Mens en dier zijn (intrinsiek) evenwaardig in hun recht op vrijheid

Bij de Stichting Animal Freedom leest u over de gedachte achter dierenrechten.
Hier leest u over ontwikkelingen in de agrosector en de gevolgen voor dieren(rechten).
Alle levende wezens zijn verschillend maar evenwaardig in het recht op vrijheid op een natuurlijk leven.
Een dier is (net als een mens) geen ding of een object.
Dierenrechten zijn mensenrechten. Mensen moeten kunnen ingrijpen wanneer mensen dieren misbruiken of onrecht aandoen.
Posts tonen met het label voedselprijs. Alle posts tonen
Posts tonen met het label voedselprijs. Alle posts tonen

20 januari 2019

Uitfasering van de Nederlandse veehouderij

Nu Nederland en de gehele wereld er belang bij hebben om samen te werken om globale bedreigingen als opwarming van de aarde, een voedseltekort voor de groeiende wereldbevolking, verlies van biodiversiteit en milieuvervuiling aan te pakken is het ook reëel om vooruit te kijken of de Nederlandse veehouderij nog wel een toekomst of bestaansrecht heeft.
Immers, de productie en het eten van vlees en de melkveehouderij dragen substantieel bij aan voorgenoemde problemen.
Nederlanders eten graag vlees en drinken veel zuivel omdat ze het gewend zijn, het lekker vinden, het de status van luxe en vermeende gezondheidsvoordelen heeft. Vlees bevat eiwitten die samengesteld zijn uit aminozuren. Het zijn die aminozuren die het lichaam nodig heeft en die via ons darmstelsel worden opgenomen in het lichaam nadat de eiwitten zijn afgebroken tot aminozuren. Al die voedselbestanddelen worden ook geleverd door planten, dus waarom die omweg, die zoveel nadelen heeft?

Daarnaast wordt de samenstelling van vlees door technologen nagebouwd uit kweekvlees of samengesteld uit plantaardige grondstoffen. Deze zijn minstens zo gezond als gewoon vlees, maar hebben niet de nadelen als dierenleed, waterverbruik, medicijn- of groeihormoonresten. Ze smaken (nu of binnenkort) identiek als vlees en kunnen goedkoper en op grotere schaal worden geproduceerd. Ook de vleesverwerkende industrie zal het worst wezen of de bestanddelen van verkocht vlees afkomstig zijn van dieren of van planten. Het gaat erom of de afnemers het willen kopen. En waarom zouden ze het niet proberen, te meer omdat de winstmarges gunstiger lijken.
Zou er echt zoveel weerstand van de consument te verwachten zijn wanneer plantaardig vlees er hetzelfde eruit ziet, net zo smaakt of mogelijk beter, goedkoper en minder ongezond is en minder gewetensnood oplevert?

De Nederlandse veehouderij is nog steeds gericht op de export omdat die in de afgelopen decennia grote groeikansen leek te hebben. Maar dat is achterom kijken. Inmiddels kennen we de nadelen van het oprekken van de grenzen van draagkracht van dier en ecologie. Wie vooruit kijkt, ziet voor de veehouderij voornamelijk beren op de weg. Er is op de boerderijen al zoveel bezuinigd via kostenbesparing, het oprekken van regels en het uitwonen van de leefomgeving dat wij Nederlanders eens onder ogen zouden moeten zien dat het einde van de doodlopende weg in zicht is en dat een verantwoorde voedselproductie een volkomen andere koers vraagt. Terwijl winstoogmerk bij het exploiteren van dieren in de ogen van steeds meer consumenten een ethische gruwel is, lijkt ook het perspectief van verantwoorde en voldoende inkomsten te verdwijnen.

Wie gaat sanering van de veehouderij betalen? Er zijn duidelijk 3 partijen die schuld hebben en gelijkelijk zouden moeten bijdragen: de veehouder die onverantwoord investeerde, de bank die onverantwoorde lening uitzette en de overheid die onverantwoord beleid voerde.

We kunnen ons veel geld, ergernis en moeite besparen wanneer we inzetten op een meer duurzame en toekomstvaste manier van voedsel produceren, gebaseerd op plantaardige grondstoffen. Een landschap zonder vee omdat er geen vee meer wordt gehouden is niet zo veel anders dan het huidige aangezicht van het landschap omdat veel vee al jaarrond in gesloten stallen wordt gehouden. Misschien valt er nog wat van de biodiversiteit te redden wanneer veel minder landoppervlak in gebruik is voor productie van veevoer en de leefbaarheid voor fauna niet langer door niets ontziende en egaliserende landbouwmachines onmogelijk wordt gemaakt.

Het monotone weidelandschap kent geen schuilmogelijkheden meer en wordt bevolkt door vogels die elders nestelen in bomen of onbegaanbare gebieden en ganzen die massaal afkomen op eiwitrijk gras. Geen wonder dat jonge weidevogels nauwelijks een kans tot overleven hebben.

Tenslotte kan Nederland in plaats van overproductie beter de technologie en knowhow van plantaardige voedselproductie blijven exporteren en zo vrij van dierenleed bijdragen aan het verminderen van voedseltekort in de rest van de wereld en het vertragen van de opwarming van het klimaat.

Zie deze oproep in de Volkskrant van 19 augustus 2019:
Volgens koeienboer Annette Harberink, varkensboer Kees Scheepens en kippenboer Ruud Zanders doen veeboeren er goed aan met hulp van politiek en goede wil te stoppen.

"Laten we er een 20-jarenplan van maken om in 2040 wederom het beste landbouwsysteem ter wereld te hebben. Ieder jaar nemen we 5 procent van onze veestapel uit productie. Te beginnen met boeren die geen opvolging hebben en (bijna) pensioengerechtigden. Dit kan middels opkopen van productierechten. Hiermee kunnen ook eventuele schulden worden afbetaald".

17 augustus 2018

Reduceer het broeikaseffect door minder vee te houden

De Nederlandse melkveehouderij draagt veel bij aan de uitstoot van broeikasgassen. Dat gebeurt niet alleen in de vorm van boeren en scheten van koeien die methaangas laten ontsnappen, ook verlaging van grondwaterstand ten gerieve van de boeren draagt bij aan onnodige CO2 uitstoot.
De sector is daarom bezig om te kijken hoe zij de uitstoot kunnen verlagen. Echter de meest voor de hand liggende maatregel –inkrimping van de veestapel- wordt niet overwogen. Het argument dat daarbij wordt aangevoerd is dat de agrosector zou bijdragen aan de Nederlandse economie en dat bij krimp het buitenland de aanwas zou overnemen.

Bij veel aanhoorders van deze demagogie zal het tot verwarring leiden: wat moeten we hiervan vinden? Moeten de Nederlandse veehouders gesteund worden of met rust worden gelaten?
Weinigen zullen op het idee komen dat de agrosector opzettelijk verwarring sticht.

Vleesconsumptie en vleesproductie dragen bij aan klimaatopwarming. Zowel de vleesetende consument, als de vlees producerende boer als de beleid makende politici kunnen bijdragen aan een balans waarbij ons land haar verantwoording neemt in de afname in CO2 productie. Door de veestapel te verkleinen en tevens buiten in de wei te laten lopen kunnen dierenwelzijn en belasting van het milieu in een natuurlijke balans komen. Scheten en boeren van een kleine veestapel zijn geen belasting van het milieu. Dat doet een te grote veestapel wel en ook om andere redenen: mestoverschot, landschapspijn, oppervlakte- en grondwatervervuiling, dierenleed in megastallen et cetera.

Lapmiddelen als mestvergisting zijn niet alleen economisch onrendabel, ze zijn een excuus om het echte probleem aan te pakken: de omvang van de veestapel en het in stand houden van de disbalans in export. Er wordt in ons land niet vee gehouden voor de eigen bevolking maar om het te kunnen verkopen op buitenlandse markten. Wij houden de shit en het buitenland profiteert van kunstmatig lage voedselprijzen.

Ook de uitstoot van ammoniak zorgt indirect voor opwarming van het klimaat.
Het Dagblad van het Noorden schrijft:
"Nadat reactieve stikstof op land heeft bijgedragen aan de vermindering van biodiversiteit, komt het in rivieren of grondwater terecht. Het stikstof- en dus voedingrijke water komt uiteindelijk terecht in zee, waar het overmatige algengroei veroorzaakt die vissen verstikt. Door verdamping komt het vervolgens als lachgas (N2O, distikstofoxide) in de atmosfeer. Daar draagt het bij aan de opwarming van de aarde (het broeikaseffect van lachgas is 250 keer sterker dan dat van CO2), tast het de ozonlaag aan, waarna het wordt afgebroken".


24 maart 2015

Wie betaalt de milieukosten van voedsel?

Om de consument een weg te wijzen door dit oerwoud heeft de Volkskrant de 10 Geboden van Goed Eten opgesteld. In een onregelmatig verschijnende serie worden alle geboden aan een diepgaand onderzoek onderworpen. Op 24 maart schreef Mac van Dinther:

De landbouw is een van de belangrijkste veroorzakers van grote milieuproblemen: opwarming van de aarde, verlies aan biodiversiteit, vervuiling van land, lucht en water. De bijdrage van de landbouw aan het broeikaseffect wordt geschat op 25 tot 30 procent. De aanpak daarvan kost wereldwijd honderden miljarden per jaar. Maar dat is niet verdisconteerd in de prijs van een pond kaas of een bak kastomaten.
En wat te denken van de gezondheidskosten die worden veroorzaakt door het gebruik van antibiotica in de veehouderij? Zouden die niet ook verdisconteerd moeten worden in het prijskaartje van een kipfilet? En de kosten voor dierenwelzijn? Of is dierenleed gratis? Armoede, milieu- en gezondheidsproblemen, dierenleed, het zijn de onzichtbare kosten achter onze voedselproductie. Ze zijn er wel, maar je ziet ze niet. En dus betaal je ze niet. Als je die kosten wel meerekent, zouden we meer voor ons eten betalen. Misschien zou een kilo varkensvlees dan wel een paar euro meer kosten dan nu.

....

Er zou eigenlijk een prijskaartje moeten hangen aan het gebruik van natuurlijke hulpbronnen als water, lucht en land. De (voedings)industrie maakt er gebruik van door afvalstoffen erin te lozen of door ze te vervuilen met pesticiden, broeikasgas of fijnstof. Adviesorganisatie KPMG International deed in 2012 onderzoek naar de externe milieukosten van elf bedrijfstakken, waaronder ook de luchtvaart, de mijnbouw en de auto-industrie. De voedingsindustrie bleek kampioen afschuiven.
Tot zover de Volkskrant.

Wie wil weten wie wel de milieukosten van voedsel betaalt, klik "Op uw kosten?".

24 december 2011

Mag uw pensioenfonds speculeren met voedsel en zo honger veroorzaken?

Volgens Zembla speculeert Pensioenfonds Zorg en Welzijn met 700 miljoen in voedsel. Daarmee is dit fonds medeverantwoordelijk voor de stijging van voedselprijzen in de wereld. Door de te hoge prijzen wordt er honger geleden. Aldus Zembla.
Volgens de site:
Handel in honger. Torenhoge voedselprijzen leidden in 2008 wereldwijd tot hevige rellen, vooral in ontwikkelingslanden. Hoge voedselprijzen zijn het gevolg van schaarste, bijvoorbeeld veroorzaakt door mislukte oogsten. Maar die hoge prijzen worden nog eens extra opgedreven door een nieuw fenomeen: voedselspeculatie. Dat is het speculeren op financiële markten met de prijs van graan, maïs, suiker, cacao, aardappelen, vlees - kortom: voedsel. Na de ineenstorting van de aandelenkoersen en de huizenprijzen hebben beleggers zich massaal gestort op de voedselmarkt. De hongersnood in de Hoorn van Afrika, die dit jaar het leven van 12 miljoen mensen bedreigde, was het gevolg van extreme droogte, maar werd verergerd doordat speculatie de prijs van voedsel nog duurder maakte. We onderzoeken de gevolgen van hoge voedselprijzen op het dagelijkse leven in Kenia en belicht welke Nederlandse financiële instellingen het sterkst betrokken zijn bij de speculatie in voedselgrondstoffen.

Het absurde is dat veel hulporganisaties hun pensioenen hebben ondergebracht bij fondsen die speculeren in voedselprijzen, waarvan de gevolgen juist effect hebben op de mensen die deze hulporganisaties willen helpen.
De conclusie in de uitzending is telkens dat het immoreel is om te speculeren met voedselprijzen.

08 juni 2011

Realiseren we ons wel voldoende welke (beleid voor) groente gezond is?

In Nederland wordt veel groente geteeld in kassen. Deze worden verwarmd met aardgas waarvan de prijs via subsidie kunstmatig laag wordt gehouden om de internationale concurrentie aan te kunnen gaan. Deze groente wordt vaak niet geteeld op de volle grond maar op substraten (bijvoorbeeld steenwol). De bemesting gebeurt door meststoffen toe te voegen aan het water. Veel werknemers zijn afkomstig uit het buitenland en de producten worden voornamelijk geëxporteerd.
De telers hebben miljoenen geïnvesteerd en na een paar weken zonder omzet dreigt faillissement. Ze zijn afhankelijk van imago, marketing en van de bank.
Zijn groentes als komkommers en tomaten gezond? Nauwelijks, ze bevatten voornamelijk water.

Wat voor zin heeft het om biologische bedrijven te hebben wanneer ze zich niet echt kunnen richten op een gezond product? Biologisch betekent vooral geen kunstmest en bestrijdingsmiddelen, maar het gebruik van mest uit de bio-industrie is wel toegestaan en besproeiing van droge akkers met (antibiotica en bacteriën) vervuild slootwater is wel toegestaan. Ook van echte weidegang voor dieren is vaak geen sprake.
Waarom krijgen komkommertelers (laat staan nertsenhouders) dan een schadevergoeding wanneer het publicitair tegenzit? De reden is waarschijnlijk omdat de banken anders hun uitgeleend geld kwijt raken.
Waarom richt de Nederlandse politiek zich niet op een agrarische sector die minder produceert, maar waar de productie maximaal gericht is op een ecologische balans? Het gevolg zal zijn dat bepaalde voedselproducten duurder worden, maar dat de belastingbetaler minder geld kwijt is aan de indirecte steun van de banken. Het betekent dat de consument (zonder extra kosten) veel gemakkelijker een verantwoorde keuze kan maken in de supermarkt omdat ongezonde producten duurder en gezonde producten goedkoper worden.

19 januari 2011

Varkenscyclus of niet? Voerprijs en dioxine nekken de varkensboer

Het zijn voor varkensboeren verwarrende tijden. Zij werken in een vrije markt en die markt dreigt nu hun ondergang te worden. Volgens de boeren betalen de slachterijen te weinig en uit protest blokkeren ze de toevoer van varkens bij de slachterijen. Vervolgens moeten ze hun protesten staken vanwege het welzijn van de wachtende varkens. Weliswaar hebben die een paar maanden ervaring opgedaan met het leven in een benauwde ruimte, maar in de vrachtwagen krijgen ze toch te weinig te eten en te drinken. Dus wordt de blokkade opgeheven zodat zij kunnen worden geslacht en hun welzijn daarmee geborgd is. Snapt u het nog? Lees foodlog over de factoren die de financiële positie van de varkensboer bepalen.

16 november 2009

Boeren kunnen de juiste kostprijs krijgen zonder de voedselprijs te verhogen

“Boerenbobo” Anton Vermeer geeft in de Volkskrant van zaterdag 14 november 2009 de supermarkten de schuld voor de lage prijzen die boeren krijgen voor hun melk en andere producten. De mensen zouden bereid moeten zijn om meer voor hun voedsel te betalen. Hij ziet de politiek, met name in Brussel als de verantwoordelijke die ook nog eens effectief kan doen aan het gat tussen wat de supermarkt betaalt en de boer in zijn ogen zou moeten krijgen. De supermarkten zouden in Europa met ongeveer 10 inkopers ongeveer 70 procent van de markt beheersen. De supermarkten wijzen echter ook naar de overheid om een doorbraak te forceren.
Er is echter een eenvoudiger manier om een rechtvaardige prijs voor de boeren en consumenten te regelen, die bovendien dier- en milieuvriendelijker is. Wat de meeste consumenten zich niet realiseren is dat zij via de belasting opdraaien voor de kosten die de boeren uit de intensieve veehouderij niet betalen voor het opruimen van de nadelen van hun grootschalige productie. Biologische, maar beter nog biodynamische boeren doen dat beter en wanneer het geld dat de consument nu via de belasting betaalt voor zijn voedsel door de fiscus bij de intensieve veehouders wordt gehaald, dan betaalt de consument een reële en ongeveer gelijke prijs voor een vlees of zuivel.
U leest het goed: wanneer het ‘de vervuiler betaalt’-principe wordt toegepast bent u evenveel geld kwijt en kunt een product kopen van hogere kwaliteit.

18 maart 2009

De melkveehouderij moet kiezen of delen: echte duurzaamheid of verdwijnen

In de Nederlandse melkveehouderij wordt buitensporig meer geproduceerd dan in eigen land wordt geconsumeerd. Het gevolg is dat de prijzen voor hun producten zo laag zijn dat zij onder of rond de kostprijs liggen. Riepen de vertegenwoordigers van de sector vroeger om meer mogelijkheden om te produceren met ruimere melkquota in het kader van de vrije markt (export), nu zij geconfronteerd worden met de nadelen van de vrije markt willen zij weer overheidssteun.
Omdat de ontwikkelingen in de melkveehouderij hebben geleid tot schaalvergroting, dat wil zeggen megastallen in het landschap en koeien het gehele jaar door binnen, is het zaak dat de overheid de hand op de knip houdt.
Wanneer de melkveehouderij krimpt, verdwijnt daarmee vanzelf een aantal problemen die zij nu veroorzaakt en waarvan zij de kosten wil afwentelen op de belastingbetaler.
Wanneer de overheid toch overweegt om een deel van de sector te steunen, zou dat gericht moeten zijn op het duurzame deel. En omdat duurzaam ook een uitgehold begrip is geworden, misbruikt om economisch gewin veilig te stellen, moet duidelijk zijn wat daaronder wordt verstaan. Alleen dat deel van de melkveehouderij dat koeien buiten laat lopen, dat geen veevoer importeert en geen antibiotica (onnodig) gebruikt, zou een toekomst moeten worden geboden.
Dat een dergelijke keuze een gigakrimp van de veestapel zou kunnen inhouden, zou geen probleem mogen zijn. Economisch heeft de Nederlandse samenleving de intensieve melkveehouderij niet nodig; de nadelen van milieu- en landschapsvervuiling kunnen gemist worden als kiespijn. De recreërende burger wil koeien in de wei zien en dat zal door een koude sanering van de opgesloten veestapel nauwelijks minder worden.

20 januari 2009

Naast openheid prijzen ook openheid over herkomst en mondiale voetafdruk voedsel gewenst

Citaat uit de Telegraaf:

Verburg wil meer openheid over landbouwprijzen


De consumenten merken nog te weinig van de sterk gedaalde prijzen van groente, vlees en andere landbouwproducten. Supermarkten en andere handelaren rekenen de prijsdaling slechts traag door aan consumenten. Dat in tegenstelling tot de sterke prijsstijgingen vorig jaar, aldus de Europese Commissie maandag bij een EU-beraad van landbouwministers.

Oplossing is om de consument beter zicht te geven in de prijzen van producten en grondstoffen, vindt ook minister Gerda Verburg (Landbouw). „Zet de spotlamp op die prijzen: dat zal helpen. Als het graan goedkoper wordt, mag je toch verwachten dat het brood ook goedkoper wordt”, zei ze.

Het idee moet nog vorm krijgen in concrete voorstellen. Verburg verzet zich alvast tegen suggesties voor een hele bureaucratie om de prijzen te monitoren.

Tot zover de Telegraaf.

Met het idee van meer openheid over de totstandkoming van prijzen in de supermarkt zou tegelijk zichtbaar gemaakt kunnen worden of de productie en herkomst van voedsel wel zo efficiënt en energiezuinig is geweest. Nu kan de consument dat nauwelijks achterhalen en zeker niet op het moment dat hij in de winkel voor de keuze staat.
Veel grondstoffen en voedsel wordt nodeloos over de wereld gesleept onder de vlag van de vrije markt. Dit kost energie, gaat ten koste van het milieu en dierenwelzijn en ook het klimaat wordt onnodig opgewarmd.
Een goede maat voor de energiekosten is de mondiale voetafdruk. Iedere persoon en ieder product gebruikt een gedeelte van de ruimte op aarde. Hoeveel ruimte hangt af van iemands consumptie en voor producten van de herkomst en de wijze van produceren. Met behulp van de Mondiale Voetafdruk kan met een getal, uitgedrukt in hectares, aan worden gegeven hoeveel oppervlakte aarde per persoon en product dat is. Dat getal kan worden afgedrukt op het etiket of via een streepjescode en een lezer in de supermarkt zichtbaar worden gemaakt. De lezer in de supermarkt kan een scherm zijn waarop een klant desgewenst steeds uitgebreider worden voorzien van informatie over het product. Dat zou zelfs zo ver kunnen gaan dat het bedrijf wordt getoond waar bijvoorbeeld het varken of kip heeft geleefd.

11 april 2008

Lagere voedselprijs mag niet ten koste gaan van dierenwelzijn

Hogere voedselprijzen zijn een ramp voor arme mensen. De omstandigheid wordt helaas aangegrepen door de Europese en daarmee de Nederlandse Agrosector om nog meer goedkoop vlees en zuivel te produceren en te exporteren buiten de EU.
En die neiging is rampzalig voor dierenwelzijn, landschap, klimaat en milieu in eigen land en voor de overlevingskansen van de boerensector in de ontwikkelingslanden.

Een hoge productie van vlees en zuivel in Nederland gaat gepaard met het exploiteren van landbouwgebieden, gecreëerd ten koste van tropische bossen. Deze gebieden moeten het veevoer leveren dat verscheept wordt naar de vaderlandse intensieve veehouderij. Verder worden in ons land graan en maïs niet alleen verbouwd voor veevoer, maar ook voor de vergisting van biomassa met mest als grondstof. Ander landbouwgebied wordt gebruikt voor biodiesel. In de Hollandse agrosector klinkt de oproep om te stoppen met het omzetten van landbouwgrond in natuur voor de EHS steeds harder.
Aldus is de menselijke neiging tot overmatige vleesconsumptie en globale mobiliteit een gevaar voor de wereldvoedselverdeling, de natuur en het klimaat.
Er is in de wereld geen gebrek aan voedsel. Problemen in de verdeling worden veroorzaakt door machtsongelijkheid, (oorlogs)conflicten, verkeerde, ongezonde en overmatige voedselpatronen.

De EU constateerde in het verleden een afnemende globale marktpositie van haar boeren en een toegenomen vraag naar voeding in de wereld. In plaats de ontwikkelingslanden te steunen in het produceren om aan deze toegenomen vraag in de eigen regio besloot zij zelf meer te gaan produceren en zo de concurrentie aan te gaan. Logisch misschien, maar ook egocentrisch en egoïstisch. De westerse economische overmacht was altijd al groot. In dat kader werd ook besloten om de melkquota te verruimen. Het gevolg is dat Nederlandse boeren en masse besloten om grotere stallen te bouwen en de vergrootte veestapel aan koeien het hele jaar op stal te houden. Het gevolg daarvan is toenemende vraag naar veevoeder, hogere prijzen en ziektedruk in de overbevolkte stallen. De knut bijvoorbeeld, een minuscuul vliegje, maar overbrenger van het blauwtong virus, heeft nu nog meer kans om zich te handhaven. In de warme stallen kan het virus nu het hele jaar toeslaan. Een koe die geïnfecteerd is met blauwtong produceert minder melk. Het gevolg is dat de boer nog meer koeien wil houden om de productie hoog te houden. Die neiging wordt nog groter om de lagere melkprijzen te kunnen opvangen die het gevolg zijn van de toegenomen productie.
Natuurlijk, de melkprijs en de hoogte van voedselprijzen zijn ook afhankelijk van andere factoren elders, zoals mislukte oogsten als gevolg van droogte of andere klimaatinvloeden. Die prijzen kunnen tijdelijk verhoogd zijn, maar het is een simpele economische wet: een hogere productie leidt tot lagere prijzen.
In ons land is de productie in de agrosector al decennia veel hoger dan de binnenlandse vraag. De sector is doorgeschoten in bulkproductie en de belastingbetaler betaalt onwetend mee. De menselijke maat is zoek en het zijn vooral dieren die daaronder lijden. Ook misstanden in slachterijen hangen hiermee samen. De grote productie leidt in alle delen van de keten tot onverschilligheid voor dierenwelzijn. Hoogstens worden technologische oplossingen ingezet om de gevolgen te verzachten en de productie te verhogen.
Het wordt tijd dat de politiek en het publiek haar verantwoordelijkheid neemt. Het heeft uit sentimenteel oogpunt jarenlang een oogje dichtgeknepen voor de agrarische werkelijkheid. Wie onbevangen kijkt naar de realiteit van tegenwoordig in de agrobusiness ziet een ontaarde sector, nauwelijks meer grondgebonden en alleen nog maar gedreven door economische motieven. Het beleid via grootschaligheid loopt dood. Dagelijks stoppen boeren en hun productieruimte wordt overgenomen door collega’s. Dat is economie, maar lijkt ook sprekend op “survival of the fittest” en de “wet van de jungle”. Een echt beschaafde (globale) samenleving kijkt niet lijdzaam toe maar grijpt in om de rechtvaardigheid in voedselproductie weer in balans te brengen. Dit betekent grenzen stellen aan de binnenlandse productie en steun te geven aan productie buiten de EU. “Think global and act local”. “Gelijke monniken, gelijke kappen”. Gelijke kansen voor boeren uit alle landen. Gewetensvolle en welwillende consumenten doen er het beste aan om verantwoord geproduceerde, locale agrarische producten te kopen en de boeren kunnen het beste op ecologische wijze voor de eigen omgeving produceren. Dat levert stabiele voedselprijzen en eerlijke verdeling van voedsel op.

Leeswijzer


Kijk op Facebook voor onze reactie op de actualiteit.
Aanbeveling: Thema's of steekwoorden vindt u via de labels onderaan de pagina of op Animal Freedom. Klik hier voor de laatste bijdragen.
Klik hier voor het beleid om uw privacy te beschermen.

Waarom dit blog?

De Nederlandse veehouderij is vooral gericht op zoveel mogelijk voor de export te produceren onder het motto “meer, meer, meer en groot, groter, grootst”. Dit heeft negatieve gevolgen voor zowel de dierenwelzijn, biodiversiteit, het milieu, het klimaat, de portemonnee en de gezondheid van burgers en ook voor welwillende boeren.
Dit blog verzamelt kritische artikelen die de wurggreep beschrijven waarin de veehouderij zichzelf heeft vastgezet. Zo willen we niet alleen een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de kwaliteit van het leven voor alle belanghebbenden, maar ook aan een schone, gezonde omgeving en een beter dierenwelzijn.

Ook de argumentatie dat dieren grondrechten hebben kan beter en meer aansluiten op hoe mensen voor zichzelf vinden dat recht moet gelden. Alle dier(soort)en kunnen in hun recht op vrijheid als (intrinsiek) evenwaardig aan mensen beschouwd worden. Dierenrechten zijn mensenrechten, die mensen de kans geeft om voor dieren op te komen.
Dieren, bijv. in de intensieve veehouderij, worden behandeld als een object in plaats van een subject met gevoelens en rechten.

De snelheid en het aantal dier(soort)en dat we voortdurend gebruiken is immens. De bijdrage aan onze welvaart en economie van de agrosector is gering. De oplossing is simpel en van niemand anders dan van ons zelf afhankelijk.

Dierenrechten in woord en beeld

Vrijheid is ook een intrinsiek grondrecht voor dieren. Dieren zijn geen dingen Dierenrechten zijn mensenrechten. Mensen moeten voor dieren kunnen opkomen wanneer hun grondrecht wordt geschonden.
logo van Animal Freedom yin en yang
Lees hier over de redenen waarom dieren recht op vrijheid hebben. Lees hier waarin mens en dier evenwaardig zijn.