Mens en dier zijn (intrinsiek) evenwaardig in hun recht op vrijheid

Alle levende wezens zijn verschillend maar evenwaardig in het recht op vrijheid op een natuurlijk leven.
Een dier is (net als een mens) geen ding of een object.
Mensen moeten kunnen ingrijpen wanneer mensen dieren misbruiken of onrecht aandoen.

01 april 2010

De schreeuw van de vis

Een zorgelijk bericht de afgelopen week in de Leeuwarder Courant: sportvissen is de snelst groeiende sport in Friesland. Er zouden thans zo’n 52.000 mensen in Friesland zich met deze merkwaardige hobby bezig houden. Landelijk gezien overschrijdt het aantal sportvissers de twee miljoen! Alarmerend is ook het gegeven dat daarbij meer een half miljoen(!) kinderen zijn. Tegelijkertijd bestaan in brede kring binnen de samenleving grote bezwaren tegen deze vorm van vrijetijdsbesteding.
Natuurlijk is vissen natuurlijk helemaal geen sport. Immers de visser is in alle opzichten – behalve wellicht moreel – superieur aan zijn tegenstander, de vis. De vis is het weerloze slachtoffer van de hang van de mens naar plezier, ontspanning, natuurbeleving, recreatie of hoe je de aard van deze bezigheid ook wilt omschrijven.
Vissen zijn hoogontwikkelde, intelligente, gewervelde dieren. Ze ervaren pijn, angst en stress. Dat is al in 1986 aangetoond door de wetenschappers Verheijen en Buwalda van de Rijksuniversiteit Utrecht. En al deze ervaringen doen zich voor bij een vis die aan een haak uit zijn element wordt gescheurd. Een vis kan geen geluid maken om zijn angst en pijn uit te schreeuwen. Als dat wel het geval was zou het aantal ‘sport’vissers waarschijnlijk aanzienlijk minder zijn dan nu. In plaats daarvan vertonen ze gedrag als zwenken, spuwen en heftig schudden met de kop, allemaal tekenen dat ze ernstig lijden. Onderzoek door de Universiteit van Edinburgh en het Roslininstituut heeft aangetoond dat zich pijnreceptoren rond de bek en op de kop bevinden. Bij een regenboogforel b.v. zijn dat er achtenvijftig. De zenuwbanen die pijn veroorzaken zijn er dus wel degelijk!
In artikel 36, lid 1 van Gezondheids- en Welzijnswet voor Dieren staat: “Het is verboden om zonder redelijk doel of met overschrijding van hetgeen ter bereiking van zodanig doel toelaatbaar is, bij een dier pijn of letsel te veroorzaken dan wel de gezondheid of het welzijn van een dier te benadelen.”
Het in dit artikel genoemde verbod wordt dus niet toegepast op het ‘sport’vissen. Kennelijk wordt hier het vermaak van de visser als ‘een redelijk doel’ aangemerkt waarvoor dus het “veroorzaken van pijn, letsel en benadeling van de gezondheid of het welzijn van het dier” toelaatbaar wordt geacht…………….
Velen, waaronder de Partij voor de Dieren wijzen het ‘sport’vissen ondubbelzinnig af. Zeker ook waar het gaat om kinderen moet het vissen worden ontmoedigd. Kinderen moet worden aangeleerd dat dieren met mededogen en respect moeten worden behandeld en het vissen staat daar haaks op.
Gezien het grote aantal mensen dat zich als sportvisser manifesteert is enigszins voor te stellen wat er aan onnodig dierenleed wordt veroorzaakt door mensen die zich op deze wijze menen te mogen ontspannen.
Niet alleen het vangen en onthaken is een uiterst onaangename ervaring voor vissen. Ook de manier van doden – of dood laten gaan(!) - is zodanig dat dat ten aanzien van andere diersoorten op grote maatschappelijke weerstand zou stuiten.
Het wordt hoog tijd dat ook het lot van vissen meer aandacht krijgt. “De vis wordt duur betaald.” Maar het is hier de vis zelf die de rekening krijgt gepresenteerd in de vorm van leed dat voorkomen had kunnen worden.
Niemand is er – uiteraard – op uit om mensen hun hobby af te nemen of hun het genieten van de natuur onmogelijk te maken. Maar hobby’s, vermaak en recreatie mogen nooit ten koste gaan van andere levende wezens en mogen geen excuus zijn voor het toebrengen van leed.

24 maart 2010

PvdD vecht besluit Verburg over uitstel welzijnseisen varkens aan


Minister Verburg gunt varkens geen ruimte

Partij voor de Dieren vecht controversieel besluit aan


Persbericht Den Haag, 24 maart 2010 - De Partij voor de dieren is verbaasd over het besluit van demissionair minister Verburg om de welzijnseisen voor varkens op de valreep van haar ambtstermijn nog even aan de kant te zetten. Verburg verbreekt hiermee namelijk staand beleid en dat hoort niet bij de bevoegdheden van een demissionair kabinet. De Partij voor de Dieren wil daarom dat de brief die zij hierover naar de Kamer heeft gestuurd vandaag controversieel wordt verklaard.

Het gemiddelde varken in de vee-industrie heeft een beroerd leven. Deze sociale en intelligente dieren worden vaak individueel gehuisvest in saaie, krappe hokken waarin ze niet kunnen bewegen en niet kunnen spelen. Al in 1998 is besloten dat varkens beter behandeld zouden moeten worden. Er is toen afgesproken dat de dieren meer ruimte zouden krijgen, dat ze in groepen mogen leven en dat hun vloeren niet meer bedekt mogen zijn met roosters .De sector kreeg tot 2008 de tijd om hun stallen aan te passen. In 2005 heeft CDA-minister Veerman deze overgangstermijn nog met 5 jaar verlengd tot 2013.. Dit betekent dat varkenshouders in totaal 15 jaar de tijd krijgen om hun stallen aan de nieuwe welzijnseisen te laten voldoen. De varkenshouders weigeren echter te investeren in goede huisvesting voor hun dieren, waardoor nog maar weinig stallen aan de eisen voldoen.

De varkenssector is al maanden aan het lobbyen om het Varkensbesluit van tafel te krijgen. Alles om maar zoveel mogelijk varkens goedkoop vet te kunnen mesten, volgens de Partij voor de Dieren. CDA minister Verburg bleek gevoelig voor de smeekbede van de sector en kondigde gisteren aan verschillende onderdelen van het varkensbesluit ‘te laten vervallen’. De oppervlaktenormen, waardoor varkens recht kregen op een beetje meer ruimte, worden in het voorstel van de minister definitief geschrapt. In ruil hiervoor gaat de minister zich slechts ‘met kracht inzet­ten voor een verbetering van het welzijn van varkens op EU-niveau’.

De Partij voor de Dieren vindt de brief die naar de Kamer is gestuurd onacceptabel. Marianne Thieme: ‘Al 12 jaar lang is duidelijk welke eisen in de varkenshouderij gaan gelden. Dit is staand beleid. Minister Verburg speelt hoog spel als zij denkt dat zij dit soort beslissingen nog mag nemen vanuit haar demissionaire positie.’ Vandaag zal de Partij voor de Dieren ervoor pleiten deze wijziging van het Varkensbesluit controversieel te verklaren. Hiermee blijft het staand beleid gehandhaafd, en krijgen de varkens over drie jaar eindelijk een beetje meer ruimte.

22 maart 2010

Boycot vlees van antibiotica boeren in de supermarkt

Supermarkten moeten antibioticagebruik in vee-industrie boycotten

Varkens in Nood roept supermarkten in Nederland op om vlees van boeren die veel antibiotica gebruiken te weren uit de schappen. De supers moeten er bovendien zorg voor dragen dat het vlees vrij is van MRSA. Op deze manier worden veehouders gedwongen hun antibioticagebruik terug te dringen.

Het antibioticagebruik per dier in de Nederlandse veehouderij is het hoogst in Europa. Veehouders verbruikten vorig jaar ruim 500 ton antibiotica, terwijl boeren in Denemarken met een vergelijkbare veestapel toe konden met nog geen kwart van deze hoeveelheid. Tot nu toe onderneemt de sector geen enkele actie om het medicijngebruik terug te dringen. Supermarkten kunnen het verschil maken door geen vlees meer af te nemen van producenten die hun dieren grote hoeveelheden antibiotica toedienen.

Hans Baaij, directeur Varkens in Nood: ‘Voor boeren is het nu niet interessant om te stoppen met het toedienen van antibiotica. Het is een goedkope manier om dieren onder erbarmelijke omstandigheden toch gezond te houden en sneller te laten groeien. Als de supermarkten eisen gaan stellen, zullen ze hun bedrijfsvoering moeten aanpassen.’

Overmatig gebruik van antibiotica zorgt ervoor dat steeds meer bacteriën resistent worden voor deze geneesmiddelen, wat een gevaar oplevert voor de volksgezondheid. Een groeiend aantal patiënten loopt onbehandelbare infecties op. De resistente bacterie MRSA, die veelvuldig op varkenshouderijen voorkomt, is een groeiend probleem in ziekenhuizen. Vooral voor zieken, ouderen en jonge kinderen is deze bacterie levensgevaarlijk. Er zijn steeds meer aanwijzingen dat MRSA op vleesproducten terecht kan komen. Ook hier zouden supermarkten hun verantwoordelijkheid moeten nemen, door vlees te (laten) controleren op MRSA.

Hans Baaij: ‘Het is absurd en onverantwoord dat voor een gering economisch belang de volksgezondheid op het spel wordt gezet. Als een bacterie als MRSA via de boodschappen bij de consument terecht komt, dan is het einde zoek. Supermarkten moeten er zorg voor dragen dat hun producten veilig zijn.’

Hans Baaij was te gast bij een uitzending van Tros Radar op 22-03-2010 over de gevaren van MRSA.

17 maart 2010

Het belang van een goede visie op dierenrechten bij de Oostvaardersplassen

De dieren in de Oostvaardersplassen lijden (in de winter en het vroege voorjaar) honger en je zou kunnen betogen dat zij in hun rechten worden aangetast.
Het CDA ziet zijn kans schoon om de Partij voor de Dieren in de discussie over bijvoeren naar de kroon te steken. Immers de dieren in de intensieve veehouderij zullen nooit voer tekort komen, want dan is de opbrengst kleiner. Voor de Partij voor de Dieren is het wat lastiger om een aansprekend standpunt in te nemen. Zij pleit ervoor om de dieren met rust te laten en het gebied van de Oostvaardersplassen zo snel mogelijk aan te sluiten op de Ecologische HoofdStructuur. Bijvoeren daar zien zij alleen maar nadelen in. Wanneer je niet de suggestie wilt doen om aan geboortebeperking te doen, dan zit je klem.
Het kost wat moeite, maar de dieren voor 1 keer bijvoeren en vervolgens een deel te steriliseren of te castreren zolang de aansluiting met de Ecologische Hoofdstructuur er nog niet is, is een maatregel die zowel recht doet aan het dierenwelzijn als aan haar rechten. Het voorkomt een overpopulatie die sterft aan ondervoeding.
Wanneer je uitgaat van het principe dat ook dieren vrijheid als grondrecht hebben, dan is deze ingreep de manier om vrijheid te behouden.
Het is opvallend dat in de discussie vrijwel niemand het begrip “intrinsieke waarde” van stal haalt. Terecht want dat begrip slaat als een tang op een varken. Hopelijk levert de discussie in het bewustzijn van het grote publiek wat meer duidelijkheid op wat natuur echt inhoudt: vrijheid om te zoeken naar voedsel en het ook daadwerkelijk te vinden.

Wie de Partij voor Dieren om uitleg vraagt krijgt het volgende, uitgebreide antwoord:
De Partij voor de Dieren begrijpt uw zorgen over de situatie in de Oostvaardersplassen en de beelden hiervan in Eenvandaag. Als er één partij is die niet wil dat dieren onnodig lijden, dan is het de Partij voor de Dieren. Wij volgen de situatie in de Oostvaardersplassen nauwlettend en vrijdag 12 maart hebben onze Kamerleden Marianne Thieme en Esther Ouwehand samen met onze fractiebioloog een werkbezoek gebracht aan dit gebied.
De Partij voor de Dieren is in principe geen voorstander van het uitzetten van dieren, zeker waar dat in omheinde gebieden plaatsvindt. Het zou niet onze keuze zijn geweest om grote grazers, runderen, paarden en edelherten uit te zetten in het gebied, maar het experiment is een gepasseerd station en dateert van voor de oprichting van de Partij voor de Dieren. Achteruitkijken is dus zinloos, het gaat erom in de huidige situatie de beste oplossing voor de dieren te vinden.
Hoewel de wens om bij te voeren begrijpelijk is, worden de dieren er niet mee geholpen. Integendeel: het bijvoeren creëert onrust in de kudde en dieren die eraan gewend raken, worden minder zelfredzaam. Het belangrijkste probleem van bijvoeren is dat het voedsel niet bij de zwakke dieren terechtkomt. Wilde grazers leven in kuddes met een sterke hiërarchie en de sterke dieren zullen het voedsel opeisen ten koste van de zwakkeren. Door de grote verstoring van het bijvoeren verspillen de dieren wel extra energie, waardoor de zwakste dieren nog kwetsbaarder worden. Het aanbieden van voer op meerdere plekken in het terrein, zoals wel eens gesuggereerd wordt, is geen oplossing voor dit probleem. De dieren leven zeer verspreid over het gebied en als ze aan het voer gewend raken, worden ze minder actief.
Door het bijvoeren komen er meer jongen dan het gebied aankan, waardoor het probleem nog groter wordt. De dieren die nu zogenaamd geholpen worden, vallen dan volgend jaar ten prooi aan de jagerslobby die onder het mom van ‘populatiebeheer’ voor de lol talloze dieren wil doodschieten. Dit actieve afschot vindt dan plaats buiten de wintermaanden. Hierdoor kan er geen verschil worden gemaakt tussen zwakkere dieren die de winter niet zouden overleven, of dieren die gezond zijn en/of belangrijke functies hebben, zoals de kuddeleiders of de moederdieren.
Ten slotte is van een ‘langzame hongerdood’ en een ‘pijnlijk proces’, waar de heer Ormel (CDA) over spreekt, geen sprake. Er is nog steeds voldoende ruwvoer aanwezig in het gebied. Boswachters en dierenartsen houden de dieren extra goed in de gaten. Dieren worden door bevoegd personeel geëuthanaseerd als het duidelijk is dat zij het einde van de winter niet gaan halen, om een lange lijdensweg te voorkomen. Staatsbosbeheer streeft ernaar in alle sterftegevallen te euthanaseren, maar dit is niet altijd mogelijk. Het komt voor dat dieren opeens dood neervallen, door met name plotselinge winterse weersomstandigheden. Hetzelfde gebeurt ook in natuurgebieden in Schotland die niet afgerasterd zijn. Omdat het om een plotselinge dood gaat, is er geen sprake van een lange lijdensweg en is vroegtijdig ingrijpen niet mogelijk.
De Partij voor de Dieren vindt het van groot belang continu te evalueren of er genoeg mankracht aanwezig is om de dieren te inspecteren en waar nodig te euthanaseren. Bij veranderende (weers)omstandigheden moet nagegaan worden of het beleid hierop aangepast moet worden. Ook het beslisschema voor euthanasie, waarmee inspecteurs inschatten wanneer een dier in aanmerking komt voor euthanasie, moet steeds kritisch worden bekeken om te kunnen garanderen dat de maatregelen telkens het gewenste resultaat opleveren. Eventuele herijking van dit beslisschema moet door deskundigen worden uitgevoerd.
De Partij voor de Dieren vindt dat in het wild levende dieren zoveel mogelijk met rust moeten worden gelaten zodat natuurlijke processen hun beloop kunnen hebben. Alleen zo worden de meest diervriendelijke omstandigheden gecreëerd voor de dieren in natuurgebieden. Wij zijn van mening dat populatiebeheer door jagers zoals op de Veluwe plaatsvindt geen acceptabele oplossing kan bieden. 80% van alle zwijnen wordt daar gedood waarbij de populatiedynamiek letterlijk aan flarden wordt geschoten. Op de Veluwe werden het afgelopen jaar 925 van de ruim 2000 edelherten doodgeschoten. Ter vergelijking, in de Oostvaardersplassen zijn er dit jaar 450 van de 2172 doodgegaan.
We pleiten ook nadrukkelijk voor het verbinden van de natuurgebieden in Nederland zodat de dieren meer migratiemogelijkheden en een groter leefgebied krijgen. Eventueel menselijk ingrijpen zal altijd zorgvuldig moeten worden beoordeeld op het daadwerkelijke effect ervan op de dieren. Vanuit het oogpunt van dierenwelzijn is bijvoeren onder de huidige omstandigheden zeer ongewenst en leidt tot het actief afschieten van voornamelijk gezonde dieren. Partijen als CDA, VVD en PVV gaan hier helaas aan voorbij.
Ik hoop dat u van me aan wilt nemen dat we alles hebben gedaan om tot een gewetensvolle en verantwoorde afweging te komen, waarbij de belangen van de dieren voor ons centraal staan.

11 maart 2010

Raad voor Dieraangelegenheden: dierenwelzijn moet in grondwet

Raad voor Dieraangelegenheden:
Overheid moet eindverantwoordelijkheid dierenwelzijn erkennen en in grondwet vastleggen

Persbericht PvdD Den Haag, 11 maart 2010 - De Raad voor Dieraangelegenheden adviseert het kabinet in een vandaag verschenen rapport om vergaande maatregelen te nemen teneinde het welzijn van dieren beter te waarborgen. Volgens de deskundigen in de RDA heeft de overheid de taak zwakke partijen en kwetsbare waarden in onze samenleving te beschermen. De Raad adviseert de overheid om haar eindverantwoordelijkheid voor de kwaliteit van het leven van dieren expliciet vast te leggen, bijvoorbeeld in de grondwet.
De Partij voor de Dieren is zeer verheugd over het advies van de RDA en ziet daarin een duidelijke doorbraak in het denken over het welzijn van dieren. Marianne Thieme: “Wanneer deze aanbevelingen worden overgenomen zal dat het definitieve einde inluiden van de intensieve veehouderij in haar huidige vorm. Die is onverenigbaar met de aanbeveling. Wij zullen ervoor zorgen dat van dit uitstel geen afstel zal komen en zullen de aanbevelingen van de RDA mede inzet maken van de komende verkiezingen.”

De Raad is van mening dat de mens dieren mag houden. De Raad stelt echter in haar aanbeveling aan de minister dat “dit recht niet ongelimiteerd en niet onvoorwaardelijk kan zijn. De dierhouder heeft een verregaande invloed op het leven en de leefomstandigheden van zijn dier. Hij is eerstverantwoordelijk voor het welzijn en de gezondheid van zijn dier. In de relatie tussen dier en dierhouder is het dier de zwakkere partij. De dierhouder moet bereid zijn verantwoording af te leggen over de wijze waarop hij zijn dier houdt.”

De Raad geeft aan dat de overheid ten aanzien van het welzijn, inclusief de gezondheid, van dieren een ordenende, beschermende en bevorderende rol heeft en verantwoordelijk is voor: Het bepalen van de minimumnormen en het streefniveau van dierenwelzijn en diergezondheid voor de verschillende diersoorten, en het vastleggen van de minimumnormen in wet- en regelgeving.

Verder is de overheid verantwoordelijk voor bescherming: Het handhaven van de minimumnormen voor dierenwelzijn en diergezondheid, inclusief het vervullen van een vangnetfunctie wanneer de houder zijn verantwoordelijkheid niet kan of wil nakomen.

Bovendien zou de overheid zich meer bezig moeten houden met ontwikkelingen in het denken over dierenwelzijn en diergezondheid in de maatschappij. Dit op een zodanige manier dat dierenonwelzijn in de toekomst in Nederland niet meer kan voorkomen en het welbevinden van dieren het uitgangspunt vormt in het door de overheid gehanteerde streefniveau van dierenwelzijn.

09 maart 2010

Verburg negeert risico op resistentie voor laatste redmiddel

Verburg verzuimt actie tegen verlies van ‘laatste redmiddel’ antibiotica

Persbericht PvdD Den Haag, 9 maart 2010 – Minister Verburg van LNV weigert stappen te ondernemen tegen het gebruik van de antibiotica cefalosporinen in de veehouderij. Hiermee riskeert zij volgens de Partij voor de Dieren dat mensen in de toekomst geen baat meer hebben bij het middel, dat gezien wordt als laatste redmiddel bij ernstige bacteriële infecties.

Vanwege het risico op resistentie bij mensen riepen de Koninklijke Nederlandse Maatschappij voor Diergeneeskunde (KNMvD) en veterinair deskundigen dierenartsen al eerder op de antibiotica niet meer voor te schrijven bij pluimvee. Daarnaast blijkt het gebruik van het middel in kwestie niet alleen ongewenst, maar ook verboden te zijn voor pluimvee in de EU. Alleen al om die reden is het volgens de partij onbegrijpelijk dat de minister weigert op te treden tegen het verboden gebruik in de veehouderij van een middel waarmee de volksgezondheid in gevaar gebracht wordt. De Partij voor de Dieren zal hier morgen een spoeddebat over aanvragen.

Minister Verburg gaf tijdens het vragenuurtje aan zelf geen maatregelen te willen nemen, maar het over te willen laten aan de sector. De Partij voor de Dieren vindt dit onbegrijpelijk. ‘De overheid staat erbij en kijkt ernaar en verwacht vanuit de sector een verandering. Wanneer leren we nu van het verleden? De sector stelt niet de volksgezondheid voorop, maar primair de economische belangen: kijk naar de Q-koortscrisis en de MRSA-crisis dankzij de vee-industrie’, aldus Thieme.

De Partij voor de Dieren vindt dat het antibioticagebruik in de veehouderij drastisch teruggedrongen moet worden. Het veterinaire gebruik van antibiotica is de afgelopen tien jaar met meer dan 80% gestegen, waarmee Nederland in Europa grootverbruiker is. Onderzoeksbureau Berenschot geeft aan dat er een sterke prikkel voor veehouders is om antibiotica toe te dienen, omdat daarmee geproduceerd kan worden tegen de laagste kosten en dat dierenartsen eveneens een economisch belang hebben bij het leveren van de antibiotica. Het overmatige veterinaire gebruik kan consequenties hebben voor de humane resistentie voor antibiotica. Deze is nu nog laag, maar kan door het overmatig gebruik van (verboden) middelen als cefalosporinen onder druk komen te staan. Dit betekent een ernstige bedreiging voor de volksgezondheid die vraagt om adequaat ingrijpen, aldus de Partij voor de Dieren.

06 maart 2010

Hoe gezond is de zuivelconsumptie van Joris Driepinter?


De Nederlandse Zuivel Organisatie (NZO) laat Joris Driepinter weer campagne voeren voor melk. De boodschap is dat zuivelproducten rijk zijn aan voedingsstoffen.

Daar zijn de meningen over verdeeld.


In Nederland krijgen we bijna nooit iets te horen over de kanttekeningen die geplaatst worden bij het drinken van koemelk.


Nederlandse melkveehouders beschouwen zichzelf als de beste boeren van de wereld. En de statistieken lijken hen gelijk te geven. Er is immers geen land ter wereld waar met zo weinig vierkante meter gras per koe zoveel melk wordt geproduceerd. Dat is precies het probleem. Het dieet van een Nederlandse koe bestaat een groot deel van het jaar vooral uit tweedehands gras, aangevuld met de meest merkwaardige soorten afval. Alles wat niet expliciet verboden is, wordt in veevoer verwerkt. Zo is Nederlandse melk een voor een groot deel op afval gebaseerd product geworden.

EU-subsidies afschaffen en ecologisch verantwoord stimuleren

Uit een studie van Brusselse ambtenaren blijkt dat wanneer alle subsidies en handelsverstorende maatregelen worden afgeschaft dit een inkomensval voor boereninkomens in Europa betekent van gemiddeld 22 procent.
Wanneer de markt voor dierlijke producten geliberaliseerd blijft, verschuift de productie van rundvlees naar buiten Europa.
Dit is een onwenselijke situatie. De oplossing is niet om de subsidies te laten bestaan. Deze afschaffen is sowieso beter voor de belastingbetaler, maar het handhaven van de importtarieven van import buiten Europa zou het wisselgeld moeten zijn voor het inperken van de gerichtheid van de Europese Agrosector om de markt buiten Europa te willen bedienen.
Het resultaat zou moeten zijn dat ecologisch en diervriendelijk verantwoord producerende boeren een betere concurrentiepositie krijgen.

De dubbelhartigheid van de zorgen van de boeren over hun schuld en over de spelers in de markt blijkt verder uit een artikel uit het Friesch Dagblad:
De markt krijgt in de landbouw door het beleid van banken niet de kans om zijn werk te doen en zorgt voor een zeepbel in grondprijzen en te hoge kosten voor de boeren. Dat is de stelling van een ingezonden brief van melkveehouder Van Weperen, eerder deze week in het Agrarisch Dagblad. "Wanneer de liberalisering haar werk zou doen, zouden boeren omvallen; dat zou de onroerendgoedprijs (land) onderuit laten gaan en dat zou, hoe erg ook, een beter beeld van de werkelijkheid geven", schreef Van Weperen. Boeren hebben belang bij een lage kostprijs, zo is de stelling van Van Weperen, en die kunnen ze niet behalen doordat ze duurbetaalde grond moeten laten financieren. Of, in het geval van melkveehouders, duur melkquotum.
Van Weperen maakt zich zorgen over hoe de alom verwachte schaalvergroting kan plaatsvinden als de grond en quotum zo duur blijven. "Onder normale financieringscondities betaal ik voor een hectare die ik voor 40.000 euro koop, 2000 euro aan rente en aflossing per jaar. Als ik zou pachten, betaal ik hooguit 1200 euro. Sterker nog: voor elke hectare grasland die ik er bij zou willen hebben kan ik beter besluiten het voer dat er vanaf zou komen te kopen en de mest die ik erover uit zou rijden te laten afvoeren. Dat is goedkoper.”

Boeren spreken liever over eigenschaligheid dan over megastallen

In het kader van het opkrikken van hun imago giet de boerenbond ZLTO oude wijn over in nieuwe zakken. Het Agrarisch Dagblad meldt:

Onder eigenschaligheid verstaat ZLTO een omvang die past bij het vakmanschap van de ondernemer, zijn omgeving, de eisen van de samenleving en de kansen van de afzetmarkt. De organisatie begrenst hiermee de groei van intensieve veehouderijbedrijven.
ZLTO en de leden zijn hierbij aangespoord door kritische geluiden uit de samenleving. "Duurzame productie en duurzame veehouderij is de enige weg. Ik geloof daar in", zegt Huijbers. "Niemand van ons heeft namelijk het recht om de ander overlast te bezorgen. Dat betekent ook dat er robuuste groensingels om de stallen heen moeten, die een verrijking zijn voor het landschap en fijnstof afvangen en zo mogelijk bacteriën en virussen tegengaan. Het erf moet er gewoon mooi uit zien."

Kortom: de burger moet niets kunnen zien van wat er in de stallen gebeurt en mag uit het groene uiterlijk en het schone erf hopelijk afleiden dat er achter de staldeuren fatsoenlijke dingen gebeuren.
Quod non.
Fijnstof, bacteriën en virussen worden nauwelijks door een singel tegengehouden, maar worden door de wind kilometers ver meegenomen. Veel effectiever is uitstoot te voorkomen door de omvang van de agrosector zodanig te verkleinen dat het maximaal aan de nationale behoefte voldoet.

05 maart 2010

PvdD over bijenvolksterfte door onduurzame maisteelt

Vragen van het lid Thieme (Partij voor de Dieren) aan de ministers van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer over bijenvolksterfte door onduurzame maisteelt

1. Kent u het bericht ‘Duurzame maisteelt raakt steeds verder uit zicht[1]’?

2. Deelt u de mening van Dr. Van der Sluijs dat het inzetten van deflectoren op maiszaaimachines een end-of-pipe maatregel is en dat deze maatregel het probleem niet oplost? Zo neen, waarom niet?

3. Deelt u de analyse van Dr. Van der Sluijs dat een deflector de hoeveelheid gif die in het milieu komt niet verandert en dat gelet op de lange verblijftijd (tot 2 jaar) van imidacloprid in het milieu het gif uiteindelijk toch in bijenvolken terecht komt en dat dat gecombineerd met het feit dat imidacloprid een CT-gif is waarvoor de Regel van Haber geldt[2] vastgesteld moet worden dat het enige te verwachten effect van een deflector is dat de bijenvolken dan later aan chronische vergiftiging sterven in plaats van vlak na het zaaien aan acute vergiftiging (‘de wet van behoud van ellende’ zoals dit ook wel aangeduid wordt)?

4. Deelt u de analyse dat neonicotinoïden een systeemverandering hebben veroorzaakt in de wijze waarop mais verbouwd wordt, en dat hierdoor weliswaar minder kilo gif per hectare wordt gebruikt maar dat de feitelijke giftigheid per hectare voor honingbijen juist is toegenomen[3]? Zo neen, waarom niet?

5. Deelt u de mening dat in plaats van te investeren in end-of-pipe maatregelen waardoor de effecten slechts in tijd en ruimte worden verplaatst, men beter kan investeren in een bijvriendelijke maisteelt en ontwikkeling van alternatieven voor neonicotinoiden? Zo ja, op welke termijn en wijze wilt u hier uitvoering aan geven? Zo neen, waarom niet?

6. Deelt u de mening dat de suggesties van Dr. Van der Sluijs voor bijvriendelijke maisteeltmethoden, zoals rotatieteelt waarbij wordt afgewisseld met andere gewassen of zelfs met meerjarige gewassen, waardevolle suggesties zijn om te komen tot een duurzame landbouw? Zo ja, bent u bereid deze mogelijkheden te onderzoeken? Zo neen, waarom niet?

7. Is uw ministerie, wellicht samen met universiteiten, bezig om duurzame systeeminnovatie voor de landbouw, waaronder de maisteelt te onderzoeken? Zo ja, welke onderzoeken lopen er en wanneer verwacht u de resultaten hiervan? Zo neen, waarom niet en bent u bereid dit op de agenda te zetten?

8. Welke voortgang is er geboekt in de onderzoeken die uw ministerie heeft uitgezet naar de oorzaken van bijenvolksterfte?

9. Kunt u de Kamer gegevens aanleveren over hoeveel imidacloprid-residue er terug te vinden is in stuifmeel en nectar dat door bijenvolken wordt verzameld in gebieden in Nederland waar het middel wordt toegepast? Zo neen, waarom heeft u dit nooit laten meten en bent u bereid dit op korte termijn wel te doen?

10. Kunt u de Kamer gegevens aanleveren over de hoeveelheid imidacloprid die in Nederland jaarlijks is gebruikt en het aantal hectare waarop het is toegepast in de jaren 2005, 2006, 2007, 2008 en 2009? Zo neen, waarom niet?

11. Deelt u de mening dat naast de varroamijt en het afnemende stuifmeelaanbod door monoculturen ook het gebruik van middelen op basis van neonicotinoiden een van de belangrijkste oorzaken is voor de voortgaande bijenvolksterfte?

12. Heeft u recente gegevens beschikbaar over de voortgaande bijenvolksterfte? Zo ja, hoeveel % van de bijenvolken is recent verdwenen? Zo neen, waarom niet en wanneer verwacht u nieuwe gegevens aan de Kamer te kunnen sturen?

13. Bent u bereid om in navolging van ondermeer Italië[4] een moratorium af te kondigen op het gebruik van neonicotinoiden? Zo ja, op welke termijn en wijze? Zo neen, waarom niet?

02 maart 2010

PvdD hekelt inconsequent beleid reconstructieplannen

Vragen van het lid Ouwehand (Partij voor de Dieren) aan de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer over de vernietiging van de Raad van State van reconstructieplannen in Brabant

Heeft u kennis genomen van de uitspraak van de Raad van State waarin de Raad een streep haalt door een groot deel van de reconstructieplannen van het buitengebied in Brabant, en kent u de berichtgeving hierover?
Is het waar dat u het Brabantse plan, dat de Raad van State nu heeft vernietigd, heeft goedgekeurd op 12 augustus 2008? Zo ja, kunt u uiteenzetten hoe het mogelijk is dat u een ondeugdelijk besluit heeft goedgekeurd?
Deelt u de mening dat u onzorgvuldig bent geweest, en kunt u dit nader toelichten? Zo neen, waarom niet?
Zijn er nog meer besluiten die u in dit kader heeft goedgekeurd, en die momenteel aangevochten worden bij de rechter, of waar de rechter al negatief over heeft geoordeeld?
Kunt u uiteenzetten hoe het mogelijk is dat er meerdere landbouwontwikkelingsgebieden binnen de door de provincie zelf vastgesteld grens van 500 m van o.a. natuur, zijn aangewezen zonder een deugdelijke toelichting ? Welke conclusies verbindt u hieraan?
Kunt u uiteenzetten hoe het kan dat er zonder toelichting werd afgeweken van de 250 m grens rond kwetsbare natuurgebieden? Wat concludeert u hieruit?
Kunt u toelichten het kan dat een landbouwontwikkelingsgebied overlapt met een grondwaterbeschermingsgebied?
Ziet u naar aanleiding van deze uitspraak de noodzaak om andere reconstructieplannen nog eens tegen het licht te houden? Zo neen, waarom niet? Zo ja, welke plannen zijn dat en op welke manier en wijze bent u bereid deze tegen het licht te houden?
Welke partij had de bescherming van flora en fauna in de reconstructieplannen moeten garanderen, waarom is dit in onvoldoende mate gedaan, en op welke wijze houdt u toezicht op deze processen?
Speelt de problematiek van het uitvoeren van het reconstructiebeleid ook in andere provincies waar de reconstructie uitgevoerd wordt?
Kunt u uiteenzetten hoever de reconstructie gevorderd is, hoeveel gelden er nog gereserveerd zijn voor de uitvoering hiervan, en welke knelpunten er spelen bij het uitvoeren van de reconstructie?
Deelt u de mening dat de uitspraak van de Raad van State een nieuwe bevestiging is van het failliet van het reconstructiebeleid en dat de grote hoeveelheden belastinggeld die hiermee gemoeid zijn, dus eigenlijk worden verspild? Zo ja, bent u bereid het reconstructiebeleid te herzien? Zo neen, waarom niet?
Bent u bereid de reconstructiegelden die nog beschikbaar zijn om te (laten) buigen naar een warme sanering van de veehouderij in deze gebieden, zodat de kosten voor natuurherstel, de vervuiling van bodem en grondwater en de effecten op het klimaat van de veehouderij niet nog verder oplopen en dat een daadwerkelijke start kan gemaakt worden met de aanpak van al deze problemen?
Is het waar dat de Provincie Noord-Brabant heeft aangegeven dat het landbouwbelang altijd zwaarder zal wegen dan het natuurbelang, en dat de Raad van State mede naar aanleiding hiervan heeft moeten concluderen dat het besluit ondeugdelijk genomen is? Zo ja, hoe beoordeelt u deze uitspraak en welke consequenties verbindt u hieraan? Zo neen, waarom niet?

Thieme en Verburg zijn het eens over weggeven huisdieren

PERSBERICHT PvdD: Minister Verburg: Tv-programma Z@PPlive moet afzien van weggeven huisdieren

Minister Verburg heeft in antwoord op Kamervragen van Marianne Thieme laten weten dat het op tv weggeven van huisdieren wettelijk verboden is. Ze heeft de makers van het televisieprogramma Z@PPlive hierop gewezen en ze gevraagd te stoppen met het betreffende programmaonderdeel, dat in strijd is met artikel 57 van de Gezondheids- en Welzijnswet voor dieren.

Minister Verburg: "De gedachte achter dit artikel is dat een dergelijke wijze van verkrijging van een dier niet strookt met de vereiste mate van zorgvuldigheid die met de aanschaf van huisdieren gepaard hoort te gaan. Als minister van LNV heb ik de desbetreffende omroep hierop aangesproken en gevraagd passende maatregelen te nemen zodat de bepaling in de wet niet meer wordt overtreden.” Het televisieprogramma is inmiddels gestopt, om in september weer van start te gaan. De programmamaker heeft toegezegd na te denken over een andere invulling van het programmaonderdeel. “Ik reken erop dat de omroep op dit punt zijn verantwoordelijkheid neemt”, aldus Verburg.

Minister Verburg deelt de mening van fractievoorzitter Marianne Thieme van de Partij voor de Dieren dat het belangrijk is dat dieren weloverwogen worden aangeschaft. Een impulsaanschaf kan ertoe leiden dat dieren weer worden weggedaan of de juiste zorg wordt onthouden. Verburg: "Dit is zeer onwenselijk en in strijd met mijn beleid voor gezelschapsdieren, dat uitgaat van een verstandige aanschaf en respectvolle omgang met dieren."

Marianne Thieme is blij met het antwoord van de minister. Thieme: "Een klein lichtpuntje in het denken over de aanschaf van huisdieren. Een huisdier is niet voor even, maar voor z'n hele leven."

01 maart 2010

PvdD wil halt aan Crisiswet en door met Natura 2000

Partij voor de Dieren wil halt aan Crisiswet en door met Natura 2000

Den Haag, 1 maart 2010 – De Partij voor de Dieren wil dat de Crisis- en Herstelwet van tafel gaat zolang er een demissionair kabinet regeert. De wet bleek tijdens de behandeling in de Tweede Kamer al buitengewoon controversieel. Ook mogen de plannen voor onder andere de Zeebrievenwet, de AOW, de JSF van de partij in de ijskast. Het traject van Natura 2000 daarentegen moet doorgezet worden om gemaakte afspraken voor een Europees netwerk van beschermde natuurgebieden, eindelijk na te komen.

Veel kritiek Crisiswet
De Crisis- en Herstelwet, die de aanleg van wegen en nieuwe bouwprojecten zou moeten bespoedigen, werd al tijdens de behandeling in de Tweede Kamer zeer fors bekritiseerd. De wet zet maar liefst veertien andere wetten, vooral op het gebied van natuur en milieu, buiten spel. Onverantwoord, vindt de Partij voor de Dieren. ‘Het is onbestaanbaar natuur- en milieuregels te schrappen ten tijde van de twee belangrijkste crises van onze generatie: de opwarming van de aarde en het verlies van biodiversiteit’, aldus Tweede Kamerlid Esther Ouwehand. De partij weet zich gesteund door de Raad van State en hoogleraren natuurbeschermingsrecht, die met name de ingrijpende wijzigingen in de Natuurbeschermingswet en de versoepeling van de onteigeningswet ontraadden. Juristen voorspelden vorige week in een hoorzitting in de Eerste Kamer een hausse aan rechtszaken als de Crisiswet zou worden aangenomen: precies het tegenovergestelde van het kabinet zegt te willen bereiken met de wet.

Bovendien gaat het kabinetsargument voor het invoeren van de Crisiswet volgens de Partij voor de Dieren niet op, aangezien de doelstelling op het gebied van het creëren van banen niet gehaald zal worden. De partij wijst erop dat zowel de Raad van State als economen en arbeidsmarktspecialisten stellen dat de effecten van de wet op de arbeidsmarkt pas merkbaar zullen zijn als de economische crisis al lang weer voorbij is.

Ook Zeebrievenwet controversieel
Naast de Crisiswet verklaart de partij het voorstel tot wijziging van de Zeebrievenwet controversieel. Aanleiding voor deze wijziging zijn de acties van de Sea Shepherd Conservation Society, die in de wateren rond Antarctica actie voert tegen de Japanse walvisjacht. De voorgestelde wetswijziging stuit op forse kritiek, omdat de gronden waarop het kabinet in de toekomst een zeebrief zou kunnen intrekken zeer ruim zijn geformuleerd. Ouwehand: “Het kabinet is er met de wijziging van de Zeebrievenwet duidelijk op uit om schepen van ‘lastige’ actiegroepen, zoals de Sea Shepherd Conservation Society, de Nederlandse vlag te ontnemen. Tegenstanders van de walvisjacht worden zo buitenproportioneel hard aangepakt, terwijl de illegale Japanse walvisvloot vrijuit gaat.”

AOW, SF, A4 van tafel
Ook de behandelingen van de verhoging van de AOW-leeftijd, de aanschaf van de Joint Strike Fighter en het aanleggen van de A4 Midden-Delfland gaan wat de partij betreft van tafel. Aangaande de missie in Uruzgan is geen verdere discussie nodig, aangezien er reeds een kabinetsbesluit is uit 2007 waarin besloten is dat de missie op 1 augustus 2010 zou worden beëindigd.

Doorgaan met Natura 2000
De voortgang van Natura 2000 mag echter niet worden gestaakt volgens de Partij voor de Dieren, die daarmee afstand neemt van de uitlatingen van de VVD die de bescherming van natuur juist wil vertragen. “Nederland heeft al eerder getreuzeld bij het waarmaken van de afspraken over Natura 2000. Als we dat nog een keer laten gebeuren, staan we internationaal pas echt goed in ons hemd”, stelt Ouwehand. Nederland heeft zich in het kader van Natura 2000 binnen Europa verplicht om een netwerk van natuurgebieden te beschermen. Dit jaar moeten de gebieden en natuurdoelen definitief worden vastgesteld en daar kan Nederland niet mee wachten, vindt de Partij voor de Dieren.

Kabinet pas op de plaats
De Partij voor de Dieren verwacht ten slotte dat CDA-lijsttrekker Balkenende zich in zijn rol als demissionair premier zal onthouden van openlijke verkiezingsretoriek. Afgelopen week riep Balkenende de Eerste Kamer snel voor de Crisis- en Herstelwet te stemmen. Ongehoord, vindt de Partij voor de Dieren. Fractievoorzitter Marianne Thieme: “Een demissionair kabinet past terughoudendheid, geen reclamepraatjes voor omstreden wetgeving. De Kamers beslissen welke onderwerpen controversieel worden verklaard, niet het gevallen kabinet.”

24 februari 2010

Wakker Dier klaagt Super leugens aan


Wakker Dier klaagt supermarktketen Super de Boer aan. In haar blad ‘Lekker leven’ prijst Super de Boer uitgebreid haar varkensvlees aan, met plaatjes van 'blije' biggen in het stro en in de wei.

Wakker Dier bezocht deze bedrijven en was verbijsterd: de biggen leven in krappe betonnen hokken zonder stro. Van een sappige groene weide kunnen deze varkens slechts dromen. Het klantenblad is doorspekt met leugens, afgewisseld met goedkope varkensvleesaanbiedingen.

In actie tegen grove leugens
Wakker Dier acht het bewezen dat Super de Boer haar klanten voorliegt. De eis: het blad moet uit de winkels en er moet openbaar gerectificeerd worden. 26 februari dient het kort geding.

23 februari 2010

Competitiedrang drukt het gezonde verstand naar de achtergrond

In het verenigingsblad Dier van de Dierenbescherming een interview met dierenarts Paul Mandigers over hondenshows.

Wat is de rol van hondenshows?
`De competitiedrang drukt het gezonde verstand naar de achtergrond. Zo moest een pekinees in Engeland zijn eerste prijs zittend op ijs in ontvangst nemen, om niet oververhit te raken door zijn te dikke vacht en zijn te kleine bekje. Het is absurd dat een hond met een erfelijke ziekte kampioen wordt, en dat juist daarmee verder gefokt wordt. Een hond die niet in orde is, die bijvoorbeeld niet kan lopen of niet benaderbaar is vanwege zijn karakter, hoort niet op een tentoonstelling. Het couperen van oren en staarten is inmiddels verboden, maar zo'n hond fokken is eigenlijk veel erger.

U kunt in uw gemeente tegen veefabrieken stemmen

Brabander kan op 3 maart ook tegen veefabriek stemmen

Persbericht Amsterdam, 23 februari 2010 –
Milieudefensie vraagt alle Brabanders die vorig jaar het provinciale Burgerinitiatief 'Megastallen Nee' hebben ondertekend, om ook tijdens de gemeenteraadsverkiezingen te laten zien dat ze geen veefabrieken willen. Meer dan 33 duizend Brabanders riepen de Brabantse Provinciale Staten op een einde te maken aan veefabrieken in hun gemeente. Op 19 maart zullen de Provinciale Staten dit burgerinitiatief behandelen. De gemeenteraadsverkiezingen zijn daarbij een belangrijke graadmeter voor de provinciale bestuurders. Door op 3 maart te stemmen op een partij die kiest voor duurzame en kleinschalige boerenbedrijven, kunnen Brabanders aan hun lokale en provinciale politici laten zien dat ze geen veefabrieken in hun gemeente willen.

Gemeentelijke politici kunnen plannen voor megastallen tegenhouden. Uiteindelijk bepalen zij of een geplande veefabriek zich op het platteland of op een bedrijventerrein mag vestigen. De gemeente kan, via aanpassing van het een bestemmingsplan, de komst of uitbreiding van een veefabriek uitsluiten. Vooral in Brabant is dat nodig: in die provincie zijn de meeste bouwplannen voor megastallen. Bij Milieudefensie zijn nu bijna dertig plannen bekend. In Brabant leven in verhouding de meeste landbouwhuisdieren ter wereld: 2,4 miljoen burgers wonen tussen 31 miljoen varkens, geiten en kippen.

Q-koorts
Steeds meer burgers maken zich terecht zorgen over de komst van varkensflats, kippenfabrieken en grootschalige geitenstallen. De megastallen ontsieren het landschap, zorgen voor een fikse milieulast en onnoemelijk veel dierenleed. De komst van megastallen vormt óók een risico voor onze gezondheid. De explosieve groei van bedrijven met duizenden geiten in Brabant en de daarop volgende uitbraak van de Q-koorts is hiervan een aangrijpend voorbeeld. In Noord-Brabant zijn inmiddels de meeste besmette geitenbedrijven geruimd en worden bijna dagelijks nog nieuwe bedrijven besmet verklaard.

Natasja Oerlemans, woordvoerder Landbouw en Voedsel bij Milieudefensie: ‘Er is een omslag nodig in het denken van bestuurders. De veefabrieken zijn een ramp voor dieren, schaden het milieu en zijn een risico voor de gezondheid van omwonenden. Kiezers in Brabant kunnen op 3 maart aangeven dat het zogenaamde economisch gewin van de vee-industrie niet langer voorrang mag krijgen op de leefbaarheid in hun omgeving. We vragen hen te stemmen op een partij die kiest voor een veehouderij die past binnen het landschap, waarbij het dierenwelzijn is gewaarborgd, de boer voor zijn gezin een eerlijke boterham kan verdienen én de risico’s voor de volksgezondheid zoveel mogelijk worden uitgesloten.’

Milieudefensie en duurzame veehouderij
Milieudefensie maakt zich al jaren sterk voor een duurzame veehouderij. En met succes! De problemen die veefabrieken veroorzaken, staan dankzij ons zowel landelijk als provinciaal op de politieke agenda. In de provincies Zuid-Holland, Groningen en Drenthe is hierdoor de komst van megastallen uitgesloten. De Provinciale Staten van Noord-Holland deden hetzelfde, na een burgerinitiatief van Milieudefensie en de Dierenbescherming. In de provincie Utrecht zijn inmiddels meer dan tienduizend steunbetuigingen voor een burgerinitiatief tegen veefabrieken verzameld. Milieudefensie hoopt alle provincies tot een verbod op megastallen te kunnen bewegen.

21 februari 2010

CDA en dieren

Op 4 februari jl. vond in de Tweede Kamer een debat plaats over het aanscherpen van straffen voor dierenmishandeling. Tijdens dat debat ontspon zich een dialoog tussen Marianne Thieme van de PvdD en Madeleine van Toorenburg, CDA-woordvoerster. Marianne Thieme vroeg aan Van Toorenburg of zij het onverdoofd castreren van honden en katten als dierenmishandeling zou aanmerken. Het antwoord van mevrouw Van Toorenburg was zowel onthutsend als onthullend. Onthullend wat betreft hoe ambivalent er dus kennelijk binnen het CDA over (het omgaan met) dieren wordt gedacht. En onthutsend wat betreft de hardnekkigheid waarmee de vee-industrie door deze partij nog steeds wordt verdedigd. Ik heb aan mevrouw Van Toorenburg een brief gemaild die ik hier, enigszins ingekort, weergeef.

Geachte mevrouw Van Toorenburg,

Ik schrijf u deze brief naar aanleiding van een tweegesprek tussen u en mevrouw Thieme van de PvdD tijdens het plenaire Kamerdebat over zwaardere straffen bij dierenmishandeling op 4 februari jl. Bij die gelegenheid vroeg mevrouw Thieme u of u het onverdoofd castreren van een hond of kat als dierenmishandeling zou kwalificeren. Kennelijk werd u door die vraag nogal in verwarring gebracht. Uw antwoord, voor zover daar sprake van was, vestigde die indruk althans in hoge mate. U had natuurlijk kunnen (moeten?) antwoorden dat u inderdaad een dergelijke ingreep, op die wijze uitgevoerd, als ordinaire dierenmishandeling aanmerkt. Ik weet bijna zeker dat u dat in uw hart ook echt vindt. Ik heb de handelingen van het betreffende debat, althans wat dat deel betreft, er nog eens op nageslagen. Ik moet zeggen dat het weinig overtuigend was wat u hierover te berde wist te brengen. Een simpel ‘ja’ of ‘nee’ werd het zeer zeker niet. Kort samengevat kwam het er op neer dat u de vraag ontweek door zich te verschuilen achter wazige opmerkingen als ‘dat het maar net was hoe je naar dierenmishandeling kijkt’ en ‘er kan ook anders naar gekeken worden’ dan wel ‘het zijn uw woorden’ en meer van dat soort warrigheden. Een eerlijk “ja” van uw kant zou een enorme klap betekend hebben voor een vorm van dierenmishandeling waar uw partij, het CDA, in hoge mate mede verantwoordelijk voor is, de vee-industrie. Daar wordt namelijk naar hartenlust gecastreerd, gecoupeerd, gevijld, onthoornd, snavels afgeslepen zonder enige vorm van verdoving en noodzaak. Het CDA is al sinds jaar en dag een warm pleitbezorger van deze mens- en dieronterende vorm van veehouderij. Het economische (boeren)belang wordt hierbij zodanig op de voorgrond geplaatst dat belangen van dierenwelzijn, milieu, volksgezondheid, wereldvoedselprobleem etc. daaraan volledig ondergeschikt zijn gemaakt. Wanneer we met honden en katten zouden doen wat in de vee-industrie dagelijkse praktijk is, zou het land – terecht – te klein zijn. Het leed wat varkens, kippen, kalveren, koeien, vissen en andere dieren wordt aangedaan als offer voor het stillen van de lekkere trek van de consument wordt evenwel door samenleving en politiek nog steeds met allerlei drogredenen als acceptabel beschouwd. Ik vind het onbegrijpelijk dat juist een partij als het CDA, zich baserend op een leer waarin respect voor het leven, rentmeesterschap en zorg voor de zwakke en kwetsbare de kern vormt, zich zo onbeschaamd heeft laten meeslepen door economische beweegredenen. Daaruit is een systeem voortgekomen dat nietsontziend andere levende wezens tot objecten heeft gereduceerd, wier enige bestaansrecht ligt in het feit dat ze de mens in zijn kortstondige behoeftebevrediging van dienst kunnen zijn. Waar deze dubbelhartige houding naar dieren toe kan leiden is pijnlijk duidelijk gemaakt door uw optreden tijdens dit debat.
Respect voor en mededogen met schepselen die in alles afhankelijk zijn van de mens zijn zaken die onontbeerlijk zijn in een samenleving die zichzelf het etiket ‘beschaafd’ heeft opgeplakt. Daarmee kan en mag niet geschipperd worden.
Ik wens u veel wijsheid toe.
Hoogachtend,

Herman Gallé

11 februari 2010

Meld landbouwmythen bij de site van Natuur en Milieu

Een groot deel van Nederland wil een duurzamer en diervriendelijker landbouw, die gezond en duurzaam voedsel produceert. Om dit te bereiken zal de landbouwsector de komende jaren flink aan de slag moeten. Politieke leiders en landbouwvoormannen verschuilen zich echter achter hardnekkige mythen om verduurzaming tegen te gaan. Op deze wijze wordt de sector een hand boven het hoofd gehouden.

Natuur en Milieu wil dat de discussie over landbouw en voedselproductie gevoerd wordt op basis van feiten en wil deze mythen doorprikken. We houden de komende tijd het landbouwdebat nauwlettend in de gaten en signaleren mythen die de feiten vertroebelen.

We roepen iedereen op om voorbeelden te sturen waarbij feiten worden verdraaid ten gunste van de huidige landbouwpraktijk. Daarnaast is de brochure Wat de boer niet kent uitgekomen, dat vijf mythen weerlegt. Ons toekomstbeeld omschrijven we in de brochure Schoon, eerlijk en waardevol.

Een aantal voorbeelden van mythen zijn:
1. Economische positie landbouw
2. Landbouw voedt de wereld
3. Landbouw is goed voor landschap (en milieu)
4. Klimaat
5. De Nederlandse landbouw is groener dan elders
6. Rol van de consument
7. Andere opmerkingen

Tot zover Natuur en Milieu.

Verdraaiing van de waarheid of het geven van de halve waarheid is de agrosector niet vreemd. Klik hier of op onderstaand label "demagogie" voor vele voorbeelden.

10 februari 2010

Schade aan platteland moet ten laste gaan van de agrosector

Toerist mijdt Brabant

In de Volkskrant van 10 februari 2010 het volgende bericht:
Van de ondervraagde accommodaties signaleert 87 procent stagnatie of afname van het aantal boekingen. De sector verwachtte juist een stijging, zoals altijd in economisch mindere tijden als meer mensen kiezen voor een binnenlandse vakantie. Van de ondernemers heeft 10 procent te maken met annuleringen in direct verband met de Q-koorts.

Tot zover de Volkskrant, in de media:

Henk Jan Ormel, Tweede Kamerlid voor het CDA vindt het onjuist dat andere Haagse fracties de Q-koorts als wapen gebruiken in hun strijd tegen de intensieve veehouderij.
"Maar waar we zo snel mogelijk vanaf moeten is dat anderen - met name de linkse partijen - aan de haal gaan met de discussie over de intensieve veehouderij. Het gaat niet aan om tijdens de ruimingen in verband met de Q-koorts de legitimiteit van de hele veehouderij ter discussie te stellen."

Tot zover.

De toeristensector wil vergoed worden voor de schade die zij ondervinden. Het zou een rechtvaardige zaak zijn wanneer zij de zaak verhalen op de agrosector. Het is die sector die (recreëren op) het platteland onaantrekkelijk maakt. Dit is geen zaak voor de Nederlandse belastingbetaler.

Vlaming Verhulst vertegenwoordiger Varkens in Nood

Vanaf 9 februari 2010 zal de Belgische schrijver Dimitri Verhulst zich als ambassadeur van Stichting Varkens in Nood inzetten. Met de benoeming van Verhulst wil Varkens in Nood de campagne tegen de castratie van biggen uitbreiden naar België. In België worden vrijwel alle beerbiggen nog steeds (onverdoofd) gecastreerd. Varkens in Nood hoopt dat Verhulst er in slaagt de discussie over castratie die al door de dierenbeschermingsorganisatie GAIA is aangezwengeld, verder aan te wakkeren.

04 februari 2010

Spreek bij seks met dieren duidelijke taal

In zijn weblog schrijft Frank Dales, directeur van de Dierenbescherming, over het verbod op sex met dieren. Hij schrijft: “Bij dezen doe ik een beroep op de moraal van de weifelende senatoren; seks met dieren is onethisch en moet op grond van de intrinsieke waarde van dieren verboden worden.” Laat er geen misverstand over bestaan: seks met dieren is niet fris maar wanneer je het vergelijkt met pedofilie, dan zeg je toch ook niet seks met kinderen is onethisch en moet op grond van de intrinsieke waarde van kinderen verboden worden.”
Een primaire reactie is “je moet met jouw poten van kinderen en dieren afblijven”. Iets meer doordacht verwoord: “kinderen en dieren moeten gevrijwaard worden van de seksuele behoeften van volwassen mensen”.
Waar het omgaat is het recht op vrijheid. Een kind kan vrij opgroeien wanneer het gevrijwaard blijft van de seksuele belangstelling van ouderen.
Tweede Kamerlid Harm Evert Waalkens is een van de politici die het wetsvoorstel heeft ingediend. Hij koos daarbij niet te spreken over seksuele handelingen met dieren, maar over ontuchtige handelingen. Wanneer hij over seksuele handelingen zou spreken, dan zou een groot deel van de intensieve veehouderij verboden moeten worden, omdat kunstmatige inseminatie een seksuele handeling met dieren is.
Dales en Waalkens vinden dat dieren uit de bio-industrie een intrinsieke waarde hebben. Dat kunnen zij vinden en zij worden daarin niet tegengesproken, want er is geen intensieve veehouder die daarmee in de praktijk grenzen kan worden opgelegd op basis van die opvattingen.
Omdat de Dierenbescherming en politici buiten de Partij voor de Dieren principes hanteren voor onze omgang met dieren slaan zij geen deuk in een pakje boter.
Het getuigt van lef om te erkennen dat dieren net als mensen recht hebben op vrijheid om zich natuurlijk te gedragen. Het zijn de mensen die zichzelf zouden moeten begrenzen in hun handelen met dieren. Mensen daartoe bewegen met de juiste taal, dat is de kunst, waarmee gewenste veranderingen in onze maatschappij op gang komen.

23 januari 2010

Schweinerei in Oostenrijk

Dat het in een relatief diervriendelijk land ook gierend uit de klauw kan lopen bewijst dit bericht uit Oostenrijk.

Een lawine-experiment met varkens in Ötztal (Tirol) zorgt momenteel in dierenbeschermingskringen aldaar voor veel commotie. Het plan was in een periode van 14 dagen 29 varkens in de sneeuw te laten stikken of bevriezen. De bedoeling was na te gaan welke gevolgen dat zou hebben voor het lichaamsweefsel van de dieren om meer kennis te vergaren over hoe menselijke lawineslachtoffers in de toekomst eerder gered zouden kunnen worden.
De Organisation gegen Tierversuche (organisatie tegen dierproeven) bekritiseert dat experiment met de woorden: “Mens en varken onderscheiden zich in fysiologie en lichaamsbouw zo sterk dat de dierexperimenten geen relevante resultaten voor mensen zouden opleveren. Het is onacceptabel dat dieren onder de dekmantel van de medische wetenschap zulke dodelijke kwellingen zouden moeten ondergaan”.
Nadat dierenbeschermers, toeristenorganisaties en politici massaal geprotesteerd hadden en negen varkens ten behoeve van de proeven reeds het leven hadden gelaten werden de experimenten voorlopig - en intussen waarschijnlijk voorgoed – gestaakt.
Naar verluidt werd een aantal van de varkens intussen op ‘Gnadenhofen’ ondergebracht.


Het is natuurlijk zeer de vraag of, ook al zouden gegevens van deze ‘proeven’ voor de mens wel van medisch-wetenschappelijke waarde zijn, dat een legitimatie zou kunnen vormen voor wat de dieren wordt aangedaan. (H.F.S.C.)

Artikel overgenomen en vertaald van de website van ‘Partei Mensch Umwelt Tierschutz’ (Dld.)

19 januari 2010

Pak overconsumptie vlees, zuivel en vis aan

Maatschappelijke organisaties vragen overconsumptie vlees, zuivel en vis aan te pakken

Een derde minder dierlijke eiwitten in tien jaar
Regelgeving voor verduurzaming voedselproductie

Persbericht Milieudefensie Amsterdam, 19 januari 2010 - Veertien maatschappelijke organisaties op het gebied van ontwikkeling, eerlijke handel, milieu, dierenwelzijn en natuurbehoud dringen aan op regelgeving die de overconsumptie van dierlijke eiwitten ontmoedigt en de veehouderij verduurzaamt. In een brief aan de Tweede Kamer stellen de organisaties dat een verlaging van de consumptie van vlees, vis, zuivel en eieren met minstens 33 procent in 2020, onderdeel moet worden van het kabinetsbeleid. Ook bepleiten zij de invoering van regelgeving en financiële prikkels om de consumptie en productie van dierlijke eiwitten te verduurzamen.

Op 20 januari vindt in de Tweede Kamer het debat plaats over de Nota Duurzaam Voedsel. Both ENDS, Compassion in World Farming, Cordaid, Nederlandse Dierenbescherming, Greenpeace Nederland, ICCO, IUCN NL, Milieudefensie, Natuur en Milieu, Oxfam Novib, Solidaridad, Varkens in Nood, Nederlandse Vegetariërsbond en Wakker Dier roepen de politiek op de ambities van dit kabinet om te zetten in meetbare resultaten. “Het kabinet erkent de noodzaak tot verduurzaming van onze dierlijke eiwitconsumptie, en zegt in de Nota Duurzaam Voedsel over 15 jaar koploper te willen zijn. Maar de voornemens blijven steken in mooie woorden zoals het ‘verleiden’ en ‘informeren’ van consumenten en in vrijblijvende overleggen met bedrijven. In de praktijk blijkt dit nauwelijks wat op te leveren.”

De maatschappelijke organisaties roepen op tot het invoeren van het ‘vervuiler betaalt’ principe, bijvoorbeeld via een BTW verhoging op vlees, zuivel, eieren en vis. Ook het stellen van verregaande duurzaamheidseisen aan de veehouderij, zoals een verbod op de import van veevoer uit recent ontboste gebieden en verduurzaming van de visserij via vlootreductie en het instellen van zeereservaten, dragen bij aan de aanpak van mondiale problemen.

Uit recent verschenen cijfers van het Productschap Vee, Vlees en Eieren blijkt dat Nederlanders opnieuw meer vlees eten. Een zorgwekkende ontwikkeling, omdat wij, net als de meeste Westerse landen, al meer vlees eten dan goed voor ons én de planeet is. We hebben te kampen met grootschalige ontbossing, het uitsterven van soorten, klimaatverandering, uitputting van de visbestanden, een ongelijke voedselverdeling en onnoemelijk dierenleed. De Wereldvoedselorganisatie, het Planbureau voor de Leefomgeving, het IPCC en talloze prominente opinieleiders waaronder Al Gore en Paul Mc Cartney, geven aan dat vermindering van de vleesconsumptie op de korte termijn bijdraagt aan het oplossen van deze wereldwijde crises. De maatschappelijke organisaties stellen dat een trendbreuk met ons westerse voedselpatroon onvermijdelijk is en zij willen dat de overheid hierin de regie gaat nemen.

12 januari 2010

Balkenende ter verantwoording geroepen over afzwakking beleid Natura 2000

Persbericht: Partij voor de Dieren roept Balkenende ter verantwoording voor geheime brief afzwakking natuurbeleid

Den Haag, 12 januari 2010 – De Partij voor de Dieren roept minister-president Balkenende naar de Kamer voor de briefwisseling die hij met EU-voorzitter Barroso heeft gevoerd over de Europese richtlijnen voor de bescherming van natuurgebieden. De premier heeft daarbij gevraagd de richtlijnen sterk af te zwakken, zonder daar de Kamer van op de hoogte te stellen. De Partij voor de Dieren wil dat de premier verantwoording aflegt over deze handelwijze en heeft een spoeddebat aangevraagd over de kwestie. Dit verzoek werd breed gesteund door de Kamer.

In de brief die minister-president Balkenende aan de voorzitter van de Europese Commissie heeft gestuurd, stelt hij dat Nederland de natuurregels wil herzien omdat deze economische ontwikkeling in de weg zouden staan. Ook stelt de premier dat het draagvlak voor natuurbescherming in Nederland zou zijn weggeëbd. Volgens de brief zou het officiële regeringsstandpunt zijn dat Nederland het voorzorgbeginsel zoals dat nu geldt, uit de richtlijnen wil schrappen. Over een dergelijk standpunt is de Kamer echter niet geïnformeerd en er heeft dus ook geen debat over plaatsgevonden.

Tweede Kamerlid Esther Ouwehand: “Premier Balkenende lijkt van het uithollen van natuurbescherming inmiddels zijn persoonlijke missie te hebben gemaakt. Eerst zijn persoonlijke bemoeienis met de Hedwigepolder en nu weer een poging om via Europa de natuurregels af te zwakken. Duidelijk is dat onder zijn leiding de groene beloften van dit kabinet niets voorstellen. In het regeerakkoord wordt gesproken over het voorkomen van verdere aantasting van ecosystemen en het verlagen van de druk op milieu. De lobbyactiviteit van de premier staat hier haaks op.”

Commissievoorzitter Barroso veegt in zijn beantwoording de vloer aan met de argumenten van de Nederlandse minister-president voor afzwakking van de natuurregels. De Europese Commissie wijst op de grote noodzaak de biodiversiteit te beschermen en het voorzorgprincipe te hanteren. Zij wijst voorts op de afspraken die daarvoor internationaal –ook met Nederland- zijn gemaakt. Ook de stelling dat de economie per definitie te lijden zou hebben van de bescherming van natuur wordt als onzin afgedaan.

11 januari 2010

Supermarktmonitor: Promotie fout vlees neemt toe

Gezamenlijk persbericht Varkens in Nood en Milieudefensie: Vomar als slechtste getest door Varkens in Nood en Milieudefensie
AH slechte score ondanks groen imago

Uit de Supermarktmonitor Vlees en Vleesvervangers, die ieder halfjaar door Varkens in Nood en Milieudefensie wordt gepubliceerd, blijkt dat in de folders van de supermarkten de aanbiedingen van goedkoop vlees uit de vee-industrie alleen maar toenemen. Bij de aanbiedingen voor Kerst 2009 waren 19 van de 20 vleesaanbiedingen milieu- en dieronvriendelijk. Ook Albert Heijn, dat in 2009 een nieuw assortiment duurzame producten lanceerde, laat verantwoord vlees links liggen. Varkens in Nood en Milieudefensie verwijten supermarkten onethisch gedrag.

19 van de 20 aanbiedingen zijn onverantwoord voor dier en milieu
Supermarkten benadrukken graag dat ze dierenwelzijn en milieu belangrijk vinden, maar hun reclamefolders laten een geheel ander beeld zien. In de tweede helft van 2009 betrof 94% van de vleesaanbiedingen in folders gangbaar vlees. In de vorige meting van juli 2009 was dit nog 89%. Slechts 6% van de reclame in supermarktfolders werd gewijd aan biologisch vlees en vleesvervangers.

Jumbo de beste, Vomar de slechtste
De tweede editie van de Supermarktmonitor laat zien dat Jumbo net als vorig jaar met kop en schouders boven de andere supermarkten uitsteekt, zowel wat betreft het aanbod en de prijs van biologisch vlees en vleesvervangers. Dirk van de Broek doet het deze keer veel beter dan de vorige keer en steeg van de 6e naar de 2e plaats. Zo nam het assortiment en de aanbiedingen voor biologisch vlees toe en werd het prijsverschil met industrievlees kleiner. Vomar zakte naar de laatste plaats vanwege een karig aanbod van vleesvervangers en vanwege duur biologisch vlees.

AH ondanks groen imago slechte score
Ook Albert Heijn stelt teleur. De grootste supermarktketen van Nederland daalt in de ranglijst naar de vijfde plaats. Ondanks het groene imago dat de supermarkt zich heeft aangemeten met het Puur en Eerlijk assortiment, blijft het biologische vleesassortiment achter bij dat van de concurrentie en blijven de prijzen hoog. Zo is biologische biefstuk bij de AH tot 30 procent duurder dan bij andere supermarkten.
Het promoten van gangbaar vlees gaat onverminderd door. De supermarktketen trapte vorige week de Hamsterweken af met een twee-voor-de-prijs-van-één actie, waarbij industrievlees gratis wordt weggegeven. Volgens Varkens in Nood en Milieudefensie illustratief voor het gebrek aan morele verantwoordelijkheid bij supermarkten.

Hans Baaij, directeur Varkens in Nood: "De concurrentie tussen supermarkten bepaalt voor de meeste supermarkten het beleid. Het resultaat is een ongeremde exploitatie van dieren, natuur en milieu. Door de lage inkoopprijzen worden ook de boeren tot op de laatste cent uitgeperst. Ethische waarden bestaan bij de meeste supermarkten kennelijk niet. Het enorme aanbod van dieren uit de vee-industrie voor Kerst 2009 en nu weer de nieuwste actie van de AH waarbij een tweede stuk vlees gratis is, bewijst deze sombere conclusie weer eens ten overvloede."

Hoe moet het verder met de veehouderij in Nederland?

Hoe moet het verder met de veehouderij in Nederland? Deze vraag stelde Eenvandaag op vrijdag 8 januari onder andere aan Compassion in World Farming, LTO Nederland en aan minister Verburg.

In 2001 bepleitte de commissie Wijffels een radicale omkeer in de veehouderij. Het massaal doden van gezonde dieren, om een veeziekte te bestrijden, zou nooit meer mogen gebeuren. Bovendien pleitte de commissie voor een veel diervriendelijkere veehouderij: Koeien horen in de wei, kippen moeten kunnen scharrelen en varkens moeten kunnen wroeten, aldus het rapport. Landbouwminister Brinkhorst was enthousiast: "Dit rapport wordt uitgevoerd. punt".

Nu, in 2010 worden er opnieuw gezonde dieren 'geruimd'. Minstens 40.000 drachtige geiten worden gedood om de Q-koorts in te dammen, en de vee-industrie is nog verre van diervriendelijk.

Het TV-programma Eenvandaag, maakte op vrijdag 8 januari de balans op. Geert Laugs verwoordde de visie van Compassion in World Farming op de toekomst van de veehouderij in ons land: Er is een deltaplan nodig om de dierhouderij duurzaam en diervriendelijk te maken. Dat is niet alleen nodig voor het welzijn en de gezondheid van de dieren, maar ook vanwege het beslag dat de veevoerproductie legt op landbouwgronden in een wereld waar 1 miljard mensen ondervoed zijn en vanwege de grote bijdrage die de vee-industrie levert aan de opwarming van de aarde.

sitestat

10 januari 2010

Grote grazers zouden uit natuurgebieden als de Oostvaardersplassen moeten kunnen wegtrekken

Uit het nieuws van zondag van 10 januari 2010: Een kudde van ongeveer honderd konikpaarden uit de Oostvaardersplassen is in de nacht van zaterdag op zondag het ijs overgestoken naar het Oostvaardersbos bij Almere. Onder het gewicht is een aantal wilde dieren door het ijs gezakt. Alle paarden kwamen op eigen kracht het water weer uit, maar één paard was zo verzwakt dat de boswachters hem moesten afschieten.
Tot zover het persbericht van Staatsbosbeheer.

In de week hiervoor laaide de discussie weer op of de dieren in het natuurgebied bijgevoerd zouden moeten worden. Door de lange tijd dat het gebied onder de sneeuw lag, dreigt er voedseltekort. Staatsbosbeheer wil de dieren aan hun lot overlaten, zodat het aantal dieren dat in de winter sterft kan oplopen tot 1200 paarden. Veel mensen maken zich over dit beleid kwaad omdat zij vinden dat dieren in nood geholpen moeten worden.
Deze kwestie maakt duidelijk dat natuurgebieden niet geïsoleerd zouden mogen zijn en via vrij toegankelijke stroken met elkaar verbonden zouden moeten zijn. Daarvoor moet akkerland wijken en ecoducten worden gebouwd over water en snelwegen. Boeren protesteren omdat zij het land goed kunnen gebruiken om mest op uit te rijden en biomassa op te verbouwen. Deze omstandigheid is ontstaan door de intensieve veehouderij en de oplopende benzineprijzen. Maar de boeren produceren hun vlees en zuivel voornamelijk voor verkoop in het buitenland en het buitenland is veel geschikter voor het produceren van biomassa. De wens van boeren om hun land te behouden kan niet anders worden gezien als het gevolg van het uit de hand gelopen landbouwbeleid na de Tweede Wereldoorlog die geleid heeft tot overproductie en schaamteloze grootheidswaanzin in de vorm van megastallen.
Het recht van een dier om uit de beperking Oostvaardersplassen te migreren naar voedselrijker gebied gaat boven het recht van een Flevoboer om te kunnen produceren. Staatsbosbeheer mag beweren dat de dieren het ijs niet zijn opgegaan door honger gedreven en dat bijvoeren van de dieren gevaarlijk is, omdat zij geen mensen gewend zijn. Mogelijk allemaal waar, maar het zou een grondrecht van dieren moeten zijn om in echte natuurlijke omstandigheden zich vrij te bewegen.
Daarboven hebben de paarden, edelherten en runderen in het Oostvaardersplassengebied geen natuurlijke vijanden (roofdieren als wolf of lynx). Waarmee Moeder Natuur de mogelijkheid ontnomen wordt om relatief snel een dier uit z'n lijden te laten verlossen….

27 december 2009

Halve waarheden, vervuiling en het boerenimago

LTO voorzitter Albert Jan Maat in BN de Stem: 'Waar de agrarische sector last van heeft, is de vervuiling van het politieke debat'. Daar heeft hij gelijk in, maar daarbij dient aangetekend te worden, dat hijzelf een van de grootste vervuilers van het debat is. Met name het debiteren van halve waarheden werkt vervuilend. Maat wil bijvoorbeeld de consument graag doen geloven dat de boerenstand bezig is zo snel af te nemen dat we binnenkort voedsel moeten importeren omdat Nederland dreigt minder voedsel te produceren dan we nodig hebben. De werkelijkheid is dat ons land op het terrein van dierlijke producten ongeveer 300% produceert van wat we nodig hebben (100%). Een verkleining van de veestapel met 60% zou dus nog een overproductie opleveren.
In 2010 wil de agrosector een campagne houden om haar imago te verbeteren. Hopelijk is onderdeel daarvan het steken van de hand in de eigen boezem. Sommige “kleine” boeren verdienen niet zoveel, maar dat is vooral het gevolg van de liberalisering die maakt dat grote boeren met hun bulkproductie geen last hebben van de lage prijs die supermarkten bieden. Willen kleine veeboeren een hogere prijs kunnen afdwingen dan moeten zij die kwaliteit bieden die wezenlijk een beter leven voor hun dieren oplevert of een aantrekkelijker landschap met meer biodiversiteit. Dan is bijspringen van de overheid reëel als een boer extra inspanningen moet doen om het natuurlijke landschap te onderhouden.

26 december 2009

Mens en Dier

Nog even en dit jaar is ook weer geschiedenis. Op 31 december om 12.00 uur ’s nachts knallen de champagnekurken en een krankzinnige hoeveelheid vuurwerk om het nieuwe jaar te verwelkomen. Een nieuw jaar zit er niet in voor de tienduizenden, merendeels gezonde, schapen en geiten die zijn of worden afgemaakt als gevolg van een falend beleid met betrekking tot dieren in het algemeen en veeziekten in het bijzonder. Het failliet van de vee-industrie komt steeds duidelijker in beeld! Er zullen, naar ik vrees, nog vele slachtoffers vallen voor de mensheid tot het inzicht komt dat het systeem volkomen is vastgelopen en doorgeslagen.
Dieren zijn het slachtoffer geworden van de grootheidswaan van de mens die meent straffeloos de eigen belangen te allen tijde te kunnen laten prevaleren. Belangen van andere levende wezens worden daaraan volkomen ondergeschikt gemaakt. De vijfhonderd miljoen(!!) dieren die per jaar in Nederland in de vee-industrie (vroeger bio-industrie genaamd) worden ‘gebruikt’ zijn de treurige slachtoffers van de opvatting dat de ‘dieren er immers voor de mensen zijn’! Net zo min echter als de vrouwen er voor de mannen zijn en de zwarten er voor de blanken zijn – denkbeelden die het ook lang hebben uitgehouden! – zijn de dieren er voor de mensen.
Een dier heeft een eigen – intrinsieke – waarde, die los staat van de waarde voor de mens. Die intrinsieke waarde wordt echter in onze samenleving grotendeels genegeerd, ontkend, gebagatelliseerd en geridiculiseerd. Dat is natuurlijk ook wel handig want stel je voor dat dieren rechten zouden hebben. Bijvoorbeeld het recht om hun natuurlijk, soorteigen gedrag te vertonen, gevrijwaard te zijn van honger dorst, pijn, stress en ander ongerief dat aan het houden van dieren door mensen vast zit. (En dan bedoel ik met ‘het houden van’ niet dat mensen een liefdevolle band met hun (huis)dier hebben). Dat zou het absolute einde van de vee-industrie betekenen. Geen kiloknaller meer of een met belachelijke vleesprijzen stuntende C1000. Geen eieren meer die nog evenveel kosten als in de vijftiger en zestiger jaren, alleen omdat de kippen met tienduizenden op een kluitje, met afgeslepen snavels, als eilegmachine worden gebruikt.
Wat nu met de geiten en schapen gebeurt is wederom een triest dieptepunt in het doorlopende drama van de relatie mens – dier.
Het zal ongetwijfeld het laatste niet zijn. Nu al is Q-koorts geconstateerd bij koeien. Het op elkaar stapelen van dieren in megastallen, fokkerijen, mesterijen en wat dies meer zij, zal tot gevolg hebben dat veel dieren en rot leven lijden, onderhevig zullen blijven aan allerlei gevaarlijke ziekten en die ook onvermijdelijk op de mens zullen blijven overdragen. De MRSA-bacterie is daar ook een goed voorbeeld van. Ongeveer de helft van alle varkenshouders is besmet met deze bacterie die met name voor ouderen, kinderen en mensen met een verminderde weerstand zeer gevaarlijk is. Varkenshouders en hun gezinsleden worden bij ziekenhuisopname daarom uit voorzorg in quarantaine gezet. Al deze ziekten kunnen voorkomen worden dan wel kunnen de effecten er van gedempt worden door de intensieve veehouderij af te schaffen. Dat zal de dieren, de mensen, het klimaat, de natuur en het milieu alleen maar ten goede komen.
Iedereen een gezond, dier- en mensvriendelijk 2010 toegewenst!

24 december 2009

Vooruitblik: minder dieren op het bord

Bijna is het eerste decennium van de 21ste eeuw voorbij. Hoe waren de ‘jaren nul’? In zeven afleveringen blikt de Volkskrant terug. Aflevering 3: vlees onder vuur.

Het overzicht eindigt met de volgende conclusie.
En of het nu was wegens het dierenleed, wegens het klimaat of wegens de gezondheid: al met al gebeurde er iets bijzonders: (veel) vlees eten is uit.

Tot zover de Volkskrant.

Citaat: "Het is de vraag hoe groot de invloed van het opkomende dierenrechtenactivisme op die trendbreuk is geweest".
In hetzelfde artikel en ook in de zaterdag daarvoor in het artikel over de PvdD concludeert de Volkskrant dat de PvdD nog weinig bereikt heeft. De PvdD denkt daar anders over.

Hoe het ook zij, er is beweging in de starheid waarmee de Nederlander vasthoudt aan een dagelijkse portie vlees op het bord.
Elders op het Internet groeit het ongenoegen bij de agrosector dat vlees zo in een kwaad daglicht staat.

De impact van degenen die zich inzetten voor het welzijn van dieren had veel groter geweest wanneer de aandacht zich had gericht op het leven dat een dier heeft voor zijn dood in plaats van het feit dat een dier gedood wordt voor consumptie.
Voor mens en dier geldt "de kwaliteit van het leven is evenredig met de ruimte die zij krijgen om zichzelf te zijn". Met andere woorden krijgt het dier de vrijheid om haar soorteigen gedrag te vertonen. De basis van die gedachte is recht op vrijheid.

Voor het komende decennium zou het een mooie gedachte zijn wanneer iedereen, dat wil zeggen de mensen die het voor het zeggen hebben en degenen die denken dat zij niets in te brengen, zich realiseren dat iedereen elke dag iets voor dieren kan doen. Vrijheid als grondrecht voor dieren laat zich in de eerste plaats voor ieder mens zo vertalen dat we proberen af te zien van handelingen die de vrijheid van dieren onnodig beperken. De waarheid hiervan is des te gemakkelijker te accepteren wanneer we voor "dieren" "mensen" invullen.
Wanneer we ook nog eens lekker leren koken zonder vlees dan worden wij mensen van die vrijheid ook nog eens beter.

Biodiversiteit in Natura 2000 gebieden bedreigd door intensieve veehouderij

Uit het persbericht van LNV van 23-12-2009
Minister Gerda Verburg van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) heeft over 18 Natura 2000-gebieden de definitieve aanwijzingsbesluiten genomen. Het gaat om Deelen, Wijnjeterper Schar, Elperstroomgebied, IJsselmeer, Markermeer & IJmeer, Zwarte Meer, Ketelmeer & Vossemeer, Veluwerandmeren, Eemmeer & Gooimeer Zuidoever, Oostvaardersplassen, Lepelaarplassen, Schoorlse Duinen, Coepelduynen, Donkse Laagten, Oudeland van Strijen, Oosterschelde, Westerschelde & Saeftinghe en Ulvenhoutse Bos.
Door de aanwijzing wordt duidelijk welke kwetsbare natuurwaarden in de gebieden bescherming krijgen. Het gaat onder meer om de bescherming van moerasgebieden die belangrijk zijn als broedgebied van moerasvogels, zoetwatermeren die van groot belang zijn voor veel watervogels, beekdalen, duinen en een grootschalig getijdenlandschap met een grote mate van natuurlijkheid. In de volgende fase, bij het opstellen van het beheerplan, wordt duidelijk welke maatregelen er nodig zijn om de kwetsbare natuur te beschermen.
Natura 2000 De natuur houdt niet op bij de grens. Het is onderdeel van een groter geheel. Daarom zijn er door de lidstaten van de Europese Unie regels opgesteld om de natuur te beschermen. Het gaat om de Vogel- en Habitatrichtlijn. De Vogel- en Habitatrichtlijn beschermen Europa’s natuurparels, de zogenoemde Natura 2000-gebieden. Stuk voor stuk gebieden met bijzondere planten en dieren. Ook minister Verburg wil voorkomen dat de natuur steeds eenvormiger wordt en dat bijzondere soorten verder in aantal afnemen. Uiteindelijk worden in Nederland 162 Natura 2000-gebieden definitief aangewezen.
Tot zover het persbericht.

De eenvormigheid die de minister van LNV wil voorkomen wordt deels veroorzaakt door depositie (neerslag) van ammoniak afkomstig uit stallen van intensieve veehouders. Deze stallen hoeven daarvoor niet heel dichtbij de natuurgebieden te staan. De ammoniak zorgt ervoor dat zuurminnende planten de overhand krijgen in natuurgebieden waardoor de oorspronkelijke vegetatie verschrompelt.
Boeren uit de omgeving van Natura 2000 gebieden dringen er op aan om de normen te versoepelen, zodat zij niet beperkt worden in het aantal dieren dat zij willen houden. Daarnaast zeggen zij de ammoniakuitstoot via luchtwassers te kunnen beperken. Maar omdat luchtwassers energie kosten, snel een verminderde werking hebben en de overheid niet controleert hoe groot de uitstoot van individuele bedrijven is, komt er toch meer vrij dan op papier wordt ingeschat. Daarnaast zetten veel boeren hun luchtwassers uit om energie te besparen.

23 december 2009

Nederlanders hypocriet over dieren en boeren?

Citaat uit Het Vervolg van de Volkskrant van 19-12-2009:

CDA-politicus Ger Koopmans: De PvdD vertolkt "wel een gevoel dat leeft". Nederlanders vervreemden steeds meer van boeren. "Mensen zijn ook wel hypocriet. Met een parkiet in een kooi naast de bank, zitten ze af te geven op het feit dat slachtkippen te weinig ruimte hebben".

Bij wijze van uitzondering heeft Koopmans hier gelijk.

Meer lezen over inconsequente redeneringen, waarbij de rechten van dieren over het hoofd worden gezien? klik hier.

Melk, de witte milieuvervuiler

‘Melk. Da’s belangriek!’ is de boodschap waarmee LTO sinds vorige maand door het hele land loopt te venten om het imago van zuivel en de melkveehouderij op te poetsen. Met deze campagne wil LTO het publiek wijzen op ‘het belang van de Nederlandse melk voor welvaart en welzijn’. Bij Sinterklaasintochten, op kerstmarkten en zelfs bij de 3FM Serious Request-actie in Groningen vragen LTO-leden aandacht voor de positieve bijdrage die de melkveehouderij levert aan mens en milieu. Een onwaarheid als een koe!

De gezondheidsbezwaren die aan de consumptie van zuivel kleven zijn niet mis. Vanwege het hoge gehalte aan verzadigde vetten wordt zuivelconsumptie steeds vaker in verband gebracht met vetzucht. Er zijn onderzoeken die aantonen dat er een verband is tussen zuivelconsumptie en borstkanker. En wie melk drinkt voor sterke botten komt bedrogen uit: vanwege de samenstelling veróórzaakt melk juist botontkalking. Maar melk is ook helemaal niet bedoeld als voedingsmiddel voor de mens! Koeienmelk is bestemd voor koeienbaby’s, mensenmelk voor mensenbaby’s.

De milieubezwaren van de zuivelproductie zijn echter nog veel groter. De veehouderijsector is namelijk de grootste producent van broeikasgassen. Steeds meer gerenommeerde wetenschappers en onderzoeksinstituten (zoals de Wereldvoedselorganisatie en het World Watch Institute) komen tot die conclusie. Wereldwijd stoot de veehouderij, met alles wat ervoor nodig is, meer broeikasgassen uit dan alle verkeer en transport bij elkaar. De melkveehouderij heeft daarin een fors aandeel, door de productie van grote hoeveelheden methaan en lachgas – broeikasgassen die een vele malen sterkere broeikaswerking hebben dan CO2 (resp. 21 en 310 keer). De door de zuivelsector als milieuvoordeel gepresenteerde opname van CO2 door gras wordt als weinig relevant beschouwd vanwege de korte cyclus, waardoor de CO2 alweer snel vrijkomt. Het krachtvoer dat koeien krijgen om de melkproductie op te voeren bestaat o.a. uit maïs en sojaschroot. Het verbouwen daarvan geeft extra milieubelasting. ‘Sojaschroot’ is geen afvalproduct, zoals vaak wordt beweerd, maar het sojameel waaruit de sojaboon (na bewerking) voor 80% bestaat. Dan is er de mest: elke kilo melk die een koe produceert, gaat gepaard met zo’n 3,5 kilo mest. En voor elke kilo kaas is wel 10 kilo melk nodig. Dus 35 kilo mest naast één kilo kaas. Stelt u zich dat eens voor in uw koelkast!

Boeren zouden een belangrijke rol kunnen spelen als landschapsbeheerders. Maar door de intensieve veehouderij en landbewerking neemt de biodiversiteit juist sterk af. Lucht, bodem en water worden vervuild. Weilanden zijn strakke biljartlakens geworden, waar bijna al het leven uit verdreven is. Steeds meer koeien staan permanent op stal. Landschappelijke waarden zijn ondergeschikt gemaakt aan bedrijfseconomische overwegingen.

De Nederlandse zuivelsector wil per sé de melkboer van Europa zijn, of liever nog van de hele wereld. (Terwijl driekwart van de wereldbevolking nota bene lactose-intolerant is en helemaal geen melk verdraagt.) Daardoor is melk een marginaal bulkproduct geworden. Hoe kun je als boer dan een goede prijs bedingen voor je melk en waardering oogsten van de consument c.q. burger? Is het dan gek dat melk in de supermarkt minder kost dan flessenwater...? En zo komt het dat LTO nu de boer op gaat met twijfelachtige gezondheidsclaims en valse verkooppraatjes over positieve milieubijdragen. Die energie kan de sector beter steken in duurzame en diervriendelijke kwaliteitsproductie.

Daniëlle Hutter

22 december 2009

Het in beslag nemen van verwaarloosde dieren kost de AID teveel aan opslag

Eck en Wiel, 22 december 2009 Open brief aan de minister van LNV; p/a de heer Benno Bruggink (woordvoerder minister) b.bruggink@minlnv.nl

Onderwerp: optreden AID inzake doodgehongerde paarden

Geachte mevrouw Verburg,

Op Kamervragen van de Partij voor de Dieren over het laten doodhongeren van paarden in Batenburg (Gelderland) laat U in uw antwoord van 17 december 2009 weten dat “de AID adequaat is opgetreden”.

Graag maak ik U opmerkzaam op een soortgelijk geval in Tiel waar de inspectiedienst van de Dierenbescherming afdeling Rivierenland op maandag 7 december 2 dode pony’s aantrof. In een stal bleek een derde pony van ongeveer 4 maanden oud te staan die op sterven na dood was. De AID weigerde in eerste instantie zelfs maar te komen, pas de volgende dag zou er iemand beschikbaar zijn. Pas na aandringen van de politie kwam er toch een controleur van de AID ter plaatse samen met een dierenarts. De dierenarts constateerde dat de pony zwaar ondervoed en uitgedroogd was.

Na intern overleg bleek dat de AID onvoldoende reden zag om tot inbeslagname over te gaan. De enige manier om de pony de nodige medische verzorging te kunnen bieden, zo luidde het advies van de AID, was vrijwillig afstand doen door de eigenaar van de pony. Hiermee zou de Dierenbescherming formeel eigenaar worden en kon de pony worden meegenomen en de nodige medische verzorging krijgen, iets waar de eigenaar geen tijd voor had. De volgende dag bleek dat de pony dermate verzwakt was dat hij het toch niet ging redden en heeft de dierenarts hem moeten laten inslapen.

Door deze gang van zaken komt de eigenaar, een bekende van de AID inzake verwaarlozing van dieren, er wel erg gemakkelijk vanaf en draait de Dierenbescherming op voor alle verdere kosten.

Navraag bij de AID leert ons dat het beleid is om zo weinig mogelijk dieren in beslag te nemen omdat er in dat geval “opslag” geregeld moet worden wat extra werk en extra kosten betekent. Hiermee worden dieren in nood afhankelijk van toevallige omstanders, in dit geval een vrijwillige inspecteur van de Dierenbescherming, voor hulp.

Graag verneem ik van U of U van mening bent dat de AID ook in dit geval adequaat heeft gehandeld en of het inderdaad beleid is om dieren zoveel mogelijk aan hun lot over te laten.

Hoogachtend,

Joop de Jonge

Dierenbescherming afdeling Rivierenland
Joop de Jonge, voorzitter
e-mail: voorzitter@dbrivierenland.nl
tel Dierenbescherming Rivierenland: 0344-694932
www.kippenmoord.nl

Nederlanders eten minder vlees door zorgen over milieu en dierenleed

Houding Nederlander ten opzichte van vlees verandert

Persbericht WSPA Den Haag, 22 december 2009 – De Nederlander anno 2009 eet nog steeds vaak vlees uit de vee-industrie, maar probeert er wel bewust(er) mee om te gaan. Dat blijkt uit een peiling van CentERdata in opdracht van WSPA (World Society for the Protection of Animals) onder Nederlandse huishoudens naar hun houding ten opzichte van vlees. Met de culinaire feestdagen en het nieuwe jaar in het vooruitzicht, wilde WSPA weten in hoeverre Nederlanders zich bewust zijn van de gevolgen van het eten van vlees en in hoeverre zij daar hun eetgedrag op aanpassen. Uit het onderzoek blijkt dat men zich vooral zorgen maakt over de gevolgen die het eten van vlees kan hebben voor dierenleed en het milieu. Om die redenen is bijna een derde van de Nederlanders het afgelopen jaar minder vlees gaan eten. 20% is voornemens volgend jaar hetzelfde te doen. WSPA is blij met de toenemende bewustwording, maar het blijft een uitdaging om er in de praktijk ook naar te handelen.

WSPA legde de respondenten alle mogelijke gevolgen voor die het eten van vlees, zuivel en eieren kan hebben. Van ontbossing, epidemieën, de uitstoot van broeikasgassen en de schaarste van zoet water, tot dierenleed. Van al deze gevolgen zijn de huishoudens het meest bezorgd over het dierenleed. Maar liefst 74,2% maakt zich gemiddeld tot grote zorgen hierover. Ook de uitstoot van broeikasgassen als gevolg van vleesconsumptie baart 57,2% van de Nederlanders gemiddelde tot grote zorgen.

Niet graag zonder vlees

Toch nemen Nederlanders moeilijk afstand van vlees. 44% van de ondervraagde huishoudens eet minimaal één keer per dag vlees. Ruim een derde (36,8%) eet meer dan de helft van de week vlees. Mannen eten vaker vlees dan vrouwen. Jongeren tot 25 jaar spannen de kroon: 53% eet minimaal één keer per dag vlees. 5% van de Nederlanders eet minder dan één keer per week of helemaal geen vlees.

Goed voornemen: minder vlees

Bijna een derde van de ondervraagden (31%) geeft aan dat ze het afgelopen jaar minder vlees is gaan eten. 20% is van plan het komende jaar minder vlees te consumeren. Slechts een enkeling (0,3%) wil helemaal stoppen met het eten van vlees. Als belangrijkste reden om minder vlees te gaan eten, geeft men voornamelijk aan dat dit te maken heeft met de bewustwording omtrent de gevolgen van het eten van vlees. Men realiseert zich dat het negatieve effecten heeft op dierenwelzijn en het milieu maar ook dat minder vlees eten goed kan zijn voor de eigen gezondheid.

Biologisch vlees: nog niet algemeen

Het merendeel van de Nederlanders eet wel eens biologisch vlees. Vrouwen (66%) vaker dan mannen (56%). Toch is dit nog geen gemeengoed. In de praktijk blijkt dat 85% slechts sporadisch biologisch vlees eet (0-35% van de gevallen). Opvallend is dat jongeren vaker biologisch vlees (65%) eten dan 65-plussers (54%). Slechts 2% van de huishoudens eet altijd biologisch vlees.

Nog werk te verzetten

De resultaten van het onderzoek bevestigen de toenemende bewustwording bij Nederlanders van de gevolgen van het eten van vlees. Toch is er nog veel werk te verzetten volgens Dirk-Jan Verdonk, hoofd campagnes bij WSPA: “Bewustwording van de gevolgen van het eten van vlees is cruciaal voor het adresseren van de gevolgen daarvan. Of het nu gaat om dierenleed, ziektes als de Q-koorts of het milieu. Het is mooi dat het bewustzijn groeit maar er is nog steeds een meerderheid van de bevolking die slecht op de hoogte is van de impact van vleesconsumptie. Bovendien is bewustzijn niet genoeg, het is en blijft een uitdaging om daar in de praktijk ook gevolg aan te geven. Een middel als de ‘VleesWijzer’ kan daar een nuttige rol in spelen. Het helpt mensen heel praktisch om een keuze te maken in het schap. Daarnaast zou het goed zijn als het aanbod van biologisch vlees en alternatieven voor vlees wordt vergroot”.

Impact vlees

De impact van de productie en consumptie van vlees is groot. De wereld-voedsel-organisatie FAO berekende in 2006 dat 18% van de menselijke uitstoot van broeikasgassen te wijten is aan dierlijke productie. Volgens een recent rapport van World Watch Institute is dit zelfs 51%. Jaarlijks verdwijnt er wereldwijd een stuk bos ter grootte van Portugal ten behoeve van veeteelt. Daarmee is vleesproductie een van de grootste bedreigingen voor biodiversiteit. Bovendien wordt het welzijn veelal zeer ernstig aangetast van de meer dan zestig miljard kippen, varkens, koeien en schapen die jaarlijks voor hun vlees worden gedood.

Tot zover de WSPA.
Zie ook de uitzending van Netwerk van 18-12-2009 over de campagne "Bewust eten van vlees" die overheid start om mensen te bewegen om minder vlees te eten.

20 december 2009

Waarom promoot het NOS-journaal geitenvlees?

Geachte redactie van NOS-journaal,

Terwijl tienduizenden mensen geschokt hun handtekening zetten om te protesteren tegen het onnodig doden van duizenden geiten en bokken en er dierenartsen zijn die bewust de keuze maken om geen gezonde geiten te euthanaseren maakt u een item over geitenvlees en dat dat erg lekker kan zijn en dat het jammer is dat de q-koorts er nu tussen komt. Ik zou graag willen weten of er nog iemand in uw eindredactie zit die een beetje hart voor dieren heeft en hen niet enkel als etenswaar ziet? Daarbij vraag ik me af sinds wanneer het NOS journaal zich er voor leent en het als taak ziet om het Productschap van Vee en Vlees te promoten en bovendien ook nog eens een soort van kookles geeft van hoe lekker geitenvlees kan zijn? Van een kerstgedachte van vrede op aarde voor al wat leeft is bij u niets te merken. Wij vinden het intriest dat u een geit blijkbaar als niets meer ziet dan als een product zonder eigenwaarde.

Sandra van de Werd
Comité Dierennoodhulp
www.comitedierennoodhulp.nl

17 december 2009

De beweging voor dierenrechten is minder effectief dan ze zou kunnen zijn

Het opkomen voor dieren kent 2 belangrijke aspecten: gevoel voor rechtvaardigheid en mededogen met het dier. Deze 2 motivaties lijken op de 2 hoofdstromen in de politiek: liberalisme en het socialisme. In de strijd voor de rechten en belangen van het dier heeft recht op vrijheid (liberalisme) helaas niet zulke goede associaties. De associaties die hier bedoeld worden, zijn een associatie met de liberale politiek van de VVD en de politiek van de dierenliberatoren, het dierenbevrijdingsfront (DBF). Dat is jammer, want daardoor dreigt het opkomen voor dieren minder effectief te zijn.

Meer lezen? Klik op de link:

16 december 2009

Agrarisch land in CO2 emissiehandel is een schijnoplossing

Kopenhagen- 14 december 2009 Op dit moment bespreekt het United Nations Framework Convention on Climate Change (UNFCCC) manieren om landbouwgrond te betrekken in het CO2 emissiehandel-mechanisme. Om te benadrukken dat dit een schijnoplossing is, gaan we op 15 december de straat op.

Bente Hessellund van de Deense Climate Justice Action (CJA): 'Ondanks de hoogdringendheid van de klimaatcrisis slaagt het UNFCCC-proces er niet in vraagtekens te plaatsen bij een economisch model dat uitgaat van eindeloze groei op een eindige planeet. De regeringen komen niet verder dan het opzetten van marktmechanismen om de klimaatcrisis op te lossen. Deze marktmechanismen hebben helemaal niet tot doel het gebruik van fossiele brandstoffen of uitstoot van broeikasgassen in de industriële landen terug te dringen. Het betrekken van agrarisch land in C02 emissiehandel is zo een van die schijnoplossingen. Dit kan er op den duur toe leiden dat boeren geen andere uitweg zien dan hun land tegen betaling te laten gebruiken voor CO2-opslag. Dit maakt boeren afhankelijk van de agri-industrie. Landbouwgrond kan enkel gebruikt worden om CO2 op te slaan als landbouw uit de door winst gedreven markt wordt gehaald'.

Om duidelijk te maken dat grootschalige industriële landbouw klimaatsverandering eerder in de hand werkt, dan dat het klimaatsprobleem er door zal opgelost geraken, organiseert Climate Justice Action (CJA) op 15 december een demonstratie in Kopenhagen onder het motto “verander het voedselsysteem, niet het klimaat”. CJA is een van de netwerken actief in de mobilisatie van kritische stemmen rond de klimaattop in Kopenhagen.

De landbouwmanifestatie zal door de straten van Kopenhagen trekken en aandacht vragen voor de positieve alternatieven die lokale, duurzame landbouw biedt. Op een ludieke manier zal de aandacht gevestigd worden op bedrijven die verantwoordelijk geacht worden voor het huidige voedselmodel. Wordt het een blokkade op het bedrijfsterrein van Monsanto of hebben de klimaatactivisten wat anders voor je in petto? Laat je verrassen door een van de stops die op het pad liggen.

Voor boeren overal ter wereld vormen de schijnoplossingen die in de klimaatonderhandelingen worden voorgesteld net zo'n grote bedreiging als droogte, tornado's en de nieuwe klimaatpatronen.

In het Zuiden wordt bos omgehakt en worden boeren van hun landbouwgrond verjaagd om ruimte te maken voor grootschalige industriële mono-culturen zoals soja en maïs, waarmee de Europese intensieve veehouderij wordt voorzien. In de bio-industrie worden miljoenen dieren zo snel mogelijk vetgemest waarbij grote hoeveelheden mest en methaan ontstaan en veel energie wordt verbruikt.

Het promoten van agrobrandstoffen en bio-plastic om de crisis het hoofd te bieden, legt een steeds grotere druk op de gebruikers van landbouwgronden.
Dat heeft in ontwikkelingslanden al geleid tot het op grote schaal innemen van land door multinationals, waarbij kleine boeren en inheemse volken van hun territorium worden verdreven.

'Kleinschalige, duurzame landbouw blijft de beste manier om honger, ondervoeding en de voedsel- en klimaatcrisis te bestrijden,' redeneert Flip Vonk van CJA en daarnaast zelf werkzaam op een biologische boerderij.
'Inheemse zaden bieden de beste mogelijkheid voor aanpassing aan de huidige en toekomstige verandering van het klimaat. Duurzame lokale voedselproductie kost minder energie, maakt ons onafhankelijk van geïmporteerd diervoeder, legt CO2 vast in de grond terwijl de biodiversiteit erdoor verbetert'.

15 december 2009

Q-koorts en ruimingen

In de brief van minister Verburg aan de Tweede Kamer over de Q-koorts staat over de kostenverdeling van de ruimingen en de voorbereiding daarvan: Vaccinkosten: 100% overheid; Dierenartskosten: individuele veehouders. Uitvoeringskosten: 100% overheid; Tankmelkmonitoring: 50% overheid en 50% sector; Bestrijdingskosten zoals testkosten en schadeloosstellingen in het kader van ruimingen: 100% overheid; Gevolgschades: individuele veehouders.

Over de slachtoffers van de Q-koorts en schadeloosstellingen voor door hen geleden materiële schade, wordt met geen woord gerept.

Zo maakt minister Verburg nog weer eens duidelijk dat er wat haar betreft slechts één belang is: het boerenbelang.

Vorig jaar zijn er zes doden door de Q-koorts zijn gevallen, gaat ze in het veiligstellen van de belangen van de geitenhouders, letterlijk over lijken.

Om het beleid van minister Verburg in perspectief ter zetten: Er zijn in Nederland 350 geitenhouders. Er zijn sinds de uitbraak van de Q-koorts 4000 mensen ernstig ziek geworden. Daarbij zijn elf doden gevallen.

De geitenhouders zelf zien Q-koorts niet als een probleem. Immers ze worden voor het grootste deel schadeloos gesteld door de overheid. De eventuele restschade wordt meer dan goed gemaakt door stijgende prijzen van geitenmelk, want door de ruimingen daalt de aanvoer.

Leeswijzer


Thema's of steekwoorden vindt u via de labels onderaan de pagina of op Animal Freedom.
Klik hier voor de laatste bijdragen op dit blog
.
Klik hier voor het beleid om uw privacy te beschermen.
Kijk op ook Facebook voor onze reactie op de actualiteit.

Waarom dit blog?

De Nederlandse veehouderij is vooral gericht op zoveel mogelijk voor de export te produceren onder het motto “meer, meer, meer en groot, groter, grootst”. Dit heeft negatieve gevolgen voor zowel de dierenwelzijn, biodiversiteit, het milieu, het klimaat, de portemonnee en de gezondheid van burgers en ook voor welwillende boeren.
Dit blog verzamelt kritische artikelen die de wurggreep beschrijven waarin de veehouderij zichzelf heeft vastgezet. Zo willen we niet alleen een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de kwaliteit van het leven voor alle belanghebbenden, maar ook aan een schone, gezonde omgeving en een beter dierenwelzijn.

Ook de argumentatie dat dieren grondrechten hebben kan beter en meer aansluiten op hoe mensen voor zichzelf vinden dat recht moet gelden. Alle dier(soort)en kunnen in hun recht op vrijheid als (intrinsiek) evenwaardig aan mensen beschouwd worden. Dierenrechten zijn mensenrechten, die mensen de kans geeft om voor dieren op te komen.
Dieren, bijv. in de intensieve veehouderij, worden behandeld als een object in plaats van een subject met gevoelens en rechten.

De snelheid en het aantal dier(soort)en dat we voortdurend gebruiken is immens. De bijdrage aan onze welvaart en economie van de agrosector is gering. De oplossing is simpel en van niemand anders dan van ons zelf afhankelijk.

Dierenrechten in woord en beeld

Vrijheid is ook een intrinsiek grondrecht voor dieren. Dieren zijn geen dingen Dierenrechten zijn mensenrechten. Mensen moeten voor dieren kunnen opkomen wanneer hun grondrecht wordt geschonden.
logo van Animal Freedom yin en yang
Lees hier over de redenen waarom dieren recht op vrijheid hebben. Lees hier waarin mens en dier evenwaardig zijn.