Mens en dier zijn (intrinsiek) evenwaardig in hun recht op vrijheid

Alle levende wezens zijn verschillend maar evenwaardig in het recht op vrijheid op een natuurlijk leven.
Een dier is (net als een mens) geen ding of een object.
Mensen moeten kunnen ingrijpen wanneer mensen dieren misbruiken of onrecht aandoen.

24 september 2014

Internationale verschillen in waardering van artikelen over dierenrechten

De Stichting Animal Freedom heeft een website waarop teksten staan over dierenrechten in allerlei talen. Onderaan die teksten staan buttons waarop bezoekers hun waardering over het artikel kunnen geven door naar hun Facebookcontacten een aanbeveling (“like”) te sturen of het artikel te delen op hun Facebookpagina.
Op deze pagina wat wetenswaardigheden over hoe de teksten in de verschillende taalgebieden worden “geliked”. Op het moment van schrijven van dit verslag is het Spaanse deel van de site het meest bezocht.
Bij de onderwerpen een link naar de Nederlandse tekst op Animal Freedom. Vandaaruit kunt u de tekst in de betreffende taal vinden via links bovenaan de pagina.

Een beeld zegt meer dan 1000 woorden. Veel likes krijgt de Engelse videopagina met beelden over dierenleed en diermisbruik. Maar de meeste likes vond ik bij een artikel over "Surplus in de dierentuin" over fokken van jonge dieren om publiek te trekken en het doden wanneer ze groter zijn.
Maar er staan meer dan duizend artikelen op de site, dus mogelijk wordt (ondertussen) een ander onderwerp nog vaker aanbevolen.

De tekst over waarom dieren grondrechten zouden moeten hebben en in welke vorm (namelijk net als bij mensen op basis van vrijheid) wordt in de Spaanstalige versie het hoogst gewaardeerd. De uitwerking daarvan van wat dat in de praktijk betekent wordt door Franstaligen het hoogst gewaardeerd. De Franse pagina over misstanden in de bio-industrie kent bijna 15.000 inkomende links."Vrijheid, gelijkheid en broederschap" was blijkbaar niet voor niets het motto tijdens de Franse revolutie.

Een van de eerste teksten die in 1997 op Animal Freedom verscheen ging over de intrinsieke waarde van het dier. Deze tekst wordt vrijwel alleen in Nederland een beetje gewaardeerd, vermoedelijk omdat in andere landen dit argument in het verleden niet of nauwelijks (Peter Singer) werd aangevoerd in de discussie over dierenrechten. Erg vind ik het niet, want ik vind het een onbruikbaar, want slecht begrepen argument.

De opsomming van de misstanden in de bio-industrie, die dierenleed opleveren, wordt in de Engelse versie het hoogste gewaardeerd. In ons land lijkt er schroom om veeboeren kritisch te bezien.

Vlees eten is slecht voor het klimaat. Daarnaast heeft het andere nadelen. De tekst hierover wordt het hoogst gewaardeerd in de Spaanse versie. In het verlengde daarvan waarderen zij ook een tekst over de vraag of de mens dieren mag eten.

Een van de onderwerpen op Animal Freedom, waarmee de stichting mensen die opkomen voor de rechten van dieren wil ondersteunen, is wat je er tegen kunt inbrengen wanneer mensen een standpunt verdedigen met drogredenen (niet kloppende of niet relevante argumenten). Bijvoorbeeld: "Nederland loopt voorop met dierenwelzijn", waarmee men wil impliceren dat dieren in onze vee-industrie het beste af zijn.
Er zijn bij de drogredenen onder meer thema’s als "het eten van vlees", “het verdedigen van de bio-industrie”, “de plezier- en zeehondenjacht”, “de hengelsport”, “het stierenvechten”, “de nertsenhouderij” en “dierproeven”. Ook de flauwe argumenten waarmee vegetariërs anderen willen afbrengen van het eten van vlees wordt aan de kaak gesteld.
Het hemd is nader dan de rok. Dierenleed, stieren aangedaan door toreadors, vindt vooral plaats in Spanje. Argumenten tegen het stierenvechten worden vooral gewaardeerd door Spaanstaligen, gevolgd door Portugees- en Franssprekenden en opvallend weinig door Nederlanders, Engelstaligen en Duitsers.

De opsomming van voor- en nadelen van het nemen van huisdieren worden vooral voor Spaanstaligen gewaardeerd. Er is relatief veel belangstelling voor de Engelstalige subvraag waarom mensen huisdieren willen. Veel Spaanstaligen en kinderen? uit Polen zijn nieuwsgierig of een goudviskom wel door de beugel kan.

Tenslotte het ritueel slachten van schapen tijdens het offerfeest door moslims. Het is geen verplichting op basis van de Koran dat moslims wat voor minderbedeelden doen door een schaap te slachten en het vlees verdelen onder armen. Diervriendelijker alternatieven zijn mogelijk en worden natuurlijk aangemoedigd.
De tekst hierover wordt eigenlijk in alle taalgebieden gewaardeerd, het vaakst door Engelstaligen.
De Stichting Rechten Voor Al Wat Leeft doet in haar oktoberuitgave van haar contactblad Mens en Dier samen met Stichting De Faunabescherming, Stichting VierVoeters en Stichting EDEV (Een Dier Een Vriend) een oproep aan moslims om op 4 oktober geen schapen te slachten. In 2014 valt het offerfeest samen met dierendag.

Kanttekeningen bij dit verslag:
Het aantal waarderingen in de vorm van “likes” wordt mede bepaald door factoren die niet helemaal constant zijn in alle taalgebieden, zoals:
• De kwaliteit van de vertaling
• Het aantal mensen uit een taalgebied dat Animal Freedom bezoekt
• Kleine verschillen in de uitwerking van de tekst
• De actualiteit in de cultuur en de mate waarin de dierenleed veroorzakende handeling omstreden is
• Verschillen in de vindbaarheid via zoekmachines en op Animal Freedom
• Het verschil in gebruik van Facebook en de gewoonte om te "liken" en te delen op Facebook.

Animal Freedom is op Facebook te vinden in de meeste van bovengenoemde talen. Via de homepages op de site kan men naar Facebook gaan en desgewenst een reactie geven.

20 september 2014

De intrinsieke waarde van een dierenleven

De intrinsieke waarde van een dierenleven is de waarde die een dierenleven heeft los van wat de mens daaraan toekent. Elk leven heeft intrinsieke waarde. Geen mens weet, per definitie, deze objectief in te schatten.
Hebben wij en de dieren wat aan deze constatering? Niet veel, ook een kiezelsteen heeft een intrinsieke waarde.
Er zijn mensen die graag anderen willen oproepen om dieren te beschermen en daarmee dierenleed te voorkomen en gebruiken dit als argument. Ze verwarren het zwijgen van de toehoorder met het effect van iemand de mond snoeren.
Boeren houden dieren vanwege de veronderstelde economische waarde en huisdier bezitters vanwege emotionele waarde. Ze zullen zo goed mogelijk voor ze proberen te zorgen in de verwachting dat ze daarmee iets van de dieren terugkrijgen: geld, gezelschap, warmte, aanhankelijkheid et cetera.
Hoe dieren te behandelen laten weinigen zich gezeggen. Hoogstens door wettelijke regels. De geest van de wet drukt uit dat dierenleed en aanstootgevend gedrag wordt voorkomen. De manier waarop dieren worden behandeld of worden geslacht kan bij anderen aanstootgevend zijn. Dit soort zaken wordt daarom achter gesloten deuren gedaan.
Maar er gaat erg weinig motivatie tot verandering in de omgang uit van het verzoek om meer rekening te houden met de intrinsieke waarde van dieren, vooral niet wanneer het er veel zijn, zoals in de vee-industrie.
Wie wel meer onnodig dierenleed wil voorkomen kan zich het beste verdiepen in wat ook hij/zij zelf kan voorkomen. Dat is lijden en vrijheidsberoving. En die inzichten zijn gemakkelijk met anderen te delen. Willen we dit inzicht vergroten en effectief de situatie van dieren verbeteren dan hebben dieren rechten nodig.

Meer lezen over intrinsieke waarde of eigenwaarde? of op de boekbespreking door Titus Rivas van Vrijheid als grondrecht voor dieren & Smoezen over diermisbruik.

Klik hier om te lezen hoe verschillend instanties dit begrip gebruiken.

16 september 2014

Midas Dekkers over het afmaken van geredde zwijntjes

De brandweer redde in Weert wilde zwijntjes uit de Zuid-Willemsvaart. Lang konden de dieren niet van hun vrijheid genieten, want enkele minuten later werden ze alsnog afgeschoten door een jager.

De brandweerlieden hadden de jachtopziener zelf gebeld.
De een doet zijn taak door de dieren te redden, even later doet een ander zijn taak door de dieren te doden. Puur en alleen vanwege de plek waar de dieren terecht komen bij de redding. Op die plek gold een nuloptie voor zwijnen.

Midas Dekkers maakt een vergelijking met het onthoofden van mensen. Wanneer het zichtbaar is via video op Internet leidt het tot mondiale verontwaardiging, wanneer het via een bombardement onzichtbaar plaats vindt, maakt niemand er een probleem van.

Duidelijk is de parallel met slachterijen. Openlijke slacht (bijvoorbeeld ritueel slachten) leidt tot verontwaardiging, slachten achter gesloten deuren niet omdat we er niet mee geconfronteerd worden. De Dierenbescherming is ooit om deze reden opgericht om te voorkomen dat mensen aanstoot zouden nemen aan dierenmisbruik.


Voor het relatief kleine probleem van te water geraakte dieren, de volgende suggestie.
Misschien is het een idee dat de brandweer en andere dierenbeschermers de beschikking krijgen over een mobiele wildtrap waarmee dieren een kanaal kunnen verlaten op een plek waar ze wel mogen verblijven.

01 september 2014

Pluimveesector uitgebuit

Op Eenvandaag een uitzending over Poolse werkneemsters in de pluimveesector die vinden dat zij te laag worden betaald.
Gevraagd of zij zelf wel eens pluimvee eet, meldt ze "ik eet die rommel niet".

De uitbuiting geldt voor alle sectoren in de Nederlandse vee-industrie.

De agrarische sector kan in feite al jaren niet meer zijn eigen broek ophouden. De Russische importban is alleen maar de ‘spreekwoordelijke druppel’. Dat stelt FNV Bondgenoten in een brief aan staatssecretaris Dijksma.

FNV Bondgenoten constateert dat boeren door schaalvergroting en overproductie steeds minder verdienen aan hun productie. Maar ook in de keten zelf gaat het mis. ‘Grote retailbedrijven maken de dienst uit en draaien de duimschroeven bij telers en boeren aan, waardoor de inkoopprijs daalt.’ Volgens de bond is er meer nodig dan subsidies en tijdelijke crisismaatregelen om de land- en tuinbouwsector weer gezond te krijgen. De vakbond wil met Dijksma praten over een duurzamere sector, vooral op het gebied van arbeidsvoorwaarden.

ABP en Wakker Dier praten langs elkaar heen

In de wereld van actie en reactie naar aanleiding van dierenleed wordt vaak langs elkaar heen gepraat. Waarschijnlijk is dat omdat niemand wil liegen, maar wel gelijk wil krijgen.
WakkerDier meldt dat het ABP als pensioenfonds geld investeert in zaken die dierenleed opleveren.

In het Parool staat:
“Wakker Dier, dat vreest dat het om miljardeninvesteringen gaat, stelt dat de fondsen geen of weinig eisen stellen op het gebied van dierenwelzijn. Ook zijn ze niet helder over hun beleggingen. De organisatie wil dat minister Ronald Plasterk van Binnenlandse Zaken openheid geeft over de ABP-beleggingen en ervoor zorgt dat geen dierenhuisvesting wordt gefinancierd die in Nederland niet mag.

ABP liet in een reactie weten het oneens te zijn met de stellingen van Wakker Dier en dat de duurzaamheidsfactor juist heel belangrijk is voor het pensioenfonds. 'Wakker Dier beoordeelt langs de meetlat van Wakker Dier. Wij gebruiken daar onafhankelijke onderzoeksbureaus voor, die met hele andere uitkomsten komen. En wij kijken of bedrijven voldoen aan de nationale en internationaal geldende regels. Als we denken dat bepaalde zaken beter kunnen, gaan we met de betreffende bedrijven in gesprek', liet Harmen Geers van ABP weten.”

Tot zover het Parool.

Wakker Dier spreekt over dierenwelzijn, het ABP over duurzaamheid. Beiden lijken te overlappen maar dat hoeft niet. Een politieke partij als GroenLinks vindt megastallen niet zo erg omdat daar mest wordt verzameld en dat kan niet in de wei. Dat die mest vervolgens wordt uitgereden op plaatsen waar boeren de mest wel willen hebben, hoeft helemaal niet te betekenen dat dit milieuvriendelijk is.
Dat het ABP onafhankelijke onderzoeksbureaus raadpleegt wil helemaal niet zeggen dat zij zich van hun adviezen wat aantrekken, laat staan dat deze adviezen ethisch verantwoord waren.
En zo staan er nog meer voorbeelden in dit kleine stukje tekst uit het Parool.

Mensen praten langs elkaar heen omdat bijna niemand echt geïnteresseerd is in informatie die het eigen gelijk kan nuanceren. Te vrezen valt dat ook weinig consumenten echt geïnteresseerd zijn in wat een vleeskuiken in de bio-industrie voelt. En dat hoeft ook niet, maar compassie hebben met het recht op vrijheid om het eigen welzijn in de wei te vinden, dat zou mooi zijn.

Wie meer wil lezen over de wijze waarop boeren, overheid en consumenten langs elkaar hen praten, klik hier.

21 augustus 2014

Hebben intelligente dieren of robots rechten?

Het antwoord op deze vraag is simpel: beide hebben die rechten niet, maar voor dieren is dat wat mij betreft onterecht. De veronderstelling achter de vraag is dat mensen intelligent zijn in vergelijking met primitieve dieren en robots. Omdat mensen intelligent zijn en rechten hebben, lijkt het logisch om organismen die intelligent lijken ook rechten toe te kennen.

Rechten en eigenschappen hebben niets met elkaar te maken. Domme mensen hebben gelijke rechten als intelligente mensen. Waarom zou je robots die intelligenter zijn dan mensen rechten toekennen? Omdat het zo duur is om deze te bouwen en mensen die oud en ziek zijn geen recht hebben op te dure verzorging? Ook al bouw je robots met hoge sociale intelligentie, ze bouwen daarmee geen rechten op. Het zijn slechts goede imitatoren van mensen.

De grondrechten van mensen zijn gebaseerd op vrijheid. Eigenlijk zou dat recht moeten gelden voor alle levende wezens. Dat een robot zichzelf zou kunnen reproduceren en zo een voortbestaan kan verzekeren maakt het nog niet tot een levend wezen. Het is slechts oppervlakkige gelijkenis.

Meer lezen over vrijheid als grondrecht voor dieren? Klik hier.

02 augustus 2014

Is antibioticagebruik wel afgenomen?

Deze week zijn bijna 2500 kalveren geruimd (afgemaakt) omdat ze een verboden kankerverwekkend antibioticum in hun lijf hebben.
Als het een beetje tegenzit, volgt er later deze maand nog een veelvoud aan varkens.
Honderd bedrijven zaten op slot. De sector doet er alles aan om deze kwestie af te doen als een betreurenswaardig incident.
Immers uit cijfers blijkt dat dierenartsen sinds 2009, los van het nu ontdekte middel, ruim 50 procent minder antibiotica voorschrijven. En ja, een foutje kan natuurlijk altijd gebeuren.
In ieder geval ligt de fout niet bij de boeren, want die doen, zoals iedereen weet, nooit iets verkeerd.
Er zijn echter ook cijfers die er op wijzen dat het gebruik van antibiotica in de veehouderij helemaal niet is afgenomen. Als het antibioticagebruik ruim de helft minder is, dan zou het gemiddeld geslacht gewicht ook moeten afnemen. Niet met kilo’s tegelijk, want zo geweldig is het effect van antibiotica nou ook weer niet. Maar bij een vleeskuiken zou een paar ons minder, en bij een varken of kalf een kilo minder, logisch zijn.
Het CBS publiceert jaarlijks per soort hoeveel dieren er zijn geslacht en hoeveel geslacht gewicht dat opleverde. Deling van het ene getal door het andere levert dan het gemiddelde geslacht gewicht per dier op.
Die gewichten waren voor varkens in 2009: 92,2 kg, 2012: 93 kg, 2013: 93,2 kg. Vleeskuikens in 2009: 1,59 kg, 2012: 1,6 kg, 2013: 1,65 kg. Kalveren 2009: 140 kg, 2012: 144,4 kg, 2013: 146 kg.
Volgens de cijfers stijgt het geslacht gewicht, terwijl het gebruik van groeibevorderaars meer dan halveerde.

Voor deze merkwaardige stijging zijn een paar verklaringen mogelijk.
De veehouderij is er misschien in geslaagd een qua werking met antibiotica vergelijkbaar alternatief te ontwikkelen.
Niet erg waarschijnlijk, want in dat geval werd vrijwel zeker helemaal geen antibiotica meer gebruikt. Of de dieren krijgen meer te eten. Niet erg waarschijnlijk voor wie naar de ontwikkeling van de krachtvoerprijzen kijkt. En bovendien: ook voor een dier dat toch al volgepropt wordt, geldt: vol is vol.
Of de dieren krijgen gewoon net zoveel antibiotica als vroeger, alleen niet meer via de dierenarts. Er is via internet of andere kanalen een veelheid aan niet verboden antibiotica te koop.

Bij vleeskuikens worden zogenoemde coxiodiostatica gebruikt. Dat zijn antibiotica die niet zo hoeven te worden genoemd en dus preventief door het voer gaan.
Tenslotte is het ook mogelijk dat antibiotica nooit als groeibevorderaar heeft gewerkt. Dat zou nogal wrang zijn, omdat we dan voor niets door de vee-industrie zijn opgescheept met een scala aan resistente bacteriën. Wellicht iets om eens over na te denken.
Bij de barbecue bijvoorbeeld.

Auteur .

Klik hier om meer te lezen over het gebruik van antibiotica in de veehouderij.

16 juli 2014

Verantwoorde kip verkopen is niet zo moeilijk

De Reclame Code Commissie (RCC) deed uitspraak: Albert Heijn mag zijn Hollandse Kip niet meer '100 procent verantwoord' noemen en mag niet zeggen dat de kippen 'goede leefomstandigheden' hebben gekend. Die reclameteksten zijn 'misleidend en daardoor oneerlijk'.
Hoe verkoop je diervriendelijker vlees als je niet mag zeggen dat het verantwoord is, of zelfs dat het diervriendelijk is?
Simpel, door eerlijk te communiceren dat de kip, die je inkoopt, minder onverantwoord en minder dieronvriendelijk is. Op deze wijze maak je het onaantrekkelijk voor kippenboeren om de meest onverantwoord opgroeiende kip in hun stallen te houden. Wanneer de meest onverantwoorde kip niet meer wordt gehouden, schuif je weer een stapje op naar minder dieronvriendelijk.
Enzovoort, enzovoort.
Je gaat er net zo lang mee door totdat de kippen die je inkoopt wel verantwoord zijn gehouden. Dat is kip die overdag buiten loopt en die niet met antibiotica opgroeit.
En wanneer de politiek het ook nog eens onaantrekkelijk maakt om die onverantwoord gehouden kip te exporteren, wordt het probleem, te beginnen in Nederland, stapje voor stapje opgelost.

15 juli 2014

Sommige boeren verwaarlozen hun vee

In de Groene Amsterdammer van 14 mei 2014 een artikel over boeren die hun vee verwaarlozen.

Een citaat:
Slechte behandeling van dieren is in de agrarische sector een moeilijk bespreekbaar onderwerp. Dat lijkt inherent te zijn aan de verhouding tussen de boer en zijn dieren, een verhouding die niet begrepen wordt door de burger (volgens de boer) dan wel niet normaal diervriendelijk is (volgens de burger). In het speciale geval van dierverwaarlozing – doorgaans het gevolg van sociaal-psychische problemen van de boer – komt daarbij dat agrariërs zichzelf en elkaar niet graag als bemoeineuzen zien. Wat er al dan niet gebeurt op iemands erf is onbespreekbaar voor de buren of voor collega’s: dat gaat niemand wat aan. Om dierverwaarlozing tegen te gaan bestaan er regels, beleidskaders en overlegstructuren, bijvoorbeeld op het gebied van opsporings- en handhavingsmethoden. Er is een Vertrouwensloket en er worden cijfers gepubliceerd, zoals afgelopen maart in een jaaroverzicht van de NVWA. Daaruit blijkt dat het aantal meldingen van dierverwaarlozing stijgt: van 1747 in 2012 naar 2226 in 2013.

Verder lezen? Lees online.

01 juli 2014

Vlees als luxe product

Mac van Dinther schrijft in de Volkskrant over de vraag of we nog wel vlees kunnen eten nu we weten hoeveel schadelijke gevolgen dat heeft.
Hij schrijft:

De mens kan prima leven op een vegetarisch dieet. Met als voordeel dat we daarmee ook de minder gezonde zaken ontwijken die vaak aan vlees vast zitten zoals verzadigd vet. Er zijn zelfs onderzoeken die aantonen dat niet-vleeseters langer leven, maar die worden vertekend door het feit dat vegetariërs sowieso gezonder leven (minder drinken, minder roken, et cetera).
Wat in elk geval vast staat, is dat minder vlees eerder beter dan slechter is voor onze gezondheid. En voor wie het niet helemaal wil opgeven: vanuit het oogpunt van duurzaamheid hoeft dat dus ook niet. We hoeven ons het genot van een goede ribeye of dikke karbonade niet te ontzeggen. Zo lang het niet vaker is dan een keer per week. Dan geniet je er extra van. Vind een vegetariër als partner en het mag zo maar weer twee keer.
'Vlees: minder, maar beter', dat zou een goede reclamecampagne voor 2014 zijn. Vlees moet weer een luxe worden, net als in de tijd van onze (groot)ouders. Natuurlijk weten we best waarom. Waarom doen we het niet gewoon?
Tot zover het artikel uit de Volkskrant.

Wanneer vlees gepresenteerd wordt als luxe en mensen niet stoppen met het eten daarvan zal de consumptie na verloop van tijd weer toenemen omdat het eten daarvan als status wordt gezien.
Vlees eten wordt dan opnieuw gezien als teken van welvaart.
De enige manier om dit te voorkomen is dat de gevolgen van vlees eten voortdurend in onze aandacht blijven. Misschien wel net zo als bij roken door deze op de verpakking te vermelden onder het motto “vlees mevrouw u weet best wel waarom niet”.

25 juni 2014

Er is een andere weg dan verbieden van nertsenfokken

Het nertsenfokverbod is door twee rechtelijke uitspraken ongedaan gemaakt met een beroep op de Europese rechten van de mens.
Het is ook een gevolg van de politieke beslissing om economische activiteiten centraal in Brussel een juridische basis te geven. Besluiten uit landen binnen de EU kunnen worden overruled. Het gevolg is dat ondernemers geen strobreed in de weg wordt gelegd wanneer ze dieren houden louter en alleen om geldelijk gewin.

Deze uitspraak is zuur voor alle mensen die dierenwelzijn en dierenrechten serieus nemen en niet willen dat nertsen in extreem dieronvriendelijke hokken worden gehouden om hun huid te oogsten als basis voor modegrillen.
Weliswaar gaat staatssecretaris Sharon Dijksma in hoger beroep, maar van haar poging is weinig te verwachten. Politici heffen een glas, doen een plas en alles blijft zoals het was.
Wie graag de nertsenfokkerij uit alle landen in de wereld wil zien verdwijnen, te beginnen in Nederland en vervolgens in Europa kan het beste werken aan bewustzijnsverandering ten aanzien van ons gedrag dat gevolgen heeft voor dieren. Een diervriendelijke verschuiving in bewustzijn, dan in gedrag, vervolgens in politieke verhoudingen, leidt uiteindelijk tot diervriendelijke economische veranderingen.

Het is een lange weg, maar wel een die op alle denkbare terreinen een verbetering van en voor dierenwelzijn zal opleveren.
Voor wie dit een schrale troost vindt, ook bij de oude regeling mochten de nertsenfokker nog tot 2024 doorgaan om "schadevergoeding" te verdienen.

04 juni 2014

Dé financier van bio-industrie heeft nergens spijt van

De Rabobank heeft zich de afgelopen vijf jaar laten meeslepen in een collectieve gekte. Daardoor heeft de bank grote fouten gemaakt in de agrarische sector. Deze uitspraak komt niet van een verdwaalde milieuactivist of bestrijder van de bio-industrie, maar van Mister Rabobank himself: Herman Wijffels.

In het blad Boerderij Magazine van 3 juni komt dé financier van de Nederlandse bio-industrie uitgebreid aan het woord over de rol van de bank in agrarisch Nederland. De bankier in ruste, thans hoogleraar 'duurzaamheid en maatschappelijke verandering ' zegt in het interview de ontwikkelingen bij de bank met grote zorg te hebben gevolgd.

'We hebben na 2000 in dit land geleden aan een collectieve gekte door steeds meer op de pof te leven. De banken hebben te hoge kredieten verstrekt, ook in de agrarische sector. In de glastuinbouw zijn financieringen verstrekt op basis van de waardevermeerdering, die kwam door de bestemmingswijziging van agrarische gronden naar gronden voor glastuinbouw. Een aantal van die bedrijven staat daardoor nu onder water. En een aantal van de heel grote melkveebedrijven met zeshonderd koeien of meer is in problemen gekomen,' aldus Wijffels.

Terecht wordt Wijffels de vraag gesteld hoe dan zit met de kredieten die werden verstrekt aan de intensieve veehouderij, toen hij de baas was bij de Rabobank. Volgens Wijffels was daar niks mis mee: 'Je kunt zeggen dat we nu boete moeten doen voor het verleden. Maar ik heb geen spijt van het financieren van de intensieve veehouderij, daar schaam ik me niet voor. Het was wat toen van ons gevraagd werd.'

Dat is interessant, want er werd in die dagen helemaal niets van de Rabobank gevraagd. Althans niet door de maatschappij. Sterker nog, al in 1972, begonnen mensen zich zorgen te maken over de ontwikkelingen in de kippen- en varkenshouderij en werd Lekker Dier, de voorloper van Wakker Dier opgericht.
Wijffels werd in 1986 hoogste baas van de Rabobank en zette de geldkraan naar de bio-industrie open. Deze vooroplopers van duurzaamheid en maatschappelijke verandering werden door de toenmalige bestuursvoorzitter van de Rabobank niet gezien.

Wijffels vindt dat het nu tijd wordt om het aantal dieren te verminderen: 'We houden in Nederland meer dan 130 miljoen dieren. Ik denk dat het eerder voor de hand ligt stappen terug te doen dan verder uit te breiden.' Die inkrimping van de veestapel zal langs natuurlijke weg gaan, aldus Wijffels in Boerderij Magazine. Vooral in de varkenshouderij: 'Er zijn nogal wat bedrijven die in de jaren tachtig van de vorige eeuw zijn gestart. Die gebouwen zijn op en voldoen niet meer aan de eisen van de tijd. Een deel van die bedrijven zal niet in staat zijn te investeren in nieuwe stallen en dat zal ook een afname van de varkensstapel betekenen.'

Niet dus, want deze bedrijven hebben dierenrechten. En dierenrechten blijven voorlopig gehandhaafd. En dus zijn ze geld waard. Grotere bedrijven die willen uitbreiden kopen die rechten op. Oudere boeren zonder opvolger verkopen die rechten maar wat graag, want de opbrengst vormt een aardig aanvulling op het pensioen. Van krimp is dus geen sprake. Sterker, het aantal dieren in de varkenshouderij en kippenhouderij zal de komende jaren juist toenemen.

De huidige staatssecretaris heeft besloten dat boeren die dachten dat de dierrechten zouden verdwijnen en uitbreidingsplannen hadden, deze gewoon mogen uitvoeren. Voorwaarde is wel dat deze boeren de extra mest die ze dan produceren in het buitenland moeten afzetten.

Schaterlachend zijn ze met deze voorwaarde akkoord gegaan. Varkenshouders zijn, zo is gebleken, meesters in het in rook laten opgaan van mest.

Strijd om de weide

Doordat een aantal grootschalige melkveehouders de laatste jaren niet zoveel rekening hielden met de leefomgeving van weidevogels en insecten, verliest het Nederlandse landschap een aantal iconische fauna. De grutto is daar een van. Hoe kunnen melkdrinkers en melkboeren bijdragen aan een gezonde natuur? In Strijd om de Weide zocht Andrea van Pol op het Food Film Festival afgelopen mei naar een antwoord.

In de registratie van de discussie tussen de diverse belangengroepen wordt helder gemaakt hoe het komt dat de oorspronkelijke biodiversiteit tegenwoordig teruggedrongen is tot 40.000 van de 1 miljoen hectare landbouwgrond.

27 mei 2014

Zijn megastallen het einde?

Megastallen leiden tot minder dierenleed dan reguliere stallen. Let wel: zij zijn niet diervriendelijker, maar zij kunnen minder dieronvriendelijk zijn. Een intensieve veehouderij kan per definitie niet diervriendelijk zijn omdat het dier zijn natuurlijke gedrag niet kan uitvoeren in zijn natuurlijke omgeving. Een weide komt een beetje in de buurt.

Sommige vee-industrieën zijn zo groot dat er ook een slachterij kan worden gevestigd. Mest wordt verwerkt in biovergisters. Wanneer daaraan energierijke, plantaardige grondstoffen worden toegevoegd kan er elektriciteit worden opgewekt. Maar eigenlijk kunnen we planten (andere) beter zelf opeten.
Contact met de dieren heeft de boer door de grootschaligheid en automatisering niet meer. Is dat erg? Niet voor de dieren, een dier hoeft niet echt menselijk contact. Een bijkomend voordeel van het geringe menselijke contact is dat kan worden voorkomen dat dierziektes worden binnengebracht.
Heeft het protesteren tegen de ontwikkeling of het afzien van het eten van de producten veel invloed op de bedrijfsvoering? Helaas, de bulk wordt geproduceerd voor de export. Zelfs al worden alle Nederlanders vleesverlaters, dan stort de markt niet in.

Is de schaalvergroting van de intensieve veehouderij daarmee op de goede weg of alleen maar een stap eerder bij het einde gekomen?
In de oude situatie zien de dieren hoogstens wat daglicht op weg naar de slachterij. Ze waren in hun korte leventje zo weinig gewend dat de lange transporten naar het goedkoopst werkende slachthuis en de schok van de verandering vooral dierenleed opleverden. Leven en dood op 1 terrein is daarmee vergeleken beter.

Het moge duidelijk zijn dat de eigenaren van de megastallen vooral gedreven worden door geld. Die verdiensten worden verzameld door op kosten te bezuinigen en door veel dieren te houden. Dieren worden gezien als dingen en grondstoffen. Dat is het probleem en de oplossing. Mensen hebben geen dieren nodig als grondstof voor voedsel, zelfs geen dierlijke eiwitten. We kunnen het beste de grondstoffen zelf halen en verwerken bij de bron: planten.

Wie het met de bedrijfsvoering van de intensieve veehouderij niet eens is, kan het beste zijn of haar energie steken in het ondersteunen van diervrij en lekker leren koken van plantaardig voedsel. Hoewel niet iedere dierenliefhebber dit ogenblikkelijk begrijpt is dierenwelzijn het meest gebaat bij minder dieren in de veehouderij.
In navolging van de export van technologie ontwikkeld door de Landbouwhogeschool van Wageningen kan een diervriendelijke levensstijl ook in het buitenland worden verspreid als men in Nederland hierin het goede voorbeeld geeft.

21 mei 2014

Nertsenfok verbieden? Stem PvdD

Rechters willen het verbod van het houden van nertsen opheffen zolang er niet voldoende schadevergoeding wordt betaald aan de nertsenhouderij.
In 2012 is besloten om de nertsenhouderij pas te verbieden in 2024.

De sector heeft een rechtszaak aangespannen omdat het een beperkt aantal Nederlandse nertsenhouders miljoenen inkomen gaat schelen.

Dierenwelzijn van miljoenen dieren zou minder wegen dan het economisch voordeel van enkele tientallen ondernemers. Maak met uw stem in de Europese Verkiezingen duidelijk dat er snel een einde moet komen aan deze waanzin. Justitie zou moeten overwegen dat mensen die dieren als dingen behandelen geen recht op vergoeding van inkomstenderving hebben wanneer zij gedwongen worden met het dieronwaardige te stoppen. Laat een nieuwe rechter duidelijk maken dat we niet tot 2024 moeten wachten met een einde te maken aan de nertsenhouderij, maar onmiddellijk en zonder schadevergoeding.

De kwetsbaarheid van politieke actie voor dierenwelzijn maakt het des te belangrijker om bewustzijn te vergroten van de gevolgen van ons (consumptie)gedrag voor dierenwelzijn, milieu en natuur en om drogredeneringen te weerleggen.

16 mei 2014

De landbouwmythe en haar sprookjes

Kunnen we de intensieve veehouderij missen?

Het is een steeds terugkerende mythe: 'de Nederlandse landbouw exporteert jaarlijks voor €80 miljard, dat kunnen we niet zo maar weggooien'.
Bij het tv-programma Eén op Eén deed Sven Kockelmann namens de boerenlobby (LTO) een poging Marianne Thieme weg te zetten als iemand die met haar strijd tegen de bio-industrie onze welvaart in gevaar brengt. En dus herhaalde hij nog maar eens: 'de Nederlandse landbouw exporteert jaarlijks voor €80 miljard, dat kunnen we niet zo maar weggooien'.

Pronken met andermans veren

Uit de cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek blijkt echter dat die €80 miljard nauwelijks van de Nederlandse veehouderij komt. (Bron: CBS, agrarische handel, import/export tabellen). In die 80 miljard van Kockelmann en de LTO zitten bijvoorbeeld hout, kurk, drank, koffie, cacao, thee, sigaretten, snoep, specerijen, kruiden, tabak en een grote post diversen. Samen ruim €25 miljard. Dat komt niet van Nederlandse boeren, laat staan van Nederlandse veehouders.

Blijft over €55 miljard die men zou kunnen toeschrijven aan de agrosector. Maar, ruim de helft daarvan is doorvoer. Dus die producten komen binnen, strik er omheen, vaak door onderbetaalde Poolse arbeids-immigranten, en gaan weer verder.
Daar doen onze boeren helemaal niets voor. Ze hebben er niets mee te maken.

Blijft over €27 miljard. Ruim de helft daar weer van komt voor rekening van de groenten, fruit en bloementelers. Blijft voor de boeren en veehouders over: €13 miljard.
Maar ook die €13 miljard komt niet van eigen bodem.
De varkens en kippen worden voor het grootste deel allemaal groot gebracht op geïmporteerd veevoer. Ongeveer de helft van de melkproductie in Nederland komt van eigen gras. De andere helft wordt uit de koe getrokken met geïmporteerde soja en ander krachtvoer.
Zo blijft er van de eigen Nederlandse export van dierlijke eiwitten weinig over, en staan er wel enorme lasten voor het milieu, en de dieren tegenover. Alleen al de milieuschade wordt becijferd op €2 miljard. De schade aan de volksgezondheid door resistente bacteriën komt daar nog bovenop, net als de kapot gereden wegen op het platteland, niet vergoede waardedaling van woningen door de bouw van megastallen en natuurlijk niet te vergeten de €1 miljard die de burger om onbegrijpelijke redenen jaarlijks via Brussel aan de boeren geeft.

Draagt de landbouw wel bij aan de economie?

In het verlengde van de export-mythe ligt de fabel dat de landbouw goed is voor 10% van onze economie.
Flauwekul, de bijdrage van de boeren en tuinders is 1,6%. Bruto en inclusief bosbouw en visserij. Daar komt natuurlijk toelevering en verwerking bij, maar veel minder dan wordt gesuggereerd. Zuivelcoöperatie Friesland Campina bijvoorbeeld heeft ruim 26.000 werknemers. Maar daarvan werken er minder dan 6000 in Nederland.
Om het toe te spitsen op de bio-industrie, Marianne Thieme heeft, toen Bleker nog dacht hij de baas van de boeren was, er naar gevraagd. Zijn antwoord, zwart op wit: de bijdrage aan het bruto nationaal product van de bio-industrie is 0,3%. Dat was toen ongeveer €1,5 miljard. Alleen al afgezet tegen €2 miljard milieukosten is de bio-industrie dus voor Nederland een kostenpost van ongeveer €500 miljoen.
Ook dat is schijn, want die €1,5 miljard verdwijnt in de zaken van de boeren. Die € 2 miljard milieukosten mag de burger ophoesten. Net als de reparatie van de kapot gereden wegen en de waardedaling van z'n woning.

Lacto-intolerantie, melk niet kunnen verdragen

Terwijl alleen al de cijfers er om schreeuwen dat het hoog tijd wordt om te stoppen met de productie van dierlijke eiwitten gaat de uitbreiding van de veehouderij in een hogere versnelling gewoon door. Vooral in de melkveehouderij is het raak. Een en ander onder het motto dat Nederland een belangrijke rol vervult in het voeden van de wereld.
Je moet maar durven! Graan, tarwe en maïs van de Nederlandse akkerbouw zijn door het relatief korte groeiseizoen van zo'n slechte kwaliteit dat het alleen geschikt is als veevoer. Van de totale vleesproductie in de wereld levert Nederland ongeveer 1%. Marginaal dus. Van de totale melkproductie in de wereld levert Nederland ruim 1,5%. Maar ruim 70% van de wereldbevolking is lacto-intolerant, wat wil zeggen dat ze ziek worden van koemelk. Dat maakt de bijdrage van onze melkveehouders aan het oplossen van de honger in de wereld wel heel beperkt.

Wat exporteert de agrosector nu echt?

De tegenwerping vanuit de sector is doorgaans dat de veehouderij naast producten ook veel kennis over efficiënte productie aan de wereld schenkt. Nou ja, schenkt. Er moet natuurlijk wel voor betaald worden.
Maar ook die kennis zal voor de koper al snel een kat in de zak blijken te zijn. De twee pijlers, waar de Nederlandse veehouderij op drijft, zijn: stapelen van dieren en minachting voor het milieu. En zo exporteert Nederland geen efficiënte bedrijfsvoering voor veehouderij-systemen, maar dierenleed en milieuvervuiling.

Auteur

PvdD verkiezingsprogramma in eenvoudige taal

De PvdD heeft speciaal voor mensen die moeilijke taal niet goed kunnen volgen haar verkiezingsdoelstellingen in eenvoudige taal geformuleerd.
Uit het partijprogramma een gedeelte.

Gezonde landbouw zonder dierenleed


Veel geld
De Europese Unie geeft heel veel geld aan de landbouw en visserij in Europa. In de landbouw wordt vee gehouden en ook graan, groente en fruit verbouwd. De landbouw en visserij krijgen samen elk jaar tientallen miljarden euro’s van de Europese Unie. Aan geen enkel ander onderwerp wordt zoveel geld uitgegeven.

Geen honger meer
Er wordt in de wereld meer dan genoeg eten gemaakt voor alle inwoners van de aarde. Maar er wordt veel eten verspild en weggegooid. Als we willen dat er geen honger meer is, moeten we het voedsel niet meer verspillen en eerlijker delen. We moeten dan ook minder vlees gaan eten. Want het vee krijgt nu het eten dat we ook kunnen geven aan mensen die honger hebben, bijvoorbeeld graan en mais. Een kilo vlees kost via veevoer wel 5 tot 7 kilo graan. Zo verdwijnt bijna de helft van de graanoogst in de wereld in de maag van dieren, terwijl er elke avond 1 miljard mensen met honger naar bed gaan. De Partij voor de Dieren wil daarom dat Europa ervoor zorgt dat we minder voedsel verspillen, minder vlees eten en het voedsel beter verdelen.

Dieren voor voedsel

Er worden 7 miljard dieren per jaar in Europa gehouden en geslacht. Vooral koeien, varkens en kippen. Deze dieren worden als dingen behandeld en niet als levende wezens met bewustzijn en gevoel. De varkens en koeien leven in overvolle stallen. De kippen zitten in krappe hokjes waar zij zich bijna niet kunnen bewegen. De meeste dieren mogen nooit naar buiten. Babydieren worden direct bij de moeder weggehaald na de geboorte. Van varkens worden de staarten afgeknipt, van kippen de snavels en van koeien de horens. De dieren zijn zo gefokt dat zij veel te hard groeien.
Kippen zakken daardoor bijvoorbeeld door hun poten. Ze worden plofkippen genoemd. Verder krijgen de dieren steeds meer ziektes. De ziektes zijn soms ook gevaarlijk voor mensen, zoals de gekkekoeienziekte en de Q-koorts.

Geen bio-industrie
Deze manier om dieren te houden heet de bio-industrie of vee-industrie. Het is alleen maar gericht op geld verdienen en houdt geen rekening met de dieren. De bio-industrie krijgt veel geld uit Europa. De Partij voor de Dieren wil de bio-industrie afschaffen. Dieren moeten een normaal leven kunnen leiden, zonder pijn en ellende. Varkens moeten kunnen wroeten. Kippen moeten kunnen rondscharrelen. Koeien moeten buiten in de wei kunnen lopen.

Stoppen met gif
Er is ook veel akkerbouw en tuinbouw in Europa. De boeren verbouwen graan, aardappels, groenten en fruit. In de akkerbouw en tuinbouw wordt veel gif en kunstmest gebruikt. Het gif is niet goed voor de mensen en dieren die in de buurt wonen. Mensen kunnen er ziek van worden en sommige insecten, zoals bijen, gaan er dood aan. Kunstmest wordt ook erg veel gebruikt. Gif en kunstmest vervuilen de grond en het drinkwater. Er wordt zoveel van gebruikt dat planten en dieren er dood van gaan. De Partij voor de Dieren wil een gezonde landbouw, zonder gif en kunstmest.

Vissen beschermen
Er wordt veel gevist door Europese landen. Ze vissen met hele grote vissersboten die soms wel op varende fabrieken lijken. Er is zoveel gevist dat één op de drie vissoorten bijna verdwenen is. De visserij vangt te veel vissen en vangt ze ook op een slechte manier. De netten maken de zeebodem kapot met alle planten en schelpen die daar leven. In de netten gaan niet alleen de vissen dood maar ook veel andere zeedieren. De Partij voor de Dieren wil daarom dat de Europese Unie geen geld meer geeft aan de visserij in Europa. Ook moet de manier waarop gevist wordt verbeteren.
De vissers moeten in ieder geval de vissoorten die bijna verdwenen zijn niet meer vangen.

Eerlijke landbouw
De boeren en vissers moeten genoeg betaald krijgen voor hun producten. De inwoners in Europa moeten gezond voedsel kunnen kopen. De dieren in Europa moeten niet langer slecht behandeld worden. De natuur in Europa moet niet vervuild worden. Dat wil de Partij voor de Dieren allemaal.

12 mei 2014

Joel Salatin gaat verder dan biologisch

Joel Salatin (1957) werd bekend door de bestseller The Omnivore's Dilemma van de Amerikaanse voedselschrijver Michael Pollan uit 2006. Pollan zet Salatin daarin neer als 'beyond organic': een boer die verder gaat dan biologisch. In 2011 riep Times Magazine Salatin uit tot de 'meest innovatieve boer ter wereld'. Mac van Dinther doet in de Volkskrant verslag van zijn bezoek aan Nederland.

Een citaat.
In 1961 kocht Salatins vader 200 hectare sterk geërodeerd land in Shenandoah Valley, Virginia. Dat is nu Polyface Farm: een bedrijf dat rundvlees, varkensvlees, kippen, eieren, konijnen en brandhout produceert. Alle dieren lopen buiten. Kunstmatige toevoegingen komen er niet in. 'In 53 jaar tijd hebben we niet één zak kunstmest gekocht'.
Hij geldt als de meest innovatieve boer ter wereld en predikt 'totaallandbouw'. De Amerikaan Joel Salatin bezocht Nederland en constateerde dat ons systeem kwetsbaar en uit balans is.
Wat Joel Salatins (57) eerste indruk van Nederland is? 'Flat as a pancake'. Maar ook: 'Ik heb sinds ik hier ben vaak mest geroken. Dat kan twee dingen betekenen: of Nederlandse boeren behandelen hun mest niet goed, of er is gewoon te veel van'.
Het is de eerste keer dat Salatin in Nederland is, maar wat hij er tot nu toe van heeft meegekregen, bevalt hem niet. 'Nederland is een overslagcentrum. Jullie importeren massaal veevoer en exporteren dat als vlees. Dat is niet in balans. Het is een kwetsbaar systeem dat drijft op goedkope olie'. En dat terwijl ons land volgens hem zo veel mogelijkheden heeft. 'Als ik jullie gras zie, loopt het water me in de mond'.

Een impressie over hoe het toegaat op zijn Polyface farm.

Joel Salatin sprak ook op het Film Food Festival. Wilbert van der Kamp schrijft daarover het volgende.
Salatin noemt zijn boerderij zelf een ‘lunatic farm’ en zichzelf de ‘no. 1 lunatic’, een plek waar de ‘kippen vrij zijn hun kipheid uit te leven’. En een plek waar hij nieuwe boeren opleidt en mensen altijd langs mogen komen om te kijken wat hij precies doet.

Het idee wat hieraan ten grondslag ligt is dat ‘een boerderij een plek is die goed moet ruiken en mooi moet ruiken’. Is dat niet zo, dan doe je iets niet goed. De natuur is goed zoals die is, en de mens hoeft niet bang zijn om daarop in te grijpen, zolang het maar op een manier is die ondersteunend is. En als het goed is kan dat zowel in het klein als in het groot.

‘E.coli, Gekke koeienziekte en voedselschandalen zijn er tekenen van dat de natuur ons smeekt constant haar grenzen uit te breiden’. Dus is het beter te werken met een systeem van meerdere jaren, met dieren die gewoon dier mogen zijn, en met als basis beweging en verandering. Door de natuur uit te dagen - door bijvoorbeeld varkens in een bos te laten rondscharrelen - wordt de natuur productiever en gezonder. Met niet maar één soort dieren, maar allerlei dieren en teelt door elkaar.

09 mei 2014

Gold-plating, voedselregels inzetten tegen concurrentie

In het TV-programma De Slag om Europa onderzoeken Roland Duong en Teun van de Keuken hoe de EU werkt. In de Volkskrant van 9 mei vertellen ze Den Haag Brussel als boeman gebruikt.

Een citaat:

Niet alleen bepalen nationale politici wat er in Brussel gebeurt, ook moeten zij Europese richtlijnen uiteindelijk omzetten in nationaal beleid. Dat gebeurt in Nederland vaak strenger dan in andere EU-lidstaten. De welbekende 'onnodige regeltjes die de kleine ondernemer het leven zuur maken' komen volgens Duong niet uit Brussel, maar uit Den Haag. 'Dat fenomeen heet gold-plating. De regering past een algemene richtlijn uit Brussel extra streng toe in Nederland, maar tegenover de Nederlanders geven ze daar Brusselse ambtenaren de schuld van. Dat gebeurt op grote schaal in de voedselregelgeving.'

Van de Keuken: 'De Europese richtlijn is: je moet voedsel veilig en hygiënisch produceren. Veel landen interpreteren dat soepel. Zolang er geen misstand wordt aangetoond, word je jaarlijks gecontroleerd. Pas als er iets misgaat, kom je onder een vergrootglas te liggen. Maar een Nederlands boertje dat al 25 jaar gezonde geitenkaas produceert, wordt twee keer per week gecontroleerd door de Voedsel- en Warenautoriteit en moet dat nog zelf betalen ook. Als dat boertje gaat klagen, zegt de VVD: die Brusselse regels draaien kleine ondernemers de nek om, maar het is Nederland dat een algemene Europese richtlijn streng toepast.'

Waarom doet Nederland dat? Van de Keuken: 'Eigenlijk is het logisch: wij zijn een exportland van voedsel en kunnen dus geen microgram foute bacteriën in onze kaas gebruiken. Politici zouden eerlijk moeten zeggen: strenge voedselregels zijn economisch belangrijk voor ons.'

08 mei 2014

Welke offers worden gebracht voor een zorgeloze maaltijd?

Mac van Dinther schrijft in de Volkskrant over het Film Food Festival.

Op het Food Film Festival in Amsterdam, dat 9 mei begint, worden films vertoond met een boodschap. Welke offers worden gebracht voor onze zorgeloze maaltijd?

Een citaat, gecombineerd met de trailers van de documentaires:

Maar eten kan ook sterke herinneringen oproepen zoals weemoed. The Knights of the Lagoon is ervan doordesemdc(https://www.youtube.com/embed/eK5bPPPUWqo).
De film portretteert een coöperatie van Italiaanse vissers in de Laguna di Orbetello aan de kust van Toscane die nog met traditionele methoden werken: lijnen, netten en fuiken. Het zijn vooral oudere mannen en hun manier van leven is gedoemd te verdwijnen. Er zit steeds minder vis en de lagune dreigt dicht te groeien door algen die gedijen dankzij de kunstmest die van omringende akkers in het water spoelt.

Het visverwerkende fabriekje dat de coöperatie heeft opgezet om mee te gaan met de tijd, staat inmiddels de helft van de tijd stil. De schulden hangen als een molensteen om het inkomen. De stoere praat die de vissers bezigen kan niet verhullen dat de veranderingen pijn doen. Vroeger, zegt de een, zag het water zwart van paling. Nu halen ze nog maar mondjesmaat wat op. En ook de mensen zijn veranderd, zegt een ander. 'Vroeger deden we alles samen. We deelden de winst. Nu is het ieder voor zich.'

Dat is wat eten ook vermag: het kan genot en plezier brengen, maar net zo goed ellende veroorzaken. Een voorbeeld daarvan is de verontrustende Canadese documentaire Salmon Confidential die de praktijken van zalmkwekerijen in British Columbia aan de kaak stelt.

Vissers in dit gebied vangen steeds minder wilde zalm. De vissen blijven weg, of sterven voordat ze kunnen paaien in de rivier. Volgens sommige biologen komt dat door ziektes die verspreid worden door de massaal aanwezige zalmkwekerijen. Activisten die daar tegen iets willen doen, worden tegengewerkt door de zalmkwekerijen. Actief gesteund door de federale regering die deze economisch belangrijke bedrijfstak de hand boven het hoofd houdt en glashard ontkent dat er een probleem is.

Toppunt is een wetsvoorstel dat het strafbaar maakt om informatie over ziekten in kwekerijen naar buiten te brengen. Het voorstel wordt ingetrokken omdat het in strijd is met de vrijheid van meningsuiting. Maar het laat zien dat in voeding ecologie vaak het onderspit delft tegen economie.

Tot zover de Volkskrant.

Smaakt het haantje jou zo beter?

Onder het motto “Eten smaakt beter als er een goed verhaal achter schuilt” presenteert Food Film Festival de minidocumentaire: leghaantjes.

Leghaantjes uit de documentaire leven twee keer zo lang en worden de helft zo zwaar. In de documentaire een gedetailleerde beschrijving van het slachtproces.

Voedselsystemen zijn de oorzaak van massale milieuproblemen

MO redactrice Alma De Walsche interviewt Olivier De Schutter. Hij beëindigde zijn tweede mandaat als Speciale Rapporteur voor het Recht op Voedsel bij de VN. in zijn eindrapport roept De Schutter op tot diepgaande, structurele hervormingen in het wereldwijde voedselsysteem. Aanpassingen volstaan niet, de logica moet omgegooid worden, vindt De Schutter. Daarvoor is meer democratie nodig, “voedseldemocratie” met participatie van alle betrokkenen.

Citaat:
U pleit voor agro-ecologie als alternatief?

De voedselsystemen van de voorbije vijftig jaar zijn de oorzaak van massale milieuproblemen. De druk die het voedselsysteem legt op de natuurlijke hulpmiddelen, op de watervoorraden, de biodiversiteit, al die problemen eisen een omschakeling naar een andere manier van produceren. Het zoeken naar meer duurzame productiemethodes heeft me gebracht tot de agro-ecologie.
Ik denk dat in tijden van piekolie, waterstress en klimaatverandering, dit een prioriteit moet worden over heel de wereld. We moeten productiemethodes ontwikkelen voor de landbouw die ecologische aspecten mee opnemen, zoals bodembeheer, duurzaam omgaan met de ecosystemen en de biodiversiteit, bomen planten voor koolstofopslag, voor schaduwbeheer. Dat is agro-ecologie. Het is een manier om land duurzaam te ontwikkelen en opnieuw een interactie te stimuleren tussen bomen, planten en dieren. In de twintigste eeuw hebben we al die elementen opgedeeld maar dat is een grote vergissing geweest.

Tot zover, meer lezen? Klik hier.

Waarom Ewald Engelen lijstduwer voor de Europese verkiezingen is

Naast financieel geograaf en polemist is Ewald Engelen sinds kort ook politiek actief, als lijstduwer voor de Partij voor de Dieren in Europa. Omdat de tijd van meedenken plaats heeft gemaakt voor tegendenken. En omdat de vleesindustrie opvallend veel parallellen vertoont met de financiële sector.

Op de site van De correspondent schrijft hij:

En laat er geen misverstand over bestaan: Nederland speelt in deze geografisch uitgedifferentieerde productieketens een sleutelrol. Niet alleen is Nederland met pakweg 12.000 miljard euro aan in- en uitstromend kapitaal een van de grootste belastingdoorvoerhavens ter wereld.Een eerder stuk over Nederland als belastingdoorvoerhaven. Met pakweg 550 miljoen kadavers per jaar, die ons ongeveer 7 miljard euro opleveren, zijn we ook een van de grootste slachthuizen van de wereld. Bloodlands en killing fields – maar dan op z’n Nederlands: dieren, om er aan te verdienen.

Meer lezen? Klik hier.

06 mei 2014

Waarom 22 mei PvdD stemmen gezond is voor natuur, milieu en dierenwelzijn

De speerpunten van de Partij voor de Dieren bij de Europese verkiezingen zijn:

• Stop de € 363.000.000.000 aan Europese landbouw subsidies. De Europese Unie kan zo bijna de helft goedkoper!
• Stoppen met bijengif en andere pesticiden, gentech en megastallen.
• De overbevissing onder EU vlag moet stoppen en natuur moet beschermd worden.
• Stop het gesleep met dieren: diertransporten maximaal twee uur.
• Het massaal doden van zwerfdieren in landen als Roemenië moet stoppen.
• Geen Europese bescherming van en subsidies voor wrede tradities als stierenvechten en foie gras.
• Landen zoals Denemarken die op de Faeröer eilanden jaarlijks de barbaarse jacht op dolfijnen toestaan moeten worden teruggefloten.
• De opwarming van de aarde moet stoppen, de EU moet eindelijk haar verantwoordelijkheid nemen.
• Stoppen met fossiele brandstoffen, investeren in duurzame energie.
• Geen vrijhandel ten koste van mens, dier en milieu en geen vrijhandelsakkoord met de VS.
• Geen focus op economische groei, maar op duurzame ontwikkeling.
• De Europese Unie is voor burgers in plaats van voor banken en bedrijven.
• Lobby van multinationals moet aan banden gelegd worden.

De partijen voor dieren die meedoen aan de verkiezingen komen, behalve uit Nederland (Partij voor de Dieren), uit Zweden (Djurens Parti), Duitsland (Tierschutz Partei), Spanje (PACMA), Portugal (PAN), Cyprus (APC) en Engeland (Animal Welfare Party).

05 mei 2014

Agrarische bedrijfsvoering is funest voor de veldleeuwerik

Caspar Janssen interviewt in de Volkskrant van 3 mei Henk Jan Ottens, bioloog en werkzaam bij de Stichting Werkgroep Grauwe Kiekendief.
Een citaat:

‘Een veldleeuwerik heeft voor het uitbroeden van de eieren ongeveer twee weken nodig. Dat is niet lang voor een zangvogel. Daarna zitten de jongen gemiddeld acht dagen in het nest. Ze ontwikkelen in die periode sterke poten om weg te kunnen lopen. Na die acht dagen komen ze uit het nest en hebben ze nog zes dagen buiten hun nest, waarin ze hun vleugels ontwikkelen en een beetje kunnen fladderen. Daarna zijn ze nog een dikke tien dagen afhankelijk van hun ouders. Alles bij elkaar hebben ze dus 35 tot 40 dagen nodig om onafhankelijk te worden. Dat is niet veel, maar in de moderne landbouw gebeurt er in die periode bijna altijd wel iets waardoor het broedsel mislukt.
'De grootste valkuil is het grasland. Dat is misschien wel de beste habitat om te broeden, daar verstoppen ze graag hun nest in. Maar ze hebben simpelweg te weinig tijd. Tegenwoordig wordt vanaf het voorjaar gemiddeld om de 33 dagen gemaaid. Daar kunnen ze niet meer tegenop.
'Het lage broedsucces is de sleutelfactor in de achteruitgang van de veldleeuweriken. In mijn onderzoeksgebied bij Finsterwolde en Ganzendijk lopen gemiddeld anderhalf jong, waar ze drie jongen nodig hebben om de populatie op peil te houden. Dan moet je bedenken dat ze drie legsels per seizoen hebben en ieder legsel bestaat uit vier of vijf eieren. Van die drie legsels hoeft er dus maar 1 succesvol te zijn, drie jongen hoeven maar te overleven. Maar het lukt ze dus niet.
'Ik loop niet voor niets in dat gebied. In het agrarisch natuurbeheer gaat veel geld om, dus wil je ook weten wat dat oplevert. Het gaat dan vooral om de aanleg van kruidenrijke akkerranden. De veldleeuwerik foerageert daar wel, maar hij broedt er niet. Dat doet hij in de gewassen zelf. In dit gebied is dat veel wintertarwe, daar konden ze tot voor kort nog wel succes hebben, vroeg in het seizoen. Maar tegenwoordig komen daar de mestinjectoren. De nesten worden kapot gereden en er sleept ook nog eens een slang achteraan zodat die injector niet steeds terug hoeft naar de boerderij om de mesttank te vullen. Alle nesten gaan om zeep. Dat los je dus niet op met akkerrandenbeheer. Het enige gewas waarin veldleeuweriken nu nog een kans hebben in Oost-Groningen is luzerne. Maar luzerne wordt maar zeer weinig verbouwd.
'Wat kun je doen? Extensievere teelt zou helpen. Iets holler zaaien, dus minder dichte gewassen. Maar om te beginnen: de erkenning dat de schoonheid van het landschap ook belangrijk is. Er is zo veel leven verdwenen in korte tijd. En niet alleen de veldleeuwerik. Ik loop door die akkers en kan soms alleen maar denken: wat is het hier schrikbarend stil geworden.'

Tot zover de Volkskrant.
Klik hier voor het geluid van de veldleeuwerik.

17 april 2014

Goed eten is een morele plicht


Mac Van Dinther, interviewt scheidend voedselethicus Michiel Korthals in de Volkskrant van 17 april onder de titel Eten, vreten, vergeten. Een paar citaten.

Goed eten is een morele plicht, zegt voedselethicus Michiel Korthals. Vandaag gaat hij met emeritaat. Hoe ziet hij de toekomst?
Eten is nooit zomaar een individuele keuze, zegt filosoof Michiel Korthals. Alles wat op ons bord ligt, heeft consequenties voor anderen: boeren, dieren, het milieu, ontwikkelingslanden. 'Achter eten zitten altijd met waarden geladen beslissingen. Het gaat nooit alleen om feiten, maar ook over wat jouw normen zijn, hoe je wereldbeeld eruitziet. Eten is altijd normatief'.
Korthals doceerde 21 jaar ethiek aan Wageningen Universiteit, het grootste kennisinstituut op het gebied van landbouw en voeding in de wereld. In die tijd zag hij de betekenis van moraal in het eten sterk toenemen. 'Er is meer aandacht gekomen voor ethische kwesties als duurzaamheid, dierenwelzijn, respect voor boeren'. Dat is een positieve ontwikkeling, zegt de hoogleraar die vandaag zijn pensioen viert met een afscheidssymposium 'Goed eten is een morele plicht'.

Het niet willen weten wat er met je eten gebeurt voordat het in je mond verdwijnt, is de grootste zonde, schreef u twaalf jaar geleden in uw boek Voor het eten.
'Een ondoordachte maaltijd is niet de moeite waard, dat vind ik nog altijd een mooie uitspraak. Van de andere kant: dat suggereert dat je bij elke maaltijd alles helemaal moet doordenken. Dat maakt het leven niet leuk. Er is een beperking aan de hoeveelheid morele verontwaardiging die je aankunt. Er moet ook een opwekkend perspectief in zitten. Het leuke bij eten is: dat is er altijd. Koop goede ingrediënten bij mensen die je vertrouwt, een betrouwbare groenteman, een slager, een boer die je kent en ga koken'.

Diervriendelijk vlees eten, is dat ook een morele plicht?
'Ik ken geen ethicus die zegt dat je dieren een kloteleven mag geven voor je ze opeet, zoals in de bio-industrie gebeurt. Natuurlijk zijn er mensen die dat proberen goed te praten, maar dat lukt niet. Waarom zou je een levend wezen laten lijden, zodat de supermarkt een kwartje meer kan verdienen? Dat is gewoon niet acceptabel.
'Ik heb in mijn afscheidsspeech zes ethische uitgangspunten geformuleerd waaraan een voedingssysteem moet voldoen. Die zijn: Kan het acht miljard mensen voeden? Is het duurzaam? Respecteert het de dieren, de boeren en het landschap? Wat doet het met de kloof tussen consument en producent? Vervolgens pas ik die toe op twee landbouwsystemen: de biologische en de conventionele'.

En wat is de uitslag?
'Honger is er nog steeds, ook al is de conventionele landbouw al jaren dominant. Conventionele landbouw leunt sterk op aardolie voor de productie van pesticiden, dus echt duurzaam is het niet. Op dierenwelzijn scoort het niet hoog, op respect voor boeren al evenmin. Overal worden kleine boeren verdrongen door grotere. Conventionele landbouw roept vaak wantrouwen op onder consumenten. Dus dat is ook al niet goed'.

Denkt u dat de toekomst ons zal veroordelen? Dat mensen ooit zullen terugkijken en niet begrijpen waarom wij vlees aten?
'Die kans acht ik wel groot. In ieder geval voor wat betreft de manier waarop we onze dieren behandelen en dat we zo veel vlees eten'.
Voor het eten filosofie en ethiek van voeding (bol.com).

10 april 2014

Apen hebben moraal, volgens Frans de Waal

Frans de Waal, door Time Magazine uitgeroepen tot een van de 100 invloedrijkste personen ter wereld, betoogt zijn boek “De Bonobo en de Tien Geboden” dat de moraal niet aan religie is te danken, maar al te vinden is bij onze achterneven de bonobo’s en de chimpansees.
Slecht nieuws voor gelovigen? Goed nieuws voor atheïsten? Nee, dat is het niet. De Waal brengt een prikkelende maar eerlijke discussie op gang op basis van wetenschappelijk onderzoek.
Hebben we religie nodig om goed te zijn? Frans de Waal beantwoordt deze vraag door te kijken naar apen en andere dieren. Hoe dicht ze ook bij ons staan, in een bonobogemeenschap is nog nooit een kerk opgericht. Maar dat is ook helemaal niet nodig: in het goddeloze universum van de bonobo of de chimpansee bestaan medelijden, zorgzaamheid en rechtvaardigheid wel degelijk. Dat deze eigenschappen ouder zijn dan de mensheid, laat De Waal zien in zijn verhalend geschreven boek over de evolutionaire basis van ons betere zelf (zie video).

Moraal is ouder dan de mens (bol.com).

25 maart 2014

Hoe kan ons stukje vlees zo goedkoop zijn?

In NCRV’s Altijd Wat een reportage over een van de verborgen krachten achter ons spotgoedkope lapje vlees: genetisch gemodificeerde soja. Dit eiwitrijke wondermiddel wordt verwerkt in veevoer. Nederland is met zo’n 8 miljoen ton per jaar Europees kampioen soja invoeren, vooral afkomstig uit Argentinië. Door soja is de kiloknaller altijd in de aanbieding. Maar de gevolgen van de grootschalige teelt van sojabonen in Zuid-Amerika zijn ernstig. Ontbossing, milieuschade en Indianen die verdreven worden van hun land. Een reportage over de werkelijke prijs die we met z'n allen betalen voor ons vlees.

In het tweede deel van het programma wordt Mark Lynas geïnterviewd. Tot een paar jaar geleden was de Brit één van de felste activisten tegen genetisch modificatie. Hij vond het levensgevaarlijk. Maar tegenwoordig niet meer. Sterker nog, hij is van kamp veranderd en is nu zelfs voorstander van deze technologie. Frènk van der Linden zoekt hem op en spreekt over zijn radicale verandering en de voor en tegens van genetische modificatie.

Lynas geeft geen enkele aanleiding om te denken dat hij voorstander is van de bio-industrie, maar de suggestie wordt in dit programma niet voorkomen. Lynas is meer voorstander van modificatie van planten om deze meer geschikt te maken voor het verbouwen in Europa.

Wanneer er minder vlees gegeten zou worden in de wereld zou ook de ontbossing voorkomen kunnen worden.

Een van de antwoorden kwam een dag later via een rapport van de Onderzoeksraad Voor Veiligheid.

Veiligheid vlees niet gewaarborgd

Bedrijfsleven en overheid slagen er niet in de veiligheid van het vlees in de schappen te waarborgen. Het slachtproces in Nederlandse slachterijen biedt te weinig zekerheden om te voorkomen dat onveilig vlees de consument bereikt. Voorts worden de veiligheidsrisico’s van geïmporteerd vlees onvoldoende beheerst en zijn er weinig instrumenten voorhanden om fraude op te sporen. Dit schrijft de Onderzoeksraad voor Veiligheid in zijn rapport ‘Risico’s in de vleesketen’, dat 26 maart is gepubliceerd.

12 maart 2014

Fazanten zijn zelden echt wild

Jagers schieten graag fazanten en verkopen de opbrengst aan poeliers. Wanneer iemand fazant wil eten, ontstaat al snel het misverstand dat het dier daarvoor vrij en blij in de natuur heeft gelopen.
Helaas worden veel fazanten speciaal gefokt voor de jacht, hoewel dit verboden is. Een deel gaat rechtstreeks naar de poelier, een ander deel wordt kort voor de jacht uitgezet. Het zijn door hun onwennigheid om in de natuur te leven gemakkelijke prooien voor de jager.

Vragen van het lid Thieme (Partij voor de Dieren) aan de staatssecretaris van Economische Zaken over gefokte fazanten voor de jacht

  • Kent u het bericht “Coryza-besmet bedrijf is fazantenkwekerij” ?
  • Is het waar dat het bedrijf fazanten fokt ten behoeve van de “jacht en de consumptie”?
  • Hoe beoordeelt u het feit dat een bedrijf fazanten fokt ten behoeve van de jacht, terwijl het uitzetten van dieren voor de jacht in Nederland verboden is?
  • Hoe beoordeelt u het feit dat consumenten bij de poelier ‘wild’ kopen waarvan niet duidelijk is of het om gefokte dieren gaat, of dieren die buiten zijn opgejaagd doodgeschoten, of allebei?
  • Bent u bereid te komen tot een etiketteringsplicht zodat in alle gevallen voor de consument duidelijk is waar het wild precies vandaan komt? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke termijn en wijze?
  • Bent u bereid een fokverbod in te stellen voor fazanten die worden ingezet als handtamme schietschijven voor jagers in binnen- of buitenland? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke termijn en wijze?

07 maart 2014

Wat doen vrije vogels mis als het exoten zijn?

Vogels kunnen vliegen en migreren. Wat is het nut van het afschieten van vogels die eerder niet gezien zijn in ons land? Is een beetje diversiteit niet welkom? Is een autochtone vogel meer waard waard dan een exoot? Veel soorten trekken toch jaarlijks over de halve wereld?

Marianne Thieme heeft kamervragen gesteld naar aanleiding van het afschieten van een kauwtje in Hoek van Holland.

1. Kent u het bericht ‘Woede in Hoek van Holland om afschieten huiskraaien’?

2. Is het waar dat de ingehuurde ‘faunabeheerder’ het verschil niet weet tussen de beschermde kauw en de onbeschermde huiskraai, en ‘bij vergissing’ een kauw heeft doodgeschoten? Zo ja, had de uitvoerder expliciete toestemming van de grondeigenaar om kauwen te bestrijden?

3.Deelt u de mening dat vergunningen van Duke Faunabeheer ingetrokken moet worden als blijkt dat de eigenaar van het bedrijf inderdaad een kauw heeft gedood, zonder de benodigde toestemming? Zo nee, waarom niet?

4. Is het juist dat de aanwijzing om huiskraaien te vangen pas afschot toelaat in allerlaatste instantie? Zo ja, bent u van mening dat Duke Faunabeheer de bedoelde terughoudendheid betracht heeft alvorens over te gaan tot afschot?

5. Deelt u de mening dat de lijst van ‘inheemse diersoorten’ aan herziening toe is, nu daarop exotische soorten voorkomen die al sinds mensenheugenis niet in Nederland gesignaleerd zijn? Zo nee, kunt u aangeven waarom soorten als Auerhoen, witbuikzandhoen en zwartbuikzandhoen wel als inheemse soorten beschouwd worden en de huiskraai niet?

6. Deelt u de mening dat het onderscheid tussen ‘eigen, inheemse dieren’ en ‘allochtone, uitheemse dieren’ niet meer van deze tijd is? Zo nee, waarom niet?

7. Kunt u aangeven wanneer dieren die al decennia of langer niet meer in Nederland gesignaleerd zijn als uitheems beschouwd gaan worden en of u ruimte ziet nieuwe soorten als inheems aan te merken wanneer die algemeen voorkomen zoals de halsbandparkiet?




04 maart 2014

Foute argumentatie bij het willen verbieden van vrije uitloop kippen

In het bepleiten van een zaak worden vaak drogredenen aangedragen. Drogredenen zijn foute argumenten, die kunnen voortkomen uit onwetendheid, dommigheid, kwaadwilligheid, onverschilligheid of luiheid. Een pleidooi gevuld met drogredenen heeft geen waarde.
Het is belangrijk dat we ons bewust zijn van hoe het gebruik van drogredenen onze communicatie verziekt. Het kost bovendien tijd om drogredenen te ontzenuwen en te weten hoe er op te reageren.
In onderstaande tekst worden de zinnen die een drogredenen bevatten afgesloten met tussen haakjes de gebruikte drogredenen. Op een andere site worden deze drogredenen nader uitgelegd en van voorbeelden voorzien. Het identificeren van drogredenen is al heel oud, vandaar dat sommige van de namen in het latijn staan.
De tekst is afkomstig van Facebook naar aanleiding van een geval van vogelgriep in Swifterbant waar een stal met leghennen is geruimd en is afkomstig van een vrouw die reageert op Wakker Dier.

Wanneer komt er een verbod op de vrije uitloop van kippen! Het zogenaamde (*) dierenwelzijn heeft een gruwelijke (*) keerzijde. Opnieuw is er een bedrijf geruimd, dit keer hier vlakbij, in Swifterbant, 40.000 kippen, vanwege vogelgriep. Vogelgriep wordt verspreid door wilde vogels zoals ganzen en die met duizenden foerageren op de weilanden (27). De kippen worden gedood om verspreiding en mutatie van het virus in een variant die zeer besmettelijk en dodelijk is voor kippen en gevaarlijk is voor mensen te voorkomen! (18) Ganzen mogen niet bestreden worden en daar wordt de kip de dupe van (27), die mag met duizenden tegelijk geruimd worden! Waarom niet gans op het menu, daardoor hoeven er minder kippen gehouden worden (12), kunnen ze binnen gehouden worden op meer oppervlakte per kip zodat ze nog meer dierenwelzijn krijgen (28).
Geef kippen een beschermde situatie binnen in kippenstallen en voorkom deze massa slachtingen! (28) Dierenwelzijn kan echt wel zonder buitenuitloop! (3)


3. Ontduiken van de bewijslast De schrijfster levert niet het bewijs dat dierenwelzijn ook volledig mogelijk is zonder buiten te lopen.
12. Verkeerde vergelijking. Eieren en vleeskuikens worden voornamelijk geëxporteerd. Meer consumptie van wild leidt niet tot minder dieren in de bio-industrie of tot meer ruimte voor dieren in de stal.
18. Hellend vlak. De kippen worden gedood omdat het goedkoper is om deze te doden dan om hen te genezen.
27. Cum hoc ergo propter hoc. Vogelgriep komt in de natuur voor, maar besmetting van kippen in een gesloten stal is niet per definitie afkomstig van vogels uit de natuur.
28. Non sequitur. Door alle kippen binnen te houden wordt vogelgriep in de stallen niet voorkomen.
* Overige discutabele argumentatie, bijvoorbeeld denigrerende opmerking of overdrijving.

Een volledige lijst met drogredenen is te lezen op de site van mens en samenleving.
Drogredenen worden door de agrosector vaak gehanteerd om de intensieve veehouderij en andere misstanden in het houden van dieren te rechtvaardigen. Voor een overzicht, klik hier.

Zie ook Don't blame the wild birds

Snel checken welke drogreden wordt gebruikt en wat je kunt zeggen?


21 februari 2014

Het gaat om dierenrechten niet om dierrechten

Dierrechten behelzen het recht om dieren te houden in de veehouderij. Dierrechten kosten geld en zijn ingesteld om de omvang van de veestapel te kunnen beheersen. Politici vreesden voor de milieugevolgen van een te grote veestapel. Het stelsel van dierrechten heeft effect op de financiële mogelijkheden van boeren. Wie meer kan en durft te investeren kan meer dieren houden. Nu het in de intensieve veehouderij steeds meer neer komt om de kosten te beheersen om financieel te kunnen overleven hebben de agrosector en de banken de handen ineengeslagen. Men wil van de dierrechten af, want men vindt dat men dat geld beter kan gebruiken dan af te staan aan de overheid.
Daar moet natuurlijk wel wat tegenover staan, want politici laten zich niet zomaar paaien, immers de gevolgen voor natuur en milieu zijn bij iedere volksvertegenwoordiger bekend. Maar de agrosector weet ook dat wanneer er genoeg uitzonderingen op de regel worden aangenomen in de Eerste Kamer dan men dan voldoende speelruimte houdt om gewoon de eigen gang te gaan.
Voor de aantasting van het milieu is de mestwetgeving in het leven geroepen. De praktijk leert dat er weinig controle is op wat er echt met mest gebeurt, dus deze papieren tijger zal waarschijnlijk niet bijten. Zou gebrek aan dierenwelzijn dan een probleem zijn? De ervaring leert dat in oude stallen het dierenwelzijn meer te lijden heeft dan in moderne stallen, dus waarom de wens tot vergroting van de stallen en het aantal dieren daarin niet te laten samengaan met de schijn van vooruitgang in dierenwelzijn?
Wat uit het oog verloren wordt door zowel de op geld beluste agrosector als in de meer dieren liefhebbende opponenten is dat er ook nog zo iets is als dierenrechten. In de rechtspraak is men van oudsher al gespitst op aantasting van het grondrecht vrijheid. Daarnaast wil men voorkomen dat mensen in hun handelen blijk kunnen geven dat zij zichzelf meer waard vinden dan een ander. Dus gelijkheid wordt in grondrechten ook zoveel mogelijk nagestreefd.
Hebben dieren dan dezelfde grondrechten als mensen? De vraag laat al doorschemeren dat vrijheid en gelijkheid ook weleens zouden kunnen gelden voor dieren. Voor de mens die in zijn gedrag dat gevolgen heeft voor dieren eigenlijk geen belang heeft bij de confrontatie met die vraag is het aantrekkelijk om de vraag te negeren.
Vraag aan die mensen: wordt het niet eens tijd om consequent te worden en de geringe bezwaren, die er zijn om grondrechten van dieren serieus te nemen, eens tegen het licht te houden?
Wat is er mis mee om minder vlees en zuivel te eten? Wat is mis mee om de veestapel in eigen land te reduceren tot 30% en het resterende aantal gewoon toegang te geven tot de wei? Wat is er mis mee om een natuurbeleid te hebben, waarbij hindernissen worden weggenomen om vrij te bewegen in gebieden waar geen schade wordt gedaan? Waarom vragen ons niet wat meer af of houden van dieren ook vorm gegeven moeten worden door zij letterlijk in eigen huis op te sluiten?

Meer lezen hoe deze dierenrechten kunnen worden uitgewerkt? Kijk op de site van Animal Freedom.

20 februari 2014

Kunnen dierrechten beter gebruikt worden om duurzaamheid te bevorderen?

De Rabobank wil dat veehouders die duurzaam gaan werken, hun veestapel straks zonder verdere beperkingen mogen uitbreiden.

Veehouderij is per definitie niet duurzaam. Melk is, net als vlees, een volstrekt overbodig product dat een onevenredig grote aanslag doet op basisgrondstoffen als water, granen en andere eiwithoudende grondstoffen. Varkens en kippen worden in veel grotere aantallen gehouden dan voor de binnenlandse consumptie nodig is. In de huidige omvang van de veestapel is het een risico voor de volksgezondheid en een aanslag op natuur en milieu. Het doel van de meeste veehouders is niet om ons te voeden maar om via de export geld te verdienen.
De boeren en de banken gaan straks zelf bepalen wat onder duurzaam moet worden verstaan. De meeste betrokkenen in de veehouderij vinden dat ze al heel erg duurzaam bezig zijn, dus dat wordt lachen. Wedden dat ze er integraal duurzaam van gaan maken?
Hebben ze ook met de stallen gedaan. Dat werkt via een puntensysteem. Als er een dak op zit, een paar ramen en een deur, dan krijg je al punten, en dus subsidie. Ze hebben A-stallen en B-stallen. B-stallen zijn de meest duurzame. Het systeem is een paar jaar geleden ingevoerd. Het zwermt van de A-stallen, maar er staat, voor zover bekend, geen enkele B-stal.
De Rabobank heeft de afgelopen 50 jaar steeds de andere kant op gekeken als het om het milieu of dierenwelzijn ging. Zo lang het maar volgens de regels ging, was het de bank wel goed. Dat die regels niet deugden om het milieu en dierenwelzijn te beschermen is niet het pakkie-an van de bank. Nu niet, en straks niet.
Gemeenten bepalen hoe groot de stallen mogen worden. Melkveehouders mogen in 2015 net zoveel koeien houden als ze zelf willen. Varkens en kippenhouders houden voorlopig de dierrechten om een plafond in de aantallen aan te kunnen houden, maar dierrechten zijn a: te koop, en b: niemand controleert of zij stiekem niet meer dieren houden.
Merkwaardig, in de gemeenteraden en in Brussel wordt bepaald hoe ons platteland er uit gaat zien, en wat daar door boeren uitgespookt mag worden. En toch worden er zowel voor de raadsverkiezingen als de Europese verkiezingen een historisch lage opkomst verwacht.

28 januari 2014

Universiteit van Wageningen heeft dieronvriendelijke bestuurders

Louise Fresco volgt Aalt Dijkhuizen op als bestuursvoorzitter van de universiteit van Wageningen. Beiden staan bekend als voorstanders van bio-industrie met banden in het netwerk van bedrijven die verdienen aan het op industriële wijze houden van dieren.
Nederlandse agro-ondernemers mogen zichzelf graag op de borst slaan over de diervriendelijke manier van dieren houden in de vaderlandse veehouderij. Fresco en Dijkhuizen ondersteunen die opvattingen, waar veel op af is te dingen. In dit artikel wordt dit onderbouwd.

Boeren in de vleeskippen en varkenshouderij geven antibiotica door het veevoer. Het voordeel is dat de dieren gezond blijven, sneller groeien en vervolgens eerder slachtrijp zijn. Het nadeel is dat de bacteriën resistent worden en de hoeveelheid antibiotica beschikbaar voor mensen steeds kleiner wordt tot het punt dat sommige mensen die een infectie krijgen overlijden.
De wetenschap en de farmaceutische industrie slagen er niet in om op tijd alternatieven te ontwikkelen; het laaghangende fruit is al geplukt. Laag hangend fruit staat voor antibiotica als penicilline die in de natuur wordt aangetroffen en zonder al te veel problemen beschikbaar is.
Een oplossing is om deze bio-industrie te beperken, want de industrie produceert vooral voor de export. Het is geen essentiële agrarische sector die onmisbaar voor de voedselbehoefte van mensen.
Een tweede overbodige sector is de pelsdierhouderij. Deze wordt in de toekomst verboden in Nederland. Nertsenhouders vinden dit maar niks, want er gaan miljoenen om in de sector en andere landen in wereld kunnen nu ongestoord nertsen blijven houden. Dierenwelzijnseisen in ons land zijn hoger dan in buitenland, dus zou er niet veel minder dierenleed zijn wanneer in Nederland wel nertsen mogen worden geproduceerd? Het antwoord is afhankelijk van wat de mode en de bontindustrie als grondstof gebruiken. Bont kan prima geïmiteerd worden. Maar wanneer ontwerpers bont gaan verwerken dan is aan de dragers niet goed af te zien of zij nep of echt bont dragen. Het moge duidelijk zijn dat pelsdierhouders in eerste instantie verantwoordelijk zijn voor dierenleed, want echt bont dragen is nergens voor nodig. Bont is goed te imiteren.
Of een dier nu in een Nederlandse kooi zit opgesloten of in een buitenlandse, het dierenleed is even groot. Mogelijk zijn buitenlanders meer bereid om dieren zonder verdoving of door het eerst te doden van hun jasje te ontdoen. Maar deze misstand is geen verdediging om bontdieren op te sluiten en hun pels te gebruiken. In Nederland niet en in het buitenland niet. Opsluiting in een draadmetalen kooi een korte leven lang is pure dierenleed.
Een derde overbodige sector is de melkveehouderij. Melk is geen essentieel voedingsmiddel ook al wordt het verwerkt tot kaas of omgezet in poeder om in het buitenland te verkopen voor babyvoeding. In Nederland wordt melk in absurd grote hoeveelheden geproduceerd in steeds groter worden stallen. Ook worden melkveehouders door subsidies en beschermende maatregelen kunstmatig in hun inkomen ondersteund. In het landschap verschijnen steeds grotere stallen die oplichten in hun omgeving omdat het licht ook ’s avonds aanblijft. De koeien worden jaarrond binnen gehouden en de weides worden als steeds eentoniger. Dit gaat ten koste van biodiversiteit en het aantal bloemen en weidevogels neemt af.

De universiteit van Wageningen heeft veel invloed in de wereld op de wijze waarop landbouw wordt bedreven. Het zou mooi zijn als spaarzaam vleeseter Louise Fresco meehelpt aan een terugkeer naar het “Fresco’s paradijs” (zoals haar TV-programma heet) door steun te geven aan het ontwikkelen van onderzoek naar ecologisch verantwoorde landbouw zonder het gebruik van dieren.

22 januari 2014

De agrarische sector zou anders zijn best moeten doen

Bijna nergens ter wereld wordt voedsel zo goedkoop geproduceerd als in Nederland en betalen consumenten relatief zo weinig van hun budget aan voeding. De oorzaak ligt in de grote in- en doorvoer van voedsel in ons land en de bereidheid van veeboeren om dieren hun korte leven lang op te sluiten in efficiënte stallen. De Nederlandse consument profiteert als een "heler" van de genadeloze efficiency van de agrosector, die gericht is op de export en die hun kosten zo laag mogelijk houdt.
Omdat de Nederlandse welvaart onder druk staat wordt er door de lobbyisten in de media voortdurend gewezen op het aandeel dat de agrosector zou hebben in die welvaart. Hoe groter dat aandeel lijkt, des te huiveriger zullen consumenten en kiezers zijn om de boeren aan te spreken op de gevolgen van hun manier van produceren. Een kritische houding zou onze welvaart weleens nadelig kunnen beïnvloeden.
Het kind van de rekening is de waarheid, het dierenwelzijn en de ecologische gezondheid van de Nederlandse bodem.
In de Volkskrant van 18 januari relativeert Gerard Reijn onder de titel “Import landbouwproducten stijgt net zo snel als de export” de achtergrond van de omvang van de Nederlandse agrarische sector.

Een citaat:
Nederlands buitengewone positie als exportreus heeft een lange geschiedenis. Al in de Middeleeuwen hadden Nederlanders door dat je geen graan moest verbouwen op veengrond, maar dat je er heel goed koeien op kon houden. Niek Koning, hoogleraar landbouweconomie in Wageningen: 'Dus voerde Nederland graan in uit de Baltische staten en exporteerde kaas naar Engeland.'
De ligging aan zee met Londen aan de overkant, en aan de Rijn met het Ruhrgebied stroomopwaarts, was ideaal voor dit soort handel. De intensieve veehouderij heeft er zijn bestaan aan te danken, zegt Koning. 'In feite is het een bedrijfstak op de kade van de havens. Goedkoop voer kwam via de havens binnen, en vlees, kaas en eieren konden gemakkelijk want per schip naar Engeland en Duitsland worden vervoerd.' In recenter tijden zijn deze infrastructurele voordelen verder uitgebreid door de komst van Schiphol, cruciaal voor de bloementeelt.
Maar Nederland is er ook in geslaagd 'de beste boeren van de wereld' te vormen. Een resultaat van de beruchte Landbouwcrisis van 1878 tot 1898. De Amerikanen begonnen graan uit te voeren en concurreerden de Europese boeren naar de ondergang. Nederland reageerde niet met protectionistische maatregelen, zoals andere landen, maar met het stimuleren van het vakmanschap door onderzoek, voorlichting en onderwijs. De Wageningen Universiteit, misschien wel 's werelds geduchtste kennisinstituut op landbouwgebied, was daarvan een van de resultaten. Dankzij al die kennis kon een hoog-technologische sector als de glastuinbouw zich ontwikkelen.
Maar niet de sky, maar de bodem is de limit, zegt Koning. 'De aanspraken op grond worden steeds groter. Er zijn milieu-eisen, met name op mestgebied, die bijvoorbeeld een beperking opleveren voor de intensieve veehouderij. Maar er moet ook steeds meer ruimte worden vrijgemaakt voor vrijetijdsbesteding, zoals hobbypaarden. 'Kijk naar de 'verpaarding' van de grond. Daarvan hebben we er nu weer rond 400 duizend, vier keer zo veel als enkele decennia geleden. Dat kost ruimte.' Daarom, zegt Koning, groeit de agrarische export vrijwel alleen nog doordat de agrarische import groeit.
Tot zover de Volkskrant.

Gerard Reijn schrijft niet voor niets tussen quotes dat Nederlandse boeren 'de beste boeren van de wereld' zouden vormen. De Nederlandse boeren produceren goedkoop, maar in het geval van de landbouwhuisdieren is goedkoop vooral duurkoop, omdat hun welzijn te lijden heeft onder de saaiheid van het leven in de stal en hun aantallen zo groot zijn dat de bodem te lijden heeft onder de mest. Om de dieren gezond te houden wordt op grote schaal antibiotica toegepast. Ondanks de verhalen dat dit gebruik schijnbaar daalt is het effect dat de ziekteveroorzakers zich inmiddels zo hebben aangepast dat de menselijke gezondheid niet meer in alle gevallen is te herstellen.
Het zou voor de balans in eigen land en in de wereld beter zijn wanneer de Nederlandse agrosector ‘je best doen’ niet meer zou vertalen in veel en goedkoop produceren, maar in ecologisch verantwoord en met meer kwaliteit voor mens, dier en leefomgeving.

Meer lezen over de gevolgen van export voor dierenwelzijn? Klik hier.

06 december 2013

Heeft een chimpansee mensenrechten?

Sander van Walsum schrijft in de column Stekel

Ook maar een mens?
Natuurlijk heeft de chimpansee Tommy niet gekozen voor een bestaan als proefdier in een krap bemeten kooi met een televisie. De vraag is echter of hij beter af is als de fundamentele mensenrechten op hem van toepassing zouden worden verklaard, zoals de Amerikaanse actiegroep Nonhuman Rights Project verlangt. Die denkwijze getuigt nog van het oude en onuitroeibare misverstand dat de mens de bekroning van de schepping is. Daarop is, zoals bekend, wel wat af te dingen. Dat de mens zich in de voorbije eeuwen vaak als een beest heeft gedragen, wil niet zeggen dat het dier op hem lijkt. Als de chimpansee, zoals de actiegroep betoogt, een autonoom wezen is met empathische vermogens, is hij ook vast in staat een verantwoorde keuze te maken tussen dieren- en mensenrechten.
Tot zover Stekel.

Wat niet klopt in deze column is dat het de vraag is of de chimpansee beter af is met mensenrechten. Van Walsum geeft niet aan wat de kern is van mensenrechten, namelijk vrijheid. Dit grondrecht is het wezen van de levende schepping en zou in gelijke mate van toepassing moeten zijn op mens en dier. Of een dier enige gelijkenis met een mens vertoont, zou volkomen irrelevant moeten en kunnen zijn voor haar grondrechten. Net zoals grondrechten in gelijke mate opgaan voor alle mensen ongeacht hun uiterlijk en andere kenmerken.

In Pauw & Witteman laat Jan van Hooff zien waartoe chimpansees en olifanten (qua bewustzijn en intelligentie) in staat zijn en hoe groot de overeenstemming met mensen is. Maar is een overeenstemming relevant voor grondrechten? Die vraag wordt niet gesteld.


Rechten geven aan chimpansees vindt hij sympathiek, maar onpraktisch. Tja, wanneer je dierenrechten serieus gaat nemen, dan gaat er veel veranderen. Of dat uiteindelijk onpraktisch zal zijn? Er zullen veel mensen naar ander werk moeten uitzien, dat is ongemakkelijk, maar het zal een rechtvaardiger en mooiere wereld worden.

02 december 2013

Daar gaan we weer

Het heeft uiteindelijk toch nog 25 jaar geduurd voor de georganiseerde dierenvrienden wakker zijn geworden. Aanleiding was een artikel in de Stentor over het gebruik van de geboortekrik bij koeien, of de veeverlosser zoals de boeren het apparaat liever zelf noemen. De krik is een voor de boer handig apparaat om bij een lastige bevalling het kalf in de meest letterlijke zijn van het woord uit de moeder te krikken.
Tsja, en dat kan natuurlijk niet. Dat het al bijna 25 jaar verboden is, er staat een stevige boete op, vergeten we onder het motto beter laat dan nooit maar liever even.

Bij een normale bevalling doet de koe zelf het werk, maar soms kan het naar de zin van de boer weleens te lang duren, hij wil naar bed of hij moet eten, en dan haalt hij een speciaal touwtje te voorschijn. Aan het ene eind zit een lusje dat om een poten van het kalf worden geslagen. Aan het andere eind zit een stokje, zodat de handen van de boer goed houvast hebben. Een klomp of laars gaat op de bil van de koe om kracht te kunnen zetten, en trekken maar jongens. En als het nog niet lukt gaat er nog zo'n speciaal. touwtje om de poten van het kalf en wordt er met twee man gesjord.

Als een boer het kalf er met een touwtje niet uitgetrokken krijgt, wordt het natuurlijk tijd voor de veearts, maar die kost geld. Elke keer dat hij moet opdraven weer. Boeren redeneren: wat een veearts kan, kan ik ook. En dus ligt er op elke melkveehouderij een geboortekrik. Die kost 1 keer ongeveer €300,-- gaat een leven mee en heeft een trekkracht van minstens zes man. Daar kan zelfs het koppigste kalf niet tegen op. De koe trouwens ook niet.

Het hebben van een geboortekrik mag; hem gebruiken is al bijna 25 jaar verboden. Maar er zijn zoveel zaken in de veehouderij verboden of gebonden aan regels. Omdat er nauwelijks gecontroleerd, laat staan gehandhaafd wordt, lachen de boeren smakelijk om al de verboden en regelgeving.
Het gebruik van de geboortekrik is namelijk niet te controleren. Hoe wil men dat doen? Een politie-agent naast elke zwangere koe zetten? De gewone politie heeft op het boerenerf geen enkele bevoegdheid. De dierenpolitie is inmiddels weer afgeschaft en was trouwens waar het de misstanden in de veehouderij betreft ook een lachertje: ze hadden geen bevoegdheden op het boerenerf. Van koeien, kippen en varkens zijn zogenoemde landbouwhuisdieren gemaakt, en daar kan een boer ongestraft zo ongeveer alles mee uithalen wat hij maar wil. En dat doet hij dan ook.

De controle op vee is alleen voorbehouden aan de speciale boerenpolitie, de AID. Maar deze is intussen opgegaan in de Nederlandse Voedsel en Waren Autoriteit, waar overigens, vrijwel zeker doelbewust, via bezuinigingen een groot capaciteitstekort is gecreëerd. En als er wel genoeg capaciteit zou zijn, zouden ze nog niet controleren. De inspecteurs van de AID durven doorgaans het boerenerf niet op. Het zijn vaak boerenzoons voor wie op vaders bedrijf geen plaats was en die door de sector als verraders worden gezien. En dus ook zo worden behandeld als ze hun gezicht laten zien.

Intussen is staatssecretaris Dijksma bezig met daadkrachtig op te treden. Het gebruik van de krik blijft verboden, en zal ook niet worden gedoogd.

Oh nee? Wat gaat er dan nu na die 25 jaar veranderen dan? Wel politie in de stal? Webcam bij elke zwangere koe? Drones op het boerenerf? Dacht het niet.

Er wordt niet gedoogd, maar bij deze mededeling blijft het.

Intussen gaat de staatssecretaris in overleg met de sector. Doel van het gesprek is na te gaan onder welke voorwaarden het wel kan.

Wedden dat er het volgende uit komt:

Boeren mogen straks de geboortekrik zelf gebruiken op voorwaarde dat ze eerst via een cursus een diploma halen. Boeren die al een bedrijf hebben krijgen het diploma sowieso. Nieuwe boeren krijgen er een als hun vader minstens tien jaar boer is geweest.

En zo is er dan weer op papier een stukje dierenleed verminderd in een land dat vele regels ter bescherming van dieren meteen onderuit haalt door er tijdelijke ontheffingen of uitzonderingen voor toe te staan.

En het moet gezegd, het lukt de boeren steeds weer de zaken zo te draaien dat lijkt alsof ze moeten inbinden, maar er in de praktijk voor hen geen fluit verandert.

Daar gaan we weer….

Op dit filmpje een geboorte van een kalf zonder een krik.

En hier een filmpje met gebruik van geboortekrik.

11 november 2013

CDA paait kleine boer met doorzichtige truc

asperges'CDA neemt afstand van bulkproductie', kopte de web editie van Nieuwe Oogst.
Het vakblad van de Nederlandse boerenlobby registreerde naar aanleiding van de behandeling van de landbouwbegroting in de tweede kamer zorgelijk een heuse trendbreuk bij het CDA.
De christendemocraten zien niets meer in grootschalige bulkproductie.

'Voor Nederlandse boeren biedt het op lange termijn geen perspectief om tegen de laagste kosten te produceren. Daarom moeten we naar een beter verdienmodel toe,' aldus Jaco Geurts die tegenwoordig woordvoerder landbouw voor het CDA is. In dat betere verdienmodel moet volgens Geurts toegevoegde waarde centraal staan.

Als voorbeeld noemt Geurts voorverpakte geschilde asperges met een klontje boter dat zo de magnetron in kan: 'in vijf minuten klaar!' jubelde de woordvoerder, die kennelijk nooit in de keuken staat. Asperges gaan doorgaans samen met een sausje, hardgekookte eieren en plakken ham. Dus die moeten er ook nog bij. Als dat maar goed gaat.
De boeren gaan natuurlijk niets verdienen aan de door Geurts bedachte toegevoegde waarde. De tussenhandel des te meer. Kijk maar even bij de sla in de supermarkt, waar Geurts zijn idee kennelijk gejat heeft. Voorgesneden sla kost ongeveer 1,50 per 100 gram. Een krop ijsbergsla van 800 gram kost ongeveer 1 euro.

Als een boer een krop sla aan de supermarkt verkoopt, mag hij blij zijn met 25 eurocent. En als hij zijn sla aan een tussenhandelaar verkoopt die de sla gaat bewerken, krijgt de boer nog steeds 25 eurocent. En dan mag de boer ook blij zijn, want voor met een beetje pech bedingt de handelaar kwantumkorting.
De zogenaamde toegevoegde waarde van Geurts zijn vooral toegenomen kosten voor een luie consument die zichzelf heeft wijs gemaakt dat hij zijn tijd beter kan besteden dan aan het klaar maken van eten.

De koerswijziging van het CDA, weg van de ongelimiteerde steun voor bulkproductie en dus de grootschaligheid, lijkt een slimme zet. Immers, binnen de boerenstand zelf is er, net als bij de burger, grote weerstand tegen mammoetbedrijven. Logisch, want zij drukken op termijn de kleintjes volledig uit de markt.

Hoewel het aantal boeren gestaag afneemt zijn de 'kleine' boeren getalsmatig nog steeds veruit in de meerderheid. Van alle Nederlandse boeren, nog zo'n 80.000, is minder dan 10% grootindustrieel aan het boeren. Zij nemen intussen wel ruim 70% van de productie voor hun rekening.
Met het oog op verkiezingen ligt de potentiële winst voor het CDA dus bij de kleine boer.
Voor de relatie van het CDA met de grote boeren is de koerswijziging risicoloos. Stel het onwaarschijnlijke geval dat er toch beperkingen voor de veehouderij komen in de vorm van dierrechten of een eis van grondgebondenheid.

Dan is er voor de grote jongens onder de boeren nog niets aan de hand. Iedere boer die zelfs maar vage uitbreidingsplannen had, heeft dat allang geregeld via een vergunningaanvraag waar de toekomstige uitbreiding al in verwerkt zit. En in de landbouw is het zo geregeld dat nieuwe wetgeving alleen van toepassing is voor nieuwe gevallen.

Zo kan het CDA rustig roepen dat ze tegen schaalvergroting is, want die is allang geregeld en daar is niets meer aan te doen.

07 november 2013

(Niet) gebruiken luchtwassers kost geld

Veehouderijen moeten luchtwassers gebruiken om de lucht uit de veestallen te zuiveren van ammoniak. Ammoniak is een grote bedreiging voor de natuur. De stikstof uit de ammoniak bevoordeelt snel groeiende veel voorkomende plantensoorten ten koste van zeldzame langzamer groeiende soorten. Bovendien zorgt de uitstoot voor stank en gezondheidsrisico’s.

Bij zes Brabantse veehouders is voor tienduizenden euro's beslag gelegd en het OM wil het geld dat de boeren hebben bespaard door hun luchtwassers niet te gebruiken als criminele winst opeisen.

Sjoemelen met luchtwassers om geld te besparen is een landelijk probleem. Een luchtwasser kan nooit het geweten van een veehouder schoon wassen over de manier waarop hij zijn dieren tegen hun grondrechten binnen houdt.

Leeswijzer


Thema's of steekwoorden vindt u via de labels onderaan de pagina of op Animal Freedom.
Klik hier voor de laatste bijdragen op dit blog
.
Klik hier voor het beleid om uw privacy te beschermen.
Kijk op ook Facebook voor onze reactie op de actualiteit.

Waarom dit blog?

De Nederlandse veehouderij is vooral gericht op zoveel mogelijk voor de export te produceren onder het motto “meer, meer, meer en groot, groter, grootst”. Dit heeft negatieve gevolgen voor zowel de dierenwelzijn, biodiversiteit, het milieu, het klimaat, de portemonnee en de gezondheid van burgers en ook voor welwillende boeren.
Dit blog verzamelt kritische artikelen die de wurggreep beschrijven waarin de veehouderij zichzelf heeft vastgezet. Zo willen we niet alleen een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de kwaliteit van het leven voor alle belanghebbenden, maar ook aan een schone, gezonde omgeving en een beter dierenwelzijn.

Ook de argumentatie dat dieren grondrechten hebben kan beter en meer aansluiten op hoe mensen voor zichzelf vinden dat recht moet gelden. Alle dier(soort)en kunnen in hun recht op vrijheid als (intrinsiek) evenwaardig aan mensen beschouwd worden. Dierenrechten zijn mensenrechten, die mensen de kans geeft om voor dieren op te komen.
Dieren, bijv. in de intensieve veehouderij, worden behandeld als een object in plaats van een subject met gevoelens en rechten.

De snelheid en het aantal dier(soort)en dat we voortdurend gebruiken is immens. De bijdrage aan onze welvaart en economie van de agrosector is gering. De oplossing is simpel en van niemand anders dan van ons zelf afhankelijk.

Dierenrechten in woord en beeld

Vrijheid is ook een intrinsiek grondrecht voor dieren. Dieren zijn geen dingen Dierenrechten zijn mensenrechten. Mensen moeten voor dieren kunnen opkomen wanneer hun grondrecht wordt geschonden.
logo van Animal Freedom yin en yang
Lees hier over de redenen waarom dieren recht op vrijheid hebben. Lees hier waarin mens en dier evenwaardig zijn.