Mens en dier zijn (intrinsiek) evenwaardig in hun recht op vrijheid

Bij de Stichting Animal Freedom leest u over de gedachte achter dierenrechten.
Hier leest u over ontwikkelingen in de agrosector en de gevolgen voor dieren(rechten).
Alle levende wezens zijn verschillend maar evenwaardig in het recht op vrijheid op een natuurlijk leven.
Een dier is (net als een mens) geen ding of een object.
Dierenrechten zijn mensenrechten. Mensen moeten kunnen ingrijpen wanneer mensen dieren misbruiken of onrecht aandoen.
Posts tonen met het label vos. Alle posts tonen
Posts tonen met het label vos. Alle posts tonen

12 oktober 2017

Faunabescherming weerlegt argumentatie vossenjacht.



De Faunabescherming weerlegt in een folder de 9 argumenten waarmee de jacht op vossen wordt verdedigd.

De vos verdient beter dan het hele jaar bejaagd te worden.

1. Er zijn veel te veel vossen.
‘Bevolkingsexplosies’, zoals bij muizen, wespen of sprinkhanen soms voorkomen, komen bij vossen van nature niet voor. Vossen verjagen andere vossen uit hun territorium en leven op die manier in een zelfregulerend systeem: als er te veel dieren zijn in relatie tot het voedselaanbod, bestrijden ze elkaar en krijgen minder nakomelingen. Normaal heeft een mannetjesvos drie vrouwtjes, waarvan er jaarlijks maar één drie of vier jongen krijgt. Als de populatie onder druk staat, omdat er intensief op ze gejaagd wordt, krijgen alle vrouwtjes jongen, en ook grotere worpen. In plaats van vier per familiegroep worden er dan jaarlijks soms wel twintig jongen geboren. Voor al die jongen is weinig plaats en zij gaan zwerven. Komen in de stad, komen onder een auto. De media spreken dan van een vossenplaag. Een plaag, die uitsluitend is ontstaan door bejaging.
2. Vossen hebben geen natuurlijke vijanden.
Er zijn geen dieren die grote hoeveelheden vossen eten.
Net zomin als er dieren zijn die volwassen knobbelzwanen eten, of ijsberen, of steenarenden enzovoort. Een enkele keer wordt een vos gedood door wolven. Dat is geen probleem. Jagers hoeven de leemte van ‘natuurlijke vijanden’ niet in te vullen, want die is er niet. Die is er nooit geweest. De ‘natuurlijke vijanden’ van vossen zijn andere vossen en ziekten en parasieten. Bij grotere dichtheden kosten stress, concurrentie en gebrek aan ervaring veel jonge vossen het leven.
3. Vossen roeien de dieren uit waar ze op jagen.
Vossen doen wat de evolutie hen in miljoenen jaren heeft geleerd om te kunnen overleven. Het zijn ‘generalisten’, dat wil zeggen dat ze zich schijnbaar moeiteloos weten aan te passen aan iedere omgeving en ook eten wat de pot schaft. Ze eten de dieren waarvan er veel aanwezig zijn. Veel vossen leven tegenwoordig in stedelijke omgeving, zonder hinder te veroorzaken of opgemerkt te worden. Een stadse vos eet muizen en ratten en ook afval, zoals patat, terwijl zijn neef in de duinen vooral konijnen op het menu heeft staan. Het uitroeien van soorten is daarbij niet aan de orde.
4. Vossen vormen een bedreiging voor de weidevogelstand.
De weidevogelstand wordt door andere factoren bedreigd dan predatie. De intensivering van de landbouw sedert de jaren 60 betekende een omslag voor weidevogels, die voorheen in Nederland een ideale broedplaats vonden. Kunstmest, grondwaterpeilverlaging, eerder en vaker maaien en grootschalige ruilverkaveling maken het leven voor weidevogels steeds moeilijker. Het voedselaanbod verminderde drastisch en schuilmogelijkheden in het voorheen natte terrein verdwenen.
In de gebieden die nog aan de voorwaarden van de weidevogels voldoen, vormt de aanwezigheid van vossen geen probleem. Kleine marterachtigen en vogels spelen een grotere rol in de predatie van met name de jongen van weidevogels dan vossen
5. Vossen veroorzaken schade aan huisdieren bij particulieren.
Vossen en katten laten elkaar met rust. Een vos weet dat de scherpe nagels van de kat zijn ogen kunnen beschadigen. Wilde katten zijn een vos zelfs de baas.
Voor honden vormen vossen geen gevaar. Zelfs kleine honden jagen een vos op de vlucht. Kwetsbare dieren zoals kippen en konijnen kunnen door de eigenaar worden beschermd door middel van goed afgesloten hokken en rennen.
6. Vossen veroorzaken schade aan schapen en lammeren.
Verhalen over vossen die lammetjes doden, zijn hardnekkig, maar nooit bewezen. Wel staat vast dat een lam dat dood in een weiland ligt, door een vos kan worden aangevreten. Gezonde lammeren blijken prima in staat te zijn een vos op afstand te houden, zeker als hun moeder erbij is.
7. Vossen veroorzaken schade aan pluimvee / vrije uitloopkippen.
Als een vos een kippenhok binnendringt en daar meerdere dieren treft die niet kunnen vluchten, zal hij er instinctief meerdere doden. Het is een natuurlijke reactie van de vos op overvloedig aanbod van prooidieren en wordt ‘surplus killing’ genoemd. Zo verzekert hij zich van voedsel voor langere tijd, net zoals bijvoorbeeld steenmarters (maar ook mensen in de supermarkt bij een voordelige aanbieding) dat doen. De vos krijgt echter zelden de kans om al zijn boodschappen in een keer mee te nemen. Wie kwetsbare dieren houdt, moet deze dieren zelf tegen dreiging van buitenaf beschermen. Dat kan door het plaatsen van deugdelijke hekwerken en door deze dieren in ieder geval ’s nachts in goed afgesloten hokken te houden. Als vossen toch pluimvee doden, moet dat als bedrijfsrisico worden beoordeeld en niet als schade.
8. Vossen verspreiden ziekten zoals hondsdolheid en vossenlintworm.
Telkens weer hebben jagers er belang bij paniekverhalen in de media te verspreiden over de vreselijke ziekten en gevaren die vossen voor de mens zouden meebrengen. Hondsdolheid is nooit een gevaar geweest in Nederland en al vele jaren vrijwel uitgebannen in West-Europa. Vossen kunnen lintwormen bij zich dragen, maar door de lange incubatietijd (wel vier jaar) is onduidelijk wat de gevolgen zijn, omdat de meeste Nederlandse vossen door de intensieve bejaging de vier jaar niet eens halen. Mensen en honden kunnen besmet raken met de vossenlintworm, maar zolang men niet met blote handen aan (uitwerpselen van) vossen komt, is die kans verwaarloosbaar. Recent onderzoek heeft uitgewezen dat de aanwezigheid van vossen er juist toe leidt dat de kans op tekenbeten, en daarmee op de ziekte van Lyme, wordt beperkt. De door vossen graag gegeten muizen blijken namelijk in een gebied met meer vossen, minder teken bij zich te dragen.
9. Vossen hebben geen functie in het ecosysteem.
Elke diersoort vervult een rol in het ecosysteem. Sinds de jaren 60 is de landbouw geïntensiveerd, ontstonden er eentonige en vlakke raaigraslanden en werd het grondwaterpeil sterk verlaagd. Dit bleek dramatisch te zijn voor weidevogels, maar gunstig voor ganzen en muizen. Boeren die schade ondervinden van ganzen, worden financieel gecompenseerd, terwijl men de ganzen zelf op alle mogelijke manieren bestrijdt. Maar de grootste natuurlijke vijand van de gans is de vos!

Voor een overzicht van drogredenen waarmee andere vormen van jacht en dierenleed wordt verdedigd en weerlegd, klik hier.

28 mei 2015

Technologische race om ganzenoverlast tegen te gaan

Ganzenoverlast: de een zijn dood is de ander zijn brood. Arie den Hertog van Duke Faunabeheer verdient zijn boterham met het vergassen van ganzen in de ruitijd. Dan zijn ze goed te vangen omdat ze tijdelijk niet kunnen vliegen. Ganzen doodschieten kost te veel tijd en hen met een bijl de kop af te hakken is te vermoeiend. Vandaar dat het bedrijf V&T Faunabeheer met een speciaal ontwikkeld apparaat 1.600 ganzen de nek gaat breken in 7 Gelderse natuurgebieden.
Pardon? Ganzen geven toch overlast bij Schiphol en op grasgronden bestemd voor de koeien in de stal?
Wanneer ze verjaagd worden naar een natuurgebied dan geven ze toch geen overlast meer? Of verstoren ze het natuurlijk evenwicht? In dat geval lijkt het logischer om de vos niet meer te bejagen. Hij houdt het natuurlijk evenwicht graag en gratis in stand.

De Partij voor de Dieren in Gelderland wil dat er een zelfsturende vliegende vogelverschrikker wordt ontwikkeld. Statenlid Luuk van der Veer denkt dat het voor universiteiten en hogescholen in Gelderland een koud kunstje moet zijn om een drone te maken die ganzen verjaagt. Maar ja, de Provinciale Staten is geen subsidiegever voor uitvindingen, dus die steunde het initiatief niet.

Ganzenoverlast is eigenlijk een politiek probleem. Het zijn de melkveehouders die hun koeien op stal laten staan in de race naar meer geld te verdienen met het produceren van exportproducten die de voor de ganzen grazige weides samenstellen.
Ook binnen de melkveehouderij wordt al jaren technologie toegepast om de kostprijs zo laag mogelijk en de productie zo hoog mogelijk. De gevolgen zijn desastreus voor het welzijn van de koe en de mest levert milieuproblemen op. De industrie eromheen profiteert, terwijl de belastingbetaler opdraait voor de negatieve gevolgen.

Veel problemen in Nederland hangen onderling samen. Het zou mooi zijn wanneer politici zouden onderkennen hoe met het beteugelen van hebzucht een deel hiervan kan worden aangepakt. Het zijn de politici die de wettelijke grenzen kunnen trekken en de controle op handhaving kunnen versterken.

Oorzaak: hebzucht en gemakzucht
Gevolg: dierenleed, milieuvervuiling
Verband: vangdrang, kostprijs

18 mei 2015

Ganzen niet vergassen maar verkassen

Boeren die hun koeien jaarrond binnenhouden op stal voeren de dieren gras dat zij maaien van het land. Dat gras, vaak Engels Raaigras. is eiwitrijk. Ook ganzen lusten graag dit gras. Maar wanneer er veel ganzen zijn die het eten, dan is de productie van het gras lager en moet de boer elders voer laten aanvoeren willen zij de melkgift op het hoogste niveau houden.
Er zijn in ons land zoveel ganzen gekomen dat het aantal als een probleem wordt gezien. Boeren betalen daarom graag om de ganzen te laten doden. In de periode dat zij in de rui zijn, kunnen ze niet vliegen en kunnen ze gemakkelijk bij elkaar worden gedreven. Vervolgens worden ze in speciale wagens vergast door gespecialiseerde bedrijven, bijvoorbeeld dat van Duke Faunabeheer uit Lelystad. Dat kost geld, normaal gesproken verdient een boer om jagers te laten jagen op hun land. Maar jagers schieten ook op mogelijke oplossers (vossen en roofvogels) van vreetschade veroorzakers.
Er zijn een aantal manieren om de overlast door ganzen te beperken. Boeren kunnen gras zaaien dat voor ganzen minder aantrekkelijk is. Ganzen kunnen worden verjaagd op mechanische manier (bewegende lijnen, laserstralen) of door getrainde honden of door vossen niet meer af te schieten.

Melkveehouders produceren geen voedsel dat de Nederlandse bevolking echt nodig heeft, maar zij produceren voor de export. Het gaat bij boeren die hun koeien op stal houden om veel geld verdienen, vandaar hun wens om de melkgift zo hoog mogelijk te houden.
Ganzen zijn niet afhankelijk van voedsel dat boeren produceren, maar eten het Raaigras omdat het kan en toegankelijk is. Wanneer wij in Nederland ons zouden keren tegen het vergassen van ganzen, dan zullen we met zijn allen kritisch moeten kijken naar het huidige verdienmodel en de bedrijfsvoering in de melkveehouderij. Het is goed denkbaar om met het oplossen van de ganzenoverlast gelijktijdig een aantal andere problemen in de melkveehouderij op te lossen. Voedsel kan stukken gezonder voor mens, dier en ecologie worden geproduceerd door melkveehouders. Zonder overbemesting, pootproblemen door verblijf in een stal en in dienst van een balans in bodemleven en de mineralenhuishouding. Er dreigt door het wegvallen van het plafond aan melkproductie ook een lage melkprijs waardoor goedwillende boeren failliet gaan.
Er is meer aan de hand in de moderne melkveehouderij dan ganzenoverlast. Het platteland kan veel aantrekkelijker worden ingericht door de bedrijfsvoering van melkveehouders meer te sturen in plaats van over te laten aan de markt. Vrijheid voor de burger en de gans is in conflict met de vrije bedrijfsvoering op een melkveehouderij.

08 augustus 2013

Wie moet de natuur beheren?

NRCV’s Altijd Wat gaat in tegen de waan van de dag, legt verbanden en geeft een andere kijk op ontwikkelingen in de samenleving. In deze aflevering duurzaam voedsel, Frans de Waal over onze gelijkenis met apen en schade door wilde dieren.
Een aantal geïnterviewden neemt het niet zo nauw met de waarheid. Dat geldt voor jagers, die zich niet graag laten beperken in hun hobby en voor werknemers van wildschadebestrijders.
Volgens wildbeheerders moeten de populaties beheerd worden door afschot. Over beheer door de natuur zelf, wordt door hen niet gesproken. Wildschadebestrijders spreken van opruimen van dieren in naam van vliegveiligheid. Natuurlijke bestrijders van het ganzenoverschot als vossen worden weer afgeschoten omdat zij ook vrije uitloopkippen kunnen vangen. Volgens de boer is er te weinig voedsel buiten het kippenhok, maar aan degelijke beveiliging van zijn kippen doet hij ook niet.
“Als je handen er vanaf trekt, dan heb je een wredere situatie, we moeten minder naïef worden”. “We moeten problemen oplossen op een manier die hard is en dat is afschot”.
De jager ziet zichzelf als noodzakelijk. Dat is vreemd, want de jager schiet ook op de oplosser van de problemen van overschot.

21 juni 2013

De leugen van het land

De VPRO zendt meer dan eens de documentaire The Lie of the Land uit. Regisseuse Molly Dineen volgt drie agrariërs op het Engelse platteland. Ian Williams en collega Paul Hancock in Cornwall zijn in hun dagelijkse leven dierendoder en jachtmeester, Glyn Pearman is veehouder en - voor extra geld - nu ook nog fazantenfokker. Alle drie worstelen ze om te overleven in een veranderende agrarische samenleving, die gevangen zit in de verstikkende commerciële armen van de supermarkten. Dineen verschaft met een scherp oog voor detail en een onbevangen manier van vragen een gedeeltelijk inzicht in de huidige mechanismen van de voedselindustrie en de gevolgen ervan voor de Engelse landbouwers.
Dineen had zich oorspronkelijk niet verdiept heeft in de agrarische omstandigheden. Het was haar plan om een documentaire te maken over de vossenjacht en de vraag waarom mensen uit de stad meer om vossen geven dan om landbouwhuisdieren. Dat gebrek aan inzicht in alle motieven van boeren is wel te merken in het kritiekloos accepteren van de verklaringen die de drie hoofdpersonen aandragen. Het is niet zo dat de boeren liegen, maar ze vertellen ook niet de hele waarheid. In die zin is de titel goed gekozen, want de documentaire laat open wie er liegt.
Sommige beelden zullen bij kijkers hard aankomen. De boeren kiezen ervoor om gezonde stierkalveren te laten doden, nadat ze hun taak als opwekker van de melkgifte hebben verricht door geboren te worden. Het alternatief voor de vroege dood is een miserabel leven als meststier, mogelijk in een beperkte ruimte en na transport naar het buitenland (ons land). Ze zouden ook in de wei kunnen leven, maar volgens de boeren levert het te weinig geld op.

Melkveehouder Glyn Pearman fokt als bijverdienste fazanten die hij kortwiekt, in kratten stouwt en verkoopt aan jagers als gemakkelijk doelwit. Hij vindt het waanzin, maar niemand dwingt hem om fazanten te houden als bio-industrie. Ian Williams doodt koeien en paarden, die te lang ziek zijn. Is dit humaan of is dit een leugen?

Voor wie meer wil lezen over de spraakverwarring tussen Nederlandse boeren en burgers, klik hier.

10 juni 2013

Van wie zijn de weidevogels?

Hier in Friesland hoor ik regelmatig mensen praten over 'ús greidefûgels' (onze weidevogels). Dat men die vogels - kievit, grutto, tureluur, scholeksters etc. - zo waardeert is natuurlijk prachtig. Maar vaak krijgt die sympathie nogal bedenkelijke trekjes. De greidefûgel heeft een aantal zgn. natuurlijke vijanden. Zoals daar zijn b.v. de vos en de roofvogel.
De adoratie voor de greidefûgel gaat bij vele 'natuurmensen' zo ver dat men bereid is genoemde predatoren genadeloos te vervolgen en liefst uit te roeien. Want, zo zegt men, de slechte stand van de populatie greidefûgels is te wijten aan optreden van de predatoren.
Gemakshalve wordt dan even vergeten dat juist de zeer ingrijpend veranderde landbouwmethoden van de mens de leefomstandigheden van de greidefûgel nadelig hebben beïnvloed. Overbemesting, laag grondwaterpeil, monocultuur van Engels raaigras, het zijn allemaal zaken die de populaties in kwantitatieve zin ernstig hebben aangetast.
In Fryslân komt daar natuurlijk nog dat idiote gebruik van kievitseieren rapen bij. Per jaar mogen er officieel ruim 6000 eieren door de eierrapers worden meegenomen en verorberd. Officieus gaat een veelvoud van het quotum mee onder de pet. Dit wordt gezien als een 'beloning' voor het feit dat na de raapperiode er aan 'nazorg' wordt gedaan, zoals nesten markeren zodat de boeren die kunnen ontzien bij het werk op het land. Hoe goed dat laatste wellicht ook bedoeld, het gestruin door de weilanden brengt veel onrust te weeg en veel deskundigen zijn van mening dat dat markeren niet alleen de boer, maar ook predatoren, wijst waar de nesten liggen.
Kortom, de toch al drastisch uitgedunde stand, wordt dan ook nog 'geteisterd' door de predatoren. Hoewel dat volkomen natuurlijk is. Niet de vos of de buizerd zorgt voor de achteruitgang van de populatie, maar de mens. En ja, als dan ook diezelfde mens, in plaats van de hand in eigen boezem te steken, de schuld bij de predatoren neerlegt, heb je de wereld op de kop gezet. Met veel sentiment wordt geklaagd dat 'ús greidefûgels' ten onder dreigen te gaan aan de roofdieren. In de eerste plaats zijn het ónze greidefûgels helemaal niet. Ze zijn (er) net zo goed van en voor de predatoren. En in de eerste plaats voor zichzelf.
Niet de vos en de buizerd moeten worden bestreden - lees gedood! - maar de mens zou eens bij zichzelf te rade moeten gaan of het misschien in de landbouw ook een tandje minder kan en het eigen (economische belang) niet altijd per definitie te laten prevaleren boven dat van natuur en milieu.

05 juni 2013

Roofvogelvervolging regionaal en wereldwijd probleem

Het Groenkennisnet meldt:

Het aantal roofvogels wat in Friesland door geweld om het leven komt wordt zorgwekkend genoemd. In 2012 kwamen er bij de regionale milieupolitie 122 meldingen binnen, in 2011 waren dat er 117. De provincie Friesland staat wat dit betreft eenzaam aan de top in Nederland. Nestverstoring en vergiftiging van roofvogels komen het meest voor. Door het zetten van vallen met vergiftigd aas sterven naast roofvogels ook steeds meer dassen, vossen en andere aaseters.

Meldpunt

Om het probleem aan te pakken wordt er samengewerkt om tot een meldpunt te komen. Het initiatief komt van het Centraal Veterinair Instituut, het Milieuteam Politie Noord-Nederland en de Friese Milieu Federatie. Vogelbescherming Nederland, de Koninklijke Nederlandse Jagers Vereniging en de Bond van Friese Vogelwachten ondersteunen het initiatief voor het meldpunt. De provincie Friesland draagt hier € 20.000,- aan bij. Het is de bedoeling dat het meldpunt dit jaar van start gaat en op termijn voor heel Nederland gaat gelden. Friesland is gekozen als startpunt omdat hier de vervolging het grootst is, en de samenwerking om het probleem aan te pakken het meest ontwikkeld is.

Internationaal verschijnsel

Vervolging van roofvogels is een internationaal verschijnsel. Wetenschappelijke literatuur hierover heeft relatief vaak betrekking op de situatie in Spanje, Italië, en Portugal. Maar het is een wereldwijd probleem.

07 februari 2013

Gebeurt het herintroduceren van dieren in de natuur onverantwoord?

Een selectie uit de beschrijving van de uitzending met de titel ‘Herintroduceren dieren niet volgens de regels’ op de website van Zembla:
Bij het verstrekken van vergunningen voor het opnieuw uitzetten van uitgestorven diersoorten als de otter en het korhoen houdt de Nederlandse overheid zich niet aan de regels die daarvoor gelden. Tot die conclusie komt professor F. Berendse, hoogleraar Natuurbeheer aan de Universiteit Wageningen, donderdag in de uitzending van ZEMBLA. 'Men vraagt zich niet af waarom die soort er niet meer is. Ook neemt men bij een aantal gevallen geen maatregelen om te voldoen aan de voorwaarden om die diersoort een echte toekomst te geven,' aldus Berendse.
Volgens professor Berendse is de herintroductie van de otter in Nederland dan ook mislukt. Zo leidt het autoverkeer, één van de belangrijkste oorzaken van het uitsterven van de otter, ertoe dat de otterpopulatie niet spectaculair toeneemt. Sinds 2002 zijn er veertig otters uitgezet, maar de populatie neemt maar mondjesmaat toe. Het aantal otters in Nederland wordt nu geschat op ongeveer honderd. Berendse: 'Als je otters blijft uitzetten om de hoge sterfte te compenseren, dan leg je de populatie aan het infuus. Dat kan nooit de bedoeling zijn geweest.'

Naast het feit dat het dierenwelzijn in de knel komt door het niet opvolgen van de IUCN-richtlijnen, zijn er ook aanzienlijke kosten verbonden aan het herintroduceren van dieren in de vrije natuur. Zo dreigt de herintroductie van de bever aan haar eigen succes ten onder te gaan. H. van Poelwijk, hoofd ongediertebestrijding van het waterschap Rivierenland, zegt in ZEMBLA dat als gevolg van de groeiende beverpopulatie de rivierdijken grote schade oplopen. “Bevers kunnen gaten van wel 15 meter diep in een dijk graven,” aldus Van Poelwijk.


07 maart 2012

Vossen bestrijden naast ganzen ook muskusratten

De Vogelbescherming onderzoekt momenteel of de vos kan worden ingezet bij het beheren van de grote ganzenpopulaties in en op ons land. Hopelijk kijken de onderzoekers ook wat de effecten zijn van de bejaging door de vos op het aantal muskusratten in deze gebieden.

Uit een rapport van de Universiteit van Wageningen de volgende tekst met nog meer suggesties voor natuurlijke bestrijding van te veel muskusratten:

In ons land zijn een scala aan potentiële predatoren van muskusratten en zijn jongen aanwezig, waaronder reigerachtigen, verschillende roofvogels, marterachtigen, vossen en snoeken. In de studie van Verkaik (1991) waren predatie en ziekten bij een relatief lage dichtheid al van grote betekenis bij de niet onaanzienlijke sterfte. Volgens een onderzoek in Zuid-Holland bestond een substantieel deel van het voedsel van de vossen uit muskusratten (Barends et al., 1991). De aanwezigheid van lintwormen verminderden de netto reproductie met 16% (Doude van Troostwijk, 1988).
De Amerikaanse nerts, die verantwoordelijk wordt gehouden voor de decimering van de muskusratpopulaties in een aantal Oost-Europese landen, lijkt zich in ons land moeilijk te handhaven. Een mogelijke oorzaak zou zijn dat de soort veel als bijvangst voorkomt bij de muskusrattenbestrijding (Broekhuizen et al., 1992, Niewold, 1992a).

22 februari 2012

Vossen ingezet als beheerders van ganzen

SOVON is een onderzoek gestart naar de invloed van vossen op broedende grauwe ganzen (zie video).

De aantallen in ons land broedende grauwe ganzen nemen nog steeds toe en daarmee de schade. Onderzoek in de Gelderse Poort moet uitwijzen wat de invloed van vossen is op broedende grauwe ganzen door gezenderde vossen te volgen.

De Zoogdiervereniging, Bureau Mulder-natuurlijk en SOVON Vogelonderzoek voeren in opdracht van het Faunafonds het onderzoek uit. Het Faunafonds financiert onderzoek naar faunaschade, preventiemiddelen en het beheer van de Nederlandse fauna. Onderzocht wordt in welke mate vossen grauwe ganzen afhouden van het tot broeden komen. Daarnaast richt het onderzoek zich op de mate waarin vossen legsels en kuikens van grauwe ganzen opeten.

De eerste twee vossen ‘Joep’ en ‘Loes’ zijn vorige week in de Ooijpolder (bij Nijmegen) gevangen en voorzien van een zender. De vossen zijn genoemd naar twee personen, die nauw betrokken zijn bij het onderzoek. Door de vossen de komende tijd te gaan volgen, hoopt men meer te weten over de interacties tussen vos en grauwe gans.

Tot zover de site van SOVON.

In een artikeltje hierover in de Volkskrant onder de titel Jagerprooi de vos helpt bij ganzenjacht noemt Marcel van Lieshout de vos een onvoorziene metgezel van de jager. Dat de vos goed ingezet zou kunnen tegen een overpopulatie van ganzen had de SOVON al eerder voorzien. Maar wil de vos over het hele land goed ingezet kunnen worden tegen ganzenoverlast dan zou de overheid er goed aan doen om deze inzet te combineren met de uitrol van de Ecologische HoofdStructuur.

09 december 2011

Vossenholen met zonnepanelen bij Schiphol

Het is zo simpel. Zet gebieden waarop ganzen grazen zonnepanelen, dan wekt je stroom op in plaats van overlast. Laat verder de vos in deze contreien met rust, dan weet je zeker dat de ganzen naar elders trekken.

De PvdD heeft de volgende oplossing:

De gras- en landbouwgronden bij de luchthaven, die veel vogels aantrekken, moeten zo snel mogelijk plaatsmaken voor zonnepanelen waardoor het gebied onaantrekkelijk wordt als broed- en foerageerplaats. Ook moet er een einde komen aan de jacht op vossen, de natuurlijke vijand van de gans. Het huidige kabinetsbeleid waarbij jagers ganzen massaal mogen doodschieten of waarbij in de toekomst ganzen vergast zullen worden is dieronvriendelijk en ineffectief. De kans op gevaarlijke situaties rond Schiphol wordt hiermee niet voorkomen, maar in veel gevallen juist vergroot. Zo veroorzaakt de jacht op ganzen onvoorspelbaar vluchtgedrag van de dieren en zorgt het afschieten of vergassen van ganzen niet voor een afname van het aantal vogels. Het enige beleid dat duurzaam kan werken, is gericht op het onaantrekkelijk maken van Schiphol voor ganzen. Alleen wanneer ganzen niets te zoeken hebben op Schiphol, is er een oplossing van de gesignaleerde problemen en daarvoor hoeft geen schot gelost te worden.

23 november 2011

Ganzenaantallen in rivierengebied op natuurlijke manier te beheersen

Persbericht Rijn in Beeld. Het aantal zomerganzen in het rivierengebied is zo hoog dat er schade optreedt aan landbouw en natuur. Onderzoek in het kader van Rijn in Beeld laat zien dat de problemen structureel zijn op te lossen zodat minder afschot van ganzen nodig is.
De afgelopen jaren is het aantal zomerganzen langs de grote rivieren sterk gegroeid. Dit mag als een succes van 30 jaar ganzenbescherming gezien worden. Tegelijkertijd neemt het aantal zomerganzen dusdanig grote proporties aan, dat zich allerlei negatieve effecten voordoen. De zomerganzen zijn hun natuurlijke aantallen ver voorbij geschoten. Dit leidt niet alleen tot schade aan de landbouw, maar ook tot steeds meer negatieve effecten op de kwaliteit van de natuur.
Onderzoek in het kader van project Rijn in Beeld laat zien dat er goede mogelijkheden zijn om de problemen met zomerganzen (inheemse Grauwe gans plus een aantal exotische soorten) structureel op te lossen. Slimme grondverwerving en ruimte voor predatie zijn daarbij succesfactoren. Ingrijpen door jacht kan beperkt worden hetgeen gunstig is voor het maatschappelijk draagvlak.

Onnatuurlijk grote ganzenpopulatie
In het oorspronkelijke, deels beboste, rivierenland was de Grauwe gans waarschijnlijk een veel minder algemene broedvogel. Ze kwam verspreid in rietmoerassen langs de rivieren voor. Door overbejaging is de inheemse Grauwe gans begin 20e eeuw vrijwel geheel uit Nederland verdwenen. Door uitzettingen vanaf de jaren '70 is de soort teruggekeerd als broedvogel, onder meer in het rivierengebied. In de tussentijd was ons rivierenlandschap sterk veranderd. Vooral het areaal hoogproductieve graslanden met jaarrond beschikbaar voedsel was aanmerkelijk uitgebreid en de soort trof plots ideale omstandigheden aan. In de uiterwaarden vond hij kleine natuurgebiedjes die als geschikt broed‐ en opgroei-habitat konden dienen.
De populatie zomerganzen in Nederland groeide uit tot ongeveer 200.000 vogels, waarvan een groot deel in het rivierengebied. Dit grote aantal ganzen heeft echter een zeer kunstmatig karakter omdat het sterk gekoppeld is aan het grote areaal voedselrijk grasland van de moderne landbouw. De beschikbaarheid van voedsel is daardoor nauwelijks meer een beperkende factor.

Ecologische schade
Onderzoekers van het project Rijn in Beeld laten zien dat er zelfs in het voedselrijke rivierengebied negatieve ecologische effecten door zomerganzen optreden.
De belangrijkste zijn:
beperking van de ontwikkeling van rietmoeras door vraat, overbegrazing van waterplanten en oeverbegroeiing en een slechte waterkwaliteit van plassen met ganzenconcentraties (o.a. blauwalgen). De negatieve effecten van ganzen treden vaak op in combinatie met andere factoren zoals verdroging (waardoor ganzen rietscheuten makkelijker kunnen bereiken) en de aanwezigheid van ondiepe stilstaande plassen met een voedselrijke slibbodem.

Slimme grondverwerving en ruimte voor predatie
Aankoop van agrarische enclaves in uiterwaarden met veel natuur is naar verwachting één van de meest effectieve oplossingen om de broedpopulatie van zomerganzen terug te dringen. Door het omzetten van voedselrijk landbouwgebied in gevarieerder natuurgebied kunnen de jonge ganzenkuikens veel minder makkelijk bij het voedsel komen. Hierdoor zal het aantal broedende ganzen en het aantal jongen dat groot wordt afnemen.
Daarnaast eten vooral vossen graag eieren, kuikens en ganzen. In uiterwaarden waar vossen de kans krijgen om zich te vestigen, zien we dat ganzenkolonies verdwijnen. Aanbevolen wordt om in natuur-uiterwaarden de jacht op vossen te verbieden en zo ruimte te geven aan natuurlijke predatie.



Nieuw beleid: ganzenopvang binnendijks
Verder geven de onderzoekers het advies om foerageergebieden voor overwinterende ganzen in de uiterwaarden zo veel mogelijk naar binnendijkse landbouwgebieden te verleggen. Boeren krijgen daar dan een vergoeding voor de ganzenopvang. Hierdoor ontstaat in de uiterwaarden ruimte voor enerzijds bijzondere riviernatuur en anderzijds lagere, meer natuurlijke aantallen zomerganzen. Ook zal de uitvoering van hoogwaterprojecten minder vertraging oplopen doordat dure compensatie voor winterganzen achterwege kan blijven.

19 november 2011

280 jagers verspreiden giftig aas

Caspar Janssen is redacteur van de Volkskrant. In de krant van 19 november schrijft hij over zijn weerzin dat jagers roofdieren vergiftigen zodat zij zelf de prooidieren kunnen schieten. Janssen becijfert dat van de 28.000 jagers in ons land hoogstens 1% zo laf bezig is. Dat zijn er dan wel een kleine 300 honderd. Dat getal verklaart de vele incidenten door het hele land met vondsten van dode roofvogels en roofdieren als vossen.

Janssen: ”Zelf heb ik er last van dat ik me zo moeilijk kan inleven in mannen die 's ochtends vroeg opstaan - een boterhamtrommeltje en een thermoskan koffie mee - om vosjes dood te knuppelen. En in volwassen mannen die tamme fazanten schieten in een weiland. Want dat is toch net zoiets als in camouflagetenue schieten op een kippenhok.
Hoho, zegt de KNJV dan, wij distantiëren ons. Het gaat maar om 1 procent slechte jagers. De rest vervult een belangrijke beheersfunctie in de natuur.
Je zou zeggen: als er één club belang heeft bij het opsporen van die overigens wel erg actieve 1 procent slechte jagers, dan is het de KNJV wel. De jagerswereld is klein en gesloten. Dus is de KNJV ook de aangewezen partij om die slechte jagers te vinden, bekend te maken, aan te geven.

Dat gebeurt blijkbaar niet. Of nauwelijks.

Imagotechnisch is dat niet handig.

De KNJV distantieert zich nog eens ten onder.

Tot zover Caspar Janssen.

23 oktober 2009

Laat vossen de ganzenpopulatie beheren

In het oktober 2009 nummer van het blad Dier van de Landelijke Dierenbescherming een artikel over de jacht op ganzen.

Het doden van ganzen is geen structurele oplossing. Van oktober tot april mogen ganzen overwinteren in speciaal aangewezen gebieden, daarbuiten mogen ze geschoten worden. Maar na 1 april zijn ganzen in die opvanggebieden plotseling niet meer gewenst - alsof ze een kalender kunnen lezen... Het lijkt ons logischer om ook in de zomermaanden gebieden aan te houden voor ganzen, terwijl de dieren in andere gebieden op een diervriendelijke manier geweerd worden (denk aan geluidseffecten, visuele afschrikmiddelen etc.). Boeren en jagers vinden doden gerechtvaardigd `omdat er anders "te veel" ganzen komen'. Er zijn echter voldoende aanwijzingen dat ook ganzenpopulaties niet tot in het oneindige door blijven groeien. In de Oostvaardersplassen, waar niet gejaagd wordt op ganzen noch op hun natuurlijke vijand de vos, is de populatie al jarenlang stabiel. De vos als natuurlijke populatiebeheerder en dus juist niet zelf als `landelijke schadesoort'!
Wetenschappelijk onderzoek heeft aangetoond dat het aantal broedparen zonder vossen in 2040 op 90.000 kan liggen, terwijl dit mét vossen in 2030 stabiliseert rond de 60.000.

21 oktober 2009

B&W Groningen maken einde aan plezierjacht in stedelijk recreatiegebied

Er mag niet meer gejaagd worden in het recreatiegebied Kardinge in het noorden van de stad Groningen. Het Bouwfonds, de eigenaar van de grond, heeft het jachtrecht dat op het gebied rust ingetrokken. Dit is gebeurd op verzoek van burgemeester en wethouders. Zij vonden plezierjacht niet passen in een stedelijke woonomgeving.
Omwonenden hadden angst voor het geschiet en wilden niet dat hun kinderen met dode dieren werden geconfronteerd.



Op zich is dit een goed bericht. Minder sterk is de motivatie van de ouders. Het zou juist een goede zaak zijn wanneer kinderen wat vaker geconfronteerd zouden worden met dode dieren. Met name wanneer er een natuurlijk evenwicht is in een recreatiegebied dan zullen de vossen een ganzenpopulatie in bedwang houden en zijn er af en toe bloederige veren te zien.
De dood hoort bij het leven, zo teer is de kinderziel niet.

04 september 2009

Vossenjacht in de duinen op basis van onzinnige argumenten

Er mag volgens de minister van LNV, Gerda Verburg weer gejaagd worden op vossen in de duinen. De onlogische redenering is als volgt: "Vossen eten meeuwenjongen en –eieren. Om dit te voorkomen gaan de meeuwen broeden in de stad. In de stad vinden zij ook hun voedsel. Dit levert overlast op in de stad. Door de vossen te bejagen gaan de meeuwen meer broeden in de duinen. Gevolg is minder overlast in de stad."
Tot zover de redenering. Maar de redenering is nog niet af. Meeuwen die in de duinen broeden, leveren inderdaad tijdens dat broedseizoen geen overlast in de stad. Maar wanneer de aanwas van de meeuwen niet door de vossen worden gedecimeerd, komen er steeds meer meeuwen, die hun voedsel in de stad gaan zoeken. Het is overigens maar de vraag of de meeuwen naar de duinen komen om te broeden, want in de stad is er ook minder gevaar van vossen.
Wil je de overlast van meeuwen tegengaan, dan moet je ervoor zorgen dat er geen voedselresten in de stad zwerven en dat vossen de omvang van de meeuwenpopulatie in bedwang kan houden. Het resultaat van de jacht op vossen is dat er niet minder overlast van meeuwen zal komen.

Jagers verzinnen zulke halfslachtige redeneringen omdat zij uit plezier willen jagen. Het is treurig dat het publiek dat thuis overlast ondervindt van meeuwen, maar graag een natuurlijke ervaring (vossen kijken) tijdens een duinwandeling wil, zich een oor laat aannaaien omdat het meewerken aan een schonere stad te veel moeite lijkt.

18 december 2008

Zet de vos in om ganzenpopulaties in toom te houden

De vos moet worden ingezet om te voorkomen dat het aantal ganzen in delen van Nederland blijft toenemen (zie video). Met dat advies kwam SOVON Vogelonderzoek al in 2006 bij de presentatie van een rapport over de overzomerende ganzen. De hulp van de vos en marterachtigen is nodig omdat het rapen en schudden van ganzeneieren er niet toe leidt dat de ganzenpopulatie kleiner wordt.
Tijdens de zomer verblijven steeds meer ganzen in Nederland en de hongerige vogels veroorzaken steeds meer schade aan gewassen op het land. Om die schade echt te verminderen moeten de gebieden minder aantrekkelijk worden voor de vogels.
In 2004 schreef het SOVON reeds:
Binnen de meeste Nederlandse broedgebieden van de Grauwe Gans is de vos de enige predator die er toe doet.
Afschot van vossen zal er toe leiden dat er meer ganzen met succes kunnen broeden. Uit het onderzoek in de Ooijpolder en de Biesbosch komt duidelijk naar voren dat de vos, samen met het beheer van de opgroeigebieden voor jonge ganzen, de belangrijkste sturende factor is. Daar waar vossen verschijnen verschuift het zeer brede scala aan broedplekken naar een zeer beperkte keuze, namelijk alleen nog daar waar vossen niet kunnen komen. Naast het beperken van beschikbare broedplekken, zorgt ook de negatieve invloed op de overleving van de jongen ervoor dat de populaties door de vos in “bedwang” worden gehouden.
Tot zover het SOVON.

Zie ook "Drastische aanpak van ‘ganzenoverlast’ is wreed en vaak onnodig".

15 augustus 2008

Kinderboerderij De Goffert gaat onverantwoord om met belangen dieren

Vossen hebben toegang tot de kinderboerderij en bijten onder meer konijnen en kippen dood. Een vos doet dat om het dier later op te halen.
De medewerkers van de kinderboerderij verzamelen de kadavers en stoppen deze in een vrieskist. De vossen gaan vervolgens de volgende nacht weer op zoek naar slachtoffers.

De medewerkers mogen de vossen niet afschieten en vangen lukt hen niet.
Dan resten er nog een aantal mogelijkheden:
1. je laat de kadavers liggen zodat de vossen geen nieuwe dieren doden
2. je maakt het hek hoger of dicht de gaten
3. alle dieren gaan ’s nachts naar binnen en krijgen een vosvrij onderdak

De eerste mogelijkheid is niet aantrekkelijk omdat men geen bezoekers wil afschrikken. Dat is eigenlijk tegennatuurlijk. Kinderen kunnen best tegen dode dieren en het geheel is een goede gelegenheid voor de ouders om de kinderen bij te praten over hoe het in de natuur werkt.
De tweede en derde mogelijkheid kosten mogelijk geld, maar het kiezen of delen. Of je kiest voor het leven van de dieren op de kinderboerderij of je deelt de buit met de vos.

Ondertussen maken de mensen uit de omgeving van de kinderboerderij gebruik van de open gevallen plaatsen met het verzoek of de kinderboerderij hun konijn zou willen opvangen. Blijkbaar lijden veel konijnen bij particulieren een eenzaam bestaan en willen de ouders de zorg over de dieren kwijt.
Misschien is mogelijkheid 1 niet zo’n slechte om mensen er bewust van te maken welke dubbelhartige boodschap zij hun kinderen meegeven door een dier als gebruiksvoorwerp in huis te halen. Dieren horen in de vrije natuur om het natuurlijke spel van prooi- en roofdier te kunnen spelen. Daarvan mogen kinderen best af en toe getuige van zijn.

24 oktober 2005

Laat jagers foto's schieten


Het jachtseizoen is weer begonnen en in de dag- en weekbladen wordt weer ruimschoots verslag gedaan van het plezier dat de jager beleeft aan zijn schietneurose.
Er is een oplossing die de jager zijn zin geeft en het dier ongemoeid laat: laat de jager zijn geweer omruilen voor een fototoestel. Het is net zo spannend om wild te besluipen en te schieten via het vizier van een fototoestel als met een dubbelloops geweer. Als het ook nog een digitaal toestel is, kan de hele wereld via Internet nog voor de borrel meegenieten van zijn trofee en kunnen anderen nog jaren genieten van het beschoten dier.
Kan de virtuele jager zich eindelijk met schoon blazoen vertonen in het veld van dierenliefhebbers.
Er zullen jagers zijn die opperen dat via digitale jacht een overpopulatie ontstaat van loslopend wild. Die kans wordt aanzienlijk kleiner als met dit glansrijke voorstel ook de roofdieren als vossen, etc. onbeschadigd worden gelaten.
Voor meer contra-argumenten tegen de demagogie van plezierjagers, zie deze lijst.
Een andere oplossing vormt een aaneengesloten Ecologische Hoofdstructuur (EHS). Via de EHS kunnen dieren reizen naar dunner bevolkte gebieden en kunnen roofdieren uit het buitenland trekken naar met prooidieren overbevolkte Nederlandse natuurgebieden. Meer lezen? Zie onze site.

Leeswijzer


Kijk op Facebook voor onze reactie op de actualiteit.
Aanbeveling: Thema's of steekwoorden vindt u via de labels onderaan de pagina of op Animal Freedom. Klik hier voor de laatste bijdragen.
Klik hier voor het beleid om uw privacy te beschermen.

Waarom dit blog?

De Nederlandse veehouderij is vooral gericht op zoveel mogelijk voor de export te produceren onder het motto “meer, meer, meer en groot, groter, grootst”. Dit heeft negatieve gevolgen voor zowel de dierenwelzijn, biodiversiteit, het milieu, het klimaat, de portemonnee en de gezondheid van burgers en ook voor welwillende boeren.
Dit blog verzamelt kritische artikelen die de wurggreep beschrijven waarin de veehouderij zichzelf heeft vastgezet. Zo willen we niet alleen een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de kwaliteit van het leven voor alle belanghebbenden, maar ook aan een schone, gezonde omgeving en een beter dierenwelzijn.

Ook de argumentatie dat dieren grondrechten hebben kan beter en meer aansluiten op hoe mensen voor zichzelf vinden dat recht moet gelden. Alle dier(soort)en kunnen in hun recht op vrijheid als (intrinsiek) evenwaardig aan mensen beschouwd worden. Dierenrechten zijn mensenrechten, die mensen de kans geeft om voor dieren op te komen.
Dieren, bijv. in de intensieve veehouderij, worden behandeld als een object in plaats van een subject met gevoelens en rechten.

De snelheid en het aantal dier(soort)en dat we voortdurend gebruiken is immens. De bijdrage aan onze welvaart en economie van de agrosector is gering. De oplossing is simpel en van niemand anders dan van ons zelf afhankelijk.

Dierenrechten in woord en beeld

Vrijheid is ook een intrinsiek grondrecht voor dieren. Dieren zijn geen dingen Dierenrechten zijn mensenrechten. Mensen moeten voor dieren kunnen opkomen wanneer hun grondrecht wordt geschonden.
logo van Animal Freedom yin en yang
Lees hier over de redenen waarom dieren recht op vrijheid hebben. Lees hier waarin mens en dier evenwaardig zijn.