Mens en dier zijn (intrinsiek) evenwaardig in hun recht op vrijheid

Alle levende wezens zijn verschillend maar evenwaardig in het recht op vrijheid op een natuurlijk leven.
Een dier is (net als een mens) geen ding of een object.
Mensen moeten kunnen ingrijpen wanneer mensen dieren misbruiken of onrecht aandoen.
Posts gesorteerd op relevantie tonen voor zoekopdracht agrolobby. Sorteren op datum Alle posts tonen
Posts gesorteerd op relevantie tonen voor zoekopdracht agrolobby. Sorteren op datum Alle posts tonen

12 december 2008

Burger laat zich door de boer een oor aan naaien

De Nederlandse landbouw is er een meester in om haar ware gezicht te verhullen achter een sluier van hele leugens en halve waarheden. De rauwe werkelijkheid van de Nederlandse landbouw is dat er op nog nooit vertoonde schaal dieren worden mishandeld, het milieu wordt verpest, de biodiversiteit en de leefbaarheid op het platteland om zeep worden geholpen en dat aan het klimaat onomkeerbare schade wordt toegebracht.

Zoals bij de behandeling van de landbouwbegroting door fractievoorzitter Thieme van de Partij voor de Dieren werd opgemerkt: ‘Dierenleed en klimaatschade. Dat is het werkelijke exportproduct van de Nederlandse bio-industrie’.

Af en toe wordt een tipje opgelicht van de sluier die de Januskop van de Nederlandse landbouw doorgaans bedekt, maar dan nog is het voor de burger lastig om te zien wat er eigenlijk aan de hand is.

Wat te denken van de volgende krantenkop: ‘EU-rekenkamer: cross-compliance niet effectief’.

Niet bepaald een uitnodiging om er als lezer eens even goed voor te gaan zitten.
Dat is jammer, want de agro-geheimtaal achter deze krantenkop betekent dat de boeren directe inkomenssteun krijgen. In ruil daarvoor zouden ze een tegenprestatie leveren, maar dat doen ze niet.

Het gaat daarbij niet om klein bier. De Nederlandse boeren, akkerbouwers en melkveehouders, verdelen jaarlijks samen onderling zo’n €400 miljoen aan directe inkomenssteun. Die €400 miljoen is een jaarlijks terugkerend cadeautje, want ze doen er niets voor terug.

En de boerenvoormannen maar met een stalen gezicht volhouden dat de boeren geen subsidie meer krijgen.

Strikt genomen hebben ze daarin gelijk, maar ze vergeten er bij te zeggen dat de subsidies zijn vervangen door directe inkomenssteun. Doodgewone bijstand dus. Al wordt de vraag of men daarvoor in aanmerking komt voor boeren niet bepaald door een gemeente-ambtenaar, en een limiet aan de hoogte van de uitkering is er al helemaal niet.

Bovendien vinden boeren zichzelf geen steuntrekkers, maar agrarische ondernemers. En dus heet de bijstand voor de melkveehouders ‘melkpremie’ en heet de bijstand voor de akkerbouwers ‘hectare toeslag’.

Deze directe inkomenssteun is overigens binnen de kaders van internationale handelsverdragen verboden. Maar daar heeft de agrolobby de zogenoemde ‘cross-compliance’ voor uitgevonden.
Een deftige term die niet veel meer betekent dan 'voor wat, hoort wat'.

Omdat de boeren een tegenprestatie leveren is de inkomenssteun dus eigenlijk geen steun, maar een vergoeding voor geleverde diensten en dan mag het volgens de handelsverdragen weer wel. De Europese rekenkamer zegt nu echter dat er geen of een onduidelijke tegenprestatie wordt geleverd.

Er is in Brussel vastgelegd dat in ruil voor de inkomenssteun de boeren aan plattelandsbeheer moeten doen. Maar wat ze moeten doen is niet gedefinieerd, omdat de agrolobby dwars ligt over die definities.
En dus doen de boeren niets aan plattelandsbeheer, maar incasseren wel de steun.

Ook over de regels met betrekking tot dierenwelzijn, zorgt de agrolobby er voor dat het uiterst schimmig blijft wat onder die regels moet worden verstaan. En dus gaat de veehouderij onverminderd en ongehinderd door met grootschalige dierenmishandeling en incasseert wel de steun.

Er verandert dus in Europa op landbouwgebied helemaal niets. De geldkraan naar de boerenhoeven blijft, betaald door de burger, gewoon wagenwijd open staan. En de boeren hoeven er nog steeds geen fluit voor te doen.

Zo laat de Europese burger zich nog steeds door de boer een oor aan naaien.

11 december 2012

Kamervragen over opblazen aandeel landbouw in economie

Een passage op de website van de Rijksoverheid, die suggereert dat de land- en tuinbouw primair goed is voor tien procent van de Nederlandse werkgelegenheid en economie, klopt niet. Het gaat hier over de gehele Nederlandse agro-industrie, inclusief de verwerking, toelevering en distributie van buitenlandse grondstoffen.

Op dit blog is de suggestieve berichtgeving door de agrolobby al vaker aan de orde gesteld.

De PvdD heeft hierover nu ook Kamervragen gesteld.

Vragen van het lid Thieme (Partij voor de Dieren) aan de minister van Economische Zaken over het aandeel van de land- en tuinbouw in de Nederlandse economie.

  1. Heeft u kennis genomen van het bericht “‘Land- en tuinbouw goed voor 10 pct van economie en werkgelegenheid', NRCnext checkt”, waarbij de NRC deze uitspraak het oordeel ‘grotendeels onwaar’ geeft?
  2. Kunt u aangeven waarom op de website van de Rijksoverheid (1) nog steeds staat aangegeven dat de Nederlandse landbouw en tuinbouw goed zijn voor 10% van de Nederlandse economie en werkgelegenheid, terwijl vorig jaar al in de schriftelijke antwoorden bij de begrotingsbehandeling van het onderdeel Landbouw en Natuur door de staatssecretaris van Economische zaken, Landbouw & Innovatie werd toegegeven dat de land- en tuinbouw niet een aandeel van 10% maar slechts van 1,2% van het Nederlandse Bruto Nationaal Product uitmaakt?
  3. Bent u bereid om de website van de Rijksoverheid aan te passen aan de werkelijke feiten rond het aandeel van de land- en tuibouwsector van de Nederlandse economie? Zo nee, waarom niet?
  4. Bent u bereid om in het vervolg een helder onderscheid te maken in uw communicatie tussen de primaire sector en de verwerkende en toeleverende sectoren? Zo nee, waarom niet?

(1) Inmiddels is het bericht verwijderd

19 mei 2008

Verminking van koeien met drie jaar verlengd

Landbouwminister Verburg heeft de mogelijkheid van koudmerken, ook wel vriesbranden genoemd, van koeien met drie jaar verlengd. Via koudmerken wordt in de bil van de koe een nummer gebrand. Een soort kentekenplaat waaraan de koe is te herkennen. Maar koeien hebben al jaren, wettelijk verplicht, twee gele kentekenplaten in haar oren geschroefd gekregen.
Die gele platen - vaak de oorzaak van fikse ontstekingen die weer bestreden worden met sloten antibiotica - waren nodig omdat er nogal eens werd gefraudeerd met koeien. Boeren probeerden kalveren van koeien die weinig melk gaven, te verkopen als kalveren van koeien die veel melk gaven.

Dat kon makkelijk omdat vroeger niet precies was na te gaan welk kalf van welke koe kwam. Met de invoering van de gele platen, waarop via een streepjescode alle gegevens over de voorouders van de koe staan, is dat vrijwel uitgesloten.

Tussen haakjes: het waren niet de koeien die fraudeerden, maar de boeren. Die gele flappen zitten dus in de verkeerde oren.

Verder hebben koeien naast de gele nummerborden ook nog een halsband om. Daarin staan dezelfde gegevens als op de gele nummerborden, plus informatie over de ziektegeschiedenis en wat de koe de afgelopen 24 uur heeft gegeten. Als de koe langs de voerautomaat in de stal wandelt, bepaalt de halsband om haar nek hoeveel voer ze mag hebben om zoveel mogelijk melk te kunnen geven.

Maar de gegevens op de chip in de halsband kan de boer niet lezen, en de streepjescode op de gele flappen ook al niet. En dus vriesbrandt de melkveehouder een groot nummerbord in de kont van de koe.

Al in 1996, dus TWAALF jaar geleden, is deze ingreep verboden omdat het de integriteit van het dier aantast. Maar bij dergelijke verboden krijgen boeren in Nederland altijd en eeuwig zeer ruime overgangstermijnen om aan het verbod te wennen. U leest het goed: de boeren moeten er aan wennen…

En dus werd in het vriesbranden/koudmerken per 1996 verboden met dien verstande dat het verbod pas in 2001 zou ingaan. Maar na vijf jaar bleek dat de boeren er nog steeds niet aan gewend waren dat het koudmerken toch echt al sinds 1996 verboden was. En dus werd de overgangstermijn waarbinnen het koudmerken gewoon ongestraft kon doorgaan, op verzoek van de agrolobby in de Tweede Kamer, keer op keer verlengd.

Nu, mei 2008, wordt de overgangstermijn door de minister wederom met drie jaar verlengd tot 2011. Ze meldt dapper dat het koudmerken uiterlijk 1 juni 2011 echt verleden tijd zal zijn.

Dat moeten we, gelet op het verleden, eerst nog maar eens zien.

En als het al lukt, dan heeft het VIJFTIEN jaar geduurd voordat een wettelijk verbod op koudmerken van kracht wordt.

Wie het verbod controleert en wat de sancties zijn bij overtreding is volstrekt onduidelijk. Ook dat is in de landbouw eerder regel dan uitzondering. Het zwermt in de landbouw van de regelgeving waar geen boer zich aan houdt omdat er niet wordt gecontroleerd (de landbouwpolitie AID van het ministerie durft niet). Bovendien: straffen op overtreding zijn er niet, dus waarom zouden ze controleren.

Tenslotte nog dit. De minister heeft het koudmerken/vriesmerken met drie jaar verlengd in reactie op een door de Tweede Kamer in december vorig jaar gesteunde motie.

De indiener van deze motie is Harm Waalkens. Lid van de Tweede Kamer voor de PvdA. Naar eigen zeggen biologisch melkveehouder te Groningen. Grootverdiener aan landbouwsubsidies.
Deze Harm Waalkens is door de Dierenbescherming in 2005 uitgeroepen tot Dierenbeschermer van het jaar, een titel die hij ook in 2006 nog mocht voeren.Tsja, Waalkens is kennelijk elke schaamte voorbij. (Wedden dat hij naast koudmerken van zijn dieren, ook de hoorns van zijn kalveren laat slopen?)
Het zou de Dierenbescherming sieren als met terugwerkende kracht Waalkens de titel Dierenbeschermer van het jaar zou worden afgenomen.
Het zou de fractie van de PvdA sieren als ze een ander zouden aanwijzen als woordvoerder landbouw.

14 april 2016

Kost melkveehouderij meer dan het oplevert?

Fractievoorzitter Marianne Thieme pleit in de Tweede Kamer, tijdens het debat over de melkvee-industrie, voor een systeem waarbij aantallen dieren gekoppeld worden aan grond, met weidegang en gesloten kringlopen. Alleen dat biedt kansen voor de toekomst. De staatssecretaris moet ingrijpen. Omdat alle beloften van de sector om zelf de groei tegen te gaan op een drama voor boeren en voor koeien zijn uitgelopen. Zie deze video.
Voorzitter.

De helft van alle Nederlandse melkveehouders heeft te kampen heeft met financiële problemen. Er is een overschot aan kalfjes waardoor er wekelijks 200 gezonde kalveren worden gedood. De mesthoop is zodanig groot dat we mede daardoor in 2027 nog geen 15% van de gestelde doelen voor schoner grond- en oppervlaktewater gaan halen. En het mestoverschot neemt toe. Elk weldenkend mens zag het aankomen, het kabinet sloot er de ogen voor bij het einde aan de melkquota, en nu is het zover. Er is een explosieve toename van het aantal koeien. Bedrijven houden inmiddels meer koeien dan dat ze ligplaatsen in de stal hebben, puur om straks meer fosfaatrechten te krijgen.

De overproductie door de massale uitbreiding leidt op dit moment tot dumpprijzen. Niet veroorzaakt door een natuurramp, geen toeval, maar veroorzaakt door kortzichtig beleid, ondersteund door partijen als de VVD en het CDA en door de Land- en Tuinbouw Organisatie die zeggen op te komen voor de belangen van boeren.

Dit is het debat dat we niet hadden hoeven voeren als er een deugdelijk wettelijk kader zou liggen om de groei in te perken. In de week voordat we het besluit grondgebondenheid behandelden, kregen we nog een waarschuwing van het CLM dat de wet geen kansen bood om te markt te beteugelen.

Voorzitter, de melkvee-industrie is een bedrijfstak die afhankelijk is van het subsidie-infuus. Per bedrijf betaalt de belastingbetaler meer dan 24000 euro per jaar aan inkomenssteun en subsidies. De toegevoegde waarde van de melkveehouderij in 2015 was zo’n 3 miljard euro. Volgens onderzoek van Quivertree uit 2016 liggen de externe kosten van milieuschade van de melkveehouderij op minimaal 2,3 miljard euro per jaar. En dat is hun meest conservatieve inschatting. Een meer realistische berekening brengt de kosten volgens deze onderzoekers zelfs op minstens 7,5 miljard euro per jaar. Minstens! Voorzitter, de toegevoegde waarde wordt dus ver overtroffen door de kosten waarvoor de samenleving jaarlijks moet opdraaien. En wat levert het op?

Melkveehouders die wanhopig naar de Paus afreizen om over hun misère te vertellen. Dierenleed, omdat er nog meer koeien nog meer melk moeten produceren. De gangbare melkveehouder heeft zijn hoop gevestigd op een zich herstellende economie en meer vrijhandel. Maar als de economie zich herstelt, stijgen ook de grondprijzen, de grondstofprijzen voor veevoer, brandstof en niet te vergeten de rente voor leningen bij de bank. De marges blijven klein. Ondanks dat de gangbare melk heel goedkoop is en het prijsverschil met biologisch groter is geworden, blijft de consumentenvraag naar biologisch groeien. Dat is een belangrijk signaal naar de gangbare veehouderij die desondanks steeds verder intensiveert.

De Hollandse koe gaat helaas dezelfde toekomst tegemoet als de legkip en het vleesvarken. Zembla toonde vorig jaar ‘uitgemergelde topsporters’, Koeien, die met krachtvoer op basis van geïmporteerde soja letterlijk worden uitgemolken en afgedankt zonder dat ze ooit een wei hebben gezien.

De staatssecretaris wil een duurzame melkveehouderij. Maar hoe is dat doorvertaald in het stelsel van fosfaatrechten? Gaat hij alsnog een integraal systeem invoeren waarin zowel stikstof en ammoniak als ook weidegang en dierenwelzijn integraal meegenomen zijn? Het fosfaatrechtensysteem benadeelt nu boeren die geen mestoverschot hebben zoals biologisch ten opzichte van de grote groeiers. Graag een reactie.

Voorzitter met minder dieren, minder mest, minder problemen. Alleen de introductie van een systematiek waarbij aantallen dieren gekoppeld worden aan grond, met weidegang, en gesloten kringlopen, biedt kansen voor de toekomst. De staatssecretaris moet ingrijpen. Omdat alle beloften van de sector om zelf de groei tegen te gaan op een drama voor boeren en voor koeien zijn uitgelopen. Graag een reactie.

Tot zover Thieme.

Zie ook "Belang landbouw voor economie door Agrolobby opgeklopt".

03 maart 2011

Belang landbouw voor economie door Agrolobby opgeklopt

De aanhang van het CDA is zo ongeveer gehalveerd. Het aantal boeren neemt in rap tempo af en is tot ruim onder de 100.000 gezakt. En toch zit het CDA, dat niets anders is dan de politieke tak van de boerenlobby, nog steeds in het centrum van de macht.
Na de jongste afstraffing bij de provinciale verkiezingen is dat niet veel anders. In de Colleges van Gedeputeerde Staten schuiven de CDA-ers straks met iets minder vertegenwoordigers, maar voor het overige weer net zo makkelijk aan alsof er niets is gebeurd. Schaamte is in christelijk kring een schaars goed geworden. De megastallen voor varkens, kippen en niet te vergeten de koeien, moeten er tenslotte nog even doorgedrukt worden.
De machtspositie waar het CDA zo schaamteloos misbruik van maakt, heeft de partij niet in de laatste plaats te danken aan een breed scala van hele leugens en halve waarheden waarmee het belang van de boerenstand voor de Nederlandse economie al decennia lang schromelijk wordt overdreven.
Zo wordt de burger wijs gemaakt door het ministerie, de LTO en staatssecretaris Bleker dat de bijdrage van de Nederlandse landbouw aan de economie 10% is. Maar de werkelijke bijdrage van boeren en tuinders aan onze economie is slechts 1,6% (Bron: Land- en tuinbouwcijfers 2010 LEI/CBS pag. 16). Bruto wel te verstaan, want de kosten van bijvoorbeeld de schade aan het milieu en de kapot gereden wegen op het platteland moeten hier nog van worden afgetrokken.
De exportwaarde van de Nederlandse landbouw is nog zo’n opgeblazen kikker. Vorig jaar was de export alweer gestegen van €60 naar €65 miljard, kraaide staatssecretaris Bleker (CDA) eerder dit jaar tijdens De Grune Woche in Berlijn.
Gedetailleerde cijfers over 2010 zijn nog niet beschikbaar, maar een analyse van de cijfers over 2009 leert dat Bleker zijn eigen waarheid liegt als hij het over de exportwaarde van de Nederlandse landbouw heeft.
In 2009 was de agrarische export €60 miljard. Maar Bleker zegt er niet bij dat hij voor bijna €20 miljard aan noten, specerijen, hout, margarine, drank, koffie en tabak meetelt (Bron: Land en tuinbouwcijfers 2010, pag. 186).
Van de €40 miljard die er na aftrek daarvan overblijft moet natuurlijk ook nog de agrarische import van bijna €22 miljard worden afgetrokken. Bron: Land en tuinbouwcijfers 2010, pag. 185).
Blijft over ongeveer €18 miljard.
Ook een mooi bedrag daar niet van, maar toch aanzienlijk minder dan €60 miljard waar de boerenlobby het steeds maar over heeft.
Deze export komt bovendien tot stand doordat het milieu door de boeren kan worden gebruikt als vuilnisvat. Nederland overschrijdt nog steeds de Europese fosfaat- en stikstofnormen met vele procenten. De controle hierop is zo goed als onmogelijk gemaakt. 'Gehaltes mineralen in slootwater niet in de wet', meldde de LTO vorig jaar met gepaste trots.
Verder gebruikt de veehouderij tegen spotprijzen twee keer de oppervlakte van Nederland in de derde wereld voor het verbouwen van goedkoop veevoer. En dan hebben we het nog niet eens gehad over de schandalige en grootschalige mishandeling van dieren die nodig is om de kostprijs laag te houden.
Er valt dus nogal wat af te dingen op de jubel van staatssecretaris Bleker over de Nederlandse landbouw.

Zie ook De landbouwmythe en haar sprookjes.

20 juni 2012

Minder agrolobbyisten op de kandidatenlijsten

De Tweede Kamer is lang de plek geweest waar de agrolobby haar belangen bovenmatig wist te verdedigen. Gelukkig gaat de wind uit een andere hoek waaien, maar waakzaamheid blijft geboden.
Tweede Kamerlid Ger Koopmans van het CDA keert niet terug in de Tweede Kamer. De Limburger was jarenlang de landbouwwoordvoerder van de partij.
Ook Kamerlid Henk Jan Ormel keert niet terug op de CDA-kandidatenlijst. Hij hield zich op veehouderijgebied bezig met diergezondheid.
De hoogstgeplaatste boer op de voorlopige lijst van het CDA op plaats 9 is Jaco Geurts. Hij is landelijk secretaris van de Nederlandse Vakbond Varkenshouders.
Eerder gaf VVD-Tweede Kamerlid Janneke Snijder al aan niet terug te keren in de Tweede Kamer. Esmé Wiegman, landbouwwoordvoerder van de ChristenUnie, keert evenmin terug.

Leeswijzer


Thema's of steekwoorden vindt u via de labels onderaan de pagina of op Animal Freedom.
Klik hier voor de laatste bijdragen op dit blog
.
Klik hier voor het beleid om uw privacy te beschermen.
Kijk op ook Facebook voor onze reactie op de actualiteit.

Waarom dit blog?

De Nederlandse veehouderij is vooral gericht op zoveel mogelijk voor de export te produceren onder het motto “meer, meer, meer en groot, groter, grootst”. Dit heeft negatieve gevolgen voor zowel de dierenwelzijn, biodiversiteit, het milieu, het klimaat, de portemonnee en de gezondheid van burgers en ook voor welwillende boeren.
Dit blog verzamelt kritische artikelen die de wurggreep beschrijven waarin de veehouderij zichzelf heeft vastgezet. Zo willen we niet alleen een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de kwaliteit van het leven voor alle belanghebbenden, maar ook aan een schone, gezonde omgeving en een beter dierenwelzijn.

Ook de argumentatie dat dieren grondrechten hebben kan beter en meer aansluiten op hoe mensen voor zichzelf vinden dat recht moet gelden. Alle dier(soort)en kunnen in hun recht op vrijheid als (intrinsiek) evenwaardig aan mensen beschouwd worden. Dierenrechten zijn mensenrechten, die mensen de kans geeft om voor dieren op te komen.
Dieren, bijv. in de intensieve veehouderij, worden behandeld als een object in plaats van een subject met gevoelens en rechten.

De snelheid en het aantal dier(soort)en dat we voortdurend gebruiken is immens. De bijdrage aan onze welvaart en economie van de agrosector is gering. De oplossing is simpel en van niemand anders dan van ons zelf afhankelijk.

Dierenrechten in woord en beeld

Vrijheid is ook een intrinsiek grondrecht voor dieren. Dieren zijn geen dingen Dierenrechten zijn mensenrechten. Mensen moeten voor dieren kunnen opkomen wanneer hun grondrecht wordt geschonden.
logo van Animal Freedom yin en yang
Lees hier over de redenen waarom dieren recht op vrijheid hebben. Lees hier waarin mens en dier evenwaardig zijn.