Mens en dier zijn (intrinsiek) evenwaardig in hun recht op vrijheid

Alle levende wezens zijn verschillend maar evenwaardig in het recht op vrijheid op een natuurlijk leven.
Een dier is (net als een mens) geen ding of een object.
Mensen moeten kunnen ingrijpen wanneer mensen dieren misbruiken of onrecht aandoen.

20 april 2007

Voor dierenwelzijn en tegen zorgplicht in de grondwet

Met deze schijnbare tegenstelling is de schizofrenie in de huidige politieke situatie voor dieren aardig samengevat. Men wil wel dierenwelzijn opnemen in de grondwet opnemen, als dat maar niet leidt tot een zorgplicht. Het mocht eens geld gaan kosten of dat de overheid wordt gedwongen om de wet te moeten gaan handhaven!

In het nieuws waren de afgelopen tijd de volgende 2 berichten over respectievelijk de zorgplicht en dierenwelzijn te lezen.

LTO is tegen het opnemen van een zorgplicht voor het welzijn van dieren in de grondwet. Volgens voorzitter Annechien ten Have van de vakgroep Varkenshouderij beperkt dit het gebruik van dieren.
Dit kan niet alleen gevolgen hebben voor de dieren die worden gehouden voor de voedselvoorziening, maar ook voor bijvoorbeeld de paardensport, stelt Ten Have.
LTO reageert op een initiatief-wetsvoorstel van GroenLinks dat wil dat de zorgplicht wordt opgenomen in de grondwet, omdat deze onvoldoende zou worden gewaarborgd door de Gezondheids- en Welzijnsvet voor Dieren. LTO onderschrijft het doel achter het initiatief-wetsvoorstel om te voorkomen dat dieren vermijdbaar lijden wordt toegebracht, zegt Ten Have. "Dit kan nu en in de toekomst geborgd worden in de EU-richtlijn Dierenwelzijn en de daaraan gelieerde Gezondheids- en Welzijnswet voor Dieren en de Wet op de Dierproeven. Hierin wordt onderscheid gemaakt tussen het houden van dieren voor voedsel en gezelschapsdieren."

En:

Het opnemen van het recht op dierenwelzijn in de Grondwet stuit niet op belemmeringen. Dat heeft de Raad van State vastgesteld. De raad reageert daarmee op het wetsvoorstel van de Tweede Kamerleden Femke Halsema en Ineke van Gent van GroenLinks om dierenwelzijn in de constitutie op te nemen.
GroenLinks wil dat Nederland net als Duitsland de dierenrechten expliciet in de Grondwet vastlegt. De oppositiepartij wil dat doen door een wijziging van artikel 21 van de Grondwet, dat gaat over de zorg voor het milieu. Daaraan zou de zorg voor het welzijn van dieren moeten worden toegevoegd.
Bij de behandeling van de Landbouwbegroting in december bleek een meerderheid van de Tweede Kamer, bestaande uit PvdA, SP, PVV, GroenLinks en PvdD, het wetsvoorstel te steunen. Halsema en Van Gent sturen hun wetsvoorstel dinsdag naar de Tweede Kamer. Als het voorstel wordt aangenomen moeten andere wetten, zoals de Wet op de dierproeven en de Flora- en faunawet, opnieuw tegen het licht worden gehouden. Dat kan belangrijke gevolgen hebben voor de bio-industrie, dierproeven en jacht.

Tot zover het nieuws.

In een rede op de Vrij Universiteit te Amsterdam roept ex-hoogleraar Dierenrecht Dirk Boon op om nu eindelijk de dierenwetgeving eens te gaan handhaven. Hij is er nog niet gerust op dat het voorstel van GroenLinks voldoende wordt uitgewerkt in een effectieve toelichting.

Citaat van Boon: “Want daar zit de pijn: iedereen doet in dit land wat hem goeddunkt met dieren, zonder zich iets van de veelomvattende dierenbeschermingswetgeving aan te trekken. Iedereen kan moeiteloos en straffeloos altijd maar weer de wet overtreden.”

18 april 2007

Verklein de veestapel

Het maakt akkerbouwers weinig uit wat zij verbouwen als het maar geld oplevert. Als bijvoorbeeld graan niet voor brood of veevoer wordt gebruikt, maar voor omzetting tot (bio)-brandstof dan zal het de boeren worst zijn.

Deze veranderde toepassing maakt het vlees en voeding duurder, maar maakt dat we onze mobiliteit wat langer betaalbaar kunnen houden.

De geringe beschikbaarheid van ruimte op de Aarde om de gevolgen van onze levenstijl op te vangen is zo nijpend dat we binnenkort gedwongen moeten worden om onze levenstijl te drastisch te verduurzamen. Dit kan door minder vlees te eten en minder vaak te vliegen over de wereld.

Er is met name in Nederland minder ruimte voor de natuur dan wenselijk zou zijn voor de overlevingskansen van planten en dieren en voor de biodiversiteit in het algemeen. De opbouw van de Ecologische Hoofdstructuur blijft in tempo achter bij de plannen.

We kunnen niet langer de boeren de vrije hand laten wat en hoe zij doen op het land. De boeren als producenten van vlees en biomassa zijn nu nog bezig om alles uit de kast te halen om deze productie zo goedkoop mogelijk uit te voeren. Het middel om via verhoging van vlees- en benzineprijzen consumenten te dwingen om hun levensstijl te matigen zou niet langer beperkt moeten worden.

Het moet er toch een keer van komen.

Liever nu, terwijl er nog wat valt te redden van de natuur en de hoge prijzen het zoeken naar creatieve en verantwoorde alternatieven zullen bevorderen.

Een Nederland met meer natuur is ook meer te genieten voor mensen die hun ontspanning meer in eigen land gaan zoeken.

16 april 2007

Bio-industrie dringt zuivel op aan jeugd

Utrecht, 16 april 2007 - Afgelopen week werd bekend dat Campina een melkcampagne lanceert en daarmee op alle 7900 basisscholen gratis melk serveert. Om hun nieuwe product te promoten geven ze ook nog 75 sportkisten aan basisscholen. De Nederlandse Vereniging voor Veganisme (NVV) heeft er ernstige bezwaren tegen dat basisschoolleerlingen op deze manier zuivel krijgen opgedrongen.

In het verleden heeft de zuivelindustrie met groot opgezette campagnes mensen ervan proberen te overtuigen dat melk onontbeerlijk is in een gezond voedingspatroon. Het gebruik van zuivel zou bijvoorbeeld nodig zijn voor de botopbouw. In de afgelopen jaren is dit echter sterk ter discussie komen te staan. Grootscheepse langdurige wetenschappelijke onderzoeken als de Harvard Nurses Study(1) en de China Study(2) hebben de nadelen van het gebruik van zuivel aan het licht gebracht. Zo blijkt er, in tegenstelling tot wat door de zuivelindustrie beweerd wordt, in landen waar de zuivelinname hoog is, niet minder osteoporose (botontkalking) voor te komen dan in landen waar geen of slechts zeer weinig zuivel geconsumeerd wordt. De consumptie van zuivel verhoogt daarentegen wel de kans op bepaalde soorten kanker, suikerziekte en hart- en vaatziekten. Kortom:
zuivel is niet goed voor de menselijke gezondheid.

Toch wordt door het Voedingscentrum zuivel nog steeds als belangrijkste bron van calcium gezien. Calcium kan echter prima uit producten als sesam en groene bladgroenten worden opgenomen. Daarnaast zijn er genoeg gezonde alternatieven voor zuivel te vinden. Elke supermarkt verkoopt tegenwoordig wel sojamelk in allerlei varianten.
Dat het Voedingscentrum dit advies m.b.t. zuivel geeft is echter niet zo vreemd. De adviezen die het Voedingscentrum verspreidt zijn namelijk afkomstig van de Gezondheidsraad, waarin een aantal belangrijke posten door mensen uit de zuivelindustrie bekleed wordt. Er kan dus getwijfeld worden aan de objectiviteit van deze adviezen. De NVV is dan ook bang dat de belangen van de zuivelindustrie beter behartigd worden dan die van de consument.

Zuivel is niet alleen ongezond, maar ook nog eens bijzonder dieronvriendelijk. Zowel in de bio-industrie als in het geval van biologische zuivel moeten de koeien elk jaar zwanger worden gemaakt om te kalveren. De jonge dieren worden meestal al binnen één tot enkele dagen bij hun moeder weggehaald omdat de melk van de koe voor menselijke consumptie bestemd is. De vervangende voeding die de kalveren krijgen bevat vaak weinig ijzer, zodat de dieren last krijgen van bloedarmoede.
Dit houdt het vlees wit, wat vooral in landen als Italië erg gewild is. De kalfstiertjes worden dan ook al snel geslacht. De melkkoeien, die zonder menselijke inmenging wel een jaar of twintig zouden kunnen worden, zijn na een jaar of 5 à 6 economisch afgeschreven en worden dan ook geslacht.

Ook het milieu wordt zwaar belast door gebruik van zuivel. Volgens een eind november verschenen rapport Livestock's Long Shadow van de Wereldvoedselorganisatie (FAO) van de VN is 18 procent van de uitstoot van broeikasgassen afkomstig van de veehouderij. Dat is meer dan de uitstoot door vervoersmiddelen. De uitstoot van 1 koe staat daarmee gelijk aan die van 70.000 kilometers met een auto!

Met het oog op de toekomst is het voor mens, dier en milieu daarom niet wenselijk dat er een verhoging en stimulering plaatsvindt van het gebruik van zuivel. De impact van de zuivelindustrie op de maatschappij en het milieu is al erg groot. De NVV wijst elk gebruik van zuivel af en probeert mensen ertoe te stimuleren over te gaan op gezondere, plantaardige alternatieven. Voor een betere toekomst.

Voor meer informatie zie www.veganisme.org; www.zuiveloffline.nl.
Perswoordvoerder NVV: Jeroen Koedam, tel. 06 – 06-54385908

(1) Feskanich D, Willett WC, Stampfer MJ, Colditz GA. Milk, dietary calcium, and bone fractures in women: a 12-year prospective study. Am J Publ Health 1997;87:992-7
(2) http://www.thechinastudy.com/

13 april 2007

Varkens krijgen niet wat zij willen

In Resource een weekblad van de Wageningse Universiteit schrijft Laurien Holtjer:

Varkens voelen zich het prettigst met stro en ruwvoer in hun stal. Afleidingsmaterialen als kettingen, touwen of ballen zijn echter praktischer voor de boer. Dat blijkt uit onderzoek van de Animal Sciences Group.

Onderzoekers vergeleken negen verschillende speelmaterialen voor varkens. Daarbij letten ze onder meer op dierwelzijn, kosten, hygiëne en arbeid. Juist de materialen die hoog scoren op de welzijnsmeter van het varken – stro en ruwvoer – zijn impopulair bij de boer. Want stro vraagt meer arbeid dan het ophangen van een ketting en is duurder. Bovendien komt er veel stof vrij bij het verspreiden van stro.
Naast stro waarderen de varkens ruwvoer, omdat dat het verzadigingsgevoel bevordert. Maar ruwvoer levert plakkerige mest op, waardoor het hok sneller vies wordt.

Actualiteitscollege: Dirk Boon pleit voor koerswijziging dierenrechten

Ik maakte kennis met Dirk Boon, bij zijn leven al een legende. De eerste die als jurist voor het dier opkwam en het een waardige plaats in de samenleving, en dus ook in het recht, probeerde te geven. Hij was vele jaren hoogleraar Dier en Recht in Utrecht, en is daarnaast ook altijd als advocaat actief geweest. Hij is lid en lijstduwer van de Partij voor de Dieren.
Omdat hij sprak aan de VU was hij zo vriendelijk de VU-jurist H.J. van Eikema Hommes als voorganger te noemen.
Boon is een rijzige man met een superieure presentatie. Hij kondigde aan met het oog op de tijd zijn voordracht te zullen voorlezen – hij had 25 minuten – maar daarvan was niets te merken. Hij keek wel af en toe op zijn papier maar kende het verhaal natuurlijk uit zijn hoofd. Hij heeft een prettige, rustige voordracht, maakt goed gebruik van de ruimte, richt zich soms rechtstreeks tot zijn opponent, is humoristisch, kortom bij hem verveel je je geen moment.
Hij verdedigde de stelling dat dieren rechten hebben. Als namelijk in de wet staat dat je een dier niet mag mishandelen, m.a.w. dat op ieder mens de plicht rust dieren niet te mishandelen, dan is de keerzijde daarvan dat dieren een recht hebben niet mishandeld te worden.
Dat een dier zijn wil niet rechtsgeldig kan uiten geldt niet alleen voor het dier, maar ook voor grote groepen mensen: de baby’s, de kinderen, de geestelijk gestoorden, de demente bejaarden. Vroeger werden hiertoe ook gerekend: slaven, vreemdelingen, vrouwen.
Het recht lost dit op door voor al deze groepen vertegenwoordiging te accepteren.
Dit zou ook voor het dier moeten gelden.
Het recht verdeelt alles wat er is in twee categorieën: mensen en niet-mensen. Niet-mensen zijn dieren en dingen; alles wat bestaat, levend of niet, valt onder het zakenrecht. Voor menselijke betrekkingen geldt echter een afzonderlijk regiem: het personen- en familierecht.
Interessant is dat er nog een groep is die beschouwd wordt als ‘menselijk’: dat zijn niet de dieren, maar de ‘rechtspersonen’: de vennootschap, de vereniging en stichting.
Er is in december 2006 een voorstel vanuit GroenLinks gedaan om rechten van dieren op te nemen in de grondwet. De Raad van State heeft daarover in februari 2007 negatief geadviseerd! De Raad zegt dat dieren een “bijzonder soort zaken” zijn.
Ook het Duitse Burgerlijk Wetboek komt er niet uit. Daarin staat (art. 90a): dieren zijn geen dingen maar worden wel als zodanig behandeld. Geen mop.
Als goedmakertje is in 2002 dierenbescherming opgenomen in de Duitse grondwet: art.20a.
De opponent was een VU-jurist, Veraart, die zijn tekst uit de Volkskrant van vrijdag j.l. gedeeltelijk herhaalde. Hij deed zijn best maar was m.i. geen partij voor Boon. Hij maakt zich vooral druk om Guantánamo Bay. Terecht op zichzelf, maar om daarmee nu ook maar meteen rechten voor dieren buiten de deur te zetten gaat mij te ver. Hij legt de nadruk op de plicht van de mens om goed voor dieren te zorgen, ze te beschermen e.d. Rechten toekennen vindt hij niet nodig, zelfs ongewenst zijnde een uitvloeisel van de ‘claimcultuur’. Dieren hebben ook geen plichten. Verder bestaat al de mogelijkheid voor organisaties zoals de Dierenbescherming in rechte op te komen voor de belangen van dieren. Recht is iets van de mens voor de mens.
De reactie van Boon kwam er in het kort op neer dat we met de situatie die Veraart beschrijft geen stap verder gekomen zijn en dat het daarom nu tijd wordt voor een principiële koerswijziging.

E.D.

01 april 2007

Nederlandse fabels over dierenwelzijn

Marianne Thieme:

Met zulke bondgenoten heb je geen vijanden meer nodig: CDA zet het agrarisch gezinsbedrijf op spel..

Jammer dat Ger Koopmans van het CDA zo negatief reageert (ND 21 maart) op het voorstel van Milieudefensie om de sector een kwaliteitsimpuls te geven, het leed van dieren in de bio-industrie te verzachten en het agrarisch gezinsbedrijf uitzicht te bieden op een kansrijk bestaan.

Boeren hebben burgers nodig voor het veilig stellen van hun bestaansrecht in een dichtbevolkt en duur Nederland. Met marginale bulkproductie voor de internationale markt tegen hoge maatschappelijke kosten en onacceptabel dierenleed redden de gezinsbedrijven niet. Misschien hooguit de grote anonieme agrarische fabrieken. Maar daar ligt niet het hart van de agrarische sector en het gezinsbedrijf.

Alleen onderlinge solidariteit tussen gezinsbedrijven, burgers en buitenlui kan de redding betekenen voor een sector die per jaar 5% van zijn boeren verliest. Een open blik naar de samenleving is verstandiger dan lonken naar de liberale wereldmarkt.

Ger Koopmans (zelfbenoemd 'bondgenoot van gevestigde boerenbelangen') stelt dat de plannen van Milieudefensie rampzalig zouden zijn. Jammer dat er geen interesse is voor de visie van een maatschappelijke organisatie die juist met dit voorstel verder kijkt dan alleen naar milieu, natuur en dieren. Ook Milieudefensie maakt zich zorgen over het gezinsbedrijf als drijvende motor achter de landbouw en het platteland in Nederland. Elke boer heeft de afgelopen 25 jaar drie collega's zien verdwijnen.. Jouw grond en productierechten vallen dan toe aan de overblijvers. Van solidariteit is geen sprake meer. De ratrace - zo vreemd aan de sector die het boeren graag blijft zien als levenswijze - lijkt ook hier zijn intrede te hebben gedaan. Het CDA en de VVD gaan daar graag in mee met een heilig vertrouwen in de vrije markt.

Het zijn niet de milieu- of dierenbeschermers die een strop om de nek van agrarisch Nederland legden (en nog minder de nog jonge Partij voor de Dieren). Het is de fantasie- en gewetenloze landbouwpolitiek van ongelimiteerde schaalvergroting die het CDA en de Rabobank de afgelopen decennia met succes propageerden. Zij zijn het die de boeren aan de rand van de afgrond brachten.

Wie met een open vizier de plannen van Milieudefensie bekijkt, kan niet anders dan met sympathie reageren. Meer dan 100.000 mensen namen de moeite een kaart in te vullen om een einde te maken aan de bio-industrie in Nederland en willen daarbij boeren in Nederland houden. Zij ageren niet tegen de boerenstand, zij eisen een verandering van het huidige systeem waar boer, burger noch dier beter van worden.

Dat is ook waar de Partij voor de Dieren voor staat: een respectvolle omgang met mensen, dieren en omgeving waar mededogen het leidend principe is. Dat vereist een verandering van denken en doen die door de samenleving moet worden gedragen, maar waar boeren zelf ook het voortouw in kunnen nemen.
De ontwikkeling van kwaliteitsproducten en zelf maatschappelijke verantwoordelijkheid nemen zoals eerder de kwekers van smaaktomaten hebben gedaan en recentelijk Campina en Friesland Foods met hun weidemelk, zou ook een sector als de intensieve veehouderij niet misstaan. Met name omdat zij nog het meest onder vuur liggen van de steeds kritisch wordende burger. De fabels van het CDA hebben hun uitwerking niet gemist en worden misschien alleen nog in eigen kring geloofd:

Fabel 1: dieren hebben het hier veel beter dan elders in de wereld.
Nederland is samen met Denemarken het enige land in Europa dat stro voor varkens niet heeft verplicht. Dat terwijl onderzoek heeft aangetoond dat een ketting geen effectief afleidingsmateriaal is om staartbijten te voorkomen.
Slachtkuikens hebben hier aanzienlijk minder ruimte dan in Thailand of Brazilie.
Fabel 2: als wij meer doen aan dierenwelzijn dan in andere landen, dan zal goedkoper vlees worden geïmporteerd uit landen waar het slechter is geregeld. Ten eerste exporteert Nederland ruim 70% van al het vlees en de eieren die hier worden geproduceerd. We hebben de pretentie de slager én de melkboer van de wereld te zijn en komen om in enorme hoeveelheden mest. Veel van onze export bestaat uit levende dieren die dagenlang door Europa gesleept worden op weg naar een slachterij. Die 70% overproductie past niet in een klein en dichtbevolkt land als Nederland waar zelfs zonder de uitstoot van broeikasgassen en ammoniak door de intensieve veehouderij het al een hele toer wordt om de milieudoelstellingen van het nieuwe kabinet te halen. Het is een bekend gegeven dat de veehouderij meer broeikasgassen uitstoot dan verkeer en vervoer, CLM berekende dat één koe gelijk staat aan 70.000 autokilometers. Ten tweede zal door de voorgestelde heffing van 85 cent per kilo op ál het vlees een fonds ontstaan waaruit de benodigde investeringen en meerkosten voor diervriendelijke productie kan worden betaald. Het vlees hoeft in het schap niet duurder te zijn dan dieronvriendelijk vlees van buiten. Maar het geeft je als Nederlander wél een beter gevoel als je een diervriendelijk Nederlands product uit het koelschap kan pakken.

Fabel 3: de benodigde 1 miljard voor het uitvoeren van het plan kan niet worden opgebracht door het kabinet. De uitgaven worden betaald via de verkoop van vlees met heffing. Waarom zouden er wel accijnzen geheven kunnen worden op brandstoffen en niet op vlees, volgens de fractievoorzitter van het CDA het meest vervuilende onderdeel van ons voedselpakket.
Milieudefensie stelt dat 85 cent per kilo vlees voldoende is. Als je kijkt naar de onverwachte uitgaven die het kabinet heeft moeten doen voor de uitbraken van de varkenspest van 1997, de MKZ crisis van 2001, de vogelpest van 2003 en alle crises die we nog verwachten dan lopen die uitgaven ook in de miljarden. Het is maar op welke wijze je overheidsgeld wilt inzetten en wilt verantwoorden aan de burger.

Fabel 4: de WTO verbiedt een heffing op vlees. Zoals Milieudefensie al aangeeft kunnen bepaalde heffingen wel degelijk en worden deze ook al jarenlang toegepast. Bijvoorbeeld de heffing op limonade. Voorwaarde is wel dat op al het vlees een heffing komt.

Fabel 5: Diervriendelijker wetgeving is het exporteren van verantwoordelijkheid omdat de dieronvriendelijke productie zich dan zou verplaatsen naar andere landen met minder regels.
Deze drogredenering waarmee Cees Veerman afscheid nam van het ministerschap, zou ook kunnen opgaan voor de afschaffing van kinderarbeid. Elke voorgenomen verbetering van arbeidsomstandigheden loopt tegen dit vooroordeel op. Toch zijn we er blij mee dat kinderarbeid en slavernij in ons land zijn afgeschaft hoe onmogelijk dat ook ooit leek, dat vrouwen min of meer gelijk behandeld worden en dat we onze normen niet gelijk schakelen met landen die concurrentievoordeel proberen te behalen door nog slechter met dieren om te gaan dan wij doen als meest veedichte land ter wereld.

De komende jaren zal de license to produce steeds belangrijker worden voor waar wél en geen kansen liggen voor de intensieve veehouderij in Nederland.
Die license to produce wordt niet bepaald op de wereldmarkt maar door de burger die wandelt, fietst en recreëert in het steeds schaarser wordend aantrekkelijk platteland. De kiezers van de Partij voor de Dieren (180.000) zijn al overtuigd dat het beter kan. Nu de boer en zijn bondgenoten nog....

Wie z'n eieren in het mandje van het CDA legt, tekent voor het in stand houden van de morele blinde vlek van onze samenleving en een agrarische sector die beroofd wordt van z'n gezinsbedrijven en toekomst. De varkensflat in de Amsterdamse haven in plaats van het gemengde bedrijf op het platteland. Boeren hebben meer van milieudefensie te verwachten dan van Ger Koopmans. Nomen est omen!

Marianne Thieme, fractievoorzitter van de Partij voor de Dieren in de Tweede kamer en op het Partijcongres in Ede op 1 april 2007.

31 maart 2007

Verburg: geen drempel tegen buitenlands bio-industrie vlees

Minister Verburg gaat in 2007 bij de WTO onderhandelingen niet inzetten op bescherming van de Nederlandse markt voor dierlijke producten welke afkomstig zijn van dieren die onder slechtere omstandigheden worden gehouden dan in Nederland.

Dat is jammer, maar ook wel verklaarbaar. Immers gelijke monniken en gelijke kappen. Als we dieronvriendelijk vlees uit het buitenland gaan weren, moeten we ook geen dieronvriendelijk vlees naar het buitenland exporteren. Omdat Nederland zoveel vlees uit de bio-industrie exporteert (voor iedere drie dieren in Nederland worden er twee geëxporteerd) is niet in het belang van deze sector om deze export in gevaar te brengen.

Willen we zowel in eigen land als in het buitenland de bereidheid verhogen om dieronvriendelijk vlees te stoppen dan zullen we eerst onze eigen veestapel in de intensieve veehouderij moeten afbouwen.

29 maart 2007

Consequenties van het oprukkend veganisme voor bepaalde beroepen

Naarmate er meer veganisten bij komen zullen bepaalde bedrijfstakken meer onder druk komen te staan, zoals natuurlijk diverse takken van landbouw, slachterijen, zuivelbedrijven, etc.. Uitgaande van een progressieve ontwikkeling op dit gebied, zal het onnodig gebruiken van dieren maatschappelijk gezien steeds minder acceptabel worden. Dit zal ook betekenen dat beroepen die nu nog aanzien genieten op den duur op één lijn komen te staan met (althans in Europa) oude vakken als beul, slavendrijver of huurmoordenaar.

Op het moment lijkt dit nog het meest op science fiction, maar als we optimistisch zijn zullen allerlei werkzaamheden na verloop van tijd (nagenoeg) verdwijnen. Overigens dient dit niet gepaard met een bijzondere stigmatisatie van bijvoorbeeld voormalige slagers of slachters, want zij voerden - net als beulen - slechts handelingen uit waar maatschappelijk gezien vraag naar was.

Over dit onderwerp heb ik een uitgebreider artikel geschreven voor het tijdschrift Gezond Idee! (het huidige Vega!): De verdwijning van immorele beroepen.

Moeite met het concept onrechtvaardig diergebruik?

Bijna iedereen in mijn omgeving weet dat ik veganist ben. Sommigen weten dat zelfs al zo'n 20 jaar. Toch komt het vaak genoeg voor dat mensen vrolijk tegen mij beginnen over de lekkere kaas die ze pas gegeten hebben of zelfs over een heerlijk middagje vissen. Onlangs spande iemand de kroon door me een 'leuke' foto door te sturen die zij zelf van vrienden ontvangen had. De foto heet 'onderwaterbevalling' en toont een geslachte kip die in een pannetje water geplaatst is, met een ondergedompeld ei vlakbij haar onderlijf. De persoon in kwestie vond dit ontzettend leuk gevonden en vroeg me onbekommerd of ik het ook geen bijzonder geinige foto vond.

Ik ben er zeker van dat de mensen die me met allerlei vormen van onnodig diergebruik confronteren dat niet doen om mij te kwetsen. Het komt gewoon niet in hen op dat ik het diergebruik beschouw als een vorm van onrecht, een schending van dierenrechten.

Kennelijk zit het gebruik van dieren zo diep in de westerse cultuur gebakken dat veel mensen het idee van onrecht tegen dieren, zeker als het niet rechtstreeks gepaard gaat met bloederige en schokkende taferelen, vooral als een merkwaardig concept ervaren. Het kost hun moeite om de notie echt serieus te nemen, te integreren in hun wereldbeeld, en ernaar te handelen.

In mijn artikel De ontkenning van onrecht: existentiële angst als basis voor de miskenning van dierenleed heb ik geprobeerd om dit fenomeen nader te verklaren vanuit een behoefte aan veiligheid.

Titus Rivas

28 maart 2007

Waarom veganisten geen wol willen gebruiken

Wol is mooi en lekker warm en roept associaties op met 'natuurlijkheid' en met vertederende lammetjes in de wei. Morries Leeraert en ondergetekende voerden echter een literatuuronderzoek uit voor Gezond Idee! (tegenwoordig bekend als Vega!) naar de vraag hoe onschuldig het product feitelijk is: De koude werkelijkheid rond wol.

Wij stuitten op misstanden zoals:

- Grootschalige sterfte onder lammeren (d.w.z. buiten de context van de lammerslacht) doordat kuddes zo groot worden dat er onvoldoende aandacht voor individuele dieren is.
- Pijnlijke methodes bij het merken van dieren
- Amputatie van staarten
- Verwaarlozing en kreupelheid bij volwassen dieren

Op zich zouden dit soort wantoestanden achterwege kunnen blijven, maar zelfs dan blijven er inherente bezwaren kleven aan wol. Schapen verliezen in de natuur hun vacht heel geleidelijk, en het scheren komt daarom neer op een onaangename plotselinge blootstelling aan warmte of kou. Wanneer het scheren vroeg in het seizoen plaatsvindt kunnen sommige dieren zelfs letterlijk sterven van de kou. Ook worden schapen meer dan eens mishandeld tijdens het scheren en kunnen ze verwondingen oplopen die leiden tot infecties. Uiteraard wacht bijna alle dieren die jarenlang hun wol hebben moeten afstaan uiteindelijk het slachthuis, als dank voor hun trouwe diensten. Een onproductief dier in leven houden is immers economisch onrendabel.

Wol lijkt op het eerste gezicht een product waar veel minder dierenleed aan kleeft dan aan vlees, vis of zuivelproducten. Helaas leert een nadere bestudering van de literatuur toch weer anders. Er is inherent iets mis met onnodig diergebruik en het zou goed zijn als men zich daar nog meer bewust van wordt.

27 maart 2007

Overheid heeft zorgplicht voor wilde dieren

Minister van LNV stelt geen geld beschikbaar voor (wilde) dieren in nood

De Partij voor de Dieren heeft minister Gerda Verburg gevraagd of het LNV bereid was om geld beschikbaar te stellen voor dieren die hulp nodig hebben en waarvoor geen eigenaar bekend is. Dierenartsen zijn niet bereid gewonde dieren te helpen als niet van tevoren bekend is of ook iemand bereid is de rekening te betalen ("dierenarts wil eerst garantie geld" De Telegraaf, 18 februari 2007).
De minister antwoordde 26 maart daarvoor geen geld te willen geven. Dierenambulances moeten maar (blijven) proberen dit geld van de gemeente en van particulieren te krijgen.

Natuurlijk moeten er geen situaties ontstaan waarin ambulances in combinatie met dierenartsen commerciële prijzen gaan vragen als vergoeding voor noodhulp aan wilde dieren. Maar een tegemoet komen aan beide partijen in het vergoeden van de onkosten is toch wel het minste dat een ministerie kan doen. Daarmee kan een dierenambulance een 24 uursdienst opzetten en wordt geen tijd verloren in het bieden van levenreddende noodhulp. Dieren die niet direct onder iemands zorgplicht vallen, vallen onder de zorgplicht van de overheid, net als bij mensen.

Naast een deel dat de overheid betaalt voor de noodhulp kan het rijk aan een gemeente vragen om een deel bij te leggen op basis van bijvoorbeeld hondenbelasting of op basis van andere gemeentelijke belastingen. Daarmee kan burger uit een gemeente zelf invloed uitoefenen op de mate van steun aan dieren.

Dierenambulances mogen niet meer in aktie komen om in het wild levende dieren zoals reeën te redden na een aanrijding. Dat blijkt uit een intern memo van de politie in IJsselstreek en Achterhoek (Blik op Nieuws).
De Partij voor de Dieren vindt dat bij hobbyjagers teveel belangen en bevoegdheden geconcentreerd zijn, namelijk die van wildteller, dierenpolitie-agent, aanklager, rechter, beul én leverancier aan de poelier. Er zou meer onafhankelijk toezicht moeten komen om belangenverstrengeling in deze sfeer te voorkomen.

24 maart 2007

Bio-industriesector wil geen heffingen maar exporteren

De intensieve veehouderij ziet niets in het plan van Milieudefensie voor een vleesheffing. Milieudefensie wil een heffing invoeren van 85 cent per kilo vlees, inclusief importvlees.
De opbrengst van de heffing moet naar boeren die milieu- en welzijnsvriendelijker werken, vindt Milieudefensie.
Voorzitter Annechien ten Have van de LTO-vakgroep Varkenshouderij vindt het plan onrealistisch. ”Zo’n heffing is onhaalbaar binnen de regels van de WTO en de EU. Het plan bevordert eiland denken. Daar zijn boeren niet bij gebaat. Die hebben rendement nodig om innovaties door te voeren. Innovatie kun je beter stimuleren via fiscale maatregelen of met investeringssubsidie.”
Tot zover Zibb.

De reactie is bekend. Nederlandse boeren produceren voor het buitenland. Alles wat hun concurrentiepositie verslechtert, daar zijn zij tegen, ook als de voorstellen maatschappelijk breed gesteund worden.
Nederlandse intensieve veehouders trekken zich niets aan van wat de samenleving wil, maar willen volledige autonomie in het tot de laatste cent uitpersen van dier en milieu. Zij zullen alleen naar maatschappelijke signalen luisteren als hun dat meer en gemakkelijker inkomen oplevert.
Helaas is de consument, burger en kiezer hierbij ervan onwetend dat de winst die het hun individueel in de portemonnee oplevert, via de belastingen meer kost. Per saldo zijn er op de lange termijn alleen maar verliezers.

23 maart 2007

Alternatieven voor dierproeven via Invitrom

Om de ontwikkeling, toepassing en acceptatie van proefdiervrije in-vitromodellen in het biomedisch onderzoek verder te bevorderen, is de vereniging Invitrom opgericht. Dat gebeurde half maart tijdens een symposium, waarin het gebruik van menselijk weefsel in het wetenschappelijk onderzoek centraal stond.
Voor de beoordeling van de veiligheid van chemicaliën, bijvoorbeeld die in voedings- of geneesmiddelen, en het verkrijgen van inzichten in biologische werkingmechanismen worden jaarlijks bijna 300.000 proefdieren gebruikt. Dit aantal kan naar beneden als onderzoek met in-vitromethoden beter wordt toegepast en geaccepteerd.
`In Nederland en België zijn er veel activiteiten die gericht zijn op het terugdringen van proefdieronderzoek; aldus Cyrille Krul van TNO Kwaliteit van Leven en tevens medebestuurder van de nieuwe vereniging. `In vergelijking met andere landen is er eigenlijk weinig samenhang tussen de mensen die hiermee bezig zijn, terwijl er steeds meer praktische en ethische vragen zijn rond proefdieronderzoek en het gebruik van humaan weefsel voor onderzoek. Wij streven ernaar dat invitromodellen en uitkomsten van onderzoek hiermee een betere basis krijgen en beter geaccepteerd worden door beleidsmakers en politici.'
Volgens de vereniging leiden in-vitromethoden tot vermindering van het proefdiergebruik en over het algemeen tot betere wetenschappelijke resultaten. Driekwart van de nu geaccepteerde methoden die leiden tot vervanging en vermindering van proefdieren zijn gebaseerd op cel- en weefselkweekinethoden.
Het bestuur van Invitrom is een samenwerkingsverband van de Universiteit Utrecht, NV Organon, NVI, TNO en Johnson&Johnson Pharmaceutical Research Development in België. Bron: Voeding Nu maart 2007

18 maart 2007

Artis Gorilla

Op de website van Artis lees ik dat Europese dierentuinen fokken met gorilla’s omdat ze een bedreigde diersoort zijn. De fokprogramma’s moeten helpen om de soort voor uitsterven te behoeden. De mens vormt in het wild de voornaamste bedreiging door versnippering van leefgebieden, de handel in ’bushmeat’ en stroperij.

De schrijver van het artikel in Het Parool van zaterdag over de geboorte van een jong in Artis praat dit onkritisch na. Dierentuingorilla's kunnen echter in het wild niet overleven. Men fokt in wezen voor dierentuinen, dus om zichzelf - als commerciële onderneming - in stand te houden. Door fokprogramma’s raken dierentuinen overvol. Er zijn momenteel al omstreeks 400 gorilla’s in Europese dierentuinen. Gevolg: Blijdorp Rotterdam leverde vorig jaar overtollige gorilla’s aan de dierentuin van Sjanghai, internationaal protest naast zich neerleggend.

Die andere stadsdierentuin, Artis, huisvest eind dit jaar 7 gorilla’s. Ook daar is geen plaats voor. Er moet dus opruiming gehouden worden. Er zijn nu al in 6 Nederlandse dierentuinen ca. 50 gorilla’s.

De vraag is hoe ethisch al dit fokken is. Gorilla’s zijn wilde dieren. Een wild dier wordt niet tam doordat het in gevangenschap geboren is. Het wordt alleen psychisch kapotgemaakt. Het heeft tien jaar geduurd voordat het fokken in Artis een gorillajong opleverde. Men kan gerust zeggen dat dit een afgedwongen, gewelddadige verwekking is.

Sinds 2003 zijn dierproeven met mensapen verboden. Is dit soms geen dierproef?

Het wordt tijd dat de politiek aan deze onwaardige omgang met dieren paal en perk stelt.

E.d.

12 maart 2007

Dieren doden is niet zielig, maar vaak onnodig

Een bedrijf als Duke in Lelystad is gespecialiseerd in het vangen van dieren die volgens sommigen overlast bezorgen, zoals ganzen of duiven. Duke heeft belang bij deze opdracht en niet bij het aandragen van alternatieve oplossingen die diervriendelijk zijn en het vangen overbodig maken.
Puur eigen belang, wat een klein beetje begrijpelijk is. Voor een weloverwogen beslissing wat het beste is bij de bestrijding van dierenoverlast is vooral een mentaliteitsverandering aan de orde. Je moet diervriendelijke maatregelen serieus willen nemen. Ook die kosten geld en zijn het meest effectief als er aanvullende maatregelen worden genomen. Die aanvullende maatregelen komen neer op het onmogelijk of onaantrekkelijk maken van terugkeer en het bevorderen van een natuurlijk evenwicht. In het geval van duivenoverlast zou het verbieden van de duivensport simpel en doeltreffend zijn. Het aan het lot overlaten van duiven als zij geen prijswinnaars zijn is een discutabele grondhouding ten opzichte van dieren.
Wanneer ganzen op een sportveld ongewenst zijn dan breng je ze over naar een terrein waar zij door natuurlijke predatoren kunnen worden bejaagd of je zorgt ervoor dat hun eieren op het alternatieve terrein niet uitkomen. Beide maatregelen kosten wat extra inspanning en die kan worden opgebracht door besparingen die voortvloeien aan een natuurlijk evenwicht. Gewoon een kwestie van wat verder kijken dan je neus lang is en het denken op de lange termijn ipv de gemakkelijke korte termijn.

05 maart 2007

Is bijelkaar kruipen van kuikens een teken van welzijn?

Zibb meldt: 'Hoge dichtheid vleeskuikenstal geen probleem'

Een hoge bezettingsgraad in vleeskuikenstallen hoeft niet te leiden tot welzijnsproblemen voor de dieren. Het aantal pootklachten en het sterftepercentage nemen niet toe bij een hogere bezettingsgraad.
Dat blijkt uit onderzoek van Engelse onderzoekers van de Universiteit van Oxford.

De Engelse onderzoekers vergeleken het gedrag van de vleeskuikens in stallen waarin de bezettingsgraad varieerde van 30 tot 46 kilo per vierkante meter. Zij onderzochten met een computermodel hoe de dieren zich gingen gedragen als er meer dieren per vierkante meter in een virtuele stal kwamen.

Zij legden de computersimulaties naast videobeelden van echte vleeskuikens in honderd gangbare vleeskuikenstallen. Daaruit blijkt dat vleeskuikens een uitgesproken neiging hebben om bij elkaar te kruipen en dat de welzijnsproblemen niet toenemen met een hogere bezettingsgraad.

Het is volgens de Engelse onderzoekers dus maar de vraag of de vleeskuikens gebaat zijn bij meer ruimte. Zaken als temperatuur en de luchtkwaliteit in de stallen zijn volgens hen veel belangrijker voor het welzijn.

Tot zover Zibb.

Deze verslaggeving is nogal tendentieus. Het sterftepercentage en het aantal pootklachten neemt niet toe. Het aantal pootklachten was hoog en wordt blijkbaar met een hogere bezettingsgraad niet hoger. Conclusie is dan hoogstens dat de welzijnproblemen niet nog meer toenemen.
Verder de neiging van vleeskuikens om bij elkaar te kruipen is vooral een teken van weinig welzijn van kuikens. Kuikens die onder abnormale en ouderloze omstandigheden opgroeien krijgen geen stimulans om de (overigens saaie) omgeving te gaan onderzoeken.
Voor een groep dieren die toch al sterk in welzijn is aangetast is het dan ook niet vreemd dat temperatuur en luchtkwaliteit sterk van invloed is op hun (on)welzijn.

03 maart 2007

Van Hall studenten claimen de groene ruimte

Tijdens een bezoek van Femke Halsema aan het Hall Larenstein instituut in Leeuwarden reageerden de studenten fel op haar voorstellen om niet te streven naar kwantiteit maar naar kwaliteit.
"Wij zijn agrarische ondernemers die gewoon winst willen maken." Met het in rap tempo afnemende graanoverschot door de vraag naar bio-energiegewassen ziet akkerbouwstudent Johan Barendregt. daar ook alle kansen toe, als de politiek maar van de markt afblijft.
"De politiek moet zich helemaal niet met de boeren bemoeien. Wij willen voor de internationale voedselmarkt produceren."

Hiermee laten de toekomstige agro-industriëlen hun ware asociale aard zien: zoveel mogelijk produceren zonder toezicht en zonder rekening te houden met de gevolgen voor anderen. Deze grondhouding gaat ten koste van collega’s in het buitenland en in de eigen regio ten koste van de kwaliteit van de groene ruimte, het milieu en dierenwelzijn.

26 februari 2007

Dierenwelzijn in Regeerakkoord stelt niets voor

In het Regeerakkoord van Balkenende IV staat dit over dierenwelzijn:

Dierenwelzijn

  1. De inzet is te komen tot een verdere verbetering van het dierenwelzijn. Nog dit jaar zal een nieuwe Nota Dierenwelzijn worden uitgebracht, waarin het dierenwelzijnsbeleid wordt uitgewerkt.
  2. Met kracht zal worden gestreefd naar aanscherping van wettelijke eisen in Europees verband.
  3. Grote nadruk zal liggen op het stimuleren van innovaties en investeringen in diervriendelijke houderijsystemen en van de consumentenvraag naar diervriendelijke en duurzame producten. Investeringen in diervriendelijke houderijsystemen die verder gaan dan de wettelijke eisen zullen worden ondersteund.
  4. De strafmaat voor dierenmishandelaars zal worden verhoogd en aan hen zal een verbod op het houden van dieren worden opgelegd. De handhaving van bestaande regelgeving voor dierenbescherming en dierenwelzijn zal de komende jaren worden geïntensiveerd.

Tot zover het regeerakkoord.

Het vorige kabinet heeft alleen maatregelen genomen die dierenwelzijn een stap achteruit brachten. Dat dit kabinet stelt dat de "inzet is te komen tot een verdere verbetering" moet dan ook gelezen worden als dat het kabinet verdere versluierende maatregelen zal trachten te nemen die de intensieve veehouderij nog beter zullen passen.
De aanscherping van eisen in Europees verband kan het beste worden gelezen als vertraging van invoering van maatregelen die echt dierenwelzijn bevorderen.

"Stimuleren van innovaties en investeringen" is alleen zinvol als keihard wordt toegezegd hoeveel geld wordt gestoken in welke systemen die ook nog eens onbetwistbaar een stap vooruit zijn in dierenwelzijn.
Dat de
"strafmaat voor dierenmishandelaars zal worden verhoogd" is mooi, maar het was ten opzichte van de grootschalige dierenmishandeling in de intensieve veehouderij toch al een marginaal verschijnsel.

Kortom: beste diervriendelijke kiezer bezint u voordat u op 7 maart uw stem (nog eens) uitbrengt op een van de drie regeringspartijen of op de oude.

23 februari 2007

Nationale petitie voor verkoopsverbod honden en katten in winkels

GAIA, Veeweyde, Animaux en Péril, Help Animals en de dierenbescherming van Charleroi starten een nationale petitie. De dierenbeschermingsorganisaties roepen iedereen op om de petitie te tekenen voor een verbod op de verkoop van honden en katten in winkels.
Het verbod is een noodzakelijke maatregel om een einde te maken aan de impulsieve aankoop van deze dieren, die vaak ziek en ongesocialiseerd verkocht worden en in het algemeen van kwekerijen komen waar de dieren in erbarmelijke omstandigheden gefokt worden.
Meer dan 120 organisaties voor dierenbescherming en experts onderschrijven het wetsvoorstel van Magda De Meyer voor een verbod op de winkelverkoop van honden en katten en roepen de politici op ervoor te stemmen in de Kamer.
Op 6 maart worden in de Kamercommissie Volksgezondheid de voorstanders (dierenbeschermingsorganisaties) en de tegenstanders (dierenwinkels) gehoord over het wetsvoorstel. Verwacht wordt dat nadien een stemming komt in de Kamer.
Online tekenen kan op www.gaia.be.

14 februari 2007

Onhygienisch geleuter van hoogleraar van Knapen

Volgens hoogleraar van Knapen in Trouw zijn in het debat rond dierenwelzijn feiten van ondergeschikt belang geworden. 'Er is te veel emotioneel geleuter; ook in de politiek met die Partij voor de Dieren. Mensen hechten aan het nostalgische plaatje van die scharrelvarkens. Maar die hadden vroeger weinig meer dan een smerig kot, waarin het ook nog vaak van het ongedierte krioelde.'

Hij ageert ook tegen H5N1. 'Dit virus waart al 10 jaar rond en heeft in die tijd wereldwijd 200 levens gekost. In Nederland overlijden jaarlijks 1.000 à 1.500 mensen aan de griep. Waar hebben we het dan over met H5N1.'

Van Knapen raadt aan ‘glazen’ varkensstallen te ontwerpen. 'Installeer webcams en laat zien dat het allemaal niet zo ernstig is met dierenwelzijn. In een doorsnee varkensstal kun je van de vloer eten. Je kunt beter met een varkensstal te maken hebben dan met een ziekenhuis. Er is geen ziekenhuis dat zulke strenge eisen stelt aan zijn bezoek als de varkenshouder.'

Tot zover Trouw.

Van Knapen redeneert onzuiver. De Partij voor de Dieren pleit niet voor een terugkeer naar vroeger, maar wil in ons land minder varkens die onder betere omstandigheden worden gehuisvest en ook buiten kunnen komen.

De strenge eisen die een bio-industriemanager stelt bij het bezoek van zijn stallen hebben vooral te maken met de angst dat ziektekiemen zijn bedrijf insluipen dan om zijn bedrijf schoon te houden.

Misschien dat van Knapen maar eens een tijdje in een varkensstal moet gaan wonen, met een webcam erbij, dan kan iedereen zien hoe snel hij zich verveelt.

Dierenwelzijn hoort bij WTO-accoord

Het vrijgeven van de wereldhandel in het kader van de WTO-onderhandelingen kan als ongewenst effect hebben dat diervriendelijke (en vaak duurdere) producten weggeconcurreerd worden door producten die onder slechtere dierenwelzijnsnormen zijn gehouden, bijvoorbeeld van buiten de EU. Dit kan niet de bedoeling zijn. Een WTO-akkoord betreffende landbouwproducten is daarom alleen acceptabel als hierin voorzien is in mogelijkheden om diervriendelijk tot stand gekomen producten te beschermen.

Aldus het pleidooi van de Dierenbescherming.

En zo is het maar net. Wanneer Nederland onverantwoord geproduceerde dierenproducten niet kan tegenhouden, dan maakt de biologische veehouderij in ons land geen schijn van kans.
Overigens geldt het omgekeerde ook: Nederland zou er goed aan doen om de veel te grote veestapel uit de intensieve veehouderij te verkleinen om aan geloofwaardigheid te winnen.

05 februari 2007

Afschermplicht kippen voorbarig

Minister Veerman heeft wel erg gretig besloten dat alle kippen binnen moeten blijven, nu er vogelgriep geconstateerd is op één Britse kalkoenenhouderij, aan de overkant van de Noordzee. De Britse regering vond een landelijke afschermplicht het afgelopen weekend in elk geval nog niet nodig. Zij stelde wel zo’n verplichting in voor een beperkt gebied rond het besmette bedrijf. Die zone werd vastgesteld volgens Europese regels en na afweging van de risico’s. De zone heeft een straal van ca. 30 kilometer rond de plaats van de besmetting.

Overigens is de vogelgriep op dit moment slechts vastgesteld op één boerderij. Er is geen verdenking van vogelgriep op andere, naburige bedrijven en bij wilde vogels in de buurt. De besmette boerderij is een intensief bedrijf, waar de dieren (159.000 kalkoenen) binnen werden gehouden. Het lijkt dus onwaarschijnlijk dat de besmetting direct van wilde vogels afkomstig is en daarvoor is ook geen enkele aanwijzing. In elk geval blijkt dat het binnen houden van pluimvee niet garandeert dat vogelgriep buiten de deur blijft.

Het verplicht binnen houden van kippen heeft in Nederland vooral gevolgen voor de ca. 5 miljoen legkippen die –als ze dat willen- naar buiten kunnen en voor hun eigenaren: Boeren, die geinvesteerd hebben in een beter en natuurlijker leven voor hun dieren. Het zou bijzonder wrang zijn als deze dieren én boeren gedupeerd worden door een algemene maatregel die mogelijk te vroeg genomen is en waarvan in onze buurlanden geen sprake is.

02 februari 2007

Waalkens spreekt zichzelf tegen

PvdA Tweede kamerlid Harm Evert Waalkens zegt in het januarinummer van Rood, het ledenblad van de PvdA, het volgende:

Als de overheid geen richtlijnen en grenzen aangeeft dan zal de markt ervoor zorgen dat er steeds meer dieren in een nog kleiner hokje terechtkomen. Maar het heeft helemaal geen zin om boeren en veehouders daarvoor te straffen en te criminaliseren. Zij zijn ook gevangen in de economische ratrace.
De verantwoordelijkheid voor het welzijn van dieren ligt volgens Waalkens bij de overheid, het bedrijfsleven en de consument samen. Maar het is de taak van de overheid om te normen vast te stellen en toe te zien op naleving. De PvdA wil daarom dat dierenwelzijn expliciet wordt opgenomen in wet- en regelgeving.

Tot zover Waalkens in Rood.

In deze zinnen legt Waalkens de verantwoordelijkheid buiten zichzelf en spreekt hij zichzelf tegen. Deze tegenspraak is sprekend voor de huidige boer: wel de lusten van de verminderde regelgeving en niet de lasten. Wanneer de overheid minder, maar duidelijkere regels stelt voor dierenwelzijn, dan moet zij ook handhaven (lees: straffen). En aan die bereidheid schort het bij de overheid en bij de sector die handhaving tegenwerkt.

Meer lezen over versluierend taalgebruik door boeren? Klik hier.

Nog een voorbeeld van inconsistent handelen:
Voormalig PvdA Tweede Kamer-lid en biologisch veehouder Harm Evert Waalkens uit Finsterwolde vindt dat de intensieve veehouderij in Groningen toch moet kunnen uitbreiden. Hij pleit voor bundeling langs de A7. Op deze manier blijft de overlast tot een minimum beperkt. Het plan van Waalkens (zie video) staat haaks op het standpunt van de PvdA statenfractie die de intensieve veehouderij juist aan banden wil leggen.

20 januari 2007

Geen subsidie maar importheffing is oplossing voor biologische landbouw

Bron: www.bioland.de:
Een hogere prijs van het biologische produkt zou wenselijk zijn maar is niet op korte termijn te verwachten op grond van het algemeen lage prijsniveau van levensmiddelen en de daarmee samenhangende prijsafhankelijkheid van gangbare produkten. Subsidies blijven uit dat oogpunt kennelijk ook in Duitsland noodzakelijk om de internationale concurrentie op de eigen markt het hoofd te bieden.

Tot zover bioland.

Er is nog een effectieve manier om de binnenlandse markt van biologische producten te beschermen en biologische boeren een steun in de rug te geven en dat is door een importheffing op bio-industriële producten uit het buitenland. Niet grootschaligheid is daarin verkeerd, maar gebrek aan dierenwelzijn en onverantwoorde omgang met milieudruk.
Een dergelijke maatregel vraagt weliswaar afspraken op de WTO, maar is een zeer effectieve manier om producenten te beïnvloeden om meer verantwoord te produceren.
Het bijkomend voordeel is dat deze maatregel minder geld kost dan subsidie.

18 januari 2007

Hartstichting geeft geen inzicht in proefdiergebruik

E.D. had onderstaande correspondentie met de Hartstichting.

De heer dr. Hans Stam

Directeur Hartstichting

Den Haag

Geachte heer Stam,

In de Volkskrant van 29 dec. j.l. staat uw foto mooi bovenaan blz. 7 (Economie), onder de kop: "Hartstichting wil bestaansrecht bewijzen."

U gaat 260.000 euro besteden aan onderzoek door de Erasmus universiteit naar uw bestaansrecht. Een van de argumenten is dat donateurs steeds kritischer worden.

Ik heb maar weer eens een blik op uw website geworpen.

Daar vond ik wel een geinig berichtje, over het niet accepteren van giften:

In Editie NL van vrijdag 18 maart 2005 is het teruggeven van een gift van de Hartstichting aan een bedrijf onderwerp van discussie geweest. Het betrof hier een gift van een fabrikant van tabaksprodukten. Per jaar overlijden 6.000 mensen aan hart- en vaatziekten als gevolg van roken. De Nederlandse Hartstichting pleit al ruim 40 jaar voor een gezonde leefstijl ter voorkóming van hart- en vaatziekten, waarin roken - als duidelijke risicofactor voor het verkrijgen van hart- en vaatziekten - niet past. Fabrikanten van tabaksproducten hebben een commercieel belang bij het in stand houden van rookgedrag. Wij hanteren dan ook het duidelijke standpunt, dat wij geen giften wensen te ontvangen van fabrikanten van tabaksproducten. Het gaat dan om giften van het bedrijf, niet om giften van particulieren. Immers (individuele) rokers bepalen zelf hun leefstijl.

Hieruit blijkt dat u er tegenwoordig zelfs zoiets als een moraal op na houdt.

Hier kijk ik van op. Dit is nieuw.

Zou het er onder uw directie misschien van komen dat er open kaart gespeeld wordt over de dierproeven die u financiert?

Tot dusver is het beleid: niet over praten.

In feite is er in dit opzicht dus geen beleid.

Geen enkele donateur krijgt enig inzicht in de omvang van het dierexperimenteel onderzoek dat u bekostigt. Niet in de aantallen dieren, niet in de soort, niet in de aard van de proeven. Hoewel u over de exacte feiten en cijfers beschikt, wordt men afgescheept met globale vermelding van de bestedingen aan onderzoek. En verder: oogjes dicht en snaveltjes toe.

Verzwijgen. Verheimelijken.

Maar wel de hand ophouden.

Ik noem dit onbehoorlijk.

Als het over bestaansrecht en over kritische donateurs gaat, zou u daar misschien ook nog eens over moeten nadenken.

Hoogachtend,

E.D.


Dit was de reactie:

Geachte Heer of mevrouw,

In uw mail van 1 januari plaatst u een aantal kanttekeningen bij het bestedingspatroon van de Hartstichting. U vindt ook dat wij over een aantal zaken eens goed moeten nadenken, onder andere over wetenschappelijk onderzoek dat door de Nederlandse Hartstichting ondersteund wordt, waarbij proefdieren worden gebruikt.

Graag willen wij aangeven hoe de Nederlandse Hartstichting hier mee omgaat. De Nederlandse Hartstichting ontvangt jaarlijks een groot aantal verzoeken om bij te dragen in de kosten van onderzoeksprojecten. Daarvoor zijn met een beperkt aantal mensen binnen de Hartstichting een logistiek en procedures opgezet om de beoordeling van deze verzoeken allemaal in goede banen te geleiden. Zo hebben wij een Wetenschappelijke Adviesraad waarin een groot aantal deskundigen op cardiovasculair gebied zitting heeft. Zij toetsen met name de wetenschappelijke kwaliteit van de projecten.

Wat betreft proefdieren kan gesteld worden dat ze met name gebruikt worden in onderzoeksprojecten die meer inzicht geven in de pathofysiologie van hart- en vaatziekten. Onze Wetenschappelijke Adviesraad bekijkt in dat geval heel nauwkeurig of proefdieren noodzakelijk zijn en of de aantallen minimaal zijn, maar zó dat de vraagstelling beantwoord kan worden. Bij een positief advies van de Wetenschappelijke Adviesraad dienen de onderzoekers te voldoen aan alle wettelijke vereisten zoals vastgelegd in de Wet op de Dierproeven en de Gezondheids- en Welzijnswet dieren. Hiertoe zijn veelal lokaal Dierexperimenten Commissies opgericht die deze wettelijke eisen toetsen.

De toestemming van de Commissies is eveneens vereist, vóórdat een onderzoek van start kan gaan. Daarbij vergoedt de Nederlandse Hartstichting alleen aanschaf- en huisvestingskosten.

Wij hopen dat wij hierboven duidelijk hebben kunnen maken dat de Nederlandse Hartstichting een zeer terughoudend beleid voert tot het gebruik van dierproeven. Alleen daar waar het niet anders kan (veelal in vivo modellen), vergoeden wij onder stringente voorwaarden een deel van de kosten. Verder zijn wij voortdurend op zoek naar alternatieven. Hierover voeren wij geregeld overleg. Het is dan altijd teleurstellend dat er -ondanks toezeggingen van onze gesprekspartners- géén alternatieven worden aangedragen. Wij blijven echter volhouden.

Tot slot melden wij dat de Nederlandse Hartstichting nooit dierproeven met primaten (apen) vergoedt. Wij vergoeden met name de kosten in relatie tot gebruik van muizen.

Mocht u nog vragen hebben dan kunt u contact opnemen met één van de voorlichters van de Informatielijn. Wij zijn bereikbaar van maandag tot en met vrijdag van 10 tot 16 uur. Het telefoonnummer is 0900 3000 300 (lokaal tarief).

Met vriendelijke groet,
Nederlandse Hartstichting
Informatielijn

Tenslotte de reactie van E.D.:

Geachte heer Stam,
Ik dank u vriendelijk voor uw reactie.
Zij bevat voor mij geen nieuws.
Het is een standaardantwoord, dat voorbijgaat aan mijn kritiek.
Ik vroeg u om open kaart te spelen over aantallen, soorten en aard van de proeven.

Indien u verwacht dat u op deze manier kritiek ontzenuwt, of zelfs maar begrip kweekt, vergist u zich.
Maar misschien kan de Erasmus Universiteit u dat duideijk maken.
Met vriendelijke groeten,
E. D.


15 januari 2007

Vegetarische visolie is net zo goed

De olie uit algen is net zo gezond als de olie uit vis. Dat blijkt uit de experimenten in reageerbuizen en met proefdieren die een promovendus aan Wageningen Universiteit heeft uitgevoerd. Zijn onderzoek is gepubliceerd in Food & Chemical Toxicology.

‘De belangstelling voor visolie groeit nog steeds’, zegt ir. Vincent van Beelen, die op de leerstoelgroep Toxicologie werkt aan zijn promotieonderzoek. ‘Een kleine hoeveelheid van de omega-3-vetzuren uit vis vermindert de kans op darmkanker en hart- en vaatziekten. Maar de zeeën waar visolie uit moet komen zijn overbevist en verontreinigd. Daarom is dit onderzoek goed nieuws.’

Omega-3-vetzuren zitten niet alleen in vis. Dezelfde vetzuren zitten ook in microalgen, eencellige organismen als Crypthecodinium cohnii en Nitzschia laevis, en die kunnen in bioreactoren worden gekweekt. Vegetarische visolie, gewonnen uit algen, is al op de markt, maar of die algenolie even effectief was als olie uit vis was nog niet duidelijk. Daarom bestudeerde Van Beelen het effect van algenolie op menselijke darmkankercellen.

Van reguliere visolie was al bekend dat die niet schadelijk is voor gezonde cellen, maar ronduit giftig kan zijn voor kankercellen. Van Beelen ontdekte dat algenolie in hoge concentraties voor kankercellen net zo giftig is als reguliere visolie. In lagere concentraties was algenolie bovendien net zo goed als visolie in staat de ontwikkeling van de kankercellen af te remmen. ‘We hebben ook proeven gedaan met ratten’, zegt Van Beelen. ‘Daaruit bleek dat beide soorten olie even goed in staat zijn het ontstaan van een voorstadium van darmkanker te voorkomen.’

Eerder dit jaar publiceerde de promovendus in FEBS Letters een onderzoek waarin hij met genomics-technologie ontrafelde hoe omega-3-vetzuren precies beschermen tegen kanker. ‘Eerst moeten de vetzuren oxideren’, zegt Van Beelen. ‘Daardoor prikkelen ze in de cel het electrophile-responsive element (EpRE). Dat zorgt ervoor dat de cellen meer anti-oxidanten aanmaken, en mechanismen activeren die potentieel gevaarlijke verbindingen afvoeren.’ Het komt erop neer dat de vetzuren cellen in alarmtoestand brengen, zegt Van Beelen. ‘Daardoor zijn de cellen paraat als er echt iets fouts gebeurt.’

Algenolie is nog steeds prijzig. Ingrediëntenreuzen als BASF werken echter aan technologie die daarin verandering moet brengen. De R&D-afdelingen van de bedrijven experimenteren met snel groeiende genetisch gemodificeerde bacteriën, die de kostbare vetzuren dankzij stukjes genetisch materiaal van algen goedkoop produceren.

Willem Koert

Nederlanders aten in 2006 minder vlees

Nederlanders hebben volgens het PVV vorig jaar per hoofd van de bevolking 1,1 kilo minder vlees gegeten dan in 2005. Het vleesverbruik kwam vorig jaar uit op 1,4 miljoen ton. De consumptie daalde daarmee met 1,3 procent ten opzichte van het jaar ervoor.

De consument at 1,2 procent minder varkensvlees (41,4 kilo per hoofd van de bevolking). De rundvleesconsumptie bleef ondanks een prijsstijging van 4 procent evenwel gelijk (17,6 kilo). Het verbruik van kalfsvlees (1,5 kilo) en schapen- en geitenvlees bleef eveneens gelijk. In totaal aten Nederlanders 84,5 kilo vlees.

Pluimveevlees werd in 2006 wel minder gegeten. De pluimveevlees-consumptie daalde met twee procent, wat neerkomt op een afname van één pond per hoofd van de bevolking.

Binnen pluimveevlees noteerde kip een min van ruim 1 procent. De daling van de kalkoenconsumptie was forser: -15%. De belangrijkste oorzaken hiervan waren de beperkte beschikbaarheid in de supermarkten, maar ook de veel hogere prijzen.

Nederlanders aten in 2006 21,6 kilo pluimveevlees per hoofd van de bevolking.

30 december 2006

Is de PvdD onderdeel van een nostalgische trend?

Volgens Trouw is de opkomst van de Partij voor de Dieren een teken dat veel mensen weer terug verlangen naar vroeger toen de koeien nog allemaal ’s zomers in de wei liepen.

Dat is hetzelfde als mensen, die ontdekken dat zij een doodlopende weg zijn ingeslagen, verwijten dat zij op hun schreden terugkeren. Wat de PvdD wel wil is om mee te helpen om de beschaving een stapje verder te brengen. Beschaven betekent ook geld verdienen niet altijd op de eerste plaats zetten. Als handel ten koste gaat van waarden dan is het tijd om het roer om te gooien. Een beschaafde en gezonde samenleving produceert niet meer dan zij zelf nodig heeft en zeker niet meer wanneer dierenwelzijn en milieu er onder hebben te lijden. Dat is een kwestie van fatsoen, niet van nostalgische gevoelens zoals naar de tijd van de VOC.

Het aantal doden door vogelgriep stijgt gestaag

In 2006 stierven in de wereld 79 mensen aan vogelgriep. In 2005 stierven wereldwijd 42 mensen, in 2004 waren het er 32 en in 2003 vier. Sinds de ziekte uitbrak zijn 261 besmettingen in tien landen geregistreerd door de Wereldgezondheidsorganisatie. Zes op de tien besmette mensen overlijdt aan de ziekte, het gaat vooral om kinderen en jonge volwassen.


Zie verder:

Zoönosen: van je dier moet je het maar hebben!

24 december 2006

Aan het gebruik van speurhonden zit een luchtje

Het langste verhaal uit het Kinderboekenweekgeschenk 2006 gaat over speurhonden bij de politie. Nog los van het feit dat de schrijfster het gewoon vindt om honden naar explosieven te laten zoeken had het boek Laika tussen de sterren beter kunnen heten: Het dier als gebruiksvoorwerp. Uit het nieuws van deze week met als titel “Gerommel met geurproeven“ zou je misschien zelfs kunnen afleiden dat de schrijfster "graag lezers bij de neus neemt".

Bron Telegraaf AMSTERDAM - Bijna tien jaar lang is in strafonderzoeken in het noorden en oosten van ons land mogelijk gerommeld met geurproeven door speurhonden. Dit kan betekenen dat gerechtelijke vonnissen opnieuw tegen het licht moeten worden gehouden. Een aantal speurhondengeleiders is inmiddels op een zijspoor gezet.

De Rijksrecherche begint een oriënterend strafrechtelijk onderzoek en gaat daarin terug tot 1997. Om hoeveel en welke strafzaken het gaat, is het Openbaar Ministerie (OM) in Zutphen nog niet duidelijk. Het gaat om lopende en reeds afgesloten zaken in heel Noord en Oost Nederland. Iedere geuridentificatieproces die te maken heeft met een strafzaak uit die regio, wordt verricht in Eefde door de gezamenlijke oefengroep speurhondengeleiders van de politiekorpsen.

Het OM denkt dat de proeven niet volgens het voorgeschreven protocol zijn uitgevoerd. In het bijzonder zou zijn nagelaten om de proef 'blind' uit te voeren, wat betekent dat de speurhondengeleider niet op de hoogte is van de sorteervolgorde van de geurbuisjes. Daardoor wordt verhinderd dat hij onbewust signalen kan afgeven aan de hond. Onlangs verklaarde een speurhondengeleider in een strafzaak voor het gerechtshof in Leeuwarden dat de proef niet steeds 'blind' werd uitgevoerd "vanwege de grote werkdruk en een tekort aan inzetbare speurhonden". Volgens de politieman was dit niet zo erg omdat dit de uitkomst toch niet zou beïnvloeden.

Tenslotte wat zinsdelen.

Schrijfster Bibi Dumon Tak, Laika tussen de sterren Kinderboekenweekgeschenk 2006.

Blz. 38.
Eerst is Rocky aan de beurt.
Rocky is in opleiding
Rocky moet heel binnenkort examen doen,
Rob traint vandaag dus niet alleen Rocky,
maar ook de nieuwe baas van Rocky.
Rocky moet samen met zijn nieuwe baas
dat Rocky ernaar op zoek mag.
praat Rob met de nieuwe baas over Rocky.
Hij vertelt dat Rocky van racen houdt.
Rocky gaat het liefst heel snel.
dat Rocky rustig blijft.

Blz. 39.
Als Rocky blaft
moet Rocky eerst weten
voor Rocky's neus.
Rocky snuift eraan
Rocky zet zijn neus aan de grond
Na honderd meter blaft Rocky
Rocky krijgt een beloning
Rocky ligt intussen
Als Rocky wat is afgekoeld
Rocky zet zijn neus nu goed aan de grond.
Maar Rocky trekt zich nergens iets van aan
met Rocky gaan zoeken.
Bij deze oefening mag Rocky

E.D.

23 december 2006

Schaduwredenaties in FAO rapport over veehouderij

Marieke Aarden meldt in een artikel in de Volkskrant van 17 december, afdeling Kennis:
Koeien, varkens, schapen, geiten en kippen vormen een van de grootste milieubedreigingen in de wereld, stelt de VN Voedsel en Landbouworganisatie FAO in het rapport De lange schaduw van de veehouderij, dat deze week in Rome is verschenen.
In het rapport roept Steinfeld, een van de auteurs, op om de negatieve gevolgen van de veehouderij te halveren omdat het anders fout gaat met de leefbaarheid van onze planeet Aarde.
Verderop schrijft Aarden:
De hele wereldbevolking aanzetten om vegetariër te worden, is echter ondoenlijk, zegt de eerste auteur van het rapport Henning Steinfeld deze week in New Scientist. In de veehouderij en aanverwante bedrijven verdient een miljard mensen zijn brood. Halveren is daarom geen optie.

Letterlijke citaat Steinfeld:
Encouraging the global population to become vegans is not a viable solution, however. For starters, says the lead author of the FAO report, Henning Steinfeld, it is quite simply not an option for many of the one billion people whose livelihoods rely on livestock production.
Moreover, vegetable production is not devoid of environmental problems either. And recent studies have shown that global fish stocks are not sustainable at current levels of exploitation (see No more seafood by 2050?).
Deze tekst van Steinfeld suggereert dat de intensieve veehouderij nodig is, vooropgesteld dat de milieugevolgen gehalveerd worden. Hij zegt het niet met zoveel woorden, maar deze tekst zal zeker door de sector ter eigen eer en glorie worden gebruikt.
Ten onrechte, want de hele waarheid van keuzes, die we hebben, is als volgt. Miljoenen mensen houden vee en zijn van hiervan afhankelijk. Deze miljoenen veehouders leven in samenlevingen, die (wanneer de vraag naar vlees toeneemt) 3 dingen kunnen doen:
  1. minder vlees produceren en de behoefte afdekken door plantaardige voeding te produceren en de mensen te leren lekker vegetarisch te koken;
  2. zij kunnen gewoon doorgaan evenveel vlees te produceren en het vlees duurder te laten worden. Dit houdt vraag en aanbod in balans.
  3. Tenslotte kan een samenleving er voor kiezen om de voedingsindustrie te vragen om minstens de helft van het vlees te vermengen met vleesvervangers. In deze laatste optie hoeft een vleeseter de minste moeite te doen en is er minder land nodig om voedsel te produceren.
Welke keuze een samenleving ook maakt, steeds komt het moment dichterbij dat men vrijwel vegetarisch eet.

22 december 2006

Kerstgedachte van Sabine

Mijn kerstgedachte
Het is niet alleen kerst voor ons mensen, het is kerstmis voor elk levend wezen.
Laten we tijdens de feestdagen aan alle dieren denken, want zij worden vergeten.
Ik heb het over alle vergeten dieren achter grote gesloten deuren, de dieren die wij NIET zien.
Massaal belanden miljoenen dieren, elk jaar maar weer, op ons bord. We willen niet weten welk leed hierachter schuil gaat. Zij zijn tenslotte vetgemest om onze verlangens te verwezenlijken.
Varkens worden platgedrukt in kleine ruimtes, zij hebben geen loopruimte. Ze moeten zo snel mogelijk dik worden, want wij willen iets lekkers op tafel. Varkens zien geen daglicht, zij tellen niet mee, want ze zijn op deze wereld om ons maagje te vullen.
Wat is het verschil tussen een varken en een kat? Delen zij niet iets heel wezenlijks met elkaar? Een kloppend hart? Pijn? Genot? Eenzaamheid? Verdriet? Honger? Angst?
We zouden onszelf enkel goedpraten, wanneer we ons wijs zouden maken dat een varken, koe, kip, kalkoen, konijn, kalf, lam, kreeft en een schaap geen pijn ervaren.
Een varken wordt na enkele maanden, tijdens zijn verschrikkelijke leventje, ook nog eens opgejut om de veewagen in te gaan. Een varken voelt uitstekend aan wanneer er iets loos is. Denk niet dat de varkens in deze wagen veel plezier hebben, zij zijn verschrikkelijk bang. Durft u te kijken, wanneer u zo´n wagen op de snelweg passeert?

Koeien worden het slachthuis ingedreven, zij staan erbij, wanneer hun voorganger geëlektrocuteerd wordt. Ooit de doodsangst van een koe gezien? Ooit in haar ogen gekeken? Of durven we niet, bang om onszelf hiermee te confronteren. Ja, koeien kunnen OOK huilen, ook kreeften schreeuwen het uit wanneer zij in kokend heet water belanden.
Wij mensen zijn BANG, bang om iets te voelen wat we niet willen voelen, nl: pijn en verdriet wanneer we deze prachtige wezens het slachthuis in zien lopen.
Dagelijks worden dieren voor ons plezier gedood, maar tijdens de kerst worden zij nog massaler de dood ingedreven, omdat WIJ dit willen.
Denk met de kerst aan hen, aan hen die we niet zien, en spaar hen. Eet wat vaker een dagje geen vlees, bijvoorbeeld tijdens de kerstdagen.
Kerstmis heeft te maken met de geboorte en niet met de dood.

Ik geef alle prachtige dieren een aai, een kus en een knuffel tijdens de kerst, zij tellen namelijk mee....
Geef hen het respect, respecteer hen zoals u uw naasten zou respecteren.
Vrolijk kerstfeest allemaal.

Voorzitter, Sabine

Met vriendelijke groeten,
voorzitter: Sabine van der Meer
www.zwerfkat.com
www.buddykat.be

21 december 2006

Een moderne Kerstboodschap: laat dierenwelzijn niet aan de politiek over, denk zelf

Nu de verhoudingen in de Tweede Kamer wat diervriendelijker zijn dan voor 22 november 2006 is het voor sommigen verleidelijk om achterover te zitten en te denken dat het wel vanzelf goed zal komen met het dierenwelzijn in de wereld, te beginnen in Nederland.
We kunnen in ons land wel honderd wetten voor dierenwelzijn aannemen en allemaal vegetariër worden, dan nog is de bio-industrie daarmee nog niet verdwenen. De gewenste verandering moet niet alleen in de wetteksten worden doorgevoerd, maar ook in het bewustzijn en gedrag van alle betrokkenen.

Voor degenen die nog naïef zijn wordt hieronder de reactie van minister Veerman getoond die hij gaf op de indiening van diverse diervriendelijke moties.

Motie Thieme c.s. nr. 65 (30 800 XIV)
Verzoekt de regering, het legkippenbesluit aan te passen, zodat alle kooihuisvesting voor legkippen, ook de verrijkte kooi, verboden wordt en te onderzoeken welke kosten hiermee samenhangen.
Verzoekt de regering, hierbij te onderzoeken in hoeverre het eerdere wetsvoorstel, waarin een verbod op de verrijkte kooien was opgenomen, hernieuwd kan worden ingebracht, zodat geen onnodige tijd wordt verloren.
Reactie LNV minister Veerman
Zoals ik u reeds te kennen heb gegeven in mijn reactie op deze motie tijdens de begrotingsbehandeling, wens ik niet te tornen aan de bestendigde lijn van deze regering: niet verder gaan dan datgene wat in Europa is toegestaan. Ik laat de uitvoering van deze motie dan ook over aan mijn opvolger. Wél zal ik op korte termijn op dit punt alvast het gesprek aangaan met de pluimveesector, een inventarisatie maken van het huidige gebruik van de verrijkte kooi in Nederland en het gevraagde onderzoek naar de kosten starten.

Motie Thieme c.s. nr. 67 (30 800 XIV)

Verzoekt de regering, prioriteit te geven aan substantieel frequentere controle van dierenwelzijnwetgeving in de veesector en te onderzoeken hoe dit gefinancierd kan worden.
Reactie
Zoals ik de Kamer reeds heb kunnen mededelen werk ik momenteel aan de uitbreiding van de handhavingscapaciteit van de AID met vijftien fulltime mensen.

Motie Thieme c.s. nr. 68 (30 800 XIV)
Verzoekt de regering, de mogelijkheden te onderzoeken om etikettering op te stellen voor de herkomst van de eieren welke in producten zijn verwerkt.
Reactie
Ik zeg toe te onderzoeken wat wel en niet kan op het gebied van etikettering binnen EU-en WTO-regels en u daarover uiterlijk in april 2007 te berichten. Overigens wil ik ook het bedrijfsleven uitnodigen om mee te denken.

Motie Van der Vlies c.s. nr. 73 (30 800 XIV)
Verzoekt de regering zich ervoor in te zetten dat er een Europees verbod komt op het onverdoofd castreren van biggen per 1 januari 2009.
Verzoekt de regering voorts in Nederland krachtig te stimuleren dat castratie van biggen onnodig is, hetzij door detectie van berengeur, hetzij anderszins.
Reactie
Hetgeen in de motie gevraagd wordt, is al bestaand beleid. Ik zal me daar in EU-verband nog hard voor maken, zolang mijn ambtstermijn voortduurt. Samen met de Europese Commissie organiseert Nederland in januari 2007 een conferentie over dit onderwerp.

19 december 2006

Bereiden varkensvlees is een klein risico voor besmetting met MRSA

Veel varkens (40%) zijn drager van Methicilline-resistente Staphylococcus aureus (MRSA). Dit komt waarschijnlijk doordat de gangbare varkenshouderij veel gebruik maakt van antibiotica. Niet alleen als medicijn, maar ook als preventief medicijn en kortgeleden pas verboden als groeibevorderaar. Hierdoor kon de bacterie resistentie tegen antibiotica ontwikkelen en zich ongestoord vermenigvuldigen. In het slachthuis kan ook varkensvlees erdoor besmet raken. Ook kalfsvlees kan de besmetting hebben. Mogelijk is biologisch vlees minder vaak besmet.
MRSA kan ook op varkensvlees voorkomen (ca. 2%). Bij het bereiden van rauw varkensvlees is het daarom belangrijk hygiënisch te werken en de handen goed te wassen. Op bereid varkensvlees komt de bacterie niet meer voor. Dat is logisch, want dat is het gevolg van het braden. Of de bacterie in of op degene achterblijft, die het vlees bereidt, is onbekend.

Van de Nederlandse bevolking is naar schatting 0,03% drager van de MRSA-bacterie. Een deel van hen is beroepsmatig in aanraking gekomen met de bacterie, zoals varkenshouders. Uit een kleinschalig onderzoek door de Universiteit van Nijmegen bleken 6 van 26 onderzochte varkenshouders besmet met een aan varkens gelieerd type van MRSA. Een ander deel van de menselijke dragers is ermee besmet in het ziekenhuis.
De bacterie is geen probleem voor de drager tot het moment dat deze kwetsbaar wordt bij ziekte. Op dat moment is er vaak geen antibiotica meer effectief om een infectie uitbraak tegen te gaan. Overlijden is dan een groot risico.

15 december 2006

Voorbeelden van misstanden in de jacht

Van de website van de Dierenbescherming afdeling Alkmaar

Voorbeelden van misstanden in de jacht

* Jacht op zon- en feestdagen
* Jacht voor zonsopgang of na zonsondergang
* Aangeschoten wild dat aan zijn lot wordt overgelaten
* Raken uw huisdieren van slag van de jacht nabij uw woonhuis
* Jacht op beschermde diersoorten (meerkoeten/aalscholvers)
* Het uitzetten van fazanten
* Het voeren van dieren door jagers
* Kent u voederlocaties voor fazanten?
* Jacht op verboden terrein of jacht op privé terrein
* Jacht in de nabijheid van schapen/koeien/huisdieren/woonhuizen
* Jacht in de nabijheid van de openbare weg of jacht richting de openbare weg
* Jacht waar minderjarigen aan deelnemen
* Jacht in de sneeuw

Rapport Misstanden Jacht

Peter van Poelgeest, Provinciaal Fauna Adviseur Noord-Holland, schreef het Rapport Meldnummer Misstanden Jacht. Dit rapport maakt duidelijk dat jagers vrij spel lijken te hebben als het gaat om het niet naleven van wetten en regels. Dit komt doordat de Algemene Inspectie Dienst (AID) jacht veel te weinig prioriteit geeft, het politieapparaat kennis van de jacht ontbeert en controle uit de hoek van de provincie Noord-Holland in zijn geheel uitblijft.

Wordt het leven duurder door de PvdD?

Worden alle plannen van de Partij voor de Dieren uitgevoerd, dan zal dit grote gevolgen hebben voor de sector en de consument. ‘We hebben het dan over een banenverlies van 75.000 mensen, een paar miljard verlies aan productiewaarde, Nederland zou uit de EU moeten stappen en de grenzen sluiten voor im- en export en de consument betaalt 100 euro meer per maand voor zijn boodschappen en geen dier wordt er beter van’.

Dat stelt voorzitter Jos Ramekers van de Productschappen Vee, Vlees en Eieren in zijn oud- en nieuwjaarsrede.

De heer Ramekers had zijn toespraak beter een "hele en halve waarhedenrede" kunnen noemen, want hij past hier klassieke demagogie toe. Dat werkt als volgt: je noemt een aantal wijd en zijd bekende feiten en een aantal leugens in combinatie met elkaar en suggereert daarmee dat ook de leugens waarheden zijn.

Marianne Thieme haalt in dit soort omstandigheden graag Ghandi aan: "eerst negeren je ze, dan proberen ze je belachelijk te maken, dan vallen je ze aan en tenslotte win je".

Wat de Partij voor de Dieren wil is niet het laten verdwijnen van banen, maar het anders inrichten van dat werk, namelijk diervriendelijker. Sinds de Tweede Wereld is het aantal boeren gedecimeerd en is de consument meer vlees gaan eten.
Twee derde van Nederland wordt gebruikt door de land- en tuinbouw. Grote delen van het land worden beheerd door boeren, met koeien, graan, bieten en aardappelen. Het aantal boeren neemt per jaar met 3-4% af maar hun grond blijft meestal in gebruik bij de landbouw. De verwachting is (Agrarisch Dagblad) dat in 2012 het aantal Nederlandse landbouwbedrijven gedaald zal zijn van 59000 nu, naar 40000 bedrijven dan. Dit heet schaalvergroting en bio-industrie, ondertussen verliezen kleinere boeren hun baan en niemand die hun financieel helpt of vergoed.
Zouden de dieren meer verantwoord worden gehouden (buiten in de wei kunnen lopen) en de consument moet daarvoor een hogere prijs betalen, terwijl hij niet minder gaat eten, dan is hij of zij zeker duurder uit. Logisch.
Een verstandige consument gaat dan ook minder vlees eten en zeker van een betere kwaliteit. Daarmee bereikt hij een aantal doelen: hij voelt zich beter en heeft een kwalitatief beter leven. Zie ook het bericht in Agrarisch Dagblad van 15 december waarin gesteld wordt dat consumenten begin dit jaar minder vlees kopen door de hogere prijzen, maar dat de totale bestedingen vrijwel gelijk bleven.
De plannen van de Partij voor de Dieren maken alleen een kans als er iets wordt gedaan aan de vrije im- en export van dierlijke producten uit de bio-industrie, dat klopt, hoewel Rameker dit niet zo expliciet vermeldt. Anders is het dweilen met de dieronvriendelijke kraan en worden dieren en verantwoord werkende veehouders er inderdaad niet beter van.
Om die beperking aan het nodeloos gesleep van dieren over de wereldbol tot stand te brengen hoeft Nederland zeker niet uit de EU te stappen. Het zou beter moeten samenwerken met andere EU-landen en zelfs daarbuiten om dit gesleep (lees onder meer internationale diertransporten) te beëindigen. Zou daarbovenop daadwerkelijk een politiek worden ingezet dat de vervuiler betaalt, dan is geldbesparing voor de bewust inkopende consument nog duidelijker.
En dat is het soort win-win situatie die Ghandi ook gewild zou hebben.

PVV ziet te weinig realiteitszin

Voorzitter Jos Ramekers van de Productschappen Vee, Vlees en Eieren stoort zich aan politici die de intensieve veehouderij willen afschaffen of een volledige biologische veehouderij willen. ”Dan ben je tweederde van je bedrijfstak kwijt en een paar miljard euro aan productiewaarde. Dat kost werkgelegenheid voor zo’n 75.000 mensen”.
”Ik roep volksvertegenwoordigers van alle gezindten op om welzijnsregels te toetsen op werkelijk resultaat en niet op goedkoop electoraal effect”.

Tot zover Ramekers.
“Het werkelijke resultaat”. Daarmee wil Ramekers zeggen dat wanneer je veel geld kunt verdienen of mensen aan het werk kunt houden dat je dan niet moet zeuren over het inboeten aan dierenwelzijn of aan gevolgen voor het milieu.
Je kunt ook anders redeneren. Wanneer je mensen vraagt om meer te betalen voor dierlijke producten en dat geld doorsluist naar een biologische sector die daadwerkelijk meer arbeidstijd steekt in een diervriendelijker dierhouderij dan heb je “excusez les mots” veel vliegen in één klap geslagen: minder milieubelasting, een mooier landschap, meer dierenwelzijn, een gezonder en lekkerder product en gelukkiger producenten.

Voor wie zich wil verdiepen in de fijnste nuances van het verschil tussen de producten uit de bio-industrie en uit de biologische landbouw is er vrijdag 15 december een debat op TV Gelderland tussen biologische varkenshoudster en journaliste Diana Saaman van de Partij voor de Dieren en Bert van Ruitenbeek van Biologica over de volgende vraag.

Hoe biologisch is biologisch?!


06 december 2006

Voor verhoging dierenwelzijn moet meer gebeuren dan informatie op etiketten

Etiketten over dierenwelzijn en de herkomst van vlees en vis leiden vooral tot 'vriendelijker' consumeren bij mensen die al bovenmatig in sociale rechtvaardigheid en duurzaamheid geïnteresseerd zijn. De feiten op de verpakking leiden niet automatisch tot beklijvende keuzes voor diervriendelijk voedsel bij andere mensen.
Dat blijkt uit onderzoek waar Carolien Hoogland 11 december op promoveert aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. Hoogland tempert hiermee hooggespannen verwachtingen van politici van onder meer D66, GroenLinks en de Partij voor de Dieren. Volgens de promovenda helpen etiketten over de herkomst van producten mensen wel bij het maken van hun keuzes.

Bovenstaande conclusies zijn een beetje open deur. Je moet wel erg naïef zijn om te denken dat het geven informatie alleen voldoende is voor gedragsverandering. Hiervoor moet er meer gebeuren dan mensen te overtuigen van het nut van diervriendelijk vlees. Mensen moeten zich ook verantwoordelijk voelen en de effectiviteit van een diervriendelijkere aankoop onderschrijven.
Psychologen hebben voor gedragsverandering al heel lang een goed onderbouwd model gemaakt. Wil men die inzichten inzetten dan is veel energie nodig in het ondersteunen van een campagne. Die bewustwording moet samengaan met daadwerkelijke verbeteringen in de situatie in de veehouderij.

Leeswijzer


Thema's of steekwoorden vindt u via de labels onderaan de pagina of op Animal Freedom.
Klik hier voor de laatste bijdragen op dit blog
.
Klik hier voor het beleid om uw privacy te beschermen.
Kijk op ook Facebook voor onze reactie op de actualiteit.

Waarom dit blog?

De Nederlandse veehouderij is vooral gericht op zoveel mogelijk voor de export te produceren onder het motto “meer, meer, meer en groot, groter, grootst”. Dit heeft negatieve gevolgen voor zowel de dierenwelzijn, biodiversiteit, het milieu, het klimaat, de portemonnee en de gezondheid van burgers en ook voor welwillende boeren.
Dit blog verzamelt kritische artikelen die de wurggreep beschrijven waarin de veehouderij zichzelf heeft vastgezet. Zo willen we niet alleen een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de kwaliteit van het leven voor alle belanghebbenden, maar ook aan een schone, gezonde omgeving en een beter dierenwelzijn.

Ook de argumentatie dat dieren grondrechten hebben kan beter en meer aansluiten op hoe mensen voor zichzelf vinden dat recht moet gelden. Alle dier(soort)en kunnen in hun recht op vrijheid als (intrinsiek) evenwaardig aan mensen beschouwd worden. Dierenrechten zijn mensenrechten, die mensen de kans geeft om voor dieren op te komen.
Dieren, bijv. in de intensieve veehouderij, worden behandeld als een object in plaats van een subject met gevoelens en rechten.

De snelheid en het aantal dier(soort)en dat we voortdurend gebruiken is immens. De bijdrage aan onze welvaart en economie van de agrosector is gering. De oplossing is simpel en van niemand anders dan van ons zelf afhankelijk.

Dierenrechten in woord en beeld

Vrijheid is ook een intrinsiek grondrecht voor dieren. Dieren zijn geen dingen Dierenrechten zijn mensenrechten. Mensen moeten voor dieren kunnen opkomen wanneer hun grondrecht wordt geschonden.
logo van Animal Freedom yin en yang
Lees hier over de redenen waarom dieren recht op vrijheid hebben. Lees hier waarin mens en dier evenwaardig zijn.