Mens en dier zijn (intrinsiek) evenwaardig in hun recht op vrijheid

Bij de Stichting Animal Freedom leest u over de gedachte achter dierenrechten.
Hier leest u over ontwikkelingen in de agrosector en de gevolgen voor dieren(rechten).
Alle levende wezens zijn verschillend maar evenwaardig in het recht op vrijheid op een natuurlijk leven.
Een dier is (net als een mens) geen ding of een object.
Dierenrechten zijn mensenrechten. Mensen moeten kunnen ingrijpen wanneer mensen dieren misbruiken of onrecht aandoen.

19 oktober 2006

Walvisvangst als toppunt van speciesisme

Hoewel dierpsychologen nog van mening kunnen verschillen over de precieze mate waarin, zijn ze het er doorgaans wel over eens dat walvisachtigen zeer intelligente sociale dieren zijn. Net als bijvoorbeeld mensapen hebben deze cetaceans een vorm van zelfbesef dat zich in elk geval kan meten met dat van mensenkinderen.
Op zich doet dit er moreel gezien niet zoveel toe als we ons afvragen welke dieren gebruikt mogen worden als voedsel en bron van grondstoffen voor mensen. Aangezien het helemaal niet nodig is om dieren daarvoor te gebruiken, kunnen we volstaan met de constatering dat er helemaal geen dieren gebruikt mogen worden voor zulke doeleinden (zie mijn artikel Dieren die weet hebben van zichzelf, in Vega! uit 2005).
Toch zijn er een soort gradaties van speciësisme mogelijk. Speciësisme is het discrimineren tussen individuele wezens op basis van de diersoort waar ze toe behoren. In het algemeen is het speciësistisch als je vindt dat je een dier wel mag opeten en een mens niet. Maar het is nog speciësistischer als je individuele psychologische kenmerken van een dier van geen enkel belang vindt voor de manier waarop je een individu behandelt, zolang het dier geen mens is. Een extreem voorbeeld is dat je (behalve vanwege de specifieke smaak) het niet belangrijk vindt of er een stuk mensaap of een aantal oesters op je bord ligt. Het zijn in beide gevallen leden van andere diersoorten dan homo sapiens sapiens en dan doet het er voor de extreme speciësist verder niet meer toe of een dier psychologisch en daardoor ook qua belangen praktisch overeenkomt met een menselijke persoon.
Dit is een extreem en meestal fictief voorbeeld, hoewel er in Afrikaanse landen soms echt zogeheten bush meat van mensapen op het menu kan staan. Voor geïndustrialiseerde landen is er een maar al te reële gruwelijke parallel, namelijk de jacht op walvissen. Ook al zal men zich onder protest nog neerleggen bij natuurbeschermingsargumenten, het argument dat het onnodig doden van walvissen in alle relevante opzichten overeenkomt met het vermoorden van een kind of puber, legt men zonder wroeging direct naast zich neer. Niet hoe een dier psychisch in elkaar zit, wat het ervaart of voelt, is hierbij van belang, maar zuiver dat het geen mens is. Helaas blijken morele overwegingen opnieuw geen rol te spelen nu diverse landen weer volop de harpoenen willen laten vliegen.
Als je biologisch geen mens bent, kun je psychologisch zo menselijk zijn als je maar wilt, maar het zal je anno 2006 nog steeds niet beschermen tegen 'zwaarwegende' economische belangen.

Titus Rivas

17 oktober 2006

Nederland laks bij illegale dierenhandel

SP-Kamerlid Van Velzen hekelt de 'lakse houding' van de regering als het gaat om de aanpak van illegale handel in bedreigde exotische en wilde dieren. De verantwoordelijke ministers zouden geen werk willen maken van actieve opsporing en vervolging van de misstanden. 'In andere landen hebben ze daar allang maatregelen voor getroffen', aldus de socialist. Ook hekelt ze het voornemen van het kabinet om 4 miljoen euro te bezuinigen op de Algemene Inspectie Dienst, die belast is met het toezicht op bedreigde diersoorten. Volgens het Kamerlid is Nederland door het gedoogbeleid de 'spin in het web' van de wereldwijde handel.

Op Nederlandstalige internetsites vindt illegale handel in wilde dieren of producten van die dieren plaats. Dat blijkt uit het onderzoek 'Gevangen in het net' van het International Fund for Animal Welfare Nederland (IFAW Nederland). De handel vindt plaats op populaire veilingsites als Marktplaats en op gespecialiseerde websites en ook via chatrooms en mailinglijsten. IFAW Nederland stelt dat de illegale handel het voortbestaan van beschermde diersoorten bedreigt. De organisatie pleit voor meer informatievoorziening, zodat kopers en verkopers weten welke dieren ze wel of niet mogen verhandelen. Ook zou de overheid meer werk moeten maken van de opsporing van illegale handel.

Zie ook het reptielenleed in Nederland.

16 oktober 2006

Grenzeloze dieronvriendelijkheid

In het Reformatorisch Dagblad valt te lezen.
SP, GroenLinks en de nieuwe Partij voor de Dieren zijn het meest diervriendelijk, CDA en VVD het minst. Dat blijkt uit de stembarometer op 'wakkerdier.nl'. CDA'er Ormel is het niet eens met de uitslag. Het Kamerlid benadrukt dat er per 1 januari een einde komt aan de handel in ziek vee en dat juist het CDA voorstander is van een Europees verbod op het onverdoofd castreren van biggen. VVD'er Snijder wijst op haar beurt onder meer op het liberale initiatief om de jacht op zeehonden te verbieden. Dat de oppositie haar hypocriet noemt omdat de VVD de ogen sluit voor nertsenfokkerijen, vindt ze niet reëel. 'Als Nederland wat betreft de regels voor het houden van dieren te ver voorop loopt, verschuift het dierenleed naar andere landen'.

Zou de redenatie van Snijder aldus zijn: “wanneer Canada geen zeehonden meer mag afslachten voor het bont, dan is er op de markt des te meer ruimte voor de Nederlandse bontfokkerijen”?

Nutteloze aanwas in dierentuinen

Van al die dierentuinfoto’s in de krant word ik doodziek. Nu weer een gorilla geboren in Blijdorp. (Telegraaf 13/10)

Iedereen weet dat die dieren niet terug naar de natuur kunnen en toch fokt men maar door, als bezetenen.

Ruimte voor al die dieren heeft geen enkele dierentuin.

Over het uiteindelijke lot van deze dieren zou dan ook een ‘interessante’ reportage te maken zijn.

Hoogste tijd dat er paal en perk aan dit gesol met dieren gesteld wordt door een overheid die eist dat voor elke nieuwe geboorte het bestaande verblijf met een bepaald aantal vierkante meters vergroot wordt.

Goede tijdingen voor nertsen?


Nachtelijke overvallers hebben op nertsenhouderijen in het noorden van Spanje meer dan 17.000 nertsen uit hun kooien bevrijd. De politie gaat er vanuit dat de acties zijn uitgevoerd door dierenactivisten of rivaliserende bedrijven.
(bron: het Reformatorisch Dagblad op 16 oktober).

Zouden die rivaliserende bedrijven uit deze hoek komen:

Er is meer belangstelling voor het dragen van bont. Verschillende modekoningen prijzen het aan en de economische opleving zorgt voor extra vraag vanuit China en Rusland. De nertsenfokkers in Nederland, die hun pelsen wereldwijd verkopen, profiteren daarvan. Op de veilingen van Kopenhagen en Helsinki wordt voor de topkleuren momenteel 38 euro betaald. Drie jaar geleden was dat nog 28 euro.

De afgelopen vijf jaar is het aantal nertsen in Nederland met 20% gestegen. In ons land worden momenteel circa 3,7 miljoen nertsen gehouden. Na China en Denemarken is Nederland het derde productieland ter wereld. Ook Polen is een land in opkomst, mede omdat zich daar ook enkele Nederlandse fokkers hebben gevestigd. Wereldwijd is het aantal nertsen dat wordt gehouden de afgelopen gegroeid van 22 naar 42 miljoen.

Tot zover BN/De Stem van 13 oktober.


Een en ander is een bonte opvatting van het vrije markt principe.

12 oktober 2006

Desinformatie over sojateelt door onderzoekers in opdracht van overheid

Op Zibb.nl verscheen het volgende bericht:
Braziliaanse sojateelt vooral ten koste van grasland
De snelle groei van de sojateelt in Brazilië in de afgelopen jaren is vooral mogelijk gemaakt door omzetting van grasland in akkerbouwgrond. Ontbossing heeft alleen indirect plaatsgevonden, als gevolg van een verdringing van de veehouderij.
Dat blijkt uit een literatuurstudie van onderzoeksinstituut LEI in opdracht van het ministerie van landbouw. Het rapport moet een bijdrage leveren aan de maatschappelijke discussie over de internationale sojaproductie en –handel.
Tot zover Zibb.

Bovenstaand bericht is een schoolvoorbeeld van de desinformatie die onderzoekers in opdracht van de overheid verspreiden. De suggesties wordt getracht te wekken dat er met het verbouwen van soja in Latijns Amerika ten behoeve van Nederlands veevoer niets aan de hand is.
Dat men dit een bijdrage aan maatschappelijke discussie noemt is een gotspe.
Het verbouwen van soja voor veevoer gaat direct en indirect ten koste van de regenwouden in Zuid-Amerika. De Europese veestapels zouden helemaal niet tot dat niveau moeten groeien dat aanvoer van veevoer van andere werelddelen nodig zou zijn. Wanneer vee op een iets diervriendelijke manier zou worden gehouden en als gevolg daarvan de vlees- en zuivelprijzen iets zou stijgen, zou de vraag naar dierlijke producten afnemen. Daarmee kan gemakkelijk alle intercontinentale invoer worden vermeden. Voordeel is energiebesparing, minder dierenleed en minder aantasting van milieu en natuur. Als finaal voordeel wordt het broeikaseffect en klimaatopwarming tegengegaan.

10 oktober 2006

Smart Girls Fake It!


Cosmo op de bres voor de nerts

Cosmopolitan en Bont voor Dieren zeggen ‘nee’ tegen bont. Ondanks dat 87% van de Nederlanders tegen onnodig dierenleed is en bont gruwelijk vindt, ligt er steeds meer bont in de winkels. Bont voor Dieren is dan ook een grootscheepse actie begonnen om het fokken van nerts in Nederland te stoppen. Cosmo steunt de petitie en vraagt elke lezeres dat ook te doen. Het blad roept iedereen op een handtekening te zetten voor een verbod op het fokken van nertsen en verkoopt T-shirts met de tekst ‘Smart Girls Fake It’.

Nederlandse bontindustrie bloeit
Nederland lijkt een onschuldig land wat betreft de bontindustrie. Volgens Bont voor Dieren zijn veel Nederlanders tegen nutteloos dierenleed en wordt in Nederland nauwelijks nerts verkocht en gedragen. Toch heeft Nederland een omvangrijke nertsenindustrie. Ons land is zelfs de derde nertsenleverancier van de wereld. Cosmopolitan wil dat dit verandert en heeft haar hoop gevestigd op de verkiezingen van 22 november. Het blad roept kiezers op te denken aan alle konijnen, zeehondenpuppies en nertsen waarvan de pels voor de mode-industrie wordt gebruikt. Cosmopolitan adviseert om op stemwijzer.nl de standpunten te bekijken van de verschillende politieke partijen over het fokken van nertsen en andere dieren.

Bontmythes
Veel mensen denken dat konijnenbont een 'restproduct' van de vleesindustrie is, maar niets is minder waar. Konijnen worden speciaal voor hun vacht gen gedood. Verder worden de mannetjeskonijnen vaak gecastreerd voor een mooiere vacht. Ook zeehonden worden nog steeds doodgeknuppeld voor vacht. Daarbij misleidt de industrie de consument met etiketten waarop staat ‘natuerliches Mittel’ en ‘Gato Cinesi’. Vaak gaat het dan om 100% kat of
hond. Volgens Bont voor Dieren zijn dit redenen om ook internationaal te ondernemen.

Celebs tegen de bontparade; Fake is Fun!
Cosmopolitan vindt bont verre van chic en is blij dat er naast de vele celebs die fur dragen, ook sterren bestaan die een anti-bont houding hebben. Grote namen als Charlize Theron, Alicia Keys, Drew Barrymore en Pink zijn het gebruik van bont en ook Ralph Lauren, Victoria Beckham en Pamela Anderson willen er niets van weten. Grote winkelketens als Mango en Laundry Industry hebben al afgezien van de verkoop van bont. Bont voor Dieren en Cosmopolitan hopen dat door de acties steeds meer winkelketens celebs inzien dat het gebruik van bont onnodig is en dat Fake Fun is.

EU en Amerika zouden wederzijdse import van vlees moeten verbieden

De Europese Commissie heeft een compromis gesloten met Brazilië en Thailand over de import van pluimveevlees uit die landen. Sinds 27 juni moet Europa op last van de Wereldhandelsorganisatie (WTO) lagere tarieven hanteren voor de import van pluimveevlees. Om niet overspoeld te worden met Braziliaans en Thais kippenvlees stelt de Europese Commissie importquota in.

Het ware beter geweest voor het dierenwelzijn als beide partijen een akkoord zouden hebben gesloten om niet naar elkaar te exporteren. Dat scheelt voedselkilometers en dierenleed.

Meer lezen over argumenten achter de stelling dat het verboden zou moeten worden om dierenleed te exporteren, klik hier.

06 oktober 2006

Voor God spelen

Genetische manipulatie - of modificatie zoals het in wetenschappelijke kringen heet - wordt nog wel eens voorgesteld als een groot moreel gevaar. Mensen zouden voor God gaan spelen als ze de genetische code aanpassen. Eigenlijk is dat best vreemd want mensen hebben dat al duizenden jaren gedaan bij het domesticeren, fokken en telen van plant- en diersoorten. Het voornaamste verschil is dat dit nu veel gecontroleerder kan gebeuren, op gen-niveau. In principe zou je verwachten dat dit alleen al daarom veiliger zou zijn voor het milieu en de gezondheid dan de oudere methode. Zo eenvoudig ligt het echter ook weer niet, want genetisch gemodificeerde plantsoorten zouden bijvoorbeeld te snel ingevoerd kunnen worden voordat goed duidelijk is wat voor ecologische consequenties hun introductie waarschijnlijk zal hebben.

Veel prangender wordt het probleem van de manipulatie van het erfelijk materiaal als zij gevolgen heeft voor het welzijn van de genetisch gemodificeerde wezens zelf. Je kunt dit probleem op minstens twee niveau's benaderen. Allereerst op het niveau van de soort: als je de genen van een dier maar ver genoeg aanpast, kan het op een gegeven moment genetisch dusdanig gaan afwijken van de oorspronkelijke soort dat het er biologisch gezien niet meer echt bij hoort. De biologische natuur wordt dan volgens critici aangetast en dat zou ook nog immoreel zijn als het dier er zelf niets van merkt.
Een stuk tastbaarder zijn echter de bezwaren op het niveau van het subjectieve welzijn zelf, zoals pijn en allerlei vormen van ongemak, maar ook de inperking van de mogelijkheden tot een interessant en bevredigend leven. Bovendien is er in het geval van de genetische modificatie bij mensen het risico dat men alleen nog genoegen neemt met (fysiek gezien) perfecte individuen en de rest vooral als minderwaardig, lastig of ongewenst gaat zien - het bekende schrikbeeld van de nazi-eugenetica.
Daarbij mogen we niet vergeten dat er voor de genetische modificatie van diersoorten per definitie altijd proefdieren worden gebruikt. Ook als men niet per se tegen de genetische modificatie van planten is, dan nog blijft dit bij dieren een zwaarwegend ethisch probleem. Dit werd onlangs weer eens duidelijk uit een gruwelijk bericht vlak voor dierendag, over honderden genetisch gemanipuleerde proefdieren die (enkel) vanwege de overplaatsing van onderzoekingen naar een andere locatie waren afgemaakt. Dat is pas echt voor God spelen lijkt mij, en het komt akelig dicht in de buurt van afmaakrondes uit de jaren '30 en '40, veel meer nog dan praktijken uit de wereld van de hedendaagse humane genetica.

04 oktober 2006

Martin Gaus gaat zorgen voor universitair opgeleide huisdiereigenaren

Mensen mogen niet zomaar een hond of kat kopen maar moeten eerst een huisdierexamen afleggen. Dat vindt 38 procent van de Nederlanders, zo blijkt uit een onderzoek dat is uitgevoerd door opiniepeiler Maurice de Hond in opdracht van verzekeraar Proteq.
Toekomstige huisdiereigenaren kunnen tijdens het examen bijvoorbeeld laten zien of zij verantwoord met hun dier omgaan en of het wel bij hen past. Verder blijkt uit het onderzoek dat Wereld Dierendag steeds minder aandacht krijgt. Gaf vorig jaar 45 procent van de Nederlanders hun dier geen extraatje, dit jaar geldt dat voor 61 procent.

Misschien dat de opleiding voor huisdiereigenaren op een hoger plan kan worden getild door Martin Gaus. Die is namelijk van plan om in Lelystad op het terrein van de universiteit van Wageningen (het animal science park) een campus te bouwen naast een permanente jaarbeurs voor huisdieren.

De huisdieren van de honderdduizenden bezoekers waar hij op rekent, kunnen het onderzoeksmateriaal zijn voor de universiteit, zo verklaart Gaus de raszuivere win-win-situatie. Terwijl die dieren worden onderzocht kunnen hun eigenaren misschien hun dierenkennis bijspijkeren op de Martin Gaus Honden Hogeschool?

Gert Jan laat diervriendelijke ballon op

Het niveau van dierenwelzijn moet overal omhoog, vindt VVD-er Gert Jan Oplaat. Zodat er in de wereld geen plaatsen meer zijn waar het dierenwelzijn niet of nauwelijks wordt gerespecteerd, terwijl daar dan wel een uitwijkplaats ontstaat voor producenten voor goedkope dierlijke producten.

Oplaat is bang dat door de haas in de politieke marathon geen ruimte meer is voor de exportproducten uit de bio-industrie in Nederland. Hij wil dit voorkomen door de kosten voor de buitenlandse producten te verhogen door ook daar de eisen op het gebied van dierenwelzijn te verscherpen.
Het zou mooi zijn als Oplaat op zijn eigen kippenbedrijf het goede voorbeeld gaat geven door de kippen in de wei te laten lopen. Dan kunnen die ook eens kennismaken met de hazen in het land.

Natuurlijk heeft Oplaat wel een punt. Ons land importeert en exporteert kippenvlees. Dat is het gevolg van de vrije wereldmarkt, maar gelijke monniken, gelijke kappen. Wanneer ons land kapt met de invoer van dieronvriendelijk geproduceerd kippenvlees, mogen andere landen ons vlees ook weigeren. Dat tot politiek speerpunt maken zou een goede zaak zijn, want dan kan ieder goedwillend land de eigen diervriendelijke productie afschermen tegen oneigenlijke concurrentie.

Dit gezichtspunt spoort niet met de plannen om Barneveld voor kip hét logistieke knooppunt van Europa te maken. Het is kiezen of delen: of je gaat voor goedkoop en veel of je gaat voor weinig en kwalitatief hoogstaand. Op hetzelfde moment wordt in de media vleesproducenten opgeroepen om meer vanuit de consument te gaan denken. Die wil weliswaar goedkoop, maar ook lekker eten.

03 oktober 2006

Politie Sint-Truiden doekt hanengevecht op na tip van GAIA

Via een anonieme tip bij GAIA heeft de politie van Sint-Truiden zaterdagnamiddag in de deelgemeente Zepperen een hanengevecht opgedoekt. GAIA verwittigde de politie, die op de plaats van het verboden hanengevecht vier levende hanen en een dode in beslag kon nemen, en verboden materiaal aansloeg als korven, drank en de map van de banque russe, een verboden gokspel.

De hanenvechters zetten het op een lopen. Niemand kon worden aangehouden, maar de politie liet weten dat een aantal deelnemers is geïdentificeerd op grond van de nummerplaten van hun voertuigen. Eén persoon werd opgepakt: een kweker van vechthanen, die beweert dat hij er niets mee te maken heeft, hoewel het hanengevecht plaatsvond in een weide achter zijn woning. De nog levende hanen werden overgebracht naar het Natuurhulpcentrum van Opglabbeek.

GAIA pleit voor het verbieden van de kweek van vechthanen. Want zolang het kweken van vechthanen toegelaten blijft, zullen hanenvechters zich blijven bevoorraden.

30 september 2006

Is een dier is in grondrechten gelijkwaardig?

Bovenstaande titel is niet letterlijk de titel boven het interview met mecenas Niek Pierson in de Volkskrant van zaterdag 30 september.
Niek Pierson is hoofdsponsor van de Partij voor de Dieren.
In het interview staat:
Pierson moet weinig hebben van de dierenbescherming. ‘Dier en mens zijn gelijkwaardig. Je moet de Grondwet veranderen en dieren gelijke rechten geven’. Als die opvatting straks in de Kamer wordt verwoord, komt de hele wereld volgens hem luisteren.

Dat is ietwat slordig geformuleerd.
Mooier is “dieren hebben net als mensen het grondrecht op vrijheid”. Voor dieren betekent dit dat zij het recht hebben om in vrijheid hun natuurlijk gedrag te vertonen.

28 september 2006

Toezicht op veemarkten via webcams op Internet?

De Dierenbescherming vraagt minister Cees Veerman (Landbouw) om cameratoezicht bij veemarkten. De aanwezigheid van camera's moet een einde maken aan mishandeling van dieren op de markten.

Bij de Dierenbescherming voelt men er weinig voor af te wachten of de door Veerman bevolen strengere controle effect heeft. "Het is bepaald niet de eerste keer dat het goed mis is op de Nederlandse veemarkten. Er duiken regelmatig beelden op en het ministerie zegt telkens dat het toezicht door de AID wordt verscherpt. De praktijk wijst echter uit dat het niet om incidenten gaat maar om structurele problemen en dat de inspectiediensten niet doorpakken".

De Dierenbescherming bepleit daarom een structurele oplossing. "De geschiedenis herhaalt zich. Camera's op alle veemarkten is een betrouwbare oplossing. Ophangen van camera's werkt preventief en als het misgaat, is het meteen vastgelegd".

Het zou allemaal nog effectiever zijn wanneer die beelden rechtstreeks te zien zijn op Internet.

Vegetariers alle partijen, verenigt u!


Wordt u ook zo moe van vegetariërs die hun eigen opvattingen verloochenen door mensen in hun omgeving te bewegen tot het eten van biologisch vlees?
Of die roepen dat vegetariërs gezonder zouden zijn?
Biologisch vlees is afkomstig van dieren die biologisch voedsel hebben gekregen. Hun levensomstandigheden zijn niet per definitie beter dan die van de intensieve veehouderij.
Vegetariërs leven vaak gezonder dan mensen die veel vlees eten. Dat betekent niet dat een vegetariër gezonder is, het betekent dat een gemiddelde vegetariër ook bijvoorbeeld vaker beweegt en minder rookt. Het gezond zijn ligt aan zijn levensstijl, niet aan het laten staan van vlees.
Laat er geen misverstand over bestaan: het vegetarisme is een prima, gezonde en aangename levensstijl, mits de persoon lekker heeft leren koken en niet alleen met vleesvervangers. Het is niet het vlees dat moet worden vervangen, maar de oude ingesleten gewoontes, drogredenen en slaafse mentaliteit.

Een ander vreemd fenomeen is het aanprijzen van de diervriendelijkheid van politici die in hun gedrag nauwelijks valt te betrappen op diervriendelijk gedrag. De Landelijke Dierenbescherming (waar onevenredig veel vegetariërs werken) riep biologisch boer Harm Evert Waalkens uit tot dierenbeschermer van het jaar. Waarom niet Wouter Bos? Die is als vegetariër pas diervriendelijk bezig.
Maar nee, de Dierenbescherming moest weer de kool en de geit sparen. Dus een lijsttrekker is te veel partij, een politicus met een dun biologisch sausje op een onverkiesbare plaats kan weer wel.
Het middle-of-the-road-denken heeft D'66 ook uiteindelijk niets gebracht, behalve tijdelijk met een aansprekende, charismatische voorman (Terlouw, van Mierlo).

Op 22 november vinden weer de Tweede Kamerverkiezingen plaats. Vraag aan al die mensen die achter de stands proberen uw stem te krijgen eens of zij vegetariër zijn. U zult versteld staan door het aantal die dat wel is, maar daarvoor niet uitkomen of politici staan te promoten die het dierenwelzijn worst zal zijn.
Veel vegetariërs kiezen voor de partij waarvan ze denken dat die gaat winnen of voor een "lekker kontje", maar vergeten dat stemmen gaat over jouw mening en niet over jouw vermogen om te voorspellen wie de grootste partij wordt.
Verloochen jezelf niet, kies partij voor de dieren, ook als niet-vegetariër, dan bent u echt het meest zuiver bezig.

Sommige pelzen zijn meer gelijk dan andere

Naar aanleiding van de onthulling van de Franse organisatie AFIPA dat er in een bontwinkel in het Brusselse bontjassen van hondenpelzen verkocht worden als ‘Koreaanse wolf, wil GAIA dat het wetsontwerp van federaal minister van Economie Verwilghen tot een handelsverbod in pelzen en afgeleiden producten van honden en katten én van pelzen en afgeleide producten van zeehonden snel gestemd wordt door het parlement.

Is het maken van jassen van dieren afkomstig uit het wild erger dan van dieren die daar speciaal voor zijn gehouden?

Alle dieren hebben evenveel recht op kwaliteit van leven
.

Boeren voeren vaker zelf antibiotica aan hun vee

De FIDIN Werkgroep Antibioticumbeleid schrijft in een rapportage over de toegenomen gebruik van antibiotica:
Ten opzichte van 2004 is sprake van een toename van 12% van het aantal kilogrammen werkzame stof. Hiertegenover staat een geringe toename van de veestapel. De veestapel is in 2005 ten opzichte van 2004 als volgt gewijzigd; het aantal runderen en varkens is licht gestegen tot respectievelijk 3,8 miljoen en 11,2 miljoen dieren. Met name in de varkenshouderij is het aantal bedrijven verder afgenomen (- 3,5%) en neemt het aantal grote bedrijven (met meer dan 2500 varkens) verder toe (+ 7%). Binnen de groep runderen is het aantal vleeskalveren met 8% toegenomen. De aantallen pluimvee zijn verder toegenomen van 86 miljoen naar 93 miljoen kippen.4
De toename van het gebruik betreft met name de orale toepassing van oxytetracycline, doxycycline, amoxicilline en ampicilline (70% van de stijging). De verklaring hiervoor kan liggen in verminderd gebruik van de antimicrobiële additieven die per 1 januari 2006 zijn verboden, als gevolg waarvan substitutie heeft plaatsgevonden met therapeutische middelen. Daarnaast is in 2005 het toezicht op het illegale gebruik van antimicrobiële grondstoffen, mede op aandringen van de FIDIN sterk geïntensiveerd, hetgeen kan hebben geleid tot meer gebruik van geregistreerde antibiotica. Overigens kan het gebruik van met name tetracyclines en trimethoprim/sulfa’s mede worden verklaard door de economische situatie van de veehouderij (vaccinaties nemen af en investeringen in huisvesting worden uitgesteld) en het naleven van de formularia, op grond waarvan de inzet van deze middelen de voorkeur geniet. Verder wordt de voorkeur gegeven aan de praktischer orale toepassing boven injectiepreparaten, mede gezien de verlengde wachttermijnen die op grond van het IKB-systeem gelden ter voorkoming van spuitplekken in het vlees op de injectieplaats.
Een verdere verklaring voor de toename van gebruik is de verdere intensivering in met name de varkenshouderij. De infectiedruk neemt daarmee toe, mede in relatie tot de bestaande ziektedruk van “nieuwe” ziekten, (onder andere Ileitis, Circo-virusinfecties en PRRSV).

Tot zover het FIDIN.
Voor boeren heeft het toedienen van antibiotica een tweeledig doel: het vee groeit harder en de kans op infectie wordt kleiner. Het gebruik van antibiotica heeft echter gezondheidskundige gevolgen.

De stadsduif als afvaller

Jaarlijks verdwalen er in Nederland honderdduizenden postduiven tijdens wedvluchten. Deze geringde duiven vestigen zich in steden en dorpen en zorgen aldaar voor ongeringde nakomelingen. Het percentage geringde duiven onder de stadsduiven varieert per stad en is mede afhankelijk van de vluchtroutes van wedstrijden met postduiven. In sommige steden bestaat zelfs wel 75% van de stadsduiven uit verdwaalde postduiven. De meeste duivenhouders willen hun verdwaalde huisdieren overigens niet meer terug, omdat er geen prijs of eer meer mee te behalen valt.
Daarmee lijkt de positie van de stadsduif op die van de oudere werknemer. Een jongere collega kan net wat sneller en is wat minder zelfstandig. Daarmee dienen jonge honden en brave postduiven de belangen van de werkgever/melker die alleen gericht is op geld verdienen, al dan niet via gokken.

De praktijk is weerbarstig. Van een links college als de gemeente Groningen, waarin je zou verwachten dat SP-wethoudster Janny Visscher de belangen van stadsduiven als kwetsbare onderlaag in de samenleving zou verdedigen, is juist fervent verdelger van de “vliegende ratten”. Deze aanduiding hebben Stadjers (inwoners van de stad Groningen) voor de zogenaamde “patatduiven” die het zelf voedsel vinden nog niet zo goed onder de knie hebben. Althans het vinden van gezond voedsel, want door het opruimen van de patat en andere voedselresten op straat, ondervinden ze allerlei welvaartsziekten. Hun shabby uiterlijk maakt de afvallige duiven er niet populairder door.

Ondertussen kan de gemeente Groningen niets beters verzinnen dan de mensen die zich opwerpen voor de zaak van de stadsduiven een zware boete van 150 euro in het vooruit te stellen. In plaats van samen te werken in het plaatsen van duiventillen om de populatie in toom te houden, probeert men elkaar vliegen af te vangen.
Duke “faunabeheer” uit Lelystad is ondertussen de lachende derde omdat aan hen de opdracht is gegeven om de duiven weg te vangen. Zij vangen ook de postduiven, melden deze keurig bij de Nederlandse Postduiven Organisatie. De eigenaren reageren niet en Duke vangt dubbel door ook deze duiven bij de poelier af te leveren. Die verwerkt de duiven weer in de snacks en zo is de voedselkringloop weer rond.

27 september 2006

Hogere export van levende varkens leidt tot meer dierenleed

De uitvoer van de varkenssector in Nederland is begin dit jaar steeds meer verschoven van vlees naar de levende export. Hiermee neemt het dierenleed toe. De reden is commercieel: buitenlandse slachthuizen betalen meer. In Nederland wordt het merendeel van de varkens al voor de export gehouden. Dat is voor de voedselvoorziening in ons land volkomen overbodig. Ook in de ons omringende landen worden voldoende varkens gehouden.
Hoe korter de lijn naar het slachthuis, hoe minder stress er door de dieren wordt geleden.
In het buitenland is soms zelfs een mobiel slachthuis in gebruik om de diervriendelijkheid in de sector tegemoet te komen.

26 september 2006

Koeterwaals van de PvdA over dierenwelzijn

De PvdA is uiterst summier over dierenwelzijn en wat er staat is soms gewone onzin.
In de dossiers van de PvdA op Internet valt over dierenwelzijn en op de site van Harm Evert Waalkens het volgende te lezen:

De PvdA wil dat dierenwelzijn expliciet wordt opgenomen in wet- en regelgeving. Wij willen dat wordt vastgelegd welke dieren wel en welke dieren niet gehouden mogen worden. Nertsenfokken moet bijvoorbeeld verboden worden, net als het gebruik van wilde dieren in circussen.

Tot zover redelijk heldere taal, maar de tekst vervolgt:

Ook moet er een verbod komen op ingrepen die de intrinsieke waarde van het dier aantast, zoals het onverdoofd castreren van biggen en het couperen van staarten.

Bedoeld was hier dat ingrepen die een inbreuk vormen op de lichamelijke integriteit van een dier moeten worden verboden.
Dat is ook moeilijke taal, maar het gebruik van lege termen als “intrinsieke waarde” is typerend voor het gebrek aan inhoud die de politiek van de PvdA in het verleden heeft laten zien ten aanzien van het lot van dieren uit de bio-industrie.

Wat weer wel pleit voor de PvdA is de pleidooi tijdens de algemene politieke beschouwingen voor het verminderen van de exportsteun van de landbouw, maar in hoeverre bedoelt men dit voor de veeteelt?
Het Europese landbouwbeleid wordt met kracht verder hervormd. Er moet een einde komen aan de inkomens- en exportsubsidies en aan de genereuze opkoopregelingen van overproductie.

Wanneer dit de bijdrage van Waalkens is geweest aan het PvdA-partijprogramma, dan is het niet zo vreemd dat hij op een onverkiesbare plaats is gezet.

Sommige grote grazers horen niet thuis in de Oostvaardersplassen

Het is mooi dat de zeearend broedt in de Oostvaardersplassen. Deze vogel heeft er zelf voor gekozen om daar te komen en bevalt het hem niet dan vliegt hij (met partner en jong) weer weg. Maar paarden en Heckrunderen komen al eeuwen niet meer voor in de vrije natuur in Nederland. Zij kunnen door de afrastering niet kiezen om weg te trekken. Ook edelherten werden (elders in Nederland) vaak geïmporteerd en vervolgens via de jacht in toom gehouden.
In 1983 werden de eerste Heckrunderen uitgezet, in 1994 volgden Konikpaarden en in 1992 werden een kleine vijftig edelherten uitgezet. Sindsdien zijn de kuddes fors gegroeid door het rijke voedselaanbod en de afwezigheid van natuurlijke vijanden.
De functie van deze dieren was het open karakter van het natuurgebied te behouden. Maar deze functie had ook uitgevoerd kunnen worden door dieren die mobieler zijn.

Door afschot door Staatsbosbeheer en sterfte door honger zijn in de winter van 2004 op 2005 337 edelherten, 235 Heckrunderen en 131 wilde Konikpaarden gestorven.
Deze omstreden situatie had gemakkelijk voorkomen kunnen worden.
De aanwezigheid van deze onnodige grazers maakt het ook nog eens minder gemakkelijk om een natuurlijke corridor met de Veluwe op te zetten.

Winst en verlies bij leven en welzijn in de Comfort Class varkensstallen



Varkens in de Comfort Class kennen door de inrichting van de stal meer welzijn dan de kale varkensstallen. Het gevolg is dat de dieren meer bewegen. Dit bewegen kost energie die ten koste gaat van de omzetting van voer in vlees. De vleesvarkens uit de Comfort Class stal in Raalte groeien harder dan gemiddeld en dus eerder slachtrijp. Omdat de varkens in de welzijnsstal veel voer vreten is de voederconversie ongunstiger dan het landelijk gemiddelde.
Deze achtergrond maakt dat het varken en de Comfort Class stal duurder zijn dan in de bio-industrie. Als gevolg zal de omzet beperkt zijn omdat weinig consumenten bereid zullen zijn dit prijsverschil te betalen. Een verhoogde omzet kan worden bereikt door een optimale PR-campagne, maar de kosten daarvan gaan af van de winst.
De winst- en verliesrekening van deze situatie maakt dat wie echt iets wil doen voor het welzijn van de varken, moet werken aan het verminderen van het aantal varkens dat in de oude situatie terecht komt. Dat kan door politieke beschermingsmaatregelen en beperking van de export van varkensvlees maar nog effectiever is door af te zien van het eten van varkensvlees.

Klik hier voor een gedetailleerd overzicht van mogelijkheden om echt iets te doen voor het welzijn van dieren.

24 september 2006

Dieronvriendelijke observaties op een kinderboerderij

Vandaag inspecteerde ik een kinderboerderij. Gewoon als dierenbeschermer, om een beetje allround te blijven. Een interessante gewaarwording.

Ik zag weinig kinderen, hoewel prachtig weer. De meeste kleintjes speelden in de zandbak, zaten op de wip of op de schommel. Voor de dieren bestond weinig belangstelling.
Het personeel bestond gedeeltelijk uit geestelijk gehandicapten. Het verzorgen van dieren wordt hier kennelijk gelijkgesteld met bezigheidstherapie. Daartegen zou m.i.geen bezwaar hoeven te bestaan indien deze mensen ook in andere vormen van zorg ingezet zouden worden. Boerderijdieren zijn immers geen proefdieren.
Alle grazers hadden oormerken. Wat is daarvan in dit geval de zin?? Dit is geen slachtvee. Voor zover ik weet dragen dierentuindieren ook geen oormerken.
Er stond 1 stevige zwarte mini-koe eenzaam te wezen.
De ezel was niet thuis: enige weken “naar de hengst”. Zijn er dan nog niet genoeg ezels op de wereld?!
Alle pluimvee was opgehokt. In kleine hokken zaten grote aantallen Barnevelders en New Hampshires (kippen). Hetzelfde lot trof kalkoenen, ganzen, eenden, pauwen.
Het lot van de konijnen en cavia’s is m.i. een verschrikking: allemaal in piepkleine hokken.
Konijnen en cavia’s zijn er te koop, evenals rijstvogels en Japanse meeuwen. Is dit normaal?
Tenslotte sprak ik even met de beheerster over het ophokken. Tja, dat kon wel eens lang gaan duren, zei ze. Waarom worden de hokken dan niet groter gemaakt, vroeg ik. Tja, we willen ze eigenlijk inenten, maar………..dat is duur, en dan kunnen we er niet meer mee fokken. (??)

En daarom zitten de dieren dus voorlopig nog wel in omstandigheden die het beeld oproepen van de bio-industrie.

E.D.
Zie ook het Zwartboek kinderboerderijen

23 september 2006

Troostprijs voor besmette proefdierapen uit het BPRC

Transport van 28 besmette chimpansees naar Stichting AAP is een feit

Persbericht Stichting AAP, Almere, 21 september - Denk je eens in: een heel leven lang in een betonnen ruimte en ineens word je verhuisd naar een verblijf waar je op houtsnippers loopt, de vogeltjes fluiten en de wind door je haren waait. Op maandag 25 september is het zover! Na een lange voorbereiding verhuist de eerste groep van zes chimpansees van het proefdiercentrum BPRC naar Stichting AAP voor hun welverdiende pensioen. Ook de overige 22 chimpansees zullen in de daar opvolgende week per vrachtwagen arriveren.

Het Chimpanseecomplex is voor een belangrijk deel gerealiseerd ten behoeve van de huisvesting van de met HIV en hepatitis C geïnfecteerde chimpansees uit het Biomedical Primate Research Center in Rijswijk.
Deze overdracht is het resultaat van een campagne (CEECE, Coalition to End Experiments on Chimpanzees in Europe) die startte in Engeland en leidde tot een maatschappelijke discussie over het gebruik van mensapen als proefdier. De Tweede Kamer verzocht de toenmalige minister van OC en W om een wettelijk verbod op het gebruik van deze dieren en een pensioenregeling voor de nog in het BPRC verblijvende dieren. Eén van die Kamerleden, Mw. Van der Hoeven kreeg in haar nieuwe hoedanigheid als Minister dit dossier overgedragen, zag kans de realisatie veilig te stellen en stelde tezamen met het Ministerie van VWS de benodigde financiële middelen ter beschikking.

In maart van dit jaar was de bouw van dit unieke project voltooid. De tijd die Stichting AAP restte is vooral benut om de inrichting te vervolmaken en het dierenverzorgend team bekend te maken met het gebouw en de zeer strenge veiligheidsregels die hier zullen gelden. Professor Agooramoorthy, een wereldautoriteit op het gebied van welzijn van primaten, betitelde onlangs het geheel als: "A world class facility".

19 september 2006

Varkensboeren krijgen in het ziekenhuis koekje van eigen deeg

MRSA is een bacterie die nauwelijks met antibiotica is te bestrijden omdat deze resistent is. Die resistentie is het gevolg van het gebruik van antibiotica in de intensieve veehouderij. Ziekenhuizen zijn daarom zeer voorzichtig met mensen die resistente bacteriën bij zich dragen, want een pandemonium van bacteriële infectie oftewel een epidemie in het ziekenhuis met massale dodelijke afloop ligt op de loer.
Ongeveer een kwart van de varkensboeren en veeartsen die met varkens werken is met MRSA besmet. Worden zij in het ziekenhuis behandeld, dan kunnen zij de besmetting doorgeven. Zij en hun familieleden worden daarom in quarantaine gehouden. Hun behandeling lijkt daarmee op de manier waarop de varkens zelf ook in afzondering worden gehouden. Varkenshouders spreken daarbij van een gezonde bedrijfsvoering. Hoe kleiner de kans op virale en bacteriële besmetting, hoe gezonder de status van het varken door hen genoemd wordt.
Varkensboeren zijn niet alleen een gevaar voor de gezondheid van dieren, maar ook van mensen.

PETA hekelt oproep WNF om proefdieren in te zetten

People for the Ethical Threatment of Animals (PETA) stelt:

The World Wildlife Fund (also known as the Worldwide Fund for Nature, or simply WWF) has been actively pressuring government agencies in the U.S., Europe, and Canada to increase the amount of testing that they require for pesticides and other chemicals. The result of the WWF’s lobbying has been the establishment of what threaten to be the largest animal-testing programs of all time.

And that’s not all. As one would expect of an organization founded by trophy hunters, the WWF does not oppose killing animals for sport. The WWF believes that culling (read “killing”) elephants and seals is OK, it supports the slaughter of whales by native tribes, and it refuses to speak out against steel-jaw leghold traps.

Surprised? Please learn here more about why PETA thinks the WWF should change its name to the Wicked Wildlife Fund.

--------------------------------------------------------------------------------


The World Wildlife Fund (WWF) has been actively pressuring government agencies in the United States, Canada, and Europe to greatly increase the amount of testing that they require for new and existing pesticides and other chemicals. The result of the WWF’s lobbying has been the establishment of what threaten to be the largest animal-testing programs of all time.

The WWF was the driving force in pressuring the U.S. Congress to legislate the screening of chemicals for “endocrine (hormone) disrupting” effects and has subsequently been heavily involved in establishing the framework for the Environmental Protection Agency’s (EPA) massive chemical-testing program now under development. As its Web site points out: “WWF invested substantial resources in the EPA’s Endocrine Disruptor Screening and Testing Advisory Committee,” which “agreed upon a set of tests to form the foundation for the screening and testing program.” What the WWF neglects to mention, however, is that 10 of the 15 recommended screens and tests are animal-poisoning studies, some of which kill hundreds or thousands of animals at a time. According to scientific estimates, the WWF-backed endocrine testing program will kill up to 1.2 million animals for every 1,000 chemicals tested, and with environmental organizations pressing for tens of thousands of chemicals to be retested under this program, the toll in animal suffering and death will be staggering. The WWF is also pressuring government agencies in Europe to embark on a similar animal-testing program.

In addition to lobbying for more chemical testing, the WWF has teamed up with Procter & Gamble, S.C. Johnson, and other chemical companies to create an institute to pursue “basic research” on endocrine disruptors. On top of this, the WWF is now pushing the U.S. Congress to pass a bill that would pour additional millions in public funds into endocrine research––much of which would likely be used to fund experiments on animals.

Unfortunately, the “endocrine disruptor” issue is not an isolated example. The WWF has been a major force in pressuring the European Union to amend its Chemicals Policy to require companies to test and retest as many as 30,000 new and existing chemicals. The British Institute for Environmental Health estimates that this process will kill upwards of 45 million animals if the standard battery of animal-poisoning tests is used. The WWF’s U.S. and Canadian offices are also calling for more testing of pesticides, despite the fact that more than 9,000 animals are already killed for each pesticide product on the market. The organization has called for certain pesticides to be tested for “developmental neurotoxicity” (DNT) using a test that kills upwards of 1,300 animals each time it is conducted. This test has been heavily criticized by scientists, including the EPA’s own Scientific Advisory Panel, which concluded that “the exposure of rat fetus/pups was not shown to be equivalent to human fetus/infant during equivalent stages of brain development” and that “the current form of the DNT guideline is not a sensitive indicator of toxicity to the offspring.” In other words, WWF is calling for thousands of animals to be killed in a test that scientists admit is not relevant to humans!

In its defense, the WWF says that “in the absence of effective, validated alternatives, WWF believes that limited animal testing is needed for the long-term protection of wildlife and people throughout the world.” However, there is nothing “limited” about the massive amount of animal testing that the WWF is endorsing. Dr. Joshua Lederberg, Nobel Laureate in Medicine, pointed out in 1981: “It is simply not possible with all the animals in the world to go through chemicals in the blind way we have at the present time, and reach credible conclusions about the hazards to human health.” Now more than 20 years later, millions of animals are still dying in agonizing chemical toxicity tests, and we are no closer to getting dangerous chemicals out of the environment. In fact, despite killing hundreds of thousands of animals in painful chemical toxicity tests, the EPA has not banned a single toxic industrial chemical in more than a decade!

Ook Nederlandse legkippenhouders stoppen soms teveel kippen in een kooi

Uit een persbericht van GAIA

Dierenrechtenorganisatie GAIA en de European Coalition for Farm Animals (ECFA) hebben maandag 18 september 2006 in Brussel actie gevoerd tegen de "onmenselijke" omstandigheden waarin Europese legkippen vastgehouden worden. Bovendien pleitten beide organisaties ervoor om het verbod op de huidige legbatterijen dat in 2012 moet ingaan te handhaven en uit te breiden met een verbod op de verrijkte kooien. "Die kooien zijn een hel voor de kippen", aldus Michel Vandenbosch van GAIA.

Dit willen de dierenrechtenorganisaties aantonen met een undercoverfilm. Daarin wordt getoond hoe sommige batterijkippenhouders uit Engeland, Spanje, Polen en Nederland de wettelijke voorschriften voor het verrijkte kooisysteem omzeilen. "Ze steken bijvoorbeeld 32 dieren in een kooi waar er maar 20 in mogen en die steken ze dan in de bovenste verdieping omdat ze weten dat de inspecteurs daar niet naar kijken", zegt Michel Vandenbosch

16 september 2006

Sloten baggeren en slootjes kijken

Sloten uitbaggeren wordt gedaan om de afwatering van een sloot optimaal te houden en de manier waarop dit gebeurt is normaal gesproken op de meest goedkope manier. Maar hoe je baggert heeft grote gevolgen voor de flora en fauna. Er zijn dichte en open sloten, met verschillend dierenleven daarin.
Wil er voor mensen die gek zijn op slootjes kijken wat meer plezier te beleven zijn, dan zou het mooi zijn wanneer zodanig wordt gebaggerd dat de flora & fauna zo veel mogelijk in tact blijven. Het zou mooi zijn als het rijk en de waterschappen een klein beetje geld overhebben om met deze belangen rekening te houden.

Uit Alterra rapport 1349:

De manieren waarop sloten worden beheerd zijn vanuit ecologisch oogpunt voor vissen (en andere watergebonden flora en fauna) voor verbetering vatbaar, ten einde zo de biodiversiteit binnen poldergebieden te verbeteren ofwel het verhogen van de waarde die de groen-blauwe dooradering (GBDA) met zich mee kan brengen. Deze gedachte stroming sluit tevens goed aan bij de doelstellingen van de Kader Richtlijn Water (KRW), namelijk het creëren van Goed Ecologisch Potentieel (GEP) sloten en de gebiedsdoelen van de Natura 2000 waarbij vissen als habitatrichtlijnsoorten zijn aangewezen. Om gehoor te geven aan de doelstellingen van deze beleidsvelden zal er moeten worden gezocht naar een evenwichtige balans tussen de waterstaatkundige belangen (economische rendabiliteit) en ecologische belangen van de sloten. Praktische voorbeelden hiervan naar De jong, 2002 zijn onder andere:
• Gefaseerde schonen en baggeren, in tijd en ruimte;
• Gericht baggeren (van open naar dicht);
• Baggeren van krabbescheerwateren na september;
• Terugzetten van flora en fauna (vooral grote zoetwatermossels);
• Techniek (ecologisch wenselijk is gebruik van de baggerpomp).

Rapport nummer 1349
Referaat
Er is weinig bekend over de invloed van baggeren op vissen en amfibieën in sloten. Dit onderzoek richt zich op een vergelijking tussen ‘dichte’ en open sloten, waarin gebaggerd wordt met een baggerspuit. De verkregen inzichten kunnen bijdragen aan doelstellingen van beleidsvelden als habitatrichtlijn, Kader Richtlijn Water en groen-blauwe dooradering. ‘Dichte’ sloten staan door middel van een duikerbuis van maximaal 40 centimeter doorsnede in verbinding met het overige oppervlakte water. Open sloten staan in directe verbinding met andere sloten en weteringen. Het onderzoek is uitgevoerd in een polder gebied rond Driebruggen in de provincie Zuid-Holland. De bemonsteringen zijn voornamelijk door middel van elektrisch vissen uitgevoerd. Dit onderzoek geeft ecologische inzichten voor vissen en amfibieën weer en mondt tevens uit in praktische aanbevelingen m.b.t. duikerbuizen om zo sloten beter bereikbaar te maken voor vissen.

13 september 2006

Postume kritiek op de Crocodile Hunter

Veel mensen die regelmatig naar documentaires kijken op Discovery Channel of Animal Planet hebben hem gekend: Steve Irwin, alias The Crocodile Hunter. Met zijn grappige Australische accent en gevoel voor humor nam hij de kijker mee op een ontdekkingstocht naar de meest exotische diersoorten. Daar zaten nogal wat gevaarlijke beesten tussen zoals de krokodillen waar hij naar vernoemd werd. Desondanks was Steve zeker geen typische macho die alleen interessant zou zijn voor 'gevoelsgenoten' of mensen die daar op vallen. Op zijn eigen maffe, eerder jongensachtige manier toonde hij m.i. zelfs enig respect voor de gevoelens van dieren die hij voor de camera bracht. Die combinatie maakte hem razend populair en toen zijn zucht naar avontuur hem begin deze maand fataal werd doordat een pijlstaartrog hem door zijn hart stak, ging er dan ook een schok door de TV-kijkende wereld.
De beelden die Steve Irwin vertoonde waren meestal niet naarder dan wat men in een gemiddelde 'Killer' documentaire over roofdieren te zien krijgt, hoewel je wel kon zien dat de manier waarop hij dieren bejegende niet altijd even prettig voor hen was. Maar anders dan in een show voor enthousiaste hengelaars bleven de gefilmde dieren leven en ging de presentator zelf dood door toedoen van een vis.
Enkele dagen na zijn dood kwam (het door mij over het algemeen zeer gewaardeerde) PETA met kritiek op de Crocodile Hunter. Daarbij stelde men dat Irwin een slap aftreksel was van serieuze documentairemakers als Cousteau. Het was volgens PETA niet verwonderlijk dat hij op deze manier om het leven kwam, aangezien de kern van zijn werk bestond uit het sollen met levensgevaarlijke dieren.
Nu was ik zelf bijvoorbeeld geen liefhebber van het feit dat Irwin kippenlijken voerde aan krokodillen (een keer zelfs terwijl hij zijn zoontje Bob op zijn arm droeg) of duidelijk onwillige dieren 'overhaalde' om toch te schitteren voor de camera, maar het lijkt mij niet bijster verstandig om hem na zijn dood te gaan bekritiseren en dan ook nog terwijl miljoenen fans om hun held rouwen. Dat is zoiets als Lady Di er postuum van betichten dat ze toch maar mooi had meegedaan met het koninklijke circus van haar ex-schoonfamilie.
Laten we ons concentreren op structurele misstanden en ons niet onnodig impopulair maken. De Crocodile Hunter was misschien niet direct de grootste dierenvriend op aarde, maar hij was (in ieder geval op TV) ook geen meedogenloze dierenbeul van het type dat zo vaak te zien is in hengelprogramma's. Proportioneel is het toverwoord.

Auteur .

12 september 2006

In sommige landen hebben varkens het beter, in andere landen even slecht

Een varken in Nederland heeft het beter dan een buitenlands varken, zegt Wyno Zwanenburg van de Nederlandse Vakbond Varkenshouders (NVV).
Zwanenburg reageert op een actie van Milieudefensie, die wil dat de Tweede Kamer een eind maakt aan de bio-industrie.

Zwanenburg vindt dat Milieudefensie doet alsof Nederland een eiland is. Als de Nederlandse varkenshouders zouden moeten stoppen, zullen de varkens minder diervriendelijk en onder slechtere milieuomstandigheden in het buitenland gehouden worden, zegt de NVV.

Doordat Nederland haar vleesproducten op de buitenlandse markt aanbiedt tegen sterk concurrerende prijzen dwingt het producenten in het buitenland om op dezelfde manier de kostprijs te proberen te verlagen. Lage kostprijs van varkensvlees komt tot stand door te bezuinigen op dierenwelzijn en nauwelijks rekening te houden met de gevolgen voor het milieu.

De oplossing uit dit dilemma voor elk land is de overproductie te staken en goedwillende varkenshouders in eigen land te beschermen tegen kwaadwillende producten uit het buitenland. In sommige landen hebben varkens het beter dan in eigen land en in sommige landen even slecht.

Pleidooi voor krimp varkensstapel scheelt geld en levert welzijn op

De bedrijfsomvang moet terug naar enkele tientallen dieren per varkensbedrijf. Dat zegt Marianne Thieme van Wakker Dier en de Partij voor de Dieren in een interview met de Boerderij.

De Boerderij berekent vervolgens:
Nederland telt 5,5 miljoen vleesvarkens en 946.500 zeugen. Voor jaarlijkse export van 4 miljoen biggen zijn 162.500 zeugen nodig, voor het binnenland 784.000. Zelfvoorzieningsgraad: 230%. Om naar zelfvoorziening te krimpen, moeten (130/230 × 784.000 + 162.500) 601.500 zeugen en 3,3 miljoen vleesvarkens weg. Bij een marktwaarde van €2.500 per zeugen- en €550 per vleesvarkensplaats is dat ruim €3,2 miljard kapitaalvernietiging. Stalaanpassing kost minstens €500 per zeug en €125 per vleesvarken: €472 miljoen. Vervroegde slacht kost €300 per zeug: €180 miljoen. Jaarlijkse toegevoegde waarde van de varkenshouderij is €2,8 miljard. 56% krimp kost dan €1,6 miljard. Tevens gaat de bruto toegevoegde waarde van de andere schakels in de kolom verloren. Die is bijna tien keer zo hoog als die van primaire bedrijven. Dat geeft nog eens €14 miljard economische schade, jaar in jaar uit.
Tot zover de Boerderij.

Wat de Boerderij en Thieme er niet bij vertellen is de winst die ons land jaarlijks zou behalen in een schoner milieu, minder dierenleed en verfraaiing van het landschap door slopen van stallen en minder stank.
De varkenshouderij draagt niet bij aan het welzijn van mens en dier, het afbouwen daarvan wel.

11 september 2006

ChristenUnie pleit voor een duurzame landbouw en zorg voor dieren

In het verkiezingsprogramma van de ChristenUnie staat over (landbouw)dieren:

Duurzame landbouw en zorg voor dieren
De spanning tussen de noodzaak tot kostenverlaging en de gewenste vermindering van de regelgeving enerzijds en het realiseren van ‘goede doelen’ op het gebied van dierenwelzijn, milieu en landschap anderzijds, kan worden verminderd door boeren meer te belonen voor hun bijdrage aan verantwoorde landbouw.
De productie en consumptie van duurzaam voortgebrachte landbouwproducten wordt krachtig gestimuleerd. De omschakelingsregeling naar biologische landbouw gaat gelden voor alle landbouwsectoren. De consument wordt, behalve door voorlichting, door financiële prikkels (zoals prijskortingen) gestimuleerd om duurzaam geproduceerd voedsel te kopen.

De ontwikkeling en toelating van milieuvriendelijker bestrijdingsmiddelen wordt versneld. Doel van het beleid is een verminderde afhankelijkheid van chemische bestrijdingsmiddelen door stimulering van milieuvriendelijke middelen en methoden en van het ontwikkelen van resistente rassen. Import van landen tuinbouwproducten waarop residuen van in Europa verboden bestrijdingsmiddelen worden gevonden, wordt geweerd.

De boer wordt zoveel mogelijk keuzevrijheid gelaten bij het behalen van de doelstellingen van het mineralenbeleid. In het bestaande beleid worden stimulansen ingebouwd. Het stelsel van mesten dierrechten blijft bestaan, onder andere voor een verdere vermindering van de ammoniakemissie.
Inkrimpingen van de veestapel vinden uitsluitend plaats via warme sanering, bijvoorbeeld door opkoopregelingen. Nieuwe productiesystemen met minder uitstoot worden gestimuleerd als het welzijn van de dieren er niet op achteruit gaat.

Om massale doding van vee en vernietiging van vlees te voorkomen, wordt bij het uitbreken van besmettelijke dierziekten preventieve vaccinatie mogelijk gemaakt. Bij uitbraak van een dierziekte blijft het preventieve doden in beginsel beperkt tot het besmette bedrijf. Gevaccineerde dieren mogen voor de binnenlandse en Europese consumptie beschikbaar komen.

Het gebruik van hormonen en vergelijkbare groeiversnellende en productieverhogende middelen in de veehouderij blijft verboden. Internationale afspraken en controle daarop worden verscherpt, zodat geen oneigenlijke concurrentie op kan treden.

Ter voorkoming van de verspreiding van dierziekten worden de regels voor het transport van levende dieren verder aangescherpt. Transport van levende dieren over grote afstand wordt slechts bij uitzondering toegestaan.

De batterijhuisvesting in de pluimveehouderij wordt afgeschaft.
In plaats van de zogeheten "verrijkte kooi” stimuleert de overheid de huisvesting van pluimvee in scharrel, veranda en uitloopsystemen.

Het wordt de melkveehouderij aantrekkelijk gemaakt de weidegang in stand te houden, onder meer door waar nodig grondruil en herverkavelen van land van (melkvee)bedrijven te stimuleren. Weidegang is een voorwaarde om in aanmerking te komen voor premies voor duurzaam ondernemen.

07 september 2006

Duitsers hebben Nederlands varkensvlees niet meer nodig

Voor het eerst in de geschiedenis zal Duitsland in 2007 meer varkensvlees exporteren dan importeren. De productie zal ongeveer 4,7 miljoen ton aan vlees zijn, terwijl de behoefte aan varkensvlees 4,5 miljoen ton is.
Hiermee vervalt een reden tot overproduceren in ons land. De overproductie van varkensvlees in ons land levert veel dierenleed en vervuiling op.
Ons land is te klein om de beperkte ruimte te gebruiken voor voeding die niet in eigen land wordt geconsumeerd. 70% van de oppervlakte in ons land wordt gebruikt om voedsel te produceren die voor 70% naar het buitenland wordt geëxporteerd. Ons land zou een stuk mooier zijn wanneer het landschap wordt ingericht met meer Ecologische Hoofdstructuur en akkerranden die voor natuur worden bestemd.

04 september 2006

Dodelijke lef van dierenbeschermers die hun grenzen niet weten

Na grizzly man Timothy Treadwell is ook krokodillenjager Steve Irwin ten prooi gevallen aan een roofdier. Beiden waren een soort circusartisten die graag voor de camera mochten opscheppen over hoever ze durfden te gaan in het benaderen van gevaarlijke dieren.
Irwin mocht niet alleen graag gevaarlijke dieren dicht benaderen, ook beschermde dieren als broedende pinguïns en parende walvissen zat hij (tot ergernis van dierenbeschermers) dicht op de huid. Een pijlstaartrog werd hem fataal, precies op de manier als hij van deze dieren wist: een giftige pijl, recht in het hart.
Beide dierenbeschermers waren goed op de hoogte van de gevaren waaraan ze blootgesteld waren, maar minder goed snapten ze het wezen van statistiek en respect.
Respect is het spanningveld tussen betrokkenheid en afstand houden. Wanneer je bij wilde dieren te vaak balanceert op de grens van wat een dier nog tolereren wil, kom je geheid een keer een beest tegen dat honger heeft en navenant handelt.
Dergelijke dierenbeschermers leveren spectaculaire en misleidende videobeelden op.
Het gesol met dieren wordt door de krokodillen of beren zelf niet ervaren als amusement. Zij worden juist geconfronteerd met iemand die hun grenzen overschrijdt. De juiste afstand houden is wat anders dan grenzen verleggen, zodat andermans ruimte kleiner wordt. De juiste afstand houden betekent ook een ander niet te dwingen of te verleiden om jou aan te spreken over het feit dat je over de grens bent gegaan.

Bewuste weekdieren

De strijd voor dierenrechten van vooraanstaande ethici zoals Tom Regan concentreert zich op wat Regan 'subjects-of-a-life' noemt. Dit zijn wezens met gevoelens, verlangens en doelstellingen met tenminste een basaal bewustzijn van zichzelf en van de eigen preferenties in het leven. Subjects-of-a-life zijn in elk geval alle zoogdieren van een jaar en ouder, maar Regan benadrukt o.a. in The Case for Animal Rights dat ook alle andere dieren waarvan het in elk geval denkbaar is dat ze een subjectieve beleving kennen 'het voordeel van de twijfel' dienen te krijgen. Om die reden is hij voor een afschaffing van de veeteelt in al zijn varianten, inclusief van pluimveeteelt, en van de visserij. Mensen hebben geen dierlijke eiwitbronnen nodig en daarom is het onverantwoord om gewervelde dieren zo maar op te offeren aan onze smaakpapillen, terwijl we niet zeker weten of ze gevoelens hebben of niet. In veel gevallen is er bijvoorbeeld bewijsmateriaal dat wijst op tenminste elementaire vormen van bewustzijn bij de dieren in kwestie.

Iets dergelijks geldt ook voor bepaalde ongewervelden, zoals inktvissoorten (cephalopoda oftewel koppotigen). Hoewel ze een ander soort zenuwstelsel hebben dan gewervelden, blijken inktvissen in staat om te leren en complexe jachttechnieken toe te passen. Hoewel het idee nog controversieel is, zijn er wetenschappers die durven te spreken van inktvis-cognitie. Bij onderzoekingen in Napels bleek dat octopussen in staat zijn om een groot aantal visuele patronen te leren. Bij veldstudies bleek dat octopussen hun jachttechnieken op een flexibele, intelligente manier aanpasten aan de situatie. Jennifer Mather ontdekte dat ze in staat zijn om voorwerpen te gebruiken voor hun doeleinden, zoals stenen en zand, en bovendien op allerlei manieren water kunnen manipuleren, bijvoorbeeld door er mee te spuiten naar lastige mee-eters. Mather toonde ook nog aan dat octopussen spel kunnen vertonen, een kenmerk dat algemeen als een teken van intelligentie geldt.

Dus maar geen calamares of andere inktvisgerechten meer voortaan!

Titus Rivas

Zie ook:
- The Case for Animal Rights

30 augustus 2006

Milieubelangen versus dierenwelzijnbelangen

Door de enorme omvang van de vaderlandse bio-industrie gericht op de export, zitten de landbouwers met een mestoverschot.
Veehouders houden hun dieren het liefst op stal, omdat zij dan zelf kunnen bepalen waar de mest terecht komt. Dit is een milieubelang waarbij het dierenwelzijnbelang wordt geschaad.
Wanneer die mest over het land wordt uitgereden via injectie in de grond, dan loopt het leven voor de weidevogels en het bodemleven kans geruïneerd te worden en kan mest uitspoelen naar het oppervlaktewater.

Wanneer die mest wordt vergist dan kan dit niet uit zonder subsidie en toevoeging van plantaardige producten als maïs. Dit laatste is oneigenlijk gebruik van voedsel en akkerruimte.

Al deze dilemma’s worden opgelost door de veestapel te verkleinen naar de omvang dat deze nog net de binnenlandse behoefte dekt. Het is voor de politiek een fluitje van een cent om vervolgens de eis te stellen en met subsidie te ondersteunen dat de overgebleven veestapel op een ecologisch verantwoorde manier wordt gehouden en in het belang van haar welzijn buiten kan lopen.

VVD is ten onrechte trots op de landbouw

De Nederlandse landbouw levert een belangrijke bijdrage aan onze welvaart, constateert het conceptverkiezingsprogramma van de VVD.
Zo wordt zestig procent van alle sierteeltproducten in de wereld verhandeld in Nederland is de Nederlandse land- en tuinbouw de derde exporteur van voedsel, bloemen en planten.
De VVD schrijft daar niet bij dat het gaat van invliegen van bloemen van overal ter wereld die via de bloemenmarkt in Lisse wordt verhandeld en vervolgens per vliegtuig worden vervoerd naar de afnemers. Dat is op zijn zachtst gezegd niet duurzaam.
Wat de VVD niet vermeld is dat de voedsel afkomstig is uit de bio-industrie. Twee op elke drie dieren of dierlijke producten gaan naar het buitenland.
Dat is op zijn zachtst gezegd niet duurzaam en diervriendelijk.

De VVD vindt dat toekomstgerichte ondernemers op de vrije markt hun inkomen kunnen verdienen met een veilige en duurzame productie. De liberalen stellen voor landbouwsubsidies en andere marktverstorende maatregelen wereldwijd af te schaffen. Een gelijk speelveld is het uitgangspunt.

En hier heeft de VVD wel gelijk aan, maar een partij die vrijheid hoog in het vaandel heeft staan zou moeten pleiten voor het beëindigen van marktonderdelen die onze vrijheid, die van de natuur, het milieu en de dieren onrechtmatig verkleint.

28 augustus 2006

De vergelijking tussen concentratiekampen en de bio-industrie

Kun je de vergelijking wel maken?

Wie kent niet de beelden van Auschwitsch-Birkenau waar in 1944 een terrein van 175 hectare vol stond met houten barakken die spreken lijken op een varkens-, koeien of kippenstal?
Veel mensen maken die vergelijking tussen “moderne” stallen en concentratiekampen, maar het is niet kies om het leed van de joden te gebruiken om compassie voor het dierenleed in de bio-industrie daarmee op te wekken. "De vergelijking slaat dood".

Er zijn een paar essentiële overeenkomsten en verschillen

Een treffende overeenkomst is de depersonalisatie van mens en dier in beide kampen. Joden werden en dieren worden als ding behandeld, onteerd en ontdaan van alle waarden.
Ook de stank van mensen en dieren opeengepakt zonder mogelijkheid om hygiënisch te leven is vergelijkbaar. Er werd en wordt zo min mogelijk moeite gedaan om mens en dier in leven te houden. Als de rek eruit is, volgt de slachting.
Vergassen van mensen die niet fit genoeg waren of geschikt genoeg werden geacht om te werken lijkt een beetje op het vergassen van dieren die een dierziekte hebben. Het kostte de Nazi’s te veel moeite om de mensen voor hun uitroeiing nog eens tot het bot via dwangarbeid uit te buiten.

Wat een belangrijk verschil is dat de redenen achter de ontering anders liggen. De nazi’s wilden de joden uitroeien. De intensieve veehouders willen tegen zo laag mogelijke kosten zoveel mogelijk eetbare dierlijke producten omzetten.
Joden werden uit alle windstreken aangevoerd, dieren worden naar allerlei landen uitgevoerd.
Het ging de Nazi’s om een raszuivere samenleving. Het gaat de bio-industrie om dieren te kweken en selecteren die met de minste kosten het meest betrouwbare voedsel opleveren.
Beide systemen ontbreekt het aan eerbied voor het recht op vrijheid en liefde voor anderen.
Eerbied of respect is het gezonde spanningsveld tussen vrijheid en liefde (betrokkenheid).

Het uitzichtloze bestaan van roofvogels in gevangenschap

In Schoonrewoerd is 's lands grootste buitenkwekerij van bedreigde roofvogelsoorten geopend. Het is de bedoeling dat de circa tweehonderd valken, arenden, gieren en uilen eieren leggen en uitbroeden. De initiatiefnemers hopen dat door eigen kweek illegale roof uit het wild wordt tegengaan.

De brutaliteit van deze fokkers is weergaloos. Zij bestaan het om de aldus gekweekte jongen gewoon op de markt te brengen en te verkopen aan iedereen die het leuk lijkt om in onwillekeurig wat voor volière roofvogels te houden. Ze presenteren het als een soort van bescherming van dieren in het wild, waarbij het dier ook nog plezier zou beleven aan zijn gevangenschap. Alsof het dierenleed van gekweekte roofvogels minder is dan bij jonge roofvogels uit de natuur geroofd. Alsof vogels in gevangenschap minder rechten en behoefte aan vrijheid hebben.
Wanneer een roofvogel eenmaal gevangen zit en de eigenaar legale papieren heeft is ook het trieste lot van hun nakomelingen bezegeld. De wetgever kan onder de huidige jurisprudentie niets meer doen om hen weer vrij te krijgen.

Het gaat dit soort lieden om het geld en de wetgever heeft nagelaten om de mazen in de wet voor in gevangenschap geboren dieren te dichten. Daarnaast is het relatief simpel om in wild gevangen dieren alsnog te legaliseren door de dieren een zogeheten gesloten ring om te doen en papieren aan te vragen. Controle over de herkomst wordt niet gedaan.

Heeft een in gevangenschap geboren dier minder rechten dan dieren van hetzelfde soort in de vrije natuur?

Het is aan het Europese parlement om een wet op te stellen die het bezit van wilde dieren, die in Europa in de vrije natuur voorkomen, verbiedt en aangetroffen dieren verbeurd verklaart. Deze dieren kunnen met enige voorbereiding (op kosten van de dierenhouder) weer worden vrij gelaten.
(Een verbod op) het bezit van uitheemse dieren zou op eenzelfde manier kunnen worden geregeld. Zou de boete te hoog zijn, dan worden de dieren bij het invoeren van een verbod mogelijk gedood. Is de boete laag en zouden de dieren niet door een controlerend ambtenaar direct kunnen worden meegenomen, dan wordt het dier gedumpt of aan de controle onttrokken.

De filosoof en het proces van haantjes sexen


Filosoof Ad Verbrugge liet bij zomergasten van de VPRO een fragment uit de documentaire “Our Daily Bread” zien over het vergassen van haantjes na het sexen op de lopende band.
In zijn toelichting maakt hij duidelijk dat het “zijn” van het productiedier onder invloed staat van invloeden waarvoor niemand meer de verantwoordelijkheid draagt.
In het fragment kwamen duizenden kuikens op topsnelheid via de lopende band voorbij, als waren het bierflessen in een brouwerij langs productiemedewerkers werden geleid, die checkten of het mannetjes of vrouwtjes waren. De haantjes werden vergast of versnipperd, de vrouwtjes werden bliksemsnel naar een medewerker geleid die het snaveltjes kapte, waarna de kuikentjes in kratten verzameld werden.
Veel kijkers zullen de beelden gruwelijk hebben gevonden door de behandeling van de jonge diertjes als een ding, maar op basis van de filosofie van Verbrugge is de werkelijke gruwel gelegen in het proces.
Op de website:
“De soms schokkende beelden laten zien hoe loopbanden, snij-apparaten en machines het proces bepalen. Mensen, dieren en gewassen lijken slechts een bijrol te hebben in de logistiek van de voedselproductie.”
Er is geen enkele noodzaak om kippen te eten of op zo’n grote schaal te produceren. “Het zijn” van het dier wordt volledig bepaald door het belang van de producent: geld verdienen aan zo groot en goedkoop mogelijke productie van kippenvlees.
Het enige dat wij kunnen doen als we geen onderdeel van dit proces willen zijn is uit het proces te stappen. Door geen vlees meer te eten en onze stem te geven aan politici die het proces willen stoppen, kunnen we dieren weer een leven geven waarin ze “zichzelf kunnen zijn”.

25 augustus 2006

De Landelijke Dierenbescherming denkt niet (diep) na over dierenrechten

Directeur van de Landelijke Dierenbescherming, Thomas Posthumus Meyjes, schreef in zijn dagelijkse weblog over een nieuwe dierenwet die door ambtenaren van het LNV in voorbereiding is.

Meyes schreef:
Bedoeling is dat een aantal bestaande wetten (waaronder de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren, dé wet op het gebied van dierenbescherming) in één nieuwe wet worden samengevoegd: de ‘Wet dieren en dierlijke producten’ (werktitel). Op deze manier wil de minister de bestaande regelgeving vereenvoudigen en de verantwoordelijkheid voor dierenwelzijn meer naar maatschappelijke groeperingen schuiven. Mede gezien het dieronvriendelijke beleid van Veerman de afgelopen jaren maken wij ons grote zorgen over deze ontwikkeling. Daarom zitten we als een bok op de haverkist en hebben we regelmatig contact met het ministerie om ervoor te zorgen dat men daar heel goed weet wat wij willen. Onze belangrijkste eis is dat de wet blijft uitgaan van het principe ‘nee, tenzij’, dat wil zeggen dat je niets met dieren mag uitspoken tenzij het absoluut niet anders kan. Dit is natuurlijk een geweldige ‘eerste bescherming’ voor dieren, die nooit meer losgelaten mag worden. Ten grondslag aan deze benadering ligt de erkenning van de ‘eigen waarde van dieren’: een dier is een zelfstandig wezen met gevoelens en bewustzijn, met waarde van zichzelf en niet slechts een middel voor de mens. Ook die grondslag moet in de wet gehandhaafd blijven.

Tot zover Meyes.

Het is natuurlijk de vraag wat je onder het “nee, tenzij” principe moet verstaan. Mag je geen huisdieren, tenzij zij voldoende ruimte hebben om zich natuurlijk te gedragen. Mag je in Nederland geen dieren in de bio-industrie houden, tenzij ze tenminste vrij in de wei mogen lopen?
Vermoedelijk bedoelt de Dierenbescherming dit niet. De Dierenbescherming probeert de ergste dierenmishandeling te voorkomen en heeft haar handen daar al vol mee. De Nederlandse handhavers van de wet werken niet erg mee om dierenmishandeling met daadwerkelijke straffen zo onaantrekkelijk te maken dat mensen het wel uit hun hoofd laten.

Dan de grondslag aan het “nee, tenzij”-principe. Dat zou “intrinsieke of eigen waarde” zijn. Dit begrip is ooit eens voorgesteld door Tom Regan die er nu na wat nadenken het zwijgen over doet. En terecht. De Nederlandse dierenbeschermers daarentegen (als enige in de wereld) omarmen het begrip en zien niet dat niemand buiten de eigen kring het begrip serieus neemt. Ook discussie over de (on)zin daarvan gaat men uit de weg. Wanneer het echt om dierenrechtenfilosofie gaat, denkt niemand meer na, maar komt men tot een slappe definitie als “een dier is een zelfstandig wezen met gevoelens en bewustzijn, met waarde van zichzelf en niet slechts een middel voor de mens”. Geen rechter die de bestaande praktijken in de veehouderij daarmee tot verboden zal verklaren. Vermoedelijk is dat ook niet de bedoeling van de Dierenbescherming. Men zou zich zelf buiten spel zetten en dat kost de organisatie banen, maar ook de mogelijkheid om zware dierenmishandeling aan te pakken. De Dierenbescherming is dus intellectueel gegijzeld. Omdat iedereen er belang heeft om dit te laten voortduren, verandert er in ons land weinig op het gebied van dierenwelzijn. Het ging altijd al om het geld en het zal altijd om het geld blijven gaan. De exportbelangen bestendigen de onwil tot redelijke verbetering in de leefomstandigheden van het vee nog eens extra.

Wat de dieren op de langere duur wel zal helpen is een mentaliteitsomslag. De richting is dezelfde als de emancipatie van de mens. De grondslag daarvan is vrijheid. Vrijheid is het grondrecht van mensen en de vrijheid om zich natuurlijk te gedragen zou ook de grondslag van dierenrechten moeten zijn.

(On)eerlijk communiceren over de motivatie van dierenrechtenactivisten

Christian Parmentier is een bonthandelaar die zich al jaren verzet tegen dierenrechtenactivisten. Hij heeft een boek geschreven "De luis in de pels - de dubieuze moraal van de dierenrechtenorganisaties". Een van zijn speerpunten is het verwijt dat de dierenrechtenbeweging in feite geen rechten voor dieren vraagt maar rechten voor zichzelf in naam van de dieren. Zij eisen het recht op om hun medemens te verbieden vlees te eten, melk te drinken, lederen schoenen of bont te dragen, een wollen trui aan te trekken, dieren in het circus en de zoo te bezoeken, te vissen, proefdieren te gebruiken voor medisch onderzoek, enzovoorts..
Daar bovenop verwijt hij de activisten dat zij zichzelf moreel hoger achten dan anderen.
Hiermee doet Parmetier de waarheid geweld aan. Mensen die zich inzetten voor dierenrechten achten het gedrag waarmee aantasting van dierenwelzijn wordt vermeden van moreel hoger gehalte dan gedrag waarbij dieren gebruikt worden. Het gaat dus de activist niet om zichzelf te bewieroken, maar om anderen te bewegen om bepaald dieronvriendelijk gedrag achterwege te laten.
Net zoals vele anderen die hun diergebruik willen verdedigen gaat Parmentier in de aanval door woorden en motivaties te verdraaien. Een brutaliteit die tegenwoordig helaas gemeengoed is geworden en waardoor de communicatie en discussie onmogelijk wordt.

Voor meer over de ethische overwegingen van veganisten, lees het artikel van Titus Rivas "Pioniers in de dierenemancipatie".
Voor meer over de moedwillige verdraaiing van de waarheid en de onwil om oprecht te communiceren, klik hier op "Babylonische spraakverwarring tussen boeren, burgers en ambtenaren".

Waar is het welzijn in het korte leven van een kalf?

Een kalf wordt geboren om de melkgift van zijn moeder op te wekken. Daarna is het aan de boer wat hij met het dier doet. Hij haalt het dier direct na de geboorte weg van de moeder en wanneer hij geen belang heeft om het te houden, stuurt hij het naar de markt.
Het kalf wordt vervoerd door een transporteur en verhandeld door een veehandelaar. Na verkoop wordt het kalf vervoerd naar het slachthuis of naar een vleesbedrijf dat het dier nog even in een beperkte ruimte houdt tot het niet meer groeit en het alsnog wordt geslacht. Dat kan in binnen of buitenland zijn. Na vervoer naar het slachthuis wordt het via een schietmasker met een pin door de kop gedood, waarna de slachters het dier uitbenen.

Op welk moment in dit miserabele leven heeft het kalf maar een glimp van welzijn gehad?
Heeft een van de betrokkenen (de veehouder, transporteur, handelaar of slachter) het dier mishandeld?
Heeft een van de betrokkenen iets gedaan ter bevordering van het welzijn?
Zijn betrokkenen verantwoordelijk of is dat de politiek?
Of is de consument verantwoordelijk, terwijl hij in de winkel niet of nauwelijks weet kan hebben van de omstandigheden waarin het dier leefde?
Moeten we dan spreken over rechten of over bescherming van welzijn?

De enige persoon die hierin schone handen houdt is degene die geen dierlijke producten gebruikt.

Klik hier om meer te lezen over kalveren.

Mishandelen veehandelaren dieren?

Niet vaker dan incidenteel, volgens eigen zeggen.
Veehandelaren hebben weinig compassie met dieren. Voordat zij de dieren kochten, kenden zij de dieren niet, laat staan dat zij er een band mee hebben. Een handelaar is slechts kort in contact met een dier. Hij levert het dier zo snel mogelijk weer af bij een koper. Daar kan soms een lange en onaangename reis tussen zitten. De hoogste biedende, waar ook ter wereld, is spekkoper.

Vaak komen dieren op de markt omdat de veehouder er vanaf wil. Het dier is ziek en de boer hoopt er nog wat geld aan over te houden. Ernstig zieke of wrakke mogen niet op een veemarkt worden aangevoerd, maar waar ligt de grens?
Veehandelaren hebben dan ook wel eens te maken met dieren te vanwege fysieke zwakte niet snel genoeg reageren op de wens van de handelaren. Tijd is geld. Wie niet luisteren wil, moet maar voelen.

Het gevaar van te veel focussen op incidenten op de veemarkt is dat iets minder erge vormen van dierenmishandeling die op grotere schaal in de bio-industrie plaatsvinden over het hoofd worden gezien.
Schoppen, slaan en (elektrisch) prikken op gevoelige plaatsen van dieren is duidelijk dierenmishandeling, maar het onthouden van natuurlijke omstandigheden aan dieren is dat ook. Maar dat laatste wordt door veel minder mensen als dierenmishandeling onderkent. Vaak is dat het gevolg van menselijke projectie. Wij mensen kunnen mentaal niet natuurlijke omstandigheden gemakkelijk verdragen omdat wij weten dat het later anders kan of zal zijn. Dieren kunnen niet of nauwelijks vooruitzien. Ze hebben ook geen invloed op hun omstandigheden.
Doordat de dieren in de bio-industrie gebruikt worden om op de internationale markt verkocht te worden na de slacht of door gebruik van hun producten moet de kostprijs hiervan zo laag mogelijk worden gehouden. Zo niet, dan kan de handelaar niet concurreren met zijn buitenlandse collega’s of kan het economisch niet uit om het vlees of de zuivel te transporteren naar de buitenlandse markt.
Dit laag houden van de kostprijs resulteert in onnatuurlijke levenomstandigheden voor het vee. En die vorm van mishandeling is niet direct zichtbaar.

Voor wie wil weten hoe het achter de schermen toegaat van de bio-industrie, klik hier.

24 augustus 2006

Dierenmishandeling op veemarkten

Persbericht Amsterdam, 24 augustus 2006

Undercover onderzoek toont frequente en ernstige dierenmishandeling op veemarkten aan
Stichting Dierenrecht Nederland / ROAR doet aangifte tegen daders en verantwoordelijken

Tussen februari 2005 en juli 2006 werd (deels undercover) onderzoek gedaan naar de dagelijkse gang van zaken op de veemarkten in Leeuwarden en Utrecht. De resultaten zijn schokkend. Stichting Dierenrecht Nederland heeft bewijs van ernstige mishandeling van koeien en doet daarom vandaag om 13.00 uur aangifte bij de Officier van Justitie te Utrecht en om 15.00 uur bij het Functioneel Parket in Zwolle.

Zieke koeien die meer op kunnen staan en veelvuldig geschopt, geslagen en met elektrische schokken worden bewerkt. Extreem magere koeien, koeien met overvolle en pijnlijke uiers en gewonde koeien die op hardhandige wijze aan een lier de vrachtwagen in worden getrokken. Wrak vee dat ondanks een uitdrukkelijk wettelijk verbod toch op de veemarkt wordt verhandeld. Omstanders en soms zelfs kinderen kijken slechts toe hoe zieke en gewonde dieren iedere zorg wordt onthouden en vaak twaalf uur of meer zonder water of voer vastgebonden staan.

Hoewel deze misstanden en overtredingen van de wet bekend zijn bij de directies van de veemarkten, bij het Ministerie van LNV en bij de AID, duren ze voort. Voor zover bekend heeft de AID slechts eenmaal ingegrepen. Toen bleek de situatie in Utrecht zo ernstig dat er drie dieren ter plekke moesten worden afgemaakt om ze verder lijden te besparen. Desondanks heeft dit niet geleid tot verscherpt toezicht.

Tot zover het persbericht.

22 augustus 2006

De blindheid van de media voor exportgevolgen voor dieren

Bij de verslaggeving van de uitbraak van de blauwtongziekte valt het op dat de media wel aandacht schenken aan de economische gevolgen van de exportstop voor de veehandelaren en niet voor het dierenleed dat de export oplevert.
Doordat de meeste dieren in Nederland voor de export worden gehouden is de export de grootste veroorzaker van dierenleed. Deze relatie lijken de meeste Nederlanders niet te willen zien. Dat het vervoeren van levende dieren over grote afstanden dierenleed oplevert is van tijd tot tijd duidelijk in de media af te lezen. Maar ook de dieren waarvan het vlees of de producten naar het buitenland worden geëxporteerd lijden doordat hun levensomstandigheden om economische redenen minimaal moeten worden gehouden.
Voor wie geïnteresseerd is in deze achtergronden, leze hier verder.

17 augustus 2006

De mythe van het edele Portugese stierengevecht

Het is langzamerhand tot de meeste westerse toeristen aan het doordringen dat een bezoek aan een Spaans stierengevecht (de corrida de toros) niet meer kan. Het systematisch martelen, pesten en doden van een weerloze stier hoort niet in het rijtje moreel verantwoorde toeristische bezienswaardigheden thuis.
Nu maakt een ander evenement daar gretig gebruik van, het naar eigen zeggen veel minder bloedige Portugese stierengevecht (de tourado). Anders dan in het 'beduidend barbaarsere' Spanje is het in de meeste plaatsen (met uitzondering van de gemeente Barrancos) wettelijk verboden om de stier voor de ogen van het publiek te doden. Dit spektakel wordt door dierenbeschermers dan ook nog wel eens gezien als een beschaafder alternatief voor de Spaanse stierengevechten.
Men zou misschien denken dat de Portugese stieren die niet worden afgemaakt in de arena worden bevochten met de blote hand of met touwen en lasso's, zoals bij een Amerikaanse rodeo. Niet dat dit nu zo edel, pijnloos of dierwaardig zou zijn, maar het zou inderdaad van een totaal andere orde zijn dan een evenement waarbij de stier hoe dan ook moet bloeden. Helaas is niets minder waar!
Het Portugese stierengevecht is minstens zo bloedig als de corrida's en de stieren gaan er even onherroepelijk aan als hun Spaanse lotgenoten, ook al gebeurt dat dan buiten het zicht van het publiek.

Het Comité Anti Stierenvechten schrijft over het Portugese stierenvecht:

"Portugese stierengevechten zijn zo mogelijk nóg wreder dan Spaanse stierengevechten, omdat het veel langer duurt voordat de stier dood is. Hij heeft hierdoor een nóg langere lijdensweg. De stier wordt namelijk niet in de arena - onder het oog van het publiek - gedood, maar pas uren of dagen daarna. Zo verloopt een Portugees stierengevecht:

Bij Portugese stierengevechten spelen paarden een belangrijke rol. Voordat het stierengevecht begint maken alle toreros een 'ererondje' door de arena, samen met de paarden die deelnemen aan het gevecht. Als ze de arena verlaten hebben, wordt de stier binnengelaten. Je kunt direct zien dat zijn horens voor een deel zijn afgevijld en dat ze zijn bedekt met een leren of stoffen omhulsel. Dit is veiliger voor de paarden en toreros, omdat ze hierdoor minder snel gewond raken. De stier verliest door het afvijlen van zijn horens echter zijn coördinatievermogen. Bovendien gebeurt het vijlen vaak op een zeer ruwe manier. Soms worden de zenuwen geraakt en dat is natuurlijk zeer pijnlijk.
Hierna komt een cavaleiro de arena binnen, wiens taak het is om zes tot twaalf banderillas zo diep mogelijk in de rug van de stier te steken. Hierdoor verliest de stier veel bloed. Hij kan de stokken niet van zich afschudden, omdat de weerhaken achter zijn huid blijven steken.
Hoewel het officieel volgens de Portugese wet verboden is, wordt er in sommige Portugese stierengevechten gebruik gemaakt van een picador. Dit vinden veel mensen het meest wrede onderdeel van het stierengevecht, omdat hier het duidelijkst te zien is dat het om pure marteling gaat.
Het laatste onderdeel van het 'gevecht' vormt het optreden van de forcados. Dit is een groep van acht mannen met de taak de stier nog meer uit te putten en te treiteren.
Zeven van de acht mannen springen op het lichaam van de stier en proberen hem op deze manier te stoppen (de stier heeft de natuurlijke neiging om zich te blijven verdedigen). De banderillas zitten nog in het lichaam van de stier, die door het gewicht van de forcados nog dieper in zijn lichaam dringen. De achtste man trekt met al zijn kracht aan de staart van de stier. Dit is voor de sterk verzwakte stier het moment waarop hij de strijd opgeeft.
Hierna komt er een aantal ossen (gecastreerde stieren) de ring binnen, die de stier weer naar buiten moeten leiden.

Het einde
In tegenstelling tot wat veel mensen denken, wordt de stier ook na een Portugees stierengevecht gedood. Hij wordt in een donkere ruimte gezet tot de slager hem uit zijn lijden komt verlossen. Dit kan soms uren of dagen duren, omdat slagerijen in het weekend vaak gesloten zijn. De banderillas zijn na het gevecht met geweld uit zijn lichaam getrokken en er wordt gezegd dat er zout in zijn wonden gestrooid wordt om het bloeden te stoppen. Hierdoor wordt de pijn nog ondraaglijker. En niemand in de stierenvechtindustrie geeft hierom, als ze maar een "mooie show" kunnen neerzetten voor het publiek!

In Portugal worden per jaar meer dan 4.000 stieren gedood bij stierengevechten en tijdens dorpsfeesten."

Het stierengevecht is ook in Portugal dus geen show waar een weldenkende toerist naar toe dient te gaan. Er bestaan simpelweg geen aanvaardbare varianten van het spektakel.

Titus Rivas

13 augustus 2006

Belachelijke slachtoffers

Op een gemiddeld schoolplein komt het ondanks alle campagnes nog steeds te vaak voor: een stel kinderen is vrolijk bezig met het pesten van een zwakker slachtoffertje. Naast fysiek geweld, gaat het daarbij vooral ook om veel verbaal geweld in de vorm van uitschelden en belachelijk maken. Pestkoppen hebben daar minstens zoveel plezier in als in het schoppen, vernielen van eigendommen of slaan, omdat het lijkt te bewijzen dat ze hun slachtoffers geestelijk de baas zijn.
Ik heb zelf in 1999 een artikel geschreven over een vergelijkbaar fenomeen, alleen gaat het daarbij om de superioriteitsgevoelens van mensen tegenover leden van andere diersoorten.

Het gaat niet zozeer om de vernedering als doel op zich, maar vooral om het versterken van het speciësisme als voorwaarde voor onbekommerd diergebruik.
Landbouwhuisdieren of hun ellendige situatie worden bijvoorbeeld als grappig voorgesteld in cartoons, boeken of reclameboodschappen.

Dit artikel over 'speciesistische humor' kan hier gelezen worden:
- Lachen om dieren (Animal Freedom)

Titus Rivas

11 augustus 2006

Veganisten en huisdieren

Een van de kwesties die veganisten onderling wel eens met elkaar kunnen aansnijden is de vraag of het houden van huisdieren verenigbaar is met een veganistische leefwijze. Er worden dan meestal verschillende bezwaren genoemd, die overigens niet op alle soorten huisdieren van toepassing zijn:
- 'Er bestaan al veel te veel huisdieren in Europa, en door een speciaal voor de verkoop gefokt dier aan te schaffen, draag je bij aan het instandhouden van het overschot met alle dieronvriendelijke consequenties van dien.' -> Dit geldt alleen voor gefokte dieren, niet voor asieldieren.
- 'Om huisdieren te voeden moet je andere dieren opofferen.' -> Dit geldt alleen voor individuele carnivore huisdieren die niet kunnen omschakelen op vegetarische voeding.
- 'Huisdieren lijden een onnatuurlijke leven vol beperkingen en met te weinig vrijheid.' -> Dit gaat alleen op voor huisdieren die niet al duizenden jaren bij de mens wonen, zoals wilde, exotische dieren, en natuurlijk voor de in ethologische zin verwaarloosde dieren.

Ik denk dat asieldieren gebaat zijn bij opvang door enthousiaste veganisten, mits die natuurlijk wel echt plezier hebben in hun gezelschap. Ethisch veganisten zijn zich namelijk meer dan gemiddeld bewust van belangen van dieren. Natuurlijk moet het aantal huisdieren hoe dan ook worden teruggebracht, door sterilisatie, castratie of andere vruchtbaarheidsbeperkende middelen.
Wat betreft hardnekkige vleeseters valt te melden dat er echt gewerkt wordt aan volwaardige plantaardige alternatieven. Verder kunnen veganisten in ieder geval trachten het leed dat aan de voeding van deze huisdieren kleeft beperkt te houden.

Vermoedelijk speelt bij veganisten die geen huisdieren willen ook mee, dat ze zelf geen affiniteit hebben met dierlijke huisgenoten, een voorwaarde om het samenleven met dieren een succes te laten worden.

Hoe moet het in de (veganistische) toekomst nu met huisdieren? Volgens mij is het geen ramp als er ook dan nog goed verzorgde, tevreden (aloude) huisdieren blijven bestaan, mits hun aantal beperkt blijft en ze veganistisch worden gevoed. Ze moeten dan wel gezien worden als gelijkwaardige wezens die we niet primair voor ons plezier houden maar die in vrijheid ons leven delen. Mits hun welzijn volledig gewaarborgd wordt, zou dit er ook voor kunnen zorgen dat de dierenwereld ons nabij blijft en we niet volledig vervreemd raken van andere dieren, maar er feeling mee houden.

Titus Rivas

06 augustus 2006

Dieren zonder belangen

Zowel aanhangers van de rechtenfilosofie van o.a. Tom Regan als aanhangers van het preferentie-utilisme van Peter Singer zijn het erover eens dat ethiek primair dient te draaien om wezens met een subjectieve beleving. Als een entiteit geen subjectieve ervaringen kan hebben, dan hoeven we ook geen rekening te houden met haar belangen, want die zijn er dan feitelijk niet, tenzij in de vorm van het belang dat subjectieve wezens eraan hechten. Zo wordt een steen doorgaans opgevat als een voorwerp zonder bewustzijn. Het kan mooi zijn en een rol spelen als bouwmateriaal e.d., maar het heeft zelf nergens belang bij omdat het geen subject is.
Mensen die dieren schaden voor hun economische doeleinden hebben zo dus ook baat bij het zoveel mogelijk ontkennen van het bestaan van hun bewustzijn. Schokkend genoeg is vooral de westerse traditie berucht op dit punt. Het begon bij de Fransman René Descartes die alle bewustzijn bij dieren ontkende, en deze ontkenning kende na het op hem gebaseerde cartesianisme, ook nog andere exponenten zoals het behaviorisme en hedendaagse onderzoekers, zoals de Nederlander Bob Bermond.

Dat men hier zomaar mee weg kan komen ligt aan een eenzijdige nadruk op de fysieke natuurwetenschappen. Bewustzijn oftewel subjectieve ervaringen is niet rechtstreeks fysiek bij anderen te onderzoeken, maar alleen indirect via hun gedragingen of uitspraken. We moeten onze toevlucht nemen tot een analogieredenering: er is een bepaalde wetmatige verhouding tussen mijn eigen bewustzijn en mijn brein en gedrag, en dus ligt het voor de hand (vanuit een principe van zuinigheid) om een vergelijkbare verhouding aan te nemen bij andere mensen en dieren. Dit is vooral problematisch voor lieden die alleen rechtstreekse observaties (onder experimentele condities) accepteren als bewijsmateriaal voor een fenomeen.
Hoe dan ook is er langzamerhand ook binnen de wetenschap een kentering gaande ten gunste van de realiteit van dierlijk bewustzijn. Hopelijk zal dit ook steeds meer het respect tegenover individuele dieren ten goede komen.

Titus Rivas

Zie:
- Hebben dieren een bewustzijn?
- Zinnig en onzinnig geklets over dierenleed

Leeswijzer


Kijk op Facebook voor onze reactie op de actualiteit.
Aanbeveling: Thema's of steekwoorden vindt u via de labels onderaan de pagina of op Animal Freedom. Klik hier voor de laatste bijdragen.
Klik hier voor het beleid om uw privacy te beschermen.

Waarom dit blog?

De Nederlandse veehouderij is vooral gericht op zoveel mogelijk voor de export te produceren onder het motto “meer, meer, meer en groot, groter, grootst”. Dit heeft negatieve gevolgen voor zowel de dierenwelzijn, biodiversiteit, het milieu, het klimaat, de portemonnee en de gezondheid van burgers en ook voor welwillende boeren.
Dit blog verzamelt kritische artikelen die de wurggreep beschrijven waarin de veehouderij zichzelf heeft vastgezet. Zo willen we niet alleen een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de kwaliteit van het leven voor alle belanghebbenden, maar ook aan een schone, gezonde omgeving en een beter dierenwelzijn.

Ook de argumentatie dat dieren grondrechten hebben kan beter en meer aansluiten op hoe mensen voor zichzelf vinden dat recht moet gelden. Alle dier(soort)en kunnen in hun recht op vrijheid als (intrinsiek) evenwaardig aan mensen beschouwd worden. Dierenrechten zijn mensenrechten, die mensen de kans geeft om voor dieren op te komen.
Dieren, bijv. in de intensieve veehouderij, worden behandeld als een object in plaats van een subject met gevoelens en rechten.

De snelheid en het aantal dier(soort)en dat we voortdurend gebruiken is immens. De bijdrage aan onze welvaart en economie van de agrosector is gering. De oplossing is simpel en van niemand anders dan van ons zelf afhankelijk.

Dierenrechten in woord en beeld

Vrijheid is ook een intrinsiek grondrecht voor dieren. Dieren zijn geen dingen Dierenrechten zijn mensenrechten. Mensen moeten voor dieren kunnen opkomen wanneer hun grondrecht wordt geschonden.
logo van Animal Freedom yin en yang
Lees hier over de redenen waarom dieren recht op vrijheid hebben. Lees hier waarin mens en dier evenwaardig zijn.