog eens lekker leren koken zonder vlees dan worden wij mensen van die vrijheid ook nog eens beter.

Biodiversiteit in Natura 2000 gebieden bedreigd door intensieve veehouderij

Uit het persbericht van LNV van 23-12-2009
Minister Gerda Verburg van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) heeft over 18 Natura 2000-gebieden de definitieve aanwijzingsbesluiten genomen. Het gaat om Deelen, Wijnjeterper Schar, Elperstroomgebied, IJsselmeer, Markermeer & IJmeer, Zwarte Meer, Ketelmeer & Vossemeer, Veluwerandmeren, Eemmeer & Gooimeer Zuidoever, Oostvaardersplassen, Lepelaarplassen, Schoorlse Duinen, Coepelduynen, Donkse Laagten, Oudeland van Strijen, Oosterschelde, Westerschelde & Saeftinghe en Ulvenhoutse Bos.
Door de aanwijzing wordt duidelijk welke kwetsbare natuurwaarden in de gebieden bescherming krijgen. Het gaat onder meer om de bescherming van moerasgebieden die belangrijk zijn als broedgebied van moerasvogels, zoetwatermeren die van groot belang zijn voor veel watervogels, beekdalen, duinen en een grootschalig getijdenlandschap met een grote mate van natuurlijkheid. In de volgende fase, bij het opstellen van het beheerplan, wordt duidelijk welke maatregelen er nodig zijn om de kwetsbare natuur te beschermen.
Natura 2000 De natuur houdt niet op bij de grens. Het is onderdeel van een groter geheel. Daarom zijn er door de lidstaten van de Europese Unie regels opgesteld om de natuur te beschermen. Het gaat om de Vogel- en Habitatrichtlijn. De Vogel- en Habitatrichtlijn beschermen Europa’s natuurparels, de zogenoemde Natura 2000-gebieden. Stuk voor stuk gebieden met bijzondere planten en dieren. Ook minister Verburg wil voorkomen dat de natuur steeds eenvormiger wordt en dat bijzondere soorten verder in aantal afnemen. Uiteindelijk worden in Nederland 162 Natura 2000-gebieden definitief aangewezen.
Tot zover het persbericht.

De eenvormigheid die de minister van LNV wil voorkomen wordt deels veroorzaakt door depositie (neerslag) van ammoniak afkomstig uit stallen van intensieve veehouders. Deze stallen hoeven daarvoor niet heel dichtbij de natuurgebieden te staan. De ammoniak zorgt ervoor dat zuurminnende planten de overhand krijgen in natuurgebieden waardoor de oorspronkelijke vegetatie verschrompelt.
Boeren uit de omgeving van Natura 2000 gebieden dringen er op aan om de normen te versoepelen, zodat zij niet beperkt worden in het aantal dieren dat zij willen houden. Daarnaast zeggen zij de ammoniakuitstoot via luchtwassers te kunnen beperken. Maar omdat luchtwassers energie kosten, snel een verminderde werking hebben en de overheid niet controleert hoe groot de uitstoot van individuele bedrijven is, komt er toch meer vrij dan op papier wordt ingeschat. Daarnaast zetten veel boeren hun luchtwassers uit om energie te besparen.

23 december 2009

Nederlanders hypocriet over dieren en boeren?

Citaat uit Het Vervolg van de Volkskrant van 19-12-2009:

CDA-politicus Ger Koopmans: De PvdD vertolkt "wel een gevoel dat leeft". Nederlanders vervreemden steeds meer van boeren. "Mensen zijn ook wel hypocriet. Met een parkiet in een kooi naast de bank, zitten ze af te geven op het feit dat slachtkippen te weinig ruimte hebben".

Bij wijze van uitzondering heeft Koopmans hier gelijk.

Meer lezen over inconsequente redeneringen, waarbij de rechten van dieren over het hoofd worden gezien? klik hier.

Melk, de witte milieuvervuiler

‘Melk. Da’s belangriek!’ is de boodschap waarmee LTO sinds vorige maand door het hele land loopt te venten om het imago van zuivel en de melkveehouderij op te poetsen. Met deze campagne wil LTO het publiek wijzen op ‘het belang van de Nederlandse melk voor welvaart en welzijn’. Bij Sinterklaasintochten, op kerstmarkten en zelfs bij de 3FM Serious Request-actie in Groningen vragen LTO-leden aandacht voor de positieve bijdrage die de melkveehouderij levert aan mens en milieu. Een onwaarheid als een koe!

De gezondheidsbezwaren die aan de consumptie van zuivel kleven zijn niet mis. Vanwege het hoge gehalte aan verzadigde vetten wordt zuivelconsumptie steeds vaker in verband gebracht met vetzucht. Er zijn onderzoeken die aantonen dat er een verband is tussen zuivelconsumptie en borstkanker. En wie melk drinkt voor sterke botten komt bedrogen uit: vanwege de samenstelling veróórzaakt melk juist botontkalking. Maar melk is ook helemaal niet bedoeld als voedingsmiddel voor de mens! Koeienmelk is bestemd voor koeienbaby’s, mensenmelk voor mensenbaby’s.

De milieubezwaren van de zuivelproductie zijn echter nog veel groter. De veehouderijsector is namelijk de grootste producent van broeikasgassen. Steeds meer gerenommeerde wetenschappers en onderzoeksinstituten (zoals de Wereldvoedselorganisatie en het World Watch Institute) komen tot die conclusie. Wereldwijd stoot de veehouderij, met alles wat ervoor nodig is, meer broeikasgassen uit dan alle verkeer en transport bij elkaar. De melkveehouderij heeft daarin een fors aandeel, door de productie van grote hoeveelheden methaan en lachgas – broeikasgassen die een vele malen sterkere broeikaswerking hebben dan CO2 (resp. 21 en 310 keer). De door de zuivelsector als milieuvoordeel gepresenteerde opname van CO2 door gras wordt als weinig relevant beschouwd vanwege de korte cyclus, waardoor de CO2 alweer snel vrijkomt. Het krachtvoer dat koeien krijgen om de melkproductie op te voeren bestaat o.a. uit maïs en sojaschroot. Het verbouwen daarvan geeft extra milieubelasting. ‘Sojaschroot’ is geen afvalproduct, zoals vaak wordt beweerd, maar het sojameel waaruit de sojaboon (na bewerking) voor 80% bestaat. Dan is er de mest: elke kilo melk die een koe produceert, gaat gepaard met zo’n 3,5 kilo mest. En voor elke kilo kaas is wel 10 kilo melk nodig. Dus 35 kilo mest naast één kilo kaas. Stelt u zich dat eens voor in uw koelkast!

Boeren zouden een belangrijke rol kunnen spelen als landschapsbeheerders. Maar door de intensieve veehouderij en landbewerking neemt de biodiversiteit juist sterk af. Lucht, bodem en water worden vervuild. Weilanden zijn strakke biljartlakens geworden, waar bijna al het leven uit verdreven is. Steeds meer koeien staan permanent op stal. Landschappelijke waarden zijn ondergeschikt gemaakt aan bedrijfseconomische overwegingen.

De Nederlandse zuivelsector wil per sé de melkboer van Europa zijn, of liever nog van de hele wereld. (Terwijl driekwart van de wereldbevolking nota bene lactose-intolerant is en helemaal geen melk verdraagt.) Daardoor is melk een marginaal bulkproduct geworden. Hoe kun je als boer dan een goede prijs bedingen voor je melk en waardering oogsten van de consument c.q. burger? Is het dan gek dat melk in de supermarkt minder kost dan flessenwater...? En zo komt het dat LTO nu de boer op gaat met twijfelachtige gezondheidsclaims en valse verkooppraatjes over positieve milieubijdragen. Die energie kan de sector beter steken in duurzame en diervriendelijke kwaliteitsproductie.

Daniëlle Hutter

22 december 2009

Het in beslag nemen van verwaarloosde dieren kost de AID teveel aan opslag

Eck en Wiel, 22 december 2009 Open brief aan de minister van LNV; p/a de heer Benno Bruggink (woordvoerder minister) b.bruggink@minlnv.nl

Onderwerp: optreden AID inzake doodgehongerde paarden

Geachte mevrouw Verburg,

Op Kamervragen van de Partij voor de Dieren over het laten doodhongeren van paarden in Batenburg (Gelderland) laat U in uw antwoord van 17 december 2009 weten dat “de AID adequaat is opgetreden”.

Graag maak ik U opmerkzaam op een soortgelijk geval in Tiel waar de inspectiedienst van de Dierenbescherming afdeling Rivierenland op maandag 7 december 2 dode pony’s aantrof. In een stal bleek een derde pony van ongeveer 4 maanden oud te staan die op sterven na dood was. De AID weigerde in eerste instantie zelfs maar te komen, pas de volgende dag zou er iemand beschikbaar zijn. Pas na aandringen van de politie kwam er toch een controleur van de AID ter plaatse samen met een dierenarts. De dierenarts constateerde dat de pony zwaar ondervoed en uitgedroogd was.

Na intern overleg bleek dat de AID onvoldoende reden zag om tot inbeslagname over te gaan. De enige manier om de pony de nodige medische verzorging te kunnen bieden, zo luidde het advies van de AID, was vrijwillig afstand doen door de eigenaar van de pony. Hiermee zou de Dierenbescherming formeel eigenaar worden en kon de pony worden meegenomen en de nodige medische verzorging krijgen, iets waar de eigenaar geen tijd voor had. De volgende dag bleek dat de pony dermate verzwakt was dat hij het toch niet ging redden en heeft de dierenarts hem moeten laten inslapen.

Door deze gang van zaken komt de eigenaar, een bekende van de AID inzake verwaarlozing van dieren, er wel erg gemakkelijk vanaf en draait de Dierenbescherming op voor alle verdere kosten.

Navraag bij de AID leert ons dat het beleid is om zo weinig mogelijk dieren in beslag te nemen omdat er in dat geval “opslag” geregeld moet worden wat extra werk en extra kosten betekent. Hiermee worden dieren in nood afhankelijk van toevallige omstanders, in dit geval een vrijwillige inspecteur van de Dierenbescherming, voor hulp.

Graag verneem ik van U of U van mening bent dat de AID ook in dit geval adequaat heeft gehandeld en of het inderdaad beleid is om dieren zoveel mogelijk aan hun lot over te laten.

Hoogachtend,

Joop de Jonge

Dierenbescherming afdeling Rivierenland
Joop de Jonge, voorzitter
e-mail: voorzitter@dbrivierenland.nl
tel Dierenbescherming Rivierenland: 0344-694932
www.kippenmoord.nl

Nederlanders eten minder vlees door zorgen over milieu en dierenleed

Houding Nederlander ten opzichte van vlees verandert

Persbericht WSPA Den Haag, 22 december 2009 – De Nederlander anno 2009 eet nog steeds vaak vlees uit de vee-industrie, maar probeert er wel bewust(er) mee om te gaan. Dat blijkt uit een peiling van CentERdata in opdracht van WSPA (World Society for the Protection of Animals) onder Nederlandse huishoudens naar hun houding ten opzichte van vlees. Met de culinaire feestdagen en het nieuwe jaar in het vooruitzicht, wilde WSPA weten in hoeverre Nederlanders zich bewust zijn van de gevolgen van het eten van vlees en in hoeverre zij daar hun eetgedrag op aanpassen. Uit het onderzoek blijkt dat men zich vooral zorgen maakt over de gevolgen die het eten van vlees kan hebben voor dierenleed en het milieu. Om die redenen is bijna een derde van de Nederlanders het afgelopen jaar minder vlees gaan eten. 20% is voornemens volgend jaar hetzelfde te doen. WSPA is blij met de toenemende bewustwording, maar het blijft een uitdaging om er in de praktijk ook naar te handelen.

WSPA legde de respondenten alle mogelijke gevolgen voor die het eten van vlees, zuivel en eieren kan hebben. Van ontbossing, epidemieën, de uitstoot van broeikasgassen en de schaarste van zoet water, tot dierenleed. Van al deze gevolgen zijn de huishoudens het meest bezorgd over het dierenleed. Maar liefst 74,2% maakt zich gemiddeld tot grote zorgen hierover. Ook de uitstoot van broeikasgassen als gevolg van vleesconsumptie baart 57,2% van de Nederlanders gemiddelde tot grote zorgen.

Niet graag zonder vlees

Toch nemen Nederlanders moeilijk afstand van vlees. 44% van de ondervraagde huishoudens eet minimaal één keer per dag vlees. Ruim een derde (36,8%) eet meer dan de helft van de week vlees. Mannen eten vaker vlees dan vrouwen. Jongeren tot 25 jaar spannen de kroon: 53% eet minimaal één keer per dag vlees. 5% van de Nederlanders eet minder dan één keer per week of helemaal geen vlees.

Goed voornemen: minder vlees

Bijna een derde van de ondervraagden (31%) geeft aan dat ze het afgelopen jaar minder vlees is gaan eten. 20% is van plan het komende jaar minder vlees te consumeren. Slechts een enkeling (0,3%) wil helemaal stoppen met het eten van vlees. Als belangrijkste reden om minder vlees te gaan eten, geeft men voornamelijk aan dat dit te maken heeft met de bewustwording omtrent de gevolgen van het eten van vlees. Men realiseert zich dat het negatieve effecten heeft op dierenwelzijn en het milieu maar ook dat minder vlees eten goed kan zijn voor de eigen gezondheid.

Biologisch vlees: nog niet algemeen

Het merendeel van de Nederlanders eet wel eens biologisch vlees. Vrouwen (66%) vaker dan mannen (56%). Toch is dit nog geen gemeengoed. In de praktijk blijkt dat 85% slechts sporadisch biologisch vlees eet (0-35% van de gevallen). Opvallend is dat jongeren vaker biologisch vlees (65%) eten dan 65-plussers (54%). Slechts 2% van de huishoudens eet altijd biologisch vlees.

Nog werk te verzetten

De resultaten van het onderzoek bevestigen de toenemende bewustwording bij Nederlanders van de gevolgen van het eten van vlees. Toch is er nog veel werk te verzetten volgens Dirk-Jan Verdonk, hoofd campagnes bij WSPA: “Bewustwording van de gevolgen van het eten van vlees is cruciaal voor het adresseren van de gevolgen daarvan. Of het nu gaat om dierenleed, ziektes als de Q-koorts of het milieu. Het is mooi dat het bewustzijn groeit maar er is nog steeds een meerderheid van de bevolking die slecht op de hoogte is van de impact van vleesconsumptie. Bovendien is bewustzijn niet genoeg, het is en blijft een uitdaging om daar in de praktijk ook gevolg aan te geven. Een middel als de ‘VleesWijzer’ kan daar een nuttige rol in spelen. Het helpt mensen heel praktisch om een keuze te maken in het schap. Daarnaast zou het goed zijn als het aanbod van biologisch vlees en alternatieven voor vlees wordt vergroot”.

Impact vlees

De impact van de productie en consumptie van vlees is groot. De wereld-voedsel-organisatie FAO berekende in 2006 dat 18% van de menselijke uitstoot van broeikasgassen te wijten is aan dierlijke productie. Volgens een recent rapport van World Watch Institute is dit zelfs 51%. Jaarlijks verdwijnt er wereldwijd een stuk bos ter grootte van Portugal ten behoeve van veeteelt. Daarmee is vleesproductie een van de grootste bedreigingen voor biodiversiteit. Bovendien wordt het welzijn veelal zeer ernstig aangetast van de meer dan zestig miljard kippen, varkens, koeien en schapen die jaarlijks voor hun vlees worden gedood.

Tot zover de WSPA.
Zie ook de uitzending van Netwerk van 18-12-2009 over de campagne "Bewust eten van vlees" die overheid start om mensen te bewegen om minder vlees te eten.

20 december 2009

Waarom promoot het NOS-journaal geitenvlees?

Geachte redactie van NOS-journaal,

Terwijl tienduizenden mensen geschokt hun handtekening zetten om te protesteren tegen het onnodig doden van duizenden geiten en bokken en er dierenartsen zijn die bewust de keuze maken om geen gezonde geiten te euthanaseren maakt u een item over geitenvlees en dat dat erg lekker kan zijn en dat het jammer is dat de q-koorts er nu tussen komt. Ik zou graag willen weten of er nog iemand in uw eindredactie zit die een beetje hart voor dieren heeft en hen niet enkel als etenswaar ziet? Daarbij vraag ik me af sinds wanneer het NOS journaal zich er voor leent en het als taak ziet om het Productschap van Vee en Vlees te promoten en bovendien ook nog eens een soort van kookles geeft van hoe lekker geitenvlees kan zijn? Van een kerstgedachte van vrede op aarde voor al wat leeft is bij u niets te merken. Wij vinden het intriest dat u een geit blijkbaar als niets meer ziet dan als een product zonder eigenwaarde.

Sandra van de Werd
Comité Dierennoodhulp
www.comitedierennoodhulp.nl

17 december 2009

De beweging voor dierenrechten is minder effectief dan ze zou kunnen zijn

Het opkomen voor dieren kent 2 belangrijke aspecten: gevoel voor rechtvaardigheid en mededogen met het dier. Deze 2 motivaties lijken op de 2 hoofdstromen in de politiek: liberalisme en het socialisme. In de strijd voor de rechten en belangen van het dier heeft recht op vrijheid (liberalisme) helaas niet zulke goede associaties. De associaties die hier bedoeld worden, zijn een associatie met de liberale politiek van de VVD en de politiek van de dierenliberatoren, het dierenbevrijdingsfront (DBF). Dat is jammer, want daardoor dreigt het opkomen voor dieren minder effectief te zijn.

Meer lezen? Klik op de link:

16 december 2009

Agrarisch land in CO2 emissiehandel is een schijnoplossing

Kopenhagen- 14 december 2009 Op dit moment bespreekt het United Nations Framework Convention on Climate Change (UNFCCC) manieren om landbouwgrond te betrekken in het CO2 emissiehandel-mechanisme. Om te benadrukken dat dit een schijnoplossing is, gaan we op 15 december de straat op.

Bente Hessellund van de Deense Climate Justice Action (CJA): 'Ondanks de hoogdringendheid van de klimaatcrisis slaagt het UNFCCC-proces er niet in vraagtekens te plaatsen bij een economisch model dat uitgaat van eindeloze groei op een eindige planeet. De regeringen komen niet verder dan het opzetten van marktmechanismen om de klimaatcrisis op te lossen. Deze marktmechanismen hebben helemaal niet tot doel het gebruik van fossiele brandstoffen of uitstoot van broeikasgassen in de industriële landen terug te dringen. Het betrekken van agrarisch land in C02 emissiehandel is zo een van die schijnoplossingen. Dit kan er op den duur toe leiden dat boeren geen andere uitweg zien dan hun land tegen betaling te laten gebruiken voor CO2-opslag. Dit maakt boeren afhankelijk van de agri-industrie. Landbouwgrond kan enkel gebruikt worden om CO2 op te slaan als landbouw uit de door winst gedreven markt wordt gehaald'.

Om duidelijk te maken dat grootschalige industriële landbouw klimaatsverandering eerder in de hand werkt, dan dat het klimaatsprobleem er door zal opgelost geraken, organiseert Climate Justice Action (CJA) op 15 december een demonstratie in Kopenhagen onder het motto “verander het voedselsysteem, niet het klimaat”. CJA is een van de netwerken actief in de mobilisatie van kritische stemmen rond de klimaattop in Kopenhagen.

De landbouwmanifestatie zal door de straten van Kopenhagen trekken en aandacht vragen voor de positieve alternatieven die lokale, duurzame landbouw biedt. Op een ludieke manier zal de aandacht gevestigd worden op bedrijven die verantwoordelijk geacht worden voor het huidige voedselmodel. Wordt het een blokkade op het bedrijfsterrein van Monsanto of hebben de klimaatactivisten wat anders voor je in petto? Laat je verrassen door een van de stops die op het pad liggen.

Voor boeren overal ter wereld vormen de schijnoplossingen die in de klimaatonderhandelingen worden voorgesteld net zo'n grote bedreiging als droogte, tornado's en de nieuwe klimaatpatronen.

In het Zuiden wordt bos omgehakt en worden boeren van hun landbouwgrond verjaagd om ruimte te maken voor grootschalige industriële mono-culturen zoals soja en maïs, waarmee de Europese intensieve veehouderij wordt voorzien. In de bio-industrie worden miljoenen dieren zo snel mogelijk vetgemest waarbij grote hoeveelheden mest en methaan ontstaan en veel energie wordt verbruikt.

Het promoten van agrobrandstoffen en bio-plastic om de crisis het hoofd te bieden, legt een steeds grotere druk op de gebruikers van landbouwgronden.
Dat heeft in ontwikkelingslanden al geleid tot het op grote schaal innemen van land door multinationals, waarbij kleine boeren en inheemse volken van hun territorium worden verdreven.

'Kleinschalige, duurzame landbouw blijft de beste manier om honger, ondervoeding en de voedsel- en klimaatcrisis te bestrijden,' redeneert Flip Vonk van CJA en daarnaast zelf werkzaam op een biologische boerderij.
'Inheemse zaden bieden de beste mogelijkheid voor aanpassing aan de huidige en toekomstige verandering van het klimaat. Duurzame lokale voedselproductie kost minder energie, maakt ons onafhankelijk van geïmporteerd diervoeder, legt CO2 vast in de grond terwijl de biodiversiteit erdoor verbetert'.

15 december 2009

Q-koorts en ruimingen

In de brief van minister Verburg aan de Tweede Kamer over de Q-koorts staat over de kostenverdeling van de ruimingen en de voorbereiding daarvan: Vaccinkosten: 100% overheid; Dierenartskosten: individuele veehouders. Uitvoeringskosten: 100% overheid; Tankmelkmonitoring: 50% overheid en 50% sector; Bestrijdingskosten zoals testkosten en schadeloosstellingen in het kader van ruimingen: 100% overheid; Gevolgschades: individuele veehouders.

Over de slachtoffers van de Q-koorts en schadeloosstellingen voor door hen geleden materiële schade, wordt met geen woord gerept.

Zo maakt minister Verburg nog weer eens duidelijk dat er wat haar betreft slechts één belang is: het boerenbelang.

Vorig jaar zijn er zes doden door de Q-koorts zijn gevallen, gaat ze in het veiligstellen van de belangen van de geitenhouders, letterlijk over lijken.

Om het beleid van minister Verburg in perspectief ter zetten: Er zijn in Nederland 350 geitenhouders. Er zijn sinds de uitbraak van de Q-koorts 4000 mensen ernstig ziek geworden. Daarbij zijn elf doden gevallen.

De geitenhouders zelf zien Q-koorts niet als een probleem. Immers ze worden voor het grootste deel schadeloos gesteld door de overheid. De eventuele restschade wordt meer dan goed gemaakt door stijgende prijzen van geitenmelk, want door de ruimingen daalt de aanvoer.

Geiten binnen houden. ivm Q-koorts?

Wat slechts weinigen die protesteren tegen het ruimen van gezonde, drachtige geiten zich zullen realiseren is dat het protest kan leiden tot nog meer dieronvriendelijke maatregelen.

Dick Veerman schrijft op Foodlog.nl.
“Als maar een half miljoen geitjes al voor zo'n probleem zorgen, dan is dood door schuld straks te verwijten aan degene die niet wil nadenken over dierplezierige gesloten houderijvormen en zelfs over dierenflats. Daarmee kunnen zowel veterinair onwenselijk vervoer als dierenleed door vervoersstress en verwondingen voorkomen worden.
Bekeken vanuit de aantallen van onze totale veestapel, gaat het immers maar om een paar geitjes die nu al voor zulke enorme gevolgen zorgen. Zelfs het decimeren van onze dierenstand en het onderbrengen van nog maar 10% daarvan in scharrelhouderijen in de openlucht is letterlijk levensgevaarlijk”.

Het moge duidelijk zijn dat Veerman in zijn betoog de plank volledig misslaat, want een veestapel, die zowel zeer beperkt is op landelijke als op lokale schaal en die alleen nog maar op biodynamische grondslag wordt gehouden, vormt geen noemenswaardig gevaar meer voor de volksgezondheid. Het gevaar dat dreigt is dat de overheid en de agrosector de Q-koorts gaat aangrijpen om ervoor te pleiten dat geiten voortaan geconcentreerd worden gehouden in gesloten megastallen.
Wat vooral zo schokkend is aan de opvattingen van Veerman is dat hij geen enkel compassie toont voor het leven van dieren in gesloten systemen en dat hij zo naïef is over de diervriendelijkheid van megastallen en de gevaren van scharrelhouderijen.

Voor wie de demagogie van de agrosector geneigd is te geloven, gelieve diervriendelijke tegengas tot zich te nemen via dit artikel “Wat zou ideaal zijn voor het lot van dieren in de veeteelt in Nederland?”.

10 december 2009

De ethiek van het ruimen van geiten: voorkomen is beter dan genezen

Nu de overheid heeft besloten om gezonde en drachtige geiten van met Q-koorts besmette bedrijven te ruimen is weer de roep te horen om handtekeningen te plaatsen tegen dit beleid.
In ons land worden dagelijks 1 miljoen “gezonde” dieren geslacht. Het betreft voornamelijk pluimvee. Het meeste protest tegen ruimen wordt opgewekt door de beelden van dieren in grijpers.
Dierenbescherming in Nederland is vanouds gericht op het voorkomen van confrontatie met dierenleed, niet op het beëindigen van de economische drijfveer daarachter.
Een klein deel van hen die protesteren trekt de juiste conclusie uit het onrecht waartegen zij zich verzetten: zij doen als consument niet meer mee. Het grootste deel van de mensen met walging is hypocriet. Minister van LNV, Gerda Verburg, voelt dat haarfijn aan en laat het liefst de geiten in slachthuizen doden. Dat is een plek waar protesten zich niet laten horen.
Wanneer u zich afvraagt wat u kunt doen, dan is het antwoord simpel. Doe helemaal niets. Zet geen handtekening, maar laat ook zoveel mogelijk producten gemaakt van en uit dieren staan. Deze oorverdovende stilte heeft alleen zin wanneer u dit deelt met de mensen uit uw omgeving. Kook eens lekker vegetarisch voor een ander.
En daarmee is de meest effectieve maatregel tegen de waanzin van de Nederlandse vee-industrie benoemd. We moeten de bio-industrie kwijt en zelf als individu in ons eigen dagelijks voedselpatroon diervriendelijke maatregelen nemen.

Q-koorts: Ruimen gezonde dieren ethisch onaanvaardbaar

Compassion in World Farming (CIWF) is zeer teleurgesteld door het besluit van de ministers Verburg en Klink om duizenden geiten en schapen in het Q-koorts gebied te ruimen, inclusief gezonde, niet besmette dieren. CIWF sluit zich aan bij het standpunt van de Koninklijke Nederlandse Maatschappij voor Diergeneeskunde (KNMvD) die al eerder stelde tegenstander te zijn van het doden van onbesmette dieren.

'Het doden van niet besmette dieren leidt niet tot het verminderen van risico's voor de mens, en de dieren zelf hebben er al helemaal geen belang bij', aldus Geert Laugs, campagnecoördinator van Compassion in World Farming Nederland: 'Natuurlijk moet er alles aan gedaan worden om verdere risico's voor de volksgezondheid te beperken. Als het daarvoor absoluut noodzakelijk is om dieren te doden, dan accepteren we dat met pijn in het hart, maar het doden van gezonde dieren is onnodig en ethisch niet aanvaardbaar", aldus Geert Laugs. Compassion in World Farming dringt er bovendien bij alle betrokkenen op aan de ruiming efficiënt en op diervriendelijke wijze uit te voeren, met inachtneming van alle regels daarvoor.

09 december 2009

Natuur of veestapel krimpen?

Casper Janssen heeft een column in de Volkskrant. Hij hekelde de lobby van agrarische politici die het aantal Natura 2000 gebieden willen verkleinen. Door de Europese eisen die aan veehouders worden gesteld in en rond Natura 2000 gebieden zijn er beperkingen aan de hoeveelheid dieren die gehouden kunnen worden. Om deze wens te onderbouwen gebruiken de veehouders en hun politieke vertegenwoordigers de meest vergezochte argumenten.

Janssen roept de natuurbeschermers op om tegengas te geven.
Het is vrij schieten voor boeren, CDA’ers en VVD’ers. ‘Plaats windmolens in de natuurgebieden’, stelde CDA-Kamerlid Joop Atsma pas nog. Lachen man!
Partijgenoot Koopmans kon niet achter blijven. Hij beweerde, in navolging van boerenclub LTO, dat het grote Frankrijk maar 26 Natura 2000-gebieden heeft. Haha, da’s een goeie: 26. In werkelijkheid zijn het er 1.705, maar wat doet de werkelijkheid ertoe als je De Telegraaf kunt halen.
Misschien moeten natuurliefhebbers ook rare dingen gaan roepen. Zoals: Waarom is 40 procent van Nederland in handen van een paar duizend zwaar gesubsidieerde boeren? Van die 40 procent moeten we makkelijk 10 procent kunnen maken. En het verschil kan dan mooi naar de natuur.
Die bejubelde polders? Niets meer dan groen asfalt, Engels raaigras met stront, grond waaruit alle leven verdwenen is; alleen de grauwe gans voelt zich er nog thuis.
Iemand kan ook opperen: maak de allesvernietigende landbouw in Nederland geheel biologisch en breng de productie drastisch omlaag. Dan kan landbouw opeens wel naast natuur bestaan. En de beesten schieten er ook nog iets mee op.
Maar ja, dat zijn eigenlijk helemaal geen rare, provocatieve dingen om te roepen. Het zijn gewoon goede ideeën.
Tot zover de column van Caspar Janssen. Deze goede ideeën zijn bijvoorbeeld te lezen op Animal Freedom.

Een voorbeeld van de brutaliteit waarmee het publiek voorgelogen wordt is een folder van een restaurant dat foie gras op het menu heeft staan.
Van de site van Wakker Dier:

De folder meldt het volgende.

‘Ze … kijken uiteindelijk letterlijk reikhalzend uit naar de geweekte, pure gele maïs…’.
‘Op het laatst proppen ze zichzelf nog eens enkele weken vol met niets anders dan geweekte gele maïs’.

De realiteit.
De dieren krijgen 2 keer per dag een buis in de strot en het voer onder dwang ingespoten. Het voer bestaat onder meer uit eendenvet – kannibalisme dus. De eenden spugen een deel gelijk weer uit als de buis uit de keel wordt gehaald. De dieren reageren zeer bang op de (dwang)voederaar.

08 december 2009

Wet dieren met tandeloze amendementen gecompliceerd

Dinsdag 8 december 2009 stemde de Tweede Kamer over de nieuwe Wet dieren. Marianne Thieme doet verslag op haar weblog.

Verder hebben we gestemd over alle moties en amendementen voor de nieuwe Wet dieren en voor de Landbouwbegroting 2010. Een wet die in de plaats komt van de huidige Gezondheids- en welzijnswet voor dieren. Het is een waardeloze wet geworden die dankzij een aantal amendementen en moties toch nog een beetje diervriendelijker gemaakt is en op een paar punten zelfs diervriendelijker dan de huidige gezondheids- en welzijnswet voor dieren. Zo is er een amendement aangenomen die de intrinsieke waarde van dieren (de waarde die het dier van zichzelf heeft los van het nut voor de mens) nog nader invult door ook de vijf vrijheden van Brambell toe te voegen.
Die vijf vrijheden zijn de volgende.

Dieren zijn vrij:
1. van dorst, honger en onjuiste voeding;
2. van fysiek en fysiologisch ongerief;
3. van pijn, verwondingen en ziektes
4. van angst en chronische stress;
5. om hun natuurlijk (soorteigen) gedrag te vertonen.

Teleurstellend was wel dat dit amendement (afkomstig van de coalitiepartijen) slechts uitging van de gedachte dat dieren enkel wezens zijn met gevoel. Het is al heel lang bekend dat dieren levende wezens zijn met niet alleen gevoel maar ook met bewustzijn.

Tot zover de weblog van Marianne Thieme.

Het is een goede zaak om de vrijheden te betrekken bij dierenrechten. De gedachte daarachter is vrij simpel dat dieren recht op vrijheid hebben, zoals de grondrechten voor mensen ook zijn gebaseerd. Jammer is dat gevoel en bewustzijn erbij worden gehaald, want hiermee ligt ook het gevaar van discriminatie tussen diersoorten op de loer. Het is niet voor niets dat bij de Franse revolutie simpelweg werd gesteld “vrijheid, gelijkheid en broederliefde”. Door te betogen dat dieren met bewustzijn en gevoel meer rechten zouden moeten hebben dan andere dieren, wordt een eindeloze discussie gestart over waar de grens moet worden getrokken. Was de pleidooi voor dierenrechten simpelweg gebaseerd op vrijheid dan hadden vrijwel alle levende wezens hieronder kunnen worden geschaard.

06 december 2009

Boer daagt stichting voor kort geding over publicatie vermalen weidevogels

Woensdag 2 december 2009 was de stichting Behoud de Eemvallei gedagvaard voor een Kort Geding bij de bestuursrechter van de Rechtbank te Utrecht. De stichting bracht tijdens de rechtszitting tevens betrouwbare informatie naar voren dat de boer voordat hij met het grasmaaien op 13 mei was begonnen, helemaal geen veldinspectie op weidevogelnesten had uitgevoerd. Hij was direct gaan maaien en had via de ruit van zijn tractor gekeken of er weidevogels waren. Hij had niets gezien terwijl nota bene de grutto-ouders de tractor aanvielen.

Zembla: Ministerie van Landbouw frustreert bestrijding Q-koorts epidemie

Q-koorts maakt geen dieren ziek, maar mensen. Boeren hebben geen belang bij ruiming van besmette bedrijven, waarvan de dieren gezond zijn.

Bij de bestrijding van de Q-koorts epidemie wogen de economische belangen van de geitensector en de privacybelangen van de geitenboeren zwaarder dan het belang van de volksgezondheid. Daardoor zijn onnodig veel mensen ziek geworden. Dit zeggen GGD-artsen en microbiologen in ZEMBLA 'De Q-koorts epidemie'. Uit een intern rapport van de GGD, vertrouwelijke brieven en ambtelijke gespreksverslagen die ZEMBLA in haar bezit heeft, blijkt dat het overheidsbeleid een ‘negatieve invloed heeft gehad op de uitbraakbestrijding’.

LNV heeft informatie over besmette bedrijven nooit doorgegeven aan de GGD. Daardoor kon de GGD geen optimale informatie geven om besmetting te voorkomen. Er zijn daardoor meer mensen ziek geworden en overleden dan nodig was.

02 december 2009

Wetenschapper tegen vlees

Professor Patrick Brown is een gerenommeerde bio-wetenschapper aan de universiteit van Stanford (V.S.). Tevens is hij lid van de National Acadamy of Science in de V.S. en medewerker het Howard Hughes Medical Institute.
Hij is van plan een sabbatical van 18 maanden te gebruiken om te zoeken naar wegen die leiden tot het drastisch verminderen van de vleesconsumptie.
Hij is zelf al 30 jaar vegetariër en sinds 5 jaar ook veganist. Over het thema milieuvervuiling en vleesconsumptie zegt hij: “Het is absoluut ondenkbaar dat we de komende 50 jaar op deze wijze verder gaan”.
Professor Brown wijst er op dat de vleesproductie weliswaar slechts voor 9% verantwoordelijk is voor de CO2 uitstoot, maar daarboven voor 37% wat betreft de methaan- en maar liefst voor 65% aan lachgas-emissies! Die beide laatste broeikasgassen verwarmen het klimaat veel sterker dan de CO2. Volgens hem ligt de oplossing in het beëindigen van de dierhouderij of in ieder geval in het zeer sterk inkrimpen daarvan.
Brown is van plan de eerste 6 maanden van zijn sabbatical te besteden aan het produceren van economische modellen die duidelijk zullen maken dat wij ons het houden van ‘gebruiksdieren’ domweg niet (meer) kunnen veroorloven. Vervolgens wil hij betere vegetarische levensmiddelen produceren en een strategie ontwikkelen hoe we de politieke, economische, juridische en gedragswetenschappelijke uitdagingen de baas kunnen worden.
Aan levensmiddelenproducenten geeft professor Brown het advies zo snel mogelijk ernst te maken met het terugdringen van de vleesconsumptie: “Het is het beste meteen te beginnen met substantiële bedragen te investeren en alternatieven te vinden, om te overleven”!
Het is opmerkelijk dat van alle problemen waar de wereld mee kampt de reducering van de vleesconsumptie door professor Brown als belangrijkste en meest dringend wordt aangemerkt.

29 november 2009

Obama en de ‘suckers’ ……………

Een poos geleden kreeg president Obama de lachers op zijn hand toen hij in een interview tijdens een live-uitzending een vlieg dood sloeg! “I got the sucker!”, was zijn triomfantelijk commentaar. Iedereen lag plat! De vlieg had niet veel meer misdaan dan er gewoon te zijn en wat in de studio rond te vliegen zonder ook maar iemand lastig te vallen of te bedreigen. Het ging namelijk om een gewone huis- tuin- en keukenvlieg. Waarom dat dier dood moest en meer nog waarom deze actie naar het niveau van een presidentiële daad moest worden getild is mij nooit zo goed duidelijk geworden. Maar ja, elke scheet die de Amerikaanse Messias laat is nou een maal wereldnieuws………………
Vorige week was het opnieuw raak. Obama schonk ‘gratie’ aan kalkoen die anders waarschijnlijk op het bord van een aantal obesitas-Amerikanen terecht was gekomen ter gelegenheid van Thanksgivingsday of iets ander onbenulligs. Hilariteit alom door de zwierige wijze waarop Mr. President ook hier zijn minachting voor dierlijk leven tot expressie bracht. Wederom werd het woord ‘sucker’ gebezigd richting de nietsvermoedende kalkoen. De waanzin die er toe heeft geleid dat we miljarden dieren hebben veroordeeld tot een ellendig leven en een niet minder ellendige dood wordt nog steeds alom als iets normaals en vanzelfsprekends beschouwd. Gelukkig beginnen hier en daar bewegingen op te komen van mensen die inzien dat het zo niet langer kan en dat onze houding t.o.v. onze mededieren dringend aan herziening toe is. In Nederland mogen we ons gelukkig prijzen met een Partij voor de Dieren, Wakker Dier, Varkens in Nood, Bont voor Dieren, Wilde Dieren de Tent uit etc. Ook in andere landen komen processen, zowel politiek als maatschappelijk, op gang waarin veranderende ideeën over hoe met dieren moet worden omgegaan meer en meer ingang vinden.
Hoe de situatie op dat punt in de Verenigde Staten is kan ik moeilijk inschatten. Maar dat ook aan een president best eens mag worden duidelijk gemaakt dat dieren er niet alleen zijn om op te eten, je er mee te vermaken, status te verwerven en simpelweg dood te slaan als ze even in de weg zitten, lijkt me duidelijk!

26 november 2009

De Partij voor de Dieren en het onbegrip.........

De Partij voor de Dieren is een kleine partij. In weerwil tot haar kwantitatieve omvang is de invloed van de PvdD politiek en maatschappelijk evident. Het onderwerp ‘dieren’ heeft nog nooit zo prominent op de agenda gestaan als sinds de intrede van de partij in de nationale politiek. Dat niet iedereen daar onverdeeld gelukkig mee is kan ook niet worden ontkend.
Recentelijk werd weer eens duidelijk dat de ideeën en beginselen van de partij niet alleen bij velen op weerstand stuiten maar dat er ook veel onwetendheid en onbegrip is over waar de partij (voor) staat. In de tuin van de voorzitter van de Friese afdeling van de PvdD, Annemarie van Gelder, werd een spies met daarop een afgehakte schapenkop geplaatst. In een begeleidend schrijven werd haar verweten zich wel druk te maken over de paling maar het ritueel – dus onverdoofd – slachten van dieren, ongemoeid te laten. Een en ander was kennelijk gebaseerd op het optreden van Van Gelder in een tv-debat op Omrop Fryslân over het palingvangstverbod dat onlangs is afgekondigd. Het standpunt van de PvdD in dezen is helder en dat werd in dat programma ook als zodanig verwoord. De PvdD vindt dat er een eind moet komen aan het vangen van paling. Zij komt tot die conclusie omdat de paling een bedreigde diersoort is die, volgens visserijbiologen alleen nog te redden is door een totaal vangstverbod. Daar komt nog bij dat de paling op een afschuwelijke manier aan zijn einde komt doordat de slijmlaag van het dier in een zoutbad letterlijk wordt weggebrand, terwijl er voldoende methoden voorhanden zijn om de paling op een pijnloze wijze te doden.
Degene die het nodig vond op deze lugubere wijze duidelijk te maken dat ook het ritueel slachten van schapen door de PvdD dient te worden afgewezen is kennelijk slecht op de hoogte van wat de PvdD hiervan al jaren vindt. Het is juist de PvdD die een wetsvoorstel heeft ingediend om aan het onverdoofd ritueel slachten een eind te maken! Godsdienstvrijheid mag volgens de PvdD nooit een legitimering zijn voor het toebrengen van leed aan andere levende wezens!
Onwetendheid en onbegrip zijn dingen waar de PvdD regelmatig mee geconfronteerd wordt. Moties als het verbieden van de ronde vissenkom en het schrappen van producten afkomstig van bedreigde diersoorten van de menukaart van het Kamerrestaurant worden, hoe terecht en logisch deze voorstellen ook zijn, door tegenstanders uitgelicht en geridiculiseerd. Dit om ‘aan te tonen’ dat de PvdD zich met futiliteiten bezig houdt.
Ook wordt de PvdD nog steeds verweten een ‘single-issue-partij’ te zijn omdat men zich louter op het dierenwelzijn zou richten. Dat ook dit een misvatting is wordt onder meer duidelijk gemaakt door de film ‘Meat The Truth’. Daarin toont Marianne Thieme op overtuigende wijze aan dat de veeteelt, naast veel dierenleed, in zeer hoge mate verantwoordelijk is voor de uitstoot van broeikasgassen en de mede daardoor veroorzaakte klimaatverandering De standpunten en ideeën van de PvdD hierover wijzen eerder in de richting van een ‘big-’ dan van een “single-issue’.
Mahatma Gandhi zei ooit eens over zijn beweging, die ook niet onomstreden was: “Eerst negeren ze je, dan maken ze belachelijk, vervolgens gaan ze je bestrijden en uiteindelijk win je!”. Een uitspraak die regelmatig door Marianne Thieme c.s. op de PvdD wordt geprojecteerd.
Onmiskenbaar is dat de partij zich duidelijk in politiek en samenleving manifesteert waardoor ze niet (meer) genegeerd kan worden. Het ‘schapenkopincident’ van vorige week toont ook aan dat de Partij voor de Dieren desondanks nog niet overal en door iedereen begrepen, laat staan gewaardeerd wordt. Het toont tevens aan dat kennelijk ook niet iedereen in staat of bereid is zijn of haar bezwaren op een eerlijke en volwassen manier kenbaar te maken!
Dit is de trailer van Meat the truth.

Schaarste aan fosfaat noopt tot inperking vleesproductie

De wereldvoorraad aan fosfaat raakt op. We hebben de meststof broodnodig voor de productie van voedsel voor een groeiende wereldbevolking. Weliswaar zit fosfaat in dierlijke mest, maar zeer veel kan worden gewonnen door verspilling van fosfaat tegen te gaan. Een van de manieren is minder veevoer en vee te produceren en de daarbij vrijkomende landbouwgronden efficiënter te gebruiken voor vleesloos en gezond voedsel.

25 november 2009

CO2-verdoving bij biggencastratie veroordeeld door anesthesisten

In de discussie over kooldioxide als verdovingsgas hebben de dieranesthesisten nu officieel stelling genomen: hun internationale organisatie Association of Veterinary Anaesthetists (AVA), is tegen castratie van biggen onder CO2-verdoving. In een verklaring wordt gesteld dat het CO2-gas de biggen pijn bezorgt, onder meer door irritatie van de luchtwegen. Daarnaast worden onder meer spiertrekkingen en stress waargenomen. Castratie voorkomt dat varkensvlees in de pan gaat stinken (berengeur).
Volgens AVA-bestuurslid Hans Nieuwendijk is het gebruik van CO2 als verdovingsgas onbegrijpelijk gezien alle informatie die daarover bestaat. Nieuwendijk wijst erop dat ook de napijn van castratie niet wordt bestreden met de verdoving. „En castratie is een van de meest pijnlijke ingrepen die je je kunt voorstellen”, zegt hij. „Je zou de biggen na castratie een pijnstiller moeten toedienen. Maar dat kost een dubbeltje en dat heeft men er niet voor over”.
Meer lezen? Kijk bij Rechten Voor Al Wat Leeft.

23 november 2009

WSPA: EU-verbod op import dolfijnen en nieuwe dolfinaria

Wetenschappelijk rapport: dolfijnen ongeschikt om te houden in gevangenschap WSPA wil EU-verbod op import dolfijnen en bouw nieuwe dolfinaria in Europa.

Aan de vooravond van de première van de documentaire 'The Cove' in Amsterdam, lanceert WSPA (World Society for the Protection of Animals) Nederland een campagne voor een verbod binnen de Europese Unie op de bouw van nieuwe dolfinaria en de import van dolfijnen. Daarnaast wil WSPA het bewustzijn onder het Nederlandse publiek bevorderen dat dolfijnen ongeschikt zijn om te leven in gevangenschap. Aan de basis van de campagne ligt de 4e editie van het wetenschappelijke rapport van WSPA en HSUS (Humane Society of the United States) 'The Case against Marine Mammals in Captivity'.

De afgelopen jaren heeft in Europa een enorme groei van dolfinaria plaatsgevonden. Op dit moment zijn er in heel Europa zo'n 60 dolfinaria waarvan 34 in de Europese Unie. Dolfinaria vallen onder de Europese Richtlijn 1999/22/EG betreffende het houden van wilde dieren in dierentuinen. Volgend jaar spreekt de Europese Commissie opnieuw over deze richtlijn. WSPA vindt dat dan een importverbod van dolfijnen en een bouwverbod voor nieuwe dolfinaria moeten worden ingevoerd voor EU-lidstaten, kandidaat-lidstaten en Zwitserland, omdat een leven in gevangenschap dolfijnen onaanvaardbaar veel mentaal en fysiek leed bezorgt.

Bewustwording.

Met deze campagne wil WSPA ook het bewustzijn onder het Nederlandse publiek bevorderen dat dolfijnen niet geschikt zijn om in gevangenschap te leven. In veel Westerse landen, waaronder Engeland, is het houden van dolfijnen in gevangenschap dan ook al verboden. Uit recent onderzoek van WSPA blijkt dat het Nederlandse publiek zich nog niet erg bewust is van het leed van dolfijnen in gevangenschap. Zo gaf (50%) van de respondenten aan dat er bij dolfijnenshows geen sprake is van dierenleed. Francien Winsemius, hoofd programma's WSPA: ¨Veel mensen weten dat stierengevechten en optredens van dansende beren gepaard gaan met dierenleed. Bij dolfijnenshows is dat natuurlijk veel minder duidelijk. Een dolfijn heeft altijd een glimlach op zijn hoofd, zelfs als hij dood is. Het mentale en fysieke lijden dat deze intelligente dieren een leven lang in gevangenschap doorstaan is niet zichtbaar, maar daarom niet minder acceptabel. Met deze campagne willen we het leed achter de glimlach zichtbaar maken en beëindigen.

Wetenschappelijk onderzoek.

De vierde editie van het wetenschappelijke rapport The Case against Marine Mammals in Captivity toont aan dat dolfijnen niet geschikt zijn om te leven in gevangenschap. Zo blijkt dat dolfijnen in gevangenschap over niet meer dan één tienduizendste procent (0,0000001) van de ruimte beschikken die zij in hun natuurlijke leefomgeving hebben en dat dolfijnen in gevangenschap vaak stereotype gedrag als gevolg van verveling en mentale stress vertonen. Het betonnen bassin biedt de zeer intelligente en onderzoekende dieren bovendien geen prikkels die hun nieuwsgierigheid kunnen bevredigen. Ook zijn dolfijnen zeer sociaal en leven zij in het wild in grote groepen, in gevangenschap is hun sociale leven beperkt tot slechts enkele dieren in hetzelfde bassin. De dolfijnen hebben in gevangenschap evenmin de mogelijkheid om hun natuurlijke gedrag te vertonen omdat ze juist worden getraind om onnatuurlijke en vaak zelfs risicovolle stunts uit te voeren. Het onderzoek bevestigt volgens WSPA dat een leven lang in gevangenschap de dolfijnen onaanvaardbaar veel mentaal en fysiek leed bezorgt.

Dolfijn en meisje

The Cove.

In samenwerking met Benelux Film Distributors presenteert WSPA dinsdag 24 november aanstaande in bijzijn van de regisseur Louie Psihoyos de premiere van de documentaire 'The Cove' op het IDFA, International Documentary Film Festival in Amsterdam. Louie Psihoyos, die tevens directeur is van de Oceanic Preservation Society , laat in the Cove zien hoe dolfijnen bij het stadje Taiji in Japan, worden gevangen voor de entertainmentindustrie. Onder leiding van oud-Flipper trainer Richard O'Barry legt een groep wetenschappers, filmmakers en surfers de jaarlijkse 'vangst' van de dolfijnen (van september tot maart), vast. De documentaire bewijst dat deze vangst die plaatsvindt in een afgeschermde 'cove', gepaard gaat met een enorme slachting van dolfijnen die niet kunnen worden gebruikt. De gevangen dolfijnen die worden aangekocht door dolfinaria, grote aquaria en 'zwem-met-dolfijnen-parken' wereldwijd, leveren bedragen tot € 100.000,- per dolfijn op. De continue vraag naar levende dolfijnen vanuit deze industrie houdt daarmee de praktijken in Taiji en andere gebieden waar dolfijnen worden gevangen (Cuba, Solomon eilanden) in stand. Met een verbod op de import van dolfijnen in Europa wordt de mogelijkheid uitgesloten dat dolfinaria in EU- landen hier een bijdrage aan leveren.

Schapenkop als communicatiemiddel?

Rituele slacht
Annemarie van Gelder, PvdD voorzitster afdeling Friesland, kreeg vrijdag 20 november een schapenkop gespietst in haar voortuin. Op het briefje dat onder de kop geprikt zat, stond geschreven: ‘Je maakt je druk om paling, maar laat ons ritueel slachten’.
Een week daarvoor was Annemarie te horen op de Friese omroep in een tafelgesprek over het verbod dat de minister van LNV wilde doen op de palingvisserij. De paling dreigt uit te sterven.

Vrijdag 27 november is ook het offerfeest waarop moslims ritueel een schaap laten slachten. De Partij voor de Dieren is tegen het ritueel slachten, vanwege het dierenleed en omdat zij van mening is dat het slachten van schapen niet de meest optimale manier is om armen te laten delen in de rijkdom van de beter gefortuneerden.
In de Koran staat het verhaal dat Allah vroeg aan Ibrahiem (Abraham) om zijn zoon Ismaël te offeren om te laten zien dat hij trouw en gelovig was. Toen Ibrahiem zijn zoon met een mes wilde doodsteken, kwam er een engel die zei dat een schaap de plaats van Ismaël mocht innemen.

Het geheel roept vele vragen op. Wat is de zin van het communiceren via schapenkoppen? Het lijkt de Middeleeuwen wel. Zou een God of Allah echt willen dat je jouw rijkdom deelt via het ritueel slachten van schapen of het eten van vlees?
De Partij voor de Dieren verzet zich tegen elk dierenleed. De leden van de diverse PvdD werkgroepen in het land proberen een gesprek aan te gaan met mensen die dieren op een oneigenlijke manier gebruiken voor ontspanning of om hun welvaart te etaleren. Er zijn sympathiekere manieren om met elkaar in debat te gaan.

19 november 2009

McDonalds suggereert weidegang

Van de site van Wakker Dier 18 november 2009.
De Reclame Code Commissie heeft de reclamecampagne van McDonald’s ‘hoe meer je weet, hoe lekkerder je eet’ veroordeeld als ‘misleidend’ en ‘oneerlijk’. De Reclame Code Commissie kwam tot dit oordeel na een klacht van Wakker Dier. In de campagne stelt McDonald’s dat het vlees komt van koeien die ‘ook lekker buiten kunnen grazen’. Hierover heeft McDonald’s echter geen enkele afspraak gemaakt met haar vleesleveranciers, waardoor er helemaal geen sprake is van een weidegarantie. De Reclame Code Commissie oordeelt dan ook dat ‘geen juiste informatie is verstrekt over de voornaamste kenmerken van het product, te weten de herkomst van het vlees van de hamburgers…’. Wakker Dier is blij met de uitspraak: ‘Veel mensen maken zich ernstig zorgen over de afname van het aantal koeien in de wei. Als McDonald’s de miljoenen die ze steken in deze misleidende reclamecampagne had gebruikt om diervriendelijker vlees in te kopen dan hadden daarvoor alle McDonald’s koeien een prachtig leven in de wei kunnen krijgen’.

De Reclame Code Commissie acht de reclame ‘misleidend’ en ‘oneerlijk’. Er is geen ‘weidegang-garantie’ waardoor in de reclame ‘een suggestie ligt besloten die onjuist is’. ‘Er is geen juiste informatie verstrekt over de voornaamste kenmerken van het product, te weten de herkomst van het vlees van de hamburgers…’. De Commissie vermoedt dat mensen hierdoor een hamburger kunnen gaan eten die ze niet hadden gegeten als ze de waarheid was verteld. De Commissie veroordeelt de reclame daarom als ‘misleidend’ en ‘oneerlijk’ en ‘beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken’.

Klik hier om meer te lezen over McDonalds.

16 november 2009

Kun je een eenzaam en depressief huisdier kalmeren met een pil?

De uitgaven voor huisdieren in de Verenigde Staten stegen in de afgelopen jaren sterk en dit is toe te wijzen aan het toenemende gebruik van medicijnen voor huisdieren. Het drukke moderne leven vraagt om snel resultaat, waardoor hondenbezitters steeds minder geduld hebben om eerst wekenlang met hun hondje op cursus te gaan.
Het bedrijf Novartis kwam als eerste een paar jaar geleden met een middel tegen verlatingsangst. Dit om dieren die te veel alleen worden gelaten en vaak enorm veel geluid maken met hun gejank rustiger te krijgen. Het medicijn bevat dezelfde stof als wat er in het antidepressie medicijn Anafranil zit.

ADHD-hond
Netwerk ging op bezoek bij Suzanne Nayee. Zij geeft 90 euro per maand uit aan Ritalin voor haar hond Django. Suzanne's hond heeft namelijk ADHD en wordt een stuk rustiger door het kalmerende middel.

Psychiatrisch centrum

De Universiteit van Utrecht opent 17 november 2009 de eerste gedragskliniek in Nederland. Een medisch en psychiatrisch centrum voor lastige huisdieren.
Voor wie weinig tijd heeft voor huisdieren en zich afvraagt of de aanschaf van een huisdier wel zo’n goed idee is, lees nog eens de volgende overwegingen.

Boeren kunnen de juiste kostprijs krijgen zonder de voedselprijs te verhogen

“Boerenbobo” Anton Vermeer geeft in de Volkskrant van zaterdag 14 november 2009 de supermarkten de schuld voor de lage prijzen die boeren krijgen voor hun melk en andere producten. De mensen zouden bereid moeten zijn om meer voor hun voedsel te betalen. Hij ziet de politiek, met name in Brussel als de verantwoordelijke die ook nog eens effectief kan doen aan het gat tussen wat de supermarkt betaalt en de boer in zijn ogen zou moeten krijgen. De supermarkten zouden in Europa met ongeveer 10 inkopers ongeveer 70 procent van de markt beheersen. De supermarkten wijzen echter ook naar de overheid om een doorbraak te forceren.
Er is echter een eenvoudiger manier om een rechtvaardige prijs voor de boeren en consumenten te regelen, die bovendien dier- en milieuvriendelijker is. Wat de meeste consumenten zich niet realiseren is dat zij via de belasting opdraaien voor de kosten die de boeren uit de intensieve veehouderij niet betalen voor het opruimen van de nadelen van hun grootschalige productie. Biologische, maar beter nog biodynamische boeren doen dat beter en wanneer het geld dat de consument nu via de belasting betaalt voor zijn voedsel door de fiscus bij de intensieve veehouders wordt gehaald, dan betaalt de consument een reële en ongeveer gelijke prijs voor een vlees of zuivel.
U leest het goed: wanneer het ‘de vervuiler betaalt’-principe wordt toegepast bent u evenveel geld kwijt en kunt een product kopen van hogere kwaliteit.

Wat is een redelijke straf voor dierenbevrijdster?

29 oktober 2009 werd Frederieke S. opgepakt bij het bevrijden van nertsen in het Gelderse Barchem. Wim Verhagen, voorzitter van de Nederlandse Federatie van Edelpelsdierhouders, kondigt aan om een schadeclaim in te dienen bij Frederieke en anderen die eventueel worden opgepakt.
Wat is de waarde van een dierenhuid verkregen in een industrie die verboden gaat worden? Wat is de schade die een nertsenhouder heeft, wanneer hij zelf de dieren afmaakt, omdat hij niet meer weet uit welk hokje een losgelaten nerts vandaan kwam?
Is het eisen van een schadevergoeding terecht? Frederieke bevrijdt dieren omdat zij vindt dat nertsen niet voor de productie van bont gehouden en gedood zouden mogen worden. Dat is een grote meerderheid van de Nederlanders met haar eens en de politiek probeert al jaren de nertsenhouderij verboden te krijgen. Dat gaat stroperig omdat met het verbieden van de nertsenhouderij een precedent geschapen wordt voor een verbod van de intensieve veehouderij. Het is een beetje een kwestie van definitie of je dieren die gehouden worden voor kleding op een één lijn stelt met dieren die gehouden worden voor voedsel. Voedsel heb je nodig en bont niet. Maar het is voor onze gezondheid niet nodig om vlees te eten en het zeker niet nodig dat vlees geproduceerd wordt op de schaal waarop Nederland dieren houdt. Tweederde is bestemd voor de export. Er is op aarde voedsel en kleding genoeg en het klimaat wordt ook nog eens door de vleesproductie opgewarmd.
Terug naar de vraag of Frederieke straf zou moeten krijgen en een schadevergoeding zou moeten betalen.
In tijden van oorlog is het gemakkelijk om een bevrijdingsactie van mensen waarbij schade wordt aangericht aan te voeren als redelijke doel. In vredestijd wordt de basis van het recht niet anders, maar wordt kritischer gekeken naar de methode die wordt gehanteerd om een doel te halen. De basis van het grondrecht voor mensen is vrijheid en voor wie niet wil discrimineren zou de basis van dierenrechten ook vrijheid moeten zijn. Het houden van pelsdieren voor bont wordt door de Nederlanders niet als redelijk doel gezien.
Moet daarom het bevrijden van dieren zonder straf blijven, immers moreel heeft Frederieke zeker gelijk. Nee, helaas, voor Frederieke geldt dat een bevrijde nerts niet bijdraagt aan de vergroting van de vrijheid van het dier of van andere dieren in de Nederlandse natuur. Het loslaten van dieren in een biotoop waarin deze dieren niet voorkomen wordt gezien als faunavervalsing. De kans is bovendien groot dat het dier niet gewend is om de eigen kost op eigen kracht bij elkaar te vinden.
Het is daarom geen goed idee om nertsen te gaan bevrijden.
Maar de rechter kan in deze zaak toch de kool en de geit sparen. Wanneer de rechter Frederieke en anderen zou veroordelen tot het betalen van een geldbedrag aan een organisatie die zich richt op het welzijn van dieren, dan is het rechtsgevoel van de meeste Nederlanders wel bevredigd. Deze zaak verdient het om in de geest van de grondwet te handelen.

12 november 2009

Hypocriete Hubertusmis leidt tot agressie van jager naar actievoerder


Op 8 november 2009 hield pastoor Vlaar (bekend van de "slagersmis") in de Rooms Katholieke kerk van Obdam een Hubertusmis, waarbij jagers en hun honden worden gezegend. In de mis vertelde de pastoor over de Hubertuslegende. Hubertus bespeurde in het jaar 683 op Goede Vrijdag een groot hert, en joeg er achteraan met zijn honden. Toen hij het hert bijna te pakken had en het dier zich naar hem toekeerde wilde hij het met zijn boog neerschieten. Op dat moment verscheen er een lichtend kruis tussen het gewei. Een stem zei hem naar Lambertus van Maastricht te gaan. Later in zijn leven volgde Hubertus Lambertus op als bisschop.
De betekenis van de legende zou kunnen worden uitgelegd dat God ingreep met als doel de jager te weerhouden van het doden van dieren. Dat pastoor Vlaar zijn mis opdroeg aan Hubertus met als doel de jacht te zegenen is dan hypocriet. Katholieke jagers zouden kunnen uitleggen dat Hubertus niet op Goede Vrijdag mag jagen en beter op zieltjes zou kunnen jagen.


Actievoerders van Rechten Voor Al Wat Leeft en de Faunabescherming keken van achter in de kerk het tafereel met verwondering aan. Voorafgaand aan de mis hadden de actievoerders de kerkgangers een enveloppe uitgedeeld, met daarin een schietgebed en een document waarin de Hubertuslegende werd uitgelegd en de jagers onder meer vergeving werd gevraagd voor hun onwetendheid. En dat was maar goed ook, zo bleek later.
Na afloop van de kerkdienst maakte een van de actievoerders buiten bij de kerk foto’s van de wijding van de honden en de roofvogels, die de jagers hadden meegebracht. Een van de jagers viel daarop de man in de rug aan. Dankzij snel ingrijpen van de echtgenote van de fotograaf kon erger worden voorkomen. De woede van de jager kan niet worden begrepen uit de inhoud van het schietgebed, want de man had de enveloppe direct buiten de kerk in de brand gestoken. Het vermoeden bestaat dat zijn hersenen zoveel hypocrisie niet konden verwerken, wat kortsluiting in zijn geweten tot gevolg had.

11 november 2009

Wanneer gaan we boeren behandelen als gewone ondernemers?

LTO vraagt alweer om geld, nu om geitenhouders te compenseren

In de aanloop naar het debat over maatregelen tegen de Q-koorts stelde LTO voor om besmette dieren te slachten, geen besmette dieren meer te gebruiken voor de fokkerij en om melkgeiten- en melkschapenbedrijven in Zuid-Oost-Brabant voorlopig niet te laten uitbreiden. LTO spreekt van een 'ultieme krachtsinspanning', alleen mogelijk met financiële bijdrage van het rijk. Over hoe hoog die moet zijn, en waarvoor, laat LTO zich niet uit.

Waarom zou een plan om iets niet meer te doen de overheid geld moeten kosten? De fracties uit de Tweede Kamer reageerden dan ook gereserveerd. Wanneer zou in ons land het besef doorbreken dat veehouders gewone ondernemers zijn, die zouden moeten functioneren op eigen kracht en met normale regels gericht op het voorkomen van overlast voor anderen?

Het is een bizarre ontwikkeling dat veeboeren aan de wortel staan van de opwarming van het klimaat, zowel bijdragen aan het produceren van voedsel als het in standhouden van de honger in de rest van de wereld en tegelijk een bijna onkreukbaar imago hebben van "natuurmensen". Maar willen de meeste boeren wel aan natuurbeheer doen? Friesland, bijvoorbeeld, biedt veel mogelijkheden voor agrarisch natuurbeheer, maar in hoeverre landbouw daarop in speelt hangt onder andere af van de vergoedingen die men daarvoor ontvangt. Friese boeren doen steeds minder aan natuurbeheer.

06 november 2009

Foer: ik zal nooit, nooit meer vlees eten

Jonathan Safran Foer (zie video) schreef “Dieren eten”.

In Vrij Nederland van 31 oktober 2009 een interview met hem.
In de vier jaar tussen het verschijnen van zijn laatste boek en Dieren eten werd Foer vader, en vegetariër.
Vanaf zijn negende - toen de oppas hem vertelde dat de kip op zijn bord ooit een levend dier was geweest - zwalkte hij heen en weer tussen verschillende gradaties van vegetarisme. De geboorte van zijn eerste zoon zette hem ertoe aan een duidelijke keuze te maken: `Eten is de meest directe, en misschien wel de krachtigste manier waarop je binnen een familie je waarden overbrengt'.
Hij besloot uit te zoeken wat vlees nu eigenlijk is, waar het vandaan komt en hoe het wordt geproduceerd. Ruim drie jaar lang verdiepte hij zich in de bio-industrie, sprak hij met boeren, slachters, wetenschappers en dierenactivisten en bezocht hij biologische en industriële boerderijen. De conclusie was helder. Foer: `Ik zal nooit, nooit meer vlees eten.

Tot zover Vrij Nederland.

Via een synthese van filosofie, literatuur, wetenschap en undercoverjournalistiek onderzoekt Foer in Dieren eten de verschillende verhalen die we onszelf vertellen om ons eetgedrag te rechtvaardigen - van folklore tot populaire cultuur, van familietradities tot westerse mythen - en laat hij zien hoe die verhalen onze onwetendheid in stand houden.


Op de vraag in Vrij Nederland of het al dan niet ethisch verantwoord is om dieren te eten, gaat Foers boek niet in. `Weet je, daar heb ik heel lang over nagedacht, en ik weet het gewoon nog steeds niet. Dus ik vraag mensen niet om vegetariër te worden. Ik vraag ze om niet langer industrieel vlees te eten'.

Voor wie ooggetuigenverslagen wil lezen over hoe het toegaat in de Nederlandse kippenindustrie:
Journalist Gerard van Westerloo volgde drie kippen Anja, Manja en Tanja door de hele Nederlandse kippenketen. Van broederij, via mesterij en slachterij tot vleesverwerkings- en verpakkingsindustrie. Hij ontving voor dit artikel onder de titel "kippenmoord" begin april 2007 een Tegel, de vakprijs in de categorie ‘Dag- en weekbladen, achtergrond’.

05 november 2009

Spiritualiteit in de relatie tussen mens en dier

Bestseller auteur Eckhart Tolle is bekend van De kracht van het Nu en Een Nieuwe Aarde. Hij probeert mensen met eenvoudige middelen te bewegen zich open te stellen voor een hoger en groter bewustzijn. Deze open houding komt de samenleving van mensen, maar ook dieren op aarde ten goede.
Hij laat in het boek “Dier en Nu” zien dat onze relatie met dieren niet alleen maar bestaat uit genegenheid, maar dat er ook een spirituele band is. Miljoenen mensen, die anders volledig zouden opgaan in hun denken en in het eindeloos overdenken van zaken uit het verleden of in de toekomst, worden door hun hond of kat telkens weer teruggebracht in het Nu en herinnerd aan het plezier van het Zijn. Omdat honden en katten altijd in een oorspronkelijke toestand van verbondenheid met het Zijn leven, kunnen zij ons helpen ons die weer eigen te maken. Wanneer dat gebeurt, zal die oorspronkelijke toestand zich verdiepen tot een groter bewustzijn.

Meer lezen over spiritualiteit en dieren? Kijk op Animal Freedom.

Verantwoord aanbod supermarkten stijgt

Grootste aanbod biologisch in twaalf jaar, Plus en Jumbo scoren het best

Persbericht Amsterdam/Utrecht, 5 november 2009 – Supermarktketen Plus heeft de meeste biologische producten, terwijl Jumbo koploper is in Fair Trade.
Uit de jaarlijkse EKO-tellingen van Milieudefensie en Solidaridad blijkt dat het aanbod van biologische en fairtrade producten in de supermarkten in 2009 is gestegen. De Plus aan de Arnhemseweg in Amersfoort ontvangt vanochtend de EKO-Award 2009. De Fair Trade-Award wordt vanmiddag uitgereikt in de Jumbo aan de Beren in Groningen.

Gemiddeld liggen er nu 78 biologische producten in de Nederlandse supermarkt. Na dalingen in 2005 en 2006 is het aanbod hiermee op het hoogste punt ooit beland. Het aanbod fairtrade producten in de Nederlandse supermarkten stijgt dit jaar van negen naar vijftien producten, een spectaculaire stijging van bijna 70%.

Met gemiddeld 175 biologische producten per filiaal is Plus net als de drie voorgaande jaren de best presterende keten. Het aanbod van Plus is wel zestien producten gedaald in vergelijking met vorig jaar. Jumbo houdt met 164 producten de tweede plaats vast. Het aanbod biologische producten van Super de Boer is spectaculair gestegen naar 162 producten en heeft hiermee Albert Heijn uit de top drie gezet. De keten heeft gemiddeld 63 producten meer in de schappen dan vorig jaar.

Jumbo scoort voor het vierde jaar op rij het beste met fairtrade producten. Gemiddeld heeft de keten 48 'eerlijke' producten in de schappen, twaalf producten meer dan vorig jaar. Plus staat op de tweede plaats met 26 fairtrade producten en Super de Boer op de derde plaats met 25 fairtrade producten. Ook hier staat Albert Heijn, ondanks de invoer van hun puur&eerlijk assortiment, niet meer in de top drie.

Wie: Milieudefensie en Solidaridad
Wat: Uitreiking EKO-Award 2009 & Fair Trade-Award 2009
Waar: Plus aan de Arnhemseweg 4 te Amersfoort (EKO), Jumbo aan de Beren 85 te Groningen (FT)
Wanneer: 5 november 2009, 11.00 uur in Amersfoort, 15.00 uur in Groningen

Biologische producten zijn met respect voor dier en milieu geproduceerd en zijn bovendien smakelijk en gezond. De boer krijgt een eerlijke prijs en er wordt géén gebruik gemaakt van landbouwgif, kunstmest en gentech.
Fairtrade producten zijn onder eerlijke voorwaarden gekocht in ontwikkelingslanden. Onderzoek naar de impact van twintig jaar Fair Trade laat zien dat de levensstandaard van boeren verbetert door investeringen in hun bedrijf en leefomstandigheden.

Milieudefensie en Solidaridad zijn tevreden over de trend die uit het onderzoek blijkt, maar zien nog veel meer kansen voor het vergroten van het duurzame assortiment. Recent marktonderzoek van Solidaridad en GfK panelservices, de Duurzame Consumptie Monitor, bevestigt dit beeld.

Cees Veerman: boeren moeten niet rekenen op steun of begrip

Cees Veerman, oud-minister van LNV sprak 3 november op proefboerderij De Rusthoeve in Colijnsplaat.

"Ga er maar vanuit dat de komende jaren het landbouwbudget van de Europese Unie van 42 tot ongeveer 30 miljard euro zal dalen en dat het grootste deel van wat er overblijft naar plattelandsontwikkeling gaat. Daar hoef je als boer dus geen hoge verwachtingen van te hebben".

In dit licht bestempelde Veerman de recente acties van melkveehouders die met mestverspreiders melk over hun land uitreden, als 'achterhoedegevechten'.
"En", vervolgde hij, "je hoeft je ook niet te verlaten op begrip en bijval vanuit de burgerij voor de roep om inkomenssteun van pakweg 500 à 600 euro per hectare per jaar. Dat is logisch, want niemand heeft ons toch gevraagd boer te worden".

Tot zover Veerman in de PZC.

Er zijn natuurlijk nog veel meer redenen waarom de melkveehouders niet op al te veel begrip kunnen rekenen vanuit de "burgerij". De melkveehouders bepalen in grote mate de aanblik en het gebruik van het platteland ten einde voor de buitenlandse markt te produceren. Dit gaat (helaas onzichtbaar voor het ongeoefende "burgeroog") ten koste van dierenwelzijn en milieu. Wat wel zichtbaar is de industriële inrichting van het platteland wat samenhangt met de wens van de milieu- en dierenwelzijnsbeweging om deze vorm van bedrijfsvoering als vee-industrie te benoemen.

04 november 2009

Openbaarheid Q-koorts voorkomt humane besmetting

Uit voorlopige cijfers van onderzoek op geitenmelk in tanks blijkt dat ongeveer tachtig geitenbedrijven besmet zijn met Q-koorts. Dat komt overeen met ongeveer een kwart van de bedrijven.
De overheid moet openbaar maken op welke veehouderijen Q-koorts heerst en op welke bedrijven sporen van antistoffen in de tanks is gevonden, vindt Harm Evert Waalkens. Het kabinet is niet voor het bekendmaken van de besmette bedrijven omdat dit de privacy van de ondernemers zou schaden en hen in het verdachtenbankje plaatst. Verder zou het niet helpen het aantal humane besmettingen te beperken.
Dat laatste is nog maar de vraag. Iedereen die voorbij een bedrijf fietst of wandelt waar op dat moment mest wordt uitgereden van besmette bedrijven kan alzo worden besmet. Buurtbewoners tot kilometers ver kunnen worden geïnfecteerd. Deze besmettingsbronnen actief mijden beperkt wel degelijk de kans op besmetting en daarmee akelige nasleep van de Q-koorts. Zeker voor deze ziekte geldt "voorkomen is beter dan genezen".

03 november 2009

Overheid moet doorbraak forceren in duurzame voeding

In Trouw van 30 oktober pleit AH voor het volgende.
Supermarktreus Albert Heijn vindt dat de overheid een doorbraak moet forceren in de markt voor biologische en fairtradeproducten. Gebeurt dat niet, dan blijft duurzaamheid in voeding een marginaal verschijnsel.
Pogingen van de grote spelers in de supermarktwereld duurzaamheid op een hoger niveau te brengen zijn tot op heden gestrand. Volgens Albert Heijn kan de markt zelf niet voor een doorbraak zorgen. Zonder aanzienlijke initiatieven van de overheid gekoppeld aan afdwingbare regels zal duurzaamheid in voeding onvoldoende van de grond komen. Een supermarktconcern, hoe groot ook, lukt dat niet, zegt Simone Hertzberger, hoofd kwaliteit van Ahold Nederland. Ook supermarkten samen zullen volgens haar niet slagen om een echt grote stap naar duurzaamheid te zetten.

In de Volkskrant van 3 december 2009 reageert Han Swinkels van de Zuidelijke Land- en Tuinbouworganisatie (ZLTO) vindt het plan van Albert Heijn `een ouderwets idee'. Volgens hem is een wet voor duurzame voedselproductie onmogelijk omdat Nederland deel uitmaakt van de Europese Unie. Tweederde van de landen tuinbouwproducten wordt geëxporteerd, zegt Swinkels. `Als alleen wij duurzaam produceren, dan verliezen we Europese klanten die elders niet-duurzaam voedsel goedkoper kunnen krijgen'.
`Duurzaam' is bovendien moeilijk te definiëren zegt Peter Jens, directeur van de biologische landbouw- en voedingorganisatie Biologica. `Die boontjes uit Kenia zijn misschien sociaal wel duurzaam geteeld, maar ze hier heen krijgen leidt nog altijd tot veel C02-uitstoot'. Volgens Jens is en het daarom nog veel te vroeg voor een algemene wet.
Tot zover een aantal reacties van diverse organisaties.

Zoals gebruikelijk compliceren ze een zaak die in principe heel eenvoudig is: in de Nederlandse veehouderij wordt geproduceerd voor de buitenlandse markt. Om op die markt te kunnen concurreren wordt in eigen land bezuinigd op dierenwelzijn en milieu. Niet iedereen ziet in dat die bezuinigingen onrechtvaardig zijn en voor de langere termijn schadelijk zijn voor onszelf. We vergroten het risico van gevaarlijke opwarming van het klimaat en het uitbreken van gevaarlijke ziekten. We verkleinen de biodiversiteit en de aantrekkelijkheid van het landschap en de natuur.
Daar ligt een taak voor de overheid, zoals AH terecht stelt. Om de overheid zo ver te krijgen is de medewerking van de politiek nodig. En die is nog niet zover om de belangen van een kleine groep ondernemers te beperken ten behoeve van het grotere belang van de samenleving.
Het congres van het CDA, bijvoorbeeld, heeft in weekend van 30 oktober 2009 nog een motie weggestemd om minder vlees te eten door een vleesloze dag te introduceren. Zolang politici en burgers nog niet zelf de verantwoordelijkheid nemen voor het verminderen van de effecten van hun eigen eetgedrag op de opwarming van het klimaat, zullen we blijven modderen en -al wijzend naar elkaar- de eigen verantwoordelijk afschuiven.

02 november 2009

Maakt vee-industrie een einde aan de bio-industrie?

Persbericht Varkens in Nood, Amsterdam, 2 november 2009: bio-industrie bestaat niet meer.

Uit onderzoek blijkt dat de term bio-industrie bij de meeste burgers tot verwarring leidt. Velen denken ten onrechte dat bio-industrie staat voor de biologisch veehouderij. Ook de betekenis van de afkorting bio is vaak onduidelijk. Voor het zonder respect en op grote schaal houden van dieren is de term vee-industrie veel geschikter, zo menen 13 dieren- en natuurbeschermingsorganisaties. Vandaar dat deze organisaties hebben besloten de term bio-industrie niet meer te gebruiken en in de toekomst alleen nog te spreken over vee-industrie.

Vee-industrie wordt dus, als het aan de deelnemende organisaties ligt, de algemene term voor de veehouderijen waar dieren op grote schaal, intensief gehouden worden. Stallen met tienduizenden kippen, talloze varkens, koeien, kalveren of konijnen vallen onder die noemer.

De term biologische veehouderij blijft gewoon bestaan. Biologisch staat voor de extensieve veehouderij met dieren die buiten komen en de ruimte hebben. Biologisch is overigens een binnen Europa beschermde term.

Varkens in Nood heeft in 2007 en 2008 met vier enquêtes onder 750 studenten, scholieren, ouderen en hoger opgeleiden gemeten welke betekenis men geeft aan de termen bio-industrie en biologisch. Bij scholieren en studenten bleek circa 2/3e het verschil tussen beide niet goed te weten. Bij ouderen en hoger opgeleiden wist nog altijd 1/3e van de ondervraagden het verschil niet.

Wakker Dier heeft recent onder meer dan 400 personen een representatief Internetonderzoek laten verrichten. Dat bevestigde het beeld van eerdere onderzoeken. Circa 60% van de geïnterviewden geeft een verkeerde omschrijving van de termen. Zeven van de tien Nederlanders vindt de term vee-industrie overigens een goed alternatief voor bio-industrie.

De introductie van de term vee-industrie gebeurt op initiatief van Varkens in Nood en Wakker Dier.

De volgende organisaties hebben zich hierbij aangesloten:

Biologica
Compassion in World Farming
Dier & Recht
Dierenbescherming
IFAW
Milieudefensie
Natuur en Milieu
Kon. Sophia-Vereeniging tot Bescherming van Dieren
Varkens in Nood
Vegetariërsbond
Vier Voeters
Wakker Dier
WSPA

Ook verschillende politieke partijen hebben laten weten in te stemmen met de term vee-industrie. De deelnemende organisaties hopen dat de media de naam vee-industrie snel zullen overnemen.

27 oktober 2009

Vanwaar die weerzin voor de opmars van de exoten?

Door het opwarmende klimaat is de flora en fauna in beweging. Planten en dieren rukken op naar het noorden en verdrijven ook in ons land inheemse soorten. Nieuwe soorten hebben een neiging tot agressief gedrag. Per definitie. Het zijn de agressiefsten die zich het eerst manifesteren en melden. Wanneer het klimaat stabiliseert, stabiliseert ook de natuur.
Ondertussen maken natuurbeheerders zich druk over de slechte bodemkwaliteit van natuurgebieden. Zij overwegen om kalk uit te strooien over verzuurde gebieden (Bionieuws 16, oktober 2009).
Zouden de natuurbeheerders zich niet meer druk moeten maken over de koppeling van natuurgebieden. Zouden zij zich niet veel meer moeten inspannen om grond te kopen om de Ecologische Hoofdstructuur versneld af te maken? Door de opwarming van het klimaat zijn geïsoleerde biotopen in ons land mogelijk toch aan grote verandering en uitsterven onderhevig. Moet je dan het natuurbeheer niet richten op het aantrekkelijk laten verlopen van de bewegingen in de natuur? Wat is er op tegen dat andere soorten de plaats van de inheemse innemen? Is het niet veel belangrijker dat de opmars ongestoord verloopt en ook de landbouw niet deert?
Zou een natuurbeheerder niet in de eerste plaats gericht moeten zijn op het zoeken naar een natuurlijke balans zonder de ingreep van bejaging en verdelging?

Nu worden bepaalde exoten afgeschoten en bejaagd, zoals muskus- en beverratten, wasberen of gewone zwijnen in gebieden waarin ze niet eerder voorkwamen. Wat is er tegen om deze dieren een biotoop te geven? Wat rechtvaardigt het beschermen van een zeldzaam dier met wrede middelen, terwijl survival of the fittest ook kan betekenen dat de natuur het zelf het beste kan uitzoeken. Het enige wat wij mensen (vooral boeren) moeten doen is op die plaatsen wat stapjes terugdoen, die een vrije doorgang kunnen betekenen voor de exoten (zie video over andere vangmethode muskusrat).

Voor de recreant is een ontmoeting met een exoot zeker een enerverende ervaring. Voor de bioloog die zeldzame inheemse planten kan determineren ook, maar zijn er niet veel mee recreanten dan biologen? De aanslag op de biodiversiteit wordt niet veroorzaakt door te weinig te beschermen, maar door te onverschillig exploiteren van de schaarse ruimte. We zouden grenzen moeten stellen aan de commerciële gebruikers van de grond (waaronder ook de plezierjagers), niet aan de toevallige voorbijgangers in de dierenwereld, die ons vanuit het zuiden bezoeken.

Zo is het mogelijk dat we binnenkort oog in oog staan met de wolf, die oprukt vanuit Duitsland. Niet iedereen zal dit een prettig idee vinden. We zijn het ontwend om om te gaan met grote dieren in onze woonomgeving. Zwijnen, bijvoorbeeld, zouden er geen been inzien om een moestuin of een golfbaan om te ploegen. Het gebruik van wildroosters en schrikdraad is nodig om de dieren niet al te dicht te laten naderen. Maar ook het voeren van dieren moet door de overheid ontmoedigd worden. Als een dier vrij kan migreren naar voedselrijker gebied, is er ook geen zorgplicht. Zo blijft er een gezonde balans in het samenleven van mens en dier in de openbare ruimte.

26 oktober 2009

Landbouwproductiviteit moet omhoog

Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) beveelt in haar rapport “Groei binnen grenzen” aan om de broeikasemissies terug te brengen en om de biodiversiteit te beschermen.
Om het verlies van biodiversiteit te bestrijden moet de landbouwproductiviteit omhoog, zodat er minder landbouwgrond nodig is. Naast een efficiënter grondgebruik betekent dit dat de consumptie van vlees omlaag moet.
Eigenlijk is dat een vreemde aanbeveling. Er is op de aarde meer dan genoeg voedsel, maar dat wordt grotendeels aan het vee gevoerd, waarna de mens het vee en de dierlijke producten consumeert. Wanneer de veeteelt en de consumptie van vlees sterk zou worden ingeperkt, dan hoeft de landbouwproductiviteit zeker niet omhoog, het zou alleen minder intensieve veehouderij moeten inhouden. Wanneer de akkerbouw ook nog eens zou gebeuren op gronden die niet helemaal bebouwd wordt, dan is er ook ruimte voor biodiversiteit, bijvoorbeeld in de vorm van akkerrandenbeheer. Minder koeien in de stal en meer op land, draagt bij aan de biodiversiteit. Grasland bindt CO2, maar wanneer het monotone grasland alleen wordt gebruikt om de koeien op stal mee te voeren, vormt het onderdeel van het broeikas die hardwerkende koeien produceren.
Koeien (en varkens en kippen) in de wei produceren ook nog wel broeikasgas, maar dragen wel bij aan biodiversiteit. Er moet dus zeker in de veehouderij niet efficiënter, maar vooral minder geproduceerd worden. Wanneer dat gekoppeld aan minder vlees eten is dat een logische koppeling. Er kan dus ook een kwalitatieve stap vooruit worden gemaakt naar meer dierenwelzijn en biodiversiteit.

23 oktober 2009

Is een boer een natuurbeheerder?

Volgens minister Verburg zijn agrariërs het stille vermogen van natuur en landschap. Er valt veel te winnen als de boeren naast bestaande natuurorganisaties een grote rol krijgen bij de aanleg en het beheer van natuur, aldus de minister. Er komt sneller natuur bij, wat helpt bij de realisatie van de Ecologische Hoofdstructuur en recreatiegebieden rondom de steden. De overheid hoeft daarnaast minder grond aan te kopen voor de aanleg van nieuwe natuurgebieden en dus ook minder vaak tot onteigening over te gaan. Voor de boeren levert een grotere betrokkenheid ook het nodige op. Ze kunnen er financieel wijzer van worden als ze natuurbeheer integreren in hun bedrijfsvoering. Voor de sociale structuur op het platteland is het ook goed, omdat de boeren op hun grond kunnen blijven.

Tot zover de website van Natuurbeheer.

Op deze goede voornemens valt veel af te dingen. Het percentage landbouwgrond dat boeren in eigendom hebben is de laatste jaren gedaald. In 2007 was 57,6 procent van de landbouwgrond in eigendom van de landbouwers. Eind jaren 1990 was het aandeel grond in eigendom op recordniveau. Toen was 65 procent van de grond in handen van boeren. In 1970 was dat nog 52 procent. 8% van ons land is bebost.
Het voornemen van minister Verburg heeft vooral te maken met de economische crisis, maar er is tegenwoordig ook voor boeren meer te verdienen aan landbouwgrond. Moest vroeger grond braak liggen vanwege de overproductie, tegenwoordig is er tekort aan grond om mest op uit te rijden en voor biomassa. Overigens wordt er nog steeds te veel geproduceerd, alle berichten over de voedselbehoefte van de groeiende wereldbevolking ten spijt.
Wanneer de boeren meer kunnen verdienen aan de combinatie van beide (grond voor biomassa kun je maximaal bemesten en boeren krijgen geld toe als zij mest uitrijden), dan switcht een deel zonder scrupules van natuur naar biomassa en bemesting.
Het draait zowel bij Verburg als bij agrarische ondernemers in de eerste plaats om geld verdienen. Voor een democratische balans is het gegeven dat de agrosector kan bepalen hoe meer dan de helft van het land wordt ingericht en gebruikt zwaar doorgeslagen. Er komen steeds minder boeren en het aandeel van de agrosector is zeer klein. Afhankelijk van hoeveel indirecte handel en werkgelegenheid je meerekent, schommelt het aandeel rond de 5%.
Wanneer we met zijn allen zouden besluiten dat ons land anders moet worden ingericht, hebben we er dus belang bij dat de overheid een groter deel van ons land in eigendom heeft. Dat scheelt in het uitkopen. Bovendien kan een overheid als eigenaar veel beter invloed uitoefenen in de manier waarop de grond wordt gebruikt.
Door de grootschalige bedrijfsvoering in de melkveehouderij is de biodiversiteit van en in de weides achteruitgegaan. Ons land wordt daarmee steeds onaantrekkelijker en het natuurlijke evenwicht is soms ver te zoeken met alle gevaarlijke gevolgen van dien.

Laat vossen de ganzenpopulatie beheren

In het oktober 2009 nummer van het blad Dier van de Landelijke Dierenbescherming een artikel over de jacht op ganzen.

Het doden van ganzen is geen structurele oplossing. Van oktober tot april mogen ganzen overwinteren in speciaal aangewezen gebieden, daarbuiten mogen ze geschoten worden. Maar na 1 april zijn ganzen in die opvanggebieden plotseling niet meer gewenst - alsof ze een kalender kunnen lezen... Het lijkt ons logischer om ook in de zomermaanden gebieden aan te houden voor ganzen, terwijl de dieren in andere gebieden op een diervriendelijke manier geweerd worden (denk aan geluidseffecten, visuele afschrikmiddelen etc.). Boeren en jagers vinden doden gerechtvaardigd `omdat er anders "te veel" ganzen komen'. Er zijn echter voldoende aanwijzingen dat ook ganzenpopulaties niet tot in het oneindige door blijven groeien. In de Oostvaardersplassen, waar niet gejaagd wordt op ganzen noch op hun natuurlijke vijand de vos, is de populatie al jarenlang stabiel. De vos als natuurlijke populatiebeheerder en dus juist niet zelf als `landelijke schadesoort'!
Wetenschappelijk onderzoek heeft aangetoond dat het aantal broedparen zonder vossen in 2040 op 90.000 kan liggen, terwijl dit mét vossen in 2030 stabiliseert rond de 60.000.

21 oktober 2009

B&W Groningen maken einde aan plezierjacht in stedelijk recreatiegebied

Er mag niet meer gejaagd worden in het recreatiegebied Kardinge in het noorden van de stad Groningen. Het Bouwfonds, de eigenaar van de grond, heeft het jachtrecht dat op het gebied rust ingetrokken. Dit is gebeurd op verzoek van burgemeester en wethouders. Zij vonden plezierjacht niet passen in een stedelijke woonomgeving.
Omwonenden hadden angst voor het geschiet en wilden niet dat hun kinderen met dode dieren werden geconfronteerd.



Op zich is dit een goed bericht. Minder sterk is de motivatie van de ouders. Het zou juist een goede zaak zijn wanneer kinderen wat vaker geconfronteerd zouden worden met dode dieren. Met name wanneer er een natuurlijk evenwicht is in een recreatiegebied dan zullen de vossen een ganzenpopulatie in bedwang houden en zijn er af en toe bloederige veren te zien.
De dood hoort bij het leven, zo teer is de kinderziel niet.

Leeswijzer


Kijk op Facebook voor onze reactie op de actualiteit.
Aanbeveling: Thema's of steekwoorden vindt u via de labels onderaan de pagina of op Animal Freedom. Klik hier voor de laatste bijdragen.
Klik hier voor het beleid om uw privacy te beschermen.

Waarom dit blog?

De Nederlandse veehouderij is vooral gericht op zoveel mogelijk voor de export te produceren onder het motto “meer, meer, meer en groot, groter, grootst”. Dit heeft negatieve gevolgen voor zowel de dierenwelzijn, biodiversiteit, het milieu, het klimaat, de portemonnee en de gezondheid van burgers en ook voor welwillende boeren.
Dit blog verzamelt kritische artikelen die de wurggreep beschrijven waarin de veehouderij zichzelf heeft vastgezet. Zo willen we niet alleen een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de kwaliteit van het leven voor alle belanghebbenden, maar ook aan een schone, gezonde omgeving en een beter dierenwelzijn.

Ook de argumentatie dat dieren grondrechten hebben kan beter en meer aansluiten op hoe mensen voor zichzelf vinden dat recht moet gelden. Alle dier(soort)en kunnen in hun recht op vrijheid als (intrinsiek) evenwaardig aan mensen beschouwd worden. Dierenrechten zijn mensenrechten, die mensen de kans geeft om voor dieren op te komen.
Dieren, bijv. in de intensieve veehouderij, worden behandeld als een object in plaats van een subject met gevoelens en rechten.

De snelheid en het aantal dier(soort)en dat we voortdurend gebruiken is immens. De bijdrage aan onze welvaart en economie van de agrosector is gering. De oplossing is simpel en van niemand anders dan van ons zelf afhankelijk.

Dierenrechten in woord en beeld

Vrijheid is ook een intrinsiek grondrecht voor dieren. Dieren zijn geen dingen Dierenrechten zijn mensenrechten. Mensen moeten voor dieren kunnen opkomen wanneer hun grondrecht wordt geschonden.
logo van Animal Freedom yin en yang
Lees hier over de redenen waarom dieren recht op vrijheid hebben. Lees hier waarin mens en dier evenwaardig zijn.