Mens en dier zijn (intrinsiek) evenwaardig in hun recht op vrijheid

Alle levende wezens zijn verschillend maar evenwaardig in het recht op vrijheid op een natuurlijk leven.
Een dier is (net als een mens) geen ding of een object.
Mensen moeten kunnen ingrijpen wanneer mensen dieren misbruiken of onrecht aandoen.
Posts tonen met het label voedseloverschotten. Alle posts tonen
Posts tonen met het label voedseloverschotten. Alle posts tonen

18 oktober 2013

Bonus-stop Rabo loos gebaar

De Rabo Bank schaft de bonussen voor de leden van de raad van bestuur, zeg maar de directie, af. Dat lijkt een prachtig gebaar, temeer omdat volgens de bank: 'een variabele beloning van bestuurders niet meer goed verenigbaar is met de functie van een maatschappelijk verankerde bank'.
Die ronkende volzin verhult voor de kritische toeschouwer niet dat het gebaar van de bank vooral loos is. De bank heeft volgens Het Financieele Dagblad (18-10-2013) de laagste bonussen van de bancaire sector in Nederland. Maar wel veruit de hoogste basissalarissen. In zo'n situatie heb je weinig bonussen nodig. Vorig jaar keerde de bank wegens slechte resultaten geen bonussen uit. Ook dit jaar hoeven de bestuurders niet te rekenen op een bonus vanwege slechte resultaten. De vooruitzichten voor de komende jaren zijn voor de bank evenmin geweldig, dus ook dan zitten er geen bonussen in het vat.
Daarmee is het gebaar van de bank volstrekt loos: het is natuurlijk erg makkelijk om af te zien van iets wat je toch niet krijgt.

De bank tamboereert wel erg op haar functie als maatschappelijk verankerde bank, en suggereert daarmee dat ze een bijzondere bank is; niet zoals al die andere onverantwoorde geldgraaiers die zich ook bank noemen. Maar wie even verder kijkt dan de neus lang is, merkt al snel dat de Rabo met hetzelfde sop is overgoten. De bank heeft in geld uitgedrukt veel meer aan hypotheken uitgegeven, dan het aan geld op de spaarrekeningen binnen kreeg. Het verschil werd geleend op de wereldmarkt voor kapitaal. De Rabo kon dat doen tegen relatief lage tarieven, omdat de bank zo ongeveer de helft van alle Nederlandse grond als onderpand in bezit heeft.
Maar de bank heeft een paar stevige miskleunen gemaakt. Een vastgoed-avontuur in Ierland heeft een verlies van ruim 1 miljard euro opgeleverd. De Rabo heeft grote posities in de Nederlandse kantorenmarkt, die zwaar verliesgevend zijn. Dat die nog niet erg nadrukkelijk naar buiten komen, komt omdat de bank niet verkoopbare kantoren liever leeg laat staan, dan verkoopt. Maar het is gelet op de situatie op de kantorenmarkt natuurlijk niet meer dan uitgesteld verlies.

Verder heeft de bank een marktaandeel van rond 40% op de huizenmarkt. Het kan niet anders of een fors deel daarvan staat onder water. Daarmee heeft niet alleen de huiseigenaar natte voeten, maar natuurlijk ook de bank.
Dan is er nog de deelname van de bank aan het frauduleus manipuleren van de zogenoemde Libor-rente die een graadmeter is voor de mondiale rentetarieven voor gewone burgers. De bank speelde vrolijk mee in het onverkwikkelijke spelletje om die tarieven kunstmatig omhoog te krijgen.

Het draagt er allemaal toe bij dat de mondiale geldverschaffers de Rabobank niet meer als een risicovrije partner beschouwen en hun rentetarieven opschroeven. Dat zet de winstgevendheid van de bank zwaar onder druk. Een deel van die rentestijgingen brengt de bank weer in rekening bij de klant. Zo werden deze week bij een aantal banken de tarieven verlaagd, maar bij de Rabo gingen ze omhoog! Dat kan niet lang zo doorgaan, want dan wordt overstappen voor een klant ondanks boeterentes toch aantrekkelijk. Als dat balletje gaat rollen is het een kwestie van tijd voordat de bank met de pet in de hand bij het kabinet op de stoep staat om staatssteun te vragen.

Intussen blijken de lokale banken binnen de Rabo de spelregels voor normaal bankieren aan hun laars te lappen. De toezichthouder zet grote vraagtekens bij de zorgvuldigheid van de kredietverstrekking. Vrij vertaald: de toezichthouder (De Nederlandse Bank) vindt het vreemd dat grote boeren, ongeacht hun financiële positie, elk gewenst krediet krijgen. Zo vreemd is dat natuurlijk ook weer niet voor wie de bank een beetje kent. De bank is, als coöperatie, lokaal/regionaal georganiseerd, en deze lokaal/regionale banken opereren binnen de coöperatie min of meer zelfstandig. De besturen van deze banken worden veelal gevormd door de dikste boeren uit de omgeving, en die houden hun directies strak aan het touwtje. Zoals gezegd, de Rabobank is inderdaad een bijzondere bank.

De Bank is ook bijzonder omdat ze in de boerenwereld met een marktaandeel van tegen de 90%, nagenoeg een monopolist is. De bank zou die positie kunnen gebruiken om de maatschappelijk verantwoorde functie die ze zegt te hebben, ook waar te maken. Bijvoorbeeld door in de veehouderij harde eisen te stellen aan dierenwelzijn bij financieringen. Of door in de tuinbouw en akkerbouw harde eisen bij financieringen te stellen aan het milieu. De bank die zegt zich hard te maken voor een duurzame landbouw komt niet verder dan de wettelijke eisen als norm te hanteren. Maar voor zover er, bijvoorbeeld op het gebied van dierenwelzijn, al wettelijke eisen zijn, worden die meestal direct weer onschadelijk gemaakt met tijdelijke ontheffingen die keer op keer worden verlengd. Of de eisen worden helemaal onschadelijk gemaakt door toevoegingen in de tekst als: 'voor zover mogelijk'.

En dus financiert de Rabobank zonder blikken of blozen de grootschalige dierenmishandeling die zij intensieve veehouderij noemen, maar waarvan wij allemaal weten dat het bio-industrie is. De plofkip en de kiloknaller op ons bord zijn gemaakt door de veehouders, maar wordt gefinancierd door de Rabobank. De megastallen in melkveehouderij worden gebouwd door de boeren, maar gefinancierd door de Rabobank.
Het zijn juist de huidige financieringen in de melkveehouderij die een tweespalt binnen de bank bloot leggen. Bankmedewerkers van Rabo Internationaal vragen zich verbijsterd af waar de lokaal/regionale banken mee bezig zijn. Immers, de grootste melkverwerker van ons land (Friesland Campina) verwerkt meer dan de helft van haar melk tot kaas. Het lukt nu al niet om dat kostendekkend te doen. Waar moet dan al die extra tot kaas verwerkte melk straks heen, zo vragen ze zich bij Rabo Internationaal af.
Naar China, zeggen de boeren, en dan niet als kaas, maar als melkpoeder want de vraag uit die hoek is enorm. Rabo Internationaal liet in een analyse weten dat dat feestje nog hooguit drie jaar duurt. De Chinezen zijn hard bezig een eigen kwalitatief hoogwaardige melkveehouderij op te zetten. Dat gaat zo snel dat binnen drie jaar de Chinese import van zuivel sterk zal verminderen.

De Nederlandse boer heeft daar geen boodschap aan, en de regionaal/lokale bank al helemaal niet. Die koersen plankgas aan op ongebreidelde uitbreidingen. De melkprijs is immers op recordhoogte, en hoe het over drie jaar is, zien ze dan wel weer.
Tot verdriet van de topbestuurders van de Rabo bank die in Utrecht zetelen en van daaruit min of meer machteloos toezien hoe hun organisatie bezig is het eigen financiële graf te graven.

In zo'n situatie is het inderdaad maar beter om af te zien van een bonus. Zelfs al is dat een loos gebaar.

12 december 2011

Regionaliseren om voedselongelijkheid te voorkomen

In de Volkskrant van 12 december een interview met hongerstaker Guus Geurts (46), landbouw- en klimaatactivist. Hij ziet vrijhandel als de oorzaak dat koopkracht van de rijken zwaarder weegt dan de behoeften van de armen en het beschermen van de natuur.
'Ik pleit ervoor dat regio's zo veel mogelijk zelfvoorzienend worden voor hun basisbehoeften. Door een importheffing op soja uit Brazilië maak je Europese voedergewassen aantrekkelijker voor de veevoerindustrie. Importheffingen voorkomen dat supermarkten de wereld niet meer afstropen naar de goedkoopste producten. Tegelijk kun je aan boeren in Europa hogere eisen stellen op het gebied van duurzaamheid en dierenwelzijn, omdat ze niet meer hoeven te concurreren met goedkope producenten uit andere werelddelen. Door de productie te beheersen, voorkom je dat wij overschotten dumpen en elders de boeren kapot maken. Met regionalisering van de voedselproductie kun je de uitstoot van broeikasgassen met de helft tot driekwart reduceren'.
Tot zover de Volkskrant.
Regionalisering houdt ook in het reduceren van Nederlandse veestapel tot 70%, zodat dierenleed wordt voorkomen omdat bio-industriëlen onder de kostprijs moeten werken om op buitenlandse markten te kunnen concurreren.

Elders in de Volkskrant geeft columnist Bert Brussen voeding aan een oude mythe dat boeren een belangrijke bijdrage leveren aan de vaderlandse economie.
“Net als Uri Rosenthal heeft Henk Bleker de ballen om realistische beslissingen te nemen. Realisme doet pijn. Maar de pijn van het hedendaags realisme voorkomt grotere pijn in de toekomst. Een toekomst die onze '3 procent boeren' (die met 65 miljard euro export aan agrarische producten overigens wel goed zijn voor 10 procent van de Nederlandse economie) met zoveel mogelijk vertrouwen tegemoet moeten zien”.
Tot zover de misvatting van Brussen, aangewakkerd door Henk Bleker.

In 2009 was de agrarische export €60 miljard. Maar Bleker zegt er niet bij dat hij voor bijna €20 miljard aan noten, specerijen, hout, margarine, drank, koffie en tabak meetelt (Bron: Land en tuinbouwcijfers 2010, pag. 186).
Van de €40 miljard die er na aftrek daarvan overblijft moet natuurlijk ook nog de agrarische import van bijna €22 miljard worden afgetrokken. Bron: Land en tuinbouwcijfers 2010, pag. 185).
Blijft over ongeveer €18 miljard.
Ook een mooi bedrag daar niet van, maar toch aanzienlijk minder dan €60 miljard waar de boerenlobby het steeds maar over heeft.

Volkskrant 31-10-2012, Gerard Reijn: "in 1995 werd van alle voedingsmiddelen die we zelf consumeren en die we exporteren, 20 procent uit het buitenland gehaald. Inmiddels is dat al bijna 35 procent.

Spullen uit Spanje, Italië, Kenia en Egypte worden Nederland ingevlogen of -gereden en tot diep in Europa verkocht. Deze wederexport groeit rond de 10 procent per jaar, en wordt altijd geadministreerd als Nederlandse export. Maar werkgelegenheid levert het in Nederland nauwelijks op. De export van in Nederland gemaakte producten - die wel veel werkgelegenheid opleveren - groeide slechts in een tempo van 3,3 procent".

Meer lezen over discutabele cijferij? Klik hier.

16 november 2009

Boeren kunnen de juiste kostprijs krijgen zonder de voedselprijs te verhogen

“Boerenbobo” Anton Vermeer geeft in de Volkskrant van zaterdag 14 november 2009 de supermarkten de schuld voor de lage prijzen die boeren krijgen voor hun melk en andere producten. De mensen zouden bereid moeten zijn om meer voor hun voedsel te betalen. Hij ziet de politiek, met name in Brussel als de verantwoordelijke die ook nog eens effectief kan doen aan het gat tussen wat de supermarkt betaalt en de boer in zijn ogen zou moeten krijgen. De supermarkten zouden in Europa met ongeveer 10 inkopers ongeveer 70 procent van de markt beheersen. De supermarkten wijzen echter ook naar de overheid om een doorbraak te forceren.
Er is echter een eenvoudiger manier om een rechtvaardige prijs voor de boeren en consumenten te regelen, die bovendien dier- en milieuvriendelijker is. Wat de meeste consumenten zich niet realiseren is dat zij via de belasting opdraaien voor de kosten die de boeren uit de intensieve veehouderij niet betalen voor het opruimen van de nadelen van hun grootschalige productie. Biologische, maar beter nog biodynamische boeren doen dat beter en wanneer het geld dat de consument nu via de belasting betaalt voor zijn voedsel door de fiscus bij de intensieve veehouders wordt gehaald, dan betaalt de consument een reële en ongeveer gelijke prijs voor een vlees of zuivel.
U leest het goed: wanneer het ‘de vervuiler betaalt’-principe wordt toegepast bent u evenveel geld kwijt en kunt een product kopen van hogere kwaliteit.

18 maart 2009

De melkveehouderij moet kiezen of delen: echte duurzaamheid of verdwijnen

In de Nederlandse melkveehouderij wordt buitensporig meer geproduceerd dan in eigen land wordt geconsumeerd. Het gevolg is dat de prijzen voor hun producten zo laag zijn dat zij onder of rond de kostprijs liggen. Riepen de vertegenwoordigers van de sector vroeger om meer mogelijkheden om te produceren met ruimere melkquota in het kader van de vrije markt (export), nu zij geconfronteerd worden met de nadelen van de vrije markt willen zij weer overheidssteun.
Omdat de ontwikkelingen in de melkveehouderij hebben geleid tot schaalvergroting, dat wil zeggen megastallen in het landschap en koeien het gehele jaar door binnen, is het zaak dat de overheid de hand op de knip houdt.
Wanneer de melkveehouderij krimpt, verdwijnt daarmee vanzelf een aantal problemen die zij nu veroorzaakt en waarvan zij de kosten wil afwentelen op de belastingbetaler.
Wanneer de overheid toch overweegt om een deel van de sector te steunen, zou dat gericht moeten zijn op het duurzame deel. En omdat duurzaam ook een uitgehold begrip is geworden, misbruikt om economisch gewin veilig te stellen, moet duidelijk zijn wat daaronder wordt verstaan. Alleen dat deel van de melkveehouderij dat koeien buiten laat lopen, dat geen veevoer importeert en geen antibiotica (onnodig) gebruikt, zou een toekomst moeten worden geboden.
Dat een dergelijke keuze een gigakrimp van de veestapel zou kunnen inhouden, zou geen probleem mogen zijn. Economisch heeft de Nederlandse samenleving de intensieve melkveehouderij niet nodig; de nadelen van milieu- en landschapsvervuiling kunnen gemist worden als kiespijn. De recreërende burger wil koeien in de wei zien en dat zal door een koude sanering van de opgesloten veestapel nauwelijks minder worden.

Leeswijzer


Thema's of steekwoorden vindt u via de labels onderaan de pagina of op Animal Freedom.
Klik hier voor de laatste bijdragen op dit blog
.
Klik hier voor het beleid om uw privacy te beschermen.
Kijk op ook Facebook voor onze reactie op de actualiteit.

Waarom dit blog?

De Nederlandse veehouderij is vooral gericht op zoveel mogelijk voor de export te produceren onder het motto “meer, meer, meer en groot, groter, grootst”. Dit heeft negatieve gevolgen voor zowel de dierenwelzijn, biodiversiteit, het milieu, het klimaat, de portemonnee en de gezondheid van burgers en ook voor welwillende boeren.
Dit blog verzamelt kritische artikelen die de wurggreep beschrijven waarin de veehouderij zichzelf heeft vastgezet. Zo willen we niet alleen een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de kwaliteit van het leven voor alle belanghebbenden, maar ook aan een schone, gezonde omgeving en een beter dierenwelzijn.

Ook de argumentatie dat dieren grondrechten hebben kan beter en meer aansluiten op hoe mensen voor zichzelf vinden dat recht moet gelden. Alle dier(soort)en kunnen in hun recht op vrijheid als (intrinsiek) evenwaardig aan mensen beschouwd worden. Dierenrechten zijn mensenrechten, die mensen de kans geeft om voor dieren op te komen.
Dieren, bijv. in de intensieve veehouderij, worden behandeld als een object in plaats van een subject met gevoelens en rechten.

De snelheid en het aantal dier(soort)en dat we voortdurend gebruiken is immens. De bijdrage aan onze welvaart en economie van de agrosector is gering. De oplossing is simpel en van niemand anders dan van ons zelf afhankelijk.

Dierenrechten in woord en beeld

Vrijheid is ook een intrinsiek grondrecht voor dieren. Dieren zijn geen dingen Dierenrechten zijn mensenrechten. Mensen moeten voor dieren kunnen opkomen wanneer hun grondrecht wordt geschonden.
logo van Animal Freedom yin en yang
Lees hier over de redenen waarom dieren recht op vrijheid hebben. Lees hier waarin mens en dier evenwaardig zijn.