Mens en dier zijn (intrinsiek) evenwaardig in hun recht op vrijheid

Alle levende wezens zijn verschillend maar evenwaardig in het recht op vrijheid op een natuurlijk leven.
Een dier is (net als een mens) geen ding of een object.
Mensen moeten kunnen ingrijpen wanneer mensen dieren misbruiken of onrecht aandoen.

20 maart 2013

Zijn mestvergisters ongezond?

Vragen van het lid Ouwehand (Partij voor de Dieren) aan de staatssecretarissen van Economische Zaken en van Infrastructuur en Milieu en aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de gevaren van mestvergisters voor de volksgezondheid.

  1. Heeft u er kennis van genomen dat een groot aantal huisartsen van Gemert-Bakel zich zorgen maken over de mogelijke komst van een mestfabriek naar Gemert? Zo ja, hoe beoordeelt u dat?
  2. Deelt u de mening van de huisartsen dat het niet uit te sluiten is dat er gezondheidsrisico’s kleven aan de komst van de grote mestfabriek die de op-één-na grootste biogasinstallatie van Europa wordt, en zeer dicht bij een woonwijk gebouwd wordt? Zo nee, waarom niet, en op grond van welke informatie kunt u eventuele gezondheidsrisico’s dan uitsluiten? Zo ja, kunt u de mogelijke gevolgen voor de volksgezondheid van mestvergisters uiteenzetten?
  3. Deelt u de zorg van de huisartsen dat de mestvergister kan gaan zorgen voor stankoverlast na technische storingen en dat calamiteiten zouden kunnen leiden tot klachten als hoofdpijn, misselijkheid en benauwdheid? Zo nee, waarom niet, en op grond van welke wetenschappelijke informatie kunt u de genoemde klachten uitsluiten? Zo ja, welke consequenties verbindt u hieraan?
  4. Deelt u de mening dat het onwenselijk is dat een commerciële activiteit van een enkeling de gezondheid van vele omwonenden op deze wijze in het geding brengt? Zo nee, waarom niet?
  5. Bent u bereid om in overleg te treden met de gemeente Gemert-Bakel om de komst van de mestvergister zo dicht bij huizen te voorkomen? Zo nee, waarom niet?
  6. Bent u bekend met de calamiteit dd. 19 januari 2012, waarbij ongezuiverd biogas is vrijgekomen uit een vergistingsinrichting in Coevorden, waarbij 40 bewoners van de wijk Klinkenvlier, die zich slechts 320 tot 700 meter van de vergistingsinrichting bevinden, zijn geëvacueerd?
  7. Kunt u bevestigen dat ongezuiverd biogas giftig waterstofsulfide bevat en dat dit gezondheidsklachten zoals hoofdpijn, misselijkheid, geïrriteerde ogen en luchtwegen kan veroorzaken, en dat bij deze calamiteit enkele bewoners en hulpverleners hierdoor onwel zijn geworden?
  8. Kunt u verklaren hoe deze calamiteit heeft kunnen plaatsvinden, terwijl er een verspreidingsberekening door het RIVM is gemaakt waarin werd gesteld dat dat geen gevaar bestond voor de gezondheid van bewoners van Klinkenvlier? Kunt u bevestigen dat de milieu- en volksgezondheidgevolgen van deze vergistingsinstallatie dus verkeerd zijn ingeschat? Deelt u de mening dat het aannemelijk is dat dit voor meerdere installaties in Nederland geldt, en dat de milieu- en volksgezondheidsgevolgen van de mestvergisters in Nederland dus wellicht ernstig onderschat worden?
  9. Kunt u bevestigen dat de voorschriften in de milieuvergunning voor de betreffende mestvergister in Coevorden van 12 oktober 2006 ontoereikend waren om milieugevolgen (zoveel mogelijk) te voorkomen en adequaat te kunnen handhaven? Kunt u zeggen vanaf welk moment B&W en GS daarvan op de hoogte waren of op de hoogte hadden moeten zijn? Zo nee, waarom weet u zulke dingen niet?
  10. Bent u ermee bekend dat onder andere een geurnorm ontbrak in de milieuvergunning van de vergister in Coevoerden en in de bij besluit van 10 januari 2013 ambtshalve aangepaste voorwaarden nog steeds ontbreekt, zodat daarmee wordt toegestaan dat omwonenden langdurige en ernstige geuroverlast moeten ondergaan en het bevoegd gezag zichzelf daarmee een handvat onthoudt om daadwerkelijk en adequaat te kunnen optreden in geval van geuroverlast, zoals vanaf 2008 bij herhaling is voorgekomen?
  11. Heeft u de indruk dat het bevoegd gezag op een correcte wijze met klachten van bewoners over stank- en geluidsoverlast is omgegaan met betrekking tot de mestvergister in Coevorden, gezien het feit dat al sinds 2008 frequente meldingen zijn gedaan over stank- en geluidsoverlast en er bovendien een ontoereikende vergunningen is afgegeven, en het bevoegd gezag niet heeft ingegrepen, tot de woonwijk ontruimd moest worden tijdens de calamiteit in 2012? Zo nee, welke consequenties verbindt u hieraan?
  12. Deelt u de mening, dat uit bovenstaande voorbeelden blijkt dat gemeentebesturen onvoldoende rekening houden met de gezondheid van omwonenden in de vergunningprocedures voor (mest)vergistingsinstallaties, en dat het dus noodzakelijk is om landelijke regels hiervoor in te stellen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, bent u bereid landelijke regels op de stellen, waaronder afstandscriteria tussen bewoning en (mest)vergistingsinstallaties, en in de tussentijd een bouwstop af te kondigen?

Klik hier om meer te lezen over mestvergisting.

Vissersvloot kritiekloos gevolgd

Jean-Pierre Geelen kan beter schrijven dan ik. Misschien omdat hij ongeveer even oud is als ik vallen hem op televisie dezelfde zaken op als mij. Ik mag hem graag lezen. In de Volkskrant van 20 maart schrijft hij over de documentaires die recent zijn uitgezonden waarin vissers de hoofdrol spelen.
Met name de kritiekloze registratie van de beweringen van de vissers was mij opgevallen en Geelen voert als verklaring aan dat het Productschap Vis de makers financieel heeft gesteund. Dat verklaart veel, want het imago van de Hollandse visser was tanende.

Een citaat uit de column van Geelen onder de titel “Vissen”:
Het wonder van Urk. Ooit was dat de raadselachtige wijze waarop de visafslag van de gemeente opleefde nadat het IJsselmeer werd afgesloten. 'Helaas lijkt het erop dat er weer een wonder moet gebeuren', meldde gisteravond de meegaande voice-over van de NCRV-serie De Urker vissers. De visindustrie heeft het immers moeilijk, zo werd uitgelegd: dat komt door die ellendige visquota en vervelende heffingen waardoor de industrie is gehalveerd.
Het wonder van Urk heeft zich op tv al herhaald: er waren maandag meer dan een miljoen kijkers voor de dagelijkse, tiendelige reality soap over de vissersfamilie Kramer.
Raadselachtig. Want er gebeurt hoegenaamd niets in de serie, die draait om de broers Jacob en Klaas Kramer. Ja, een net van hun kotter was achter een oud wrak blijven haken. 'Om het hoofd boven water te houden' moest het hele weekend worden doorgezwoegd. Maar niet op de dag des Heren.
….
Spannender wordt het niet, of het moet de onheilspellend zorgelijke blik van de stuurlui zijn wanneer de netten weer niet vol genoeg zitten.
En dan toch zoveel kijkers vangen. Knap.
Televisie heeft de visser ontdekt. Nog maar enkele weken geleden zond omroep MAX ook al een serie uit: Hollandse vissers, over de bemanning van de KW34 uit Katwijk van schipper Klaas, en de WR-212 uit Den Oever, van Rein en zijn zoon Rik. Een volstrekt kritiekloos relaas, dat dan ook 'in nauwe samenwerking met' het Productschap Vis werd gemaakt. Vandaar de visrecepten op de site van de serie.
Geen woord over overbevissing of gemarchandeer met vangstquota, maar een verse Onedin line.
Ook in De Urker vissers - mooier gemaakt dan de MAX-pendant - overheerst het begrip voor de noeste werkers. Wanneer een zoon oefent voor zijn spreekbeurt, over de visserij, wil hij overbevissing aanstippen. Vader Klaas grijpt in: 'Elk jaar is de visserij op dezelfde plek. De visser zorgt voor een beetje bodemberoering. Dat is niet slecht: waar je elk jaar vist, komt de vis weer terug.'
Aha.
De kijker zal het een zorg zijn. De visserij haakt in op de heimwee-trend die zich op tv - en daarbuiten - manifesteert. Weemoedig terugdenken met Van Dis en Van Kooten; kaasblokjes op tafel en met de hele familie Ik hou van Holland kijken. Moeder, ik wil bij de revue; Dokter Deen - o, zoete wereld van gisteren. De dokter kwam nog gewoon bij Kniertje aan huis. Geen bontkraagje of razend scootertje te bekennen.
Zo ook in idyllisch Urk. De krant mag dan ooit hebben gemeld dat de jeugd er onder de coke zit, hier lopen ze nog in klederdracht. Ook de NCRV vindt de Urkers zo exotisch, dat ze worden ondertiteld.

Tot zover Jean-Pierre Geelen.
De Hollandse visvloot vangt veel meer dan we aan vis nodig hebben. Tweederde gaat dood overboord en vis eten is lang niet zo gezond als de sector ons wil doen geloven. We zouden in ons land wat kritischer moeten kijken naar de schadelijke ambitie van grootschaligheid. Waarom? Klik hieronder bij de labels op "visserij" of "export".

Duurzaamheid als masker voor overschatte sector

De Agrosector, die lobby voort voor de belangen van de melkveehouders, zoekt draagkracht in de samenleving door zichzelf te associëren met duurzaamheid. Dat is beter voor de omzet en voorkomt maatschappelijke onrust.
Maar dan moet duurzaamheid natuurlijk wel zo opgevat worden dat het bouwen van megastallen als duurzaam kan worden aangemerkt. In megastallen verblijven koeien doorgaans hun hele leven omdat de boer domweg te weinig wei heeft om de dieren buiten te laten lopen. Wanneer een koe buiten loopt dan heeft dat als nadeel dat de mest niet kan worden verzameld en dat iedereen de gebreken van de dieren kan zien. In het verzamelen van de mest kan de sector rekenen op instemming van de milieufederaties. Niet alleen de verwerking van mest is in stallen gemakkelijk, het kan ook worden vergist zodat de indruk kan gewekt dat daarmee voordelig energie kan worden opgewekt. Dat kan natuurlijk ook, maar het geheel is veel minder efficiënt en milieuvriendelijk als de naïeve burger en consument geneigd is te denken.

In Nederland zouden koeien gemakkelijk in de zomer buiten in de wei kunnen lopen en zou de mest die in de koude periode wordt verzameld kunnen worden aangewend voor uitrijden op akkergronden. Het probleem is dat er veel te veel koeien zijn. Er zijn zoveel koeien omdat de sector wil exporteren. Want daarmee is geld te verdienen. Met geld verdienen is op zich niet zo veel mis, maar de burgers en consumenten realiseren zich te weinig dat zij daar op een oneigenlijk manier voor moeten bloeden en de portemonnee voor moeten trekken.

Vlees en zuivel zijn, anders dan de sector ons wil doen geloven, niet essentieel voor onze gezondheid.
Voor wie hier meer over wil lezen, klik in de labelwolk hieronder op "gezondheid". Voor wie wil weten waarom de sector economisch minder belangrijk is dan zij ons voorspiegelt, klik hier of op "demagogie". Voor de nadelen van de overproductie, klik op "export".

13 maart 2013

Jachtopziener doodt concurrenten

Een 50-jarige man uit Nijensleek en een 65-jarige man uit Wolvega zijn aangehouden op verdenking van betrokkenheid bij illegale jacht en valsheid in geschrifte.
De man is jachtopziener bij Landgoed De Eese op de grens van Drenthe en Overijssel. Hij zou hebben gejaagd met niet toegestane middelen als vangkooien en klemmen. Ook zou hij zonder ontheffing jagen met lichtbakken, roofvogels hebben gedood en illegaal wapens in zijn bezit hebben. Hij is weer vrijgelaten, maar zijn jachtakte is in beslag genomen. De man uit Wolvega wordt gezien als medeverdachte.
Bij de man zijn vallen, klemmen, jachtgeweren en gif in beslag genomen.

Marianne Thieme stelt over de kwestie Kamervragen.
Vragen van het lid Thieme (Partij voor de Dieren) aan de minister van Veiligheid en Justitie en de staatssecretaris van Economische Zaken over de aanhouding van een jachtopziener voor illegale jacht.
  1. Kent u het bericht “jachtopziener opgepakt voor illegale jacht”?
  2. Kunt u bevestigen dat de geconstateerde misstanden plaatsvonden op het landgoed de Eese, dat in bezit is van de familie van Karnebeek?
  3. Kunt u aangeven of verdachte in dienst is van de familie van Karnebeek of van de BV die eigenaar is van het landgoed en verantwoordelijk is voor de exploitatie?
  4. In de oude jachtwet wordt gesproken over een "jachtopzichter" als degene, die is belast met de bescherming van de jachtbelangen van een jachthouder en buitengewoon opsporingsambtenaar is. Kunt u aangeven in hoeverre verdachte handelde met het oogmerk de belangen van de jachthouder te beschermen?
  5. Kunt u aangeven of de jachthouders op landgoed De Eese gehoord worden in het onderzoek naar de wetsovertredingen om vast te stellen of zij daarbij al dan niet betrokken zijn? Zo nee, welk ander belang zou de jachtopziener kunnen hebben gehad bij het overtreden van de wet en waarom wordt zijn werkgever daar niet op aangesproken?
  6. Kunt u aangeven of er anderen jachthouders zijn van het gebied dan leden van de familie van Karnebeek? Zo nee , waarom niet? Zo ja, kunt u aangeven wie?
  7. Deelt u de mening dat de jachthouders op de Eese en hun jachtgasten een direct belang hadden bij de wetsovertredingen van de nu aangehouden jachtopziener? Zo nee, waarom niet? Zo ja, strekt het onderzoek zich uit naar hun belangen?
  8. Kunt u aangeven of verdachte lid is van de Koninklijke Nederlandse Vereniging voor Natuurtoezicht (KNVvN)? Zo ja, treft de vereniging disciplinaire maatregelen tegen verdachte?
  9. Is het waar dat de verdachte Buitengewoon Opsporings Ambtenaar (BOA) is en kunt u zeggen of zijn opsporingsbevoegdheid en aanstelling zijn ingetrokken? Zo nee, wanneer en voor welke duur wordt die dan ingetrokken?
  10. Is het waar dat kroonprins Willem-Alexander heeft gejaagd op landgoed de Eese, en hoe ziet u de aanhouding van de daar verantwoordelijke jachtopziener in dat geval in relatie tot de voorbeeldfunctie van de Kroonprins?
  11. Deelt u de mening dat overtredingen door Buitengewoon Opsporings Ambtenaren nauwelijks zijn vast te stellen omdat juist zij de toezichthoudende taak in een bepaald gebied vervullen, veelal het eigendom van hun broodheer? Zo nee, waarom niet? Zo ja, bent u bereid maatregelen te treffen waardoor de onafhankelijkheid in het veldtoezicht beter gewaarborgd wordt?
  12. Kunt u aangeven hoe vaak in de afgelopen 2 jaar BOA’s geverbaliseerd zijn?
  13. Deelt u de mening dat ook de werkgevers van BOA’s aangesproken moeten worden voor wetsovertreding van hun personeel, zeker waar het in de rede ligt aan te nemen dat ze ofwel opdrachtgever zijn tot wetsovertreding ofwel daarvan kennis dragen?

06 maart 2013

Achteruitgang wilde bestuivers

Vragen van het lid Ouwehand (Partij voor de Dieren) aan de staatssecretaris van Economische Zaken over de sterke afname van de vlinderstand.

  1. Heeft u kennis genomen van het onderzoek dat erop wijst dat de grote achteruitgang van wilde bestuivers zoals vlinders, hommels, zweefvliegen en wilde bijen een groot gevaar is voor de landbouw en voor de voedselzekerheid?
  2. Deelt u mijn bezorgdheid over de sterke daling van het aantal vlinders in ons land, waardoor de vlinderstand momenteel op het laagste niveau van de laatste twintig jaar is beland?
  3. Kunt u bevestigen dat de belangrijkste oorzaken van de achteruitgang van de vlinderstand gevonden kan worden in de intensivering van de landbouw, waardoor het leefgebied van vlinders sterk is afgenomen door versnippering, vermesting en verdroging? Zo ja, welke consequenties verbindt u hieraan en op welke wijze wilt u de verdere intensivering van de landbouw en de negatieve gevolgen daarvan tegengaan?
  4. Bent u bereid om een extra en een forse inspanning te leveren om het leefgebied voor vlinders en andere wilde bestuivers weer te vergroten? Zo ja, op welke termijn en wijze? Zo nee, waarom niet?
  5. Deelt u de mening dat de bermen van wegen een leefgebied zouden kunnen vormen voor vlinders en andere wilde bestuivers wanneer deze worden ingezaaid met bloemenzaden? Zo ja, bent u bereid om ervoor te zorgen dat deze bermen inderdaad als zodanig worden ingericht, ook in samenwerking met provincies en gemeenten? Zo nee, waarom niet?

Tweederde gevangen vis gaat dood overboord

Voor elke kilo vis die aan land komt, gaat 2 kilo (voornamelijk dood) overboord. Vandaar dat de Europese Commissie (EC) wil dat bijna alle vis die vanaf 2019 wordt gevangen ook aan land wordt gebracht. De vissers zijn hier niet blij mee, want zij kunnen deze vis niet verkopen en het scheelt hun ruimte op het schip om commercieel interessante vis te bewaren.
Met de maatregel hoopt de EC de bijvangst aan banden te kunnen leggen. De visser worden gedwongen om of minder bijvangst te vangen of gewoon minder te vangen, waardoor de visstand beter wordt beschermd.
De vissers hebben bedwongen dat zij 9 procent van hun vangst mogen weggooien. De kans bestaat dat daarmee de hele maatregel nutteloos is, want wie controleert of een visser al aan zijn tax is?

Agrarisch natuurbeheer alleen bij grotere aanpak effectief

In Trouw op 6 maart:
Onderzoeker David Kleijn van Alterra vergeleek voor de commissie-Van Ardenne, die binnenkort komt met een 'herijking van het natuurbeleid', de effectiviteit van natuurbeheer in agrarisch gebied met dat in natuurreservaten. Agrarisch natuurbeheer is allereerst 25 procent duurder dan het beheer in natuurreservaten. Voor een deel lijken die hoge kosten veroorzaakt te worden door het feit dat maar liefst 42 procent van de subsidie opgaat aan administratie. De dure vorm van beheer blijkt bovendien verre van effectief. Van de negentien studies die de afgelopen jaren naar de doelmatigheid zijn verricht, wijzen er twaalf uit dat het agrarisch natuurbeheer geen enkel effect heeft gehad. Twee studies spreken zelfs van een negatief effect, twee zien positieve resultaten maar kunnen die niet koppelen aan de beheersmaatregelen. De andere geven geen finaal oordeel.
Vooral het inzaaien van bloemen en kruiden (de zogenoemde botanische pakketten) en het herstel van houtwallen en singels (de zogenoemde landschapspakketten) hebben geen enkel effect op de soortenrijkdom. De oorzaak van de mislukking is volgens Kleijn de kleinschaligheid van de ingrepen binnen het bijna industriële landbouwareaal. Agrarisch natuurbeheer kan alleen effectief worden gemaakt als het gebied grootschalig is, als het gebied als een buffer tegen een natuurreservaat aanligt en als de maatregelen robuust zijn. Kleijn noemt bijvoorbeeld de verhoging van het waterpeil, een maatregel waarvoor op dit moment juist geen subsidie is te krijgen. Kleijns conclusies worden al jaren gedeeld door diverse hoogleraren van verschillende universiteiten, onder wie de Leidse hoogleraar Geert de Snoo, die internationaal bekend is vanwege zijn kennis van natuur op het platteland.

28 februari 2013

Faunapassages in het ongerede

Vragen van het lid Ouwehand aan de staatssecretaris van Economische Zaken over het niet functioneren van tal van faunavoorzieningen die als compensatie moesten dienen voor het aantasten van de natuur.

  • Is het waar dat veel faunavoorzieningen die zijn aangelegd als compensatie voor de schade die economische activiteiten toebrengen aan de natuur niet functioneren, zoals droogstaande vispassages, verdronken zoogdiertunnels, constructiefouten in amfibieëntunnels en in verval geraakte looprichels terwijl deze dienen om de weg ter hoogte van een brug of duiker te kunnen passeren? Zo ja, hoe beoordeelt u dit?
  • Kunt u uiteenzetten op welke wijze en met welke regelmaat faunavoorzieningen worden gecontroleerd en kunt u de resultaten ten aanzien van het functioneren van faunavoorzieningen over de afgelopen 3 jaar uiteenzetten? Zo neen, waarom kunt u daar geen inzage in verschaffen?
  • Kunt u uiteenzetten hoe vaak er de afgelopen 3 jaar wettelijke sancties zijn opgelegd voor het niet functioneren van faunavoorzieningen die zijn aangelegd ter compensatie van activiteiten of ontwikkelingen die schade toebrengen aan de natuur? Zo neen, waarom niet?
  • Deelt u de mening dat het zorgwekkend is dat er bij schadelijke activiteiten voor de natuur op basis van de natuurwetgeving vaak wordt overgegaan tot mitigerende en compenserende maatregelen in de vorm van faunavoorzieningen, terwijl de gerealiseerde voorziening vervolgens niet of onvoldoende worden gecontroleerd en gemonitord op deugdelijkheid, functioneren en op te realiseren doelen ten aanzien van de getroffen soort(en)? Zo ja, op welke termijn en wijze wilt u maatregelen treffen? Zo neen, waarom niet?
  • Kunt u de observaties bevestigen van ecoloog en onderzoeker Edgar van der Grift van Alterra, dat de vele in verval geraakte loopbruggen, verdronken zoogdiertunnels en in slechte staat verkerende paddenschermen geen incidenten zijn? Zo nee, waarom niet en hoe verhoudt dit zich dan tot de vele niet functionerende voorzieningen die zijn aangetroffen in een steekproef waarvan de resultaten zijn gepubliceerd in Natuur Bos en Landschap?
  • Bent u bereid onderzoek in te stellen naar het functioneren van faunavoorzieningen? Zo nee, waarom acht u dit niet noodzakelijk? Zo ja, op welke termijn?

27 februari 2013

Plofkip in flauwekulsaus

Persbericht Wakker Dier 26 februari.
"Een plofkip in flauwekulsaus. Geen dierenbeschermingsorganisatie is hier positief over." reageert Wakker Dier verbaasd en teleurgesteld op het nieuws dat de supermarkten vandaag met de pluimvee-industrie naar buiten brengen. Afgelopen zomer beloofden de supermarkten (CBL) in de toekomst enkel varkens- en kippenvlees met minimaal 1 ster van het Beter Leven kenmerk in het schap te gaan leggen. Vandaag is deze belofte teruggebracht tot een 'plofkip in flauwekulsaus': zonder Beter Leven ster, 18 in plaats van 20 kippen per vierkante meter (per kip een extra oppervlakte ter grootte van een smartphone), nooit naar buiten en een paar dagen langer leven. En dat laatste pas in 2020, waardoor de plofkip-industrie en de supermarkten pas over 5 jaar hoeven te starten om stap voor stap de kreupele plofkip te vervangen door een kruising van een normale kip met een plofkip. Wakker Dier blijft onverminderd campagne voeren voor een plofkip-vrij schap in 2015, vooral gericht op de grootste plofkipverkopers Albert Heijn en Jumbo.

In januari 2012 startte Wakker Dier de campagne 'Stop de Plofkip'. Plofkip is de 'gewone' kip in de supermarkt. Het is een kuiken dat in zes weken tijd wordt vetgemest tot vleeshomp van ruim twee kilo en dat met 20 anderen op een vierkante meter leeft in een donkere stal. Van alle dieren in de vee-industrie scoren deze kuikens het slechtst op dierenwelzijn. Deze kip heeft door de extreem snelle groei last van kreupelheid, voetzweren, kortademigheid en borstblaren. Vanwege de vele gezondheidsproblemen krijgt deze kip veel antibiotica toegediend. Mede door het onverantwoord hoge gebruik van antibiotica in de vee-industrie kunnen levensgevaarlijke bacteriën steeds moeilijker bestreden worden en ontstaan zo levensbedreigende besmettingen in bijvoorbeeld ziekenhuizen. Wakker Dier wil dat supermarkten overstappen op kip met 1 ster van het Beter Leven keurmerk van de Dierenbescherming. Deze kip groeit langzamer en heeft daarom veel minder last van de welzijnsproblemen waar de plofkip mee kampt en heeft daardoor minder antibiotica nodig. Ook heeft deze kip meer ruimte en een overdekte uitloop. Deze kip is een paar dubbeltjes duurder.

Halverwege 2013 moet Wakker Dier AH op TV nog steeds oproepen moet het stoppen van de verkoop van plofkip.

23 februari 2013

Bofkip versus plofkip, allemaal pinokkioverhalen?

Eerst negeren ze je, dan lachen ze om je, dan vechten ze tegen je en dan win je.

Deze voorspelling van Mahatma Gandhi is vaak geciteerd door Marianne Thieme.
Wakker Dier vecht al jaren tegen de erbarmelijke omstandigheden van dieren in de Nederlandse bio-industrie. Blijkens onderstaand persbericht zijn ze aan de winnende hand.

Pluimveehouders roepen de bofkip in het leven in de strijd tegen de plofkip. Onze kippen boffen dat ze in Nederland leven, omdat het dierenwelzijn hier ten opzichte van de rest van Europa het best geregeld is, stelde de Nederlandse Vakbond voor Pluimveehouders (NVP). 'Wij hebben de buik vol van de spotjes over de plofkip. Allemaal pinokkioverhalen.'

Nog twee leuke citaten van Gandhi:
"De beschaving van een volk is te meten aan de mate van respect waarmee ze met hun dieren omgaan."

Interviewer: 'Wat vindt u van de westerse beschaving?
Gandhi: 'Dat lijkt me een heel goed idee.'

19 februari 2013

Marianne Thieme presenteert haar idee voor Nederland

Wat is het grootste probleem van ons land en hoe lossen we dat op?
28 februari deed dat MARIANNE THIEME, fractieleider van de Partij voor de Dieren met een lezing in de Balie: 'Het is een primitieve gedachte dat we het leven van andere dieren zouden moeten nemen om zelf in leven te blijven.'

Wanneer ons consumptiepatroon wereldwijd zou worden overgenomen, hebben we vier aardbollen nodig. Zegt Daan van Doorn die de toekomst van de veehouderij onderzocht. En: 'Om de wereld te kunnen voeden zijn megastallen nodig, een verdere intensivering van de landbouw.' Dat betoog krijgt navolging bij vertegenwoordigers van Rabobank en Wageningen Universiteit, zoals Fresco en Dijkhuizen. Meer vlees, vis, melk, eieren om de wereld te voeden en daarom grotere stallen, grotere kotters, meer van hetzelfde. We bouwen megastallen in Oekraïne, we exporteren varkens naar China en we hebben de Chinese premier ervan overtuigd dat alle Chinese schoolkinderen een halve liter melk per dag zouden moeten drinken, ondanks het feit dat ze lactose-intolerant zijn.

Onze liefde voor groei, eigenlijk geld, maakt ons blind voor het feit dat we wonen op een krimpende planeet, met snel afnemende grond- en hulpstoffen. We hebben nog een beetje aardgas, we hebben nog een beetje drinkwater. Het Wereld Water Forum waarschuwt dat in 2017 70 procent van de wereldbevolking geen toegang meer heeft tot schoon drinkwater. 2017, dat is nog vier jaar te gaan! Visserijbiologen verwachten dat de oceanen nog in onze generatie zullen zijn leeggevist met desastreuze gevolgen voor klimaat, milieu en voedselvoorziening.

In 2025 wordt het omslagpunt verwacht waarop we de schade die wij aan de aarde toebrengen niet meer zullen kunnen herstellen.

Bij wijze van spreken dan, denken veel mensen. Zo'n vaart zal het toch niet echt lopen? De supermarkten puilen nog steeds uit, we hebben het goed! Bij voedselschandalen als de paardenvleesfraude spreken we daar vooralsnog geen schande van, maar roepen we: hoe zou dat smaken, paardenvlees?

De traditionele politieke partijen die de problemen waaronder onze planeet zucht hebben laten ontstaan, roepen dat er behoefte is aan vernieuwing. Niet omdat ze daar ideeën over hebben, maar als vlucht naar voren. Maar voor wie aan de rand van de afgrond staat, is dat wel het onverstandigste advies. Einstein zei al dat het niet voor de hand ligt problemen op te lossen vanuit dezelfde instelling als waarmee ze veroorzaakt zijn. Er is dringend behoefte aan nieuwe inzichten. Niet vanuit de oude politieke zuilen, maar vanuit een overstijgend belang dat zicht biedt op een duurzame toekomst.

Economische groei vormt niet de oplossing, maar het probleem. Het is de logica van een piramidespel om te stellen dat alleen groei ervoor kan zorgen dat we niet krimpen. Earth overshoot day, de dag waarop we de natuurlijke reproductiecapaciteit van de aarde overschrijden, viel in 1980 op 14 december. Op die dag waren de reproduceerbare grondstoffen voor dat jaar op. Inmiddels is EOD verschoven naar 22 augustus.

We weten dat de biodiversiteit ernstig gevaar loopt en dat 30 procent van de achteruitgang wordt veroorzaakt door de veehouderij. Zonder biodiversiteit geen landbouw en dus geen voedsel. Zonder natuur en biodiversiteit stopt de stroom grondstoffen voor ons dagelijks leven.

Econoom Pavan Sukhdev van Deutsche Bank berekende dat de kredietcrisis eenmalig 700 miljard kost, terwijl het kappen van het tropisch regenwoud leidt tot een jaarlijks terugkerende kostenpost tussen de 1.500 en 4.000 miljard. Het lijkt een somber verhaal, toch ben ik optimistisch. Het diepe dal waarin de traditionele politiek ons gebracht heeft, kan mensen tot het besef brengen dat er radicale maatregelen noodzakelijk zijn om het tij te keren.

We zien wat er niet werkt. We zijn het vieste jongetje van de Europese klas met 70 miljard kilo mest, 14 keer het lichaamsgewicht van elke Nederlander in poep. Voor de paar dubbeltjes die een kippenfokker verdient per dier is geen fatsoenlijke bedrijfsvoering mogelijk. Elke dag stoppen zeven agrariërs met hun bedrijf omdat ze de ratrace niet meer bij kunnen benen.

We moeten naar een veel kleinere veehouderij. In ons land lijden en sterven jaarlijks meer dan 500 miljoen dieren in de bio-industrie. Dat brengt ons geen voorspoed, maar rampspoed in de vorm van een kwijnende en verdwijnende natuur, dierziekten-crises, onveilig voedsel, gezondheidsproblemen en een afkalvende beschaving. Gandhi zei al dat de mate van beschaving van een land het best kan worden afgemeten aan hoe het met zijn dieren omgaat.

Alleen drastische vermindering van het aantal dieren is een oplossing. We kunnen in een kwetsbaar landje niet produceren voor 70 procent export, we moeten produceren voor de regio, hoog-kwalitatief en tegen fatsoenlijke prijzen. Het Landbouw Economisch Instituut heeft becijferd dat de Nederlandse landbouw prima biologisch zou kunnen en dat de meerprijs beperkt zou blijven, als we maar allemaal meedoen, niet als biologisch de dure voorkeur blijft van een kleine avant-garde. Dat kan bereikt worden door strikte doorvoering van het beginsel dat de vervuiler moet betalen.

Onderzoek van de VU leert dat voor elke kilo varkensvlees die verkocht wordt, 50 procent niet betaald wordt door de consument, maar door de samenleving. Vier sateetjes voor 28 cent of een hamburger van 15 cent is niets anders dan heling, het kan niet en het zou niet moeten mogen. Het is met vlees zoals met eurocenten: produceren kost meer dan het waard is.

De kosten van de bedrijfsvoering die afgewenteld worden op de samenleving, moeten direct in rekening worden gebracht aan de eindgebruiker. Vorige week stelde ook professor Richard Tol voor om CO2 per product te belasten. Geen emissiehandel, maar direct betalen: simpel, helder en effectief. Vervuilende producten worden duurder, schone producten goedkoper.

Veehouderij is wereldwijd verantwoordelijk voor meer uitstoot van broeikasgassen dan alle auto's, vliegtuigen, trucks, treinen en schepen samen. Zet dat de vervuiler betaald!

We kunnen heel goed leven met veel minder dieren. Het is een primitieve gedachte dat we het leven van andere dieren zouden moeten nemen om zelf in leven te blijven. Daarom moeten we af van de grootschalige consumptie van dierlijke producten en overstappen op een meer plantaardig dieet, liefst biologisch geproduceerd, zonder chemische bestrijdingsmiddelen, zonder genetische manipulatie en roofbouw.

Biologisch gehouden slachtdieren zullen geen soelaas kunnen bieden bij een gelijkblijvende vraag naar vlees of melk, louter op basis van het ruimtebeslag dat vrije uitloop met zich meebrengt. Minder én beter is het devies.

Een eeuw geleden waren er tientallen miljoenen trekpaarden in de VS, nu nog een handjevol. Landbouwmechanisatie heeft ertoe geleid dat er slimmere manieren zijn om het land te bewerken dan met een paard voor de ploeg. Zo moeten we ook de slachtdieren kunnen bevrijden uit de voedselketens. In een tijdperk met hoogtechnologische kennis is het onzin om nuttige plantaardige eiwitten eerst langs het maag-darmkanaal van een dier te leiden, waardoor maar 10 procent nuttige eiwitten resteert.

Het beëindigen van de bio-industrie is volgens sommigen schadelijk voor de economie. Een dooddoener die ook werd gebruikt als argument om slavernij en kinderarbeid niet af te schaffen en vrouwen niet toe te laten op de arbeidsmarkt. Dat is erg meegevallen. De agrarische sector schermt er graag mee dat ze een bijdrage van 10 procent aan het bbp levert, maar wie goed kijkt, ziet dat de primaire productie slechts 1,2 procent bedraagt; van de intensieve veehouderij, kippen en varkens is dat nog veel minder: 0,3 procent. De melkveesector ook 0,3 procent.

Op dit moment wordt 80 procent van het wereldlandbouwareaal gebruikt voor de veehouderij. Bijna de helft van de wereldgraanvoorraad wordt opgeslokt door koeien, kippen en varkens. Zouden we het bestaande landbouw-areaal benutten voor hoogwaardige plantaardige voeding voor mensen, dan zouden we minstens 30 miljard monden kunnen voeden.

De emotie dat vlees of melk nodig is voor onze gezondheid of lekkere trek is zo achterhaald dat ze nauwelijks bespreking behoeft. We kunnen het ons niet veroorloven 1 miljard mensen elke avond met honger naar bed te laten gaan, kinderen te laten sterven van de honger, met onze lekkere trek als enige legitimatie. Alsof je bij een buffet vier borden voor jezelf opschept vanuit de mentaliteit dat mensen achterin de rij (de Derde Wereld) letterlijk kunnen doodvallen. Inhaligheid is geen alternatief voor kleinschaligheid. De aarde biedt genoeg voor ieders behoefte, maar niet voor ieders hebzucht.

Daarom is revolutie meer noodzakelijk dan ooit. Zullen we in opstand komen tegen de politici en financiële dienstverleners die ons hebben wijsgemaakt dat geld het hoogste goed is? Zullen we weer gaan genieten van alles wat echt waarde vertegenwoordigt, de natuur, ons gezinsleven, de biodiversiteit, een stabiel klimaat, onze vrienden, onze familie? Alleen opstand tegen de traditionele politiek biedt kansen. Wanneer we die opstand niet laten ontsporen in frustratie, maar er nieuwe hoop uit putten.

We zullen de grenzen van de aarde als uitgangspunt moeten kiezen. Eckart Wintzen stelde al in 1994 voor niet het goede gedrag van mensen te belasten, maar het slechte gedrag. Waarom belasting heffen op activiteiten die waarde toevoegen, 21 procent btw-boete op vrijwel alles wat we ondernemen of aanschaffen? Waarom stellen we de arbeid niet vrij van belasting en belasten we het gebruik van alles wat schaars en kwetsbaar is? Een Belasting Onttrokken Waarde, op alles wat druk legt op de natuur, het milieu en de grondstoffenvoorraad. Zo stimuleren we hergebruik van grondstoffen en tegelijk ook de werkgelegenheid.

Laten we ons niet focussen op economische groei, maar op economische én persoonlijke ontwikkeling. De Partij voor de Dieren is de enige politieke partij die dat bepleit. Die niet de kortetermijn-mensenbelangen centraal stelt, maar de belangen van de planeet en, daaruit afgeleid, de belangen van al haar bewoners.

You may say that I'm a dreamer, but I'm not the only one!

Hypocriet persbericht over Chinees gebruik van antibiotica

Nieuweoogst.nu haalt de NOS aan die 17 februari meldt dat Amerikaanse en Chinese wetenschappers na een onderzoek van mest van Chinese varkens stellen:

Het intensieve gebruik van antibiotica op Chinese varkensboerderijen vormt wereldwijd een potentiële bedreiging voor de volksgezondheid.
Op Chinese varkenshouderijen worden op grote schaal antibiotica gebruikt. China is de grootste producent van antibiotica ter wereld. Het Chinese vee krijgt bijna de helft van de antibiotica die wereldwijd aan vee wordt toegediend.

Resistent
De onderzoekers vonden in de Chinese varkensmest grote hoeveelheden genen die resistent zijn tegen antibiotica. Het resistente materiaal kan zich op vele manieren verspreiden.
De mest kan verwerkt worden tot compost die in het buitenland wordt verkocht. De mest kan terechtkomen in rivierwater en verspreid worden door de wind. Ook dierentransporten en menselijk verkeer vormen een risico.

Veeteelt
In Europa en de Verenigde Staten is het gebruik van antibiotica in de veeteelt beperkt. Het mag bijvoorbeeld niet gebruikt worden om de groei te bevorderen. In China gelden zulke beperkingen niet.
Tot zover het persbericht.
De laatste zin had moeten luiden: In China en Nederland gelden zulke beperkingen niet.

14 februari 2013

Wie wil weten wat er in vlees zit?

In ieder geval wil de Partij voor de Dieren dit weten. Het zou mooi zijn wanneer er beter op het etiket vermeld staat wat er in het vlees is vermengd. Sommigen willen wel koe eten en geen paard. Iedereen wil dat vlees gecontroleerd wordt op schadelijk stoffen, vandaar de volgende kamervragen.

Vragen van het lid Thieme (PvdD) aan de staatssecretaris van Economische Zaken over de aanwezigheid van paardenvlees in rundvleesproducten:

Kunt u verklaren hoe het bijmengen van paardenvlees bij rundvlees zich aan de controle op vleesverwerking heeft kunnen onttrekken en niet eerder is opgemerkt, op de schaal zoals nu het geval is, door onder andere de NVWA?

Hoe beoordeelt u het feit dat van paarden die voor de slacht worden aangeboden in de meeste gevallen niet bekend is of zij in het verleden zijn behandeld met medicijnen en met welke en dat dit een risico vormt voor de volksgezondheid?

Kunt u uiteenzetten hoe het kan dat iemand die al eerder veroordeeld is tot een aanzienlijke celstraf vanwege fraude met vlees vervolgens weer door kan gaan met deze praktijken, waarmee de indruk ontstaat van onvoldoende toezicht?

Hoe beoordeelt u het bericht over de aanwezigheid van straathonden en zieke schapen in honden –en kattenvoer in het licht van de nu gaande discussie over vleesfraude?

Kunt u aangeven of in honden –en kattenvoer bestemd voor de Nederlandse markt ook producten van straathonden of zieke schapen kunnen zijn verwerkt en hoe dit wordt gecontroleerd?

Bent u bereid strenger te gaan handhaven op het illegaal mengen van vlees? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke wijze en termijn?

Deelt u de mening dat consumenten eerlijk geïnformeerd dienen te worden over de ingrediënten in producten en zeker moeten kunnen zijn van het soort vlees dat zij kopen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, welke zekerheid kunt of gaat u de consument bieden zodat de consument zeker kan zijn van de vleessoort die hij koopt?

Bent u bereid de regelgeving over etikettering aan te passen zodat consumenten voortaan precies weten welke ingrediënten van welke oorsprong er verwerkt zijn in hun product? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke wijze en termijn?

Hoe beoordeelt u het aandringen van de EU op het uitvoeren van DNA-tests op verwerkt vlees en het testen op de aanwezigheid van medicijnen in paardenvlees?
Bent u bereid gehoor te geven aan dit verzoek? Zo ja, op welke wijze en termijn? Zo nee, waarom niet?

07 februari 2013

Gebeurt het herintroduceren van dieren in de natuur onverantwoord?

Een selectie uit de beschrijving van de uitzending met de titel ‘Herintroduceren dieren niet volgens de regels’ op de website van Zembla:
Bij het verstrekken van vergunningen voor het opnieuw uitzetten van uitgestorven diersoorten als de otter en het korhoen houdt de Nederlandse overheid zich niet aan de regels die daarvoor gelden. Tot die conclusie komt professor F. Berendse, hoogleraar Natuurbeheer aan de Universiteit Wageningen, donderdag in de uitzending van ZEMBLA. 'Men vraagt zich niet af waarom die soort er niet meer is. Ook neemt men bij een aantal gevallen geen maatregelen om te voldoen aan de voorwaarden om die diersoort een echte toekomst te geven,' aldus Berendse.
Volgens professor Berendse is de herintroductie van de otter in Nederland dan ook mislukt. Zo leidt het autoverkeer, één van de belangrijkste oorzaken van het uitsterven van de otter, ertoe dat de otterpopulatie niet spectaculair toeneemt. Sinds 2002 zijn er veertig otters uitgezet, maar de populatie neemt maar mondjesmaat toe. Het aantal otters in Nederland wordt nu geschat op ongeveer honderd. Berendse: 'Als je otters blijft uitzetten om de hoge sterfte te compenseren, dan leg je de populatie aan het infuus. Dat kan nooit de bedoeling zijn geweest.'

Naast het feit dat het dierenwelzijn in de knel komt door het niet opvolgen van de IUCN-richtlijnen, zijn er ook aanzienlijke kosten verbonden aan het herintroduceren van dieren in de vrije natuur. Zo dreigt de herintroductie van de bever aan haar eigen succes ten onder te gaan. H. van Poelwijk, hoofd ongediertebestrijding van het waterschap Rivierenland, zegt in ZEMBLA dat als gevolg van de groeiende beverpopulatie de rivierdijken grote schade oplopen. “Bevers kunnen gaten van wel 15 meter diep in een dijk graven,” aldus Van Poelwijk.


04 februari 2013

Wet en praktijk

Er wordt al jaren gepraat over het toekennen van rechten aan dieren. Ook de Partij voor de Dieren is daar een warm voorstander van. Is er dan niks geregeld voor dieren op het vlak van welzijn en bescherming? Ja! Sinds 1 januari 2013 fungeert de Wet Dieren. Deze wet vervangt en bundelt een aantal wetten met betrekking tot dieren, zoals de Gezondheids- en Welzijnswet voor Dieren (GWWD). Die wet was bedoeld voor door de mens gehouden dieren. De nieuwe Wet Dieren heeft uit die oude GWWD een aantal bepalingen overgenomen. Nieuw is echter dat de intrinsieke waarde van het dier erkend wordt. Met intrinsieke waarde wordt bedoeld de waarde die het dier heeft voor zichzelf. De intrinsieke waarde van het dier moet worden gerespecteerd. Dieren zijn wezens met gevoel en inbreuk op de integriteit en het welzijn van dieren moet worden voorkomen (artikel 1.3). In het zelfde artikel wordt aangegeven waarvan door de mens gehouden dieren moeten worden gevrijwaard. Daarbij zijn de ‘vijf vrijheden van Brambell’ onverkort in de wettekst overgenomen. Prof. Brambell heeft in 1965(!) in opdracht van de Britse regering een vijftal voorwaarden opgesteld waarmee het welzijn van gehouden dieren wordt gewaarborgd: Dieren dienen te zijn gevrijwaard van: 1. dorst, honger en onjuiste voeding; 2. fysiek en fysiologisch ongerief; 3. pijn, verwondingen en ziektes; 4. angst en chronische stress; 5. beperking van hun natuurlijk gedrag. Artikel 2.1 bepaalt dat het verboden is ‘bij een dier pijn of letsel te veroorzaken of de gezondheid en welzijn van het dier te benadelen.’ Je zou zeggen, dat is dan geregeld. Dankzij de nieuwe Wet Dieren stoppen met de bio-industrie, dierproeven, ‘sport’vissen, plezierjacht, circussen met wilde dieren, dolfinaria, dierentuinen etc. Helaas! In diezelfde wet staat namelijk dat de ge- en verboden die een dier bescherming tegen onrechtmatige (be)handelingen moeten bieden, niet gelden wanneer er een ‘redelijk (lees: menselijk!) doel’ mee gediend wordt! De ‘Brambell-vrijheden’ zijn toepasselijk ‘voor zover zulks redelijkerwijs (lees: menselijkerwijs!) kan worden verlangd’! Het zijn immers mensen die invulling geven aan deze criteria. Met een beroep op (bijvoorbeeld) zwaarwegende economische belangen valt te vrezen dat het gesleep, gesol en vermaak mét, het verminken ván en geknutsel áán dieren ‘gewoon’ kan doorgaan. Krachteloze symboolwetgeving dus, waar de dieren en zij die zich sterk maken voor dieren, niet of nauwelijks iets mee opschieten! De wet is hard, maar het ís de wet, heb ik ooit geleerd. Deze wet is boterzacht, waar die hard had kunnen/moeten zijn!

Vuurwerkverbod tijdens het broedseizoen en koningsdag

Vragen van het lid Ouwehand aan de staatssecretarissen van Infrastructuur en Milieu en Economische Zaken over een vuurwerkverbod tijdens het broedseizoen.

1. Heeft u kennis genomen van de uitspraak van de rechter naar aanleiding van het afsteken van vuurwerk tijdens het broedseizoen?[1] Wat vindt u ervan dat de gemeente Weesp een vergunning had afgegeven voor het afsteken van vuurwerk op Koninginnedag, terwijl het verstoren van broedende vogels en hun jongen verboden is volgens van de Flora- en faunawet?

2. Kunt u uiteenzetten hoeveel gemeentes de afgelopen 5 jaar toestemming hebben gegeven voor het afsteken van vuurwerk op Koninginnedag, Bevrijdingsdag of een ander evenement in het broedseizoen? Zo nee, waarom niet?

3. Hoe verklaart u dat gemeenten toestemming geven voor het afsteken van vuurwerk op Koninginnedag en/of Bevrijdingsdag, gelet op het feit dat een groot gedeelte van de beschermde inheemse vogels op dat moment bezig is met hun broedproces en er dan geen verstorende werkzaamheden of activiteiten mogen plaatsvinden, terwijl vuurwerk een zeer verstorende werking heeft op vogels? Deelt u de indruk dat er onvoldoende kennis is over de bepaling in de Flora- en faunawet die een verstorende activiteit zoals het afsteken van vuurwerk in het broedseizoen verbiedt?

4. Deelt u de mening dat vanwege het grote risico dat broedvogels verstoord worden door vuurwerk, gemeenten uit voorzorg geen vergunning zouden moeten afgeven voor het afsteken van vuurwerk bij evenementen tijdens het broedseizoen? Zo neen, hoe verhoudt uw mening zich ten opzichte van het voorzorgsprincipe en het “nee, tenzij” principe dat ten grondslag ligt aan de Flora- en faunawet?

5. Bent u bereid de mogelijkheden te onderzoeken om een landelijk verbod in te stellen op het afsteken van vuurwerk op Koninginnedag, Bevrijdingsdag en andere evenementen tijdens het broedseizoen? Bent u bereid gemeentes in ieder geval alvast op te roepen het afsteken van vuurwerk op Koninginnedag en Bevrijdingsdag en andere evenement tijdens het broedseizoen uit voorzorg niet toe te staan? Zo neen, waarom niet?

01 februari 2013

Vergunning verleend vlak voor nertsenverbod

Vragen van het lid Thieme (PvdD) aan de staatssecretaris van Economische Zaken over een onlangs verleende vergunning voor een nertsenhouderij

  1. Bent u ervan op de hoogte dat de gemeente Putten in de week voordat de Wet verbod pelsdierhouderij in werking is getreden nog snel een vergunning heeft verleend voor een nieuwe nertsenhouderij? Zo ja, hoe beoordeelt u dit?
  2. Kunt u aangeven hoe de vergunningverlening zich verhoudt tot het in werking treden van de Wet verbod pelsdierel="noopener noreferrer" target="_blank"rhouderij en aangeven waarom de gemeente Putten deze vergunning nog heeft verleend terwijl algemeen bekend was dat er een verbod op nertsenhouderijen aankwam?
  3. Hoe beoordeelt u deze gang van zaken rondom deze vergunningverlening en het handelen van de gemeente Putten?
  4. Bent u van mening dat de gemeente Putten onjuist heeft gehandeld gezien de toekomstige ontwikkelingen en waarom wel of niet?
  5. Bent u bereid stappen te ondernemen om de komst van deze nieuwe nertsenhouderij tegen te gaan? Zo ja, op welke wijze en termijn? Zo nee, waarom niet?

27 januari 2013

GroenLinks: zachte heelmeesters

De titel is een zin uit het verslag van Nel van Dijk die de commissie voorzat die de verkiezingsnederlaag van GroenLinks in 2012 onderzocht.
Zelf heb ik ooit een proeflidmaatschap van GroenLinks gehad en voortijdig opgezegd. Ik herken in de conclusies van het rapport de een schijnbare betrokkenheid, die niet echt duurzaam en sociaal is. Voor mij was het voorbeeld de manier waarop GroenLinks tegen dierenwelzijn en dierenrechten aankeek. Wanneer je veel koeien in een grote schuur zet, dan kun je de mest opvangen en proberen er energie uit te halen. Kortom: een milieuprobleem (vervuiling) lijkt voorkomen en schijnbaar omgezet in iets nuttigs (energie). Of de dieren een dierwaardig leven hebben, levenslang binnen, dat interesseert weinig kiezers en leden van GroenLinks echt. Dat biomassavergisting alleen met veel subsidie kan bestaan en niet echt een duurzame oplossing is, ook niet.

Typisch GroenLinks is ook te zeggen dat zeldzame dieren een hoge intrinsieke waarde hebben en over talrijke individuen in een stal hoor je ze niet. Liever één zeearend in de lucht dan de lucht van tien plofkippen. Natuurlijk is een zeearend leuk om naar te kijken en wil je weer dat deze dieren in ons land te zien zijn, maar als je echt betrokken bent bij dierenwelzijn dan probeer je te voorkomen dat de dieronvriendelijke praktijk van de bio-industrie duurzaam blijft bestaan. Biologisch landbouw heeft een aantal voordelen, maar geef dan ook toe dat het om de onzekerheid over je eigen gezondheid gaat en dat kunstmest en bestrijdingsmiddelen alleen een probleem zijn wanneer er te veel van toegepast wordt.

Ik denk dat een partij die probeert en duurzaam en sociaal te zijn te veel hooi op zijn vork neemt in een tijd dat een rechtse kiezer niet het label opgeplakt wil hebben dat hij niet sociaal en niet duurzaam is. In Duitsland werkt het voor de Groenen, maar die hebben gekozen voor echte duurzaamheid.

Klik hier om meer te lezen over intrinsieke waarde en hoe verschillend instanties dit begrip gebruiken of in de Internetversie bij de labels.

22 januari 2013

EU belastinggeld bevordert inhumaan vee-export

Een deel van de veehandel tussen de E.U. en andere landen wordt genereus gesubsidieerd met geld van de Europese belastingbetalers. Vee-exporteurs krijgen jaarlijks circa 9 miljoen aan subsidie, waarmee zo’n 80.000 dieren worden verhandeld naar landen buiten de EU. Eyes on Animals, Compassion in World Farming en Animal Welfare Foundation vinden het ethisch onaanvaardbaar dat overheidsgeld een handelstak aanmoedigt die op zulke grote schaal dierenleed veroorzaakt. Schokkend genoeg prijst de Europese Commissie in het ‘2012 Progress Report on Turkey’ dit land juist voor het feit dat het zijn invoer van levend vee vanuit de EU heeft vergroot (zie video).

18 januari 2013

Herten en zwijnen in Drenthe worden afgeschoten

Vragen van het lid Thieme aan de staatssecretaris van Economische Zaken over preventief afschot van grote hoefdieren in Drenthe.

1. Bent u ervan op de hoogte dat de provincie Drenthe grote hoefdieren, zoals edelherten en wilde zwijnen afschiet zodra deze dieren een stap zetten binnen de provinciegrens? Zo ja, wat vindt u hier van?

2. Kunt u aangeven hoeveel edelherten, wilde zwijnen en damherten er de afgelopen 3 jaar preventief zijn afgeschoten in provincie Drenthe en in welke mate er sprake was van overlast, schade of gevaar? Zo ja, kunt u daarbij ook aangeven hoe de overlast, schade of gevaar is gemeten? Zo nee, waarom niet?

3. Kunt u bevestigen dat uw ambtsvoorganger in het recent gehouden Algemeen Overleg Biodiversiteit d.d. 15 november 2012 heeft gezegd “dat het prachtig zou zijn als je in Europa ook voor het grote wild een meer evenwichtig stabiel netwerk krijgt waarin alle soorten zich op een natuurlijke manier kunnen bewegen. Dan kom je misschien ook van die vervelende beheerjacht af, want dat hangt allemaal met elkaar samen”? Zo ja, deelt u deze opvatting?

4. Kunt u uiteenzetten hoe dit provinciale beleid zich verhoudt tot uw beleid dat zich juist richt op het verbinden van natuurgebieden door het aanleggen van de ecologische hoofdstructuur inclusief verbindingszones, zodat dieren vrijelijk kunnen migreren?

5. Deelt u de mening dat het zeer onwenselijk is dat provincies edelherten, wilde zwijnen en damherten preventief laten afschieten zodra ze gesignaleerd worden binnen de provincie grenzen, nog voordat er ook maar sprake is van overlast, schade of gevaar? Zo ja, hoe wilt u dit in de toekomst voorkomen? Zo nee, waarom niet en hoe verhoudt zich dit tot het “nee, tenzij” principe dat ten grondslag ligt aan de Flora- en Faunawet?

6. Deelt u de mening dat inspanningen van rijkswege om te komen tot de aanleg van ecoducten en andere verbindingszones gefrustreerd kunnen worden door regionaal afschotbeleid zoals nu in Drenthe plaatsvindt? Zo nee, waarom niet?

7. Bent u voornemens contact op te nemen over deze kwestie met verantwoordelijk gedeputeerde in Drenthe? Zo nee, waarom niet?

12 januari 2013

Agrosector probeert haar negatieve imago te kantelen

Wakker Dier heeft succes met haar campagne tegen de plofkip. Ook de tendens om megastallen te bouwen voor koeien, kippen en varkens draagt weinig bij aan een positief imago voor de intensieve veehouderij. Vandaar dat FrieslandCampina en de universiteit van Wageningen in de persoon van Aalt Dijkhuizen alles uit de kast halen om tegenstanders van de intensieve veehouderij de wind uit de zeilen te nemen. En hoe doe je dat? Omdat de meeste consumenten niet echt betrokken zijn bij dierenwelzijn zijn ze maar half op de hoogte hoe de moderne boer zijn werk doet. Als sector probeer je dan het vage beeld dat consumenten hebben van wat er in de stallen gebeurt om te zetten in jouw voordeel.

Dit zijn de feiten:
Koeien in megastallen blijven de hele dag binnen en krijgen krachtvoer om zoveel mogelijk melk te produceren. Het licht in de stal blijft ook in de winter zo lang mogelijk aan om de koeien de suggestie te wekken dat het volop zomer is. Dan geven ze meer melk. Veel boeren hebben een melkrobot die twee zaken tegelijk doet. Het levert de koe krachtvoer en zorgt ervoor dat de boer niet zelf hoeft te melken. De koe haast zich zo snel mogelijk weer terug naar een rustplaats om liggend in de mestresten nog meer melk te produceren. Haar uiers worden vies en raken ontstoken (mastitis) en ze krijgt klauw- en pootproblemen door het gebrek aan beweging en het liggen op de harde ondergrond. Een deel van de veestapel leeft zo 24 uur per dag en 365 dagen per jaar binnen op stal. Een deel komt zomers buiten en het publiek heeft geen idee welk deel van de totale veestapel dit is.
De Nederlandse veestapel is zo groot dat er veevoer moet worden geïmporteerd. Dit levert een milieubelasting op. Er is om dezelfde reden een overvloed aan mest en deze wordt in de grond geïnjecteerd om stankoverlast te beperken. De meeste mensen hebben geen idee of deze bemesting in balans is met de vruchtbaarheid van de grond. Overschot aan bemesting leidt tot milieuvervuiling en afname biodiversiteit. Weidevogels vinden in de groene grasvlakten, die gebruikt worden om veevoer te verbouwen en niet begraasd worden, geen geschikte biotoop en hun aantallen nemen af mede door maaien vroeg in het broedseizoen.

En zo probeer je het in jouw voordeel om te draaien:
Je geeft aan de reclamewereld de opdracht met de negatieve ingrediënten aan de slag te gaan om het imago te verbeteren en het liefst de tegenstanders in diskrediet te brengen. Je schetst een beeld dat mest helemaal geen probleem is als je het maar in de stal opvangt en probeert er energie mee op te wekken. Koeien in de wei is helemaal niet handig. Dat het publiek geen idee heeft welk deel van de koeien zomers binnen blijft, daar heb je het gewoon niet over. Wat niet weet wat niet deert. Dat een koe uitgemolken wordt, presenteer je gewoon als dat het dier vrijwillig ’s ochtends vroeg opstaat om voor de boer en de consument melk te gaan maken. De boer die vroeger al om 5 uur in de ochtend moest melken, kan nu uitslapen. Slim bekeken. Melk is best bijzonder, zeg je dan op jouw website. De jeugd die denkt dat de melk uit een fabriek komt, heeft eigenlijk gelijk, maar het is toch belangrijk om te melden dat in de fabriek (megastal) een koe staat die nog niet vervangen kan worden door een machine.

De wereldbevolking groeit, dus de vraag naar voedsel (vlees en zuivel) groeit. Het is pech voor de agrosector dat tegelijk in het nieuws komt dat bijna de helft van het voedsel verspild wordt. De wereldbevolking kan eigenlijk nog jaren vooruit en groeien, zolang we eten maar beter verdelen. Dat matigen op vlees en zuivel gezond is en ook plantaardige voeding zou besparen moet je natuurlijk niet benadrukken wanneer je groei in de omzet wil.
En als je toch bezig bent om als agrosector in de aanval te gaan, dan kun je ook proberen om de biologische melkveehouderij te tackelen. Biologisch is helemaal niet zo duurzaam, beweer je dan, want het duurt langer om te produceren en het milieu wordt er niet mee gespaard. Dat dit argument alleen maar opgaat wanneer je de hele (veel te grote) veestapel biologisch zou maken zodat er ook dan een mestoverschot is, vertel je er niet bij.

De biologische sector heeft soms inderdaad een beetje boter op haar hoofd, want biologische boeren zouden ook graag op een grootschalige manier zuivel produceren. Dat lijkt nu eenmaal makkelijker geld verdienen en de technologie is er toch al. Melk wordt er niet minder biologisch van wanneer het door een melkrobot uit de uier is gezogen. En dierenwelzijn is niet het hoofddoel van de biologische melkveehouder, het is de illusie dat het gezonder is omdat geproduceerd wordt zonder kunstmest en gif. Laat nu deze gezondheidsclaim nauwelijks zijn te onderbouwen.
Moraal van dit verhaal? Geloof niet in sprookjes. Melk is voor kalfjes. Je kunt het beste iets voor dieren doen door geen producten meer te kopen die afkomstig zijn van dieren (uit de bio-industrie).

FrieslandCampina vertelt niet het héle verhaal achter de melk. Daarom doet Milieudefensie (de kleine hoefprint) dat maar.
Milieudefensie en Jongeren Milieu Actief maken bezwaar bij YouTube nadat het online videokanaal een parodie op de reclamecampagne van FrieslandCampina offline haalde. De reclamemakers dreigden eerder met juridische stappen. Nadat de milieuorganisaties te kennen gaven hun filmpje online te houden is YouTube opgedragen de film te verwijderen. De video was in korte tijd 10.000 keer bekeken. De milieuorganisaties willen met het filmpje het verhaal over de schadelijke sociale en milieugevolgen van het gebruik van Zuid-Amerikaanse soja in ons veevoer blijven vertellen en hebben de parodie daarom ook via andere videokanalen weer online gezet. De organisaties willen dat YouTube de film onmiddellijk weer online zet.

22 december 2012

Kerstdierenleed

Voor de meeste mensen is kerstmis een feestelijke aangelegenheid. Voor de één de viering van de geboorte van Jezus, voor de ander gewoon een gezellige tijd met het gezin, familie, vrienden, kerstboom, hapje, drankje, uitslapen etc.. Overigens hoeft het een het ander niet uit te sluiten. Waar de kersttijd dus voor de mens een periode van warmte, gezelligheid en zingeving is, is het voor veel dieren geen pretje. Wilde dieren worden aan flarden geschoten door zich populatiebeheerders noemende heren met gekke petjes en schietgeweren en prijken vervolgens fragmentarisch op de diverse kerstmenu’s. Wel moge het u bekomen? Duizenden varkens, konijnen, kalkoenen enz. vallen ten prooi aan de lekkere trek van de mens. Na een toch al geen prettig leven wacht het slagersmes. Weer andere dieren hebben te lijden van de nationale gekte die ‘vuurwerk’ heet. Tientallen miljoenen euro’s worden neergeteld door een in een economische crisis(?) verkerende samenleving. Gevaarlijk, vervuilend en buitengewoon hinderlijk voor veel mensen, maar vooral voor dieren. Voorstellen in de politiek om dit jaarlijkse geweld af te schaffen of op z’n minst aan banden te leggen worden weggelachen en afgeserveerd. Want wie aan onze tradities komt brandt zijn vingers. Evenals bij het volkomen achterhaalde rapen van kievitseieren wekt elke poging tot afschaffing grote volkswoede op. Een wat onderbelicht fenomeen in dit verband is de zgn. levende kerststal. Ter opwekking(?) van een (quasi-)religieus gevoel acht men het nuttig de geboorte van Jezus op creatieve wijze vorm te geven door het inrichten van een ‘heuse’ geboortestal met herders, de maagd Maria, timmerman Jozef en natuurlijk niet te vergeten het kindeke zelf.
Hoewel Zijn Heiligheid de Paus recentelijk twijfel heeft gezaaid bij grote groepen gelovigen door te beweren dat in de stal hoogstwaarschijnlijk geen dieren aanwezig waren, houden veel kerststalfans koppig vast aan de ezel en de os in de directe omgeving van de kribbe en de trotse ouders. En omdat de rollen van de herders zowel als Maria en Jozef worden vertolkt door echte mensen, kunnen de dieren niet achterblijven, vindt men. Echter met dit verschil dat de mensen vrijwillig aan het acteren slaan maar de dieren gedwongen worden. Vinden dieren dat fijn? Geloof maar van niet! Ze houden niet van drukte. Pratende en lachende mensen, kinderen zo nodig moeten aaien, muziek, onderkomens die in de meeste gevallen absoluut niet voldoen aan minimale eisen qua grootte, ondergrond en omgeving. Soms worden ze slachtoffer van vandalisme en vergeet ook niet het gesleep van de ene locatie naar de andere.
Onlangs zag ik in Dokkum een kerststal in de open lucht – contradictio in terminis! – terwijl de regen met bakken uit de lucht kwam. Ik zag drie ezels, een kameel(!), wat apathische geiten, kippen, eenden en een konijn! Maria en Jozef ontbraken en Jezus was een pop! En dan te bedenken dat ezels en geiten wegens hun vacht niet langere tijd aan regen mogen worden blootgesteld. Wat een treurigheid!
Vier kerst zoals je wilt, maar laat dieren met rust. Die hebben geen (blijde) boodschap aan onze feesten!

20 december 2012

Veeteelt in Europa kan veel duurzamer

Duurzamere regionale voedselvoorziening is mogelijk.

Persbericht Milieudefensie Amsterdam, 20 december 2012 – Er is genoeg ruimte in Europese landen om alle voedsel voor mensen en veevoer voor landbouwdieren te telen en onze voedselvoorziening zo te verduurzamen. Dat blijkt uit een vandaag gepubliceerde studie van onderzoeksbureau Alterra in opdracht van Milieudefensie. Klaas Breunissen, campagneleider voedsel van Milieudefensie: “We moeten stoppen met het gesleep van voedsel over de wereld en de voedselvoorziening regionaliseren. De Alterra-studie laat zien dat een duurzame voedselproductie in Europa goed mogelijk is”.
Belangrijke stap in het verduurzamen van onze voedselproductie is veevoergewassen dichter bij huis telen in plaats van in Zuid-Amerikaanse landen waar sojaplantages een drijvende kracht achter ontbossing zijn.
Met ons huidige voedingspatroon in Nederland zijn we voor 68 procent afhankelijk van dierlijke producten voor eiwitten, voor de productie hiervan wordt jaarlijks zo'n 2 miljoen ton soja gebruikt voor veevoer in Nederland. Alterra heeft in opdracht van Milieudefensie gezocht naar een optimale balans tussen de teelt van voedings- en veevoergewassen, het aantal productiedieren en het dagelijkse dieet van de mensen in een willekeurig Europees land. Randvoorwaarden daarbij waren dat de voedselvoorziening regionaal moet plaatsvinden en de stikstofkringloop gesloten wordt. Dat wil zeggen dat er geen overbemesting plaatsvindt door de veehouderij in Europa en de landbouwgrond in Zuid-Amerikaanse landen niet verarmt door de monocultuur.
Uit de berekeningen van Alterra blijkt dat er in een land als Nederland voldoende ruimte is om alle voedsel en veevoer te verbouwen dat nodig is om de bevolking te voeden. Die ruimte is er zelfs als wordt uitgegaan van het huidige consumptiepatroon in Nederland. In andere Europese landen met een dieet met minder dierlijke eiwitten kan dat al helemaal.
Het door Alterra ontwikkelde rekenmodel laat goed de relatie zien tussen het consumptiepatroon van de mensen, de benodigde grond die nodig is om het voedsel te produceren en het aantal landbouwdieren dat gehouden kan en moet worden. Het model is een eerste aanzet en moet nog verder worden ontwikkeld. Alterra-onderzoeker Anouk Cormont: "Het model houdt rekening met de belangrijkste elementen van de stikstofkringloop. Een interessante vraag is hoe de balans uit zou vallen voor andere mineralen zoals bijvoorbeeld fosfor en kalium".
Milieudefensie beschouwt de Alterra-studie als een steun in de rug voor haar campagne voor de productie van Kleine Hoefprint kaas, waarbij de Zuid-Amerikaanse soja in het voer van de koeien die de melk voor de kaas leveren, is vervangen door in Europa geteelde veevoergewassen. Klaas Breunissen: “Met die campagne maken we zichtbaar dat veel consumenten willen dat ons dagelijkse voedsel geteeld wordt in de regio en niet ten koste gaat van het Zuid-Amerikaanse regenwoud. De studie van Alterra laat zien dat Europese veevoerteelt een reële mogelijkheid is”.

Tot zover het persbericht.
Wat Milieudefensie hier en op de site over de Kleine Hoefprint niet bij vertelt, dat dit beleid betekent dat Nederland haar veestapel rigoureus zou moeten inkrimpen. Dat is prima en levert nog meer voordelen op, maar is wel zo duidelijk.

17 december 2012

Plezier aan het jagen op kweekwild

Het wordt Kerst en daarmee laait de jaarlijkse discussie over de ethiek van het uitzetten van dieren om op te jagen weer op.
Voor jagers is het prettig dat, wanneer zij dieren willen schieten, zij niet lang hoeven te wachten voordat er een dier voor hun loop komt. Het helpt ook voor het jachtplezier wanneer de dieren rustig blijven wachten tot het schot valt. Dat scheelt weer in half aangeschoten wild dat niet meer is te traceren en niet meer als buit is te verkopen.
Dit, en omdat het goed geld oplevert om zelf geschoten dieren aan de poelier aan te leveren, is de reden dat jagers speciaal gekweekte dieren uitzetten.

De PvdD ziet, behalve de voor de hand liggende bezwaren op het gebied van dierenwelzijn en ethiek, nog meer haken en ogen aan deze laffe jagerspraktijk en stelt Kamervragen.

Vragen van het lid Thieme (Partij voor de Dieren) aan de minister van Economische Zaken over het aanbieden en uitzetten van kweekwild voor de jacht en consumptie.

1. Bent u er van op de hoogte dat het in Nederland gevestigde bedrijf ’t Zinkske wilde dieren kweekt om ze vervolgens aan jagers aan te bieden met de suggestie deze dieren uit te zetten in de vrije natuur enkel om de dieren te kunnen afschieten voor het plezier of consumptie? Zo ja, hoe beoordeelt u dit?

2. Kunt u bevestigen dat het in Nederland verboden is dieren zoals fazanten, patrijzen, hazen en edelherten te kweken en vervolgens uit te zetten in de vrije natuur enkel met als doel deze dieren af te schieten voor plezier of voor consumptie? Zo ja, bent u dan van mening dat het in Nederland wel is toegestaan om wild te kweken en aan te bieden voor uitzetting of voor consumptie waarbij het uiteindelijk doel onduidelijk blijft?

3. Beschikt ‘t Zinske over de vereiste Flora- en Faunawet ontheffingen om de op de website aangegeven (veelal beschermde inheemse) diersoorten te mogen houden, vervoeren, uitzetten, en over de grens te transporteren (import/export)? Zo ja, op welke gronden in de Flora- en Faunawet zijn deze ontheffingen gebaseerd?

4. Voldoet dit bedrijf aan overige wet- en regelgeving rondom het houden van dieren, zoals de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren inzake de houderij-omstandigheden, transport van dieren, en veterinaire risico’s?

5. Kunt u garanderen dat het ’t Zinkske deze gekweekte wilde dieren niet aan jagers verkoopt die de dieren vervolgens hier in Nederland uitzetten voor de jacht of de consumptie? Zo, ja kunt u gedetailleerd uiteenzetten hoe u dit precies controleert en handhaaft? Zo nee, deelt u de mening dat het bedrijven als ’t Zinske in Nederland expliciet verboden zou moeten worden om overtredingen niet in de hand te werken?

6. Is het waar dat u niet kunt uitsluiten dat in het buitenland in de vrije natuur uitgezet kweekwild voor de jacht en consumptie, in Nederland wordt verkocht als wild voor consumptie? Zo ja, wat vindt u er van dat wild verkregen middels in Nederland verboden handelingen volgens de Flora- en Faunawet wel in Nederland verkocht mag worden voor consumptie?

7. Kunt u voor elk van de drie categorieën wild (vrij wild, kweekwild en uitgezet kweekwild) uiteenzetten welk aandeel elke categorie heeft in de Nederlandse wildconsumptie uitgedrukt als percentage van de totale nationale wildconsumptie? Zo ja, kunt u daarbij ook uiteenzetten hoeveel wild dat in Nederland wordt verkocht voor consumptie ook daadwerkelijk afkomstig is uit Nederland? Zo nee, waarom niet? Bent u bereid hiernaar nader onderzoek te doen verrichten?

8. Kunt u aangeven in hoeverre post mortem keuringen verschillen voor wild afkomstig uit de natuur, kweekwild en uitgezet kweekwild?

9. Deelt u de mening dat het verkopen van wild voor consumptie afkomstig van dieren die hun hele leven hebben doorgebracht in kwekerijen ofwel afkomstig van dieren die in kwekerijen worden opgefokt en in de vrije natuur worden uitgezet enkel om daar afgeschoten te worden voor de jacht of voor consumptie niet als wild bestempeld kan en mag worden? Zo ja, bent u bereid een verbod in te stellen op de verkoop van dit soort wild? Zo nee, waarom niet?

10. Deelt u de mening dat consumenten moeten kunnen controleren met welke categorie ‘wild’ hij of zij te maken heeft, zodat de consument er van op de hoogte is dat het wild dat hij of zij koopt veelal kweekwild is afkomstig van dieren die nooit in de vrije natuur hebben geleefd en in vergelijkbare omstandigheden leven als dieren in de bio-industrie? Zo ja, op welke wijze en termijn wilt u hier, bijvoorbeeld via etiketteringsplicht, verandering in brengen? Zo nee, waarom niet?

11. Deelt u de mening dat wild absoluut niet kan worden aangemerkt als duurzaam alternatief voor vlees, zoals jagers veelvuldig doen, gelet op het feit dat Nederland naar schatting slechts 5% van haar jaarlijkse nationale wildconsumptie van 12.000 kilo met inlands wild kan dekken en het verkochte wild bovendien veelal afkomstig is van kwekerijen waar dieren worden gehouden vergelijkbaar met dieren uit de bio-industrie? Zo ja, op welke wijze en termijn gaat u de consument daar beter over voorlichten? Zo nee, waarom niet?

De gestrande bultrug leidt tot verhitte discussie

In de wereld van dierenbeschermers is weinig controverse wanneer het gaat om het redden van zeldzame dieren. Wanneer de dieren talrijker zijn wijken de standpunten meer uiteen. Bijvoorbeeld Lenie ’t Hart zal zo veel mogelijk zeehonden in nood in Pieterburen opvangen en medewerkers van Ecomare op Texel zullen deze dieren eerder aan hun lot overlaten.
Grote zeezoogdieren die op een strand aanspoelen blijven niet onopgemerkt. Soms stranden ze per ongeluk, soms stranden ze omdat zij al stervende, drijvend het strand opspoelen. Hoe meer dieren er zijn, hoe groter de kans dat er ergens één opduikt.
Ook menselijke activiteiten doen dieren stranden. Ze zijn dan bijvoorbeeld in de war geraakt door lawaai onder water, waardoor ze zich niet goed meer kunnen oriënteren.
Het is de verantwoordelijkheid van de gemeente waar een dier in nood belandt hoe en of de hulpverlening wordt georganiseerd. Hulpverlening kost geld. Die investering is soms puur voor het dier, soms heeft het ook een commercieel tintje. Een potvis op een druk bevolkt strand gaat enorm stinken en zou moeten worden opgeruimd.
Een stervend dier in de Oostvaardersplassen kan dienen als voedsel voor andere dieren. Te veel van de honger stervende dieren als gevolg van fout beleid vraagt aanpassing van het beleid.
Voor zowel mens als dier geldt dat het een vrijwillige zaak is of je een dier in de vrije natuur helpt of niet, althans dat zou het moeten zijn. Voor aangereden dieren in een gemeente wordt het minder vrijblijvend. Hetzelfde geldt voor dieren die het slachtoffer zijn van andere menselijke activiteiten, bijvoorbeeld visserij of godsdienstige overwegingen bij de rituele slacht.
Op Twitter viel deze tweet van Mireille de Roo te lezen: “Dieren worden tot dingen gedegradeerd zodra de hebzucht vd mens om de hoek komt kijken”.
Het gevolg van de hebzucht is een onverschillige en dingmatige behandeling, alsof dieren geen gevoel of belangen hebben. Allerlei drogredenen worden vervolgens aangevoerd om zichzelf vrij te pleiten van een zorgplicht.

Voor mij is de meest bevredigende grondhouding om er in mijn handelingen voor te zorgen dat dieren geen nadelige gevolgen hebben. Daarom "bezit" ik geen huisdier(en) en eet ik geen vlees. Wanneer ik een dier in nood aantref, dan bel ik de dierenambulance of desnoods verlos ik het dier uit zijn lijden. Het uitgangspunt voor mij is dat dieren net als mensen vrijheid als grondrecht hebben. Voor het overige kunnen twee, met woorden strijdende partijen voor mij allebei gelijk hebben. Maar de betrokkenheid bij een dier daalt voor mij niet als er meer van zijn of stijgt niet naar mate deze zeldzamer wordt. Uiteraard wordt voor mij een zeldzaam dier wel sneller een individu.
De (intrinsieke) waarde van mens en dier is niet in geld uit te drukken, de moeite die je doet wel.

14 december 2012

Is diervriendelijke veehouderij moreel aanvaardbaar?

De universiteit van Utrecht kondigde mei 2011 een merkwaardige promotie aan. Het thema is door het verzet van de nertsenhouders tegen de afschaffing van hun sector opnieuw actueel. Zij betogen dat afschaffing de overheid veel geld gaat kosten vanwege schadevergoeding voor inkomstenderving; dat afschaffen zinloos is omdat de business wordt overgenomen door het buitenland en dat dan de nertsen minder diervriendelijk worden gehouden.

In haar proefschrift zet Tatjana Visak de implicaties en vooronderstellingen van twee versies van het utilisme op een rij, de morele theorie die traditioneel het meeste heeft bijgedragen aan het herkennen van dierenleed als moreel relevant. Het utilisme wordt over het algemeen als volgt ingevuld. Onnodig leed moet worden voorkomen, maar met het houden en doden van dieren als zodanig is niets mis. Bijvoorbeeld Peter Singer, de wereldberoemde utilist en dierethicus, accepteert een versie van het utilisme die inhoudt dat een dier in principe pijnloos gedood mag worden. Als het gedode dier vervolgens vervangen wordt door een ander dier dat anders niet zou hebben bestaan en dat net zo veel welzijn ervaart als de toekomst van het gedode dier zou hebben bevat, dan tast het doden van het dier de totale hoeveelheid welzijn niet aan. En daar is het de utilist om te doen.
In dezelfde lijn van argumentatie wordt er gezegd, overigens niet alleen door utilisten, dat praktijken als de veehouderij zelfs goed zijn voor de dieren, mits de dieren een goed leven hebben. Anders zouden die dieren namelijk helemaal niet hebben bestaan, en een kort en gelukkig leven is beter voor het dier, zo de argumentatie, dan helemaal niet bestaan. Op deze argumentatie valt veel af te dingen, aldus Visak, óók binnen het utilisme.
Een alternatieve versie van het utilisme accepteert niet dat dieren vervangbaar zijn, en biedt dan ook geen rechtvaardiging voor praktijken als de zogenaamd diervriendelijke veehouderij.

Tot zover de beschrijving van het proefschrift van Visak. Wat worden we van deze tautologieën wijzer?

“Als het gedode dier vervolgens vervangen wordt door een ander dier dat anders niet zou hebben bestaan en dat net zo veel welzijn ervaart als de toekomst van het gedode dier zou hebben bevat, dan tast het doden van het dier de totale hoeveelheid welzijn niet aan”.

en

“Praktijken als de veehouderij zijn goed voor de dieren, mits de dieren een goed leven hebben. Anders zouden die dieren namelijk helemaal niet hebben bestaan, en een kort en gelukkig leven is beter voor het dier, zo de argumentatie, dan helemaal niet bestaan. Op deze argumentatie valt veel af te dingen, aldus Visak, óók binnen het utilisme”.

Met het proefschrift wil Visak blijkbaar aantonen dat ook diervriendelijke vee- of nertsenhouderij niet ethisch valt te verdedigen. Maar is het dan niet veel zinvoller om de vraag te onderzoeken waarom het houden van dieren onethisch is? Dat het houden van dieren inhoudt dat zij in hun grondrechten worden geschonden, namelijk dezelfde grondrechten als bij mensen wanneer zij onschuldig gevangen worden gehouden. Vrijheid is een grondrecht voor mens en een dier.

Zie ook het overzicht van drogredenen voor het houden van nertsen.

11 december 2012

Kamervragen over opblazen aandeel landbouw in economie

Een passage op de website van de Rijksoverheid, die suggereert dat de land- en tuinbouw primair goed is voor tien procent van de Nederlandse werkgelegenheid en economie, klopt niet. Het gaat hier over de gehele Nederlandse agro-industrie, inclusief de verwerking, toelevering en distributie van buitenlandse grondstoffen.

Op dit blog is de suggestieve berichtgeving door de agrolobby al vaker aan de orde gesteld.

De PvdD heeft hierover nu ook Kamervragen gesteld.

Vragen van het lid Thieme (Partij voor de Dieren) aan de minister van Economische Zaken over het aandeel van de land- en tuinbouw in de Nederlandse economie.

  1. Heeft u kennis genomen van het bericht “‘Land- en tuinbouw goed voor 10 pct van economie en werkgelegenheid', NRCnext checkt”, waarbij de NRC deze uitspraak het oordeel ‘grotendeels onwaar’ geeft?
  2. Kunt u aangeven waarom op de website van de Rijksoverheid (1) nog steeds staat aangegeven dat de Nederlandse landbouw en tuinbouw goed zijn voor 10% van de Nederlandse economie en werkgelegenheid, terwijl vorig jaar al in de schriftelijke antwoorden bij de begrotingsbehandeling van het onderdeel Landbouw en Natuur door de staatssecretaris van Economische zaken, Landbouw & Innovatie werd toegegeven dat de land- en tuinbouw niet een aandeel van 10% maar slechts van 1,2% van het Nederlandse Bruto Nationaal Product uitmaakt?
  3. Bent u bereid om de website van de Rijksoverheid aan te passen aan de werkelijke feiten rond het aandeel van de land- en tuibouwsector van de Nederlandse economie? Zo nee, waarom niet?
  4. Bent u bereid om in het vervolg een helder onderscheid te maken in uw communicatie tussen de primaire sector en de verwerkende en toeleverende sectoren? Zo nee, waarom niet?

(1) Inmiddels is het bericht verwijderd

05 december 2012

Schokkende film over melkveehouderij in Europa

December 2012 presenteerde Compassion in World Farming (CIWF) nieuw, schokkend beeldmateriaal over de Europese melkveehouderij aan de internationale pers in Brussel. Onderzoekers filmden in augustus van dit jaar op 52 melkveehouderijen in Denemarken, Duitsland en Spanje. De beelden tonen illegale praktijken en ernstige dierenwelzijnsproblemen op de bezochte bedrijven. Ze ondersteunen de noodzaak van nieuwe, Europese regels voor het welzijn van melkkoeien. CIWF roept de Europese Commissie daarom op snel met voorstellen voor dergelijke regels te komen.

Wat onze onderzoekers aantroffen op de willekeurig geselecteerde bedrijven is ronduit schokkend, vooral voor consumenten die denken dat alle koeien tevreden in de wei kunnen grazen.

De meest voorkomende problemen die onze onderzoekers zagen zijn:
* Koeien die tot de grenzen van hun fysieke mogelijkheden worden aangezet tot een zeer hoge melkproductie;
* Koeien die binnen staan en aangebonden zijn aan de nek, soms zelfs gedurende het hele jaar;
* Ernstig kreupele dieren en koeien met pijnlijke zweren;
* Vuile, kale en/of oncomfortabele stallen met onvoldoende of ongeschikte bedding.

Een alarmerend aantal boerderijen hield de koeien het hele jaar binnen (Denemarken 68%, 63% in Spanje en >50% in Duitsland) Deze dieren kunnen, in strijd met het beeld dat veel consumenten nog steeds hebben van de melkveehouderij, in de zomer niet grazen in de wei.
Geert Laugs, directeur van Compassion in World Farming Nederland, zegt hierover: ‘Ook in Nederland zien we een sterke trend koeien het hele jaar door binnen te houden. Recente cijfers tonen aan dat nu al 30% van onze koeien nooit naar buiten kunnen. Een jaar geleden was dat nog ‘maar’ 26%. Hoewel we voor dit onderzoek niet in Nederland gefilmd hebben bestaan de gesignaleerde problemen dus ook in ons land. Dat geldt ook voor welzijnsproblemen die veroorzaakt worden door de hoge melkgift”.

In Duitsland filmden de onderzoekers op 14 bedrijven met een omvang van 15 tot 1400 koeien. De melkgift lag tussen de 20 en 30 liter per dag. In Nederland ligt de melkgift op gemiddeld 22 liter per dag. Om alleen haar kalf te voeden hoeft een koe niet meer dan 4 tot 8 liter melk per dag te geven. Op één bedrijf werden koeien zelfs aangezet tot een productie van 60 liter per dag. Deze enorme fysieke belasting voor de dieren leidt tot uitputting. Melkkoeien worden meestal geslacht na 3 melkcycli, terwijl koeien van nature wel 20 jaar of ouder kunnen worden.

Het aanbinden van koeien, met leren riemen of met kettingen, bleek een specifiek probleem in Duitsland te zijn. Op 79% van de bezochte bedrijven kwam het aanbinden op de een of andere manier voor. De onderzoekers vonden zelfs een bedrijf waar de koeien tijdens de bevalling aangebonden bleven. Dit veroorzaakt waarschijnlijk zeer veel stress voor de koe die van nature haar kalf direct na de geboorte wil beschermen en voeden.

In Spanje zagen de onderzoekers op meer dan één bedrijf koeien met geknipte staarten. Koeien zonder staart kunnen vliegen niet verjagen en zich niet verweren tegen insectensteken. Vooral in de zomer kan dit pijn en irritatie veroorzaken. Het is niet alleen slecht voor het welzijn van de dieren, het is ook illegaal.

De nieuwe film van Compassion in World Farming ondersteunt de roep om specifieke Europese regelgeving voor de bescherming van 23 miljoen melkkoeien in Europa. Dergelijke minimumeisen zouden voor melkveehouders in Europa een ‘level playing field’ creëren. Bovendien bestaan er in de EU nog geen soortspecifieke regels voor het welzijn van melkkoeien. Voor varkens, kippen en kalveren zijn die er wel.

De regelgeving die CIWF voorstelt zou het volgende moeten omvatten:
* Weidegang in voorjaar en zomer en uitloop naar buiten op plekken waar geen gras groeit.
* Minimum ruimte-eisen voor koeien wanneer ze in de stal staan
* Een verbod op aanbinden, met uitzondering van zeer korte perioden, bijvoorbeeld voor veterinaire behandeling
* Verbeterprogramma’s tegen kreupelheid, mastitis en andere vaak voorkomende welzijnsproblemen

23 november 2012

Plan om impulsaankopen van huisdieren tegen te gaan

Staatssecretaris Verdaas komt met een plan om impulsaankopen van huisdieren tegen te gaan. Die toezegging deed hij tijdens een Algemeen Overleg over de dierenopvang in antwoord op vragen van Esther Ouwehand. De staatssecretaris liet weten de zorgen van de Partij voor de Dieren te delen over ondoordachte aanschaf van huisdieren, met alle gevolgen van dien. Ook gaat de staatssecretaris op korte termijn kijken naar de noodzaak om niet alleen voor honden, maar ook voor katten een Identificatie- en Registratiesysteem in te voeren. De Partij voor de Dieren wees erop dat de Tweede Kamer al langer aandringt op een goed I&R voor katten en verwacht dat ook de staatssecretaris het belang zal inzien van de aanpak van de zwerfkattenproblematiek.

17 november 2012

Het dier als mens of ding

Huisdieren hebben een geweldige opmars gemaakt: in vijftig jaar tijd veroverden ze een plaats in ons leven, op onze bank en ons bed. Het huisdier is gezinslid geworden, met eigen bier, kleding, gezondheidszorg op menselijke maat en een pootafdruk in onze rouwadvertentie. Zijn naam veranderde mee: het huisdier werd gezelschapsdier.
Het dier is mens geworden voert onder andere langs hondenboetieks, dierentolken, een crematorium en chemotherapie. Maar de promotie van huisdieren stelt ons ook voor nieuwe vragen. Want moet alles wat kan?
Mogen wij een dier een jurkje aantrekken? En wie bepaalt dat eigenlijk?

In diezelfde vijftig jaar deden landbouwhuisdieren een flinke stap terug.
Zij verhuisden ook: van het erf of de wei naar grote, vaak voor het publiek afgesloten stallen, waar zij tegen zo weinig mogelijk kosten zoveel mogelijk moeten produceren. Landbouwhuisdieren werden gebruiks- of productiedieren.
Het dier is ding geworden portretteert onder andere een melkrobot, volautomatische poultrysystems, een koeienrusthuis en een slachter met een goed hart. Ook het leven van productiedieren stelt ons voor vragen. Hoe is het voor hen om te leven in onze agribusiness? Kan het ook anders? En wie is er eigenlijk verantwoordelijk?

Marijke Verduyn beschrijft in Het dier is mens geworden / Het dier is ding geworden met vaart, humor en compassie hoe de verhouding tussen mens en dier veranderde en onszelf en onze maatschappij weerspiegelt.
Een 'omkeer'boek dat van twee kanten te lezen is.

15 november 2012

Illegaal gebruik antibiotica toegenomen?

In de Volkskrant van 15 november wordt op basis van Wagenings onderzoek de suggestie gewekt dat het antibioticagebruik in de intensieve veehouderij in de laatste 3 jaar is gehalveerd.

Een paar citaten.

Dat zonder dwang in een paar jaar het gebruik van antibiotica kan worden gehalveerd, is veelzeggend. De aanvankelijke scepsis verdween bij veel bedrijven al snel, zegt onderzoeker Nico Bondt van Wageningen Universiteit. 'Al snel bleek dat een groot deel van het gebruik makkelijk te vermijden was'. De daling van het gebruik deed zich in alle veehouderijsectoren voor, maar het minst bij de melkveehouderij. Daar werd altijd al veel minder gebruikt. Hoe de boeren en veeartsen het gebruik hebben teruggedrongen, is niet onderzocht.

En.
Begin volgend jaar wordt een volgende maatregel ingevoerd: alleen de veearts mag dan nog antibiotica toedienen. Nu doet de boer dat meestal zelf. Pas als de boer heeft bewezen over voldoende kennis te beschikken, mag hij het weer zelf doen.
Tot zover de Volkskrant.

Het is vooral de laatste zin die veelzeggend is. Antibiotica werkt naast preventief tegen ziekte vooral ook als groeibevorderaar. Wanneer er minder zou zijn toegediend, dan zou ook het aantal gevallen van ziekten kunnen zijn toegenomen. Dit fenomeen wordt nergens gemeld.
Ook zou het slachtgewicht van een varken of vleeskuiken moeten zijn afgenomen, omdat het minder groeit.

Bij vleeskuikens worden zogenoemde coxiodiostatica gebruikt. Dat zijn antibiotica die niet zo hoeven te worden genoemd en dus preventief door het voer gaan.

De cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS, statline) laten over 2009 t/m 2011 juist een toename zien van het slachtgewicht voor vleeskuikens en geen afname voor varkens.
Dit duidt vermoedelijk op een toegenomen illegaal gebruik van antibiotica.

vleeskuikens Toename
* 1000 2009 2011
aantal 458734 490413 7%
slachtgewicht 733349 809330 10%
per dier 1,60 1,65
varkens
* 1000 2009 2011
aantal 13815 14593 6%
slachtgewicht 1274980 1347166 6%
per dier 92,29 92,32

De Volkskrant meldt het volgende.

'Standaard door het drinkwater voor de dieren'
Terwijl de humane geneeskunde in Nederland uiterst terughoudend is in het gebruik van antibiotica, was de Nederlandse veehouderij er juist bijzonder gul mee. Nederland stond jarenlang bekend als kampioen op dit vlak. Als 'groeibevorderaars' werden ze standaard door het drinkwater gemengd. Denemarken werd vaak als voorbeeld aangehaald; de Nederlandse dieren zouden drie maal zo veel krijgen toegediend als de Deense.

Onderzoeker Nico Bondt van de Wageningen Universiteit publiceerde eerder dit jaar een vergelijking tussen de situatie in Nederland en die in Denemarken, uitgesplitst naar diersoort. In de varkens- en rundveehouderij gebruikt Nederland 30 tot 40 procent meer antibiotica, in de pluimvee- en kalversector maar liefst tien à elf keer zo veel. De antibiotica slurpende kalversector is in Nederland heel groot.

En ook.
Vragen van het lid Thieme (Partij voor de Dieren) aan de staatssecretaris van Economische Zaken en aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de illegale handel in antibiotica in de veehouderij.

Bent u er van op de hoogte dat er 3.5 ton illegale antibiotica in beslag in genomen bij handelaren in Groningen en Overijssel? Zo ja, hoe beoordeelt u dit?
Kunt u een verklaring geven voor het feit dat op zo’n grote schaal illegale antibiotica gekocht en gebruikt kunnen worden zonder dat dit eerder wordt opgemerkt? Zo nee, waarom niet?
Bent u van mening dat het huidige systeem voor de registratie van antibiotica dit soort misdrijven kan voorkomen en tegen gaan? Zo ja, waarop baseert u die conclusie? Zo nee, wat gaat u doen om de registratie van antibiotica te verbeteren en bent u bereid het systeem voor de registratie te herzien en waar nodig aan te passen?
Kunt u aangeven of bekend is dat er mogelijk nog meer van deze illegale antibiotica in Nederland worden ingezet en worden verhandeld en om welke hoeveelheden het gaat? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat gaat u eraan doen om dit aan te pakken en op welke termijn?
Bent u bereid een onderzoek te laten uitvoeren om zo het gebruik van en de handel in antibiotica goed in kaart te brengen, illegale antibiotica op te sporen en de illegale handel in het gebruik van antibiotica aan te pakken middels strenge straffen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke termijn?
Tot zover de PvdD.

Klik hier om meer te lezen over het gebruik van antibiotica in de veehouderij.

08 november 2012

Herten op ecoduct bejaagd

Uit de Stentor.
De provincie Gelderland laat herten afschieten om te voorkomen dat er anders te veel herten het ecoduct over de A28 bij Hulshorst oversteken.
Het ecoduct is weliswaar speciaal voor de dieren gemaakt, maar bewoners van Hulshorst en Hierden wilden de bouw ervan alleen toestaan als het aantal herten dat er gebruik van zal maken beperkt blijft. Zij vrezen anders overlast en schade aan landbouwgewassen. De provincie ging daar in mee.
Tot zover de Stentor.

Marianne Thieme stelt hierover Kamervragen.
Vragen van het lid Thieme (Partij voor de Dieren) aan de staatssecretaris van Economische Zaken over het afschieten van herten omwille van openstelling ecoduct.
  1. Kent u het bericht ‘Teveel herten bij Ecoduct A28. Provincie laat dieren afschieten’?
  2. Is het waar dat Rijkswaterstaat het initiatief heeft bij de aanleg van ecoducten en die aanleg dus geen provinciaal beleid betreft? Zo nee, wie heeft dan het initiatief genomen voor de aanleg van het ecoduct over de A28 bij Hierden?
  3. Is het waar dat het ecoduct bij Hierden uit rijksgelden is aangelegd en niet uit Provinciale middelen? Zo ja, wat zijn de totale directe en indirecte kosten van de aanleg geweest en hoe verhoudt die uitgave zich tot het afschieten van de dieren voor wie het ecoduct bedoeld is?
  4. Is het waar dat de Provincie eerder heeft aangegeven geen afschot te zullen plegen in een straal van 250 meter rond ecoducten en hoe kan worden zeker gesteld dat jagers zich niet in slagorde rond die straal opstellen om makkelijk dieren af te schieten?
  5. Deelt u de mening dat bij het kennelijk ontbreken van draagvlak bij de bevolking van Hierden voor de aanwezigheid van grote hoefdieren, selectieve afsluiting van het ecoduct meer voor de hand ligt dan afschot van grote hoefdieren rond het ecoduct? Zo nee, waarom niet? Zo ja, bent u bereid met de provincie in overleg te treden om een diervriendelijke oplossing van dit probleem te bereiken?
  6. Kunt u aangeven wat de logica is van de aanleg van een ecoduct dat een voedselarme zone (de Veluwe) en een voedselrijke zone (landbouwgronden in Hierden en Flevoland) met elkaar verbindt? Zo nee, waarom niet?
  7. Kunt u aangeven welke strategische afweging gemaakt is bij de aanleg van een ecoduct tussen een voedselrijk en een voedselarm gebied, en waarom de discussie over afschot pas tot stand komt na aanleg van het ecoduct?
  8. Deelt u de mening dat de aanlegkosten voor het betreffende ecoduct niet alleen weggegooid geld zijn wanneer grote hoefdieren geen onbelemmerde passage krijgen, maar dat er zelfs sprake is van een miljoenensubsidie voor hobbyjagers die de herten nu nog makkelijker voor de loop van het geweer krijgen?
    Zo ja, op welke wijze wilt u zich inzetten om deze impasse te doorbreken? Zo nee, waarom niet?
  9. Deelt u de mening dat de rijksoverheid de regierol dient te nemen, wanneer conflicten die betrekking hebben op de Ecologische Hoofdstructuur, dierenwelzijn en investeringen uit rijksmiddelen aan de orde zijn en leiden tot maatschappelijke verontwaardiging? Zo nee, waarom niet?
Tot zover Marianne Thieme.

voerbak

De Stentor spreekt over bewoners waar de lezer wordt geacht te lezen “boeren”. Boeren zijn bang voor vraat aan landbouwgewassen en overdracht van dierziekten. Vraat en ziekten kosten hun geld. De jagers spelen hier op in door zich bij de ecoducten op te stellen en de overstekende dieren te schieten. Het vlees gaat naar de poelier en de jager heeft zijn ontspanning, maar de hobby moet natuurlijk niet te veel tijd kosten. Zo zijn er al jagers die een sms-je krijgen wanneer dieren zich binnen een bepaalde zone van hun jachthut begeven. Gemak dient de mens.
Het wordt tijd dat we onze open ruimte en samenleving zo inrichten dat wild zich vrij kan bewegen over de Ecologische HoofdStructuur (EHS) en dat iedereen de handen op een creatieve en diervriendelijke ineenslaat om de dieren daarbinnen te houden. De voedselvoorziening in Nederland en de wereld is niet afhankelijk van de vaderlandse boeren. Die produceren voornamelijk voor de export.

05 november 2012

Geen eind aan doden 45 miljoen kuikens

Enkele citaten uit Nieuwe Oogst maandag 29 oktober.
Het vergassen van jaarlijks 45 miljoen eendagskuikens is binnenkort verleden tijd in Nederland. Dat verwacht biologiestudent Wouter Bruins van de Universiteit Leiden.
Hij ontwikkelde een methode om het geslacht van kuikens al in het ei te bepalen. Deze is nu nagenoeg praktijkrijp.

Geslacht
In de methode wordt op de 9e dag in het ei het geslacht van de kuikens bepaald. De eieren met de voor de pluimveesector niet bruikbare haantjes worden dan verwijderd en komen niet uit. Dit levert broederijen jaarlijks een besparing op van enkelen tonnen, omdat haantjes niet meer hoeven te worden uitgebroed, om vervolgens te worden vergast. Dit bespaart de bedrijven energie en het vermindert de CO2-uitstoot aanzienlijk.
Het betekent ook dat de leghennensector de waarde van haar producten kan verhogen. Het dierenwelzijn in deze sector wordt immers flink verbeterd en Bruins verwacht dat supermarkten en consumenten bereid zijn daarvoor te betalen.
Het bedrijf van Bruins en Stutterheim, In Ovo, is met de geslachtstest voor kuikens genomineerd voor de prestigieuze Herman Wijffels Innovatieprijs.
Tot zover Nieuwe Oogst.

Dit bericht bevat enkele vreemde mededelingen. Het moge duidelijk zijn dat de mannelijke kuikens nog steeds gedood worden, alleen niet via vergassing na geboorte, maar eerder in het ei. Hoe Nieuwe Oogst komt tot de conclusie dat er sprake is van flinke verbetering van het dierenwelzijn wordt niet uitgelegd en ook niet waarom vervolgens van de consument verwacht mag worden dat zij bereid is daarvoor te betalen. De sector bespaart geld en heeft daardoor ruimere marges. Het zou pas in aanmerking komen voor een innovatieprijs wanneer die ruimere marge gestoken werd in verbetering van de levensomstandigheden van kuikens, die wel opgroeien. Eerder doden is te mager voor de aansprak 'flinke verbetering van dierenwelzijn'.

01 november 2012

7000 veehouders voldoen niet voldoen aan antibioticaregels

Vragen van het lid Thieme (Partij voor de Dieren) aan de staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie en aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over veehouders die nog niet voldoen aan antibioticaregels.

  1. Heeft u kennisgenomen van de constatering van het Productschap Vee en Vlees (PVV) dat zevenduizend rundveehouders nog niet voldoen aan de verplichtingen voor de antibioticaregelgeving die per 1 januari 2013 zullen ingaan?[1] Zo ja, hoe beoordeelt u dit?
  2. Hoe verklaart u het feit dat zevenduizend veehouders niet voldoen aan de verplichtingen?
  3. Wat gaat u doen om ervoor te zorgen dat voor het einde van dit jaar alle veehouders voldoen aan de nieuwe regels?
  4. Bent u bereid om, eventueel in samenwerking met het PVV, veehouders aan te spreken op het niet op tijd voldoen aan de regels, ervoor te zorgen dat alle veehouders voor 1 december van dit jaar voldoen aan de regels en waar nodig maatregelen te treffen? Zo ja, op welke termijn en wijze? Zo nee, waarom niet?
  5. Bent u bereid om de Kamer nog voor het einde van het jaar te informeren over de voortgang omtrent de nieuwe antibioticaregels en inzicht te geven in de maatregelen die dan mogelijk zijn getroffen? Zo nee, waarom niet?

Klik hier om meer te lezen over het gebruik van antibiotica in de veehouderij.

Leeswijzer


Thema's of steekwoorden vindt u via de labels onderaan de pagina of op Animal Freedom.
Klik hier voor de laatste bijdragen op dit blog
.
Klik hier voor het beleid om uw privacy te beschermen.
Kijk op ook Facebook voor onze reactie op de actualiteit.

Waarom dit blog?

De Nederlandse veehouderij is vooral gericht op zoveel mogelijk voor de export te produceren onder het motto “meer, meer, meer en groot, groter, grootst”. Dit heeft negatieve gevolgen voor zowel de dierenwelzijn, biodiversiteit, het milieu, het klimaat, de portemonnee en de gezondheid van burgers en ook voor welwillende boeren.
Dit blog verzamelt kritische artikelen die de wurggreep beschrijven waarin de veehouderij zichzelf heeft vastgezet. Zo willen we niet alleen een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de kwaliteit van het leven voor alle belanghebbenden, maar ook aan een schone, gezonde omgeving en een beter dierenwelzijn.

Ook de argumentatie dat dieren grondrechten hebben kan beter en meer aansluiten op hoe mensen voor zichzelf vinden dat recht moet gelden. Alle dier(soort)en kunnen in hun recht op vrijheid als (intrinsiek) evenwaardig aan mensen beschouwd worden. Dierenrechten zijn mensenrechten, die mensen de kans geeft om voor dieren op te komen.
Dieren, bijv. in de intensieve veehouderij, worden behandeld als een object in plaats van een subject met gevoelens en rechten.

De snelheid en het aantal dier(soort)en dat we voortdurend gebruiken is immens. De bijdrage aan onze welvaart en economie van de agrosector is gering. De oplossing is simpel en van niemand anders dan van ons zelf afhankelijk.

Dierenrechten in woord en beeld

Vrijheid is ook een intrinsiek grondrecht voor dieren. Dieren zijn geen dingen Dierenrechten zijn mensenrechten. Mensen moeten voor dieren kunnen opkomen wanneer hun grondrecht wordt geschonden.
logo van Animal Freedom yin en yang
Lees hier over de redenen waarom dieren recht op vrijheid hebben. Lees hier waarin mens en dier evenwaardig zijn.