Mens en dier zijn (intrinsiek) evenwaardig in hun recht op vrijheid

Alle levende wezens zijn verschillend maar evenwaardig in het recht op vrijheid op een natuurlijk leven.
Een dier is (net als een mens) geen ding of een object.
Mensen moeten kunnen ingrijpen wanneer mensen dieren misbruiken of onrecht aandoen.
Posts tonen met het label vrijheid. Alle posts tonen
Posts tonen met het label vrijheid. Alle posts tonen

21 februari 2014

Het gaat om dierenrechten niet om dierrechten

Dierrechten behelzen het recht om dieren te houden in de veehouderij. Dierrechten kosten geld en zijn ingesteld om de omvang van de veestapel te kunnen beheersen. Politici vreesden voor de milieugevolgen van een te grote veestapel. Het stelsel van dierrechten heeft effect op de financiële mogelijkheden van boeren. Wie meer kan en durft te investeren kan meer dieren houden. Nu het in de intensieve veehouderij steeds meer neer komt om de kosten te beheersen om financieel te kunnen overleven hebben de agrosector en de banken de handen ineengeslagen. Men wil van de dierrechten af, want men vindt dat men dat geld beter kan gebruiken dan af te staan aan de overheid.
Daar moet natuurlijk wel wat tegenover staan, want politici laten zich niet zomaar paaien, immers de gevolgen voor natuur en milieu zijn bij iedere volksvertegenwoordiger bekend. Maar de agrosector weet ook dat wanneer er genoeg uitzonderingen op de regel worden aangenomen in de Eerste Kamer dan men dan voldoende speelruimte houdt om gewoon de eigen gang te gaan.
Voor de aantasting van het milieu is de mestwetgeving in het leven geroepen. De praktijk leert dat er weinig controle is op wat er echt met mest gebeurt, dus deze papieren tijger zal waarschijnlijk niet bijten. Zou gebrek aan dierenwelzijn dan een probleem zijn? De ervaring leert dat in oude stallen het dierenwelzijn meer te lijden heeft dan in moderne stallen, dus waarom de wens tot vergroting van de stallen en het aantal dieren daarin niet te laten samengaan met de schijn van vooruitgang in dierenwelzijn?
Wat uit het oog verloren wordt door zowel de op geld beluste agrosector als in de meer dieren liefhebbende opponenten is dat er ook nog zo iets is als dierenrechten. In de rechtspraak is men van oudsher al gespitst op aantasting van het grondrecht vrijheid. Daarnaast wil men voorkomen dat mensen in hun handelen blijk kunnen geven dat zij zichzelf meer waard vinden dan een ander. Dus gelijkheid wordt in grondrechten ook zoveel mogelijk nagestreefd.
Hebben dieren dan dezelfde grondrechten als mensen? De vraag laat al doorschemeren dat vrijheid en gelijkheid ook weleens zouden kunnen gelden voor dieren. Voor de mens die in zijn gedrag dat gevolgen heeft voor dieren eigenlijk geen belang heeft bij de confrontatie met die vraag is het aantrekkelijk om de vraag te negeren.
Vraag aan die mensen: wordt het niet eens tijd om consequent te worden en de geringe bezwaren, die er zijn om grondrechten van dieren serieus te nemen, eens tegen het licht te houden?
Wat is er mis mee om minder vlees en zuivel te eten? Wat is mis mee om de veestapel in eigen land te reduceren tot 30% en het resterende aantal gewoon toegang te geven tot de wei? Wat is er mis mee om een natuurbeleid te hebben, waarbij hindernissen worden weggenomen om vrij te bewegen in gebieden waar geen schade wordt gedaan? Waarom vragen ons niet wat meer af of houden van dieren ook vorm gegeven moeten worden door zij letterlijk in eigen huis op te sluiten?

Meer lezen hoe deze dierenrechten kunnen worden uitgewerkt? Kijk op de site van Animal Freedom.

06 december 2013

Heeft een chimpansee mensenrechten?

Sander van Walsum schrijft in de column Stekel

Ook maar een mens?
Natuurlijk heeft de chimpansee Tommy niet gekozen voor een bestaan als proefdier in een krap bemeten kooi met een televisie. De vraag is echter of hij beter af is als de fundamentele mensenrechten op hem van toepassing zouden worden verklaard, zoals de Amerikaanse actiegroep Nonhuman Rights Project verlangt. Die denkwijze getuigt nog van het oude en onuitroeibare misverstand dat de mens de bekroning van de schepping is. Daarop is, zoals bekend, wel wat af te dingen. Dat de mens zich in de voorbije eeuwen vaak als een beest heeft gedragen, wil niet zeggen dat het dier op hem lijkt. Als de chimpansee, zoals de actiegroep betoogt, een autonoom wezen is met empathische vermogens, is hij ook vast in staat een verantwoorde keuze te maken tussen dieren- en mensenrechten.
Tot zover Stekel.

Wat niet klopt in deze column is dat het de vraag is of de chimpansee beter af is met mensenrechten. Van Walsum geeft niet aan wat de kern is van mensenrechten, namelijk vrijheid. Dit grondrecht is het wezen van de levende schepping en zou in gelijke mate van toepassing moeten zijn op mens en dier. Of een dier enige gelijkenis met een mens vertoont, zou volkomen irrelevant moeten en kunnen zijn voor haar grondrechten. Net zoals grondrechten in gelijke mate opgaan voor alle mensen ongeacht hun uiterlijk en andere kenmerken.

In Pauw & Witteman laat Jan van Hooff zien waartoe chimpansees en olifanten (qua bewustzijn en intelligentie) in staat zijn en hoe groot de overeenstemming met mensen is. Maar is een overeenstemming relevant voor grondrechten? Die vraag wordt niet gesteld.


Rechten geven aan chimpansees vindt hij sympathiek, maar onpraktisch. Tja, wanneer je dierenrechten serieus gaat nemen, dan gaat er veel veranderen. Of dat uiteindelijk onpraktisch zal zijn? Er zullen veel mensen naar ander werk moeten uitzien, dat is ongemakkelijk, maar het zal een rechtvaardiger en mooiere wereld worden.

04 oktober 2013

Blackfish is een aanklacht tegen het exploiteren van orka’s

De documentaire Blackfish behandelt het thema van orka's in gevangenschap en spitst zich met name toe op de beruchte orca Tilikum.
Na een bezoek met haar kinderen aan Seaworld besloot documentairemaakster Gabriela Cowperthwaite hoe orka's in gevangenschap leven nader te onderzoeken en focuste ze zich op het ongelukkig overlijden van de bekende Seaworld trainer Dawn Brancheau in 2010.
Uit de documentaire blijkt dat deze voornamelijk uit winstbejag gedreven activiteit van vertier met alle middelen in leven wordt gehouden door zogenaamde "pretparken" in de Verenigde Staten en Europa. Het ongeluk van Dawn - die door de orka Tilikum het bad werd ingetrokken met dodelijke afloop - is geen eenmalige gebeurtenis. Schokkend feit is dat de pretparken hier al langer van op de hoogte zijn….
Deze bedrijfstak, met omzetten die in de miljarden lopen, spendeert veel tijd en middelen om het moreel abject bedrijfsmodel zo positief mogelijk te doen uitschijnen.
Hierbij worden feiten en wetenschappelijk onderbouwde kennis verzwegen of verdraaid, medewerkers geïndoctrineerd en op een misselijk makende manier misbruik gemaakt van de aangeboren cuteness van deze zoogdieren.

Voormalig SeaWorld-trainer Samantha Berg, zeebioloog Kees Camphuysen en Hester Bartels van de Orka Coalitie, geven hun visie in een uitzending van EenVandaag.

Recensie in De Telegraaf.
Schokkend beeldmateriaal, interviews met voormalige Seaworld-medewerkers en een duik in de persoonlijke geschiedenis van Tilikum maken zeer aannemelijk dat dit indrukwekkende dier één bonk kolkende frustratie is, zoals veel van zijn in gevangenschap levende soortgenoten.

Tikkende tijdbommen, op scherp gezet door de hebzucht van de mens.

29 juli 2013

Wij zijn best wel eens boos, maar alleen als het óns uitkomt!

Een van de dingen waar veel Nederlanders boos om worden is dierenmishandeling. Immers een dier behandel je met respect en mededogen. Pony’s die gemaltraiteerd worden door oversekste dikke vrouwen roepen rauwe volkswoede op. De meest draconische straffen worden dat ‘tuig’ in het vooruitzicht gesteld. Een man die zijn hond heeft doodgeslagen wordt belegerd door een op bloed beluste horde burgers. En de stierenrennen in Pamplona waarbij doodsbange en gestreste stieren door een menigte macho-gekken worden opgejaagd veroorzaken een grote zedelijke verontwaardiging. Al die boze reacties zijn natuurlijk volkomen terecht en begrijpelijk.
Maar merkwaardig is toch naar mijn mening dat andere vormen van dierenmishandeling óf niet als zodanig door de massa worden (h)erkend dan wel min of meer stilzwijgend worden geaccepteerd.
Geen massale boosheid bijvoorbeeld bij datgene wat in de bio-industrie gebeurt met vijf honderd miljoen dieren per jaar alleen al in Nederland. Dertig keer meer dan het inwoneraantal van ons land! Het opeenstapelen van duizenden dieren op elkaar, het zonder enige vorm van verdoving verminken van varkens, koeien en kippen uit efficiëntie-overwegingen. De vaak weinig zachtzinnige wijze waarop de dieren de dood worden ingejaagd, het vermag allemaal geen volkswoede op te roepen als b.v. bij de pony’s. Wél worden we boos als iemand het waagt de gruwelen van de Holocaust door te trekken naar het massale en onnodige lijden en sterven van miljarden dieren voor een product wat de mens helemaal niet nodig heeft om zich goed, gezond en lekker te kunnen voeden. “Een dier is geen mens!!”, is dan de veel gehoorde kreet. Dat de mens zelf wel een dier is en dus evenveel respect en mededogen voor zijn mededieren zou moeten opbrengen is aan de meesten niet besteed. Het eigen belang van het stillen van de lekkere trek verzacht kennelijk hier het oordeel over wat dieren wordt aangedaan aanmerkelijk…………
In Nederland zijn ongeveer tweeënhalf miljoen ‘sport’vissers, waaronder een half miljoen kinderen. De stieren in Pamplona en andere horroroorden in Spanje wekken onze sympathie vanwege de wrede en zinloze doodstrijd die ze moeten leveren ter vermaak van een verdorven publiek. Velen wenden hun blik af als op de tv beelden worden getoond van zo’n uit vele wonden bloedende stakker. De in een soort clownspak gestoken halve gare macho brengt het hysterische publiek tot extase wanneer hij nog een treffer in het lichaam van dat arme dier weet te plaatsen. Groot is hier te lande de vreugde – en die deel ik dan eerlijk gezegd ook wel weer! – wanneer zo’n eikel zelf op de horens wordt genomen een deerlijk gewond of erger wordt afgevoerd.
Vissen ervaren pijn, angst en stress. Wat de stier in de arena beleeft is te vergelijken met wat een vis moet doormaken wanneer hij aan een haak met weerhaak uit zijn element wordt opgehaald. In het minst erge geval wordt het dier na de vangst voorzichtig teruggezet, maar het leed is dan al toegebracht. En dat voor een paar uurtjes ontspanning en vermaak van de hengelaar! Er zijn zelfs visser die de vis bij het terugzetten bedanken voor het plezier van het vangen. Voor de hengelaar is het een spel. Voor de vis is het een strijd voor zijn leven. Met welk recht de mens dit wrede spel met een ander hoog ontwikkeld levend meent wezen te mogen spelen heeft niemand mij nog duidelijk kunnen maken. Maar ook anders dan bij de pony en de doodgslagen hond zie ik nooit opgewonden mensenmenigtes aan de waterkant staan die zich verzetten tegen het als hobby kwellen van onschuldige en weeloze dieren. Sterker nog, RTL7 zendt een viswedstrijd op de tv rechtstreeks uit en daar wordt gretig naar gekeken. Geen boosheid dus, waar die er wel zou moeten zijn!
Ook geen massieve maatschappelijke boosheid over andere activiteiten waarbij dieren aan de wil en de grillen van de naar winst, vermaak, genotzucht en status strevende mens worden overgeleverd. Paarden- en duiven’sport’, waarbij dieren worden gedwongen tot prestaties die ze uit eigen beweging nooit zouden opbrengen. Evenals in circussen en dolfinaria waar prachtige wilde dieren tot platte vermaaksobjecten worden gedegradeerd, vaak met harde hand. En het feit dat onze nieuwe koning – u weet wel, géén protocolfetisjist! – in zijn ruim voorhanden vrije tijd met genoegen weerloze dieren aan flarden schiet en zijn charmante echtgenote – u weet wel, je was een beetje dóm……. – die zichzelf en haar koters schaamteloos in de vacht van om zeep geholpen dieren hult brengt geen petitie of spandoekenoptocht op gang. Geen oprechte boosheid waar dat best wel een beetje zou mogen.
Dierenmishandeling, het zou overal en te allen tijde onze oprechte boosheid, verontwaardiging en verzet moeten oproepen. Maar dat is niet zo. De voorwaardelijke boosheid wordt goed weerspiegeld in de voorhanden wetten:

Wet Dieren:
Artikel 1.3. Intrinsieke waarde:
1. De intrinsieke waarde van het dier wordt erkend.
• 2. Onder erkenning van de intrinsieke waarde als bedoeld in het eerste lid wordt verstaan erkenning van de eigenwaarde van dieren, zijnde wezens met gevoel. Bij het stellen van regels bij of krachtens deze wet, en het nemen van op die regels gebaseerde besluiten, wordt ten volle rekening gehouden met de gevolgen die deze regels of besluiten hebben voor deze intrinsieke waarde van het dier, onverminderd andere gerechtvaardigde belangen. Daarbij wordt er in elk geval in voorzien dat de inbreuk op de integriteit of het welzijn van dieren, verder dan redelijkerwijs noodzakelijk, wordt voorkomen en dat de zorg die de dieren redelijkerwijs behoeven is verzekerd.
• 3. Voor de toepassing van het tweede lid wordt tot de zorg die dieren redelijkerwijs behoeven in elk geval gerekend dat dieren zijn gevrijwaard van:
o a. dorst, honger en onjuiste voeding;
o b. fysiek en fysiologisch ongerief;
o c. pijn, verwonding en ziektes;
o d. angst en chronische stress;
o e. beperking van hun natuurlijk gedrag;


Dieren moeten dus goed behandeld worden en hun mag de nodige zorg niet worden onthouden. Tevens moet hun de mogelijkheid geboden worden hun natuurlijk gedrag te vertonen. Het venijn zit echter ook hier in de staart van dit artikel: voor zover zulks redelijkerwijs kan worden verlangd.
Dit zou nog aangevuld kunnen worden met: "En voor zover zulks redelijkerwijs de belangen van de mens, hoe triviaal ook!!, niet hindert”.


Herman Gallé


02 april 2013

Pauline de Bok schiet voor haar plezier dieren

Pauline de Bok werkt aan een roman, getiteld De jaagster en beschrijft in de Volkskrant van 2 april dat zij een maand geleden haar eerste everzwijn heeft geschoten.

Een citaat:
Ik ben een 'plezierjager'. Een maand geleden heb ik mijn eerste everzwijn geschoten. Met droge ogen. Sterker nog, ik was vervuld van een geluksgevoel dat ik niet kende. Hij had een schreeuw gegeven, één sprong gemaakt. Bij het licht van de maan was ik naar hem toe gelopen, zag de eerste rode druppels in de sneeuw, dacht, raak, raak, helder bloed, góéd raak, en zag hem liggen. Morsdood, godzijdank, hij was meteen dood geweest. Bij het ontweiden bleek dat ik hem recht door zijn hart had geschoten. Hij was nog geen jaar oud. 'Ach, wat een hummeltje,' zei de beroepsjager die me vergezelde.
Maar hummeltjes doden vinden beroepsjagers goed, het is het meest rationele. Everzwijnen vermeerderen zich met 300 procent per jaar. Dus voor ze een plaag worden voor veld en bos, voor ze zelf als plaag door epidemieën worden geveld en zo ellendig aan hun eind komen... Maar daar gaat het me nu niet om, anderen zijn veel meer thuis in die argumenten.
Tot zover het eerste citaat.

Pauline schiet dieren in hun kracht van hun leven. Zou ze wachten tot de dieren minder krachtig zijn, bijvoorbeeld door ziekte of honger dan zou dat een vorm van verwaarlozing zijn?

Tweede citaat:

Dat geluk dat ik voelde heeft me verbaasd, en al snel kreeg het gezelschap van het besef dat ik definitief een grens had overschreden: van een mens, die geen vlieg kwaad doet -het hedendaagse ideaal-, naar een mens die over het leven van een dier beschikt, heel individueel, ik dood dat dier, dat ene. Dat is een ernstig gevoel. Meer dan de helft van mijn leven heb ik me zonder voorbehoud solidair gevoeld met de zwakkeren op deze aarde. Nu kan ik dat in de ogen van de meeste mensen niet meer staande houden, want ik ben jager. En het is alsof ik nooit anders ben geweest.
Wij mensen doden dieren en daar lijkt me -met mate- niets op tegen, het is overmoed onszelf boven de natuur te verheffen, ónze natuur, in ons schuilt ook een jager. Ik zeg niet dat iedereen dus moet gaan jagen, die natuur hoeft helemaal niet in elke mens tot wasdom te komen, maar het is een kwalijke vorm van social engineering haar bij ons allen uit te willen roeien.
We accepteren zelfs dat we meer dieren doden dan ooit eerder in onze geschiedenis, als we het maar industrieel en verdoofd doen, of kleinschalig en 'humaan', hoofdzaak is dat het gebeurt achter de schermen, ontdaan van wat het is: het ene levende wezen staat het andere naar het leven. Van die strijd willen wij mensen ons uitzonderen. We doden niet een op een, de ene soort de andere, de vrije mens het dier in de vrije wildbaan, waardoor je als mens genoodzaakt bent je door en door in je buit, zijn levenswijze en gedrag te verdiepen, nee, we besteden het uit aan de enige beroepsgroep, die niet voor zijn plezier naar zijn werk mag gaan.
Tot zover het tweede citaat.

"Het is overmoed om ons boven de natuur te verheffen?" Zou het beheersen van onze agressieve neigingen niet eerder een vorm van beschaving kunnen zijn?

De cursieve tekst hierna is van mij.
Een derde citaat:

Ik heb het over de noodzaak ons aan de materiële wereld om ons heen te scherpen, zodat wij niet verkommeren en Pauline schiet daarom dieren. Zodat onze rijkdom aan instincten, zintuigen en behendigheden, aan driften, lusten, intelligentie, toewijding en moraal niet verschraalt maar tot bloei blijft komen en Pauline schiet daarom dieren. Ten diepste jagen wij niet om te heersen over de natuur, maar omdat wij natuur zijn. Onze bijzondere positie wordt omschreven door de Duitse filosoof Schelling: Die Natur schlägt im Menschen ihre Augen auf und bemerkt, dass sie da ist. (In de mens opent de natuur haar ogen en merkt dat ze er is. zijn en dat kan ook met een camera) En wij met ons bewustzijn stellen ons alleen dán niet heerszuchtig op en werken alleen dán vervreemding en verschraling niet in de hand als we elke soort de manier van leven laten die bij haar hoort. En dat geldt evengoed voor ons mensen. En de manier van leven die bij dieren in de natuur hoort is dat zij gedood worden door roofdieren, niet door mensen met geweren die dit doden voor het plezier doen.
Je kunt je ook met de natuur verbinden zonder de levende wezens van hun levens en dus van hun vrijheid te beroven.


14 december 2012

Is diervriendelijke veehouderij moreel aanvaardbaar?

De universiteit van Utrecht kondigde mei 2011 een merkwaardige promotie aan. Het thema is door het verzet van de nertsenhouders tegen de afschaffing van hun sector opnieuw actueel. Zij betogen dat afschaffing de overheid veel geld gaat kosten vanwege schadevergoeding voor inkomstenderving; dat afschaffen zinloos is omdat de business wordt overgenomen door het buitenland en dat dan de nertsen minder diervriendelijk worden gehouden.

In haar proefschrift zet Tatjana Visak de implicaties en vooronderstellingen van twee versies van het utilisme op een rij, de morele theorie die traditioneel het meeste heeft bijgedragen aan het herkennen van dierenleed als moreel relevant. Het utilisme wordt over het algemeen als volgt ingevuld. Onnodig leed moet worden voorkomen, maar met het houden en doden van dieren als zodanig is niets mis. Bijvoorbeeld Peter Singer, de wereldberoemde utilist en dierethicus, accepteert een versie van het utilisme die inhoudt dat een dier in principe pijnloos gedood mag worden. Als het gedode dier vervolgens vervangen wordt door een ander dier dat anders niet zou hebben bestaan en dat net zo veel welzijn ervaart als de toekomst van het gedode dier zou hebben bevat, dan tast het doden van het dier de totale hoeveelheid welzijn niet aan. En daar is het de utilist om te doen.
In dezelfde lijn van argumentatie wordt er gezegd, overigens niet alleen door utilisten, dat praktijken als de veehouderij zelfs goed zijn voor de dieren, mits de dieren een goed leven hebben. Anders zouden die dieren namelijk helemaal niet hebben bestaan, en een kort en gelukkig leven is beter voor het dier, zo de argumentatie, dan helemaal niet bestaan. Op deze argumentatie valt veel af te dingen, aldus Visak, óók binnen het utilisme.
Een alternatieve versie van het utilisme accepteert niet dat dieren vervangbaar zijn, en biedt dan ook geen rechtvaardiging voor praktijken als de zogenaamd diervriendelijke veehouderij.

Tot zover de beschrijving van het proefschrift van Visak. Wat worden we van deze tautologieën wijzer?

“Als het gedode dier vervolgens vervangen wordt door een ander dier dat anders niet zou hebben bestaan en dat net zo veel welzijn ervaart als de toekomst van het gedode dier zou hebben bevat, dan tast het doden van het dier de totale hoeveelheid welzijn niet aan”.

en

“Praktijken als de veehouderij zijn goed voor de dieren, mits de dieren een goed leven hebben. Anders zouden die dieren namelijk helemaal niet hebben bestaan, en een kort en gelukkig leven is beter voor het dier, zo de argumentatie, dan helemaal niet bestaan. Op deze argumentatie valt veel af te dingen, aldus Visak, óók binnen het utilisme”.

Met het proefschrift wil Visak blijkbaar aantonen dat ook diervriendelijke vee- of nertsenhouderij niet ethisch valt te verdedigen. Maar is het dan niet veel zinvoller om de vraag te onderzoeken waarom het houden van dieren onethisch is? Dat het houden van dieren inhoudt dat zij in hun grondrechten worden geschonden, namelijk dezelfde grondrechten als bij mensen wanneer zij onschuldig gevangen worden gehouden. Vrijheid is een grondrecht voor mens en een dier.

Zie ook het overzicht van drogredenen voor het houden van nertsen.

11 oktober 2012

Hoe maak je mensen bewust dat dieren grond-rechten hebben?

Samenvatting van het werk van Marieke de Vrij op het thema dierenrechten
Copyright © Marieke de Vrij.
Overname toegestaan met bronvermelding (www.dierenPerspectief.nl).

Inleiding
Marieke de Vrij is in staat collectieve velden uiterst gedetailleerd te lezen, waardoor zij beschrijvingen afgeeft van het dierenleven zoals het dier zichzelf beleeft. Binnen de collectieve velden van dieren is het dierenleed sterk toenemend en dat leidt tot degeneratie van diersoorten en ontzield leefgedrag.
Het doorgeven van de Grond-Rechten van het Gedomesticeerde Dier is essentieel om de intrinsieke waarde van het dier beter te begrijpen en te herstellen. Hiermee kan de mens het wezenlijke contact met dieren en de taak van de mens als ‘Behoeder van het Dier’, weer op zich nemen.
De meeste mensen zijn zich nog te weinig bewust van de wederzijdse afhankelijkheid van het dier ten opzichte van de mens. Hij heeft, huisdieren uitgezonderd, nauwelijks contact meer met de werkelijke betekenis die het dier voor de mens heeft.
Het is essentieel, ook voor de mens, dat het dier in zijn wezenskenmerken tot zijn recht komt en gediend wordt. Deze Grond-Rechten van het gedomesticeerde dier kunnen hierbij een ijkfunctie vervullen.

Grond-rechten
  • Het recht er wezenlijk te zijn.
  • Het recht op het volgen van de natuurlijke evolutiedrang.
  • Het recht om met soortgenoten te leven in een eigen gemeenschap.
  • Het recht om zich binnen zijn eigen gemeenschap opgenomen en goed te voelen.
  • Het recht op een zodanige leefsituatie dat het telepathisch contact van dieren onderling niet overstemd en verstoord wordt.
  • Het recht zich te verlustigen vanuit ‘speelgenot’.
  • Het recht op gezond water en voedsel.
  • Het recht op een natuurlijk dag- en nachtritme.
  • Het recht op beschutting ter overleving van wintertijden of barre weersinvloeden.
  • Het recht op een passende en comfortabele ondergrond qua oppervlakte en grondstructuur, afgestemd op identiteit, leefwijze en lichaamsbouw, opdat hoeven- en potenstructuur gezond blijven.
  • Het recht op het zelf innemen van voedsel.
  • Het recht alle natuurlijke leeftijdsfases door te maken wanneer er geen wezenlijke noodzaak is dit te doorbreken.
  • Het recht op gezondheidsbevorderende omstandigheden.
  • Het recht om middels ziekte natuurlijke afweerstoffen op te bouwen, of te sterven en daarmee natuurlijke rasontwikkeling mogelijk te maken.
  • Het recht op natuurlijke voortplantingsrituelen en ritmes.
  • Het recht op het ontwikkelen van een soortidentiteit.
  • Het recht om op soortspecifieke wijze tot rouwverwerking te komen bij het verlies van nageslacht, zoals bij misgeboorte, sterfte en weghalen.
  • Het recht op zelfoverleving.
  • Het recht niet onnodig geofferd te worden voor doelen die zijn wezen of het collectieve veld van soortgenoten ontkrachten.
  • Het recht op behoud van ras- en geslachtsidentiteit.
  • Het recht op dierwaardige vervoerscondities.
  • Het recht op een waardige dood.

In elke nieuwsbrief van DierenPerspectief wordt een grond-recht nader toegelicht.

Tot zover de site van Marieke de Vrij.

Afgezien van de oncontroleerbare bron waarop Marieke zich baseert, is er natuurlijk niets mis met haar boodschap. Maar net als een vis zich niet bewust is van het water is er iets wat Marieke de Vrij niet vermeldt. Het grondrecht op vrijheid maakt het overbodig om het ongrijpbare en moeilijk communiceerbaar begrip intrinsieke waarde te gebruiken.
Willen we voor dieren echt wat betekenen dan zullen we op gelijkwaardige basis in termen van grondrechten als mensen in gesprek moeten gaan, zonder oordelen. Dat wil zeggen dat producenten en consumenten van dierlijke producten vrij, zonder oordeel, met elkaar in gesprek kunnen gaan om bovenstaande grond-rechten te respecteren en te realiseren.

15 maart 2012

Waarom moet de bontfokkerij wel worden verboden?

Door het toenemende gebruik van bont in de mode gaat het de Nederlandse pelsdierfokkers voor de wind. Er is dan ook weer wat geld om een poging te doen om het imago op Internet wat op te krikken. Wie een kijkje neemt op de site van de Nederlandse Federatie van Edelpelsdierhouders (NFE) vindt dan ook veel achtergrondinformatie over de manier waarop nertsen worden gehouden.
Vele tegenstanders van de pelsdierhouderij gruwelen van het moment dat de nertsen gedood worden om van hun pels te worden ontdaan. Anderen vinden de karige levensomstandigheden een groter bezwaar. Kijk maar eens naar de povere manieren waarop de nertsenhouder poogt het leven in de kooi van een nerts wat te “verrijken”.

Er is zelfs een ethicus G. de Jonge bereid gevonden om ethische bezwaren van tegengas te voorzien. Het moet gezegd: de heer de Jonge heeft het niet moeilijk om een aantal ethische bezwaren te ondergraven. De reden daarvan is de historische naïviteit waarmee dierenbeschermers menen de rechten van dieren te moeten onderbouwen. Zo zijn er nog steeds velen die denken dat het indruk maakt om aan te voeren dat een nerts een intrinsieke waarde heeft. Voor een pelsdierhouder is de economische waarde van de pels veel indrukwekkender dan de intrinsieke waarde van het levende dier.

Een pelsdierhouder mishandelt zijn dieren niet actief. Hij kijkt wel uit, want hij wil een mooie pels. Het moment dat de nertsen vergast worden om hen van hun mantel te ontdoen is voor veel mensen een vreselijke gedachte, omdat zij de dood eng vinden.
Vele mensen realiseren zich niet dat het leven van een nerts oersaai is en dat daarin het eigenlijke bezwaar ligt. Deze dieren worden in gevangenschap geboren en krijgen nooit wat in de vrije natuur al miljoenen jaren normaal is: de mogelijkheid tot natuurlijk gedrag in vrijheid.
Dat is de ethische grens die de nertsenhouder overschrijdt en daarop heeft de heer de Jonge geen antwoord.

30 november 2011

Dierenrechten houdt ook in niet willen vermenselijken

In de Volkskrant wordt filosoof René ten Bos aangehaald over het transport van orka Morgan naar een zeepark op Tenerife. Ten Bos is geen voorstander van het vermenselijken van dieren. “Vrijheid, dat is een menselijk begrip”.
Dat is juist, maar dat wil niet ontkennen dat het ook een dierlijk begrip is. Elk dier dat je in een kooi zet met een open deur zal de kooi verlaten en zal alleen in de kooi terugkeren wanneer dat de enige plaats is waar voedsel valt te vinden.
Volgens Ten Bos weten mensen altijd wat het beste is voor een dier, maar de vraag is of een dier zelf zich de vraag wat de waarden van het leven zijn.
Met dierenrechten heeft dierenliefhebber Ten Bos niets op, terwijl hij in het artikel wordt aangeduid als “Dierenrechten filosoof”.
Van de opvattingen van Ten Bos worden we weinig wijzer omdat het erop lijkt dat hij moeilijk twee waarheden tegelijk kan zien. Dierenrechten zijn mensenrechten voor mensen die voor de belangen van dieren willen opkomen en deze willen beschermen.

De krabbenmand met elkaar degraderende vleeseters

Wie wel eens een open mand met krabben heeft gezien, zal het fenomeen kennen: de krabben die proberen uit de mand te klimmen trekken elkaar weer naar beneden. Het resultaat is dat bijna geen krab de mand verlaat en zijn vrijheid herwint.

Een Amerikaanse onderzoeker, dr Brock Bastian van de UQ's School of Psychology, heeft uitgevonden dat mensen de mentale eigenschappen van dieren ontkennen wanneer zij vlees eten. Het valt hen zwaarder om een dier te eten dat zij (bijna) als gelijkwaardig herkennen. Het is een open deur, maar toch.
In de Tweede Wereldoorlog probeerde de Nazi’s de Joden die zij wilden vergassen eerst te ontmenselijken. Dat maakte hun dodelijke gedrag gemakkelijker uit te voeren met minder gewetensnood.
Arnon Grunberg probeert PVV-ers en PvdD-ers omlaag te halen omdat zij een wet willen doorvoeren die rituele slacht verbiedt. Hij doet dit door te proberen hen belachelijk te maken met absurde vergelijkingen. In de Volkskrant van 30 november roept hij op om Afghanen op te leiden tot animal cops: “eigen lammeren eerst?”.
En zo probeert iedereen, wiens vrijheid beperkt dreigt te worden, een ander omlaag te halen die opkomt voor zijn eigen vrijheid of de vrijheid van een ander.
Het wordt een mooiere wereld wanneer deze mensen eerst zichzelf zouden beperken alvorens de aanval te openen op anderen die werken aan een grotere vrijheid voor allen.

19 oktober 2011

Heeft orka Morgan recht op een eigen familie?



Orka's leven in matrilineaire familie groepen. Dat betekent dat een moeder met haar zonen samenleeft. Dochters starten na verloop van tijd hun eigen groep.
Voor het vrouwtje Orka is het redelijk om te verwachten dat zij in vrijheid een kans zou krijgen om zelf een familie te stichten. Tot die tijd zou ze alleen moeten overleven of weer terug moeten komen in haar eigen familie. Maar er is kans dat zij niet meer wordt herkend en vanwege de matrilineaire groepstructuur ook niet welkom is. In gevangenschap met Orka's uit andere families is dit perspectief afwezig, maar mogelijk kunnen de dieren vreedzaam samenleven.
Het is duidelijk dat gevangenschap alleen goed is voor de overlevingskans en de bezoekersaantallen. Wanneer het dier losgelaten wordt in de oceaan zonder begeleiding dan is de overlevingskans klein. Wordt het dier eerst getraind om zelf prooien te vangen, dan is de meest logische route om het dier te leren zelf vis te vangen. Een training op het vangen van zoogdieren zou bij het publiek ook weerstand oproepen.
Welke keuze gemaakt wordt zal eveneens in grote mate afhangen van wie bereid is een verantwoorde training te financieren. Kost de orka geld of levert deze geld op?

14 oktober 2011

Jagen? Natuurlijk niet!

Oswin Schneeweisz en Martijn van Dooren hebben een boek geschreven over de jacht in Nederland en Vlaanderen. Ger Groot besteed er aandacht in de NRC van 14 oktober.
Met zwakke onderbouwing probeert ook hij het verlangen te onderdrukken om de mensenrechten tot de dieren uit te strekken.
Een citaat:
Iets is er dus in ons dat zich verzet tegen de domesticatie die cultuur heet. En daarom lijkt de jager, wanneer hij zijn geweer opneemt, terug te keren naar een in hem nog altijd sluimerende natuur en leggen de schrijvers juist op de natuurlijkheid van de jacht zoveel nadruk. Ironisch genoeg vormt het verzet van dierenactivisten tegen het geweld van de jacht in dat opzicht eerder een uiting van onnatuurlijkheid, met de eis van dierenrechten en de vermenselijking van de fauna als bekroning.
Tot zover het citaat.
Dierenactivisten proberen niet de fauna te vermenselijken, zij proberen dezelfde basis als mensenrechten uit te breiden naar dieren. De logica daarvan ligt in het begrip vrijheid, niet voor niets een van de belangrijkste menselijke waarden, maar ook de werkelijkheid van de vrije natuur. Het is de jager die met het plezier in schieten de natuur geweld aan doet.

Als het schaap rechten krijgt, dan ook de rat

Hans Schnitzler is publicist en filosoof. In de Volkskrant van 14 oktober schrijft hij over het wetsvoorstel om de rituele slacht te verbieden.

De redactie plaatste zijn boodschap onder de titel “Als het schaap rechten krijgt, dan ook de rat“. Schnitzler's redenering is een reductie tot het absurde. Stapje voor stapje wordt iets wat recht is krom getrokken.

Uit het artikel dit citaat:
Want de ridiculisering van het recht is niet meer te stoppen zodra bepaalde dieren dragers worden van rechten in juridische zin. Dat is namelijk wat deze wet bewerkstelligt. Door het recht van vrije godsdienstbeleving van alle mensen ondergeschikt te maken aan het recht van sommige dieren om niet te lijden, werpt men ten onrechte het beeld op als zouden koeien, schapen en kippen rechtssubjecten zijn, met een vergelijkbare status als mensen.

Mensenrechten worden zo geclaimd ten behoeve van wezens die het vermogen ontberen om vanuit hun leefwereld een relatie met de wet aan te gaan. Gevolg: met de introductie van dierenrechten dreigt de notie van mensenrechten een lege huls te worden.

Vindt deze wet doorgang, en accepteert men het dier als rechtssubject, dan mag het dier met recht aanspraak maken op gelijkberechtiging. Immers, wij dieren en mensen zijn als dragers van rechten gelijk voor de wet, en er is geen enkel argument om het lijden van de met gif verdelgde rat lager aan te slaan dan dat van het met het slagersmes gedode schaap.

Tot zover het citaat.

Dit deel van het artikel van Schnitzler klopt, maar waarom hij de conclusie trekt dat de notie van mensenrechten dreigen een lege huls te worden is onduidelijk.
De basis van mensenrechten is vrijheid. Om dierenrechten op dezelfde basis te grondvesten laat mensenrechten ongemoeid. Wie alle levende wezens hun vrijheid laat, heeft in principe geen enkel probleem, wel kosten.
Dierenrechten zijn er om mensen die dieren dierenleed bezorgen grenzen te kunnen stellen.

Zie ook Rob Buitenweg met 'Ritueel slachtverbod: geen rechten van dieren, maar plichten van mensen'.

30 juni 2011

Wat is de relatie tussen dierenrechten en mensenrechten?

Nu het onverdoofd ritueel slachten is verboden, beweren veel mensen dat daarmee dierenrechten boven mensenrechten zijn gesteld. Joden en moslims zijn in zoverre in hun godsdienstvrijheid beperkt dat zij door de manier van slachten geen onnodig dierenleed mogen berokkenen.
Om te begrijpen hoe een en ander met elkaar samenhangt is het belangrijk om te zien wat er onder mensenrechten, godsdienstvrijheid, dierenwelzijn en dierenrechten valt. Mensenrechten zijn gebaseerd op het Bijbelse uitgangspunt “wat gij niet wilt dat u geschiedt, doe dat ook een ander niet”. Oftewel: waar andermans vrijheid begint, houdt mijn vrijheid op.
Godsdienstvrijheid betekent dat je mag geloven en zeggen wat je denkt. Wat je doet, oftewel jouw handelen, valt niet onder godsdienstvrijheid, maar onder de grondwet op het moment dat jouw handelingen gevolgen hebben voor anderen. Met het verbod op onverdoofd ritueel slachten is de vrijheid van het dier om niet extra te hoeven te lijden gelijkwaardig gemaakt aan dat van mensen.

Dat is een historische stap.

Dieren hebben nog geen (grond)rechten. Dat zou hen op de dezelfde basis voor menselijke grondrechten gemakkelijk zijn te verlenen. Dierenrechten komen dan op één belangrijk punt overeen met mensenrechten, namelijk dat deze ook gebaseerd zouden kunnen zijn op vrijheid.

Zie ook de vijf vrijheden van Brambell.

19 mei 2011

Thieme: doel PvdD is bewustwording

Vrijdag 13 mei stond in de Volkskrant een interview met Marianne Thieme van de PvdD.
In het afgelopen jaar waren mensen aan het twijfelen geraakt of de dieren wel voorop staan bij de PvdD omdat in interviews ook duurzaamheid als speerpunt is genoemd.

'Als wij straks met tien miljard mensen op deze aarde leven, is het onvermijdelijk dat wij een andere manier van eten gaan krijgen. Onvermijdelijk.
Of het volledig vegetarisch is? Niet als doel op zich. Het zal een gevolg zijn van bewustwording, dat is het doel. Ik zeg dit bedachtzaam, omdat persoonlijke vrijheid en verantwoordelijkheid bij ons hoog in het vaandel staan. Wij willen niemand verplichten. We willen inspireren. En dat mensen de maatschappelijke kosten die ze veroorzaken, ook betalen. Dus een extra belasting op vlees. Maar het is je eigen keuze om vlees te eten.'

29 april 2011

Wanneer is de missie van de dierenbeweging voltooid?

De Australische filosoof Peter Singer sprak op 28 mei 2011 aan de ISVW in Leusden over dierenwelzijn en het einde van de dierenbeweging. Peter Singer is hoogleraar bio-ethiek aan de Princeton University en is vooral bekend door zijn boek Animal Liberation. Hij is een toonaangevende denker op het gebied van de utilitaristische ethiek en in het bijzonder in het denken over dieren.
Wanneer is de missie van de dierenbeweging voltooid? De vraag is actueel omdat veehouders steeds maar weer hun stallen aanpassen en de dierenbeweging steeds maar ontevreden blijft. Zou het niet beter zijn om een einddoel te formuleren, zodat de dierenkwestie in ene geregeld kan worden? Peter Singer publiceerde in 1975 het befaamde boek Animal Liberation, dat het begin vormde van de moderne dierenbeweging. Nu, veertig jaar later, gaat hij in op de einddoelen van de dierenbeweging. Zijn die doelen te formuleren? Of moeten we, ook als een doel bereikt is, weer naar nieuwe welzijnsverbeteringen streven?
Na zijn openingslezing gaat Singer met vertegenwoordigers van de dierenbeweging op zoek naar antwoorden op vragen als: moeten we nog wel inzetten op welzijnsverbetering voor dieren? Is het niet beter om te stoppen met alle gebruik van dieren? Kan een dier op termijn wel het bezit van een boer blijven? Of moeten we het dier gaan zien als een wezen met een ‘eigen leven’ - een rechtssubject?
Tot slot komen ook wat nieuwe kwesties omtrent dierenwelzijn aan de orde, zoals de huidige veeteelt gerelateerde klimaat- en gezondheidscrisis (MRSA, ESBL, etc.), de komst van het ´gemaakte dier´, happy meat en het al dan niet onrealistische ideaal van de diervriendelijke megastal.
Kunnen dierenbeschermers zoals Singer het moment aangeven waarop ze zeggen: ‘de strijd is gestreden, we zijn tevreden’?

25 maart 2011

Dierenwelzijn is geen exportproduct

Sommige dierenbeschermers worden enthousiast van het idee dat Nederland een exporteur van dierenwelzijn zou kunnen zijn. Waarschijnlijk denken ze dat wanneer dierenwelzijn een exportproduct is dat dan het dierenwelzijn wel goed geregeld zou moeten zijn. Het is zo een beetje een indirecte, maar ook doorzichtige manier om in Nederland dierenwelzijn te bevorderen.
Waarom is dit niet zo’n goed idee? Wel, dierenwelzijn is van oudsher in ons land slecht geregeld. Met de komst van de intensieve veehouderij werden de stallen steeds groter. Deze ontwikkeling werd verdedigd met de bewering dat in grote stallen dierenwelzijn niet per se slecht geregeld zou zijn.
Maar minder slecht geregelde dierenwelzijn is nog steeds slecht geregelde dierenwelzijn. Het zijn allemaal woordspelletjes en oneigenlijke argumenten. Wil een dier welzijn ervaren dan moet er sprake zijn van vijf vrijheden:
  1. Vrijheid van honger en dorst
    - direct toegang tot vers water en voedsel om gezond te blijven
  2. Vrijheid van ongemak
    - door een comfortabel onderdak en rust te bieden
  3. Vrijheid van pijn, verwonding en ziekte
    - door dit te voorkomen of snel te diagnosticeren en te behandelen
  4. Vrijheid om normaal gedrag te vertonen
    - door voldoende ruimte, mogelijkheden en gezelschap van soortgenoten
  5. Vrijheid van angst en spanning
    - door voor omstandigheden te zorgen die lijden vermijden
Met name de vrijheid om normaal gedrag te vertonen is de vrijheid die wordt geschonden door dieren het hele jaar op stal te houden.
De naïviteit van sommige dierenbeschermers is inderdaad grenzeloos. We zagen dit al eerder bij het begrip intrinsieke waarde. Er is geen enkele boer die ontkent dat dieren een intrinsieke waarde hebben. Dat zou de dierenbescherming argwanend moeten maken. Het enige wat helpt is de veestapel in ons land te verkleinen zodat de overblijvende dieren daadwerkelijk naar buiten kunnen zonder dat er sprake is van een mestoverschot.

07 maart 2011

Desinformerende megaboeren: brutalen claimen de halve wereld

Hollandse veehouders laten zich er op voorstaan dat zij moeten voldoen aan de hoogste dierenwelzijnseisen. Een zinnig gesprek daarover is lastig omdat er altijd wel een land te vinden is waar het er slechter aan toegaat dan in ons land. In de praktijk is er weinig controle en de EU wordt te pas en te onpas erbij gehaald om het eigen gelijk te staven. Wat ook lastig is, is dat Nederlanders competitief zijn ingesteld, zo van “Onze bio-industrie is erg, maar als we op de wereldmarkt meer vlees kunnen verkopen, dan voorkomen we dat een ander land dieren produceert onder nog ergere omstandigheden.”
De burger profiteert van die internationale concurrentie want goedkoop geproduceerd vlees in eigen land is ook hier tegen lage prijzen beschikbaar. Zou het hele Nederlandse volk uit weerzin tegen de vee-industrie vegetariër worden, dan zou de vaderlandse productie toch doorgaan, want die is gericht op de export.
Nu het economisch wat tegenzit in Europa, zijn wat meer mensen gevoelig geworden voor het argument dat de agrosector bijdraagt aan de Nederlandse economie. Die bijdrage wordt dan ook opgeklopt tot het vier- tot zesvoudige, afhankelijk van wat je nog meerekent onder de sector.
Ook het politieke klimaat verandert. De liberale partijen winnen zienderogen terrein. Persoonlijke vrijheid wordt ook vertaald in het recht om ongestraft allerlei onzin te verkopen. Dat is de keerzijde van het recht op vrije meningsuiting en van de al jaren geldende praktijk dat het niet gaat om de waarheid maar om het imago. De markt produceert niet voor de behoeften van de consument, maar behoeften worden gecreëerd. Vlees en zuivel zijn niet nodig voor de gezondheid, maar wie durft te twijfelen als gezondheid in het geding is?
Dierenwelzijn was vroeger niet geborgd bij de kleinschaliger boeren en die situatie wordt niet per se slechter in de grootschalige megastallen. Maar deze negatieve situatie wordt omgebogen door te betogen dat dierenwelzijn beter geregeld kan worden in stallen waarbij in principe meer ruimte per dier zou kunnen zijn. Megastallen van melkveehouders zijn niet altijd gevuld in afwachting van het vrijlaten van het melkquotum. Naïeve consumenten denken dan de koeien kunnen scharrelen over de gehele ruimte. In werkelijkheid laat de boer een deel van zijn stal ongebruikt, want dan hoeft hij dat deel ook niet schoon te houden.
Ook de kiezer laat zich bedotten door het argument dat in megastallen de mestproductie veel beter valt op te vangen en zelfs is te benutten voor energieproductie. En dat alles zonder verlies aan dierenwelzijn. Uit onverschilligheid en onnadenkendheid gaat deze argumentatie erin als koek.
Vlees werd oorspronkelijk geproduceerd om de lokale bevolking te voeden en mest werd gebruikt om de grond vruchtbaar te houden en dieren werden zo veel mogelijk buiten gehouden uit efficiency gecombineerd met werkelijke compassie met dierenwelzijn. Wie zich dat realiseert en ook dat de huidige situatie van efficiënte overproductie puur en alleen nog maar gaat voor het spekken van de agro-industriële ondernemer zou zich ook kunnen realiseren dat de oplossing kan zitten in het weer beperken van de veestapel. Dan zijn alle door de agrobusiness veroorzaakte problemen opgelost en rest slechts het gemor van ondernemers die klagen dat zij veel meer hadden kunnen verdienen als hun geen strobreed in de wordt.
Van oudsher waren boeren als werkgevers gewend dat zij niet werden tegengesproken en ook bij het hanteren van drogredenen kregen zij door hun slecht opgeleide arbeiders weinig tegenspel. Het gevolg is dat zij gewend zijn geraakt aan het debiteren van allerlei onzin zonder daarvoor rekenschap te hoeven af te leggen. Varkenshouders liepen bij de laatste verkiezingen met T-shirts met de opdruk “Megastallen …. is dat de vraag? Wij kiezen voor vernieuwing!”. NAJK-jongeren pleitten voor het verbod op ministallen. Allemaal voorbeelden van flauwe pogingen om te laten zien dat zij zich door niets en niemand en zeker niet door rationele argumenten laten tegenhouden als er geld valt te verdienen. Dat brutalen de halve wereld hebben, is helaas nog steeds het geval.
Wie het daarmee niet eens is, rest ook maar één ding: verbeter de wereld en begin bij jezelf met verminderen van gebruik van dieren. Laat het oplossen van problemen niet alleen aan anderen over, maar vertrouw er wel op dat de eerste stap de belangrijkste stap is op weg naar een betere samenleving.

11 december 2010

Geld geven voor de waardigheid van een dier

Dirk de Waard laat ongeveer tien miljoen euro na aan de zwerfkatten in Velsen. Met dat geld wordt een nieuwe vzw opgericht, genaamd Het Waardige Dier, die donaties zal doen aan initiatieven tegen dierenleed. Volgens Stichting Zwerfkatten Havengebied IJmuiden gaf Dirk niet alleen regelmatig geld aan dierenbeschermingsorganisaties, maar ook aan kerken, zodat zij voedselpakketten konden samenstellen voor behoeftige Velsenaren.
“Het Waardige dier” is niet alleen een herinnering aan de donateur De Waard, het is ook een mooie benaming voor wat een zwerfkat soms mist: waardigheid. Hopelijk zal de Stichting ook ondersteuning geven aan initiatieven voor dieren in andere omstandigheden waarin zij een dieronwaardig leven leiden. Goed voorbeeld doet volgen. Mensen motiveren met een initiatief dat waardigheid terugbrengt is effectiever dan mensen proberen rekening te houden met gevolgen voor dieren omdat dieren een intrinsieke waarde zouden hebben. Dieren wordt hun waardigheid afgenomen, bijvoorbeeld door huisdieren op straat te zetten of in de bio-industrie. Een zwerfkat heeft door zijn vrijheid de helft van zijn waardigheid weer terug, maar leeft in een omgeving waar hij niet thuishoort. Hij leeft ook afhankelijk en dat is onwaardig.
Door onszelf rekenschap te geven van de gevolgen van ons consumptiegedrag kunnen we voorkomen dat we ongewild bijdragen aan de ontwaardiging van dieren. Het woord “ontwaardiging” bestaat niet, wel “verontwaardiging”. En dat is vreemd: we zijn wel verontwaardigd over “ontwaarding”, maar laten na om de twee waarheden te zien die gelijktijdig gelden. We kunnen als individu weinig doen om het lot van dieren te verbeteren, maar als we als individu vervolgens helemaal niets doen, dan zal er nooit wat veranderen. We kunnen allemaal meewerken aan het steriliseren en castreren van huisdieren en zo voorkomen dat nakomelingen (van zwerfkatten) een dieronwaardig bestaan zullen leiden en we kunnen allemaal stoppen met vlees eten uit de bio-industrie. En of die consequentie geld kost is aan u. U hoeft geen huisdier te nemen en geen vlees te eten.
Daar is niets excentrieks en wereldvreemds aan.

22 oktober 2010

Dieren en wij. Hun welzijn, onze ethiek.

Monique Janssens studeerde communicatie en ethiek, en werkt als zelfstandig journalist en communicatieadviseur. Zij schreef “Dieren en wij. Hun welzijn, onze ethiek”.

Op haar vaste wandeling, beschreven in het boek, komt Monique Janssens nogal wat dieren tegen: vrije en aangelijnde, levende en dode, echte en nagemaakte. Die confronteren haar met vragen over dier en mens, lijden en welzijn, dood en leven. De relatie tussen dier en mens diept ze uit door te denken en te redeneren, door te onderzoeken wat filosofen en biologen erover te melden hebben, door erover te praten met anderen die ze ontmoet op haar tocht: een buurman met hond, een ecologische tuinman, twee veganisten. Steeds staat de vraag centraal: hoe kunnen we beter omgaan met de dieren om ons heen? De auteur schrikt er niet voor terug om nu en dan pas op de plaats te maken met een 'moraal van dit verhaal'.

Een voorbeeld van zo’n moraal is:
We moeten het goede maximaliseren en het niet-goede minimaliseren. Het goede is autonoom en authentiek welzijn of welbevinden. In de praktijk herkennen we het vrij gemakkelijk, maar het is niet altijd gemakkelijk te berekenen, vooral doordat we gevolgen in de toekomst daarbij moeten inschatten. Maar we zijn moreel verplicht dit in redelijke mate te blijven proberen. Een vraag die daarbij kan helpen is: zou je dit je eigen hond aandoen? Plezier of genot dat wordt ontleend aan het leed van anderen moeten we afwijzen. We moeten dat doen op grond van het feit dat het positief waarderen van dat soort plezier een maatschappij zou opleveren waarin leed gewaardeerd wordt, een maatschappij met meer leed. Wij moeten onze intuïtie en ons gevoel gebruiken om dierenwelzijnsproblemen te signaleren, en ons verstand om ze vast te stellen, af te wegen en op te lossen. Vertel ze door, de verhalen die mensen bewegen tot het goede.

Tot zover Monique Janssens.
In haar boek komen alle vraagstukken voor die spelen rondom het serieus nemen van dierenwelzijn. In die zin is het een compleet boek.
Jammer is dat zij het begrip “vrijheid” alleen beluisterd heeft bij een bezoek van de twee veganisten. Had ze daarvoor een vegetarische filosoof geïnterviewd, dan zou zij mogelijk in het afsluitende stukje moraal hebben gekozen voor “vrijheid” in plaats van “het goede”. Dan zou zij misschien hebben geschreven “we moeten vrijheid voor mens en dier maximaliseren”. Het verschil tussen vrijheid bij een veganist en een vegetariër is vaak het verschil tussen negatieve en positieve vrijheid. Het verschil tussen vrijheid van .... en vrijheid tot ....

Leeswijzer


Thema's of steekwoorden vindt u via de labels onderaan de pagina of op Animal Freedom.
Klik hier voor de laatste bijdragen op dit blog
.
Klik hier voor het beleid om uw privacy te beschermen.
Kijk op ook Facebook voor onze reactie op de actualiteit.

Waarom dit blog?

De Nederlandse veehouderij is vooral gericht op zoveel mogelijk voor de export te produceren onder het motto “meer, meer, meer en groot, groter, grootst”. Dit heeft negatieve gevolgen voor zowel de dierenwelzijn, biodiversiteit, het milieu, het klimaat, de portemonnee en de gezondheid van burgers en ook voor welwillende boeren.
Dit blog verzamelt kritische artikelen die de wurggreep beschrijven waarin de veehouderij zichzelf heeft vastgezet. Zo willen we niet alleen een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de kwaliteit van het leven voor alle belanghebbenden, maar ook aan een schone, gezonde omgeving en een beter dierenwelzijn.

Ook de argumentatie dat dieren grondrechten hebben kan beter en meer aansluiten op hoe mensen voor zichzelf vinden dat recht moet gelden. Alle dier(soort)en kunnen in hun recht op vrijheid als (intrinsiek) evenwaardig aan mensen beschouwd worden. Dierenrechten zijn mensenrechten, die mensen de kans geeft om voor dieren op te komen.
Dieren, bijv. in de intensieve veehouderij, worden behandeld als een object in plaats van een subject met gevoelens en rechten.

De snelheid en het aantal dier(soort)en dat we voortdurend gebruiken is immens. De bijdrage aan onze welvaart en economie van de agrosector is gering. De oplossing is simpel en van niemand anders dan van ons zelf afhankelijk.

Dierenrechten in woord en beeld

Vrijheid is ook een intrinsiek grondrecht voor dieren. Dieren zijn geen dingen Dierenrechten zijn mensenrechten. Mensen moeten voor dieren kunnen opkomen wanneer hun grondrecht wordt geschonden.
logo van Animal Freedom yin en yang
Lees hier over de redenen waarom dieren recht op vrijheid hebben. Lees hier waarin mens en dier evenwaardig zijn.