Mens en dier zijn (intrinsiek) evenwaardig in hun recht op vrijheid

Bij de Stichting Animal Freedom leest u over de gedachte achter dierenrechten.
Hier leest u over ontwikkelingen in de agrosector en de gevolgen voor dieren(rechten).
Alle levende wezens zijn verschillend maar evenwaardig in het recht op vrijheid op een natuurlijk leven.
Een dier is (net als een mens) geen ding of een object.
Dierenrechten zijn mensenrechten. Mensen moeten kunnen ingrijpen wanneer mensen dieren misbruiken of onrecht aandoen.

24 december 2007

Het trieste lot van de sledehonden in Groenland

Noorwegen is een land dat tot veel mensen hun verbeelding spreekt,zeker in het winterseizoen. Besneeuwde landschappen, Noorse fjorden, kristalhelder water enz.. Spijtig genoeg traden de Noren zelf reeds een aantal regels met de voeten, wat dierenwelzijn betreft. Denken we hierbij maar aan de walvisjacht, die bij duizenden mensen zeer negatieve reacties ontlokte richting Noorwegen en waar de verantwoordelijken zwaar op de korrel werden en nog steeds worden genomen.
Na de walvisafslachting in eigen land, heeft het een ander schandelijk drama aan het licht gebracht met name het tragische lot van de Groenland sledehonden, dat uitgezonden werd op een Noorse tv zender. Door deze uitzending komt het lot van deze mooie en beminnelijke honden, meer en meer in een negatief daglicht te staan en ontlokt duidelijk reacties van walging en afkeer op bij duizenden mensen die begaan zijn met het lot van dieren.

De beelden die getoond werden op de Noorse zender liegen er niet om:
een dode bevroren hond, finaal losgemaakt van de ketting waaraan hij zijn meelijwekkende bestaan had doorgebracht, weggeworpen in een gracht. Andere sledehonden werden geregeld geslagen en gestampt. Een zwaar aan de achterpoot gewond dier, draaide zijn hoofd weg van de cameraploeg die beelden maakten van hem. Je zag duidelijk in zijn blik dat hij niet veel goeds verwachtte van diegenen die hem benaderden. Toen er gevraagd werd wat er met de hond zou gebeuren, werd er ijskoud verteld dat hij de nacht zou sterven van de koude en opgevreten door de wolven. En zo zijn er zijn tal van voorbeelden legio…

Deze verhalen zijn echter dagelijkse kost in Groenland en het wordt hoog tijd dat er verandering in deze situatie komt.

De honden die in extreem koude temperaturen, sleden trekken en zonder enige vorm van bescherming tegen die koude, moeten leven, worden alleen van de ketting afgehaald als ze sleden moeten trekken, waarbij ze dan nog constant geslagen en getrapt worden.

Groenland is op dat vlak het meest helse land van deze planeet voor sledehonden.

Het wordt dan ook hoogdringend dat het niet alleen bij afkeurende woorden blijft wat het lot van de sledehonden betreft, maar dat er ook effectief daden worden gesteld tegenover deze walgelijke behandeling en toestanden in de eerste plaats door de Groenlandse overheid zelf. Decennia lang hebben Groenland sledehonden geleden en de tijd is aangebroken dat er een einde komt aan deze tragedie!

De honden wachten het moment af dat er iemand de lans breekt voor hen, paal en perk stelt aan hun mishandelingen en de ganse situatie in een duidelijk daglicht stelt voor de ganse wereld. Velen onder hen zijn zelfs al gestorven sinds de uitzending op de Noorse zender!

De internationale gemeenschap houdt de situatie dan ook zeer scherp in het oog en eist duidelijke verbetering en veranderingen.

Groenland moet eindelijk gaan beseffen dat hun eer als land op het spel staat en dat deze wanpraktijken een negatieve impact hebben op hun toerisme, met een economische bittere bijklank. Nieuws gaat zeer snel rond deze dagen in een wereld van internet en TV zodat duizenden weet krijgen van deze zaken en niet langer zullen wachten om te reageren, en dat dit zeker ten koste van de goede naam van Groenland zal gaan!

Reageer en schrijf!!!! Geschokt zijn alleen helpt hen niet: er moet actie ondernomen worden, zware actie en liefst zo snel mogelijk….

Deze video toont het harde leven van de honden. Niet voor gevoelige kijkers: https://www.youtube.com/watch?v=jKOn1sP9UR8

Goede voornemens en het rijke roomse leven

Na een rijk Rooms leven, treedt de wijze bisschop Muskens in in een klooster.

In een interview met Milieu Magazine (december 2007) wordt hem gevraag of hij ook biologische producten koopt.
Voor kopen van biologische groenten hoeft u maar dinsdag's de voordeur uit te gaan.
"Ik heb die markt destijds nog geopend: ze hadden me gevraagd omdat ik van de boerderij kom. Maar mijn huishoudsters gaan over de boodschappen. En die vinden de producten op de markt te duur, ze hebben maar een beperkt budget".

Is dat ook niet eigenlijk een kwestie van prioriteiten stellen? Waar geef je je geld aan uit?
"Dat klopt: je moet je er toe zetten".

Tot zover. Het is goed dat de bisschop zijn huishoudsters niet aanzet tot het stelen van biologische groente, maar erg sterk is zijn verhaal niet.

Zijn laatste woorden in een interview met de Volkskrant waren de volgende.

'Ik treed in met een gerust geweten. Ik ben klaar met het leven en ga mij voorbereiden op de dood. Het is een stadium van Godsaanraking. Van vrij worden van deze wereld. Vrij van bezit. Vrij van de sigaren. Vrij van doen, doen, doen. Om uiteindelijk helemaal vrij te worden en dood te gaan. Ik verlang naar de eeuwigheid'.
'Dood is een bevrijding, hè. Niet alleen van de aardse ellende, het is de ultieme bevrijding. Bij God hoop ik zo vrij te zijn dat ik nooit meer iets over het broodje hoef te zeggen'.
Muskens lacht en besluit in onvervalst Brabants. 'Kunde hier iets mee'?

Tot zover het interview.

Voor de jonge dieren in de bio-industrie in zijn bisdom is het leven minder rijk. Ook voor hun is de slacht een bevrijding. Een bevrijding van de ellende van een prikkelarm leven om op uw brood te eindigen.

Mensen die bij het nieuwe jaar een goed voornemen zoeken, kiezen daarvoor vaak het stoppen met een verslaving. Het stoppen van het kopen van bio-industrievlees is een goed voorbeeld van een voornemen dat vrij maakt: mens en dier.

De redactie van dit weblog wenst u fijne feestdagen en een gewetensvol nieuw jaar. 'Kunde hier iets mee'?

21 december 2007

Verbod op couperen schapenstaarten, maar niet alle

Met ingang van 1 januari 2008 wordt het couperen van schapenstaarten een verboden
ingreep. Hiertoe wordt het ingrepenbesluit aangepast. Een tijdelijk vrijstelling van het coupeerverbod wordt gegeven voor drie langstaartige Engelse schapenrassen; Suffolk,
Hampshire Down en Clun Forest. Deze vrijstelling wordt verleend voor de periode van vier jaar, en heeft als doel de betrokken organisaties in de gelegenheid te stellen met een fokprogramma te komen tot kortere staarten.

Tot zover het ministerie van LNV (kenmerk DL. 2007/3487.

Kun je een dier door fokprogramma's aanpassen aan de bio-industrie? en: Wat is het belang van biodiversiteit? Francien de Jong behandelt deze vragen in haar boek "In het belang van het dier".

14 december 2007

Biologisch vlees niet gezonder dan gangbaar

De meeste gezondheidswinst is te halen uit minder vlees eten en meer gevarieerd plantaardig. Maar veel mensen vinden deze simpele boodschap niet aantrekkelijk. Veel mensen willen graag elke dag vlees eten. Dat daar dan iets meer voor betaald moet worden omdat het dier hopelijk een beter leven heeft gehad, daar zijn mensen best wel toe bereid, vooropgesteld dat de meerprijs niet te hoog ligt.
Ook de sector werkt daar graag aan mee, want de marges zijn bij biologisch vlees veel ruimer.
Ook de dierenbeschermers willen graag de illusie meegeven dat biologisch vlees verantwoord is. De stap naar gewoon vegetariër worden lijkt hun wat te groot voor een vleeseter om te overbruggen. Zou het niet gewoon zo kunnen zijn dat gewoon de waarheid vertellen uiteindelijk de meest effectieve manier is om het publiek te dienen?

Uiteraard is de promotie van (vaderlandse) biologische akkerbouw wel een goede zaak omdat een groente of fruit geteeld zonder kunstmest en bestrijdingsmiddel beter is voor de energiehuishouding en gezondheid van het milieu. Dat onderscheid zou de overheid veel beter kunnen en moeten maken als zij de pretentie heeft de consument van zinvolle en smaakvolle informatie te voorzien.

13 december 2007

Politici willen vlees goedkoop houden

Voor het eerst in de geschiedenis heeft de Kamer gepraat over een kwestie die door 100.000 burgers via Milieudefensie op de agenda is gezet. Het ging over een diervriendelijker veehouderij en de afschaffing van de bio-industrie.
Milieudefensie vindt dat dieren nu te veel op elkaar gepropt zitten en dat de bodem, de lucht en het water worden vervuild. Ook wil de organisatie dat de aanvoer van niet-duurzame soja voor veevoer wordt beperkt. De teelt daarvan gaat ten koste van tropisch regenwoud.

In de Kamer was sympathie voor delen van het plan, maar een grote meerderheid wilde het niet als geheel overnemen.

En daarmee is de apathie en onverschilligheid van het Nederlandse politieke bedrijf precies geschetst: “je bent het er met elkaar erover eens dat een en ander niet deugt en je zegt van het voorstel dat je het geheel niet steunt”. Je hebt met gespleten, maar goedkope tong gesproken: je bent het eens, maar je doet niets. Daarnaast zijn vele kamerleden van bijna alle politieke partijen geworteld in de gevestigde economische belangen van de bio-industrie.
Geen wonder dat de politicus een slechte naam heeft bij de burger. De kamer maakt daarmee de weg vrij voor populistische politici als Wilders en Verdonk die zich nog minder laten leiden door democratische principes. Een grote mond en schaamteloos het eigen belang laten prevaleren zetten de toon, waardoor de nuance en alle redelijkheid uit het oog verloren raken. Alles van waarde is weerloos (Lucebert).

Aan de andere kant heeft Milieudefensie het politieke spel niet slim gespeeld door het voorstel te doen om het vlees duurder te maken. De burger betaalt al via de belasting mee aan de productie van vlees. Het was veel slimmer geweest om in het voorstel te pleiten voor het afschaffen van de (verborgen) financiële steun aan de veehouderij en voor minder consumptie van dierlijke eiwitten. Daarmee zou het vlees weliswaar duurder worden, maar de belasting lager. Het zou een meer rechtvaardiger verdeling opleveren van de lasten: de vervuiler betaalt en alleen degene die persistent verkiest bio-industrievlees te kopen, is duurder uit en degenen die meer verantwoord inkopen goedkoper.

Recalcitrante vleeseters zetten hun hakken in het zand

Terwijl in de media steeds vaker wordt aangetoond dat vlees eten meer nadelen oplevert dan voordelen, is het aantal vegetariërs nauwelijks gegroeid. Vleesverlaters daarentegen zien we steeds vaker, maar dat zijn mensen die om allerlei valide redenen besluiten om af en toe hun vlees te laten staan. Sommigen gaan over tot wat vaker vis te eten en sommigen zou je daadwerkelijk parttime vegetariër kunnen noemen.
Er is geen enkele doorslaggevende (rationele of emotionele) reden te geven om vegetariër te worden, toch zal in een debat een vegetariër die goed beslagen ten ijs komt het op alle punten winnen van een vleeseter.
En daar zit ‘m nog net de crux: de vleeseter gaat niet in debat. Hij houdt zich van de domme en verdomd het om te reageren. Hij zet zijn hakken in het zand onder het uitspreken van “vlees is lekker” en wacht vervolgens zelfvergenoegd met zijn armen over elkaar hoe de vegetariër probeert het ene na het andere overtuigende argument af te vuren. De vleeseter glimlacht minzaam en verroert geen millimeter van zijn standpunt. Waar geen wil is, is geen weg en zo is het maar net.
Aan deze toestand zal weinig veranderen tot de vleeseter zover in het zelfgecreëerde drijfzand is weggezakt dat zelfs de geringste hoeveelheid smeltwater zijn lippen bereikt en we slechts gegorgel horen. Want vlees opgeven: nooit! Vlees is een voorrecht en staat voor “noodzakelijke luxe”.
Laat de welwillende vegetariër stoppen met het proberen te overtuigen van Oost-Indisch dove medeburgers. Hij kan zijn energie beter gebruiken om zijn vastgelopen tegenstrever te verleiden met lekker eten.

Boeren kwaad op PvdD

Melkveehouderij verbolgen over klimaatfilm Partij voor de Dieren

Esther Ouwehand (PvdD) op werkbezoek melkveehouderij

Den Haag, 13 december 2007 – De Partij voor de Dieren zal op vrijdag 14 december a.s. deelnemen aan een werkbezoek van de vaste Kamercommissie voor LNV aan de zuivelsector in Friesland. De eerder deze week uitgebrachte klimaatfilm ‘Meat the truth’ heeft veel stof doen opwaaien over de klimaateffecten van de melkveehouderij. Esther Ouwehand, Tweede Kamerlid voor de Partij voor de Dieren: “de melkveehouderij staat voor grote uitdagingen op het gebied van milieu en dierenwelzijn. Ik zie dat er steeds meer koeien op stal staan en dat ook in de melkveehouderij de tendens naar grootschalige en intensieve bedrijfsvoering zich doorzet. Als we niet uitkijken staan er straks koeienflats naast de varkensflats. En de koe is daar zeker niet bij gebaat. Die hoort gewoon lekker te grazen in de wei”.

Ouwehand wil zich bij het bezoek aan een melkveebedrijf, een zuivelfabriek en een praktijkschool laten informeren over de vele ontwikkelingen in de melkveehouderij die het welzijn van koeien en de duurzaamheid van de sector sterk onder druk dreigen te zetten. 70% van de Nederlandse melkproductie wordt geëxporteerd en de prijzen staan voortdurend onder druk. Nu de melkprijzen na decennialange dalingen weer op peil zijn, is besloten de productiebeperking via het melkquotum langzaam los te laten. Verwacht wordt dat hierdoor bedrijven veel meer melk zullen gaan produceren. De koeien krijgen hiervan de rekening gepresenteerd.

Inmiddels wordt al 17% van de koeien permanent op stal gehouden en dat percentage is snel stijgende. Zelfs binnen het project Weidegang bestaan nauwelijks echte garanties voor het daadwerkelijk laten grazen van koeien in de wei. Melk mag al het etiket ‘Weidemelk’ krijgen als een koe 120 dagen per jaar zes uur per dag een frisse neus mag halen. De overige uren staan de koeien dus gewoon op stal.

Vorig jaar maakte de Wereldvoedselorganisatie bekend dat de veehouderij een van de grootste veroorzakers is van broeikasgassen. In Nederland gaat het om circa 8 megaton methaan en 8 megaton lachgas vanuit de veehouderij. De regering wil deze uitstoot de komende jaren halveren. Er zijn plannen om hiervoor speciale stallen te bouwen om de gassen af te kunnen vangen. De Partij voor de Dieren vreest dat dit zal leiden tot het opstallen van nog meer melkkoeien.

Onthoornen
Ook zal tijdens het werkbezoek het dierenwelzijn in de zuivelsector aan de orde komen, zoals het pijnlijke onthoornen van koeien, de problematiek rondom de stierkalveren en het koudmerken. Esther Ouwehand: “Ik ben benieuwd of het welzijn van dieren als een integraal onderdeel is opgenomen in het curriculum van de Agrarische Praktijkschool in Oenkerk. Juist bij scholing kan de basis worden gelegd voor de manier waarop in de toekomst met dieren wordt omgegaan”.

Het uitmelken van koeien levert een verhit debat op

De film Meat the Truth is hard aangekomen bij de Nederlandse Melkveehouders
Vakbond (NMV) en zij probeert een tegenberekening te maken die de conclusie, dat de melkveehouderij een van de voornaamste veroorzakers is van het broeikaseffect, verzacht. De redenatie komt er op neer dat het gras en de koeien CO2 opnemen en dat een eventuele uitscheiding (maar niet de methaan en het lachgas) toch weer in het gras of andere gewassen komt, dat de koeien eten. Hoewel een beetje waar wordt deze korte cyclus ("eloquent" verwoord door Annie Schreijer-Pierik bij Pauw en Witteman) door wetenschappers als weinig relevant beschouwd. Daar komt bij dat de veehouderij zelf ook voor veel transportbeweging zorgt die weer niet zijn opgeteld bij haar bijdrage.
De NMV neemt in haar berekeningen de complexe en meerjarige stoffencyclus bij de productie en afbraak van methaan en lachgas niet mee, net zo min als de uitstoot van broeikasgassen door het gebruik van krachtvoer, kunstmest, machines en koeling, laat staan het vervoer van veevoer uit buitenland en van dierlijke producten naar het buitenland. Bovendien rekent de NMV de vastlegging van CO2 op gras- en maïsland mee.
Wanneer de CO2 binding door het gras wordt afgetrokken van de CO2 uitstoot in de melkveehouderij, resteert de veehouderij nog altijd een aandeel van 54% van alle broeikasgasemissies in de agrarische sector.
Door de bouw van mestvergisters meent de sector dat juist mest de basis kan zijn van energieopwekking, waarbij het broeikaseffect teniet kan worden gedaan en het mestoverschot verdwijnt. Echter, om het proces van vergisting op gang te brengen, moet energie in de vorm van graan of maïs worden toegevoegd. Dat is opwekken wat eerst via een omweg verspild is.
Je kunt wel proberen om zoveel mogelijk van de uitstoot van het vee op te vangen door luchtdichte stallen te bouwen en alle koeien het hele jaar door binnen te houden, maar daarmee heb je nog geen duurzame en diervriendelijke sector gecreëerd.
Een verkleining van de Nederlandse veestapel gecombineerd met een matiging van de vleesconsumptie zet veel meer zoden aan de dijk in de reeks van maatregelen die we kunnen nemen om de opwarming van de aarde tegen te gaan. Dit herstellen van de balans in de economie en ecologie levert een veel mooiere aarde op dan één waar achter gesloten staldeuren en met eindeloze en eenvormige groene vlaktes geld wordt gemaakt.

11 december 2007

Debat: winst maken met dieren: hoe ver mogen we gaan?

Griph colloquium, Groningen Institute of Philosophical Research

Een debat tussen Bert Stoop (Fractievolger Partij van de Dieren en webmaster Animal Freedom), Dirk Strijker (hoogleraar Plattelandsontwikkeling), en Frans Brom (hoogleraar Ethiek).

woensdag 19 december 2007, 15:15 – 17 uur, zaal Omega, Faculteit der Wijsbegeerte, Oude Boteringestraat 52, Groningen.

Veel mensen eten dieren en bijna iedereen gebruikt dierlijke producten. Dit betekent dat de professionele dierhouderij een lucratieve onderneming kan zijn, maar ook dat het dierenwelzijn in het gedrang kan komen. Hoe ver mogen we gaan in het gebruik van dieren? Is het wenselijk om, naar analogie van mensenrechten, te komen tot een formulering van dierenrechten? Over deze en andere vragen discussiëren Bert Stoop, Dirk Strijker en Frans Brom.

Klik hier voor de bijdrage van Bert Stoop: "Waar gaat het winst maken bij het houden van dieren over een ethische grens"?

Biefstuk of auto laten staan?

CO2 is het belangrijkste broeikasgassen dat wereldwijd wordt uitgestoten en bijdraagt aan de opwarming van de aarde. Wat minder bekende broeikasgassen zijn methaan (CH4) en lachgas (N2O). Hoewel er wereldwijd minder van deze gassen worden uitgestoten dan CO2 blijken ze wel degelijk van grote invloed op de opwarming van de aarde. Methaan en lachgas hebben per gram een veel groter klimaateffect dan CO2. Methaan is 21 keer sterker dan CO2 en lachgas maar liefst 310 maal.
In Nederland wordt ongeveer de helft van de uitstoot van methaan en lachgas door de landbouw (9 megaton methaan en 9 megaton lachgas). Methaanuitstoot komt vooral door spijsvertering van koeien en andere herkauwers en door mestopslag. Lachgas wordt veroorzaakt door het gebruik van mest op het land, het in de wei lopen van koeien en door het vrijkomen van stikstof uit mest.
De regering heeft in het klimaatprogramma Schoon en Zuinig voor de komende kabinetsperiode als doel gesteld dat de helft van deze emissie uit de veehouderij gereduceerd dient te worden. Hiervoor wordt vooral geïnvesteerd in technologische oplossingen zoals emissie-arme huisvesting voor koeien en andere voersamenstelling. Gevolg: nog meer koeien op stal en nog minder koeien in de wei. Ook wordt gewerkt aan technologische oplossingen zoals vuistgrote pillen voor de koeien die de boeren en scheten minder schadelijk zouden moeten maken.

Laten we daarom de biefstuk en/of de auto staan?

10 december 2007

Creatief boekhouden met mestvergisters

Op het forum van het Agrarisch Dagblad valt de volgende suggestie te lezen.

Een belangrijke stimulans is het mogelijk maken om zonder dierrechten varkens te houden als de mest wordt verwerkt en de producten buiten de bestaande agrarische markt voor dierlijke mest worden afgezet. Stimulans is ook het aanduiden van bepaalde dunne fracties van verwerkte mest als kunstmestvervanger.

Tot zover deze poging van creatief boekhouden.

Het maakt natuurlijk voor de belasting van het milieu weinig uit onder welke noemer de mest wordt uitgestrooid.
De varkenssector kijkt met argusogen naar de intensieve melkveehouderij die onder de noemer "grootschalige melkveehouderij" gaat werken aan de vergroting van de melkproductie met als gevolg nog meer mest.
De bestaande mestruimte is in ons land al jaren meer dan in- en opgevuld. Mestvergisters die energie zouden leveren, maar met energie (voedsel) op gang moeten worden gebracht, moeten de stinkende werkelijkheid verhullen: er wordt in ons land veel te veel vee onder erbarmelijke omstandigheden gehouden.

Klik hier om meer te lezen over mestvergisting.

Melkveestapel gaat groeien

Het kabinet vindt dat de in 1984 ingevoerde melkquotering na 2015 niet verlengd hoeft te worden. Om ervoor te zorgen dat de sector zich goed kan voorbereiden op het quotumloze tijdperk na 2015, is het kabinet voorstander van een jaarlijkse verruiming van de melkquota, te beginnen met 2 à 3 procent in 2008.

Bij het produceren van 1 liter melk komt ook minstens 3-4,5 kilo mest vrij. Het gevolg is dat Nederland nog meer bijdraagt aan de opwarming van het klimaat (zie volgende bericht).

De Nederlandse rundveestapel bestaat uit 3,7 miljoen dieren. Voor de melkveehouderij gaat het om 2,5 miljoen dieren (1,1 miljoen jongvee, 1,2 miljoen melkvee). Daarnaast zijn er 1,2 miljoen stuks vleesvee (kalveren etc.).

De mestproductie in Nederland is als volgt:
Melkvee (dunne mest) 48.662 miljoen kilo
Melkvee (vaste mest) 1.007 miljoen kilo
Vleesvee 3.859 miljoen kilo
Varkens (vast en dun) 11.724 miljoen kilo

De melkveehouderij levert met een bijdrage van 75% aan de mestproductie, ook de grootste bijdrage aan het broeikaseffect vanuit de veehouderij. Op haar beurt levert de veehouderij met 18% de grootste bijdrage aan het broeikaseffect, tegen 13% door het verkeer.

02 december 2007

Mensen die voor dieren opkomen zijn geen terroristen

Dierenactivisme ten onrechte bestempeld als terrorisme
De Partij voor de Dieren heeft grote bezwaren tegen de nieuwe mediaspotjes die het kabinet heeft ontwikkeld in het kader van de campagne 'Nederland tegen terrorisme'. Op radio, televisie en internet worden mensen die op willen komen voor dieren onterecht afgeschilderd als potentiële terroristen. Formeel geeft het kabinet bij herhaling toe dat dierenrechtenactivisme niet onder de noemer terrorisme geschaard kan worden. Ook op de Europese en VN-lijsten van terroristische organisaties, waar Nederland haar beleid mede op baseert, komen dierenrechtenorganisaties niet voor. En de AIVD concludeerde onlangs nog dat van een terroristische dreiging vanuit het dierenrechtenactivisme geen sprake is. Een overheidscampagne waarin het tegendeel wordt gesuggereerd kan dan ook op geen enkele manier worden verdedigd.

De invloed van de Agrobusiness gaat (te) ver wanneer mensen die lijken te komen aan de financiële belangen, maar op te komen voor dieren, voor terroristen worden uitgemaakt. Dat is de omgekeerde wereld: daders gedragen zich als slachtoffers.

26 november 2007

Virtuele kip bij strijd voor meer dierenwelzijn

Het dierenwelzijn verbeteren door de introductie van virtueel vee. Dat stelt schapenhouder en oud-NAJK-voorzitter Jehan Bouma voor tijdens een symposium van de Partij voor de Dieren (PvdD) op het Van Hall instituut in Leeuwarden.
”Met een heffing op vlees kan het dierenwelzijn verbeteren, maar dan moet dat geld wel goed besteed worden”, aldus Bouma. Hij stelt voor om virtuele kippen in te voeren. ”Hiermee heeft een pluimveehouder geen nadelig effect op zijn inkomen wanneer hij bijvoorbeeld zestien kippen gaat houden per vierkante meter in plaats van twintig. Hij krijgt er dan vier virtuele kippen bij waar hij wel inkomen voor krijgt, maar die geen plaats innemen in de stal”. De PvdD doet het plan af als ’een doekje voor het bloeden’.

Misschien is het een idee voor een actiegroep voor dierenwelzijn: richt een boerderij met louter virtuele dieren, vraag bij het LNV subsidie en gebruik het geld om dierenwelzijn in de intensieve veehouderij te verbeteren.
Het moet gek gaan als dit budget het normale budget niet vele malen zal overtreffen….

18 november 2007

Alternatief voor dierproef: DNA-chip

Van de "Wat is genomics" site:

Een microarray is een klein (micro) rechthoeking plaatje met daarop kleine druppeltjes / stipjes met DNA in een matrixpatroon (array).

Ieder stipje op de microarray bevat een stukje van het DNA van één specifiek gen van bijvoorbeeld de mens.
Alle stipjes samen representeren het complete genoom van de mens of een deel ervan.
Een microarray wordt ook wel eens 'DNA-chip' genoemd.

Voorbeeld: kankergenen

Met een microarray kun je meten welke genen in een bepaald weefsel actief zijn en welke niet. Omdat alle genen uit een genoom op een microarray staan, kun je met één experiment alle genen tegelijkertijd testen.
Dit wordt bijvoorbeeld gebruikt in het onderzoek naar kanker. Kanker wordt vaak veroorzaakt door overactieve genen. Als onderzoeker wil je graag weten welke specifieke genen de kanker veroorzaken. Dit kun je bepalen door de activiteit van de genen in gezonde cellen met een microarray te vergelijken met de activiteit van genen in tumorcellen.

Messengers

Genen die actief zijn, produceren boodschapper-RNA's (mRNA's), die een kopie van de gen-informatie bevatten. Actieve gene produceren veel mRNA, inactieve genen produceren geen mRNA.
Voor een microarray experiment isoleer je het mRNA uit de cellen, zowel uit het gezonde weefsel als uit het tumor weefsel. Vervolgens maak je in een reageerbuis weer DNA kopieën (cDNA) van het mRNA.
Het cDNAs bevat dus dezelfde volgorde als het oorspronkelijke gen dat het mRNA heeft geproduceerd.

Kleuren

De cDNAs worden voorzien van een gekleurd fluorescerend label om ze straks te kunnen herkennen.
De cDNA's uit de tumorcellen worden voorzien van een rood label, die uit gewone cellen van een groen label.
Vervolgens worden alle gelabelde cDNA's in een oplossing in contact gebracht met één microarray waarop de DNA-volgorden van alle genen uit de mens zijn gehecht.
De gelabelde cDNA's zullen binden aan de stipjes op de microarray die DNA bevatten, waarvan de code (volgorde) overeenkomt met de code van het cDNA. Hoe meer mRNA-moleculen van een bepaald gen aanwezig waren in de cel, hoe feller het stipje zal oplichten. Stipjes met genen die alleen in normale cellen actief zijn, kleuren groen.

Stipjes met genen die alleen actief zijn in tumorcellen kleuren rood.
Stipjes met genen die door beide cellen tot expressie worden gebracht kleuren geel.
De resterende Stipjesblijven donker.
Een microarray kan ook worden gebruikt om te onderzoeken welke (varianten van) genen een mens of ander organisme heeft. In het kankeronderzoek kan men met de microarray de gaten in het genoom van tumorcellen opsporen.

17 november 2007

Nederlanders willen dat overheid milieumaatregelen neemt

70 procent van de Nederlanders wil dat de overheid de milieuproblemen oplost. Daarom werkt vrijwillige gedragsverandering niet, volgens het Milieu- en Natuurplanbureau (MNP).

Nederlandse burgers hebben gelijk als zij vinden dat de overheid vrij simpel milieuproblemen kan oplossen. De conclusie zou beter kunnen luiden: “alleen vrijwillige gedragsverandering zal milieuproblemen niet oplossen”.

Het instituut, dat zijn tweede Duurzaamheidsverkenning presenteerde, bepleit bijvoorbeeld meer heffingen op vlees en milieunormen voor auto's.
Volgens de verkenning is de aarde overbelast, de consumptie (in het Westen met name de aanschaf van luxe) zal wereldwijd toenemen. Ook in Nederland. De onderzoekers stellen dat de vervuiling vooral te maken heeft met inkomensgroei, dus niet met bijvoorbeeld het ontbreken van 'milieubesef’.

Deze nadere toelichting maakt duidelijk dat wanneer de overheid de consumptie van vlees duurder maakt en eisen stelt aan auto’s dat onze samenleving vrij simpel duurzamer is te maken. Dat moet je natuurlijk niet overlaten aan individuele burgers.

Zie ook: 100% biologische landbouw is mogelijk in Nederland

Wie wil die man zijn?

Nederlandse Vakbond Varkenshouders: 'alleen echte man eet vlees'

16-11-2007 ‘Een dag geen vlees, is een dag niet geleefd’. Dat is het motto van de Nederlandse man, stelt bakboterproducent Croma na onderzoek. ‘Mannen vinden een man die geen vlees eet, geen echte man’.

Traditiegetrouw vinden meer mannen (68 procent) dan vrouwen (43 procent) vlees het lekkerste onderdeel van de maaltijd, aldus het onderzoek dat door Blauw werd gehouden onder vijfhonderd Nederlanders.

Tot zover het NVV.

Onderzoeksbureau Blauw meldt ook:

Vlees mag dan het lekkerste onderdeel van de maaltijd zijn, groenten zijn volgens mannen en vrouwen veruit het belangrijkste onderdeel. Vrouwen zijn deze mening relatief vaker toebedeeld dan mannen.

Wanneer het vlees verdeeld wordt aan tafel, zijn mannen relatief sneller geneigd om het grootste stuk te pakken te krijgen en het vlees van een tafelgenoot weg te prikken.
Bovendien zullen mannen hun vlees minder snel delen met de andere mensen aan tafel.
Verder geven mannen meer dan vrouwen de voorkeur aan vlees boven een vegetarische maaltijdsalade, fastfood, een aflevering van een favoriet TV-programma, een goed boek of een dutje op de bank.

Het onderzoek van Blauw roept 2 vragen op.
  1. Wie zou zo’n man willen zijn?
  2. En: Kunnen hun vrouwen wel lekker groenten koken?

30 oktober 2007

Versluierend taalgebruik door Verburg

Minister van LNV, Gerda Verburg, laat in een brief het volgende weten:

Tijdens het Nota-overleg Duurzame Daadkracht van 19 april 2004 is, op initiatief van mevrouw Van Velzen (SP), gesproken over internalisering van maatschappelijke kosten van de varkenshouderij. Naar aanleiding daarvan heeft het LEI een quick scan literatuuronderzoek verricht dat op 7 maart 2005 aan de Kamer is verzonden. Deze quick scan liet een aantal belangrijke vragen open die niet op korte termijn beantwoord konden worden en/of beleidskeuzes inhielden. In de begeleidende brief heeft mijn voorganger destijds aangegeven dat het streven van verdiscontering van maatschappelijke kosten in de kostprijs een onderdeel is van het beleid voor de verdere verduurzaming van de intensieve veehouderij. Tevens heeft hij in die brief het voornemen geuit nader onderzoek uit te voeren naar de maatschappelijke kosten van de sectoren varkenshouderij en pluimveehouderij, waarbij ook de situatie in andere lidstaten wordt betrokken vanuit het oogpunt van internationale concurrentiepositie.

Tot zover de minister.

In gewone taal: hierboven staat dat de minister uiterst traag ingegaan is op het verzoek van Krista van Velzen en haar vragen half heeft beantwoord. Er is vanuit het ministerie van LNV tegenzin om de kosten, die nu nog op de maatschappij worden afgewenteld, door te berekenen aan de boeren zelf. Men verwacht namelijk dat de kostprijs van de varkens te hoog wordt om nog op de buitenlandse markt vlees te kunnen verkopen.

Tot zover een weerslag van wat de minister bedoelt.

De Nederlandse regering wil zolang mogelijk proberen om de exportpositie van de Nederlandse intensieve veehouderij vol te houden of te vergroten. Zij kan dat alleen wanneer de belastingbetaler de negatieve gevolgen betaalt. Met andere woorden: niet de vervuiler betaalt, maar de hard werkende burger.

29 oktober 2007

Reclame voor buitenlandse jachtreizen

Onderstaande informatie is uiteraard zuiver en alleen hier geplaatst om te informeren. Het is een advertentie die we aantroffen op Hotfrog.

Jagen in Hongarije nu voor een redelijke prijs!

Wij jagen op en beheren onze jachtgebieden al vele generaties. Het team bestaande uit professionele jagers, bosbeheerders, boeren en jachtopzieners werkt op dagelijkse basis samen om zo ideale jachtomstandigheden te creëren voor u en voor ons.
Alles samen een unieke combinatie die keer op keer een succesvolle jacht garandeert.

Zoals al eerder gezegd zijn wij niet een tussenpersoon of agent die doorgaans te dure jachtreizen verkoopt aan buitenlandse jagers. We zijn eigenaar en beheerder van de jachtgebieden die wij u aanbieden. Dus los van vervoer naar Hongarije, accommodatie, eten en drinken betaalt u enkel voor wat u schiet. Daarnaast gaat het hier ook nog eens om de lokale prijzen, dus geen toeristentarieven. Hierdoor zijn onze prijzen soms tot wel 50% lager dan anderen!

Wij bieden volledig georganiseerde jachtreizen naar Hongarije aan. Inbegrepen zijn bijvoorbeeld; Vervoer van en naar elk vliegveld in Hongarije, luxe accommodaties, invoer van uw vuurwapen, vervoer tijdens de jacht, Professionele één-op-één begeleiding, tolk, trofee schoonmaak en preparatie, etc.
Mocht u nog speciale wensen hebben dan kunt u altijd contact met ons opnemen.

Voor degenen die niet hun eigen vuurwapen mee naar Hongarije willen/kunnen nemen hebben wij een oplossing. Op vertoon van uw geldige vuurwapenvergunning kunt u een jachtgeweer van ons lenen. Zo heb u altijd het juiste wapen voor de jacht! Neem a.u.b. contact met ons op voor meer informatie.

20 oktober 2007

Multifunctionele landbouw moet geen foute invulling van de schaarse ruimte worden

Nederland moet stoppen met het inleveren van goede gronden voor natuur en moet bovendien ophouden met ontpolderen. Dat stelt Albert Jan Maat, voorzitter van LTO Nederland op een spreekbeurt op Wereldvoedseldag.
Maat vindt dat de Nederlandse overheid haar landbouwbeleid moet aanpassen en moet toesnijden op de behoeften voor de komende decennia. Maat meent dat Nederland haar landbouwgronden moet koesteren. Zo vindt hij dat bijvoorbeeld natuurprojecten in Flevoland (het verbinden van de Oostvaardersplassen met de Veluwe) en op Goeree-Overflakkee die ten koste gaan van landbouwgrond moeten worden heroverwogen. De LTO-voorzitter vindt ook dat de Nederlandse en Europese overheden niet moeten inzetten op liberalisering alleen. Ze moeten tevens oog hebben voor bijvoorbeeld de voedselzekerheid, zodat Europa niet te maken krijgt met tekorten die het niet met producten van elders kan aanvullen. Nu gaan overheden er te gemakkelijk vanuit dat wat hier niet is, wel elders op de wereld valt te halen.
Tot zover.

Met bovenstaande argumenten haalde Maat alle drogredenen uit de kast die de landbouwsector kan aanvoeren. Waarom doet Maat dat? Door de ontwikkelingen rondom het duurder worden van brandstof valt er weer geld te verdienen met landbouwgrond. Moet de overheid hieraan toegeven? Nee liever niet, er zijn een aantal problemen die nijpender zijn dan het inkomen van grootschalige landbouwers.
Door de versnipperde natuur die tevens vaak op arme gronden ligt moeten veel dieren uit de vrije natuur hun voedsel halen van voedselrijkere gebieden. Dat zijn helaas vaak de weidegronden van boeren die hun gras liever maaien voor de koeien op stal.
Een twijfelende burger zou kunnen aanvoeren dat het in het voordeel van velen kan zijn wanneer onze economie een extra steuntje krijgt door het extra benutten van landbouwgronden. Dat is natuurlijk waar, maar er is voor een leefbare samenleving meer nodig dan alleen geld verdienen. Een deel van ons landbouwgrond bestemmen voor natuur kan een positieve invulling zijn van de plannen van Verburg voor “multifunctionele landbouw”. Daaronder valt een breed scala aan activiteiten, zoals agrarisch natuurbeheer, zorg en kinderopvang, recreatie, onderwijs en het maken van streekproducten.
Een deel van deze doelen kan elkaar onderling tegenwerken. Wanneer het maken van streekproducten inhoudt het schieten en tot voedsel verweken van ganzen die juist voedselrijke gronden nodig hebben om te overleven, dan spant de minister het spreekwoordelijke paard achter de wagen.
Multifunctioneel is prima, zolang het maar meerdere problemen tegelijk oplost en niet een verkapte manier is om de huidige ruimte nog meer uit te buiten ten koste van de natuur.
Er is binnen Europa weliswaar een markt voor de Nederlandse exportproducten uit de intensieve veehouderij, maar dat wil niet zeggen dat de vaderlandse boeren ook produceren voor een levensbehoefte. Het is alleen maar een teken dat wij bereid zijn verder te gaan in het uitbuiten en uitmelken van dieren dan de meeste buitenlandse collega’s van oudsher gewend zijn te doen.

18 oktober 2007

Bejaagde dieren gaan zich sneller voortplanten

Wanneer de discussie wordt gevoerd of dieren die overlast bezorgen wel of niet moeten worden bejaagd, wordt door tegenstanders van de jacht vaak het argument aangevoerd dat dat niet zou helpen omdat de overblijvende dieren zich vervolgens sneller gaan voortplanten.
Dat fenomeen is op zich wel juist, maar laat onverlet dat door het doodschieten althans voor een korte tijd het probleem is verkleind.
Die tijd is net zolang als het voortplanten duurt en kan bij dieren die 1 keer per jaar jongen dus een jaar duren. Voor dieren die vaker per jaren jongen (en dat doen vele soorten) is de populatie dus weer snel op het oude peil als er voldoende voedsel is. Als dieren niet bejaagd worden en het voedsel dreigt schaars te worden dan krijgen ze minder jongen. In een voldoende groot leefgebied leidt dit niet tot creperen, maar natuurlijk wel tot zwerfgedrag. Komen er in dat gebied dan veel verkeersbewegingen voor dan is de kans op verkeersongelukken groter.
Voor het overige worden door de jacht open vallende plaatsen vaak door dieren van buiten ingenomen. Er gaat dus een aanzuigende werking uit van jagen.
Al met al zorgt jagen dus voor onrust en voor tijdelijke doodse stilte.

Jagen is een tijdelijke oplossing en zo wil de jager het ook, want een jager wil ook in de toekomst blijven schieten. Een jager moet altijd een balans zoeken tussen schieten en laten voortplanten.
Sommige jagers laten het voortplanten over aan een fokker. Een bekend voorbeeld zijn de fazanten die in hokken opgroeien en een paar dagen voordat zij worden geschoten in het terrein worden losgelaten. Deze tamme fazanten zijn gemakkelijk te schieten en dat wil de jager ook zo, want een plezierjager heeft niet veel tijd. Het is per slot van rekening zijn hobby en dan wil je niet dagenlang in het veld zijn of in een jachthut zitten zonder iets te schieten. Daarom wordt er voor de loop bijgevoerd, zodat de jager niet achter het wild aan hoeft. Als bijkomend voordeel is het dier door de bijvoeding wat zwaarder, wat extra geld oplevert bij het verkopen van het geschoten wild aan de poelier.

Jagen is dus geen effectieve oplossing voor het intomen van overpopulaties en is ook met opzet niet als afdoende bedoeld.
Wie het echt goed voorheeft met de belangen van dieren, laat dieren leven in aaneengesloten gebieden waarin zij vrij kunnen bewegen en waarbij roof- en prooidieren onderling zelf kunnen uitmaken wie wie wanneer eet en wie nog wat langer mag genieten van zijn vrijheid.
Het wordt voor de dieren nog wat aantrekkelijker om zich niet buiten die gebieden te begeven als voor de natuurgebieden niet altijd de meest voedselarme gebieden worden aangewezen. Nu pakt de landbouw in ons land alle vruchtbare gebieden tot wel 65% van het totale landoppervlak, terwijl 30% normaal is over alle landen in de wereld om voedsel te produceren. Een beetje inschikken dus.
Niet die gebieden moeten worden omheind waarin wilde dieren leven, maar de gebieden waarin economische belangen op het spel staan. Dat is dubbel rechtvaardig want alzo wordt schade voorkomen en worden (analoog aan het principe "de vervuiler betaalt") de kosten gedragen door diegenen die de economische belangen hebben.

17 oktober 2007

Verburg legt welzijnsonvriendelijk zout op slakken

Het kabinet moet bij subsidieverlening aan de agrarische sector dierenwelzijn als criterium hanteren. Dat vinden de Tweede Kamerleden Marianne Thieme van de Partij voor de Dieren (PvdD) en Ineke van Gent van GroenLinks. De PvdD en GroenLinks hebben dinsdag hierover een motie ingediend.

Van Gent en Thieme willen dat subsidies aan het agrarische bedrijfsleven niet leiden tot een verslechtering van het dierenwelzijn. Landbouwminister Verburg vindt de motie eenzijdig, omdat veel innovaties gericht zijn op vergroting van de duurzaamheid van de veehouderij. Daarbij gaat het ook om milieu, diergezondheid en arbeidsomstandigheden.

Niemand heeft gezegd dat dierenwelzijn het enige criterium moet zijn. De indieners van de moties vragen slechts ook dierenwelzijn als criterium op te nemen.
Wat hierbij open wordt gelaten is hoe dat dierenwelzijn zou moeten worden getoetst.
De meeste intensieve veehouderijen houden zich aan een aantal welzijnseisen, maar niet aan alle en met name niet aan de vrijheid van het dier om normaal diereigen gedrag te vertonen. Daarvoor zou ieder dier een uitloop naar buiten moeten hebben en dan niet naar een beperkte betonnen buitenbak maar naar een stuk weide die niet al volgepoept is maar een beperkt aantal dieren huisvest.
Een die eis vraagt om voorlopig alleen geld te steken in het krimpen van de veestapel, net zolang tot de overproductie over is.

15 oktober 2007

Belastingbetaler in Noord-Holland draait op voor dure hobby jagers

Jagers claimen de dood van meer dan 16-duizend dieren

Haarlem 9 oktober 2007. De fractie van de Partij voor de Dieren in Noord-Holland heeft harde kritiek op de rapportage van de Faunabeheereenheid (FBE). De Faunabeheereenheid geeft in haar jaarverslag aan dat in 2006 meer dan 16.000 dieren zijn doodgeschoten. Tot ergernis van de Partij voor de Dieren stelt de geheel uit jagers bestaande FBE voor de provincie een faunabeheerplan (FBP) op en voert het vervolgens ook zelf uit.

De FBE is verplicht de uitvoering van het FBP jaarlijks te rapporteren. Uit die rapportage blijkt dat er in 2006 meer dan 16.000 dieren zijn afgeschoten.
De redenen voor afschot variëren van schade aan flora en fauna, verkeersveiligheid tot schade aan de landbouw. De schade aan landbouw is het meest genoemde motief. Opvallend is dat sinds de invoering van de faunabeheerplannen in 2005 de schade aan de landbouw met € 100.000 is toegenomen, terwijl de FBE jaarlijks hetzelfde bedrag van de provincie Noord-Holland incasseert. Jagen is dus een dure hobby voor de belastingbetaler. Dankzij de Partij voor de Dieren kwam onlangs ook aan het licht, dat het Koninklijk Jachtdepartement volledig door de belastingbetaler wordt gefinancierd.

De Partij voor de Dieren meldt in een open brief aan de Noord-Hollandse gedeputeerde Peter Visser zoveel fouten in de FBE-rapportage, dat ze concludeert dat de FBE de rapportageplicht niet serieus neemt. Bovendien blijkt de Faunabeheereenheid zich niet te houden aan het door haarzelf opgestelde (en door de provincie goedgekeurde) faunabeheerplan. In het plan staat dat alle paartjes knobbelzwanen in kaart zouden worden gebracht. De best geplaatste 250 paartjes zouden mogen blijven en de andere zouden worden gedood. Uit het jaarverslag blijkt dat er geen tellingen zijn uitgevoerd, laat staan dat paartjes in kaart zijn gebracht. Dat heeft de FBE niet verhinderd ruim 1000 zwanen meer te schieten dan het quotum van 1250. Ook de landbouwschadecijfers lijken niet te kloppen. Ze wijken af van eerdere FBE-publicaties.

De Partij voor de Dieren merkt bij herhaling op dat geen aandacht is besteed aan alternatieven voor afschot om landbouwschade te verminderen.

Marianne Thieme over de plannen voor varkensflats

Ik wil beginnen met een uitspraak van Loesje over varkensflats: ‘als varkens gestapeld moesten worden, dan waren ze wel vierkant’.
Per driekamerflat houden wij 120 dieren. Nu willen we de dieren zelf in een flat gaan zetten. Het moet niet veel gekker worden in dit land. Door hoger te bouwen, zouden de varkens meer ruimte kunnen krijgen. Hoe naïef kun je zijn? Zou het ruimtegebrek voor de dieren niet vooral ingegeven worden door economische motieven (veel vlees door weinig lichaamsbeweging) die ook in de varkensflat eerder tot hogere winstcijfers zullen moeten leiden dan tot een hoger welzijnsniveau? Kent de varkensflat dierenwelzijn als oorsprong, als doel of als verkoopargument? Je hoeft niet heel erg street smart te zijn om te begrijpen dat alleen de derde optie serieus in overweging te nemen is.
De commotie over varkensflats die oprukken in Nederland, met name Overijssel, groeit. Ook de weerstand in de Tweede Kamer tegen varkensflats neemt toe evenals het lokale verzet hier in Overijsssel. Dit Kabinet gaat echter gewoon door met het sponsoren van varkensflats, dus ook de Overijsselse.

Want wat blijkt: Het Nationaal Groenfonds onder voorzitterschap van Prof mr. P van Vollenhoven heeft besloten in samenwerking met de Rabobank leningen aan intensieve veehouderijen te verstrekken tegen 2% rente om bedrijfsverplaatsingen mogelijk te maken. Wat in de praktijk betekent dat varkensflats alle ruimte krijgen.

Het Groenfonds is een fonds met overheidsgeld. De intensieve veehouderij profiteert dus van goedkope leningen van de overheid en klaagt tegelijkertijd dat ze nergens welkom is. Geen wonder, want welke burger wil nu een varkensflat en de bijbehorende milieuvervuiling in zijn dorp, gesponsord door de overheid en dus van ons belastinggeld dat talloze betere doelen kan dienen. Waarom zouden burgers eigenlijk solidair moeten zijn met een commerciële sector die een verwoestend effect heeft op onze leefomgeving?

Tien jaar geleden heeft iedereen in Nederland met eigen ogen kunnen zien welke problemen we ons op de hals halen wanneer we ons kleine landje volproppen met landbouwdieren. De mannen in witte pakken, de grijpers en de gedode varkens die met vrachtwagens tegelijk werden afgevoerd maakten pijnlijk duidelijk dat de intensieve veehouderij letterlijk op een dood spoor zit. Het was duidelijk: zo kon het niet langer.

De dramatische gevolgen van de verspreiding van dierziekten zoals massale dodingen van gezonde dieren en muterende virussen die mensenlevens in gevaar brengen worden veroorzaakt door de hoge concentraties aan landbouwdieren. De internationale handel in levende landbouwdieren en dierlijke produkten versterkt dit risico. Maar ondanks dat, blijft de diersector in Nederland onverminderd doorgaan met het zoeken naar mogelijkheden om de veehouderij nog grootschaliger te maken. Én intensiever om tegen zo laag mogelijke kosten te kunnen produceren.

De sector gaat daarmee volledig voorbij aan de maatschappelijke kosten die hoger en hoger worden omdat de sector zonodig de slager en melkboer van Europa, of zelfs van de wereld wil zijn. De aantasting van het milieu, de natuurgebieden, de gezondheid van mensen in de omgeving, al die negatieve effecten komen voor rekening van de burger.

Enkele jaren geleden bleken de vervuilingskosten van de veehouderij al te liggen op 2 miljard euro per jaar. Dat is een bedrag dat onze samenleving moet ophoesten in de strijd tegen zure regen, aantasting van natuurgebieden, vervuiling van ons drinkwater en opwarming van de aarde. Dan heb ik het nog niet eens gehad over de miljarden euro’s die de dierziektencrises ons de afgelopen jaren hebben gekost en de grote gevaren voor de volksgezondheid.

Het feit dat ziekenhuizen tegenwoordig een speciale quarantaine afdeling hebben voor varkenshouders vanwege de levensgevaarlijke MRSA-bacterie die kan overleven door het massale gebruik van antibiotica in de varkenssector is onacceptabel.

Vorige maand verscheen een bericht van de wereldvoedselorganisatie FAO waarin werd gewaarschuwd voor de gevolgen van de steeds intensievere veeteelt. Dierziekten bedreigen de mens meer dan vaak gedacht wordt, stelt men. Het risico van overdraging van ziekten van dier naar mens neemt in de toekomst toe. De enorm toegenomen populatie mensen en dieren, en de mobiliteit van mensen en goederen spelen daarbij een belangrijke rol, aldus de FAO.

FAO-beleidsexpert Joachim Otte zegt in het artikel: “Excessieve concentratie van dieren in grootschalige industriële productie-eenheden moet worden gemeden. Adequate investeringen voor de verhoging van bio-veiligheid en het monitoren van ziekten zijn noodzakelijk”.

Is de provincie bereid deze waarschuwing ter harte te nemen, en ruimte te bieden aan kleinschalige gezinsbedrijven in plaats van aan megabedrijven zoals de varkensflats?

We houden teveel varkens, teveel kippen, teveel koeien op een te klein oppervlak. En dat allemaal te dichtbij waardevolle natuurgebieden en te dichtbij de woonomgeving van burgers op het platteland. Om nog maar te zwijgen van de wereldwijde gevolgen voor milieu, dierenwelzijn, biodiversiteit en een eerlijke voedselverdeling. Als gevolg van de massale invoer van waardevolle granen uit derde landen voor het voer van dieren in de intensieve veehouderij hebben velen mensen aldaar niets te eten. De Wereldvoedselorganisatie (FAO) en veel onafhankelijke onderzoekers geven aan dat de veehouderij vervuilender is dan verkeer en vervoer samen. De broeikasgassenuitstoot wordt voor 18% veroorzaakt door de veehouderij, dat is meer dan door verkeer en vervoer samen (14%).

Minister Cramer heeft toegezegd bij de invoering van de nieuwe wet luchtkwaliteit, dat bedrijven die de 1% norm m.b.t fijnstof naar verwachting zullen overtreden. Op een expliciete vraag vanuit de eerste kamer of dat betekent dat aanvragers die niet kunnen garanderen binnen die 1% norm niet mogen bouwen, zoals kippen- en varkensflats, heeft de minister toegezegd dat die bouwaanvragen inderdaad niet gehonoreerd zullen kunnen worden. Ik ben benieuwd hoe provincie en gemeenten om zullen gaan met deze toezegging van de minister.

Dank u wel,

Marianne Thieme

12 oktober 2007

Laat roofdieren migreren



Jagers die aangesteld zijn om een populatie op een bepaald aantal te houden, volgen de populatie het hele jaar door om voldoende informatie te hebben om te kunnen bepalen welk dier zij willen schieten. Plezierjagers jagen niet alleen voor hun lol, maar krijgen ook een vergoeding voor een geschoten zwijn. Hoe zwaarder, hoe meer geld van de poelier. Dat brengt sommige plezierjagers ertoe om tot het laatst te wachten en de wens om via een drijfjacht snel en veelvuldig te “oogsten”.
Deze laatste vorm van beheer lijkt op die van de intensieve varkenshouder die zijn varkens ook liever zo laat mogelijk naar de slacht brengt, onder het mom “hoe ouder, hoe zwaarder”. Dat daarmee bij ongecastreerde vleesvarkens de kans op berengeur toeneemt is dan jammer. Dat vlees wordt dan minder waard.
Niet jagen is ook een mogelijkheid, maar dan komen wilde zwijnen van tijd tot tijd op bezoek bij mensen in de achtertuin. Althans bij diegenen die geen hek om hun moestuin hebben.
Niet jagen vraagt dus een beleid waarbij dieren naar voedselrijke gebieden kunnen trekken waarbij zij in hun trekgedrag geen gevaar opleveren voor het verkeer. Zo’n gebied waarin zwijnen vrij kunnen bewegen zou de ecologische hoofdstructuur kunnen zijn. Varkens, tam en wild zijn zeer intelligente dieren (slimmer dan onze huisdieren als hond en kat). Zij kunnen dus leren op welke terreinen zij met rust worden gelaten. Die gebieden moeten dan niet de meest voedselarme gebieden zijn, dan kunnen zij er alleen maar wonen maar niet foerageren.
Ecologische Hoofdstructuren die ook goed verbonden zijn met internationale natuurgebieden bieden ook de mogelijkheden voor roofdieren om achter hun prooien aan te gaan en op een natuurlijke manier aan populatiebeheer te doen.
Niet jagen en een ook voor mensen aantrekkelijke Ecologische Hoofdstructuur biedt de beste kans op een aantrekkelijk gebied om in te recreëren. De kans is groot dat de wandelaar eindelijk eens wild te zien krijgt, want het wild verliest zijn angst voor de mens.

Verburg draagt niet bij aan dierenwelzijn

Minister van LNV, Gerda Verburg, maakt zich niet geliefd onder dierenbeschermers. Ze is niet van zins om de nertsenhouderij te verbieden, legbatterijen worden (ook in 2012) niet echt uitgeband, de drukjacht wordt niet verboden en ze ziet kinderen voor het plezier hazen vangen (Volkskrant magazine, eind september).
Wat is hier aan de hand? Al deze activiteiten zijn bepaald niet in het (economische) landsbelang, handhaving van de status quo is alleen in belang van een beperkte groep Nederlanders. Hoe kan het dat deze kleine groep, die geld verdient en plezier heeft aan activiteiten die duidelijk niet diervriendelijk zijn, tegen de wens van de meerderheid in zijn zin krijgt van de minister?
Onlangs sprak prinses Maxima over de ontbrekende identiteit van de Nederlander. Het niet rekening houden met gevoeligheden van grote groepen Nederlanders en de weergaloze brutaliteit waarmee deze groep zijn elitaire zin doordrijft, lijkt toch wel degelijk op bepaald type mens in de samenleving. Een type dat niet alleen in onze samenleving leeft, maar ook in die van Engeland, bijvoorbeeld, waar de “edelen” sterk hechten aan de geneugten van de vossenjacht.
Misschien staan ministers, prinsessen, “grote” boeren en jagers nog steeds te ver weg om ook tegenwoordig niet te zien welke schade zij met hun gedrag en uitlatingen aan het welzijn van hun slachtoffers toebrengen.
Hoeveel handtekeningen tegen de bio-industrie moet Milieudefensie verzamelen om serieus genomen te worden? Eigenlijk is hun wens om de nationale veestapel te halveren nog bescheiden. Wanneer gaat het maken van winst en plezier ten koste van dierenwelzijn een ethische grens over?

Het lastige is dat er zo weinig algemeens valt te zeggen over dierenwelzijn. Het welzijn van een paling wordt op een andere manier bedreigd dan het welzijn van een haas of heideschaap, laat staan een leghen. Het mooiste zou zijn om het dieren zelf te laten uitzoeken hoe zij hun welzijn bevorderen. Hoe het ook zij, of je nu pleit voor dierenrechten of voor dierenwelzijn, het belang van dieren wordt verwoord in de vijf vrijheden die al jaren de basis hiervoor zijn:
  1. Vrijheid van honger en dorst
    - direct toegang tot vers water en voedsel om gezond te blijven
  2. Vrijheid van ongemak
    - door een comfortabel onderdak en rust te bieden
  3. Vrijheid van pijn, verwonding en ziekte
    - door dit te voorkomen of snel te diagnosticeren en te behandelen
  4. Vrijheid om normaal gedrag te vertonen
    - door voldoende ruimte, mogelijkheden en gezelschap van soortgenoten
  5. Vrijheid van angst en spanning
    - door voor omstandigheden te zorgen die lijden vermijden
Het wordt tijd dat Verburg als een haas haar beleid gaat toetsen aan deze uitgangspunten.

Onderzoekers zoeken niet echt naar alternatieven voor dierproeven

Op iedere hoorzitting-biotechnologie vragen dierenbeschermers naar alternatieven voor het onderzoek. Daarop wordt altijd hetzelfde antwoord gegeven. "Die zijn er niet".

Volgende vraag. "Hoe weet u dat"? (Op welke wijze heeft u naar mogelijke alternatieven voor de voorgenomen handelingen gezocht? )

Antwoord: "Communicatie met andere onderzoekers, het lezen van de literatuur, het bezoeken van congressen en het raadplegen van databestanden zorgen ervoor dat mogelijke alternatieven snel bekend zijn. Naar mening van de aanvrager bestaan er voor het beschreven onderzoek geen reële alternatieven voor de hier beschreven diermodellen. In de laatste decennia is er een voortschrijdend inzicht ontstaan dat kankercellen niet volledig autonoom zijn maar een innige communicatie aangaan met het omliggende normale weefsel (Tumor-Stroma interactie). De bestudering van complexe cellulaire processen zoals die van de levenscyclus van een kankercel zijn nochtans onmogelijk na te bootsen in in vitro systemen. Daarnaast is het evalueren en valideren van anti-kankermiddelen op spontane tumorprocessen onmogelijk buiten het organisme".

De waarheid is dat aanvrager/onderzoeker noch adviescommissie (CBD) noch - uiteraard – minister van LNV -Gerda Verburg- geïnteresseerd is in alternatieven.

Ik kan het sterker vertellen: zelfs als er wèl een alternatief is, dan is dat nog geen beletsel voor nieuwe dierproeven.

Dat wordt gemotiveerd met de uitdrukking: "meer ijzers in het vuur hebben".

Het is misschien teleurstellend maar noch op de vraag naar het lijden der dieren noch op de vraag naar alternatieven is een zinvol antwoord te verwachten. Wel wordt voortdurend en uitvoerig geprobeerd dierenbeschermers gerust te stellen, in feite: een rad voor ogen te draaien.

LIJDEN

Een dier is geen mens. Men spreekt in ons taalgebied niet over het lijden van dieren maar over “ongerief”. Met alle geweld wordt geprobeerd dieren een andere status te geven.
Dat maakt het gemakkelijker ze in proeven te gebruiken.
De Vlamingen maken dit onderscheid expliciet als volgt.
Onder ongerief verstaat men een toestand, waarbij de gezondheid van een dier wordt benadeeld en een noemenswaardige pijn, letsel of ander ongemak aan het dier wordt berokkend.

Lijden: een toestand waarbij de soort specifieke behoeften niet meer kunnen bevredigd worden. Zie ook de 5 vrijheden waarop dieren recht hebben en die mede hun welzijn bepalen.

Het lijden als gevolg van genetische manipulatie moet wel onderscheiden worden van niet-genetische.
Voor de laatste soort proeven bestaan aanvraagformulieren, in te dienen bij de dierexperimentencommisie (DEC).
Op dit formulier kun je ook zien dat gradaties van lijden (“ongerief”) worden onderscheiden, doorgaans gering; matig; ernstig; zeer ernstig.

BIJLAGE : Classificatie ongerief.

Gering ongerief.

- enkelvoudige bloedafname
- rectaal toucheren
- monstername vaginaalslijm
- dwangmatige toediening van op zichzelf niet-schadelijke stoffen
- maken van röntgenfoto's bij niet-geanestheseerde dieren
- doden zonder voorafgaande handeling
- terminaal experiment onder narcose
- fixatie in boxen (liggen en staan mogelijk)
- immunisatie (het immuun maken tegen infectieziektes of schadelijke stoffen) zonder adjuvans (stof die zonder zelf werkzaam te zijn de werking van een geneesmiddel ondersteunt)

Matig ongerief.

- frequente bloedafname
- pyrogeniteitstest
- aanbrengen van verblijfcanules e.d.
- gipsverbanden
- fixatie in toestellen
- huidtransplantatie
- keizersnede
- ontwaken uit narcose
- immunisatie met Freunds incompleet adjuvans (niet in de voetzool)

Ernstig ongerief.

- het verzamelen van ascites vloeistof
- totale verbloeding zonder narcose (geen decapitatie)
- genetisch bepaalde afwijkingen zoals spierdystrofie en hemofilie
- langdurig onthouden van voedsel, drinkwater of slaap
- immobilisatie (toestand van onbeweeglijkheid) door spierrelaxantia zonder sedantia
- sommige infectieproeven
- onderzoek carcinogene werking met tumor inductie
- toedienen pijnprikkels, opwekken convulsies (stuiptrekkingen)
- LD50 test en/of LC50 test (LD: Lethal Dosis; test: bij welke dosis sterft 50%?)
- immunisatie in de voetzool
- immunisatie met Freunds compleet adjuvans

Een aantal van de onder "gering" of "matig" vermelde voorbeelden kan, afhankelijk van tijdsduur van het berokkende ongerief, tot de categorie "ernstig" ongerief worden gerekend.

E.D.

08 oktober 2007

Waalkens pleit voor kleinschaligheid

In zijn weblog maakt Harm Evert Waalkens een heldere analyse van de stand van zaken in de intensieve veehouderij. Harm Evert was gevraagd hoe hij nu staat in de discussie rondom varkensstallen.
Zoals van een echte PvdA-er mag worden verwacht benoemt Waalkens duidelijk de problemen. Geen enkele vorm van varkens- of kippenhouderij voldoet aan de ideale welzijnsomstandigheden, niet de traditionele familiebedrijven en niet de grootschalige bedrijven al dan niet geplaatst op bedrijventerreinen. Eigenlijk zijn de aantallen al jaren te groot om van een verantwoorde manier van dieren te spreken. Ook benoemt hij de invoer van veevoer uit Derde Wereld landen en de bijkomende roofbouw die dit oplevert.
Vager wordt Waalkens als het om de oplossingen gaat. Het moet duurzamer, maar verder dan het hanteren van strenge controle en het steunen van de biologische landbouw komt Waalkens niet. Ook hij denkt in termen van groter. Hij schrijft het niet expliciet, maar tussen de regels klinkt duidelijk door, dat hij geen bezwaar ziet in grootschalige veehouderijen op bedrijventerreinen die gevoerd met biologisch voer, gemakkelijk de normen voor een duurzaam keurmerk kunnen halen. Cosmetische oplossingen, zoals zo vaak bij de PvdA.
Hij sluit af met de opmerking dat minder vlees eten een goede bijdrage is aan het voorkomen van ongewenste klimaatverandering. Dat dan weer wel.
In het PvdA-congres van de eerste week van oktober concludeert de PvdA dat de leden zich moeten realiseren dat regeren betekent dat er vuile handen gemaakt moeten worden. Die vuile handen moeten niet worden gezien als dat Nederlanders echt worden geacht weer met de handen in de modder te gaan, maar moet zo worden begrepen dat men verantwoordelijk is voor een gewetenloze economie.
Voor de dieren betekent de gewetenloze economie dat er geen zicht is op een leven in natuurlijke omstandigheden. Het is niet voor niets dat oprichter van Varkens In Nood, de schrijver J.J. Voskuil, na 10 jaar verzucht dat er niet veel is verbeterd in de bio-industrie.
Willen we echte verbetering aanbrengen in de omstandigheden waarin dieren op de hele wereld leven, dan moeten we in eigen land stoppen met de gedachte dat grootschaligheid positief uitwerkt. Ieder individu zou de laatste oproep van Waalkens serieus moeten nemen dat minder meer is. Minder vlees eten en minder dieren houden in ons land.

05 oktober 2007

Steeds meer zwerfdieren

In magazine Dier van oktober een bericht over het groeiende aantal zwerfdieren: “Nederland dumpt steeds meer honden”.

Op Klimaatnieuws van mei 2005 stond dit bericht:

Het aantal honden steeg in 2004 met 4,2 procent, naar 1,76 miljoen. De kattenpopulatie groeide zelfs met 5 procent, waardoor in Nederland 3,3 miljoen huiskatten vertoeven. De groei komt volgens de Nederlandse Voedingsindustrie Gezelschapdieren (NVG) doordat meer puppy's en kittens een baas hebben gevonden. Ook de langere levensduur van de huisdieren zorgt ervoor dat het aantal honden en katten in Nederland toeneemt.
Tot zover Klimaatnieuws.

Na enkele jaren is het effect van impulsief aankopen dus zichtbaar geworden. De Dierenbescherming verzucht “Beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald”.

“Voorkomen is beter dan genezen”. Voor wie bedenkingen heeft bij de aanschaf van een huisdier is hier wat ondersteunende argumentatie.

25 september 2007

Geen schadevergoeding voor de nertsenhouderij

Op Agriholland en het LEI valt het volgende te lezen:
In 2006 heeft de Socialistische Partij een initiatiefwetsvoorstel ingediend om de nertsenhouderij in Nederland te verbieden. De SP zal waarschijnlijk ook inzetten op een schadeloosstelling voor de sector. Dit rapport is op basis van een quick scan onderzoek opgesteld om achtergrondinformatie te leveren over de economische gevolgen van een eventueel verbod op de nertsenhouderij. De quick scan is uitgevoerd in opdracht van het Ministerie van LNV (Directie Landbouw). Het eindconcept is ook besproken met vertegenwoordigers van het PVE (Productschappen Vee, Vlees en Eieren) en NFE (Nederlandse Federatie van Edelpelsdierenhouders). Zowel de PVE als de NFE hebben daarbij te kennen gegeven op geen enkele wijze mee te willen werken aan een eventuele afbouw van de nertsenhouderij in Nederland.

Het LEI heeft tevens een verkenning uitgevoerd naar de mogelijke economische gevolgen van een verbod op de nertsenhouderij in Nederland. Wanneer de nertsenhouderij per direct verboden zou worden zou dat leiden tot een schade van 479 miljoen en van 0 tot 12 miljoen euro per jaar voor de voersector. Zou de sector geleidelijk over een periode van 10 jaar worden afgebouwd dan voorziet het LEI een schade door verlies van inkomen en sloopkosten van 179 miljoen. Daarbij wordt verondersteld dat er geen vermogensschade optreedt.
Tot zover.

Het schadeloos stellen van de sector is niet zo logisch als men het doet voorkomen. Normaal gesproken worden mensen schadeloos wanneer zij als gevolg van een politieke beslissing het veld moeten ruimen.
De nertsenhouderij is geen normale sector. Het is een sector waarvan men vindt dat ethische grenzen worden overschreden. Mensen die je grenzen oplegt op basis van hun ongewenste gedrag en handel, betaal je ook geen schadevergoeding. Dat zou bij deze sector ook nagelaten mogen worden.

Een karikatuur van dierenrechten


In het boek Animal Rights: Current Debates and New Directions uit 2004 (Oxford University Press), onder redactie van Cass R. Sunstein en Martha C. Nussbaum komen allerlei voor- en tegenstanders van dierenrechten aan bod. Een van de tegenstanders is de antropocentrische denker Richard A. Posner. Hij beschouwt de beweging van filosofen als Peter Singer en Tom Regan als een 'radicale [d.w.z. extremistische] stroming' die uiteindelijk ten koste zal gaan van mensen. In plaats van dierenrechten pleit Posner zelf voor een gematigde vorm van dierenbescherming.
Zoals zoveel tegenstanders maakt ook Posner een karikatuur van de idealen van de dierenrechtenbeweging. Zo stelt hij dat het aanhangen van rechten voor dieren bijvoorbeeld tot gevolg kan hebben dat je experimenten op mensen (d.w.z. proefpersonen die daar niet vrijwillig aan meewerken) doet om het geluk van dieren te bevorderen.
Dit is een misleidende voorstelling van zaken. Tom Regan ziet dierenrechten bijvoorbeeld helemaal niet als iets wat haaks staat op mensenrechten, maar juist als een uitbreiding van het achterliggende principe daarvan. Ook Peter Singer vindt dat je dierlijke individuen met evenveel respect moet behandelen als je zou doen met een mens met vergelijkbare psychologische eigenschappen. Beiden wijzen dus het speciësisme (van bijvoorbeeld Richard A. Posner) af maar dat wil zeker niet zeggen dat ze mensen willen opofferen aan dieren!
Posner maakt het nog bonter waar hij stelt dat ook de Nazi's 'hartstochtelijk geloofden in dierenrechten'. Daaruit volgt volgens hem dat ze verenigbaar zijn met een minachting voor het leven en welzijn van allerlei groepen mensen. Nu is er volgens mij weinig bewijs voor een consequente nazi-ethiek ten gunste van dieren, de Duitse vegetariërsbond werd zelfs verboden. Zelfs Hitler was geen echte vegetariër, ondanks de mythen daaromtrent. Bovendien offerde hij zijn eigen hond op om een middel uit te testen waarmee hij zelfmoord wou plegen. Geen bijster respectvolle daad lijkt mij.
Maar zelfs als er werkelijk sprake was van diervriendelijke wetten in het Derde Rijk, dan impliceert dit nog niets voor de waarde daarvan. Hitler liet bijvoorbeeld ook autosnelwegen aanleggen en weinig tegenstanders van dierenrechten zullen weigeren om daar overheen te rijden. Het ethische gehalte van een daad wordt namelijk niet bepaald door de vraag of een misdadiger of juist een overwegend integer persoon hem verricht.
Helaas is Posner niet de enige die een karikatuur geeft van voorstanders van dierenrechten. Tegenstanders hebben nu eenmaal geen goede argumenten en dus rest hun niet veel anders meer.

Titus Rivas

Boeken van Tom Regan:


Boeken van Peter Singer:

17 september 2007

Novelproteinfood goed voor klimaat

De productie van vlees draagt aanzienlijk bij de snelheid van klimaatverandering. Ook andere redenen maken het verstandig wanneer mensen minder vlees zouden eten. Je kunt ze rechtstreeks vragen om dat zelf te doen, je kunt ook de vleesindustrie een groot deel van het vlees laten vermengen met plantaardig materiaal. De mensen worden dan als het ware sluipend vegetariër. Plantaardig eiwit is goedkoper, dus dat is prettig verdienen.
Wanneer de consument erachter komt dat hij wel betaalt voor vlees, maar dat in de praktijk nauwelijks meer krijgt, is deze misschien geneigd om dan maar helemaal van vlees af te zien.

De overstap naar duurzame eiwitproductie is weliswaar nog ver weg, maar de consumptie van steeds minder vlees komt steeds dichterbij, al realiseert de consument dat nog niet.

Boerenlobby ondermijnt ferme aanpak veevervoer

Teun Lagas in Trouw van woensdag 12 september

Landbouwminister Verburg heeft haar grenzen ontdekt. Er valt niet te spotten met de machtige agrarische lobby, die de scherpe kantjes haalde van haar roep om strengere controles op veetransporten.
"Als een schoothondje heeft de minister zich laten terugblaffen naar haar mandje". Marianne Thieme van de Partij voor de Dieren, toch al geen fan van de minister van landbouw, haalde eergisteren extra fel uit naar CDA-bewindsvrouw Gerda Verburg. Het is dan rond middernacht aan het slot van een Kamerdebat over dierenleed in de veewagens van de internationale transporteurs, die varkens verslepen van Nederlandse fokstallen naar Italië, of runderen naar de Franse slachterijen.

Tot zover een citaat uit Trouw.

Meer lezen over de stille kracht(en) achter de landbouwsector? Klik hier.

11 september 2007

Nog mooier dan controle is afschaffing van internationale veetransporten

SP wil structurele controle op veetransport

De controle op het vervoer van levende dieren moet structureel worden, niet alleen tijdelijk als er kortstondig ophef is. Ook moet de regelgeving worden aangescherpt. Dat vindt Tweede Kamerlid Krista van Velzen van de SP.

De SP vindt ook dat Nederland vervroegd moet beginnen met het verplicht stellen van een GPS-systeem waarmee bekeken kan worden of een vervoerder zich aan het goedgekeurde reisplan houdt. Ook moeten er volgens de partij ‘no go’-dagen worden ingevoerd voor veetransport, bijvoorbeeld tijdens hittegolven.

Tot zover de SP.

Internationale veetransporten zijn er om boventallig vee uit eigen land te exporteren om economische redenen. Het zou beter zijn als ons land haar veestapel zou krimpen tot afname op nationaal niveau. Dan hoeft er geen vee te worden vervoerd naar het buitenland, is er minder dierenleed en hoeft er geen economische schade te worden geleden door mestoverschotten e.d.

10 september 2007

Inzet van kinderen bij dierenacties

Directie Dierenpark Amersfoort
AMERSFOORT

Geachte mevrouw Postma,

De hoofdredactie van De Telegraaf uitte onlangs scherpe kritiek op het gebruik van kinderen voor propagandadoeleinden.
Het betrof toen een actie tegen het lijden van vleeskuikens in de bio-industrie.
De actie werd georganiseerd door Wakker Dier.

De woede van de Telegraaf was dus selectief, gezien de positieve aandacht die het zaterdag j.l. gaf aan uw gebruik van een kind als 'kinderdierekteur'.

Anders dan Wakker Dier misleidt U kinderen.
Uw organisatie misbruikt dieren door ze op te sluiten.
Wat u daarentegen zou moeten doen is kinderen respect voor dieren bijbrengen.
En DUS ze vertellen dat dieren niet in gevangenschap behoren te leven.
En zeker geen wilde dieren.

U herinnert zich nog wel het olifantenkalf dat direct na de geboorte vertrapt werd.
Wat was dat "educatief".

Of de geschiedenis van de bavianen, die Emmen ooit bij u afschoof en die u zich vervolgens ongeremd liet voortplanten.
Tot u uiteindelijk in de gaten kreeg dat het toch wel een beetje veel werd.
En u al met het spuitje klaarstond om ze naar de andere wereld te helpen.
Zo zijn inderdaad onze manieren in de dierentuin.
"Educatief", wat u zegt.

"Educatie" is geen rechtvaardiging voor misbruik.

Er zijn nu al meer dan 30 dierentuinen alleen al in Nederland.
Het effect daarvan op de dieren in het wild is nihil.
Het aantal bedreigde soorten neemt alleen maar toe.

Hoogachtend,

E.D.

Geachte heer,

Graag gaan wij nader in op uw reactie omtrent de Kinderdierekteur.

Het aanstellen van een Kinderdierekteur bij dierentuinen is een initiatief van de Nederlandse Vereniging van Dierentuinen (NVD) waarvoor kinderen zich zelf konden opgeven. Omdat het om kinderen gaat, spreekt het voor zich dat het een puur symbolische 'functie' is, maar wel eentje met een educatieve insteek. Het betreffende kind leert over dieren, dierentuinen en de manier waarop zij zich inzetten voor het behoud van bedreigde diersoorten.

Voor meer informatie over dierentuinen, hun rol in natuurbescherming en de samenwerking met onder meer het Wereld Natuur Fonds, verwijzen wij u naar de website van de NVD: www.nvddierentuinen.nl.

Wij vertrouwen er op dat wij u voldoende hebben geïnformeerd.

Met vriendelijke groet,
DierenPark Amersfoort

Simone Postma
Communicatie

Pleidooi voor geven en nemen in de pluimveehouderij

Het Landbouw Economisch Instituut (LEI) onderzocht op verzoek van het ministerie van Landbouw (LNV) de gevolgen van het verbod op de opvolger van de legbatterijen, de “verrijkte” kooi.

Het resulterende rapport is getiteld:
Verbod op verrijkte kooien voor leghennen in Nederland; Een verkenning van de gevolgen
Van Horne, P.L.M., G.M.L. Tacken, H.H. Ellen, Th.G.C.M. Fiks-van Niekerk, V.M. Immink en N. Bondt Den Haag, LEI, 2007 Rapport 2.07.10; ISBN/EAN: 978-90-8615-166-0

Uit dit rapport:
Vanaf 2012 wordt in de EU de traditionele kooihuisvesting voor leghennen verboden en vervangen door verrijkte kooien of alternatieve systemen, zoals scharrelhuisvesting. In deze studie zijn de gevolgen beschreven indien Nederland besluit om huisvesting in verrijkte kooien niet toe te staan. Een verbod heeft directe gevolgen voor het dierenwelzijn, de milieubelasting, de markt voor eieren en eiproducten in binnen- en buitenland en de concurrentiepositie en inkomenssituatie voor alle bedrijven binnen het legpluimveecomplex.

De economische gevolgen bij een verbod op verrijkte kooien in Nederland zijn drieledig.
Bij een verbod vanaf 2012 is er een directe vermogensschade bij de betreffende pluimveehouders door het onbruikbaar worden van verrijkte kooien, te verrijken kooien en opfokkooien.
De waarde van deze inventaris is, bij een verbod op het gebruik hiervan in 2012, bijna 12 miljoen euro. Wordt de einddatum van een verbod verder opgeschoven, dan wordt de vermogensschade naar evenredigheid lager. In 2020/2022 zal de eindwaarde van de inventaris, na een afschrijvingsperiode van 15 jaar, nihil zijn.
Bij een verbod op de verrijkte kooi zal een deel van de bedrijven die nu nog werken met kooihuisvesting stoppen met het bedrijf of de bedrijfsvoering verplaatsen naar het buitenland.
Een deel van de bedrijven zal in de bestaande stallen, een kleiner aantal scharrelhennen gaan houden. Geschat wordt dat de leghennenstapel in Nederland met 15% zal krimpen. Als gevolg hiervan zal het legpluimveecomplex een lagere toegevoegde waarde realiseren van 28 miljoen per jaar en 850 arbeidsjaren verliezen.

Tot zover het rapport.

De Nederlandse intensieve veehouderij mag graag op de sterke marktpositie wijzen van de varkens- en pluimveehouderij. Om deze positie te bereiken wordt in eigen land bezuinigd op dierenwelzijn en worden de negatieve gevolgen afgewenteld op de belastingbetaler. Niet de vervuiler betaalt, maar de burger. Het wordt tijd dat de burger zijn internationale verantwoordelijkheid neemt en bij zijn politieke partij aandringt op een bescheidener omvang van de veehouderij. Alleen met een balans in geven en nemen is een rechtvaardig mondiaal evenwicht te bereiken. Concreet: door niet meer dierlijke producten te produceren dan in de eigen omgeving wordt gebruikt, kan Nederland rekenen op een meer begripvolle medewerking aan verhoging van dierenwelzijn in het buitenland. Door het buitenland in elke sector te beconcurreren verliest Nederland goodwill.

Minister trekt privileges diertransporteurs in

Minister Verburg kiest eieren voor haar geld

Minister trekt privileges diertransporteurs in onder druk van Tweede Kamer

Persbericht PvdD. Den Haag, 10 september 2007- Minister Verburg heeft aangekondigd alle brancheprotocollen voor de veevervoerders in te trekken op woensdag 12 september, de dag dat SP, PvdD, Groen-links, PVV en PvdA de minister in een spoeddebat ter verantwoording roepen. Aanleiding voor het spoeddebat is het grote aantal incidenten met overbeladen veewagens, verwaarloosde en mishandelde dieren en de maatschappelijke commotie die daarover is ontstaan. Transporteurs van levende dieren worden vanaf woensdag bij de vrachtwagen aan de laadklep gecontroleerd door een dierenarts van de VWA. De Partij voor de Dieren had de minister hierom gevraagd in de kamervragen die zij half augustus stelde.

In een brief die de minister vrijdagavond laat naar de kamer gezonden heeft, laat ze weten dat eerst nog het vertrouwen had dat de sector haar eigen verantwoordelijkheid zou nemen. De minister stelt nu echter vast dat “gelet op de gebeurtenissen in de afgelopen tijd, geconstateerd moet worden dat door een aantal vervoerders de zorgplicht nog in onvoldoende mate serieus genomen wordt”. Hierdoor zegt de minister zich genoodzaakt te voelen om voor de gehele sector maatregelen te nemen.

De minister stelt intensivering van het toezicht op de naleving van wet- en regelgeving, “vanwege het verminderde vertrouwen in de sector”. Er zullen vliegende brigades van inspecteurs worden ingesteld, die gericht zullen zijn op risicovolle transporten.

De Partij voor de Dieren ziet in het besluit van de minister een eerste doorbraak onder maatschappe-lijke en politieke druk. Hoewel het zeer te betreuren valt dat de minister pas tot maatregelen overgaat nadat camerateams van de Dierenbescherming, Dier&Recht, Animals Angels, Compassion in World Farming e.a. zeer schrijnende overtredingen van de regels hebben vastgesteld. Het is goed dat er eindelijk een aanvang genomen wordt met maatregelen om het transport van dieren volgens de regels te laten plaatsvinden.

In de afgelopen maanden stelde de Partij voor de Dieren 5 maal kamervragen over de schrijnende omstandigheden waaronder veetransporten plaatsvinden. Keer op keer meende de minister sussende woorden te moeten spreken. Kennelijk is de besluitvorming van de minister kort voor het weekend in een stroomversnelling gekomen onder druk van het naderende spoeddebat.

De Partij voor de Dieren is zeer verheugd over het voortschrijdend inzicht van de minister, maar is van mening dat naleving van de bestaande voorschriften slechts een eerste stap kan zijn. Niet alleen handhaving kan leiden tot verbetering van de omstandigheden waaronder vee vervoerd wordt, er zal op korte termijn strengere regelgeving moeten komen. Ook zullen de vervoerstijden moeten worden ingeperkt om ernstig dierenleed te voorkomen.

De Partij voor de Dieren organiseert voorafgaand aan het spoeddebat op dinsdag 11 september een rondetafelgesprek waarin dierenbeschermingsorganisaties de politiek nader kunnen informeren over de achtergronden van de misstanden in het veetransport.

07 september 2007

Dierenbeschermers op verkeerd spoor

Dierenwelzijnsorganisatieshebben met steun van het publiek twintig jaar voor een betere dierenwelzijnswet gestreden: in 1992 trad de Gezondheids- en welzijnswet in werking. Deze wet (GWWD) biedt de dieren in Nederland een bepaalde mate van bescherming, onder andere door de erkenning van de intrinsieke waarde van dieren en de hantering van het preventiebeginsel (‘nee, tenzij’-principe), waarmee wordt voorkomen dat dieren geëxploiteerd worden zonder dat van tevoren de gevolgen voor hun welzijn onderzocht zijn.

In dit stukje worden 2 vage termen gebruikt: “intrinsieke waarde” en “dierenwelzijn”. Dierenwelzijn valt voor ieder dier anders uit en voor 1 soort (zelfs niet voor apen) is er al geen sluitende definitie te maken. Geen wonder dat personen die dieren willen gebruiken naar eigen in zicht in de praktijk gemakkelijk weg kunnen komen met hun eigen invulling van hoe zij voor dierenwelzijn willen zorgen.
De GWWD heeft dus nooit iets voor dieren betekent en zal dat ook nooit kunnen. Wanneer het ministerie van LNV dan ook besluit deze wet door een andere te vervangen dan kan de situatie voor de dieren niet of nauwelijks slechter worden dan deze nu al is.

Wanneer we op de site van LNV kijken hoe men de wet nu wil invullen dan is zelfs te lezen dat het ministerie vindt dat het houden van dieren zelfs verboden zou moeten worden! Zie onderstaande citaten van de website:

Ontwerp Wetsvoorstel dieren

Integraal kader voor regels over gehouden dieren en daaraan gerelateerde onderwerpen (Wet dieren)

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: Alzo Wij in overweging genomen hebben dat het wenselijk is ter uitvoering van Europese verplichtingen en in het belang van de gezondheid en het welzijn van dieren en in dat van de volksgezondheid, regels te stellen betreffende dieren, in het bijzonder door de mens gehouden dieren, achtslaand op de intrinsieke waarde van het dier en ethische aspecten in het bijzonder in relatie tot biotechnologie, en daarbij, uitdrukking gevend aan de samenhang met die regels, te betrekken regels omtrent diervoeders en diergeneesmiddelen, en aldus mede te kunnen voorzien in effectieve en eenduidige maatregelen teneinde de naleving van deze regels te bevorderen, dat het voorts het wenselijk is regels te stellen ter bevordering van de zuiverheid van de in Nederland gefokte rassen en de afzet van dierlijke producten;

Artikel 1.3 [Intrinsieke waarde]
Bij de uitoefening van bevoegdheden bij of krachtens deze wet wordt de intrinsieke waarde van het dier betrokken.

Artikel 2.2 [Houden van dieren]
1. Het is verboden dieren te houden.
2. Het verbod, bedoeld in het eerste lid, is niet van toepassing op bij of krachtens algemene maatregel van bestuur aangewezen soorten of categorieën van dieren.

Tot zover de LNV website.

Het lijkt erop dat het LNV de nieuwe wet prima heeft opgezet. Zal het dan vanaf nu goed komen?

Helaas, net zoals bij de GWWD zit het probleem in het handhaven. Daarvoor ontbreekt ten enenmale de politieke wil, zoals ex-hoogleraar dier en recht Dirk Boon reeds 30 jaar verzucht.

Voor wie wil weten hoe een goede rechtsfilosofie ten aanzien van dieren wel zou moeten luiden, klik hier.

31 augustus 2007

Varkenshouders presenteren vals beeld van hun situatie

Op de site van Agriholland valt deze verkeerde voorstelling van zaken te lezen:
In de visie van de Nederlandse Vakbond Varkenshouders (NVV) zijn de varkensbedrijven economische dragers van het buitengebied, waarvan ze op een geïntegreerde wijze deel uitmaken.

Middels aankleding van de bedrijfsgebouwen en erfbeplanting dragen ze bij aan het landelijke imago van het gebied. Van uitbreiding in de varkensstapel in Nederland is geen sprake. De varkenshouderij is immers gequoteerd.

Tot zover Agriholland. Bedrijfsgebouwen doen in meer of minder mate af aan het imago van het gebied. Erfbeplanting kan dit nog wat versluieren.
Dat er van uitbreiding geen sprake zou zijn, is niet waar. Dit valt te concluderen uit eerder nieuws over mogelijke uitbreiding van varkensrechten.


In het nieuws van 16 juli 2007 viel te lezen:
Vooral Brabantse en Limburgse pluimvee- en varkenshouders krijgen extra dierrechten via de ontheffingsregeling.

Van de 165 toegewezen aanvragen komen er 51 uit Noord-Brabant en 41 uit Limburg. Dat blijkt uit gegevens van het landbouwministerie. De pluimveestapel in Brabant en Limburg kan zo met circa 4 miljoen stuks groeien, de varkensstapel voorlopig met 75.000 dieren.

LNV heeft nu ruim 3,1 miljoen pluimveerechten en ruim 37.000 varkensrechten verstrekt. Enkele tientallen aanvragen zijn nog in behandeling, meest voor varkensrechten in Brabant en Limburg.

Van de toegekende pluimveerechten gaan meer dan 1 miljoen naar Brabant (33,6 procent); 919.000 rechten gaan naar Limburg (29,5 procent). Brabantse varkenshouders krijgen bijna 8.300 rechten en Limburgse 15.000, maar dat wordt dus meer.

De ontheffingsregeling moet het mestoverschot verkleinen. Boeren die al hun mest buiten de Nederlandse landbouw afzetten, hoeven bij uitbreiding maar de helft van de benodigde dierrechten te kopen; voor de andere helft kunnen ze ontheffing krijgen. Het aantal toegekende rechten moet dus keer twee om de totale uitbreiding te berekenen. De rechten mogen pas worden benut als de mest wordt verbrand of verwerkt. De ontheffing geldt tien jaar.

Van de 587 aanvragen werd een groot deel uitgeloot. Minister Gerda Verburg overweegt een nieuwe openstelling.

29 augustus 2007

Varkensflat in Tsjechië verijdeld, nu nog in Nederland

Persbericht PvdD Den Haag, 29 augustus 2007- Plannen van één van de grootste Nederlandse varkenshouders om een varkensflat in Tsjechië te realiseren zijn verijdeld na acties van de lokale bevolking. Die had de hulp van de Nederlandse Partij voor de Dieren ingeroepen om de plannen van de Nederlandse ondernemer tegen te houden. De Partij voor de Dieren heeft de lokale bevolking geholpen in het verzet tegen de vestiging van een bedrijf voor meer dan 30.000 varkens. Deze slaagde, na overtuiging van de plaatselijke autoriteiten, een gat in het bestemmingsplan van het dorp tijdig te dichten.

Tot zover de PvdD. Benieuwd of dat in Nederland ook lukt…..

Dierproeven openbaar

Datum: 28 augustus 2007; bron: PvdD

WUR moet openbaarheid geven over dierenexperimenten

De Partij voor de Dieren heeft een rechtszaak gewonnen tegen de geheimzinnigheid waarin Dierexperiment Commissies (DEC's) zich hullen. De Amsterdamse rechtbank heeft naar aanleiding van een Wet Openbaarheid Bestuur procedure bepaald dat Wageningen Universiteit - en in haar kielzog andere universiteiten - gehouden zijn informatie die betrekking heeft op experimenten met dieren openbaar te maken.

PvdD kamerlid Esther Ouwehand had al op 4 mei vragen gesteld aan minister Klink over openbaarmaking van de DEC protocollen maar omdat de minister vooralsnog niet tegemoet leek te willen komen aan de wens tot controle vanuit het parlement, heeft de Partij voor de Dieren besloten een voorlopige voorziening te vragen aan de rechter. De minister liet weten het verzoek 'mee te nemen in de evaluatie van de wet op de dierproeven', maar daarop 'niet vooruit te willen lopen'.
De rechter koos ervoor om geen uitspraak te doen in de vorm van een voorlopige voorziening maar meteen een oordeel te vellen in de hoofdzaak, omdat hij van mening was dat de kwestie voldoende helder is.

De uitspraak is van grote betekenis voor het proefdierendebat, omdat eindelijk helder wordt welke dierproeven er aan Nederlandse kennisinstituten gedaan worden, volgens welke protocollen ze plaatsvinden en wat de overwegingen zijn geweest om ze toe te staan.

De geheimzinnigheid waarin dierproeven worden verricht en waarmee universiteiten zich in strijd met de bedoelingen van de wetgever konden onttrekken aan democratische controle, lijkt daarmee doorbroken. De Partij voor de Dieren is zeer verheugd over de uitspraak van de rechter en hoopt dat hiermee het maatschappelijk debat over dierproeven en de aanvaardbaarheid daarvan een nieuwe impuls zal krijgen.

Tevens zal het een bijdrage kunnen leveren aan het eindelijk serieus werk maken van de ontwikkeling van alternatieven voor dierproeven, vooral nu de samenleving zal kunnen meekijken naar wat dierproefnemers met dieren doen in hun laboratoria.

28 augustus 2007

Vissenbescherming betreurt het palingroken

Palingrookwedstrijden in Nederland

Op veel plaatsen in Nederland worden palingrookwedstrijden gehouden.
De Stichting Vissenbescherming betreurt het dat het palingroken als onderdeel van feestelijkheden wordt beoefend. In 1986 is reeds door wetenschappers van de Rijksuniversiteit Leiden bewezen dat vissen dieren zijn met gevoel en bewustzijn en dat zij dientengevolge kunnen lijden door pijn, angst en stress. De tot dusver gangbare manieren van het doden van paling in Nederland kunnen helaas geen aanspraak maken op het predikaat diervriendelijk.
Doodkruipen in zoutbad
De palingen worden door middel van een zoutbad van hun slijmhuid ontdaan. Dit zout brandt in hun huid, wat de dieren zeer veel pijn bezorgt. De palingen vertonen langdurig heftige zwembewegingen om het zout te ontvluchten. Dit zoutbad heeft op de huid van de palingen een effect dat te vergelijken is met brandwonden bij de mens. Bovendien beschadigt het zout de kieuwen. Een uiterst pijnlijke methode dus. Wanneer palingen ten slotte ophouden te bewegen zijn ze nog bij bewustzijn en nog lang niet dood. Zij worden vervolgens onverdoofd van hun ingewanden ontdaan. Dit langdurige lijden is voor sommigen van hen dan nog niet ten einde, want daarna worden ze aan hun kop opgehangen om te worden gerookt. Wetenschappers aan de Universiteit van Utrecht hebben aangetoond dat de dieren na de zoutbehandeling nog heel veel uren blijven leven De paling is dus een heel taai beest en als gevolg daarvan wordt hij soms nog levend gerookt.

Elektrisch bedwelmen en doden
Daarnaast is het mogelijk palingen elektrisch te bedwelmen en te doden. Het doden van palingen via elektrische bedwelming luistert nogal nauw; er kan gemakkelijk iets misgaan waardoor de paling alsnog bij zijn volle bewustzijn wordt opengesneden. Er is in Nederland nog geen goedgekeurde apparatuur beschikbaar. Binnen het kader EU-onderzoek is wel een apparaat ontwikkeld en getest dat aan alle eisen van het doden van slachtdieren voldoet, d.w.z. bedwelming binnen 1 seconde, gevolgd door pijnloze doding door 5 minuten lagere stroom toe te dienen en stikstofgas aan het water toe te voegen of zout aan warm water toe te voegen. Die apparatuur is echter nog niet op de markt. Van bedwelmingsapparatuur in Duitsland is bekend dat deze niet voldoet aan bovengenoemde eisen en daardoor ernstig dierenleed veroorzaakt.

Bedreigde diersoort
De paling is momenteel ook nog een bedreigde diersoort. Voor zover bekend paaien palingen alleen ver weg in de Sargassozee; voortplanting in gevangenschap is nog nooit gelukt. De jonge glasaaltjes worden op hun weg van de Sargassozee naar de Europese wateren massaal weggevangen langs de kusten van Zuid West Europa en geconsumeerd als gebakken frites. Erg winstgevend is de export hiervan naar Japan. Deze economische activiteit draagt er, evenals de IJsselmeer- en de sportvisserij, sterk aan bij dat de palingstand in o.a. Nederland de laatste jaren schrikbarend omlaag is gegaan. Bescherming is dan ook op zijn plaats. Het dier is kort geleden door het ministerie van LNV op de rode lijst van bedreigde diersoorten geplaatst.

Deelnemers aan een festijn als een palingrookkampioenschap moeten zich eens afvragen hoe ze omgaan met de intrinsieke waarde van ieder dier, dus ook van paling, zoals die is vastgelegd in de Gezondheids- en Welzijnswet voor Dieren. Het plezier en het lekker eten bij zo'n festijn kan toch niet opwegen tegen het leed dat deze palingen wordt aangedaan. Onder grote druk van Dierenbescherming en Vissenbescherming wordt er nu eindelijk gewerkt aan een acceptabele manier van het doden van vissen. We hopen dat binnenkort de eerste proefopstellingen worden geplaatst van apparatuur waarmee palingen (en ook meervallen en tilapia’s) binnen 1 seconde buiten bewustzijn worden gebracht en daarna niet meer kunnen bijkomen. Dat is de richting waar het heen moet en consumenten die dierenwelzijn serieus nemen zouden eigenlijk moeten wachten tot er paling op de markt komt die op die manier gedood is. Voor meer informatie zie www.vissenbescherming.nl

Leeswijzer


Kijk op Facebook voor onze reactie op de actualiteit.
Aanbeveling: Thema's of steekwoorden vindt u via de labels onderaan de pagina of op Animal Freedom. Klik hier voor de laatste bijdragen.
Klik hier voor het beleid om uw privacy te beschermen.

Waarom dit blog?

De Nederlandse veehouderij is vooral gericht op zoveel mogelijk voor de export te produceren onder het motto “meer, meer, meer en groot, groter, grootst”. Dit heeft negatieve gevolgen voor zowel de dierenwelzijn, biodiversiteit, het milieu, het klimaat, de portemonnee en de gezondheid van burgers en ook voor welwillende boeren.
Dit blog verzamelt kritische artikelen die de wurggreep beschrijven waarin de veehouderij zichzelf heeft vastgezet. Zo willen we niet alleen een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de kwaliteit van het leven voor alle belanghebbenden, maar ook aan een schone, gezonde omgeving en een beter dierenwelzijn.

Ook de argumentatie dat dieren grondrechten hebben kan beter en meer aansluiten op hoe mensen voor zichzelf vinden dat recht moet gelden. Alle dier(soort)en kunnen in hun recht op vrijheid als (intrinsiek) evenwaardig aan mensen beschouwd worden. Dierenrechten zijn mensenrechten, die mensen de kans geeft om voor dieren op te komen.
Dieren, bijv. in de intensieve veehouderij, worden behandeld als een object in plaats van een subject met gevoelens en rechten.

De snelheid en het aantal dier(soort)en dat we voortdurend gebruiken is immens. De bijdrage aan onze welvaart en economie van de agrosector is gering. De oplossing is simpel en van niemand anders dan van ons zelf afhankelijk.

Dierenrechten in woord en beeld

Vrijheid is ook een intrinsiek grondrecht voor dieren. Dieren zijn geen dingen Dierenrechten zijn mensenrechten. Mensen moeten voor dieren kunnen opkomen wanneer hun grondrecht wordt geschonden.
logo van Animal Freedom yin en yang
Lees hier over de redenen waarom dieren recht op vrijheid hebben. Lees hier waarin mens en dier evenwaardig zijn.