Mens en dier zijn (intrinsiek) evenwaardig in hun recht op vrijheid

Alle levende wezens zijn verschillend maar evenwaardig in het recht op vrijheid op een natuurlijk leven.
Een dier is (net als een mens) geen ding of een object.
Mensen moeten kunnen ingrijpen wanneer mensen dieren misbruiken of onrecht aandoen.

22 april 2012

Politieke leiders zouden meer van de natuur moeten leren

Nu de verkiezingen weer op komst zijn, wordt het tijd om politieke leiders te kiezen die blijk geven van een nieuw elan. In de regeringen tot nu toe is bestuurd op basis van een oude motivatie, die samengevat luidt: zorg dat we zo veel mogelijk geld verdienen op basis van menselijke en natuurlijke mogelijkheden. Dat motief bracht ons welvaart, maar ook een grens aan de draagkracht van mens en natuur.

"The core business of nature is (building) diversity. Diversity is what nature does for a living" en dat wordt door de eenzijdige gerichtheid op geld verdienen doorkruist.

Het is tijd om niet alleen het ecosysteem in de natuur te beschermen, maar ook het ecosysteem in ons zelf en de samenleving te veranderen. Die verandering moet niet gericht zijn op meer van het hetzelfde, maar op een transformatie die recht doet aan de geschiedenis en evolutie van de menselijke ontwikkeling. Die ontwikkeling is een tijd gegaan via liberalisering en individualisering en leverde ook nieuwe (mondiale) mogelijkheden tot verbinding op. De technologie van Internet en Twitter ondersteunen hierbij en verschuiven de aandacht van informatie naar transformatie en snel emotie delen. Politiek en economie zijn daardoor in Europa en Amerika in crisis, die op haar beurt ook weer een kans op levert.

In zijn boek Kun je een rups leren vliegen? ging Jan Bommerez al in op het fundamentele verschil tussen verandermanagement en transformationeel leiderschap. In Door de bomen het bos zien gaat hij nog een stap verder. Transformatie kun je niet leiden. Het is een zelforganiserend proces. Leiders kunnen alleen maar een ecosysteem bewerkstelligen waarin transformatie spontaan plaatsvindt. Ze dienen daarom de natuur te bestuderen en de principes die erin werkzaam zijn. Moderne, succesvolle organisaties zoals Shell en Toyota zijn daarmee bezig. Leiders zoals Herman Wijffels zijn erdoor geïnspireerd.

"Door de bomen het bos zien kijkt breder dan alleen maar naar organisaties. Ook in het dagelijkse leven staan we altijd in relaties (gezin, buurt) en dat zijn ook ecosystemen. Het boek verschaft vele verrassend nieuwe inzichten en geeft ook concrete wegen aan om te bewandelen en om "te kijken, te zien en inzicht te krijgen in wat hij of zij eerder nog niet zag." Het boek van Bommerez inspireert om je open te stellen voor het systemische karakter van lerend organiseren. Alleen vanuit zingeving wordt effectiviteit betekenisvol. Co-creatie: waardeer verschil, zoek de dialoog en werk vanuit verbondenheid." - Prof. Dr. André Wierdsma.

In deze video van een presentatie van Jan Bommerez een goede onderbouwing van zijn visie op transformatie.

Hopelijk kunnen Sywert van Lienden en Sietse Bakker van G500, de jongerenbeweging (35-) iets met deze oproep van Bommerez tot transformatie. Zij willen binnen de politieke partijen samenwerken over de links, rechts en confessionele verschillen heen. Of een kans voor de partij voor mens en spirit en eigenlijk ook voor de politieke middenpartijen. Dit is een kans voor politieke transformatie tot een duurzame besturing van de samenleving, waarbij het goede en diverse behouden blijft en iets extra wordt toegevoegd.

Boeken van Bommerez zijn:

21 april 2012

Zo maar een (oorlogs)verhaaltje

Mijn grootouders (Pake en Beppe) woonden in Sneek. Op een dag – in de oorlog – liepen twee Duitse militairen bij hen door de straat. Met hen mee liep een katje. Staartje vrolijk omhoog trippelde ze naast de mannen van de Wehrmacht. Weet een kat veel van een oorlog? Op zeker moment kreeg één van de soldaten het diertje in de gaten en hield stil. Duitsers hadden om voor de hand liggende redenen geen goede naam in die tijd en mijn grootvader vreesde dan ook dat de kat wel eens op hardhandige wijze kennis zou kunnen met een Duitse soldatenlaars. Dat gebeurde niet. De man bukte zich, pakte het katje op, drukte het tegen zich aan, knuffelde het en………..begon hartverscheurend te huilen. Op de vraag van mijn grootvader wat de reden was van deze emotionele ontlading antwoordde hij snikkend dat hij zu Hause precies zo’n katje had en dat hij haar verschrikkelijk miste, evenals alle andere geliefden die hij in de Heimat had moeten achterlaten. En dat hij wilde dat diese verdammte Krieg mal zu Ende kam. Pake nam de ‘vijand’ mee naar binnen en heeft hem een kop thee gegeven en hem tot bedaren laten komen. Ze hebben hem niet meer terug gezien. Maar ik hoop zo dat hij zijn katje wél in gezondheid heeft mogen terug zien……………….. Herman Gallé

17 april 2012

Mest uit intensieve veehouderij zorgt voor milieuproblemen

Elke zomer is het weer raak op de stranden van Bretagne: groene algen maken het verblijf op het strand levensgevaarlijk. Zwavelwaterstof is een gifgas dat vrijkomt bij het afbreken van de algen die op hun beurt worden toegeschreven aan vervuiling door de intensieve veehouderij.
Een koe produceert vandaag de dag in haar werkzame leven ruim drie keer zoveel stront als melk. En zo staan er achter elk pak melk in de supermarkt, eigenlijk drie pakken van dat andere spul (zie video).
Het is niet alleen een Frans probleem, maar speelt ook in Nederland.

Van website van het Milieuloket:

Vermesting is in Nederland een groter probleem dan in veel omringende landen, voornamelijk door de uitzonderlijk intensieve veeteelt. Vooral in het oostelijke deel van Noord-Brabant (met name de Kempen en de Peelhorst), de Achterhoek, Twente, in delen van Limburg en de Gelderse vallei komen sterk fosfaatverzadigde gronden voor. Op zandgronden, die vaak een functie hebben als recreatiegebied, zijn de gevolgen van vermesting het ergst merkbaar. Deze aantasting heeft ook gevolgen voor nabijgelegen bossen, vennen en hoogveengebieden. Daarnaast worden de ecosystemen van bijvoorbeeld de Waddenzee en het IJsselmeer aangetast.
Een kwart van de Nederlandse drinkwaterwinning vindt plaats in gebieden die kwetsbaar zijn voor nitraatvervuiling. Verschillende putten zijn al verlaten, omdat het grondwater niet voldeed aan wettelijke normen. Op een aantal plaatsen moeten drinkwaterbedrijven de waterputten bijvullen met schoon water om de normen te halen.
Tot zover Milieuloket.

In Nederland is het probleem minder zichtbaar omdat de stoffen vooral in het grondwater terecht komt. Algenbloei en dode dieren zijn nu eenmaal opvallender dan aantasting van ecosystemen. Zowel in Frankrijk als in Nederland probeert men het mestprobleem aan te pakken door boeren minder dieren te laten houden. Wanneer die reductie groot genoeg is en de prijs van het product zal stijgen dan is ook een herstel van dierenwelzijn weer mogelijk door de dieren ’s zomers buiten te laten lopen.

Plofkip, net op tijd naar de slacht

De actiegroep Wakker Dier is er in geslaagd om Unilever te bewegen om geen plofkippen meer te gebruiken.
Maar is een vleeskuiken 2 weken langer laten leven een duurzaam besluit?
Over een jaar zal de Nederlandse consument kip eten van een jong dier dat acht weken heeft geleefd, terwijl de plofkip van nu al na 6 weken naar de slacht gaat.

Er zullen mensen zijn die het argument aandragen dat de plofkip minder milieubelastend is dan een kip die langer en buiten heeft geleefd.
De snelgroeiende vleeskuikens gebruiken minder voer omdat zij alle energie gebruiken om te groeien en niet om te bewegen.

Het dierenwelzijn van kippen wordt door de Dierenbescherming zichtbaar gemaakt door sterren.
Is het leven van het dier (met 1 ster) dat langzamer groeit en dat twee weken langer leeft echt zo veel beter?
Kijk en oordeel zelf hieronder of lees het verhaal van Gerard van Westerloo over de Kippenmoord.

Boodschap van de filmmakers in deze video: koop alstublieft geen kippenvlees meer dat afkomstig is van de bio-industrie.

Voor wie het moeilijk is om de voor- en nadelen van vlees eten op een verantwoorde manier te wegen: eet geen vlees meer. Dat kan net zo lekker zijn en bij gevarieerd eten heeft het geen enkel nadeel..

16 april 2012

Oude Spaanse koning zet zichzelf ten schande door doden olifant

De 74-jarige Spaanse koning Juan Carlos brak zijn heup door te struikelen in zijn hotel op een reis voor een olifantenjacht in het Afrikaanse Botswana.
Bijna alle deelnemers aan een enquête van de conservatieve krant El Mundo vonden het niet gepast dat Juan Carlos in deze voor Spanje moeilijke economische tijden in Afrika op olifanten aan het jagen was.
Opmerkelijk is dat het lot van de olifant blijkbaar niet het onderwerp van discussie was.

De gedode olifant was als gevolg van de overpopulatie waarschijnlijk ook geschoten. Nu verdienen er meer mensen aan, maar het is een gemiste kans voor de koning om wat zinvols voor wilde dieren te doen. Het geld had beter besteed kunnen worden aan het voorkomen van overpopulatie. Dan had de koning op safari mooie foto's kunnen schieten van levende dieren. Als hij die foto's vervolgens zelf had genomen, was er misschien nog iets heroïsch aan. Nu overheerst een laffe nasmaak.

Het “jagen” -lees doodschieten- van dieren is big business. Sommige diersoorten worden (net als in Nederland fazanten) speciaal gefokt om kort losgelaten en vervolgens gedood te worden door mensen die bereid zijn voor deze “trofee” veel geld te betalen. Ze sussen hun geweten door te denken dat zij zo bijdragen aan het behoud van wild in de vrije natuur.

Wie meer wil weten over deze zogeheten “canned hunting”, kan deze video bekijken.

15 april 2012

Humaan doden?

In de Leeuwarder Courant van 6 april bepleit Peter van Kempen, jager – pardon, ik bedoel natuurlijk faunabeheerder! – het doodschieten van overzomerende ganzen, nota bene terwijl ze op hun nest zitten te broeden!! Dat zou volgens hem – in navolging overigens van directeur faunabeer Remco Bakker uit Nijmegen – dé oplossing zijn voor het ganzenprobleem(?). Allemaal voordelen volgens Van Kempen. De populatie wordt uitgedund, het is prima vlees en het levert, potjandorie, ook nog arbeidsplaatsen op!
En is die snelle(?) dood niet veel humaner dan alle andere manieren die zijn bedacht? Het achter rasters laten verhongeren van kuikens en het laten broeden op loze eieren, dá’s pas inhumaan!
Humaan doden bestaat niet. Net zo min als humaan verkrachten bestaat! Het doden van levende wezens is onethisch en hoort ieder beschaafd mens met afschuw te vervullen. Slechts in uiterste gevallen, zoals bij zelfverdediging kan doden gerechtvaardigd zijn. Het gemak waarmee veel mensen – onder wie Van Kempen – de dood als eerste en vaak enige optie kiezen is iets wat mij elke keer weer verbijstert.
Iedereen die een beetje heeft doorgeleerd weet intussen dat het ganzenprobleem, voor zover je van een probleem wilt spreken, niet door de ganzen zelf wordt gecreëerd, maar door de mens en zijn agrarische activiteiten. Het is daarom dubbel verbijsterend de dieren slachtoffer te maken van een situatie waar ze in feite part noch deel aan hebben. Bekend is ook dat de jacht – hè, nu vergis ik mij wéér…. het populatiebeheer – naast het ethische bezwaar geen structurele oplossing biedt voor het vermeende overschot. De populaties herstellen zich met verbazend gemak!
Van Kempen gebruikt ook weer de truc die ik vaker signaleer. Het doodschieten van de ganzen is ‘beter te accepteren dan de martelgang die slachtkippen voor ons kipfiletje moeten doormaken’. Ik ben bang dat ik nu in herhaling val door te stellen dat iets wat fout is niet minder fout wordt door op iets te wijzen wat even fout of nog fouter is! Natuurlijk is de vee-industrie een beschamend voorbeeld van hoe de mens met het leven op deze planeet omgaat. Het is – net als het aan flarden schieten van dieren die even in de weg zitten of een probleem (dreigen te) vormen – symptomatisch voor het speciësistisch denken van de mens. De wereld behoort aan ons en alles wat daarop verder nog aan leven voorkomt heeft zich te schikken naar menselijke belangen en behoeften. Goedschiks en anders – meestal - kwaadschiks.

Herman Gallé

06 april 2012

Postduiven zorgen voor prijzen en overlast

In het contactblad Relatie mens en dier valt te lezen:

Alle duiven die in een stad leven zijn van oorsprong postduiven of nakomelingen ­daarvan. Terwijl aan de ene kant de postduivenhouder hoopt op de duif met de gouden eieren, worden steden anderzijds opgezadeld met overlast van verdwaalde ­postduiven en een daarbij behorende kostenpost. Duivenpoep op monumenten en gebouwen, ­nesten die afvoeren en goten verstoppen, stank en geluidsoverlast van ­koerende duiven zijn ­veelgehoorde klachten. In diverse gemeenten werden en worden nog steeds korte metten gemaakt met stadsduiven, door ze te laten vangen en vergassen. Bedragen van 50.000 euro per jaar voor bestrijdingsacties zijn niet ongebruikelijk. Er zijn diverse ­bedrijven actief in Nederland die een dagtaak hebben aan het ­wegvangen van ­stadsduiven in opdracht van gemeenten en woningbouwverenigingen. De één laat duiven los en hoopt hiermee geld te winnen en een ander vangt ze en verdient hiermee een dik ­belegde boterham. De gemeenschap moet echter de vangkosten en ­schoonmaakkosten ­betalen. De duiven zelf betalen met hun leven.

Zoals we u al eerder berichtten is een diervriendelijke methode om overlast van duiven te verminderen: het plaatsen van een grote duiventil, waarin duiven kunnen slapen, eten en broeden. Tevens kunnen de eieren worden vervangen door gipseieren om ­daarmee het aantal duiven te beperken en onder controle te houden. Grote ­gemeentelijke ­duiventillen staan in Zutphen, Soest, Almere en Gouda. In Almere staan inmiddels 3 duiventillen, naar grote tevredenheid van deze gemeente en haar inwoners. In Zutphen is onlangs een tweede til geplaatst.
Door de bezuinigingen in bijna alle Nederlandse gemeenten wordt de bouw van nog meer duiventillen wat vertraagd. Het zou mooi zijn als de duivenmelkers bij elke ­wedstrijdduif die ze in de lucht gooien een soort “weggooipremie” zouden moeten betalen, waardoor gemeentelijke duiventillen zouden kunnen worden gefinancierd. In het huidige politieke klimaat, waarin de mogelijkheden om geld te verdienen aan dieren juist worden verruimd en dierenleed niet wettelijk wordt beperkt, ziet de toekomst er echter nog niet zonnig

Overheid zorgt slecht voor inbeslaggenomen dieren

In het contactblad Relatie mens en dier valt te lezen:

Zieke en besmette dieren
Hoe ging het verder met de 1300 in beslag genomen dieren uit Ouderkerk a/d Amstel?
Op verzoek van Comité Dierennoodhulp werden 70 kippen door Dienst Regelingen (DR) vrijgegeven voor herplaatsing bij particulieren. Deze dieren werden van de opslaghouder naar een ­aantal opvang-/distributie-adressen gebracht. Met een gezondheidsverklaring van de ­dierenarts van DR. Deze had de dieren dus “gezond” verklaard! Wel, van de 12 kippen die bij een bestuurslid van Comité Dierennoodhulp in Amsterdam waren ­afgeleverd bleek een groot deel besmettelijke ziekten te hebben zoals acute snot (vastgesteld door twee - onafhankelijke - dierenartsen). De meeste kippen hadden kalkpoten en één kip had een enorm ontstoken oog en was duidelijk erg ziek. Deze kip is later ­overleden. De dieren hadden 7 weken in de opslag gezeten en hadden kennelijk geen ­medische ­verzorging gehad. Wel blijft Staatssecretaris Bleker maar beweren dat in beslag ­genomen dieren goed worden verzorgd door ‘gecertificeerde’ opslaghouders! Wat houdt deze ­certificering in en wie geeft deze af en controleert dit?
Eerder, in december 2011, was ook een kleine groep vogels, waaronder 70 hanen, vanuit dezelfde opslaghouder herplaatst bij de opvang Akka’s Ganzenparadijs. Een aantal hanen bleek bij aankomst erg ziek te zijn en deze dieren zijn dan ook kort daarop overleden.

Aangifte

Het is ónbegrijpelijk en ónverantwoord dat vanuit een overheidsinstelling zó de wet wordt overtreden door dieren de noodzakelijke zorg te onthouden en ook nog eens moedwillig dierziekten te verspreiden door met besmette dieren te gaan rondrijden en deze bij onwetende burgers af te geven waardoor ook de bij deze mensen reeds ­aanwezige dieren blootgesteld werden aan besmettingsgevaar.
Over de overige circa 1100 dieren (watervogels, waaronder eenden) wil DR geen ­openheid van zaken geven. DR wenst geen bemiddeling bij herplaatsing voor deze dieren bij opvangcentra en particulieren. DR gaat deze dieren hoogstwaarschijnlijk toch aan de handel verkopen, ondanks de kamerbreed aangenomen motie van de Partij voor de Dieren.
Comité Dierennoodhulp heeft op 31 januari jl. aangifte gedaan i.v.m. het ­onthouden van de noodzakelijke zorg, met het doel dat het Openbaar Ministerie deze zaak ­strafrechtelijk vervolgt en er voor zorgt dat de Dienst Regelingen en de nog steeds anonieme ­opslaghouders en de daarbij behorende dierenartsen beter voor de aan hen toevertrouwde dieren gaan zorgen.
(Inmiddels zijn door de E, L & I-commissie in de Tweede Kamer over deze kwestie ­schriftelijke vragen gesteld aan staatssecretaris Bleker.)

03 april 2012

Kamervragen over gezondheidsproblemen bij melkvee

Een koe die in een stal moet liggen en rusten op een met mest bevuilde vloer loopt een vergrootte kans op uierontsteking op. De afvalproducten van die ontsteking komt in de melk en de hoeveelheid is af te lezen aan het celgetal van de melk, oftewel de hoeveelheid witte bloedlichaampjes. Als deze ontsteking duidelijk zichtbaar is, dan heet dit klinische mastitis.
Doordat veel vee op beton ligt hebben koeien vergroeiing aan hun poten.
Weidegang zou deze problemen kunnen voorkomen.

Vragen van het lid Hazekamp (Partij voor de Dieren) aan Henk Bleker, de staatssecretaris voor Economische Zaken, Landbouw en Innovatie over het voorkomen van mastitis en klauw- en pootproblemen bij melkkoeien in Nederland.

  1. Kent u het bericht “Melkveehouders geven koe sneller pijnbestrijding”[1]
  2. Deelt u de mening dat het massaal (moeten) inzetten van pijnbestrijders in de melkveehouderij een zorgelijke ontwikkeling is? Zo ja, welke consequenties verbindt u hieraan? Zo nee, waarom niet?
  3. Kunt u bevestigen dat in 2008 circa 40 procent van de veehouders een pijnstiller / ontstekingsremmer gebruikte bij zichtbare uierontsteking, en dat dit percentage in 2011 is gestegen tot 68,4 procent? Zo nee, wat zijn dan de juiste percentages?
  4. Bent u op de hoogte van de totale hoeveelheid pijnstillers die in Nederland aan koeien verstrekt wordt? Zo ja, wilt u deze informatie met de Kamer delen? Zo nee, waarom niet?
  5. Kunt u aangeven bij hoeveel procent van de in Nederland gehouden melkkoeien regelmatig sprake is van klinische mastitis? Zo nee , bent u bereid hiernaar nader onderzoek in te stellen? Deelt u de mening dat het welzijn van de koeien ernstig geschaad wordt door mastitis?
  6. Kunt u aangeven hoeveel van de in Nederland gehouden melkkoeien regelmatig last heeft van kreupelheid door klauw- en pootproblemen? Zo nee , bent u bereid hiernaar nader onderzoek in te stellen? Deelt u de mening dat het welzijn van de koeien ernstig geschaad wordt door klauw- en pootproblemen?
  7. Kunt u aangeven of er beleidsmaatregelen overwogen worden om mastitis bij melkkoeien drastisch terug te dringen?
  8. Kunt u aangeven of er beleidsmaatregelen overwogen worden om klauw- en pootproblemen bij melkkoeien drastisch terug te dringen?
  9. Kunt u aangeven hoe het aantal gevallen van mastitis bij melkkoeien in relatie tot de gehele populatie zich de afgelopen 5 jaar ontwikkeld heeft? Zo nee, waarom niet? Zo ja, kunt u deze informatie met de Kamer delen?
  10. Kunt u aangeven hoe het aantal gevallen van klauw- en pootproblemen bij melkkoeien in relatie tot de gehele populatie zich de afgelopen 5 jaar ontwikkeld heeft? Zo nee, waarom niet? Zo ja, kunt u deze informatie met de Kamer delen?
  11. Kunt u aangeven hoe de omvang van de melkgift per koe zich over de afgelopen tien jaar in Nederland ontwikkeld heeft? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wilt u deze informatie met de Kamer delen?
  12. Kunt u aangeven hoe de weidegang van melkvee zich over de afgelopen tien jaar in Nederland ontwikkeld heeft? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wilt u deze informatie met de Kamer delen?
  13. Deelt u de zorg dat het structureel vergroten van de melkgift per koe leidt tot meer gevallen van mastitis en daarmee tot vermijdbaar dierenleed? Zo nee, waarom niet? Zo ja, welke maatregelen wilt u treffen om vergroting van de melkgift per dier en daarmee samenhangende mastitis terug te dringen?
  14. Deelt u de zorg dat veel pootproblemen bij melkvee vloergerelateerd zijn en dat het jaarrond opstallen leidt tot meer gevallen van pootontstekingen en daarmee tot vermijdbaar dierenleed? Zo nee, waarom niet? Zo ja, welke maatregelen wilt u treffen om jaarrond opstallen van melkvee en daarmee samenhangende pootproblemen terug te dringen?

23 maart 2012

Onze huisdieren verbruiken 40% landbouwgrond

Rapport 509 van de WUR uit oktober 2011 geeft een eerste verkenning van de ecologische voetafdruk van gezelschapsdieren, toegespitst op katten, honden en paarden in Nederland.
We hebben voor de voeding van onze huisdieren een equivalent nodig van 40% van de beschikbare hoeveelheid landbouwgrond in ons land. De 3,2 miljoen katten, 1,8 miljoen honden en 400.000 paarden in Nederland hebben voor hun voedsel gezamenlijk 820.000 ha nodig. Nederland heeft ca. 2 miljoen ha landbouwgrond. Voor de geschatte Europese populatie aan katten (60 miljoen), honden (56 miljoen) en paarden (5,8 miljoen) is dat 19 miljoen ha.

Veel mensen houden huisdieren voor hun kinderen. Ze willen dat kinderen contact hebben met de natuur. Zou het niet een beter idee zijn wanneer in Nederland door de uitbreiding van de Ecologische Hoofdstructuur en de beperking van de jacht de mogelijkheden worden vergroot om in de natuur dieren te zien in hun natuurlijke omgeving? Nu wordt veel grond gebruikt voor landbouw om te exporteren en wordt er gejaagd om schade aan landbouwgewassen te voorkomen. Dat maakt dieren schuw en zijn zij bij een wandeling in de natuur nauwelijks zichtbaar.

Meer lezen over ecologische en mondiale voetafdruk? Klik hier. Meer lezen over de gevolgen van het houden van huisdieren? Klik hier.

21 maart 2012

Stop handel in wilde dieren op Marktplaats

Het tv-programma Vroege Vogels van de VARA ging 20 maart en 9 april op tv in op de handel in wilde dieren, die op het internet welig tiert. Uilen, eekhoorns en slangen staan volgens de programmamakers 'gewoon' tussen speelgoed en tweedehands tuinmeubilair op een website als Marktplaats.nl. Naar aanleiding van de uitzending is Vroege Vogels een petitie gestart die Marktplaats oproept geen advertenties van wilde dieren meer te plaatsen.

Het welzijn van dieren die in het wild thuishoren is ernstig in het geding, zegt Vroege Vogels. Bovendien werkt de verkoop illegale handel en roof uit de vrije natuur in de hand. En door ontsnapping of het loslaten van dieren ontstaan risico’s voor de natuur. Vroege Vogels streeft ernaar de internethandel in wilde dieren tussen particulieren onderling uit te bannen, te beginnen op Marktplaats.

Kamervragen van het lid Ouwehand (Partij voor de Dieren) aan de staatssecretaris van Economische zaken, Landbouw en Innovatie over de internethandel in (wilde) dieren.

  1. Is het waar dat u hebt gezegd dat Marktplaats de handel in (wilde) dieren niet moet faciliteren omdat dit niet zou mogen; in reactie op het bericht over de levendige handel in (wilde) dieren via internet? Zo neen, wat was dan de strekking van uw reactie?
  2. Kunt u bevestigen dat volgens de huidige wetgeving dieren gehouden mogen worden als huisdier zolang het dier in gevangenschap is geboren, dus ook (wilde) dieren die daar duidelijk niet geschikt voor zijn, zoals sneeuwuilen, zeearenden, stinkdieren, kangoeroes en pythons? Zo ja, wat stelt uw toezegging om Marktplaats een lijst toe te sturen met dieren die niet verhandeld en gehouden mogen worden in de praktijk dan voor?
  3. Deelt u de mening dat het feit dat een dier in gevangenschap geboren is niets zegt over of een dier wel of niet wild is en wel of niet geschikt is om als huisdier gehouden te worden rekening houdend met de natuurlijke gedragingen en behoeftes van het dier? Zo ja, deelt u de mening dat het niet inzichtelijk is voor een consument welke dieren wel of niet geschikt zijn om als huisdier gehouden te worden? Zo neen, waarom niet en wat is dan uw definitie van een wild of exotisch dier?
  4. Onderschrijft u de analyse dat het mogen houden van (wilde) dieren zolang deze in gevangenschap zijn geboren en het mogen verhandelen van deze dieren via aanbiedingssites als Marktplaats impulsaankopen in de hand werkt en de illegale roof van wilde dieren uit de natuur stimuleert? Zo neen, waarom niet?
  5. Kunt u uiteenzetten hoeveel handhavingcapaciteit er momenteel nodig is en wordt ingezet om te kunnen voorkomen dat er wordt gefraudeerd in de handel in dieren op internet?
  6. Deelt u de mening dat het een beetje onzinnig is om elke internetadvertentie door een NVWA-er te laten controleren, om speciale deskundigen in dienst te moeten nemen die een bij de geboorte aangebrachte pootring kunnen onderscheiden van een namaak pootring en om speciale ecologen in dienst te moeten nemen om het verschil te kunnen zien tussen een ernstig bedreigde soort die mogelijk illegaal wordt verhandeld en een veelvoorkomende verwante soort om zo de illegale handel in dieren aan banden te kunnen leggen, terwijl via een korte positieflijst veel gemakkelijker duidelijkheid ontstaat over wat wel en niet is toegestaan en dat dit ook makkelijker is te handhaven?
  7. Nu u kennelijk deze praktijken afkeurt, deelt u dan ook de mening dat de huidige wetgeving niet toereikend is om de handel in (wilde) dieren die niet geschikt zijn als huisdier te verbieden en op welke wijze en termijn gaat u de wetgeving aanpassen zodat de verkoop van (wilde) dieren niet meer mogelijk is?
  8. Kunt u uiteenzetten wanneer de door u toegezegde positieflijst voor zoogdieren klaar is?
  9. Deelt u de mening dat een positieflijst voor enkel zoogdieren niet toereikend genoeg is voor dit probleem? Zo ja, wanneer gaat u naast een positieflijst voor zoogdieren ook een positieflijst voor vogels, amfibieën en reptielen opstellen? Zo neen, waarom niet?
  10. Kunt u uiteenzetten hoe het staat het met de uitvoering motie Ouwehand (Kamerstuk 28286, nr 534) over het onmogelijk maken van het houden van ooievaars als huisdier, bijvoorbeeld in het kader van de nog in te voeren positieflijst?
  11. Bent u bereid zo spoedig mogelijk een verbod op de handel in dieren op internet in te stellen? Zo ja, op welke wijze en termijn? Zo nee, waarom niet?

15 maart 2012

Waarom moet de bontfokkerij wel worden verboden?

Door het toenemende gebruik van bont in de mode gaat het de Nederlandse pelsdierfokkers voor de wind. Er is dan ook weer wat geld om een poging te doen om het imago op Internet wat op te krikken. Wie een kijkje neemt op de site van de Nederlandse Federatie van Edelpelsdierhouders (NFE) vindt dan ook veel achtergrondinformatie over de manier waarop nertsen worden gehouden.
Vele tegenstanders van de pelsdierhouderij gruwelen van het moment dat de nertsen gedood worden om van hun pels te worden ontdaan. Anderen vinden de karige levensomstandigheden een groter bezwaar. Kijk maar eens naar de povere manieren waarop de nertsenhouder poogt het leven in de kooi van een nerts wat te “verrijken”.

Er is zelfs een ethicus G. de Jonge bereid gevonden om ethische bezwaren van tegengas te voorzien. Het moet gezegd: de heer de Jonge heeft het niet moeilijk om een aantal ethische bezwaren te ondergraven. De reden daarvan is de historische naïviteit waarmee dierenbeschermers menen de rechten van dieren te moeten onderbouwen. Zo zijn er nog steeds velen die denken dat het indruk maakt om aan te voeren dat een nerts een intrinsieke waarde heeft. Voor een pelsdierhouder is de economische waarde van de pels veel indrukwekkender dan de intrinsieke waarde van het levende dier.

Een pelsdierhouder mishandelt zijn dieren niet actief. Hij kijkt wel uit, want hij wil een mooie pels. Het moment dat de nertsen vergast worden om hen van hun mantel te ontdoen is voor veel mensen een vreselijke gedachte, omdat zij de dood eng vinden.
Vele mensen realiseren zich niet dat het leven van een nerts oersaai is en dat daarin het eigenlijke bezwaar ligt. Deze dieren worden in gevangenschap geboren en krijgen nooit wat in de vrije natuur al miljoenen jaren normaal is: de mogelijkheid tot natuurlijk gedrag in vrijheid.
Dat is de ethische grens die de nertsenhouder overschrijdt en daarop heeft de heer de Jonge geen antwoord.

10 maart 2012

Bloedgeld en boerenverstand

Door de hernieuwde introductie van bont in de mode gaat het de Nederlandse nertsenhouders voor de wind. De politiek wil hen kwijt, maar er is door de vergrote omzet geld genoeg om paginagrote advertenties te plaatsen in de dagbladen. Er is nog heel wat achterstand in het imago in te halen. Onder de titel De waarde van boerenverstand pleit de edelpelsdierhouderij er bij de lezer voor om in overweging te nemen dat de sector jaarlijks 50 miljoen bijdraagt aan de belastinginkomsten en dat wanneer de sector daadwerkelijk verboden wordt om bont te produceren dat de overheid een schadeclaim tegemoet kan zien van 1 miljard.

De advertentie staat voor de brutaliteit van de huidige agrosector. De bijdrage aan het BNP van de totale intensieve veehouderij (dus ook de varkens en kippen) is minimaal. Door allerlei irrelevante overwegingen en omzet van andere agrosectoren op de eigen conto te schrijven wil men haar bijdrage aan in oplossing aan de economische malaise oppoetsen. Het is de belastingbetaler die de vervuiling betaalt en het dier dat de dupe is.
De economische crisis vraagt niet alleen om ideeën voor economische groei, het vraagt ook om duurzame oplossingen. Die duurzame oplossingen moeten twee vliegen in één klap slaan, namelijk een milieu- en diervriendelijke invulling en een verkleining van de bedreiging van het leven op aarde door niet bij te dragen aan grondstoffentekort en het broeikaseffect. En als het even kan ook aan een verkleining van armoede en honger op onze aarde.

Het dierenleed van de nertsen in de vaderlandse pelsdierhouderij is immens door het gebrek aan natuurlijke omstandigheden waaronder de dieren worden gehouden. Deze omstandigheden zijn soms beter en soms slechter dan elders in het buitenland, maar overal beneden peil. Deze sector kan gemist worden en valt door het onnodige dierenleed (bont kan ook kunstbont zijn) onder de meest immorele bijdragen aan de Nederlandse economie. Dat de sector dreigt om een claim in te dienen is net zo immoreel, althans voor zover er iemand in de politiek dit argument ondersteunt en meewerkt aan de vertragingstactiek om de sector nog langer dierenleed te laten produceren.

Het boerenverstand is niet van waarde, boeren vinden dieren van waarde voor hun portemonnee. De samenleving heeft hier vrijwel niets aan.

Bontfokkerij: wereldwijd een schande.

07 maart 2012

Vossen bestrijden naast ganzen ook muskusratten

De Vogelbescherming onderzoekt momenteel of de vos kan worden ingezet bij het beheren van de grote ganzenpopulaties in en op ons land. Hopelijk kijken de onderzoekers ook wat de effecten zijn van de bejaging door de vos op het aantal muskusratten in deze gebieden.

Uit een rapport van de Universiteit van Wageningen de volgende tekst met nog meer suggesties voor natuurlijke bestrijding van te veel muskusratten:

In ons land zijn een scala aan potentiële predatoren van muskusratten en zijn jongen aanwezig, waaronder reigerachtigen, verschillende roofvogels, marterachtigen, vossen en snoeken. In de studie van Verkaik (1991) waren predatie en ziekten bij een relatief lage dichtheid al van grote betekenis bij de niet onaanzienlijke sterfte. Volgens een onderzoek in Zuid-Holland bestond een substantieel deel van het voedsel van de vossen uit muskusratten (Barends et al., 1991). De aanwezigheid van lintwormen verminderden de netto reproductie met 16% (Doude van Troostwijk, 1988).
De Amerikaanse nerts, die verantwoordelijk wordt gehouden voor de decimering van de muskusratpopulaties in een aantal Oost-Europese landen, lijkt zich in ons land moeilijk te handhaven. Een mogelijke oorzaak zou zijn dat de soort veel als bijvangst voorkomt bij de muskusrattenbestrijding (Broekhuizen et al., 1992, Niewold, 1992a).

28 februari 2012

Afschot van zogende zwijnen

Vragen van Anja Hazekamp (Partij voor de Dieren) aan de staatssecretaris Henk Bleker van Economische zaken, Landbouw en Innovatie over afschot van zogende wilde zwijnen.
  1. Kent u het bericht “Afschotperiode zwijnen wordt verlengd”?
  2. Is het waar dat de periode waarin zwijnen mogen worden geschoten verlengd wordt tot 15 maart? Zo nee, tot welke datum mogen dan zwijnen geschoten worden?
  3. Is het waar dat al op 1 februari 2012 de eerste jonge wilde zwijnen gesignaleerd zijn door personeel van Staatsbosbeheer op de Noord-Veluwe? Zo nee, wanneer wat is dan volgens uw informatie de draag- en zoogtijd van wilde zwijnen?
  4. Is het waar dat met het toestaan van afschot gedurende de draag- en zoogtijd de kans bestaat dat jonge dieren die afhankelijk zijn van de zorg van hun moeder achterblijven en een schrijnende hongerdood sterven? Zo nee, waaraan ontleent u die zekerheid en hoe zou u het onverzorgd achterlaten van deze biggen die daardoor ten dode opgeschreven zijn dan benoemen?
  5. Deelt u de mening dat het bejagen van drachtige en zogende zwijnen leidt tot onaanvaardbaar dierenleed? Zo ja, welke maatregelen gaat u nemen om dit te voorkomen en op welke termijn? Zo nee, kunt u uiteenzetten waarom het niet voorkomen dat hulpeloze biggen door afschot van de moeder verhongeren met de dood als gevolg geen onaanvaardbaar dierenleed is?
  6. Deelt u de mening dat het ethisch onverantwoord is om een wettelijk beschermd dier na een strenge vorstperiode en in de draag- en zoogtijd te bejagen, met het risico dat dieren die afhankelijk zijn van de zorg van hun moeder onverzorgd achterblijven? Zo nee, waarom niet? Zo ja, welke consequenties verbindt u hieraan?
  7. Deelt u de mening dat het bejagen van drachtige en zogende dieren, waarbij het risico bestaat dat biggen onverzorgd achterblijven en de hongerdood sterven, in strijd is met de wettelijke zorgplichtbepalingen uit artikel 2, lid 1 van de Flora- en faunawet en artikel 36 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wanneer en op welke wijze wilt u maatregelen treffen om de zorgplicht in casu te handhaven?
  8. Deelt u de mening dat het bejagen van drachtige en zogende dieren, waarbij het risico bestaat dat biggen onverzorgd achterblijven en de hongerdood sterven, in strijd is met artikelen 47 en 73 van de Flora- en faunawet, waarin is bepaald dat onnodig lijden van dieren door jacht, beheer en schadebestrijding moet worden voorkomen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wanneer en op welke wijze wilt u maatregelen treffen om de zorgplicht in casu te handhaven?
  9. Bent u bereid tot het instellen van een landelijk verbod op het schieten van zwijnen in draag- en zoogtijd? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wanneer en op welke wijze?
  10. Deelt u de mening dat de gehanteerde aantallen met betrekking tot de gewenste standen, niet of nauwelijks gerelateerd zijn aan de natuurlijke draagkracht van het leefgebied? Zo nee, waarom niet? Zo ja, welke consequenties verbindt u daaraan?
  11. Kunt u bevestigen dat er niet of nauwelijks geïnvesteerd wordt in preventie, zoals het aanleggen van rasters, om schade en overlast door wilde zwijnen te voorkomen? Zo ja, bent u bereid om het schieten van wilde zwijnen te verbieden wanneer er geen preventieve maatregelen getroffen zijn? Zo nee, kunt u nauwkeurig aangeven welke maatregelen getroffen zijn om schade door zwijnen te voorkomen?

Is een megastal o.k.?

Een boer die het geld heeft om een mega- of gigastal te bouwen heeft ook geld genoeg om diervriendelijke investeringen te doen, zou je zeggen of zit dat anders?
Als je duizend koeien jaarrond 365*24*7 uur per jaar op stal zet, dan kun je veel welzijnsproblemen voorkomen door de koeien te laten rusten op een rubbervloer of latex matras in plaats van op een betonnen vloer. Er zijn zelfs stallen waarin koeien op een soort waterbed rusten. De topproductie van een melkkoe van tegenwoordig vraagt naast uitgekiend voer, flexibele melktijden om voldoende rust. Een boer die een megastal overweegt zal zeker in de publiciteit aanvoeren dat hij een stal diervriendelijker kan inrichten dan een gangbare stal. Let op: hij zegt “kan” en niet “zal” want diervriendelijker is duurder. En laten we wel wezen: het gaat om het geld. En dat kun je verdienen door grootschaligheid en door verlaging van de kostprijs.
Dat bij de inrichting van een megastal er minder antibiotica gebruikt zou kunnen worden of er minder poot- en uierproblemen zouden kunnen optreden laat onverlet dat die problemen bestaan. Het hoeft maar procentueel een beetje minder te zijn en je hebt het (voordeel) bewezen. Het is iets (economisch) gemakkelijker om werknemers langer aanwezig te laten zijn in de stal om individuele dieren te monitoren.
Voor politici en beleidsmakers is het dus vooral zaak om goed te luisteren. Wat een boer kan is (vaak) niet wat hij zal doen.
In de omgeving van de megastal wordt mest uitgereden, gescheiden en gebruikt voor stroomopwekking. Er zijn enorme gras- en maïsvlaktes. Maar of dit voldoende is om de koeien binnen in de stal te voeden, dan weet alleen de boer. Koeien die om welzijnsredenen even uit de groep gehaald moeten worden, zet je tijdelijk buiten. Dan denkt het publiek ook dat zij af en toe buiten komen. Buitenstaanders zien niet dat een koe hoogstens vier of vijf jaar oud wordt, terwijl een koe wel 15 jaar melk kan geven.
Vrachtwagens die laden en lossen kunnen dat gemakkelijk doen: er is genoeg lading, het is efficiënt en effectief.
Kortom: wat is er mis met schaalvergroting?
Het antwoord hangt af hoe je aankijkt tegen de manier waarop we als samenleving om willen gaan met dieren. Wat is de reden dat Nederland 3x zo veel dieren houdt dan voor de eigen voedselvoorziening nodig is? De overproductie heeft nadelen (onder meer mestoverschot, krimp van biodiversiteit, landschapsvervuiling), die afgewenteld worden op de samenleving, oftewel de belastingbetaler.
Het gaat de megastalhouder om geld verdienen, laat hij het dan ook op een eerlijke manier doen door ook de vervuiling en de nadelen te betalen. Ook in die situatie is een megastal nog niet o.k., wanneer je het recht van dieren om buiten te komen in het gras serieus neemt.

22 februari 2012

Vossen ingezet als beheerders van ganzen

SOVON is een onderzoek gestart naar de invloed van vossen op broedende grauwe ganzen (zie video).

De aantallen in ons land broedende grauwe ganzen nemen nog steeds toe en daarmee de schade. Onderzoek in de Gelderse Poort moet uitwijzen wat de invloed van vossen is op broedende grauwe ganzen door gezenderde vossen te volgen.

De Zoogdiervereniging, Bureau Mulder-natuurlijk en SOVON Vogelonderzoek voeren in opdracht van het Faunafonds het onderzoek uit. Het Faunafonds financiert onderzoek naar faunaschade, preventiemiddelen en het beheer van de Nederlandse fauna. Onderzocht wordt in welke mate vossen grauwe ganzen afhouden van het tot broeden komen. Daarnaast richt het onderzoek zich op de mate waarin vossen legsels en kuikens van grauwe ganzen opeten.

De eerste twee vossen ‘Joep’ en ‘Loes’ zijn vorige week in de Ooijpolder (bij Nijmegen) gevangen en voorzien van een zender. De vossen zijn genoemd naar twee personen, die nauw betrokken zijn bij het onderzoek. Door de vossen de komende tijd te gaan volgen, hoopt men meer te weten over de interacties tussen vos en grauwe gans.

Tot zover de site van SOVON.

In een artikeltje hierover in de Volkskrant onder de titel Jagerprooi de vos helpt bij ganzenjacht noemt Marcel van Lieshout de vos een onvoorziene metgezel van de jager. Dat de vos goed ingezet zou kunnen tegen een overpopulatie van ganzen had de SOVON al eerder voorzien. Maar wil de vos over het hele land goed ingezet kunnen worden tegen ganzenoverlast dan zou de overheid er goed aan doen om deze inzet te combineren met de uitrol van de Ecologische HoofdStructuur.

16 februari 2012

Wij zijn het megazat

Estera Waas en Christel de Haas hebben hun handen ineen geslagen om samen een grote vreedzame manifestatie te organiseren tegen megastallen, bio-industrie, en afbraak van natuur en milieu. Maar natuurlijk ook vanwege de effecten op de volksgezondheid en de respectloze omgang met dieren. Een soortgelijke manifestatie is op 21 januari met 23.000 mensen in Berlijn tot stand gekomen. Vanwege onze zorgen over de steeds grotere uitbreiding van megastallen en nu zelfs gigastallen, werden wij door de manifestatie in Berlijn geïnspireerd om dat in Nederland ook te gaan organiseren. Wellicht is de manifestatie bij jullie bekend maar voor de zekerheid hierbij een link naar hun website: www.wir-haben-es-satt.de.

We benaderen grote en kleine organisaties die iets te maken hebben met deze onderwerpen omdat we willen laten zien dat wij, burgers en organisaties, het zat zijn. Wij allen voor 1 doel!
Omdat het op dit moment een hot topic is willen we er ook niet erg lang mee wachten maar reeds op 17 maart a.s. laten plaatsvinden in Amsterdam op de Dam. In dat weekend is er ook een Eco Food Film Festival in Amsterdam wat hier mooi op aansluit.

Wat wij willen is een manifestatie vanuit de burger, (motto; we zijn het MEGA zat) maar met bijval van organisaties. Er is nog nooit een echt grote demonstratie tegen megastallen, bio-industrie, en afbraak van natuur en milieu geweest.

11 februari 2012

Sjoerdje

Afgelopen woensdag was ik getuige van de aankomst van koe Sjoerdje in het koeienrusthuis van Bert Hollander in Zandhuizen. Sjoerdje sloeg, vlak voordat ze zou worden geslacht, op de vlucht, kwam op het ijs terecht en zakte er prompt door. Met vereende krachten slaagde men er in het arme dier uit het ijskoude water te takelen. Daarbij ging het - wellicht onbedoeld – niet erg zachtzinnig toe. Het totaal gestreste dier werd op stal gezet, want slachten was niet aan de orde omdat gestreste koeien mindere kwaliteit vlees opleveren! De uitvoering van haar doodvonnis werd een week opgeschort. Daarna wachtte alsnog slachter, uitbener, slagerij, klant.
Het dier, nog maar 2½ jaar, terwijl een koe met gemak 20 jaar kan worden(!), zou haar korte leventje dus binnenkort beëindigen om een product voort te brengen dat mensen lekker vinden, maar waar ze best zonder kunnen.
Het aantal vegetariërs of mensen die bewust minder vlees eten neemt opzienbarend toe. Dat is verklaarbaar, want de gruwelverhalen en -beelden uit de vee-industrie bereiken steeds vaker de buitenwereld. Zei Paul McCartney niet: “Als de slachthuizen glazen muren hadden, zou iedereen vegetariër zijn”?
De Partij voor de Dieren besloot dat Sjoerdje een tweede gang naar het slachthuis moest worden bespaard en bood geld voor haar. In eerste instantie anoniem. Nadat de koop was gesloten en Sjoerdje in de veewagen was geleid op weg naar Zandhuizen, trad de PvdD uit de anonimiteit.
Wat een prachtig moment Sjoerdje uit de veewagen te zien komen en kalm haar plaats in de stal van Bert Hollander te zien innemen. Het welkomstcomité, bestaande uit PvdD Tweede Kamerlid Esther Ouwehand en mensen van de afdeling Friesland van de PvdD, genoot van de vlekkeloos verlopen operatie.
‘Symboolpolitiek’ hoorde ik al weer smalend hier en daar opmerken. Ja, dat is ook zo! Maar wat is er mis met symboolpolitiek om mensen te wijzen op iets waar men meestal stilzwijgend aan voorbij gaat of van wegkijkt omdat de realiteit ongemakkelijk is? Sjoerdje staat inderdaad symbool voor al die lotgenoten die minder geluk hadden en als karkassen in de koelcellen hangen. Ik heb in de ogen van Sjoerdje en een aantal stalgenoten gekeken en werd voor de zoveelste maal bevestigd in mijn overtuiging: Wie respect voor en mededogen met levende wezens heeft, eet ze niet op. En wie dat toch niet kan laten, weet dan wat je eet en wat het voordien was!

08 februari 2012

Orka’s verdedigen tegen slavernij

Dierenrechtenorganisatie Peta voert vijf orka's uit het waterpretpark van SeaWorld in San Diego, Californië als klagers op in een rechtszaak tegen SeaWorld. Het is de eerste keer dat een Amerikaanse rechter probeert te bepalen of dieren dezelfde grondwettelijke bescherming tegen slavernij moeten genieten als mensen.
Het is natuurlijk niet de eerste keer dat mensen zich afvragen of de zaak van dierenrechten kans maakt voor een rechtbank. De vergissing die vaak wordt gemaakt is dat dierenrechtenactivisten niet de wens hebben om dieren zichzelf te laten vertegenwoordigen voor een rechtbank, maar dat een rechtbank mensen serieus neemt die de belangen van dieren willen verdedigen.

Dierenrechten zijn in feite mensenrechten om voor dieren op te komen.

02 februari 2012

Weg met de legbatterij

Compassion in World Farming (CIWF) voert actie tegen de legbatterij. Deze is met ingang van 2012 verboden, maar is nog niet uit alle landen verdwenen. Van het CIWF de stand van zaken.

Nederland

Een van de aangeschreven landen is Nederland. In ons land blijken nog zo'n 50 kippenbedrijven verboden legbatterijen te hebben, dat is circa 5% van de meer dan 1000 legkippenbedrijven in Nederland. Staatssecretaris Bleker wil voor een deel van deze boeren 6 maanden lang een oogje dichtknijpen. Tenminste: als ze kunnen aantonen dat ze op tijd (voor 2010) een vergunning voor het bouwen van andere stallen hebben aangevraagd en dat ze daar buiten hun schuld nog niet mee klaar zijn. Compassion in World Farming heeft aan staatssecretaris Bleker gevraagd geen enkel verder uitstel toe te staan. Voor alle boeren geldt immers dat ze al meer dan 12 jaar de tijd hebben gehad over te schakelen op diervriendelijkere stallen.

Polen en Spanje

Veel ernstiger is de situatie in enkele andere grote landen, zoals Polen en Spanje. In die landen leven nog erg veel kippen in illegale kooien, liggen de eieren nog gewoon in de winkel en heeft de regering nog geen plan vastgesteld voor de omschakeling. Op deze grote landen zullen onze acties zich dit jaar vooral richten.

En dan het goede nieuws

Natuurlijk mogen we het goede nieuws niet vergeten. Dankzij het legbatterijverbod is het aantal kippen in kale kooien flink teruggelopen. Zo'n drie jaar geleden leefde nog meer dan 66% van de EU-kippen in traditionele legbatterijen. Nu is dat al minder dan 25%! En in een groot aantal landen, zoals Duitsland en Oostenrijk, is de kale legbatterij inderdaad helemaal verdwenen.

Eén van die landen, Tsjechië, stuurde in januari zelfs geïmporteerde illegale legbatterij-eieren terug naar Polen en Hongarije. Dat is een voorbeeld dat navolging verdient!

Passanten zouden gewaarschuwd moeten worden voor besmettingsgevaar

Plaatsen waar veel dieren op een klein oppervlakte worden gehouden kunnen een bron van ziektekiemen zijn die gevaarlijk zijn voor de mens, met name voor de nog ongeboren vruchten. Voorbeelden van dergelijke zoönoses zijn de Q-koorts en het Schmallenberg virus. Dit is mede de reden dat boeren hun vee liever het hele jaar door op stal houden. Maar de afsluiting van de stallen is niet hermetisch. Kleine insecten als de knut kunnen de dieren prikken en naar buiten vliegen en virussen op anderen overdragen. Ook de mest die wordt uitgereden kan een besmettingsgevaar opleveren. Daarmee staan boeren voor een dilemma: mest kan bijdragen aan de vruchtbaarheid van het land, maar ook een gevaar voor de gezondheid zijn. Hoeveel moet een boer investeren in preventie van deze schadelijke gevolgen? In de praktijk wordt deze investering lager gekozen dan later verstandig blijkt, omdat anders de kostprijs van de dierlijke productie te hoog is om nog met het buitenland te kunnen concurreren.

Omwille van de volksgezondheid zou het goed zijn als mensen die zich in de buurt van een boerderij ophouden gewaarschuwd zouden worden voor het gevaar van besmettingen. Maar dat is lastig af te dwingen want het is geen fraaie bijdrage aan het imago van de agrosector.

De PvdD stelt hierover vragen aan de minister:

Vragen van het lid Hazekamp (Partij voor de Dieren) aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het advies om zwangere vrouwen te waarschuwen voor het Schmallenbergvirus

  1. Kent u het bericht ‘Waarschuw zwangeren voor Schmallenberg?
  2. Bent u met huisarts Olde Loohuis van oordeel dat geen risico’s genomen mogen worden met kwetsbare groepen mensen in relatie tot het Schmallenbergvirus, zoals eerder wel gebeurde met betrekking tot de Q-koorts? Zo nee, waarom niet?
  3. Deelt u de mening dat er geen eenduidige gegevens zijn over de infectieroute en de verspreiding van het Schmallenbergvirus en dat derhalve overdracht van het virus naar mensen niet kan worden uitgesloten? Zo nee, waaraan ontleent u die zekerheid? Zo ja, deelt u de mening dat gelet op het voorzorgsprincipe preventieve maatregelen om besmetting van mensen te voorkomen gerechtvaardigd zijn?
  4. Is het waar dat artsen onvoldoende alert zijn op de risico’s van zoönoses en het ontstaan van (nieuwe) zoönoses? Zo nee, waaraan ontleent u die zekerheid? Zo ja, welke maatregelen gaat u nemen om dit te verbeteren?
  5. Bent u van oordeel dat zwangeren en andere kwetsbare groepen voldoende gewaarschuwd worden dat zij (en hun ongeboren kind) kwetsbaar zijn voor zoönoses en derhalve beter uit de buurt van bijvoorbeeld stallen van veebedrijven en kinderboerderijen kunnen blijven? Zo ja, waar baseert u zich op? Zo nee, welke maatregelen gaat u nemen om de voorlichting aan zwangeren en andere kwetsbare groepen te verbeteren?
  6. Bent u bereid de adressen van bedrijven waar het Schmallenbergvirus is vastgesteld openbaar te maken, zodat zwangere vrouwen en andere kwetsbare groepen hun eigen afweging kunnen maken met betrekking tot hun veiligheidssituatie? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke termijn en op welke wijze?
  7. Bent u bereid op korte termijn nader onderzoek in te stellen naar de mogelijke gevaren van het Schmallenbergvirus voor mensen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke wijze?

01 februari 2012

Bijna alle kippenvlees in supermarkt is besmet

Vragen van het lid Hazekamp (Partij voor de Dieren) aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het feit dat de 99 procent van het kippenvlees in de supermarkt besmet is met ESBL-producerende bacteriën.

1. Kent u het bericht “99 procent kippenvlees in supermarkt besmet”?

2. Vindt u het acceptabel dat een zo groot deel van de in de supermarkt aangeboden kip besmet is met Extended Spectrum Beta-Lactamase (ESBL) producerende bacteriën? Zo ja, waarom? Zo nee, welke plannen heeft u om het aantal besmette producten terug te brengen, op welke termijn en in welke mate?

3. Kunt u aangeven wat de stand van zaken is rond de toezegging van het kabinet uit 1996 om te komen tot een totaalverbod op de verkoop van besmette kipproducten?

4. Deelt u de mening dat het onacceptabel is dat 15 jaar nadat het kabinet heeft toegezegd te streven naar absoluut verbod op besmette kipproducten nu sprake is van een besmettingspercentage van 99%?

5. Kunt u aangeven hoe hoog het besmettingspercentage van kipproducten ligt in andere EU landen? Kunt u specifiek zijn in uw antwoord en aangeven waardoor eventuele verschillen veroorzaakt en/of verklaard worden?

6. Kunt u aangeven hoeveel mensen jaarlijks sterven ten gevolge van besmette kipproducten, hoeveel van de sterfgevallen kunnen worden toegeschreven aan ESBL-producerende bacteriën en hoe zich dit aantal in de afgelopen 10 jaar heeft ontwikkeld?

7. Deelt u de mening dat als er jaarlijks tientallen mensen sterven aan een bloedvergiftiging door ESBL-producerende E.coli, consumenten moeten worden gewaarschuwd voor dit gevaar bij de aanschaf van met deze bacteriën besmette producten? Zo ja, wat gaat u doen om mensen op dit risico te wijzen?

8. Is er al meer duidelijkheid over het relatieve belang van de verschillende routes die een rol spelen in de verspreiding van ESBL-genen naar de darmflora van mensen? Zo nee, waarom is dit nog niet nader onderzocht?

9. Bent u bereid nader onderzoek in te stellen naar de mogelijkheden van een spoedig in te voeren wettelijk verbod op de verkoop van besmette kipproducten. Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke termijn en op welke wijze?

Waarom insecten in plaats van planten eten?

Vragen van het lid Hazekamp (Partij voor de Dieren) aan de staatssecretaris van Economische zaken, Landbouw en Innovatie over de subsidiëring van onderzoek naar het eten van insecten
  1. Kent u het bericht ‘Four legs good, six legs better? EU to spend 3 million Euros to promote eating insects 'as alternative source of protein’' ?
  2. Deelt u de mening van professor Marcel Dicke dat het eten van insecten vanaf 2020 onderdeel zal moeten zijn van een noodzakelijke eiwittransitie? Zo ja, waarom?
  3. Kunt u aangeven hoeveel geld de Nederlandse overheid in de afgelopen vijf jaar heeft besteed aan onderzoek en promotie van de consumptie van insecten? En kunt u ook aangeven hoeveel daarvoor voor het lopend jaar en het komend jaar gereserveerd is?
  4. Kunt u aangeven hoeveel in de afgelopen vijf jaar door de Nederlandse overheid is uitgegeven aan plantaardige eiwitconsumptie als alternatief voor dierlijke eiwitconsumptie? Kunt u ook aangeven hoeveel daarvoor voor het lopend jaar en het komend jaar gereserveerd is?
  5. Deelt u de mening dat binnen de noodzakelijke eiwittransitie plantaardige oplossingen de voorkeur verdienen boven dierlijke eiwitten? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke wijze komt die opvatting binnen uw beleid tot uitdrukking?
  6. Deelt u de mening dat de acceptatie bij consumenten van plantaardige vleesvervangers bij gelijkwaardige voedingswaarde en kwaliteit hoger zal liggen dan voor producten gemaakt van insecten? Zo nee, waarom niet?
  7. Bent u bereid vanuit de Nederlandse inzet binnen de EU te pleiten voor meer middelen voor de ontwikkeling en promotie van plantaardige vleesvervangers en minder voor programma’s waarin insecten een rol spelen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke termijn en wijze?

Provincie staat vismethode toe die levens kost

Vragen van het lid Ouwehand en het lid Hazekamp (Partij voor de Dieren) aan de staatssecretaris van Economische zaken, Landbouw en Innovatie over beroepsvissers die van provincie Flevoland toestemming krijgen om te vissen met ‘staand want’ waarbij tienduizenden beschermde watervogels per jaar de dood vinden.

Bent u op de hoogte van de toestemming die provincie Flevoland heeft verleend aan beroepsvissers om ’s winters te mogen vissen met ‘staand want’ in het Markermeer, terwijl jaarlijks een aanzienlijke hoeveelheid watervogels bij deze vorm van visserij de dood vindt? NRC Weekend zaterdag 28 januari 2012 ‘Vissen met net dat vogels doodt mag voortaan in het Markermeer’ 1). Hoe beoordeelt u dit?

Kunt u bevestigen dat uit onderzoek van de overheid is gebleken dat naar schatting 15000 beschermde watervogels de dood vonden in 2003 in het Markermeer en het IJsselmeer tezamen door het toepassen van de visserijtechniek ‘staand want’? Kunt u ook bevestigen dat dit er zelfs 50000 betroffen in 1999 in hetzelfde gebied veroorzaakt door dezelfde visserijtechniek?

Is het waar dat onder meer soorten als tafeleend, grote zaagbek en toppereend slachtoffer worden van deze visserijtechniek? Kunt u bevestigen dat deze soorten een landelijke zeer ongunstige staat van instandhouding kennen?

Deelt u de mening dat het doden van zoveel beschermde vogels niet is toegestaan en zeker niet in een Natura 2000 gebied die juist is aangewezen ter bescherming van vogelsoorten die hier de dood vinden?

Onderschrijft u dat provincie Flevoland het natuurlijk gedrag van watervogels niet goed heeft beoordeeld wanneer zij aangeeft dat vogels zich kunnen bevrijden uit netten met maaswijdte van boven 14 centimeter, aangezien de watervogels onder water jagen met uitgeslagen vleugels? Zo nee, op basis van welk wetenschappelijk onderzoek ontleent u die zekerheid?

Deelt u de mening dat het vissen met ‘staand want’ in het Natura 2000 gebied het Markermeer indruist tegen de nationale en internationale regelgeving? Zo nee, waaraan ontleent u die zekerheid?

Onderschrijft u dat u verantwoordelijk bent voor de correcte uitvoering en naleving van de Europese Vogel- en Habitatrichtlijn en de Flora- en Faunawet? Zo ja, wanneer en op welke wijze gaat u maatregelen treffen tegen de toestemming van de provincie Flevoland?

1) NRC Weekend zaterdag 28 januari 2012 ‘Vissen met net dat vogels doodt mag voortaan in het Markermeer’.

30 januari 2012

Laffe jagers schieten wild bij ecoducten

Vragen van Anja Hazekamp (Partij voor de Dieren) aan de staatssecretaris van Economische zaken, Landbouw en Innovatie over het schieten van dieren nabij ecoducten.

Wild heeft recht op rustgebieden waar het ook echt met rust wordt gelaten. Daarnaast moet wild kunnen trekken in tijden van voedselschaarste. Willen we een rechtvaardig faunabeleid, dan moet wild wat zich ophoudt op plaatsen waar het geen schade kan aanrichten er verzekerd van kunnen zijn dat het niet bejaagd wordt. Zo kun je dieren leren wat veilige gebieden zijn en wat een gebied is waar hun aanwezigheid niet op prijs wordt gesteld.
Ook dieren moeten op de mens kunnen vertrouwen.
Dat jagers graag een dier in het vizier willen hebben om te kunnen schieten geeft hen niet het recht om dat dier op te zoeken op plaatsen waar we het vertrouwen van dieren niet willen beschamen.

PvdD Tweede Kamerlid Anja Hazekamp stelt Kamervragen over het bejagen van dieren op deze kwetsbare plaatsen.

  1. Bent u op de hoogte van het doodschieten van dieren door jagers nabij een ecoduct?
  2. Is het waar dat in de nabijheid van ecoducten door jagers geschoten mag worden op overstekende dieren? Zo ja, om welke ecoducten gaat het dan? Zo nee, waaraan ontleent u die zekerheid?
  3. Kunt u aangeven bij welke ecoducten er een verbinding gecreëerd is tussen voedselarme gebieden (zoals de Veluwe) en voedselrijke landbouwgronden (zoals bij Hierden)? Kunt u aangeven welke maatregelen getroffen worden om te voorkomen dat dieren die op zoek zijn naar voedsel geschoten worden?
  4. Kunt u in het geval van ecoduct bij Hierden aangeven of er afspraken zijn over het aantal edelherten en zwijnen dat gedoogd zal worden in het landbouwgebied en wat de plannen zijn met dieren die niet binnen dergelijke afspraken passen?
  5. Deelt u de mening dat het ongepast is miljoenen euro’s te investeren in de aanleg van ecoducten om dieren een veilige oversteek te bieden, en die dieren vervolgens door jagers af te laten schieten? Zo nee, waarom niet?
  6. Bent u bereid een landelijk afschotverbod in te stellen in een ruime zone rond ecoducten? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke termijn en wijze?

24 januari 2012

Dieren doden als toeristisch uitje

De Partij voor de Dieren heeft staatssecretaris Henk Bleker onderstaande vragen gesteld naar aanleiding van het bericht dat jagers via Internet toeristische uitjes aanbieden aan jagers.

Vragen van het lid Hazekamp (Partij voor de Dieren) aan de staatssecretaris van Economische zaken, Landbouw & Innovatie over het via een website tegen betaling aanbieden van jachtuitjes aan jagers.
  1. Bent u op de hoogte van het feit dat jagers via de website www.jachtinnederland.nl de mogelijkheid wordt geboden om tegen betaling dieren te doden op een locatie naar keuze?
  2. Deelt u de mening dat initiatieven als deze een onwenselijke drempelverlaging bieden voor de plezierjacht? Zo nee, waarom niet? Zo ja, ziet u mogelijkheden om op te treden tegen dergelijke vormen van jachttoerisme?
  3. Is het u bekend dat de Koninklijke Nederlandse Jagers Vereniging initiatieven als deze onacceptabel vindt en zegt : “…jagers kunnen nu een jacht kopen en gaan een paar uur naar een veld dat ze helemaal niet kennen om even wat te gaan schieten. Dat is niet de bedoeling." Zo ja, welke consequenties verbindt u hier aan?
  4. Deelt u de mening dat jachttoerisme ingeperkt moet worden en dat dit een overheidstaak is? Zo ja, welk maatregelen gaat u treffen en op welke termijn? Zo nee, waarom niet en hoe verhoudt zich dat tot uw uitspraak 'We willen niet dat vanuit Wassenaar 4wheeldrives naar Drenthe rijden om daar de hele dag te gaan knallen' ?
  5. Kunt u aangeven hoeveel jachtaktehouders Nederland telt? Deelt u de mening dat het verontrustend is dat 3500 van hen zijn aangesloten bij de genoemde website die jachttoerisme stimuleert? Zo ja, welke consequenties verbindt u hier aan? Zo nee, waarom niet?
  6. Deelt u de mening dat mensen die bereid zijn te betalen voor het mogen afschieten van een dier, daarmee aangeven dat niet vermeend beheer of schadebestrijding centraal staan in de uitoefening van hun hobby, maar het plezier om bepaalde diersoorten te mogen doden? Zo nee, waarom niet?
  7. Deelt u de mening dat in Nederland een overpopulatie aan jagers actief is, gelet op het feit dat het aantal jachtgronden in Nederland kennelijk schaars is, waardoor nieuwe jagers tegen betaling opzoek gaan naar jachtgronden in binnen- en buitenland en deze nieuwe jagers voor schadebestrijding kennelijk niet nodig zijn daar ze hiervoor niet gevraagd worden? Zo ja, bent u bereid een stop op nieuwe jachtaktes in te stellen gelet op deze overpopulatie? Zo nee, waarom niet?
  8. Kunt u aangeven of en zo ja voor welk bedrag overheidsmiddelen worden ingezet voor de opleiding van jagers? Bent u bereid deze middelen per direct te bevriezen gelet op het kennelijke overschot aan jagers?
  9. Is bekend hoeveel Nederlandse jagers dieren doden buiten hun eigen jachtveld(en)? Zo nee, bent u bereid hier een onderzoek naar in te stellen gelet op uw eerdere uitspraken omtrent jachttoerisme?
  10. Bent u bereid toeristische trips waarbij tegen betaling dieren mogen worden gedood te verbieden? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke termijn en wijze?

23 januari 2012

Partij voor de Dieren tegen ontheffing verbod op rapen van kievitseieren

Ook dit jaar verleent de provincie Friesland vermoedelijk ontheffingen om tussen 1 en 31 maart kievitseieren te rapen. Overal elders in Europa is dit verboden, maar in Friesland is het dier vanwege een zogenaamde ‘cultuurhistorische traditie’ vogelvrij. De Partij voor de Dieren Friesland is mordicus tegen deze uitzonderingsregel.

Grondwaterpeilverlaging, het gebruik van grote, niets ontziende landbouwmachines en verarming van voedselaanbod in weidegronden en vroeg in het seizoen maaien, maken het de kievit al moeilijk genoeg om te overleven. Vanaf 1996 is het aantal broedende kieviten in Friesland met 52% gedaald.

De Faunabescherming en diverse weidevogelbeschermers uit omringende provincies – en ook uit Friesland zelf - pleiten al jarenlang tegen de instandhouding van deze zoveelste aanslag op het bestaan van de kievit, maar de leden van de Bond Friese VogelWachten (BFVW) beweren dat ze de kievit ‘alleen willen beschermen als ze ook eitjes mogen rapen’.

Sinds 2006 geldt een provinciaal maximum van 6934 geraapte kievitseieren, met een maximum van 15 eieren per persoon. Moeilijk te controleren, vooral ook omdat het voor veel van deze hobbyisten van belang is ‘de eerste’ van de provincie of van de eigen gemeente te zijn. De strijd is dus hevig. Het eerste kievitsei wordt aangeboden aan de Commissaris van de Koningin. Daarnaast wordt ook in iedere gemeente in Friesland (en dat zijn er 27) het eerste gemeentelijke eitje aan de burgemeester aldaar aangeboden.

Vogelkenners menen dat kieviten zich aanpassen aan het veranderende klimaat en daarom steeds vroeger eieren leggen. De kuikens van deze eerste legsels zijn volgens hen sterker en zorgen voor sterker nageslacht. En uitsluitend deze vroeg geboren kieviten kunnen het jaar daarop al voor nageslacht zorgen. Door het rapen van eieren en het markeren van de nesten maken rapers geursporen die het roofdieren gemakkelijk maakt de nesten vervolgens verder leeg te roven en krijgen eerste legsels helemaal geen kans meer. De zogenaamde “nazorg” is daarmee een van de belangrijkste oorzaken voor het verloren gaan van de legsels van weidevogels.
De BVFW beweert dat het rapen van eerste legsels geen kwaad kan en dat kieviten gemakkelijk twee of zelfs drie nesten kunnen produceren. Rapen zou ‘goed zijn voor de soort’. Daarbij worden de eitjes als lekkernijen beschouwd.

Op dit moment verblijven er in Nederland, door het zachte en natte weer, relatief grote aantallen kieviten.
De Partij voor de Dieren vraagt de provincie Friesland met klem deze kans aan te grijpen en de kievit op alle fronten te helpen zich te herstellen.
Daar past het belang van een kleine groep hobbyisten om een achterhaalde en dieronvriendelijke hobby uit te oefenen niet bij.

10 januari 2012

Samenredzaamheid voor een duurzame economie

Pieter Hilhorst pleit in zijn column in de Volkskrant voor “samenredzaamheid”. Hij constateert dat de CDA die rol niet meer kan functioneren door gebrek aan geloofwaardige invulling van het begrip rentmeesterschap.
Citaat:
Of wat dacht u van mijn tirade tegen de zwartrijderseconomie (Opinie &Debat, 20 september). In een zwartrijderseconomie houden bedrijven de winst voor zichzelf en wentelen de kosten af op anderen. Tijdens de kredietcrisis bleek dat veel banken zwartrijders zijn. Dat geldt ook voor bedrijven die ecologische schade veroorzaken. Ze houden de winst voor zichzelf en laten de samenleving opdraaien voor de milieuschade. Deze praktijken kun je ook bekritiseren met het christen-democratische begrip rentmeesterschap. We hebben de aarde in bruikleen gekregen en moeten haar zorgvuldig beheren.
Tot zover de column van 10 januari 2012.

Hilhorst zegt het niet recht voor zijn raap, maar een van de sectoren die de samenleving laten opdraaien voor milieuschade is de Agrosector.
We moeten het dus hebben van andere politici dan CDA-ers. We moeten zelf doen. Verandering van onderop in plaats van bovenaf.

In dezelfde krant een interview met Jan Rotmans, hoogleraar aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam. Rotmans pleit voor een ecologisch, economisch en sociaal duurzaam Nederland.
Volgens eigen zeggen stelt Rotmans onmogelijk hoge eisen aan zichzelf. Hij is professor en progressor die wel van woorden houdt, aldus Bert Wagendorp in het Dinsdagprofiel (10-jan-12).

Citaat:
De verandering moet van onderaf komen, uit de samenleving zelf. In de overheid als probleemoplosser heeft Rotmans niet al te veel vertrouwen. Hij is, zegt Minnesma, een inspirator. Hij motiveert en trilt los. Hij provoceert en heeft een enorme overtuigingskracht. En dan móeten zijn plannen worden uitgevoerd, links- of rechtsom. Dan wordt hij een stormram die uit alle macht door het systeem probeert heen te breken.
Als het lostrillen is gelukt en er iets in gang is gezet, laat hij de verdere uitwerking over aan anderen, die over wat meer geduld en tact beschikken.
Tot zover het citaat.

Rotmans pleit voor het leren van de natuur door haar te imiteren in plaats van uit te putten. Rotmans (what's in a name?) is voorstander van het gebruik van biomassa.
Het is te hopen dat hij bij het vergisten van dierlijk afval geen voorstander is van het grootschalig gebruik van dieren zoals in de bio-industrie.
Geduld en tact zijn belangrijke competenties bij het bevorderen van duurzaamheid, maar een diervriendelijke moraal is ook een wezenlijk en sociaal onderdeel van duurzaamheid. Samen leven met dieren in vrijheid in een gebalanceerde economie.

Proefdiervrij van negatief naar positief

DEN HAAG (ANP) – Belangenorganisatie Proefdiervrij stopt met het voeren van directe acties. „Het gaat niet meer over het stoppen met dierproeven. Dat wekt alleen maar weerstand op”, licht directeur Marja Zuidgeest maandag toe.
Dinsdag (10 januari 2012) lanceert de instelling haar nieuwe lijn: het stimuleren van de ontwikkeling van proefdiervrije technieken. Proefdiervrij is de grootste organisatie in Nederland die specifiek opkomt voor de belangen van proefdieren, stelt ze zelf.
Tot zover het ANP.

Op de site van Proefdiervrij formuleert zij haar missie als volgt:
Proefdiervrij gelooft dat door de ontwikkeling van innovatieve onderzoekstechnieken proefdieren op een dag niet meer nodig zullen zijn.
Proefdiervrij ziet zich als de motor achter de ontwikkeling van proefdiervrij onderzoek. Alleen door dierproeven te vervangen en nieuwe wetenschappelijke ontwikkelingen zonder gebruik van proefdieren te stimuleren zal Proefdiervrij haar doel, de vervanging van alle dierproeven, bereiken.
Proefdiervrij heeft drie speerpunten:
• Zelf investeren in proefdiervrij onderzoek.
• Stimuleren van bedrijven/instellingen en onderzoekers om innovatief in te zetten op vernieuwing in onderzoek waar geen dier aan te pas komt.
• Breed maatschappelijk draagvlak creëren om innovatie in onderzoek te stimuleren, het proefdier voorbij.

07 januari 2012

Slechte argumentatie rondom belangen van dieren in de Volkskrant

De Volkskrant van 7 januari bevat drie dieronvriendelijke artikelen. In het Magazine wordt domweg gesteld dat bont weer in zou zijn en wordt kritiekloos verslag gedaan van een bijeenkomst van valkeniers in Abu Dhabi.
Matthea Westerduin bespreekt in de Volkskrant van 7 januari 2012 het boek “De jager - in Vlaanderen en Nederland” van Schneeweisz en Van Dooren en het boek "Mensendier" van Amanda Kluveld.
Volgens Westerduin zou de relatie tussen jager en dier meer een zijn van mededogen en compassie dan de relatie tussen de vleeskoper via de supermarkt en het geslachte dier. Dat is een merkwaardige opmerking want juist de jager die zelf ziet dat het dier niet geschoten wil worden zou zich moeten realiseren dat hij iets doet tegen de wens van het dier in. Ietwat cynisch zou opgemerkt kunnen worden dat de slacht juist voor het dier in de bio-industrie een bevrijding van een ellendig leven is.
Citaat:
Maar ook de redenering van dierenactivisten gaat mank. In navolging van de Australische filosoof Peter Singer pleiten zij voor dierenrechten en dierenbevrijding. Mensen hebben volgens Singer geen enkele reden om zichzelf boven dieren te plaatsen. Daarom verdienen dieren dezelfde rechten als mensen.
Cultuurhistoricus Amanda Kluveld laat in haar boek Mensendier zien dat dit streven onmogelijk is. Dieren kunnen simpelweg hun rechten niet opeisen of aan de daarbij behorende plichten worden gehouden.
Tot zover het citaat.
Wie heeft bepaald dat rechten altijd gepaard zouden moeten gaan met plichten? Een mensenbaby heeft rechten. Is er iemand die aan een baby plichten oplegt? Waarom moeten dieren rechten worden ontzegd omdat ook zij geen plichten kunnen nakomen?
Westerduin vervolgt met:
Hoezeer we dieren ook gelijk willen stellen aan onszelf of onszelf tot het dierenrijk willen rekenen, ons spreken over dieren zal altijd antropocentrisch zijn, aldus Kluveld. Filosoof Thomas Nagel formuleerde het heel simpel: we zullen nooit weten hoe het is om een vleermuis te zijn. Het spreken over dieren zegt daarom altijd meer over mensen dan over dieren.
En wat dat betreft sluit Kluveld beter aan bij Schneeweisz en Van Dooren dan bij Marianne Thieme van de Partij voor de Dieren. In het debat zoals Thieme het voert, wordt de relatie tussen mens en dier gesimplificeerd. De mens wordt volgens Kluveld afgeschilderd als de ultieme dader en het dier als het ultieme slachtoffer. Dieren worden bijna als zielige 'personen' gezien die een aai over hun bol verdienen.
Tot zover wederom het citaat.
Dieren worden bijna gezien als zielige personen. “Bijna” moet hier worden gelezen als “niet”. Dus waarom Thieme daarom verwijten dat zij dieren als mensen zou zien?
Westerduin vervolgt met:
Voor de dood, het geweld en het onbeheersbare in de natuur worden de ogen gesloten. Zo maak je van leeuwen zoete poesjes en van wilde zwijnen aaibare varkentjes. In die zin begrijpen jagers meer van hun prooi. Want hoezeer jagen ook verbonden mag zijn met liefde voor de natuur, de jager trekt er niet alleen op uit om te genieten van de dennen, de blauwe bosbessen en het vochtige gras. Uiteindelijk is het zijn hand die de trekker overhaalt als hij oog in oog staat met zijn prooi. Daar zit een verlangen achter naar strijd of naar de confrontatie met de dood en het doden.
Ik zou hier niet willen pleiten voor een verheerlijking van dat verlangen - die behoeften de vrije loop laten, is even gevaarlijk als ze volledig ontkennen. Maar de jacht herinnert ons wel aan de aanwezigheid van die irrationele behoeften, aan gevoelens van macht en onmacht. Belangrijker nog, die emoties krijgen in de traditionele omgang met dieren een gecontroleerde plaats. Dat geldt niet alleen voor het jagen, maar ook voor bijvoorbeeld het stierenvechten. Zowel de jager als de toreador zijn gebonden aan allerlei regels.
Het doden van het dier vindt publiekelijk plaats en is controleerbaar. Dat is volgens Kluveld de belangrijkste waarde van de jacht en het stierenvechten. In de arena en het jagersveld krijgen dieren betekenis toegekend.
Tot zover het citaat.
Kan iemand uitleggen wat het nut is van waarde toekennen aan dieren via jacht en stierenvechten?
En: de jacht vindt vaak plaats in de vroegere ochtenduren zonder pottenkijkers of jachtopziener. Hoezo publiekelijk en controleerbaar? En is het principe van genieten van dierenleed verdedigbaar omdat er regels zouden kunnen worden toegepast?

Westerduin vervolgt met:
Het doden gaat niet onopgemerkt voorbij en er is altijd kans dat de dieren winnen. Dat is een minder eendimensionale verhouding dan het dader-slachtofferverhaal van Marianne Thieme. Bovendien gaat het juist op die plekken over de menselijke maat en dat wat mens en dier verbindt: een confrontatie met het onbeheersbare.
Tot zover het citaat.
Dit is een vreemde bewering. Dieren ontkomen weleens aan de jacht en een substantieel deel daarvan moet verder met hagel in het lijf. Wie dat winst noemt, die heeft geen hart in haar lijf.
Westerduin vervolgt met:
Onze omgang met dieren zou daarom niet alleen bepaald moeten worden door een rationele morele overweging. Uiteindelijk is de afwezigheid van emoties gevaarlijker dan de aanwezigheid ervan. Van de jager en de stierenvechter hebben dieren minder te vrezen dan van gerationaliseerde productieprocessen. Alleen het laatste heeft geleid tot de bio-industrie.
Tot zover het artikel.
Voor wie meer wil lezen over relevante overwegingen is hier een link naar een artikel over dierenrechten en hier een link naar het hanteren van drogredenen bij het negeren van dierenrechten.

31 december 2011

Omslag in natuurbeleid vooral financieel gemotiveerd

In de laatste Volkskrant van 2011 wordt het beleid van Henk Bleker over de bezuiniging op natuurontwikkeling besproken. Daarin deze tekst over het gebrek aan aansluiting tussen de beleidsmakers en de plattelandsbevolking.

De EHS was revolutionair. Overheid en natuurorganisaties beperkten zich niet langer tot het beschermen van de natuur. In totaal moest een gebied ter grootte van de provincie Drenthe op de mens worden 'heroverd' of, iets vriendelijker, 'aan de natuur teruggegeven'.
Al snel stuitten de natuurbouwers op verzet, zegt de Wageningse milieufilosoof Josef Keulartz. De nieuwe natuur werd de plaatselijke bewoners van bovenaf opgelegd. Aan hun tekentafel projecteerden ecologen en landschapsarchitecten nieuwe natuur op het land dat boeren eeuwenlang in cultuur hadden gehouden. Ook de ideeën van de natuurbouwers waren vaak autoritair en technocratisch, zeggen critici als Keulartz of de filosoof Hans Achterhuis. Een van de pioniers, de Wageningse hoogleraar C.W. Stortenbeker, zei dat het grote publiek zich niet met de nieuwe natuur moest bemoeien. Dat leidde maar tot pastorale kitsch en 'halfnatuur'. Het definiëren van goede natuur moest aan de ecologen worden overgelaten. Hun ideaal was een terugkeer naar de 'oernatuur', een zelfregulerend ecosysteem. Voor boeren was geen plek. Er groeide ook een kloof tussen ecologen en burgers, die natuur eerder definiëren als een bos met wandelroutes.
Tot zover de Volkskrant.
Waar het artikel het niet over heeft is de verklaring dat boerenland vroeger minder gewenst was bij de boeren omdat men het te weinig productief kon maken. Er werd door de overheid subsidie verstrekt om gronden braak te laten liggen. Door de recente economische ontwikkelingen is alle landbouwgrond weer economisch interessant. Boeren met megastallen zoeken grond om mest op uit te rijden, veevoer te verbouwen en gewassen als basis voor biobrandstof te verbouwen. Dit gebruik van de grond is minder onschadelijk dan onwetende burgers geneigd zijn te denken. Grondwater raakt verontreinigd door het mestoverschot, biobrandstof kan niet zonder subsidie en vee is er veel te veel in ons land.
Minstens de helft van het grondoppervlak in Nederland is in gebruik als landbouwgrond. Dat is veel meer dan nodig is voor de voedselvoorziening van de eigen bevolking. Nederland produceert vooral voor de export. Wat betreft voedselzekerheid kan er wel wat landbouwgrond gemist worden, ook goede landbouwgrond in de Flevopolder.
Het beleid van Henk Bleker is vooral goed te begrijpen vanuit de financiële belangen van de Agrosector. Recreatief belang heeft voor de Nederlandse bevolking een lagere prioriteit, laat staan een altruïstische belang om diersoorten een leven te geven waar zij recht op heeft. Dierenrechten zijn vooral een kwestie van willen zien en veel Nederlanders hebben boter op hun hoofd in het zien van de gevolgen van hun koopgedrag voor het leven dieren in de veeteelt. Er is ook het gemak waarmee zij huisdieren in huis halen zonder er werkelijk inzicht in te hebben wat dierenwelzijn bepaalt.
Beleidsmakers die grote grazers in afgesloten gebieden laten leven, hebben ook de morele plicht gecreëerd om te zoeken naar migratie mogelijkheden. Pas dan wordt recht gedaan aan het wezen van natuur, namelijk vrijheid om te bewegen naar de aard van het levende wezen.
Zie ook Trouw: Landbouwgrond verandert niet in natuur maar in asfalt en beton. "Aan de mythe dat Nederland landbouwgrond moet behouden om in tijden van crisis zelfvoorzienend te zijn, maakt de onderzoeker definitief een einde".

28 december 2011

PvdD wil verbod op consumentenvuurwerk

Vuurwerk schadelijk voor mens, dier en milieu
Er moet een einde komen aan de ellende die gepaard gaat met de knallende jaarwisseling. Vuurwerk draagt bij aan een agressief klimaat, waarbij korte lontjes snel ontbranden. Als gevolg van de knallende jaarwisseling lopen jaarlijks honderden mensen ernstig letsel op, waaronder een groot aantal kinderen. Het geknal bezorgt miljoenen dieren veel angst en stress. Vuurwerk bevat bovendien zware metalen en zeer giftige stoffen, die grond, lucht en water ernstig vervuilen. De schade bedraagt jaarlijks minimaal 500 miljoen euro. Na afloop van iedere Oud & Nieuw moet er 3 miljoen kilo afval worden opgeruimd.
De Partij voor de Dieren wil daarom dat het afsteken van vuurwerk door particulieren verboden wordt. Vuurwerk kan wat haar betreft alleen worden afgestoken in professioneel georganiseerde vuurwerkshows. Zo kan iedereen genieten van mooi vuurwerk, zonder dat dit grote schade toebrengt aan mensen, dieren en milieu.

Tjeerd de Faber van het Oogziekenhuis Ziekenhuis, de Nederlandse autoriteit op het gebied van oogverwondingen, noemt het aantal slachtoffers 'absurd'. "Twee jaarwisselingen in Nederland leveren evenveel beschadigde ogen op als bij alle Amerikaanse soldaten die in Irak hebben gevochten. Waarom is het in Nederland nog steeds geoorloofd om zelf vuurwerk af te steken"? (nu.nl).

“Er moet een wettelijk verbod komen op het afsteken van vuurwerk door particulieren.
Mensen en dieren zitten weken in stress en angst.
Het is zeer vervuilend en levert miljoenen euro’s schade op.
Er is steeds meer illegaal Oost-Europees spul: zware bommen in handen van 13-14-jarigen”.

Zo begint de petitie die u kunt vinden als u klikt op de volgende link.
https://vuurwerkverbod.petities.nl/.

24 december 2011

Mag uw pensioenfonds speculeren met voedsel en zo honger veroorzaken?

Volgens Zembla speculeert Pensioenfonds Zorg en Welzijn met 700 miljoen in voedsel. Daarmee is dit fonds medeverantwoordelijk voor de stijging van voedselprijzen in de wereld. Door de te hoge prijzen wordt er honger geleden. Aldus Zembla.
Volgens de site:
Handel in honger. Torenhoge voedselprijzen leidden in 2008 wereldwijd tot hevige rellen, vooral in ontwikkelingslanden. Hoge voedselprijzen zijn het gevolg van schaarste, bijvoorbeeld veroorzaakt door mislukte oogsten. Maar die hoge prijzen worden nog eens extra opgedreven door een nieuw fenomeen: voedselspeculatie. Dat is het speculeren op financiële markten met de prijs van graan, maïs, suiker, cacao, aardappelen, vlees - kortom: voedsel. Na de ineenstorting van de aandelenkoersen en de huizenprijzen hebben beleggers zich massaal gestort op de voedselmarkt. De hongersnood in de Hoorn van Afrika, die dit jaar het leven van 12 miljoen mensen bedreigde, was het gevolg van extreme droogte, maar werd verergerd doordat speculatie de prijs van voedsel nog duurder maakte. We onderzoeken de gevolgen van hoge voedselprijzen op het dagelijkse leven in Kenia en belicht welke Nederlandse financiële instellingen het sterkst betrokken zijn bij de speculatie in voedselgrondstoffen.

Het absurde is dat veel hulporganisaties hun pensioenen hebben ondergebracht bij fondsen die speculeren in voedselprijzen, waarvan de gevolgen juist effect hebben op de mensen die deze hulporganisaties willen helpen.
De conclusie in de uitzending is telkens dat het immoreel is om te speculeren met voedselprijzen.

23 december 2011

Gaat belang boeren boven bewegingsvrijheid wild?

Op 15 december maakte Eenvandaag een beetje jolige uitzending over een hek dat was geplaatst op een ecoduct. Dit hek zou herten moeten weerhouden om het pas aangelegde ecoduct op te gaan. Volgens de provincie werd dit gedaan omdat de begroeiing op het ecoduct nog niet gereed was om aanvreten door passerend wild te overleven.
Mogelijk is dat het geval, maar in de uitzending werd ook gesuggereerd dat aanwonende boeren bang zijn voor dierziekten in hun stallen.
Eenvandaag schrijft:
Eén van de redenen voor het uitstellen van de openstelling voor groot wild zijn de boeren die bang zijn voor schade door bijvoorbeeld dierziektes. De provincie zit daardoor in een spagaat. Het wil opkomen voor twee grote belangrijke sectoren in de provincie, namelijk de natuur en haar ecologische verbindingen en de agrarische sector. Voordat het groot wild toelaat op de ecoducten wil het draagvlak vinden in de nabije omgeving van de ecoducten.

Vereniging Het Edelhert vreest dat dit draagvlak ver weg blijft en dat de door natuurorganisaties verwelkomde ecoducten voorlopig dicht blijven voor de trek van het grote wild. En niet zonder reden, want de agrarische sector voelt zich onder dit kabinet gesterkt om op te komen voor hun rechten.

Het geheel was aanleiding voor de PvdD om vragen te stellen aan staatssecretaris Henk Bleker:

Vragen van het lid Thieme aan de staatssecretaris Economische Zaken, Landbouw en Innovatie over het op slot blijven van ecoducten op de Veluwe voor groot wild.
  1. Is het waar dat ecoducten op slot blijven voor groot wild?
  2. Wat vindt u ervan dat de ecoducten op de Veluwe, die bedoeld zijn om dieren de mogelijkheid te geven om vrij te kunnen trekken over de Veluwe en naar andere gebieden, op slot blijven?
  3. Deelt u de mening dat het risico op de verspreiding van dierziekten via een ecoduct erg gering is? Zo nee,op welk concreet onderzoek baseert u zich?
  4. Indien u van mening bent dat het risico op verspreiding van dierziekten via een ecoduct groot is, waarom is deze zorg niet eerder in beschouwing genomen?
  5. Wat vindt u ervan dat de provincie de belangen van lokale boeren voorop stelt en voorbij gaat aan het brede draagvlak in Nederland voor de aanleg en openstelling van deze ecoducten?
  6. Deelt u de mening dat de ecoducten zo gauw mogelijk moeten worden opengesteld, zodat zij het doel dienen waarvoor ze zijn aangelegd en dieren vrij over de Veluwe kunnen trekken. Zo ja, hoe gaat u dit doen? Zo nee, waarom niet?

17 december 2011

Plastic filosofie over afname biodiversiteit

Bas Haring schrijft in Volkskrant van 17-12-2011 het volgende.
Nu heb ik een boek geschreven over de waarde en betekenis van biodiversiteit. Hoe meer soorten hoe beter, lijkt het algemene idee. Maar ik zet daar vraagtekens bij: is een soortenrijke natuur per se beter dan een natuur met minder soorten?
Ziedende reacties krijg ik. Ik zou de slechtste mens van Nederland zijn; ik zou niks begrijpen van filosofie. Mijn boek zou veel te oppervlakkig zijn voor dit soort ingewikkelde onderwerpen; en ik moest me maar niet meer in het openbaar laten horen.
Terwijl mijn vraag helemaal niet vreemd is. Er verdwijnen soorten en daarover maken we ons zorgen. Hoe groot moeten onze zorgen zijn? Bovendien zijn soorten geen wezens, maar categorieën. Verzamelbakken met naambordjes. Dat je je het lot aantrekt van een dier in nood is vrij logisch en makkelijk te onderbouwen. Dat je je het lot aantrekt van een naambordje ligt veel minder voor de hand.
Tot zover Haring.

Het bezwaar tegen het verdwijnen van soorten is niet dat zij verdwijnen maar dat het gebeurt om de verkeerde redenen. Zou het een natuurlijke reden hebben dan is er geen haan die er naar kraait, maar de achteruitgang gebeurt ook uit onverschilligheid en hebzucht. Hoe meer soorten er overblijven, hoe beter.

Haring vervolgt:
Verder was er iets interessants aan de hand met de argumenten die filosofen en biologen aandragen ten gunste van die plant- en diersoorten. Ik heb veel filosofen een biologisch argument horen gebruiken: 'Meer soorten betekent een gezondere, betere natuur. Alle soorten zijn nodig voor het optimaal functioneren van een ecosysteem'. Terwijl veel biologen zich juist baseren op filosofie: 'soorten doen er van zichzelf en vanzelfsprekend toe. Ze hebben 'intrinsieke waarde'.
Filosofen hoor je dat laatste argument zelden gebruiken. Zij weten wel dat 'intrinsieke waarde' een nogal lastig begrip is. Wanneer heeft iets intrinsieke waarde dan? En waarom? Andersom gebruiken biologen zelden het biologische argument van de filosofen. Biologen weten op hun beurt dat meer soorten niet per se een gezondere of betere natuur betekent.
Dat is toch reuze interessant? Reden te meer om eens te onderzoeken wat er aan de hand is. Toch?!
Tot zover wederom Bas Haring.

Het kan leuk zijn wanneer een filosoof originele vragen stelt.
Geen mens op aarde denkt dat we met een groeiende wereldbevolking meer soorten krijgen. Velen zullen het jammer vinden dat er soorten verdwijnen terwijl dat niet nodig is. Is het teveel gevraagd als een goedbetaalde hoogleraar filosofie zijn hersenen wat meer zou inspannen om mee te helpen denken over hoe we dit kunnen voorkomen? In plaats van vragen te stellen waarop niemand het antwoord wil weten?

Volgens Gerard Jagers moeten we op een andere manier naar het begrip evolutie kijken. Als we dat doen volgt evolutie voorspelbare patronen, en zouden we de volgende stap in de evolutie kunnen voorspellen. Jagers nodigt De soortenstorm uit tot een nieuw soort discussie, niet alleen academisch, maar juist ook gericht op een praktische toepassing in de natuurbescherming.

Bas Haring: over het opheffen van de natuur (bol.com).

16 december 2011

Henk Bleker voert verdeel en heers beleid

Henk Bleker wil geen verbod op megastallen. Hij laat dit aan provincies, gemeentes en de markt (vleesindustrie, supermarkten, consumenten en boeren) over. Dit is een verdeel en heersstrategie. Het is al tientallen jaren bekend dat deze groepen geen effectieve tegenmacht vormen tegen een dieronvriendelijke vee-industrie. De reden is de exorbitante grote export van vlees en zuivel. Deze brengt met zich mee dat boeren bezuinigen op dierenwelzijn om de kostprijs te verlagen. De Nederlandse consument die zo min mogelijk geld wil betalen voor zijn vlees, ook als deze van dubieuze oorsprong is, is dan altijd een belangrijk deel van de markt. En dat deel kan altijd worden aangevoerd als rechtvaardiging van de schaalvergroting die gericht is op verlaging van de kostprijs. En zo moeten de marktpartijen blijven concurreren op prijs.
Een verdeel en heersbeleid is een knappe, maar geen integere politiek. Wie Bleker beticht van gebrek aan integriteit is gesprekspartner af, bijvoorbeeld Bert Wagendorp of Marianne Thieme. Maar Henk Bleker kan de integriteit van zijn beleid niet overtuigend aantonen omdat hij weinig voorbeelden laat zien van afwegingen waaruit zijn integriteit blijkt. De PvdD is bezig het bewijs voor deze stelling te verzamelen.
Via “Blekertjes doen” en “u-bochtconstructies” zijn wel vele voorbeelden van zware beslissingen die later worden verzacht, maar dat is de doorzichtige strategie van “ik vraag het maximale en kom met wat toegeven daar vlak onder uit”. Ook de lippendienst dat hij de gevolgen voor alle belangengroepen onderschrijft en heeft meegewogen kan Bleker niet waarmaken, want te vaak blijft het bewijs uit dat die gewichten groter zijn dan nul.
Het gaat Bleker niet om de belangen van de burgers op een gezond milieu, een mooi landschap en een rijke natuur of om dierenwelzijn, maar om de financiële belangen van de (kleine groep) veeboeren. Die mogen geen strobreed in de weg worden gelegd om hun internationale concurrentiepositie niet te ondermijnen.

15 december 2011

Gamen met varkens via iPad, ziek of niet?

Bron Nieuwe Oogst. Wageningen UR en Hogeschool voor de Kunsten in Utrecht ontwikkel(d)en een computerspel voor varkens en mensen: Pig Chase. Varkens en mensen kunnen hiermee met elkaar gamen. Het eerste ontwerp is deze week gepresenteerd, meldt VarkensNET.
In Pig Chase kunnen varkens via een scherm met lichteffecten interactie aangaan met een menselijke speler via een iPad. De menselijke speler kan via de iPad een lichteffect op de stalmuur besturen. Hierbij is het de bedoeling om de aandacht van het nieuwsgierige varken vast te houden en samen langs bepaalde doelen te bewegen.

Afleidingsmateriaal
Het huidige spel is vooral bedoeld als concept dat in varianten verder uitgewerkt moet worden. Het is nog niet bekend wat de waarde van het spel is als afleidingsmateriaal voor varkens. De komende maanden gaan de onderzoekers en ontwerpers door met het uitproberen van prototypes en het ontwikkelen van nieuwe spelideeën. Daadwerkelijk burgers met varkens laten spelen, laat echter nog even op zich wachten.

Kinderschoenen
'Mens-dier interactie via informatietechnologie is een terrein dat wereldwijd nog in de kinderschoenen staat. Het biedt mogelijkheden om op nieuwe manieren relaties met dieren aan te knopen en daarbij nieuwe dingen te leren over de cognitieve vermogens van dieren –en mensen', zegt mede-onderzoeker en filosoof Clemens Driessen van Wageningen Universiteit.

Bij wie het filmpje bekijkt, bekruipt ongetwijfeld het gevoel dat wie met echte varkens een computerspelletje wil spelen ver van het Ipadje is geraakt. Maar er is ook de kant dat mensen via dit spel eindelijk eens zelf kunnen aanschouwen onder welke deplorabele en saaie omstandigheden varkens in de bio-industrie moeten leven. Het is weliswaar een dure investering, maar wat zou de wereld een stuk diervriendelijker worden als elke zeug die haar leven lang tussen twee stangen moet doorbrengen aansluiting zou krijgen op Internet en contact heeft met consumenten?
Wie wil er nog vlees eten van het intelligente varken dat gedurende maanden zijn speelmaatje is geweest?

12 december 2011

Regionaliseren om voedselongelijkheid te voorkomen

In de Volkskrant van 12 december een interview met hongerstaker Guus Geurts (46), landbouw- en klimaatactivist. Hij ziet vrijhandel als de oorzaak dat koopkracht van de rijken zwaarder weegt dan de behoeften van de armen en het beschermen van de natuur.
'Ik pleit ervoor dat regio's zo veel mogelijk zelfvoorzienend worden voor hun basisbehoeften. Door een importheffing op soja uit Brazilië maak je Europese voedergewassen aantrekkelijker voor de veevoerindustrie. Importheffingen voorkomen dat supermarkten de wereld niet meer afstropen naar de goedkoopste producten. Tegelijk kun je aan boeren in Europa hogere eisen stellen op het gebied van duurzaamheid en dierenwelzijn, omdat ze niet meer hoeven te concurreren met goedkope producenten uit andere werelddelen. Door de productie te beheersen, voorkom je dat wij overschotten dumpen en elders de boeren kapot maken. Met regionalisering van de voedselproductie kun je de uitstoot van broeikasgassen met de helft tot driekwart reduceren'.
Tot zover de Volkskrant.
Regionalisering houdt ook in het reduceren van Nederlandse veestapel tot 70%, zodat dierenleed wordt voorkomen omdat bio-industriëlen onder de kostprijs moeten werken om op buitenlandse markten te kunnen concurreren.

Elders in de Volkskrant geeft columnist Bert Brussen voeding aan een oude mythe dat boeren een belangrijke bijdrage leveren aan de vaderlandse economie.
“Net als Uri Rosenthal heeft Henk Bleker de ballen om realistische beslissingen te nemen. Realisme doet pijn. Maar de pijn van het hedendaags realisme voorkomt grotere pijn in de toekomst. Een toekomst die onze '3 procent boeren' (die met 65 miljard euro export aan agrarische producten overigens wel goed zijn voor 10 procent van de Nederlandse economie) met zoveel mogelijk vertrouwen tegemoet moeten zien”.
Tot zover de misvatting van Brussen, aangewakkerd door Henk Bleker.

In 2009 was de agrarische export €60 miljard. Maar Bleker zegt er niet bij dat hij voor bijna €20 miljard aan noten, specerijen, hout, margarine, drank, koffie en tabak meetelt (Bron: Land en tuinbouwcijfers 2010, pag. 186).
Van de €40 miljard die er na aftrek daarvan overblijft moet natuurlijk ook nog de agrarische import van bijna €22 miljard worden afgetrokken. Bron: Land en tuinbouwcijfers 2010, pag. 185).
Blijft over ongeveer €18 miljard.
Ook een mooi bedrag daar niet van, maar toch aanzienlijk minder dan €60 miljard waar de boerenlobby het steeds maar over heeft.

Volkskrant 31-10-2012, Gerard Reijn: "in 1995 werd van alle voedingsmiddelen die we zelf consumeren en die we exporteren, 20 procent uit het buitenland gehaald. Inmiddels is dat al bijna 35 procent.

Spullen uit Spanje, Italië, Kenia en Egypte worden Nederland ingevlogen of -gereden en tot diep in Europa verkocht. Deze wederexport groeit rond de 10 procent per jaar, en wordt altijd geadministreerd als Nederlandse export. Maar werkgelegenheid levert het in Nederland nauwelijks op. De export van in Nederland gemaakte producten - die wel veel werkgelegenheid opleveren - groeide slechts in een tempo van 3,3 procent".

Meer lezen over discutabele cijferij? Klik hier.

10 december 2011

Megastallen zijn dierenmishandeling in het groot

Megastallen 'dierenmishandeling in het groot' noemen mag

Persbericht Milieudefensie Amsterdam, 8 december 2010. Milieudefensie kan in haar campagne tegen megastallen spreken over 'dierenmishandeling in het groot' blijkt uit een uitspraak van de Reclame Code Commissie vandaag. 'Door Milieudefensie is voldoende onderbouwd dat de leefomstandigheden van megastallen leiden tot ernstig en langdurig ongerief bij deze dieren'. De commissie doet deze uitspraak naar aanleiding van een door een burger ingediende klacht tegen een radiospotje en een filmpje waarin Martin Gaus mensen oproept de campagne van Milieudefensie voor een landelijk verbod op megastallen te ondersteunen.

“Ik weet heel goed dat koeien, kippen en varkens in megastallen een verschrikkelijk leven hebben. Dierenmishandeling in het groot,” zegt Gaus in de radiospot voor de campagne van Milieudefensie. De organisatie is tevreden met de uitspraak van de Reclame Code Commissie. Klaas Breunissen van Milieudefensie: “we zijn blij dat de commissie stelt dat dit toelaatbaar is omdat onze uitingen door feiten zijn onderbouwd”. De klacht is door de Reclame Code Commissie verworpen.

De Tweede Kamer debatteert in de derde week van januari verder over megastallen, naar aanleiding van de toekomstvisie op de veehouderij die Staatssecretaris Bleker onlangs presenteerde. Milieudefensie wil een landelijk verbod op megastallen. Milieudefensie voert campagne tegen megastallen omdat deze stallen concentratiepunten zijn van problemen voor mens, dier en milieu.

Leeswijzer


Thema's of steekwoorden vindt u via de labels onderaan de pagina of op Animal Freedom.
Klik hier voor de laatste bijdragen op dit blog
.
Klik hier voor het beleid om uw privacy te beschermen.
Kijk op ook Facebook voor onze reactie op de actualiteit.

Waarom dit blog?

De Nederlandse veehouderij is vooral gericht op zoveel mogelijk voor de export te produceren onder het motto “meer, meer, meer en groot, groter, grootst”. Dit heeft negatieve gevolgen voor zowel de dierenwelzijn, biodiversiteit, het milieu, het klimaat, de portemonnee en de gezondheid van burgers en ook voor welwillende boeren.
Dit blog verzamelt kritische artikelen die de wurggreep beschrijven waarin de veehouderij zichzelf heeft vastgezet. Zo willen we niet alleen een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de kwaliteit van het leven voor alle belanghebbenden, maar ook aan een schone, gezonde omgeving en een beter dierenwelzijn.

Ook de argumentatie dat dieren grondrechten hebben kan beter en meer aansluiten op hoe mensen voor zichzelf vinden dat recht moet gelden. Alle dier(soort)en kunnen in hun recht op vrijheid als (intrinsiek) evenwaardig aan mensen beschouwd worden. Dierenrechten zijn mensenrechten, die mensen de kans geeft om voor dieren op te komen.
Dieren, bijv. in de intensieve veehouderij, worden behandeld als een object in plaats van een subject met gevoelens en rechten.

De snelheid en het aantal dier(soort)en dat we voortdurend gebruiken is immens. De bijdrage aan onze welvaart en economie van de agrosector is gering. De oplossing is simpel en van niemand anders dan van ons zelf afhankelijk.

Dierenrechten in woord en beeld

Vrijheid is ook een intrinsiek grondrecht voor dieren. Dieren zijn geen dingen Dierenrechten zijn mensenrechten. Mensen moeten voor dieren kunnen opkomen wanneer hun grondrecht wordt geschonden.
logo van Animal Freedom yin en yang
Lees hier over de redenen waarom dieren recht op vrijheid hebben. Lees hier waarin mens en dier evenwaardig zijn.