Mens en dier zijn (intrinsiek) evenwaardig in hun recht op vrijheid

Alle levende wezens zijn verschillend maar evenwaardig in het recht op vrijheid op een natuurlijk leven.
Een dier is (net als een mens) geen ding of een object.
Mensen moeten kunnen ingrijpen wanneer mensen dieren misbruiken of onrecht aandoen.

14 februari 2009

Valse emoties?

Rimmer Mulder haalt in zijn hoofdredactioneel commentaar in de Leeuwarder Courant van 11 februari behoorlijk uit naar alles en iedereen die zich druk maakt over het afschieten van de herten op Terschelling. “De Partij voor de Dieren ruikt haar kans en stookt het vuurtje op”, vindt Mulder. De mens wordt door Mulder opgevoerd als “kroon op Gods schepping of de uitkomst van een evolutie van vele miljoenen jaren”. Prachtig, het scheppingsverhaal én de darwinistische opvattingen samengebracht in één zin. Zo houd je iedereen te vriend! Ook zet hij het afschieten van de herten af tegen het grote dierenleed in de bio-industrie waarvan hij terecht stelt dat dat alleen al permanente publieke acties zou rechtvaardigen. Een ander punt waar hij gelijk in heeft is de selectieve verontwaardiging van lieden die zich druk maken om deze herten maar vervolgens vrolijk elke week de “kiloknaller” van C1000 in hun winkelwagentjes kieperen en daarmee de bio-industrie en dus onnodig dierenleed in stand houden.
De fout die Mulder maakt is dat hij blindelings gelooft dat de mens het recht heeft, uit hoofde van zijn positie (schepping of evolutie) op deze wereld, dieren die even niet het belang van de mens dienen of daarmee op gespannen voet staan, te “mogen” elimineren. Zo zijn we in de geschiedenis met dieren omgegaan en ik heb dat eens iemand de “holenmensmentaliteit” horen noemen. Het is jammer dat de mensheid in meerderheid dat stadium nog steeds niet ontgroeid lijkt te zijn. Prima dat de PvdD “het vuurtje opstookt” en daarmee aangeeft dat niet iedereen het (meer) vanzelfsprekend vindt dat belangen van dieren en natuur per definitie ondergeschikt worden gemaakt aan het op arrogantie en zelfoverschatting gebaseerde superioriteitsdenken van het dier dat mens heet!

11 februari 2009

Pijnpunten en kansen van de vleesveesector

Op de Belgische site landbouwleven valt onder de titel “Pijnpunten en kansen van de vleesveesector” te lezen:

Naar het voorbeeld van de dialoogdagen over de problematiek van jongeren in de landbouw, de paardenhouderij en de biologische landbouw, startte Vlaams minister-president Peeters maandag 9 februari jl. nu ook met de vleesveesector een viertal dialoogdagen op. Tijdens de eerste van deze vier dialoogdagen benadrukte de minister-president vooreerst het belang van de vleesveesector voor de Vlaamse landbouweconomie. Sinds de invoering van de melkquota en mede door het instellen van premies voor ondersteuning van de rundvleesproductie, is het houden van vleesvee uitgegroeid tot een volwaardige bedrijfstak in Vlaanderen. De laatste jaren bedroeg de bruto rundvleesproductie bijna 300.000 ton karkasgewicht. De productiewaarde maakt 12% van de totale Vlaamse eindproductiewaarde uit en rundvlees is - na varkensvlees en zuivel - het derde belangrijkste veeteeltproduct. Het komt op nummer vier in de rij van alle land- en tuinbouwproducten in Vlaanderen.
Bovendien is het een sector die een positieve handelsbalans van 350 miljoen euro vertoont. Hiermee behoort België tot de top 12 van de landen die rundvlees exporteren. Nederland (38%), Frankrijk, Duitsland en Italië zijn de belangrijkste afnemers van het Belgisch rund- en kalfsvlees.

Daarnaast mogen we, volgens de minister, ook de pijnpunten die samengaan met de ingevoerde producten, niet verzwijgen. “Vraagt de consument zich bijvoorbeeld wel voldoende af of het vlees dat geproduceerd is in andere continenten aan dezelfde hygiëne- en kwaliteitseisen moet voldoen?”, zo stelde de minister, waarbij hij expliciet verwees naar Brazilië, Argentinië en andere landen waar rundvleesproducenten aan minder strenge voorwaarden moeten voldoen dan de Vlaamse producenten.

Uit die eerste dialoogdag bleek alvast dat bij de meeste deelnemers het gevoel bestaat dat op gebied van export nog wel een tandje moet bij gestoken worden.
Een andere vaststelling tijdens de eerste dialoogdag was dat de productiekosten in de vleesveehouderij in Vlaanderen hoger liggen dan elders in de wereld, maar bovendien ook - en dat is zorgwekkender - hoger dan elders in de Europese Unie. Ook daar zal dus moeten aan gewerkt worden.

Tot zover citaten van de site landbouwleven.

Het is duidelijk dat de dialoog op een beperkte manier wordt gehouden. Net als in Nederland zou een betrekken van de nadelen van de intensieve veehouderij volgens het principe ‘de vervuiler betaalt’ en een eerlijke berichtgeving over de nadelen van (onder andere financiële steun aan) de intensieve veehouderij een veel reëler afweging opleveren. Aan rundvleesproducten uit Brazilië en Argentinië zou prima de eis gesteld kunnen worden dat deze afkomstig zijn van dieren die in natuurlijke omstandigheden leven, dat wil zeggen in de grote grazige weiden die deze landen in veel ruimte mate hebben dan Vlaanderen en Nederland.

Pleidooi voor conserverende landbouw

Onder de titel ‘Er zijn andere landbouwmethodes nodig om de wereld te voeden’ doet Agriholland verslag van de bijdrage van directeur Shivaji Pandey van de landbouw en voedselorganisatie van de Verenigde Naties FAO vorige week op een internationaal landbouwcongres in New Delhi. Boeren moeten volgens hem kiezen voor een conserverende landbouw, waarbij er zo weinig mogelijk bodembewerkingen worden toegepast. Met conserverend wordt hierbij duurzaam voedsel verbouwen bedoeld. Overmatig ploegen, overbevissing, overmatige bemesting, irrigatie en bestrijdingsmiddelengebruik heeft het ecosysteem te veel belast, stelt Pandey.

Wat in het pleidooi van Pandey opvallend mist is een oproep tot minder vlees consumeren. Een dergelijke verandering in consumptiepatroon zet veel meer zoden aan de dijk in het voeden van meer mondiale monden en heeft ook nog eens effect op het tegengaan van de opwarming van de aarde. Conserverende landbouw zorgt bovendien voor extra vastlegging van CO2. Door het land niet te ploegen wordt er ook water bespaard.

10 februari 2009

Kredietcrises oplossen kost 3 triljoen, honger de wereld uit 20 miljard

Jan Pieter Ekker blogt over de film Food, Inc., die in première ging op de Berlinale, en die liefst een zelfde impact als Al Gore’s An Inconvenient Truth zou willen hebben.

Een citaat:

In het Friedrichstadt Palast, een glitterend revuetheater in hartje Berlijn, vond de Europese première plaats van de documentaire Food, inc. Berlinale-directeur Dieter Kosslick kwam hem persoonlijk inleiden. ‘Het schijnt dat er meer dan 3000 miljard nodig is om de kredietcrisis op te lossen. Met slechts 20 miljard euro kunnen we de honger de wereld uit helpen.’

In Food, inc. laten de Amerikaanse regisseur Robert Kenner en de onderzoeksjournalisten Eric Schlosser en Michael Pollan zien wat er in ons eten zit. Pollan is de auteur van The Omnivore’s Dilemma; Schlosser schreef de non-fictie bestseller Fast Food Nation, waarvan Richard Linklater in 2006 een waardeloze speelfilm maakte, die na de wereldpremière in Cannes bijna nergens te zien is geweest.

09 februari 2009

Duurzaamheid is het toverwoord om te bedelen voor subsidie

Nu in de landbouw door de kredietcrisis de buikriem wat dreigt te worden aangehaald probeert de Agrosector met oude wijn in nieuwe zakken weer eens een graai te doen in de subsidiepot. Het verzoek om steun van de overheid gaat onder het mom van duurzaamheid bevorderen.
Toen de vuilnisdienst een te lage status kreeg, werd de naam veranderd in milieudienst.
Toen het spuiten van landbouwgif door de consument met argusogen werd bekeken, hernoemde men het gif in gewasbeschermingsmiddelen.
Ordinair meer geld verdienen door te bezuinigen op dierenwelzijn en megastallen te bouwen heet nu rendementsverbetering.
Is mest een probleem? We voegen wat voedsel toe aan de mest en we wekken energie op via een biomassavergisting in een biogasinstallatie of we rijden meer uit op het grasland dan de EU verstandig vindt en noemen dat derogatie.
Wordt energie te duur? We vragen subsidie om maatregelen te nemen om energie te besparen en daarmee de concurrentiepositie te versterken en om nog meer buitenlandse boeren te kunnen beconcurreren.
Heeft het publiek problemen met het permanent houden van vee binnen de stallen? Geen probleem, we noemen het binnenshuis verzamelen van mest minder belastend voor het milieu.
Vindt het publiek de megastallen lelijk? We pleiten voor een betere inpassing van agrarische bedrijvigheid in het landschap.
Vindt het publiek dat varkens niet permanent tussen stangen moeten staan? We richten wat (zicht)stallen in met varkens in het stro en we laten het publiek binnen met de boodschap dat straks alle varkens zo gehuisvest zullen worden.

Kortom, de lijst met voorbeelden waarop de Agrosector de belastingbetaler in het ootje neemt is lang. Het gaat niet om de waarheid, maar om de geloofwaardigheid van het imago. En de sector weet dat het publiek zich graag in slaap laat sussen. Die heeft immers andere zorgen aan zijn hoofd dan het luisteren naar zijn geweten.

Het “verduurzamen” van de agrosector is allemaal uitstel van executie, want de Nederlandse veehouderij bevindt zich op een doodlopende weg. Dat de grote boeren, die het hardst doen aan schaalvergroting, het laatst zullen overblijven is geen argument om onder het mom van duurzaamheid belastinggeld over de agrarische hanenbalk te gooien.
Wat boeren hier in ons land doen, kunnen boeren in het buitenland op den duur veel goedkoper wanneer ze –gedwongen door valse concurrentie- de innovaties en het negeren van de belangen van mens, dier en milieu van ons overnemen.
Duurzaam beleid is de veestapel te verkleinen en over te laten aan die veehouders die minstens het eko-keurmerk of het Demeter-keurmerk voeren, maar liefst nog meer doen aan echt ecologisch verantwoorde maatregelen. Het kost de consument wel wat meer geld en levert gezondere voeding op, maar het bespaart de belastingbetaler bakken met geld.

06 februari 2009

Protectionisme kan dierenleed besparen

De Nederlandse economie is afhankelijk van de export. Protectionistische maatregelen van het buitenland zou onze ondernemers niet uitkomen. Er is een duidelijke uitzondering die veel dierenleed zou schelen: de export van Nederlands vlees en zuivel zou best heel wat minder kunnen. Om te concurreren op buitenlandse markten bezuinigen Nederlandse veehouders op dierenwelzijn. Als buitenlandse markten deze invoer zou tegenhouden en de Nederlandse overheid zou de eigen markt van biologisch of ecologisch verantwoord geproduceerde zuivel beschermen tegen de invoer van bio-industrie producten uit het buitenland dan zou dat zelfs wereldwijd veel dierenleed schelen. Wat is de zin van het heen en weer slepen van vlees, wanneer landen meer produceren dan de eigen behoefte is en het surplus verkopen in een ander land dat ook teveel produceert?
Wanneer we dan (eindelijk ook nog) het principe toepassen dat de vervuiler betaalt, dan kan de belastingbetaler opgelucht ademhalen en de vaderlandse bio-industrie bijplaatsen op de vuilnisbelt van de geschiedenis.

Bedrijfsterreinen geschikt als (tijdelijk) natuurterrein

Op vrijdag 6 februari 2009 promoveert Robbert Snep op het onderzoek ‘Biodiversity conservation at business sites – options and opportunities’ aan Wageningen Universiteit.

“Bedrijventerreinen kunnen een belangrijke rol spelen bij het behoud van natuur en biodiversiteit, juist vanwege hun ligging en landgebruik.” Dat stelt ir. Robbert Snep, landschapsecoloog bij Alterra, Wageningen UR. Bedrijventerreinen staan vooral bekend vanwege hun lelijkheid en prominente aanwezigheid in de rand van steden en langs wegen. Veel terreinen zijn verouderd en toe aan herstructurering. Het lijkt daarom onwaarschijnlijk dat deze terreinen een meerwaarde voor hun omgeving kunnen opleveren. Maar toch is dat wel zo, blijkt uit het onderzoek waar Snep op promoveert.

Snep onderzocht de huidige en potentiële waarde van verschillende typen bedrijventerreinen voor natuur en biodiversiteit. Ook bekeek hij hoe eventuele maatregelen voor het behoud en herstel van biodiversiteit zouden vallen bij ondernemers, werknemers, overheden, omwonenden en natuurorganisaties. Robbert Snep: “Uit mijn onderzoek blijkt dat er nu al bijzondere broedvogels en amfibieën op bedrijventerreinen voorkomen, en dat met een aangepaste inrichting en beheer deze meerwaarde voor de natuur nog sterk vergroot kan worden.”

Met uitsterven bedreigde vlindersoorten zouden volgens Snep met relatief eenvoudige aanpassingen op een aantal bedrijventerreinen beter beschermd worden. Ook kunnen bedrijventerreinen gelegen in de stadsrand als bron voor meer natuur in de stad dienen, zodat bewoners van aangrenzende wijken meer vlinders en vogels in hun tuin krijgen. De biodiversiteit op bedrijventerreinen kan onder meer vergroot worden door groene daken en gevels, tijdelijke natuur op braakliggende percelen, ecologisch groen in plaats het huidige steriele bedrijfsgroen, en meer groen in de vorm van ecologische verbindingszones of grotere eenheden.

Gebruikers van bedrijventerreinen geven aan dat groen op hun terrein een meerwaarde kan opleveren, zolang het past binnen de gewenste uitstraling van het terrein en bijdraagt aan de gezondheid en leefbaarheid voor werknemers en omwonenden. In het buitenland zijn al veel bedrijven actief bezig met natuurbehoud op hun eigen terreinen. Nederland loopt wat dat betreft nog behoorlijk achter. Er is nog weinig besef bij ondernemers en overheden dat duurzaamheid en maatschappelijk verantwoord ondernemen op bedrijventerreinen heel goed kunnen worden vormgeven door maatregelen om de biodiversiteit te vergroten.

Vleesconsumptie en vrijheid

Voor de vleeseters uit de tijd voor de koelkast was het eten van vlees een gebeurtenis verbonden met feest. Vlees was niet houdbaar, dus als je deelde met de rest, dan ging er geen vlees verloren en hoefde de ander even niet naar voedsel te zoeken. Kortom: men kreeg een tijdje vrijaf.
De moderne mens heeft het dier zijn vrijheid afgenomen om permanent over voedsel te beschikken. Door de vrije markt economie is de boer als producent van vlees en zuivel zelfs in de verleiding gekomen om het dier nog meer vrijheid af te nemen, in de vorm van kostprijsverlaging, ten koste van dierenwelzijn. Hij kan nu nog meer geld verdienen en de consument kan geld besparen. Het is een win-win-situatie voor mensen met weinig last van hun geweten.

In groter, globaal verband valt het gedrag van de mens in het uitbuiten van de aarde te benoemen als parasitair gedrag. De (uit)zuigende werking van de hebzucht is respect- en grenzeloos. Het leidt tot verslaving en slavernij. Omgaan met vrijheid is omgaan met (ethische) grenzen, niet alleen met de draagkracht van het milieu, de medemens, maar ook van het dier en de natuur.

04 februari 2009

Wij ruilen geen dieren, we wisselen uit

Peter Kuipers is baas van het Dierenpark Amersfoort. In het Reformatorisch Dagblad vertelt hij het volgende.
Dierentuinen kopen ook geen dieren van elkaar, ze ruilen zelfs geen dieren. In plaats daarvan is er een systeem op basis van ”voor wat, hoort wat”. Kuipers geeft een voorbeeld: „Amersfoort heeft een indrukwekkende kudde giraffen, maar allemaal mannen. We zijn de grootste giraffenspermabank in Europa. Onze mannen gaan voor nageslacht naar elders en daar blijven ze. In ruil daarvoor nemen wij giraffenjongetjes van elders op in onze mannenkudde. Of we krijgen andere dieren, dat regelen gewoon we onderling”.

Tot zover de onnavolgbare logica van een gewezen bankdirecteur in het dagblad.
Geld en dieren: Bien étonné de se trouver ensemble?

Voor wie wil weten tot wat voor obscure ruilhandel dierentuinen in staat zijn, klik hier.


Klik hier om meer te lezen over dierentuinen.

De agrosector dendert door

Na de schaalvergroting in de kippen- en varkensindustrie is de melkveehouderij toe aan een megasprong. De reden is economisch. Alleen zo kan de kostprijs zo laag worden gehouden dat concurrentie op de buitenlandse mogelijk is en blijft. In de praktijk betekent dit soms meer dan 800 koeien die jaarrond op stal worden gehouden. De vestiging is niet meer alleen op het platteland, de koeienkathedralen worden zelfs binnen de gemeentegrenzen gepland.
Moet deze megalomane inname van de openbare groene ruimte niet worden tegengehouden? Zeker, maar de provinciale overheden hebben in hun beleidsinstrumenten, de Provinciale Omgevings Plannen (POP) weliswaar soms paal en perk gesteld aan nieuwvestiging van bio-industrie in de vorm van varkens- en kippenflats, maar een megamelkveestal valt nog niet onder de definitie van bio-industrie. En daar zit iets overduidelijk scheef.
De burger had van oudsher nog wat sympathie over voor de koeienboer. Velen komen uit een boerenfamilie met warme herinneringen aan de boerderij van opa en oma. Industrialisatie van het platteland (“dozen schuiven”) wordt met lede ogen aangekeken, maar de aanblik van koeien in de zomerse weide maakte veel goed en snel vergeten dat de meeste dieren uit het zicht waren verdwenen. Hoe was het ook alweer: “biologisch en bio-industrie is toch hetzelfde, of vergis ik mij”? Het zal de gemiddelde burger die slechts een handvol dagen per jaar over het platteland fietst worst zijn.

De grazige weiden worden omgevormd tot groene biljartlakens waarop de boer het gras oogst, zonder stil te staan bij de broedende weidevogels. Daarvoor heeft hij niet de tijd en het geld, want daarmee rekening houden doet hij hoogstens als de overheid de gederfde omzet met subsidie vergoedt.

De koeien die de burger nog wel buiten ziet bij een megastal zijn vaak koeien die ziek zijn en tijdelijk buiten geparkeerd worden.
De topsportende koeien binnen zijn door de hoge productie vaak uitgemergeld, maar niemand die het ziet, want anders dan vroeger op de boerderij kom je het moderne bedrijf niet meer binnen. Je zou eens ziektekiemen mee kunnen brengen.

De moderne vaderlandse boer heeft geen enkel medelijden met de verdwijnende collega’s in het buitenland die niet meer op kunnen tegen de economische concurrentie. Hun helpen met subsidies was toch tegen de zin van de burger die protesteerde tegen oneigenlijke steun vanuit Brussel met het eigen zuurverdiende belastinggeld? Laat iedere buitenlandse boer maar zijn eigen broek ophouden! In die gedachte zit natuurlijk wel wat, maar dan moeten ook de kosten voor het opruimen van de vervuiling wel worden doorberekend aan de megaboer. Nu moeten ten behoeve van het landbouwverkeer de wegen worden verbreed, extra fietspaden worden aangelegd, zodat de grotere tractoren met verhoogde snelheid kunnen door denderen naar ver weg gelegen biljartlakens.

Opzij, opzij, opzij, maak plaats, maak plaats, maak plaats.

Het gaat de herenboeren om het grote geld onder het mom van betaalbaar voedsel op uw bord. Dat het er in de werkelijkheid gaat om de producten in het buitenland op het bord te krijgen, snapt de burger al lang niet meer.
Misschien zou het melken bij de komende Olympische Spelen als een tak van indoorsport kunnen worden toegevoegd?

02 februari 2009

Varkens slachten: it is all about the money

Verscheidene organisaties hebben zich opgewonden over het vergassen van varkens met CO2. Op dit blog een video van een item van Arjen Lubach.

In een uitzending van Eenvandaag reageert een vertegenwoordiger van slachterij VION:

‘Het is geen vrolijk aanblik’, geeft prof. Bert Urlings, directeur kwaliteitszaken van VION, toe. ‘Het lijkt alsof het dier stikt, maar dat is niet zo.’ Volgens Urlings gaat het hier om een natuurlijke fysiologische reactie. ‘Bij verhoging van het CO2 gehalte denkt het lichaam direct dat er minder zuurstof in het bloed zit, waardoor de ademhaling dieper wordt.’
Een alternatief voor het verdoven met CO2 is de stroomstoot. Een deel van de varkens uit de bio-industrie worden op deze manier verdoofd. Maar dat betekent wél dat er minder varkens per uur kunnen worden gedood, omdat verdoving met een stroomstoot individueel moet gebeuren. Bij vergassing kunnen varkens in een groep worden bedwelmd –wat natuurlijk veel rendabeler is voor een varkensslachterij.
Met C02 bedwelming worden alle regels grof overtreden. Terwijl dezelfde expert, dr Hoenderken, al in 1978 (!) met een proef aantoonde dat de methode niet door de beugel kon. De voorloper van de Voedsel- en Warenautoriteit - de Rijksdienst voor Vee en Vlees- liet na dit experiment C02 bedwelming van varkens dan ook verbieden.
Twintig jaar later werd dit verbod weer opgeheven toen EU-regelgeving van kracht werd.

Tot zover de weblog van Pauline Veen op de website van Eenvandaag.

Je moet maar lef hebben om het vergassen goed te praten met de opmerking dat het dier niet stikt en dat “het lichaam denkt” en de suggestie te wekken dat er geen pijn en paniek optreedt maar slechts een diepere ademhaling.

Het gaat allemaal om het geld en elke cent die kan worden bespaard is een uitstel van executie van de ten dode opgeschreven sector van de intensieve veehouderij.

Vergelijkingen met de holocaust

In de nota Voedsel en Groen (2000) van het ministerie van LNV vormt dierenwelzijn een belangrijk speerpunt van beleid tot 2010.

Dierenrechten en dierenwelzijn zijn ge(waar)borgd wanneer dieren:
1. vrij zijn van dorst, honger en onjuiste voeding;
2. vrij zijn van fysiek en thermaal ongerief;
3. vrij zijn van pijn, verwonding en ziektes;
4. vrij zijn van angst en chronische stress;
5. vrij zijn om hun natuurlijke gedrag te vertonen.

De laatste vrijheid, dat dieren vrij zouden moeten zijn om hun natuurlijke gedrag te vertonen, zijn veel mensen het mee eens. Maar er zijn ook veel mensen die vinden dat het moderne landbouwhuisdier zo gefokt is dat het minder natuurlijk is als haar oorspronkelijke wilde soortgenoot. Zij vinden het daarom logisch dat boeren hun vee permanent op stal houden en zich beperken tot minimale, lees: goedkope “natuurlijke” omstandigheden.
Op deze manier reduceren zij het gat dat er is tussen hun opvattingen en hun gedrag, waarmee het kopen en eten van goedkope bio-industrieproducten wordt bedoeld.
In de psychologie is dit fenomeen bekend onder de term “cognitieve dissonantiereductie”.

Er zijn ook veel mensen die de misstanden in de bio-industrie vergelijken met de Holocaust, zeker wanneer zij geconfronteerd worden met het vergassen van dieren in de slachterij. In de concentratiekampen konden de beulen en bewakers hun onmenselijke gedrag beter motiveren door de gevangenen te ontmenselijken. Ook de ontdierlijking van het dier in de intensieve veehouderij draagt bij aan de cognitieve dissonantiereductie: “er is weinig natuurlijks over aan het dier”.


Uiteraard zijn deze verschuivingen in de opvattingen van de onverschillige consument een kwalijke zaak. Het is des te kwalijker omdat men in de reclame deze verschuiving nog eens een handje helpt door zelfs zover te gaan dat het dier niets liever wil dan zo ontdierlijkt behandeld te worden.

29 januari 2009

Dieren hebben gevoel en pijn, en nu?

Uit een persbericht van de WSPA (World Society for the Protection of Animals):
Met haar handtekening spreekt mevrouw Verburg zich namens de Nederlandse regering uit voor de aanname door de Verenigde Naties van een Universele Verklaring voor Dierenwelzijn. Met deze Verklaring zal voor het eerst op zo'n hoog politiek niveau worden vastgelegd dat dieren gevoel hebben en pijn kunnen lijden en dat hun welzijn daarom aandacht en respect verdient.
De Universele Verklaring moet helpen wereldwijd een einde te maken aan dierenleed. De Verklaring zal een klemmend beroep doen op nationale overheden om ernstig rekening te houden met dierenwelzijn bij het formuleren van wetgeving en beleid voor dieren. Daarnaast moet de Verklaring een maatstaf zijn voor regeringen, instanties, bedrijven en individuen in delen van de wereld waar momenteel weinig of geen aandacht bestaat voor dierenwelzijn.

Tot zover de WSPA via het communicatiebureau Marlot

Initiatieven als van de WSPA roepen sympathie en vraagtekens op. Wordt het publiek niet in slaap gewiegd als zij het idee krijgen dat de beleidsmakers in hun toekomstplannen rekening gaan houden met het feit dat dieren gevoel hebben en pijn kunnen lijden? Welke veehouder in Nederland doet zijn dieren opzettelijk pijn, behalve kortdurend bij aantasting van hun lichamelijke integriteit door castratie, amputatie of wanneer het dier geprikkeld moet worden om de veewagen in te drijven?
Is het probleem van de intensieve veehouderij niet veel meer dierpsychologisch? Het dier wordt een natuurlijk leven onthouden en verveelt zich in zijn korte leventje te pletter. Ieder weldenkend mens zou dit een aantasting van het welzijn van het dier en haar dierenrechten noemen, maar zal het juridisch hout snijden?
Het antwoord is reeds decennia bekend: dat doet het niet. Het is de zoveelste poging om de publieke opinie via vrijblijvende communicatiestrategieën te beïnvloeden. Het geheel doet denken aan een mediacircus waarbij beide partijen elkaar in evenwicht houden, omdat een werkelijke aanpak van het probleem te persoonlijk wordt en de betrokkenen berooft van hun broodwinning.

28 januari 2009

Het vlees is zwak, sexy voorbeeld doet volgen

Sex sells, dat weten dierenrechtenactivisten al lang. Wakker Dier organiseerde een wedstrijd voor de meest sexy vegetariër (m/v). En ook de mensen van de People for the Ethical Treatment of Animals (PETA) gebruiken de belangstelling van het surfende jonge publiek al lang om hen te verleiden om te kijken op hun website.

"Naakt" wordt ook ingezet om media-aandacht te krijgen voor de gewelddadige manier van met stieren omgaan bij culture activiteiten in Spanje en Zuid-Amerika. Twee dagen voor in Pamplona de stieren door de straten worden gejaagd, lopen enkele honderden PETA aanhangers (half)naakt hetzelfde parcours.

Aandacht trekken doet het zeker, maar of het kwartje valt bij de sitebezoekers dat dieren een beter leven verdienen, dat is de vraag. In ieder geval wordt er een link gelegd tussen sexy en vegetariër zijn en dat is een verband die veel activisten te lang hebben genegeerd. Een goed voorbeeld doet volgen.

Duurzaamheid is vooral goed voor de bouwsector

Wie goed naar LNV minister Gerda Verburg luistert, ziet heel andere beelden dan de woorden in eerste instantie suggereren.

Spreekpunten van de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, G. Verburg, Agrifirm Jongerendag, 21 januari 2009.

"Ik weet niet of u het beeld herkent, dames en heren, maar ik doe dat wel. Het is het platteland van Ot en Sien. Het is een beeld, want allang niet meer de realiteit.

Wat is de realiteit? Als je kiest voor het boerenbestaan, dan kies je dat in de eerste plaats met en vanuit je hart. Want het is een mooi bestaan: Je produceert goed voedsel, je onderhoudt en beheert de natuur en het landschap en je houdt het platteland levend en vitaal. Maar wat de buitenwacht niet ziet, of niet weet, is dat elk boerenbestaan ook zijn schaduwkanten kent. Lange dagen tegen een soms relatief geringe vergoeding, vaak grote financiële verplichtingen, sterke afhankelijkheid van het weer, het onverwacht toeslaan van ziektes of infecties."

Tot zover de minister.


Meer in overeenstemming met de realiteit zou zijn als Gerda Verburg had gezegd:
Als je kiest voor het boerenbestaan, dan kies je dat in de eerste plaats met en vanuit je portemonnee. Want het is een groeisector: Je produceert veel voedsel, je onderhoudt en beheert het cultuurlandschap en je houdt de bouwsector levend en vitaal.

CO2-bedwelming van varkens kan daglicht niet verdragen

Persbericht: 28/01/09: Experts zijn het er al jaren over eens: het bedwelmen van slachtvarkens met CO2 is dieronvriendelijk en zorgt voor onnodig lijden. Beelden van de gruwelijke wijze waarop varkens worden verdoofd, voorafgaand aan het slachten, zijn jarenlang geheim gehouden. Een drietal dierenbeschermingsorganisaties heeft met hulp van bedwelmingsexpert dr. Hoenderken de hand weten te leggen op schokkende videofragmenten die zijn gemaakt tijdens meerdere wetenschappelijke onderzoeken aan de universiteit van Zürich.

De beelden tonen op confronterende wijze hoe varkens na blootstelling aan het gas in paniek raken en wilde bokkensprongen maken. Happend naar lucht zakken de dieren na zo’n halve minuut door hun poten om al stuiptrekkend buiten bewustzijn te raken. In meerdere grote slachthuizen in binnen- en buitenland worden per dag duizenden varkens in groepen op deze wijze bedwelmd. Alleen al bij varkensslachterij Vion in Boxtel ondergaan per week 55 duizend dieren dit lot.

Varkens zijn zeer gevoelig voor het prikkelende gas en worden al snel onrustig als de hoeveelheid CO2 in de lucht toeneemt. Net als bij mensen zorgt het gas voor irritatie aan hun luchtwegen en hevige ademnood. Onderzoek heeft aangetoond dat varkens liever dagenlang doorbrengen zonder voedsel of water dan te worden blootgesteld aan hoge concentraties CO2.

De verdoving van varkens met CO2 in de slachthuizen vindt plaats in afgesloten ruimtes die geen ramen hebben en waarin geen camera’s zijn geïnstalleerd. Daardoor is het voor de Voedsel en Waren Autoriteit onmogelijk om het lijden van de dieren te beoordelen. Dit gebrek aan transparantie is in strijd met de Europese wetgeving, die stelt dat controlerende instanties te allen tijde toegang moeten hebben tot alle delen van een slachthuis. Varkens in Nood heeft bezwaar gemaakt tegen de onmogelijkheid om het slachtproces te controleren, maar de VWA ziet er de noodzaak niet van in.

Met de videobeelden willen de samenwerkende stichtingen Varkens in Nood, Wakker Dier en Rechten voor al wat Leeft laten zien dat het bedwelmen van varkens met CO2 een inhumane praktijk is die het daglicht niet kan verdragen. Zolang controle onmogelijk is, blijft het varken achter in het donker.

25 januari 2009

Wil iemand misschien een tijgertje?

tijger

In Arnhem hebben ze 3 dierentuintijgers, de wat kleinere, Sumatraanse soort.
25 Km verderop, in Rhenen, hebben ze 6 Amoertijgers en 2 Siberische.
Daar vlakbij, in Amersfoort: 3 Amoertijgers en 2 Siberische.

In Brabant liggen, op 40 km van elkaar, twee dierentuinen.
Hilvarenbeek: 5 Amoertijgers, en Mierlo: 2 Amoertijgers.

En dit is nog niet alles. Ook Emmen en Rotterdam hebben tijgers.
Kortom: dit land is bezaaid met tijgers.
Ook net over de grens zijn tijgers: Antwerpen, Münster, Krefeld, enz….

Er wordt dus tegen de klippen op gefokt.
Tijgers in het circus? Graag: waar moeten we er anders mee naartoe?

circuswagen

Wat de soorten betreft: ik denk niet dat iemand daar belangstelling voor heeft.
Een dierentuinbezoeker ziet een tijger. Circusklant: idem.
Soortenbehoud zijn een excuus voor dierentuinen om nog meer tijgers op te sluiten.

De ongecontroleerde fokkerij is een gevolg van 'zelfregulering'.
Dierentuinen zijn eigen baas; voor zover ik weet hoeven ze geen enkele verantwoording af te leggen aan de minister en/of gemeenteraad omtrent hun beleid.
(Ook niet als ze gesubsidieerd worden.)
Overschotten worden desnoods afgemaakt, het beruchte 'surplus' van dierentuinen.
Geen burger die er wakker van ligt.
Ook de Partij voor de Dieren heeft er niet meer dan marginale belangstelling voor; er is geen werkgroep.

Kooiverrijking?

In het Haarlems Dagblad deze week als blikvanger bovenaan de bladzij 'Binnenland' een heel grote kleurenfoto van een tijger in Rhenen, die als kooiverrijking een p a p i e r e n prooidier krijgt “in de hoop dat ze zich meer als echte roofdieren gaan gedragen”.
Maar het dier leeft in onnatuurlijke omstandigheden en KAN dus geen natuurlijk gedrag vertonen. Het is om je rot te schamen, hoe zo’n prachtig roofdier behandeld wordt.
Dit illustreert het wanbeleid van dierentuinen, waar maar raak gefokt wordt, en waarbij ze door de overheid geen strobreed in de weg gelegd wordt.

E.D.


Klik hier om meer te lezen over dierentuinen.

24 januari 2009

Het gaat bij kweekvis en de koks gewoon om de centen

Op de site Misset Horeca wordt ingegaan op:

Zeven vooroordelen over kweekvis

Bij het reageren op deze vooroordelen wordt geen sterke argumentatie gevoerd. We sommen de vooroordelen op en laten die gedeelten in de reactie staan die duidelijk de onverschilligheid van de auteur Bianca Roemaat laten zien over het welzijn van de kweekvis en haar gebrek aan betrokkenheid bij de ernst van de problematiek.

Op de site:


Kweekvis komt steeds vaker op het restaurantbord terecht. De achteruitgang van de natuurlijke visstand maakt kweekvis het op één na beste alternatief. Koks blijven hun vooroordelen. We laten er een zevental passeren.

1. 'Kweekvis zit vol medicijnen'
Zolang de kwekers open communiceren over wat ze met hun vissen doen, is enigszins te controleren of het veilig gebeurt

2. ‘Kweekvis is groter’
Wie een gekweekte kabeljauw naast een wilde legt, komt al gauw tot de slotsom dat de kweekvis groter is. ‘Ze hebben vast groeihormonen gekregen’, is één van de vooroordelen. Of dat de reden is, laten we hier buiten beschouwing, omdat daarover niet zomaar een uitspraak is te doen zonder wetenschappelijk onderzoek.

3. ‘Kweekvis eet vis’
‘In de brokjes die de vissen in bassins krijgen, zit vaak eiwit en soja. Maar ook restproducten van wild gevangen vis en schaaldieren. Dat riekt naar ‘kannibalisme’, maar dat is in de natuur gebruikelijk.

4. 'Kweekvis is minder lekker'
Het is een cliché, maar smaken verschillen.

5. ‘Kweekvissen hebben geen ruimte'
Wie een bassin ziet waarin het krioelt van de vissen, krijgt snel dat idee. Toch is de diepte vaak niet meteen waar te nemen, dus dat kan schelen.

6. ‘Visteelt is belastend voor het milieu'
Berichten over vervuild water haalden de pers. Inmiddels is heel wat werk verzet door de kwekers. Logisch, want ze zijn niet gebaat bij negatieve geluiden in de media.

7. ‘Biologisch kweken klinkt tegenstrijdig'
Hoe dan ook, biologisch gekweekte vis klinkt net iets positiever dan ‘gewoon’ geteelde. Dus waarschijnlijk heeft het potentie.

Tot zover de site Misset Horeca.


Ook hier is de conclusie duidelijk: het gaat in de intensieve veehouderij, intensieve visserij en in de horeca om de centen en echt verantwoordelijkheid nemen voor de gevolgen van dat denken ontbreekt.

23 januari 2009

Co-vergisting van mest brengt te weinig geld in het laatje

In het Agrarisch Dagblad valt te lezen (januari 2009):

Het aantal co-vergistingsinstallaties blijft ver achter bij de verwachting van het kabinet.
De reden hiervoor is dat veel initiatiefnemers die aanvankelijk belangstelling hadden, zich hebben teruggetrokken omdat zij het subsidiebedrag te laag vonden.

Met andere woorden co-vergisting brengt zo weinig energie en daarmee terugverdiengeld op dat er veel geld bij moet. De boeren willen de overheid en daarmee de belastingbetaler daarvoor laten opdraaien.

De hype van het vergisten van mest is vooral bedoeld om het publiek de indruk te geven dat het mestoverschot afdoende is aangepakt. De agrosector had daarom het plan opgevat om door de bouw van mestvergistingsinstallaties en het verbouwen van gewassen om te “co-vergisten” twee vliegen in één klap te slaan, mits de overheid bereid was te betalen om het een en ander economisch rendabel te maken.
Het scoort namelijk heel goed in de media om te roepen dat boeren met hun mest een deel van het dorp van elektriciteit kunnen voorzien. Dat de burgers hiermee een dure sigaar uit eigen doos krijgen, gaat de meesten toch boven de pet.

21 januari 2009

Klokkenluider openbaart misstanden bij Staatsbosbeheer bij jacht op damherten

Persbericht PvdD Den Haag, 21 januari 2009 - Gisteravond heeft een klokkenluider de pers geïnformeerd over een intern memo dat de rol van Staatsbosbeheer rond het afschot van damherten in Zeeland duidelijk maakt. De klokkenluider noemt zichzelf een “ingewijde bij Staatsbosbeheer, maar beducht voor represailles”.
De Partij voor de Dieren is actief betrokken bij het verzet tegen de verleende ontheffing voor de jacht op damherten in het natuurgebied Schouwen. Volgens de Fauna Beheer Eenheid (FBE) zouden tellingen wijzen op een enorme overbevolking van herten in het gebied. Medewerkers van Staatsbosbeheer wezen er echter al op dat deze tellingen als “overdreven hoog” zijn. Daarbij zijn ook nog eens de telformulieren “kwijtgeraakt”. Daarnaast werd de verkeersonveiligheid genoemd als argument om de herten af te mogen schieten. Ook dit argument bleek flinterdun: de provincie erkent dat nog lang niet alles is gedaan om verkeersonveilige situaties in het gebied te voorkomen.

De Partij voor de Dieren heeft daarom in december 2008 de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit gevraagd hoe het is te verantwoorden ontheffing te verlenen voor het afschieten van de damherten, nota bene binnen een natuurgebied waarbij aan geen van de criteria voor ontheffing is voldaan. Het antwoord op deze, en andere vragen aan de minister, is nog niet binnen.

Uit de mail van de klokkenluider blijkt duidelijk welke bedenkelijke rol Staatsbosbeheer speelt. Zo erkent Staatsbosbeheer intern dat er sprake is van onjuiste en eenzijdige telgegevens van belanghebbende jagers, maar ook dat Staatsbosbeheer bewust verzwijgt dat de damherten nauwelijks schade veroorzaken en het natuurgebied een veel grotere populatie aan damherten probleemloos aan zou kunnen. Ook weet Staatsbosbeheer dat er welbewust damherten zijn losgelaten in het natuurgebied, de tamme dieren bewust niet zijn gevangen en teruggebracht en dat de jagers de populatie laten groeien via scheve geslachtsverhoudingen. De klokkenluider concludeert dat Staatsbosbeheer daarmee overtreding van de Flora- en faunawet in de hand werkt.

20 januari 2009

Openbare bespreking dierproeven

Het ministerie van LNV te Den Haag organiseert op gezette tijden openbare hoorzittingen over vergunningaanvragen voor dierproeven, waarbij genetische manipulatie betrokken is. Dit is de enige gelegenheid in Nederland om bijzonderheden te weten te komen over dierproeven, in een rechtstreekse discussie met onderzoekers en ambtenaren.
Vergunningaanvraag, deskundigenadvies en ontwerpbesluit van de minister staan die avond ter discussie.

Openbare besprekingen van dierproefaanvragen – het blijft iets bovennatuurlijks. Op zo’n avond bijvoorbeeld rijden treinen en bussen ineens op allemaal tijd en sluiten ze op elkaar aan. Er zijn ineens geen files. Dierenvrienden trotseren regen, wind en duisternis om er maar bij te zijn. Nou ja, geen honderden hoor, of tientallen. Het was meer zo dat iedere grote stad in de regio zijn dierenvriend(in) had gestuurd. Alleen die uit Utrecht was thuisgebleven. En dan waren er nog enkele naburige dorpen vertegenwoordigd. Het blijft een eigenaardig fenomeen dat je voor straatacties meer mensen op de been krijgt dan voor huiskameracties. Mensen schreeuwen blijkbaar liever. Is er misschien toch een soort angst voor de rechtstreekse confrontatie met echte onderzoekers? Die mensen zelf hebben daar geen last van, althans voor zover ze niet geïntimideerd of bedreigd worden. De wetenschappelijke wereld leeft nu eenmaal van kritiek en debat.

Haagse organisaties als Dierenbescherming en Proefdiervrij nemen de bescherming van (proef)dieren al jaren niet meer serieus. In 2002, ten tijde van de eerdere vergunningaanvraag (F06), waren ze er nog bij, en hadden ze ook nog schriftelijke bedenkingen (tegenwoordig: ’zienswijzen’) ingediend. Maar daarna hebben ze het opgegeven. (Wat hebben ze niet opgegeven?!) Proefdiervrij publiceert alleen nog de kennisgeving van het ministerie op haar website. Maar verder wil ze er niets mee te maken hebben.

Van de deelnemers aan die vorige bijeenkomst, op 16 juli 2002, waren vanavond alleen de heer Schroten, voorzitter-CBD, en ikzelf aanwezig.

Dit zijn avonden waarop je probeert de waarheid over dierproeven boven tafel te krijgen. Want de procedure mag dan openbaar zijn, - niemand gaat ervan uit dat de aanvraag echt gelezen wordt, en de adviescommissie-CBD wel het allerlaatst. Die interesseert het al net zo weinig als de Hagenaars van LNV. De aanvraag wordt niet eens op de website geplaatst; wèl het - positieve - CBD-advies, en het ontwerpbesluit tot vergunningverlening. Het begin van de manipulatie.

Gevolg is een pak papier dat meer verhult dan openbaart. Het wrange is dat een van de onderzoekers dat helemaal met me eens is. Ook hij vindt de gang van zaken een aanfluiting. Van een verantwoording naar de maatschappij is geen sprake.

Zo vindt ook hij dat bij vervolgaanvragen zoals de onderhavige, ’afgerekend‘ dient te worden. En wel zo precies mogelijk. Hoeveel (en welke) dieren heb je de afgelopen vijf jaar exact misbruikt en gedood? Wat zijn de resultaten van je proeven? Die dienen toch zodanig te zijn dat er een zeker perspectief in zit, een bepaalde vooruitgang, om een nieuwe vergunning aanvaardbaar te maken. Al die gegevens zijn beschikbaar maar er wordt niet naar gevraagd!

Noch door de adviescommissie-CBD noch door de pekinezen van LNV.

Daarom vraag ik er maar naar. Ik lees voor uit aanvraagformulier punt 14. De onderzoeker vraagt vergunning voor 120 muizen per jaar per lijn. De rest moet je zelf uitrekenen.

Dat is (bij 5 jaar en 20 lijnen): 120 x 5 x 20. Totaal: 12.000 muizen. Hierbij komen nog eens 3.600 muizen voor de genetische modificatie. Totaal: 15.600 muizen. In de aanvraag van 2002 stond vrijwel hetzelfde aantal. Dan zijn we dus al over de 30.000 muizen en dit onderzoek loopt maar liefst al sinds 1994. Vraag: wat krijgt de maatschappij daarvoor terug?

Consternatie bij de onderzoekers. Zo moet ik dat niet lezen. Hoe dan wel wordt mij niet echt duidelijk. Ben ik misschien verdwaald op een literaire bijeenkomst? Is dit de categorie ‘Lees maar, er staat niet wat er staat’ (Nijhoff)?

De onderzoeker wil vier experimenten per jaar doen met transiënte embryo’s. Ik vraag waarom vier. Dat weet ze niet. Ik help haar: bedoelt ze misschien veertien? Nee dat niet.

Bedoeling van deze experimenten is een besparing van 120 muizen. De adviescommissie neemt dit nadrukkelijk over. Niet vermeld wordt weer dat wanneer die besparing niet gerealiseerd wordt, dit 30 muizen extra het leven kost: per experiment, per jaar.

Er wordt gevraagd naar de persoonlijke motivatie van de onderzoeker tot het doen van deze proeven. Het antwoord komt zonder nadenken: ik doe het voor de lijdende mens. Een schoolvoorbeeld van een gotspe, want het onderzoek heeft niet het minste verband met ook maar enige toepassing.

Wat is het rendement van de afgelopen vijf jaar bijvoorbeeld?

Vijf tijdschriftartikelen
, bij de aanvraag genoemd. En dan nog alleen genoemd - niet eens beschreven. Zoiets wordt geaccepteerd door LNV/CBD. Intussen weer paniek bij de onderzoeker. Ze houdt nu een lijst met 30 artikelen omhoog. Is het misschien de bedoeling dat de burger die even gaat lezen?! Is er al eens iemand genezen door tijdschriftartikelen?

En zo kan ik doorgaan. De avond vliegt om. De voorzitter had de eindtijd netjes op negen uur bepaald. Maar het is nog te kort. Diverse andere kritische vragen heb ik niet kunnen stellen.

E.D.

Naast openheid prijzen ook openheid over herkomst en mondiale voetafdruk voedsel gewenst

Citaat uit de Telegraaf:

Verburg wil meer openheid over landbouwprijzen


De consumenten merken nog te weinig van de sterk gedaalde prijzen van groente, vlees en andere landbouwproducten. Supermarkten en andere handelaren rekenen de prijsdaling slechts traag door aan consumenten. Dat in tegenstelling tot de sterke prijsstijgingen vorig jaar, aldus de Europese Commissie maandag bij een EU-beraad van landbouwministers.

Oplossing is om de consument beter zicht te geven in de prijzen van producten en grondstoffen, vindt ook minister Gerda Verburg (Landbouw). „Zet de spotlamp op die prijzen: dat zal helpen. Als het graan goedkoper wordt, mag je toch verwachten dat het brood ook goedkoper wordt”, zei ze.

Het idee moet nog vorm krijgen in concrete voorstellen. Verburg verzet zich alvast tegen suggesties voor een hele bureaucratie om de prijzen te monitoren.

Tot zover de Telegraaf.

Met het idee van meer openheid over de totstandkoming van prijzen in de supermarkt zou tegelijk zichtbaar gemaakt kunnen worden of de productie en herkomst van voedsel wel zo efficiënt en energiezuinig is geweest. Nu kan de consument dat nauwelijks achterhalen en zeker niet op het moment dat hij in de winkel voor de keuze staat.
Veel grondstoffen en voedsel wordt nodeloos over de wereld gesleept onder de vlag van de vrije markt. Dit kost energie, gaat ten koste van het milieu en dierenwelzijn en ook het klimaat wordt onnodig opgewarmd.
Een goede maat voor de energiekosten is de mondiale voetafdruk. Iedere persoon en ieder product gebruikt een gedeelte van de ruimte op aarde. Hoeveel ruimte hangt af van iemands consumptie en voor producten van de herkomst en de wijze van produceren. Met behulp van de Mondiale Voetafdruk kan met een getal, uitgedrukt in hectares, aan worden gegeven hoeveel oppervlakte aarde per persoon en product dat is. Dat getal kan worden afgedrukt op het etiket of via een streepjescode en een lezer in de supermarkt zichtbaar worden gemaakt. De lezer in de supermarkt kan een scherm zijn waarop een klant desgewenst steeds uitgebreider worden voorzien van informatie over het product. Dat zou zelfs zo ver kunnen gaan dat het bedrijf wordt getoond waar bijvoorbeeld het varken of kip heeft geleefd.

Het vuile werk

Mensen eten vlees om voornamelijk twee redenen. Ten eerste omdat vlees "lekker" is en ten tweede omdat men denkt dat in vlees voedingsstoffen zitten die onmisbaar zijn voor de gezondheid. Beide argumenten zijn in feite juist. Als ex-vleeseter kan ik bevestigen dat vlees "lekker" is. En na alles wat ik erover gelezen heb weet ik ook dat vlees bestanddelen bevat die essentieel zijn voor het menselijk lichaam. Vitaminen, eiwitten, ijzer, het zijn inderdaad onmisbare elementen van onze voeding. Ik weet echter dat die noodzakelijke voedingsstoffen ook uit andere producten dan vlees kunnen worden verkregen. Producten die niet moeilijker verkrijgbaar zijn dan vlees en evenmin veel duurder hoeven te zijn. Graanproducten, groente, fruit, noten, peulvruchten, soja, eieren. Een dieet waarvan deze voedingsmiddelen voorkomen volstaat voor gezond, goed en lekker eten.
Blijft dus eigenlijk als enig argument dat vlees "lekker" is. Nu is er op zich niets op tegen dat mensen dingen eten die ze lekker vinden. Maar wanneer daarvoor, dus voor het stillen van de lekkere trek, een wereld in het leven is geroepen waarin dieren bij honderden miljoenen op een beschamende wijze worden gehuisvest, behandeld en gedood, is het dier in feite niet meer dan een simpele productiefactor geworden. Daarbij wordt geen enkele rekening gehouden met de belangen en het welzijn van het dier, zeker wanneer dat een drukkende invloed zou uitoefenen op het economisch voordeel dat het dier moet opleveren. Er zijn weliswaar een aantal wettelijke voorwaarden waaraan een ondernemer moet voldoen om "zijn" dieren nog een minimum aan comfort te geven, maar de praktijk is dat dieren, met name in de bio-industrie, een verschrikkelijk en kort leven hebben alvorens op ons bord terecht te komen. Niemand kan zich zo langzamerhand meer verschuilen achter een soort van “we wisten niet dat………..”-excuus. Iedereen weet, kan weten of moet weten wat de dieren in die sector moeten doormaken. Toch blijft de grote meerderheid van de consument nog steeds de "kiloknaller" in huis halen en laat zich nog steeds wijs maken dat "kip het meest veelzijdige stukje vlees is". Wanneer beelden op de t.v. vertoond worden van kippenslachterijen, het onverdoofd castreren van biggetjes, het dwangvoederen van ganzen en eenden voor de "foie gras" en meer van die ellende zapt de gemiddelde kijker gauw even door naar een ander kanaal. Want "dat hoef ik echt niet te zien, toch?". Veel mensen, vooral vrouwen is mijn ervaring, willen geen vlees eten waarvan "je nog kunt zien wat het geweest is"............... dat betekent dat velen eigenlijk niet geconfronteerd willen worden met datgene wat aan hun gehaktballetje, karbonaadje of kipfiletje vooraf gaat. Dat betekent dan weer dat diezelfde mensen het dus eigenlijk "zielig" vinden dat het dier in kwestie is doodgemaakt, met of zonder rot leven daaraan voorafgaand. Het is dus pure schijnheiligheid, want als je het inderdaad zo zielig vindt en je weet dat je het product niet nodig hebt zou je het gewoon niet moeten eten! Het geweten wordt twee maal buiten spel gezet: je wendt je af van de realiteit waaronder het product tot stand komt, hoewel je die realiteit eigenlijk afwijst en bij het opeten onderdruk je bewust(?) de herinnering aan het levende wezen dat de leverancier is van wat op je bord ligt.

Hoe zou het nu gaan wanneer we het "vuile werk" eens niet aan de specialist zouden (kunnen) overlaten maar zelf mes of schietmasker of wat voor gruwelwerktuig dan ook zouden moeten hanteren teneinde onze dis toch te sieren met een stuk, lap of moot vlees? Een paar jaar geleden heb ik een paar kippen aangeschaft. Voor de aardigheid en tevens was het mooi meegenomen dat er elke dag drie à vier eieren voor ons klaar liggen. Ik ontdekte wat een aanhankelijke, lieve en intelligente diertjes kippen eigenlijk zijn en ik besloot toen al, hoewel nog niet overgegaan tot het vegetarisme, in ieder geval nooit meer kip te eten. Ook hypocriet natuurlijk, want waarom dan nog wel varkens, koeien, kalveren, lammetjes? Ook dieren waarmee je een band kunt hebben! Ik werd me langzamerhand van die ongerijmdheid bewust en uiteindelijk heb ik de enig juiste beslissing genomen: geen vlees en vis meer! Klaar!

Ik heb eens aan een verstokte "sport"visser gevraagd of hij zich kon voorstellen dat hij zou blijven vissen als hij, bij het ophalen en onthaken van de vis, het dier kon horen gillen van de pijn en doodsangst. Het bleef even stil, hij keek me aan en verklaarde toen, enigszins verlegen met de situatie, dat hij dacht dat hij "het best moeilijk zou vinden", een tamelijk eerlijk antwoord.

En zouden de madammekes die zich nog steeds behaagziek in allerlei bont hullen dat blijven doen wanneer zij aanwezig zouden zijn bij het massaal vergassen van de nertsen, vossen of andere bontleveranciers?

Kortom, we gebruiken producten en doen dingen met dieren die niet van essentieel belang zijn voor ons leven en gezondheid. Dat we die producten blijven gebruiken betekent een lijdensweg en een veel te vroege dood voor andere levende wezens. Dat doen we zonder ons af te vragen welk recht we daartoe hebben. Welk legitimatie hebben we (onszelf toebedeeld) wezens die op dezelfde wijze als wij pijn ervaren op een onethische wijze voor de slacht te fokken en vervolgens van het leven te beroven? We kijken massaal de andere kant op wanneer de wijze waarop de dieren voor ons genot worden gemaltraiteerd en gedood ietwat té zichtbaar dan wel hoorbaar wordt.

We hebben na lang gedelibereer “Misdrijven tegen de menselijkheid” geformuleerd. Wordt het niet eens tijd te denken aan zoiets als “Rechten van Lijdende Wezens”?
Er is geen redelijk argument aan te voeren om te discrimineren tussen mens en dier als het aankomt op het recht om te leven. De Australische hoogleraar Peter Singer heeft deze opvattingen al weergegeven in zijn in 1975 uitgegeven boek “Animal Liberation”.

Vegetarisme is geen aanstellerij van verdwaasde, wereldvreemde hemelbestormers of dierknuffelaars. Vele groten der aarde hadden een vleesloze voedings- en leefwijze. Ik noem een paar van hen: Pythagoras, Plato, Da Vinci, Voltaire, Rousseau, Rubens, Lincoln, Vincent van Gogh, Albert Einstein en Albert Schweitzer. Thans zijn er in de hele wereld ook veel bekende figuren die weigeren nog langer dode dieren te eten, zoals daar zijn: Barbara Streisand, Dustin Hoffman, Kate Bush, Carlos Santana, Paul Mc Cartney, Annie Lennox, Brad Pitt, Shirley Bassey en vele anderen. Vele wereldreligies dragen een boodschap uit van geweldloosheid en mededogen en die begrippen behoren zich niet alleen uit te strekken tot de eigen soort!

Ook uit biologisch en medisch oogpunt is het eten van vlees door mensen niet als voor de hand liggend en natuurlijk gedrag aan te merken. De mens bezit veel fysiologische kenmerken die elders in de natuur bij herbivoren voorkomen en mist juist veel eigenschappen die de carnivoor wel heeft. Het eten van vlees is in het algemeen niet bevorderlijk voor een gezonde leefwijze. Vanuit biologisch en medisch oogpunt verdient een vegetarische voedingswijze de voorkeur!

Het zou de overheid sieren nu eindelijk eens de nadelen van de vleesproductie en
–consumptie te erkennen en een beleid te gaan voeren waarbij in plaats vlees eten te stimuleren dit wordt ontmoedigd. En dat niet alleen ter bestrijding van het gruwelijke dierenleed maar ook ten behoeve de vermindering van de uitstoot van broeikasgassen, de bestrijding van de honger in de wereld en, niet in de laatste plaats, ter bevordering van een gezonde(re) leef- en voedingswijze van kinderen en volwassenen.

19 januari 2009

Het stoppen van de export van vlees en zuivel draagt bij aan het oplossen van de krediet- en klimaatcrisis

Nederland heeft veel belang bij het exporteren van vlees en zuivel omdat onze veestapel zo groot is dat tweederde van de producten in het buitenland moet worden afgezet. Maar de grote veestapel houdt ook verband met de opwarming van de aarde. De mondiale vleesconsumptie en –productie is de belangrijkste factor in de opwarming van de aarde. Ons land zou een belangrijke bijdrage kunnen doen aan de oplossing van dat probleem en daarmee samenhangende problemen als ontbossing in de derde wereld en verspilling van energie door zonder noodzaak vlees en zuivelproducten heen en weer te slepen over de wereld.
Een ander gevolg van de economische crisis is dat landen gaan zoeken naar wegen om de eigen economie en werkgelegenheid te beschermen. Op het gebied van de veehouderij zou het een goede zaak zijn als landen die in staat zijn om hun eigen boontjes te doppen op het gebied van de voedselvoorziening ook dat voedsel op de eigen markt zouden in- en verkopen.
Ons land zou er om uiteenlopende redenen goed aan doen om de veestapel terug te brengen tot een derde van het huidige aantal en aan de landbouwers de eis te stellen dat deze zo duurzaam, dier- en milieuvriendelijk mogelijk produceren. Bulkproductie is alleen goed voor de portemonnee van de grootverdiener en van de grootafnemer. Deze bestaan omdat het mogelijk is te exporteren. Dat offer te brengen door deze export op te geven is veel gevraagd, maar redelijk, terwijl het politiek toch heel gevoelig ligt.
Het wordt tijd dat het grote publiek begint in te zien dat de ontwikkelingen in de landbouw de grens van de redelijkheid is overschreden. Die grensoverschrijding houdt in dat de veehouderij niet meer bestaat voor de oorspronkelijke reden “voedselvoorziening”, maar verworden is tot een productiefaciliteit. Het is een zeer klein deel van de economische handelsbalans en kan gemist worden zonder dat het ons welvaart en welzijn kost.
Een terugkeer naar een landbouwbeleid naar de ware reden van vee houden, namelijk het voeden van de eigen bevolking (op een natuurlijke wijze) is een pad dat meerdere voordelen heeft. Er komt dan ook ruimte om te praten over de meest optimale manier om de landbouwgrond te gebruiken voor behoeften die de samenleving echt nodig heeft. Die levensbehoefte omvat meer dan voedselzekerheid, het omvat ook ruimte om te ontspannen en om natuur en rust te produceren. Dat zijn slechts een paar voorbeelden van elementen, die bijdragen aan ons welzijn en die we in onze samenleving in meerdere opzichten zijn kwijt geraakt.
Het wordt tijd om deze realiteit eerlijk onder ogen te zien en te stoppen met het verspreiden van leugens omwille van het spekken van de portemonnee van enkelen.

18 januari 2009

ChristenUnie stinkt erin: mest is geen bruin goud

De Energieraad schreef op haar site het volgende.

Minister Verburg (LNV) ziet zoveel mogelijkheden voor biogas, dat ze mest betitelde als het 'bruine goud'. Dat hoorde althans de ChristenUnie haar zeggen op de Grüne Woche in Berlijn.
In de officiële tekst van de toespraak van minister Verburg is er niets over te vinden, maar dat minister Verburg voor de toekomstige energievoorziening veel verwacht van mestvergisting is bekend.
Dat geldt ook voor de ChristenUnie. Kamerlid Ernst Cramer op de website van de ChristenUnie: 'Als we gebruik maken van alternatieven zoals mestvergisting, kunnen we ons land bijna onafhankelijk maken van fossiele brandstoffen. Waarom de discussie hierover dan toch nog zo moeizaam verloopt is me een groot raadsel'.

Tot zover de site van de Energieraad.

Wel, dat raadsel is niet zo groot als de ChristenUnie wil doen geloven. Mest is dierlijk afval waaruit de dieren al de energie hebben gehaald voor hun eigen functioneren. Wil je die mest vergisten dan moet er energie aan worden toegevoegd. Dat is vaak een gewas. Dat hele proces levert niet energie op en het levert ook nog (meer) afval op. Dat afval (digestaat) kan worden uitgereden over het land, maar dat kan met mest ook. Waarom dan biomassavergisting? Niet alle biomassavergisting is omstreden, er is ook vergisting van biomassa dat wel energie oplevert. Dat is bijvoorbeeld de afval uit de voedselindustrie die nu nog aan de varkens wordt gevoerd. Dat zou veel beter rechtstreeks in stroom of biogas kunnen worden omgezet.
Maar door de mest in deze stroom te mengen kan de suggestie worden gewekt dat het mestprobleem wordt opgelost en de omvang van de veestapel geen probleem is. Quod non.

LTO-melkveevoorman Siem-Jan Schenk noemde biovergisters als innovatie de grootste mislukking, die met overheidsgeld tóch wordt gerealiseerd. Volgens Schenk is daarbij het belangrijkste dat de mineralen uit dierlijke mest kunnen worden verwerkt tot kunstmestvervanger.
Laat dat nu net de natuurlijke manier zijn waarmee gemengde bedrijven zorgen voor voldoende mest, althans "natuurlijk" wanneer koeien 's zomers in de wei lopen en 's winters de mest wordt opgevangen om in het voorjaar uit te rijden over het akkerland.

Koeien in de wei, die niet worden bijgevoerd met eiwitrijk voedsel stoten minder broeigassen uit. Dat is een diervriendelijk manier om de klimaatdoelen te halen die de agrosector heeft afgesproken in het Schoon & Zuinig akkoord.

Klik hier om meer te lezen over mestvergisting.

14 januari 2009

Hypocriete jagers roepen op tot rust in jachtgebied

In de Gelderlander van 13 januari pleiten jagers ervoor om wandelpaden over boerenland te sluiten voor wandelaars. Met name de wandelaars die hun honden ongelijnd uitlaten zouden voor veel onrust onder het wild zorgen.

Citaat:
Volgens jager Van Vliet bevinden de meeste boerenlandpaden zich op terrein dat geldt als ganzenrustgebied. "Wij hebben afgesproken dat we daar na twaalf uur 's middags niet meer komen", volgens Van Vliet. "Dan kunnen de vogels tot rust komen. Slechts één keer per jaar vragen we ontheffing aan om toch na de middag het land op te gaan en dat wordt dan ook gecontroleerd. Als wij daar zo voorzichtig mee omgaan, dan is het toch vreemd dat iedere hondenbezitter er om vier uur zo maar zijn hond kan laten rondhuppelen. Ik heb gezien dat loslopende honden reeën lieten schrikken. Op open stukken langs de weteringen, waar de vogels meestal rusten, zorgen de wandelaars en hun honden ook regelmatig voor onrust."

Tot zover.

De jagers schieten ’s ochtends op ganzen en laten ze ’s middags met rust. Wat een grote dierenvrienden. Wat zou een gans of ree liever hebben: opgeschrikt door een nieuwsgierige hond of neergeknald door een jager?

13 januari 2009

Vertel de mensen dat de voedselzekerheid in het geding is

Gert Jan Oplaat is politicus en pluimveehouder. Hij mag graag provoceren en is (vanwege zijn botheid?) soms mikpunt van dierenactivisten. Oplaat ziet de toekomst van de agrosector hoopvol in. Om de business een steun in de goede financiële richting te geven, sluit hij in een colum (let op de spelfout) op de site van de Nederlandse Vakbond Pluimveehouders aan bij de desinformatie die de sector gewend is in de media rond te strooien.

Oplaat:

Dus beste landbouworganisaties, regering en andere verantwoordelijken vertel de mensen dat de voedselzekerheid in het geding is als we niet snel meer ruimte gaan geven aan onze agrarische ondernemers.

In het Parool: de winkelprijzen van diverse levensmiddelen dalen. Goede oogsten, overproductie en de economische malaise zorgen voor verlichting in de portemonnee.

De winkelprijzen van onder andere melk, boter, yoghurt, ijs, aardappelen, olijfolie, fruit en vruchtensappen zijn in december gedaald.

Veel dieren sterven in papegaaienopvang in Veldhoven

Tros Radar deed een boekje open over het Nederlands Opvangcentrum voor Papegaaien

Op de site van Tros Radar, maandag 12 januari 2009:

Duizenden mensen brachten de afgelopen jaren hun papegaai naar het Nederlands Opvangcentrum voor Papegaaien. Ze dachten dat hun huisdier hier een beter leven te wachten stond. Radar toont in een onthullende reportage het ware gezicht van het opvangcentrum in Veldhoven.

De dieren op het park worden slecht verzorgd en de sterfte is dan ook zeer hoog. Hoe heeft het zover kunnen komen, wat is de rol van de overheid en wat is de verklaring van het opvangcentrum?

Tot zover Radar.

Twee jaar geleden schreven twee journalisten in het Dagblad van het Noorden over de gebrekkige opvang van beschermde dieren onder de titel "Beschermde dieren zijn in ons land hun leven niet zeker". In dat artikel werd ook de directeur van de NOP aangehaald:

Tonnie van Meegen, oprichter en directeur van de Stichting Nederlandse Opvang Papegaaien (NOP), vindt dat er heel weinig wordt onderschept, en weet ook waarom. "Dieren zijn nu eenmaal geen mensen, drugs of wapens, ze hebben gewoon niet de prioriteit. Jammer, want als je goed zoekt, vind je vreselijk veel. Vroeger werden er duizenden in beslag genomen." "De handel floreert, als ik hier 1000 vogels heb, ben ik die morgen allemaal kwijt. De prijzen zijn goed, er is veel vraag. Een Japanse nachtegaal kostte wat jaren terug 15 gulden en nu 125 euro. Kolibries gaan voor 3000 tot 4500 euro." Van Meegen is voorstander van een DNA-test op ouders en jongen. "Alleen zo krijg je de troep er uit. Ik zou zeggen, begin met de aller-zeldzaamste dieren, maar het gebeurt niet, want je zult een enorme beerput open trekken."

Tot zover het DvhN.

Tonny van Meegen zei maandag in het Eindhovens Dagblad dat hij veel vijanden heeft gemaakt, vooral onder handelaren en dierenartsen. Hij vermoedt dat de aanval op zijn park uit die hoek komt. ,,Wat hier komt, is voor de handel verloren. Ik verkoop niets." Hij vreest voor het ineenstorten van zijn levenswerk.

12 januari 2009

Gruwelijke beelden van bedwelming slachtvarkens

Bep de Boer van de stichting Rechten Voor Al Wat Leeft schrijft (in iets andere volgorde) in het contactblad van januari:

Afgelopen zomer is dr R. Hoenderken, expert op het gebied van bedwelming van slachtdieren, er in geslaagd video-beeldmateriaal van de Zwitserse Universiteit van Zürich in handen te krijgen van proeven uit 1976 en uit 1994 met varkens die met CO2 werden bedwelmd, en waarover destijds in Zwitserland veel commotie is ontstaan.
Toevoeging van zuurstof (O2) aan de CO2 zou de excitatie en de stress van de varkens in hun laatste ogenblikken grotendeels opheffen. Dat was in 1963 al bekend! En in 1993 werd dit nog eens door nieuw onderzoek bevestigd. Desondanks vindt men het nog steeds niet nodig om de wet- en regelgeving te veranderen en de bedwelmingsapparatuur aan te passen. Uitgaande van de gedachte "Wat niet weet wat niet deert" houdt men liever járenlang het gruwelijke schouwspel verborgen dan een verbetering voor de dieren aan te brengen.
Ook al wisten we ongeveer wat ons te wachten stond, toch waren de videobeelden ronduit schokkend. Wat Dr. Hoenderken altijd al had gezegd, bleek duidelijk uit deze beelden en uit de begeleidende dissertaties van de Zwitserse onderzoekers J. Cantieni (1976) en M. Kull (1994). CO2-bedwelming gaat inderdaad gepaard met een heftige excitatiefase (= doodsangst en stress) door slijmvliesirritatie en ademnood.
De eerste opname uit 1976 liet het volgende zien: Varkens krijgen meerdere dagen het lekkerste eten geserveerd in een plexiglazen afgesloten ruimte met schuine klapdeur, totdat de ruimte door de varkens geassocieerd wordt met eten. De dieren rennen elke keer enthousiast de ruimte in waarna de klapdeur dichtvalt. Vervolgens wordt de ruimte, die enkele dagen functioneerde als eetkamer, gevuld met meer dan 70% CO2. Zoals gewoonlijk rennen de varkens naar binnen, maar raken vrijwel direct in een toestand van extreme stress: ze deinzen terug, kijken angstig om zich heen en proberen te vluchten. Ze hijgen, springen, vallen om of zakken door de poten, komen weer op, krijsen en slaan zichzelf tegen de wanden aan. Ook lijken de dieren in het begin bewust hun adem in te houden, alsof ze met de kop onder water worden gehouden.
Er worden momenteel plannen uitgewerkt om publiek en overheid te confronteren met de realiteit van de CO2-bedwelming. Zo zal er om te beginnen circa begin januari een t.v.-uitzending komen waar de beelden zullen worden vertoond, mét deskundige toelichting. Houdt u de actualiteitenrubrieken vanaf Nieuwjaar in de gaten (Eén Vandaag, Nova, etc.) Maar er staan nog meer activiteiten op het programma. In het volgende contactblad hopen we u meer te kunnen melden.

04 januari 2009

Hazen schieten voor de lol is een teken van een zieke mentaliteit

Vanwege overvloedige regenval hebben veel hazen in de veenweidegebieden leverbot en coccidiose opgelopen.

Het Friesch Dagblad citeert (3-1-2009):
Klaas Elzinga van de Koninklijke Nederlandse Jagersvereniging (KNJV), consulent voor de drie noordelijke provincies. Hij riep dit najaar jagers op om toch vooral ‘met beleid te oogsten’. ,,Ik heb de indruk dat ze dat ook hebben gedaan”, reageert Elzinga nu. ,,Ze moeten ook wel zuinig aan doen, want anders hebben ze volgend jaar niks meer om te schieten.”
Einde citaat.

In Fryslân worden gemiddeld 6,4 hazen per 100 hectare geschoten. In Zuid-Holland worden 17,9 hazen per 100 hectare geschoten. Jaarlijks wordt circa 30 procent van de hazen geschoten. Gemiddeld zitten er twintig hazen per 100 hectare. Volgens schattingen van de KNJV zijn er in ons land 600.000 hazen.

Het taalgebruik van de jagers is kenmerkend voor de zieke mentaliteit van de jager. Hij oogst hazen en doet dat met plezier. Weliswaar is de jacht zo oud als de mensheid maar het fenomeen dat mensen doden voor de lol is nog niet zo oud. Het is een teken van onvolwassenheid om “liefde” voor dieren om te zetten in dieronvriendelijk gedrag. Gelukkig dringt dit besef steeds meer door, maar het tempo is tergend laag. Echte liefde voor de natuur toont zich door gepaste afstand te houden tot dieren en de balans tussen roofdieren en prooidieren zo te reguleren dat door inrichting van het landschap de dieren elkaar op een gezonde manier kunnen vinden en ontlopen.

Een jager met liefde voor de natuur gebruikt een fototoestel in plaats van een geweer.

31 december 2008

Edelhert bejagen of laten migreren?

De PvdD meldt op haar website:

De vereniging tot behoud van het Veluws Hert, een door jagers gedomineerde belangenvereniging van ‘hertenliefhebbers’ pleitte vrijdag in EénVandaag voor herintroductie van de drijfjacht op edelherten, versluierd benoemd als ‘drukjacht’. De Partij voor de Dieren zal alles in het werk stellen om deze herintroductie tegen te houden.
Tot zover de PvdD.

Is een populatie van edelherten zonder bejaging te reguleren? Volgens sommigen wel.

Op Wikipedia wordt over het edelhert gemeld:

Edelherten en andere, in de Oostvaardersplassen levende grote zoogdieren worden niet bejaagd, waarmee de populaties zich aldaar op natuurlijke wijze zullen kunnen aanpassen aan het beschikbare voedsel. Dit mechanisme is overigens de basis van alle ecosystemen, om het even of er wel of geen grote predatoren als wolven voorkomen. Er wordt bovendien vaak ten onrechte gedacht dat dit proces aan schaal gebonden is. Het principe dat de primaire productie, het totaal van in het leefgebied groeiende voor de soort geschikte voedselplanten, bepalend is voor de draagkracht en dus het aantal voorkomende herbivoren, is in beginsel niet anders werkzaam in grote dan in kleinere gebieden.

Tot zover Wikipedia.



Het lijkt meer zekerheid en minder dierenleed op te leveren als Nederland haast maakt met de aanleg van de Ecologische HoofdStructuur (EHS). Het doel van de aanleg van de EHS is ook om deze structuur te laten aansluiten op ecologische verbindingszones in het buitenland. Een ecoduct bij Hattem is belangrijk voor de beweging van met name edelherten richting Duitsland.
Via diezelfde EHS kunnen predatoren optrekken ons land in.
Het is ook voor andere dieren die regelmatig onze grens overtrekken een goed idee als zij dit kunnen doen via een ononderbroken EHS. Dit zou zelfs moeten gelden voor dieren die nu nog bejaagd worden omdat zij graven in oeverkanten.
Bij de aanleg van een aansluiting van de EHS naar Duitsland zou tegelijk ervoor moeten worden gezorgd dat de Nederlandse waterwegen zo worden ingericht dat er geen graafschade meer optreedt. Dat is ook mogelijk door watergangen zo in te richten dat er gegraven kan worden zonder gevaar voor overstroming of anderszins. Dit betekent dat we een deel van de landbouwgrond langs deze waterwegen teruggeven aan de natuur. Dat is bovendien voor het toerisme en de recreant aantrekkelijk.

Het heeft dus prioriteit om bij de aanleg van de EHS allereerst aansluiting te zoeken met EHS in het buitenland.

29 december 2008

Aangifte bij politie van dierenmishandeling met vangklemmen

Persbericht van de Dierenbescherming afdeling Rivierenland

De Dierenbescherming afdeling Rivierenland heeft aangifte gedaan van dierenmishandeling met in het water geplaatste vangklemmen. Op 25 december 2008 is bij het vogelasiel in Eck en Wiel een gewonde eend binnengebracht welke is gevonden terwijl hij gevangen zat in een klem. De eend is helaas aan zijn verwondingen overleden.

Nader onderzoek van de Dierenbescherming heeft uitgewezen dat er in diverse watergangen (in de uiterwaarden, rondom boomgaarden, enz.) structureel dergelijke klemmen worden geplaatst.

Gezien de grote kans op het verwonden en doden van allerlei dieren heeft de Dierenbescherming bij de politie aangifte gedaan van dierenmishandeling. Naast eenden en allerlei andere watervogels worden ook reigers (die veelvuldig aan de waterkant staan) hiervan het slachtoffer. Maar ook honden die het water in gaan of alleen maar wat water willen drinken kunnen hiervan het slachtoffer worden. Doordat de klemmen niet elke dag worden gecontroleerd kunnen gewonde dieren die in de klemmen vast komen te zitten dagenlang nodeloos lijden. Het plaatsen en gebruikmaken van de klemmen op deze wijze is daarmee in strijd met artikel 36 lid 1 van de Gezondheids en Welzijns Wet voor Dieren (GWWD). Het is maar zeer de vraag of er een redelijke doel is wat met het plaatsen van deze klemmen kan worden bereikt, bijvoorbeeld het vangen en doden van muskusratten. Mocht dit doel er zijn, wat door de Dierenbescherming wordt betwijfeld, dan nog is het ontoelaatbaar dat hiervan andere dieren het slachtoffer worden en dat de klemmen niet ten minste dagelijks worden gecontroleerd. Daarmee is het gebruik van de klemmen overduidelijk in strijd met artikel 36 lid 1 van de GWWD en derhalve strafbaar.

De Dierenbescherming roept het publiek op om dergelijke klemmen onschadelijk te maken door ze dicht te laten klappen en (indien mogelijk) te verwijderen en af te geven op het politiebureau. De klemmen zijn te herkennen aan een stokje wat er bij de klem wordt gezet met daaraan een ketting welke aan de klem is bevestigd.

28 december 2008

Welzijnsproblemen bij kalveren in ons land

Wakker Dier en Compassion in World Farming voeren actie om de supermarkten te bewegen geen blank kalfsvlees meer te verkopen.

Wakker Dier meldt onder meer.

De grote welzijnsproblemen die aan blank kalfsvlees kleven zijn:
  • Om het vlees blank te kleuren krijgen de kalveren ijzerarm voer wat tot bloedarmoede leidt.
  • De kalveren worden gelijk na de geboorte bij de moederkoe weggehaald.
  • 600.000 kalfjes worden jaarlijks op jonge leeftijd op lange afstandstransport gezet naar Nederland; onder andere uit Polen en Litouwen.
  • Tot een leeftijd van 8 weken staan de kalfjes alleen in een box.
  • Daarna komen de kalfjes in krappe kale groepshokken zonder stro, staand in hun eigen stront.
  • Een blank kalf komt haar leven lang niet in de wei. Een hap gras zou haar vlees namelijk een gezond rood kleurtje geven.

De bloedarmoede staat centraal in de kalfsvleescampagne. De campagne zal moeten opboksen tegen de kalfsvleespromotie-campagne van de veesector die recent 3 miljoen subsidie van de EU kreeg.

Jaarlijks worden in Nederland anderhalf miljoen kalfjes vetgemest voor kalfsvlees. Driekwart daarvan heeft bloedarmoede. Omdat er onvoldoende kalfjes op Nederlandse melkveebedrijven worden geboren, worden jaarlijks 600.000 pasgeboren kalfjes geïmporteerd; de laatste jaren steeds vaker uit vergelegen landen als Polen en Litouwen. In Engeland zijn dierenbeschermers, supermarkten en boeren overeengekomen te stoppen met kalverexporten naar Nederland, vanwege het grote dierenleed in ons land.

Meer lezen? Ga naar Animal Freedom.

Klik hier om meer te lezen over kalveren of in de Internetversie bij de labels.

23 december 2008

Boeren bekritiseren moet

De LTO-voorman Albert Jan Maat reageert op de maandag bekend geworden inkomensramingen 2008 voor tuinders en boeren. Uit de cijfers van LEI Wageningen UR bleek dat sterk stijgende kosten voor kunstmest, veevoer en ook elektriciteit ervoor zorgen dat veel agrarische ondernemers weinig tot niets overhouden. Het gemiddelde inkomen van de boer daalt daardoor in 2008 met ruim 40 procent.
De totale productiewaarde van de sector ligt in dit magere jaar nog op 23,5 miljard euro. In 2007 was dat 23 miljard.

Tot zover Maat in Trouw.

Een boer is niet snel tevreden: “als een boer niet klaagt, dan is hij ziek”. De productiewaarde van de sector steeg met een half miljard en dit resultaat wordt toch mager genoemd. Het zal wel meer zitten in de inkomensdaling van 40% die inderdaad groot is. Eigenlijk is de agrosector ziek, maar taai.
Echter de factoren die bij het boereninkomen een rol spelen, zullen ook in de toekomst een rol blijven spelen. Weliswaar is de olieprijs sterk gedaald, maar de verwachting is toch dat deze weer zal stijgen. Dit betekent dat de toekomstige inkomensverwachtingen somber zullen zijn.
Het wordt tijd voor een duurzame omslag in de landbouw. In Nederland zijn domweg teveel agrarische producenten die niet alleen gemist kunnen worden, sterker nog als zij zouden stoppen of emigreren zou dat in ons land veel milieubelasting en dierenleed schelen.
Toch is het imago van de Nederlandse boer ijzersterk. Vermoedelijk is dit het gevolg van een aantal zaken die hem meezitten:
• Veel mensen hebben boeren in de familie of zijn afkomstig van boeren. Zij hebben romantische herinneringen aan het boerenleven
• De moderne stal is gesloten en pottenkijkers zijn niet welkom. Veel mensen zullen nog nooit binnen geweest zijn in een legbatterij, pluimvee- of kalvermesterij of een melkveehouderij met meer dan 100 koeien of een varkensbedrijf. Open dagen voor het publiek worden georganiseerd in schijnbaar diervriendelijke bedrijven.
• Veel consumenten zijn naïef, de boerenlobby (in het parlement en in Brussel) sterk en de reclamemakers niet principieel. Bovendien denkt de consument te profiteren van de overproductie. Hij of zij realiseert niet dat de nadelen van de intensieve veehouderij worden afgewenteld op de belastingbetaler.

AgriHolland meldt over de verwachtingen van de boeren voor 2009:
Van de ondernemers vreest 45% belemmeringen op het gebied regels op het terrein van ruimtelijke ordening en milieu en op het terrein van gewasbescherming. Daarnaast noemt 53% nieuwe regels in het mestbeleid als bedreiging voor het bedrijf. Eén op de drie boeren ziet vernieuwing in het dierenwelzijnbeleid als een grote dreiging voor de bedrijfsvoering.
Tot zover AgriHolland.

Met andere woorden: veel boeren doen nu te weinig voor dierenwelzijn en milieu.

Het is niet nodig om medelijden te hebben met de agrosector. Analoog aan de oproep van PvdA voorzitter Ploumen in het integratiedebat wordt het tijd voor “een confrontatie en een compromisloze verdediging van de belangen van het dier en het milieu”. Laat als burger het landschap niet langer volbouwen met megastallen die overbodig zijn en waarbinnen dierenleed heerst.
Boeren bekritiseren mag.
Veeboeren bekritiseren moet.

Er wordt binnen de EU nodeloos met vlees en zuivel heen en weer gesleept

Het CBS meldt 22 december:

Duitsland grootste leverancier

Naast Nederlands vlees, eet de Nederlander ook vlees dat in het buitenland wordt geproduceerd. Er werd in 2007 ruim 1,3 miljard kg vlees ingevoerd. Dit is een stijging van 90 procent vergeleken met de vleesinvoer in 2000. Van het geïmporteerde vlees is circa 85 procent afkomstig van landen binnen de EU. Duitsland is goed voor circa 30 procent van de invoer.

Tot zover het CBS.


De producten van twee van de drie dieren, gehouden in de Nederlandse intensieve veehouderij, wordt geëxporteerd. Naast deze "overkill" is er dus veel import.
Dat gesleep met vlees is volkomen onnodig en dieronvriendelijk. Waarom zou ons land meer vlees im- en exporteren dan de eigen behoefte is? Omdat er een vrije markt is?
Wat een onzin! Het zou een heleboel dierenleed schelen als EU-landen zouden stoppen met het heen en weer slepen met vlees en zuivelproducten en de eigen veehouders zouden verplichten om diervriendelijker te produceren.
Weliswaar wordt voornamelijk gesleept met (producten van) dode dieren, maar de reden dat het gesleep dier- en milieuonvriendelijk is, komt door het feit dat wil het economisch uit kunnen om te exporteren, er op het veebedrijf geknepen moet worden op de kostprijs. Dit knijpen houdt in de praktijk in dierenleed (door dieronvriendelijke huisvesting) en milieuvervuiling. Het opruimen daarvan wordt afgewenteld op de belastingbetaler.

Gezin met twee volwassen kinderen eet een halve koe en twee varkens

Het Centraal Bureau voor de Statistiek meldt 22 december:

In 2007 at een Nederlander gemiddeld circa 85 kg vlees en vleesproducten. Dat is bijna 2 procent minder dan in 2000. De afname is vrijwel geheel toe te schrijven aan een verminderde vraag naar varkensvlees.

Helft vleesconsumptie bestaat uit varkensvlees

Vrijwel de helft van de vleesconsumptie per Nederlander bestaat uit varkensvlees. Bijna een kwart is rund- en kalfsvlees. Ruim een kwart is vlees van kip en overige pluimvee. Het resterend deel is afkomstig van schapen, geiten en paarden. Een gezin met twee volwassen kinderen at in 2007 een halve koe en ongeveer twee varkens.

Politierechter doet halfslachtig onderzoek naar lijden varkens

Hoe erg een varken lijdt tijdens transport en hoe groot de risico’s zijn voor dieren die gewond op transport gaan, kun je niet afleiden aan foto’s of door te gaan kijken bij het in- en uitladen van de varkens.
Zou een politierechter echt willen weten wat een varken doormaakt, dan moet hij meegaan in de vrachtwagen.
Dat was natuurlijk teveel gevraagd, vandaar de volgende uitslag van een zitting.

Zutphen, 22 december 2008 – De economische politierechter spreekt twee varkenshouders en een varkenstransporteur vrij.

Het Openbaar Ministerie beschuldigde de Gelderse varkenshouders Van de K. uit Wilp, B. uit Beemte en varkenstransporteur P. uit Wilp ervan dat ze een varken hebben laten vervoeren op “een zodanige wijze dat zij dat varken daardoor waarschijnlijk letsel of onnodig lijden berokkende”.

Vrijspraak
De economische politierechter oordeelt dat de inhoud van de in deze zaak beschikbare bewijsmiddelen niet toereikend is om het hiervoor genoemde, wettig en overtuigend bewezen te verklaren. De verdachten zijn op die grond vrijgesproken.

Schouw
De economische politierechter oordeelde op de zitting van 21 juli 2008 dat hij zich een beter beeld wilde vormen. Daarom was er 22 september 2008 een schouw van een varkenstransport. Dat begon bij één van de varkenshouders met het inladen van de varkens en eindigde bij het uitladen van de dieren bij een slachterij.

De Stentor meldde 22 juli:

De varkenshouders, Van de K. uit Wilp en B. uit Beemte, worden ervan beticht varkens op transport te hebben gesteld, terwijl dat gezien hun conditie niet had gemogen. Het ging in beide gevallen om één varken in grotere koppels die werden vervoerd door transporteur P. uit Wilp. De vraag was of de varkens te ziek waren om vervoerd te (mogen) worden. Controleurs bij het slachthuis constateerden gebreken - mank lopen en verwondingen - waarop de AIVD proces-verbaal opmaakte. De beide boeren en de transporteur meenden dat de varkens nagenoeg niets mankeerden toen ze de laadklep op gingen. Zo weinig in ieder geval dat de chauffeur niets opmerkte, temeer omdat het donker was en de varkens in koppels liepen. Dat de varkens hinkten bij het uitladen had te maken met vermoeidheid door het urenlange transport, aldus de boeren.

De officier van justitie meende dat uit de verklaringen van de controleurs bleek dat de varkens niet vervoerd hadden mogen worden. Zij eiste 900 euro boete tegen beide boeren en 2700 euro tegen de transporteur. De eis sloeg in als een bom. ,,Dit gaat alle proporties te buiten'', zei de transporteur. Rechter P. Brouns kon uit de gemaakte foto's niet afleiden hoe erg de 'verwondingen' waren. Alvorens uitspraak te doen wil hij ervaren hoe lastig het is om de conditie te beoordelen van een varken dat op de grens zit van wel/niet vervoeren.

Tot zover de Stentor.
Opvallend is de laatste zin: de rechter wil ervaren hoe lastig is om de conditie te beoordelen. Er staat niet dat hij geïnteresseerd is of een varken lijdt tijdens het transport.

Meer lezen over dierenleed tijdens ellenlange transporten? Klik hier.

22 december 2008

Illegale praktijken in Europa's varkenshouderij wijd verbreid

PERSBERICHT
Nijmegen, 22 december 2008.

Undercover-onderzoek onthult:
illegale praktijken in Europa's varkenshouderij wijd verbreid.

Illegale praktijken, zoals routinematig staartknippen, komen in de Europese varkenshouderij vaak voor en veel dieren leven onder erbarmelijke omstandigheden. Dat blijkt uit een grootschalig undercover-onderzoek door Compassion in World Farming, dat werd uitgevoerd in 60 varkenshouderijen in 5 EU-landen. Tijdens het onderzoek werd vooral gekeken naar routinematig staartknippen en de beschikbaarheid van afleidingsmateriaal in de stallen. De bezochte Nederlandse bedrijven scoorden op beide punten slecht.

Tijdens het onderzoek filmden cameramensen van Compassion in World Farming in 60 varkenshouderijen in 5 landen: Nederland, het Verenigd Koninkrijk, Duitsland, Spanje en Hongarije. In nagenoeg alle stallen was het welzijn van de dieren slecht. De meeste zeugen (moedervarkens) werden gehouden in ligboxen: krappe kooien die zo smal zijn dat de dieren zich niet eens om kunnen draaien. De meeste mestvarkens werden gehouden in overvolle kale, vaak vuile hokken.

De onderzoekers zagen:
varkens waarvan de staart routinematig geknipt was. Dit is verboden in de EU. Op alle bezochte Nederlandse bedrijven kwam routinematig staartknippen voor. Van de bezochte landen scoort Nederland samen met Spanje op dit punt het slechtst.

Wijd verbreid gebrek aan afleidingsmateriaal. Aanwezigheid van afleidingsmateriaal is verplicht in de EU. Op 88% van de bezochte Nederlandse bedrijven was geen, of onvoldoende afleidingsmateriaal voor de varkens. Nederland scoort op dit punt -op Spanje na- het slechtst.

Wijd verbreid gebruik van ligboxen en kraamboxen voor zeugen. Deze systemen beperken de dieren ernstig in hun bewegingen en zijn (deels) nog toegestaan in de EU.
“De levensomstandigheden van de varkens in de verschillende landen verschilden niet veel”, aldus een van de onderzoekers. “De varkens zagen er onverzorgd uit, ze gedroegen zich agressief en ze hadden niets te doen. De vloeren waren kaal, er was weinig ruimte en de hokken waren vies. Het is vreselijk je voor te stellen dat het meeste vlees dat in supermarkten, slagerijen en restaurants verkocht wordt onder dergelijke omstandigheden wordt geproduceerd”.

Geert Laugs, campagnecoördinator van Compassion in World Farming Nederland zegt in een reactie: ”Het onderzoek laat zien wat industriële veehouderij doet met intelligente en zeer gevoelige dieren. De meeste varkens in de EU lijden onder de harde werkelijkheid van de bio-industrie”.

Het 6 maanden durende onderzoek is in omvang ongeëvenaard. Het doel ervan was een momentopname te maken van de varkenshouderij in Europa. Daartoe filmden de onderzoekers in willekeurige bedrijven in de belangrijkste varkensgebieden van Nederland, het Verenigd Koninkrijk, Duitsland, Spanje en Hongarije.

Compassion in World Farming roept de EU op de naleving van haar eigen regels af te dwingen. “We willen dat er niet alleen op papier maar ook in werkelijkheid een eind komt aan het op grote schaal routinematig knippen van biggenstaarten en dat alle dieren stro en afleidingsmateriaal krijgen, zoals de wet voorschrijft. Bovendien willen we dat de EU haar wetten aanscherpt en het gebruik van krappe kooien voor zeugen helemaal verbiedt”, zegt Geert Laugs.

In 2009 staat een herziening van de Europese richtlijn voor het welzijn van varkens op het programma.

Compassion in World Farming dringt bij de EU aan op de volgende besluiten.
  • Een volledig verbod van het gebruik van ligboxen voor zwangere zeugen vanaf 2013. Deze krappe kooien, waarin de dieren zich niet eens kunnen omdraaien, mogen nu nog de gehele zwangerschap gebruikt worden en vanaf 2013 alleen nog gedurende de eerste 4 weken. Deze uitzondering moet verdwijnen, vindt CIWF.
    • Een verbod van kraamboxen.

    • Een verbod van pijnlijke ingrepen, zoals castratie en staartknippen.

    • Handhaving van het verbod op routinematig staartknippen.

    • Handhaving en verbetering van de verplichting varkens afleidingsmateriaal te geven.

    • Stro of vergelijkbare bedding voor alle varkens en een verbod van roostervloeren.
    • Meer ruimte voor mestvarkens.

CIWF heeft videobeelden van het undercoveronderzoek in uitzendkwaliteit beschikbaar:



Verslag van een onderzoeker.



Leeswijzer


Thema's of steekwoorden vindt u via de labels onderaan de pagina of op Animal Freedom.
Klik hier voor de laatste bijdragen op dit blog
.
Klik hier voor het beleid om uw privacy te beschermen.
Kijk op ook Facebook voor onze reactie op de actualiteit.

Waarom dit blog?

De Nederlandse veehouderij is vooral gericht op zoveel mogelijk voor de export te produceren onder het motto “meer, meer, meer en groot, groter, grootst”. Dit heeft negatieve gevolgen voor zowel de dierenwelzijn, biodiversiteit, het milieu, het klimaat, de portemonnee en de gezondheid van burgers en ook voor welwillende boeren.
Dit blog verzamelt kritische artikelen die de wurggreep beschrijven waarin de veehouderij zichzelf heeft vastgezet. Zo willen we niet alleen een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de kwaliteit van het leven voor alle belanghebbenden, maar ook aan een schone, gezonde omgeving en een beter dierenwelzijn.

Ook de argumentatie dat dieren grondrechten hebben kan beter en meer aansluiten op hoe mensen voor zichzelf vinden dat recht moet gelden. Alle dier(soort)en kunnen in hun recht op vrijheid als (intrinsiek) evenwaardig aan mensen beschouwd worden. Dierenrechten zijn mensenrechten, die mensen de kans geeft om voor dieren op te komen.
Dieren, bijv. in de intensieve veehouderij, worden behandeld als een object in plaats van een subject met gevoelens en rechten.

De snelheid en het aantal dier(soort)en dat we voortdurend gebruiken is immens. De bijdrage aan onze welvaart en economie van de agrosector is gering. De oplossing is simpel en van niemand anders dan van ons zelf afhankelijk.

Dierenrechten in woord en beeld

Vrijheid is ook een intrinsiek grondrecht voor dieren. Dieren zijn geen dingen Dierenrechten zijn mensenrechten. Mensen moeten voor dieren kunnen opkomen wanneer hun grondrecht wordt geschonden.
logo van Animal Freedom yin en yang
Lees hier over de redenen waarom dieren recht op vrijheid hebben. Lees hier waarin mens en dier evenwaardig zijn.