Mens en dier zijn (intrinsiek) evenwaardig in hun recht op vrijheid

Bij de Stichting Animal Freedom leest u over de gedachte achter dierenrechten.
Hier leest u over ontwikkelingen in de agrosector en de gevolgen voor dieren(rechten).
Alle levende wezens zijn verschillend maar evenwaardig in het recht op vrijheid op een natuurlijk leven.
Een dier is (net als een mens) geen ding of een object.
Dierenrechten zijn mensenrechten. Mensen moeten kunnen ingrijpen wanneer mensen dieren misbruiken of onrecht aandoen.
Posts tonen met het label voeding. Alle posts tonen
Posts tonen met het label voeding. Alle posts tonen

17 januari 2023

Podcast over het eten van dieren

(onderstaande tekst komt van de website van Studio Plantaardig).
Studio Plantaardig brengt op eigen initiatief en volledig onafhankelijk een podcast over de omslag naar een meer plantaardige voeding.
Past het dier nog op ons bord? een treffende vraag die je zowel vanuit duurzaamheids-, als vanuit ethisch oogpunt kunt beschouwen. Dat is precies wat Imke de Boer, Hoogleraar Dieren & Duurzame Voedselsystemen aan de Wageningen Universiteit, doet.
Ze is een van de grondleggers van de kringloopvisie op de landbouw van de vorige minister Carola Schouten. En ze schreef de voedselvisie voor Nederland in 2050, “van meer naar beter”, waar ze de prestigieuze Rockefeller Food System Vision Prize mee won.
In haar recente, heel persoonlijke boek: Past het dier nog op ons bord? (bol.com) stelt ze zich de vraag: mogen wij dieren wel doden en bezitten? En geeft daarop het volgende antwoord.

"Eigenlijk vind ik gewoon dat het antwoord nee is. Ik vind eigenlijk niet dat voor mijn voedsel dieren moeten worden gehouden en wij hun belangen bepalen, en wij bepalen hoe ze zich voortplanten, wanneer ze eten, wanneer ze naar buiten kunnen en eigenlijk hun leven bepalen en ze vervolgens doden (...) Zelf vind ik eigenlijk dat dat niet meer kan, omdat er een alternatief is. Als je dat dus doordenkt dat moet je veganist worden". 

In deze aflevering van Studio Plantaardig.

  • Waarom Imke zich ongemakkelijk voelde bij de studie Dierwetenschappen.
  • Hoe ziet, in de voedselvisie 2050, de rol van het dier in het voedselsysteem eruit?
  • Hoeveel dierlijke producten zouden we, vanuit duurzaamheidsoogpunt, nog moeten eten?
  • De mythe van het belang van dierlijke mest.
  • Mogen we dieren nog wel doden en bezitten? – Imkes persoonlijke antwoord hierop.
  • Is de Universiteit Wageningen verantwoordelijk voor het vormgeven van de huidige intensieve veehouderij.

Tot zover Studio Plantaardig.

In de podcastserie De Tussenruimte, aflevering 6. De Natuur, denkt Godelieve Spaas - Lector Nieuwe Economie aan de Avans Hogeschool en Artist in Residence bij de Rabobank, over de economie als een puur menselijk fenomeen. Maar die aanname klopt niet … alles wat leeft heeft een eigen economie. Dat wil ze beter begrijpen. Stel dat planten, dieren of grondstoffen ons konden vertellen hoe ze willen leven en met wie ze het liefste samenwerken? Blijven we dan de baas over de economie? Met Jaap Korteweg (Vegetarische Slager) en kunstenaar Elise Marcus.

(Meer) onderwerpen beluisteren? Ga naar de website.
Ze gaat in gesprek met vijftien pioniers die zich in de ruimte tussen kunst en ondernemen bevinden. Door te denken vanuit die plek komen ze met voorstellen over een economie die krimpt, waar geld kan verdwijnen, waarin alle winst wordt weggegeven of waar planten en dieren een stem hebben.
In aflevering 7 een samenvatting van de gesprekken en haar conclusies.

29 december 2022

In de toekomst eten mensen geen dieren meer

Nu, eind 2022, leven er wereldwijd zeven keer zoveel dieren (van > 2 kg) in stallen dan in de vrije natuur. Dit is het resultaat van gemak, techniek, onverschilligheid en winstbejag. Ondertussen loopt de omvang van de veestapel in Nederland al jaren tot (over) zijn stikstofgrenzen. De agrosector weet als en via hindermacht echter nog noodzakelijke krimp tegen te houden, vooral met desinformatie.
Gewoon rationeel overleg helpt weinig, want veel veehouders hebben er geen enkel belang bij om in overleg te gaan. Ze willen met rust worden gelaten en hun gang kunnen gaan. Net als vroeger zitten ze nog steeds hoog in het zadel in een vrijwel onaantastbare positie. Ze presenteren zichzelf als slachtoffer en vinden een gewillig oor bij een deel van de bevolking die een gemeenschappelijke vijand denkt te zien in een onbetrouwbare overheid. Dat de overheid de agrosector in wezen een hand boven het hoofd houdt zien ze niet en willen ze niet zien, waarschijnlijk kunnen ze het niet zien. Die relatie wordt dan ook goed versluierd.
De inspanningen van dierenbeschermers om mensen over te halen om minder vlees te eten en zo het dierenleed indirect proberen te verminderen zijn weinig effectief. Een politiek strateeg as Niko Koffeman die de SP en de PvdD aan zetels in het parlement wist te helpen doet zelf geen moeite om mensen te overtuigen om hun gedrag te veranderen. Hij grijpt de techniek van voedsel maken op plantaardige basis aan om vleeseters bijna ongemerkt tot vegetariër te maken door vlees en melk na te maken. Eerst als Vegetarische Slager en nu opnieuw met Jaap Korteweg als Those Vegan Cowboys.
Koffeman heeft gelijk: wanneer de smaak en prijs ongeveer hetzelfde zullen zijn zal vanwege de overige voordelen de stap naar wereldwijde uitrol snel en gemakkelijk gemaakt kunnen worden. Dan hoeft er ook niet langer getrokken worden aan het spreekwoordelijke dode paard dat staat voor de onwillige en conservatieve consument.
Er zit ook een gunstige kant aan de onverschilligheid van de voedselverwerkende industrie: zij ruilen dieren als grondstof net zo gemakkelijk in voor planten als grondstof wanneer het meer voordelen dan nadelen heeft. Zaak dus om die balans te doen kantelen in het voordeel van dieren.
Hoe lang het nog gaat duren voordat de voedseltransitie van voedsel op basis van dieren naar planten als basis de omslag gaat maken is niet goed te voorspellen. Lees ook in dit kader het review van de boeken van Martha Nussbaum over de capabiliteitsbenadering om dierenrechten te bepleiten. De aanstaande verkiezingen in 2023 voor de Provinciale Staten en in 2024 voor de Tweede Kamer zullen iets duidelijkheid geven voor de ontwikkelingen in Nederland. Of er door de opkomst van BBB nog sterker op de rem wordt gestaan of dat de steun voor de hindermacht (BBB) afneemt. Er zullen veel teleurgestelde kiezers migreren van het CDA en FVD naar BBB.
Ondertussen: doe als individu gewoon je best om voor een brede kring lekker te koken zonder dierlijke ingrediënten. Erger je niet aan onverzettelijke vleeseters, maar zet ze een maaltijd voor.
Een beter voornemen kun je voor 2023 niet maken.

19 juli 2022

Drogredenen bij het steunen van boeren

Geen boer, geen voer. Wat zou daarmee worden bedoeld? Geen boer, geen veevoer? Zonder boeren, hebben we niets te eten? 80 procent van de agrarische productie wordt geëxporteerd en 70% van ons voedsel wordt geïmporteerd.
Zouden we in ons land honger lijden wanneer om een of ander wonderlijke reden er een tijd lang in ons land geen voedsel wordt geproduceerd?
Antwoord: nee, zolang de distributiecentra niet worden geblokkeerd.
Of wordt er bedoeld dat wanneer er plotseling nergens meer op de wereld boeren zouden zijn dat er dan honger in ons land komt?
Antwoord: ja, duh!

Gezien de grote steun voor de protesten van de boeren bij de burgers en het grote aantal zetels dat nu gepeild wordt voor de BoerBurgerBeweging onder de leiding van Caroline van der Plas en de lage kwaliteit van de argumentatie moet er iets aan de hand zijn wat toch aanslaat bij velen.
Die verklaring kan liggen in een algehele onrust en onzekerheid onder de bevolking over de toekomst en onvrede over het kabinetsbeleid. Dan is het aantrekkelijk om je steun te geven aan een groep die zo machtig lijkt dat ze niet worden tegengehouden door de politie en naar wie de politiek onder de druk lijkt te willen luisteren. Misschien kunnen de boeren voor een andere regering zorgen.
Het kan ook zijn omdat door de BBB en door de boeren overvloedig gebruik gemaakt wordt door drogredeneringen. Drogredeneringen zijn oneigenlijke argumenten die door degene die ze aanhoort niet worden doorzien als ongeldig. Leugens vermomd als waarheid.
Veel burgers uit de stad hebben geen benul van de veranderingen die op het platteland hebben plaats gevonden in de praktijk van dieren houden. Zij hebben romantische herinneringen aan een manier van werken met dieren die nog nauwelijks meer bestaat.
Die burgers zijn door hun onwetendheid en onzichtbaarheid van wat er in de stallen gebeurt gemakkelijk te manipuleren met drogredenen.

Er zijn nogal wat drogredenen die in de strijd worden geworpen.
De cirkelredenering:
Het heeft geen zin om iets te doen aan de grote vleesconsumptie, want bijna niemand doet mee
Het heeft geen zin om de veestapel te krimpen, want het aantal vleeseters groeit

Het beroep op macht:
Ik hoop voor je dat je zelf nooit in die omstandigheden terecht komt dat je boeren nodig hebt
Ik hoop voor je dat er straks nog boeren over zijn, want anders moet je gras eten

Het beroep op de gevolgen:
Als jouw actie om minder vlees te produceren succes heeft, dan betalen we allemaal voor de gevolgen

Het beroep op oneigenlijke argumenten:
Het is onzin om je hier druk te maken over dierenwelzijn, want ergens anders is het nog slechter
Wanneer we stoppen met vlees eten dan moeten er miljoenen dieren naar de slacht

Het beroep op onbekende argumenten:
Natuurlijk mag wat mensen met dieren doen, want mensen zijn intelligenter
Natuurlijk eten mensen vlees, want hun gebit is er geschikt voor

De drogreden van deel en geheel:
Ik kan voorbeelden noemen die weliswaar dieren het leven hebben gekost, maar vele mensenlevens hebben gespaard

Het argument op de man:
Je zegt dat je voor dieren bent, maar je profiteert zelf ook
Je wilt geen dieren eten, maar je draagt wel leren schoenen

Het beroep op autoriteit:
Ik studeer medische biologie en kan weten waarom dierproeven noodzakelijk zijn
Ik woon tussen boeren en weet dat zij heel veel van dieren houden

Het beroep op onwetendheid:
Dieren vinden het niet erg om gebruikt te worden, want je kunt niet bewijzen dat ze het wel erg vinden

Het beroep op vermeend verband:
We hebben altijd al dieren gebruikt en dat heeft veel opgeleverd

Het beroep op het volksgevoel:
De meeste mensen vinden het gebruik van dieren heel gewoon

Het beroep op medelijden:
Als dieren niet meer gebruikt mogen worden, raken veel mensen werkloos

Het ontduiken van de bewijslast:
Ieder weldenkend mens weet dat het niet erg is om dieren te gebruiken

Stroman. Vertekenen en in de grond boren:
A 'We moeten heel voorzichtig zijn met het toepassen van kunstmest, bestrijdingsmiddelen en antibiotica'.
B 'Dus jij zegt dat we die middelen niet moeten toestaan?'

Het vertekenen van de standpunten:
Dieren rechten toekennen betekent dat dieren hetzelfde behandeld moeten worden als mensen.

Het argument "geen boer, geen voer" is een drogredenering die geschaard kan worden onder het beroep op macht of het beroep op de gevolgen. Eigenlijk is het ook een vertekenen van standpunten want het regeringsbeleid is niet gericht tegen boeren. Dat de overheid aanbiedt om boeren uit te kopen die te dicht bij een kwetsbaar natuurgebied wonen is geen reden om te stellen dat de voedselvoorziening in gevaar komt of nog sterker dat de overheid er op uit is om alle boeren van hun land te verdrijven.

21 december 2021

Het helen van psychologische onrust ontstaan in de oudheid

Jeremy Griffith is een bioloog die een psychologische verklaring heeft voor een huidige staat van onrust. Griffith ziet zijn theorie als redding voor de mensheid. 

Jeremy Griffith betoogt dat we ooit in de kindertijd van de mensheid leefden in een matriarchale periode. Liefde stond centraal evenals empathie, saamhorigheid en verbondenheid. Dit was nodig om te overleven. De mens is in diepste wezen goed maar dit zijn we kwijtgeraakt toen onze bewuste geest zich meer ging ontwikkelen en via nadenken onze onbewuste geest ging programmeren. Zo ontstond afscheiding, ongelijkheid, verdedigen van eigendommen en eigenbelang. De man werd sterker dan de vrouw en er ontstonden gevechten en oorlogen. De patriarchale periode volgde die al eeuwen onderbouwd worden door religies en vooroordelen (condities).

Griffith hoopt dat het inzicht, dat de zin van het bestaan niet is dat we gedwongen zijn om onze genen voort te planten, bevrijdend zal werken. Zijn verklaring zou aan kracht winnen wanneer hij onze manier van voeden had betrokken in zijn analyse. Het zou bevrijdend werken voor alle levende wezens op aarde, temeer wanneer we evenwaardigheid betrekken in zijn aanbeveling.

Het voorgaande ietwat herschreven en aangevuld geeft een completer beeld.

In de kindertijd van de mensheid leefden we in een matriarchale periode en in een jagers- en verzamelaars samenleving. Liefde stond centraal evenals empathie, saamhorigheid en verbondenheid. Voedsel werd gedeeld, niet verkocht. Dit was nodig om te overleven. De mens is in diepste wezen goed maar dit zijn we kwijtgeraakt toen onze bewuste geest zich meer ging ontwikkelen en via nadenken onze onbewuste geest ging programmeren. We kwamen op het idee om de natuur naar onze hand te zetten en dieren als huisdier en vee te houden. Door de verschuiving van jagen naar veehouderij en van verzamelen naar landbouw ontstond afscheiding, ongelijkheid, verdedigen van eigendommen en eigenbelang. Er ontstond handel. De man werd sterker dan de vrouw en er ontstonden gevechten en oorlogen. De mens beschouwde zichzelf als top van een voedselpiramide en de man als hoofd van het gezin. De patriarchale periode volgde die al eeuwen onderbouwd worden door religies en vooroordelen (condities).

Tot zover een samenvatting van een lang betoog door Griffith, dat gratis te lezen is in een pdf te downloaden van het Internet. Wat nu volgt is niet zijn theorie, maar een uitstapje naar dierenrechten.

Wat de kern is van beide analyses en teksten is de kijk op ongelijkheid tussen mensen onderling en tussen mens en dier als verklaring voor speciësisme. Het opheffen van ons vooroordeel, dat we meer zijn dan een ander en daarmee onze verbinding met het geheel zijn verloren, zal moeten gaan via het inzicht dat we allemaal (mens en dier) intrinsiek evenwaardig zijn in ons recht op vrijheid. Dit inzicht heeft gevolgen voor wat we eten en hoe we de aarde inrichten als plaats waar iedereen kan leven naar zijn eigen aard. Het vraagt om een voortdurend zoeken naar ecologische, economische en psychologische balans en een individuele en collectieve motivatie om niet meer gericht te zijn op het verdienen van geld alleen, maar onze inspanning en energie te richten op het gemeenschappelijke belang om samen te werken.

Jeremy Griffith betrekt in zijn zeer omvangrijke uitleg van wat hem tot zijn conclusies heeft geleid ook religieuze argumenten. Voor een onderbouwing van bovengenoemde aanvulling op de samenvatting lees ook Evolutie van het geloof in God


13 oktober 2020

Probleemloos voedsel produceren in de toekomst

Twee derde van ons vaste land is in gebruik door boeren. In het buitenland is dat gemiddeld zo’n 30%. Daar is meestal meer natuur. Het overgrote deel van de gewassen op ons land wordt aan het vee gevoerd. Ruim de helft van het land gebruiken we voor de koeien. Nederlandse akkerbouwers en veehouders exporteren (via de verwerkende industrie) zo’n 80 procent van wat ze produceren. Voor die 80% Nederlandse export is heel veel import van veevoer vanuit het buitenland nodig, zo ongeveer 2x de oppervlakte van Nederland.

De Nederlandse boer werkt dus nauwelijks voor de Nederlandse consument, maar volgens de borden langs de weg vindt hij wel dat wij hem dankbaar zouden moeten zijn. Zijn bijdrage aan de economie is echter veel en veel lager dat hij ons wil doen geloven. Er is een disbalans in economie en ecologisch evenwicht.

Boer en ondernemer Jaap Korteweg vindt deze omweg om voedsel voor mensen te produceren niet efficiënt. Samen met PvdD senator Niko Koffeman heeft hij de Vegetarische Slager opgericht om vleesvervangers te maken die lijken en smaken als vlees. Dat doen zij omdat zij denken dat veel mensen uit zichzelf nauwelijks bereid zijn om vlees te laten staan, maar er uiteindelijk weinig bezwaar tegen zullen hebben wanneer hun vlees direct van planten is gemaakt. Voorwaarde is dan wel dat het ongeveer hetzelfde smaakt. Veel vegetariërs vinden het niet nodig om plantaardige producten te kopen die naar vlees smaken. Dat is ook niet de primaire doelgroep die zij willen bereiken, maar die wel zijdelings kan profiteren van de ontwikkelingen in plantaardige ingrediënten voor voedsel. Ze hoeven dan in recepten alleen het vlees te vervangen door de (bijna identiek smakende) vleesvervanger en ze kunnen dit probleemloos aan vleesetende gasten voorzetten. 

Koffeman en Korteweg zijn er van overtuigd dat wat met vlees kan ook met kaas en zuivel kan. Ze hebben een bedrijf opgericht dat melk zonder tussenkomst van koeien produceert: Those Vegan Cowboys. De boer van de toekomst is dan de leverancier van gras als grondstof voor plantaardige melk. Korteweg vindt ook dat het land niet meer hoeft te worden bemest met mest afkomstig van vee. Dat probeert hij direct met stikstofhoudende planten als bemesting te realiseren. Naast het gebruik van landbouwgrond voor gras, ziet hij toepassing van robots die het land bewerken, onkruidvrij houden en oogsten. En wanneer de technologie van deze robots en van drones verder ontwikkelt kunnen die zelfs voedselbossen onderhouden en oogsten. Voedselbossen bestaan uit gewassen en vruchtdragende struiken en bomen die jaren blijven staan. Er is dan geen jaarlijkse kaalslag. Dat bevordert de biodiversiteit en levenskansen van bijvoorbeeld insecten.

Zo kunnen voedselbossen een ecologische eenheid vormen waarin meer diersoorten in harmonie kunnen leven zonder de productie te verlagen. En daarmee de balans tussen natuur en economie herstellen. Deze manier van voedsel produceren, gericht op het niet meer gebruiken en consumeren van dieren, lost de meeste bedreigingen van het leven op aarde op.

Wie dit verhaal wil terughoren en terugkijken zij verwezen naar de VPRO uitzending De Boer van de Toekomst.

06 april 2020

Belangen van mens en dier evenwaardig wegen

Dit artikel is geschreven om de oproep om te stoppen met diergebruik inclusiever te onderbouwen. Er zijn in de loop van decennia genoeg redenen aangevoerd om meer rekening te houden met dieren, maar telkens leek een nieuwe crisis de vorige argumenten te overschaduwen.

Redelijk nieuw is het inzicht dat het produceren en eten van vlees door de CO2 uitstoot bijdraagt aan de opwarming van de aarde en daarmee aan verslechtering van de leefbaarheid van de aarde.
Recenter is de stikstofcrisis die activiteiten in de economie dreigde stil te leggen. Huizenbouw of handhaving van de veestapel? Veel verkeersbeweging op de weg en in de lucht levert naast de industrie NO2 die samen met de uitstoot van ammoniak NH3 uit de intensieve veehouderij neerslaat als fijnstof en bemesting van natuurgebieden, die daardoor van aard en samenstelling veranderen.
Fijnstof maakt ons ook vatbaarder voor infectieziekten omdat deze vervuiler het functioneren van onze longen aantast. 
De overproductie van de Nederlandse veehouderij, gericht op de export, wordt al decennia gehekeld door de milieubeweging omdat dat naast dierenleed samengaat met overbemesting en daarmee een last is voor de naaste omgeving en de draagkracht van de natuur. Deze inzichten hebben geleid tot strenge regelgeving, die nog weleens wordt aangescherpt zodat veehouders nooit zeker konden zijn van welke bedrijfsvoering een gezond verdienmodel zouden oproepen. Het leidde tot een samenspel van stoppende bedrijven in combinatie met groei in veestapel bij collega's.

De opkomst van vleesvangers gaat samen met het inzicht dat de mens beter minder vlees kan eten dan elke dag en liefst helemaal niet meer. Het is immers door de globalisering van de supermarkten kipsimpel om een diverse en gezonde maaltijd samen te stellen van internationale voedingsmiddelen die niet van dieren afkomstig zijn.

De ethische overweging of dieren eten wel mag is eigenlijk van alle tijden. Steeds meer komt deze overweging te staan in het licht van evenwaardigheid. Niet alleen mensen willen vrij zijn, ook dieren willen dat. Wat of wie zijn wij mensen (meer) dat wij vinden dat we dieren mogen gebruiken om op te eten? Is dat gebaseerd op religieuze gronden dat het dier door God aan de mens is gegeven om er over te heersen? Het hoeft geen nadere betoog dat we zo langzamerhand voldoende autonoom geacht worden om dat zelf te kunnen bepalen. Het is (wederom en tegelijkertijd altijd) tijd om al onze overtuigingen kritisch te bezien. Waar komen onze (belemmerende) overtuigingen vandaan en zijn ze wel geldig?
Het is ook niet nodig om dierziektes te mystificeren als wraak van de natuur en zo proberen het gedrag van mensen te beïnvloeden. We hoeven alleen dezelfde principes waarvan we willen dat andere mensen zich aan houden  toe te passen op onze omgang met dieren: "respecteer elkaars grenzen en vrijheid". Dat is wederkerig en evenwaardig.

Yin en yang mens en dier

Een vorm van evenwaardigheid is ook een eerlijke verdeling van het aardoppervlak in delen waar de natuur met rust gelaten wordt, waar we gaan wonen en welk deel we gebruiken voor voedsel te verbouwen. Wat eerlijk is, is ook een vraag naar balans en gezond delen. Ecoducten kunnen open voor alle dieren; levenskrachtig grote en verbonden natuurgebieden voor planten en dieren met een deel voor recreatie voor de mens.

Ook de juiste afstand houden met anderen zouden we door moeten trekken naar dieren. Dieren kunnen dan hun autonomie bewaren en gezonder soorteigen gedrag vertonen. Ook dieren vinden minstens anderhalve meter afstand prettig en zo voorkomt het ook besmetting van mens naar dier.

20 augustus 2018

Het werkt bevrijdend dieren niet meer als voedsel te zien

In de oudheid toen de menselijke samenleving nog een jagers-verzamelaarskarakter had leefden de dieren vrij en werden gegeten wanneer zij in handen van mensen vielen door eigen zwakte of slimheid van de jagers. Toen de samenleving meer een landbouwkarakter kreeg, werden dieren in gevangenschap gehouden en geslacht op het moment dat de mensen voeding of kleding nodig hadden of wanneer dierlijke onderdelen ingezet kon worden als handelswaar. Het produceren van voedsel werd gedelegeerd. Mensen werden vrij om zich te onderscheiden door met andere zaken bezig te gaan en zich in steden te vestigen.
Er was wel magisch denken over de natuur maar in onze verhouding met dieren was weinig evenwaardigheid. Ze waren zwak of onderworpen. Weliswaar liet men dieren tot op bepaalde hoogte vrij, maar dat was vooral vanuit efficiency overwegingen. Ze konden in relatieve vrijheid in de omheinde weide hun eigen voedsel tot zich nemen.
De dieren die we tot huisdieren reken(d)en, de hond en de kat, hebben lange tijd vooral een functie gehad, zoals meehelpen in de jacht of de voedselvoorraden beschermen tegen muizen en ratten.

Tegenwoordig vragen veel dierenliefhebbers, die gestopt zijn met vlees eten, zich af waarom het zo lastig is voor vleeseters om zich te bekommeren om het lot van de dieren die nu voor voedsel worden gehouden.
Het helpt om de traagheid van vooruitgang in de positie van dieren te begrijpen wanneer je je realiseert hoe diep het in ons onderbewustzijn is doorgedrongen dat dieren vooraleerst gezien worden als voedsel. Het is een misplaatst superioriteitsgevoel en dedain voor het machteloze. Om die overtuiging los te kunnen laten moeten we de verhouding tot dieren opnieuw afstemmen. We zouden dieren opnieuw vrij moeten laten (om hun natuurlijk gedrag te kunnen vertonen), maar nu vanuit het besef (bewustwording) dat we ze niet meer nodig hebben voor voedsel en dat ze ook levensruimte nodig hebben. Laat alle diersoorten en individuele dieren die jouw vrijheid niet aantasten toe in je morele cirkel en besef dat in evenwaardigheid wederkerige vrijheid is door te trekken naar alle diersoorten.

Het bevrijdt mensen ook zelf en het leven wordt leuker. Het geeft de mogelijkheid om een levensstijl aan te houden met minder gewetensbezwaren en risico op gevaren voor de gezondheid. Het geeft ook de mogelijkheid om het landschap opnieuw in te richten waarbij we dieren vrij en in hun volle glorie kunnen ontmoeten.

En het helpt moeiteloos tegen klimaatopwarming. Vlees eten en produceren is de voornaamste veroorzaker van de uitstoot van broeikasgassen.

26 juli 2018

Van het ene dier houden en het andere niet

Er zit veel frustratie bij mensen die zelf een of meer huisdieren hebben en opkomen voor het lot van dieren in de bio-industrie. Waarom zien anderen niet dat dat inconsequent is om met de ene hand jouw hond of kat te aaien en met de andere hand een kipnugget in jouw mond te stoppen?
Helaas, het is alleen inconsequent wanneer je ervan uit gaat dat mensen die van minstens één dier houden dat ook voor alle miljarden dieren die nu op aarde leven zouden moeten doen.  En dat vragen mensen ook niet van elkaar. Wat niet te veel gevraagd is om het recht op vrijheid door te trekken van mens op dier. Dat kan en mag omdat vrijheid wederkerig is. Je mag een ander verplichten om het recht op de vrijheid van anderen en jouzelf in acht te nemen. De samenleving zal anders worden ingericht wanneer dit recht op vrijheid wordt doorgetrokken naar dieren, maar het staat iedereen vrij om er zelf nu al aan te beginnen om erover na te denken waar hij/zij zelf het eigen gedrag kan aanpassen.
Daarbij geldt wat veganist Boele Ytsma vandaag op zijn Facebookpagina (nu opgeheven) schrijft: "Vrijheid kan niet bestaan zonder het kompas van compassie (voor de ander) en zonder het kompas van een moraal".
Zelf verwoord ik het als volgt "zonder liefde geen vrijheid en zonder vrijheid geen liefde".
Het kompas is gericht op vergroting van  liefde en vrijheid en de moraal is "die levenswijze is goed die de vrijheid van zoveel mogelijk levensvormen vergroot".

Meer lezen over waarom vrijheid een grondrecht voor dieren is?

30 mei 2018

Welk beeld roept Yvon met Onze boerderij op?

Na de 2e wereldoorlog kreeg de Nederlandse boer van collega en minister Sicco Mansholt de opdracht mee om meer en goedkoper voedsel te produceren. “We gaan de wereld voeden” werd er geroepen en iedereen geloofde dat het mogelijk was, vooraleerst de boer zelf. Wat hij minder goed zag was dat hij gebruikt werd door de overheid, politiek en het bedrijfsleven als aandrager van grondstoffen. En die grondstoffen waren niet alleen plantaardig, hij mocht zijn dieren ook zo beschouwen. Het werd hem aan alle kanten gemakkelijk gemaakt: het bouwbedrijf bouwde zijn stal, de mechanisatie droeg machines aan om het werk te verlichten, veevoer werd geïmporteerd en de coöperaties zorgde voor verkoop aan het buitenland. Het grote groeien kon schijnbaar eindeloos doorgaan, immers de wereldbevolking groeide mee. Er werd jaren goed geboerd en menig boer kon met pensioen in de boerenhemel (een villawijk aan de rand van het dorp). Dat niet iedere boer mee wilde doen met een economie van  “meer, meer, meer”, gaf nou juist aan de meest ambitieuze boeren de ruimte die ze nodig hadden om te groeien. Kortom: de doorzetters leken te profiteren. De PR-machine, geholpen door de universiteit van Wageningen, bleef de verhalen aandragen dat ook het buitenland enthousiast was over de exportproducten die de wereld overgingen.
Ondertussen waren er in de vorige eeuw ook mensen die met lede ogen aanzagen dat er veel natuur verdween van het platteland. Gelukkig was er de politiek die via het poldermodel een compromis wist te sluiten: sommige delen van het land werden aangewezen als natuurgebied en op andere delen mochten boeren ongehinderd hun gang gaan. Gelukkig waren er ook boeren die op een natuurlijke manier wilde werken en die worden vaak geportretteerd en houden zo de zuiver zakelijk werkende boeren uit de wind.
De beheersing van de natuur in het gebied dat voor de boeren was, naderde perfectie, maar had ook een schaduwzijde. De nadruk op monoculturen en hoge productie leidde tot ziektes. Medicijn na medicijn werd ontwikkeld maar de disbalans tussen natuur die vanzelf haar weg volgt en gecultiveerde natuur die zo snel mogelijk tot financieel resultaat moest leiden werd steeds groter. Ook de landbouwgrond verarmde ondanks het mestoverschot.
Landbouw werd een steriele omgeving voor mens en dier en de vraag werd steeds nijpender of het grote publiek nog langer achter de ambities van de landbouwpolitiek blijft staan. De overgebleven boeren, die al jaren meedraaien in het groeiproces, zijn inmiddels volkomen afhankelijk van hun omgeving: de verwerkende industrie, de banken, de politiek, de media, de sympathie (lees het zwijgen) van hun buren.

De zorgvuldig aangewakkerde liefde voor de boer begon te tanen. De vraag kwam op of technologie wel alle problemen kan oplossen, die de ondertussen overwegend intensieve landbouw met zich mee heeft gebracht. En hebben natuurgebieden niet te veel te lijden onder het gebruik van bestrijdingsmiddelen en doorlekken en neerslaan van meststoffen uit naastgelegen landbouwgebieden? Kan het publiek vermaakt worden met de menselijke kant van het boeren, zodat de aandacht afgeleid wordt van de boven het hoofd groeiende problematiek als mestoverschot, dierenleed, milieuvervuiling en landschapspijn?

En net zoals zij zelf aankijken naar het financiële resultaat van hun werk, kijken anderen naar de boeren: wat kost die grootschaligheid ondertussen? Levert het wel op wat gezegd wordt? Worden er niet teveel kosten verborgen gehouden? Mansholt heeft zich inmiddels in zijn graf een aantal keren omgedraaid omdat de doorgeslagen grootschaligheid nu ook weer niet zijn bedoeling was. Ook het vertrouwen van het publiek na een aanhoudende reeks van voedsel- en dierenwelzijnsschandalen is nog steeds niet geborgd.
Het geheel van omgaan door boeren met de natuur ziet er technologisch en daarmee ietwat liefdeloos uit. De onnatuurlijke disbalans is niet goed voor hun imago.

Tijd voor een reddende engel: Yvon Jaspers. Yvon maakt door de agrosector (i.c. veevoederproducent For Farmers) goed betaalde emo-tv, waarin een kritische noot niet wordt geschuwd.
De vraag is echter of alle relevante vragen wel gesteld worden. Boeren zijn individuen uit een groep die de draagkracht van de natuur al veel te lang op proef hebben gesteld. Wat is de zin van het exploiteren van hun emoties wanneer zij terecht door de politiek worden teruggefloten?
De vraag die gesteld moet worden is of de individuele boer bereid is zijn of haar aandeel te zien in die manier van werken die cumulatief bij de sector schadelijk uitwerkt voor de belangen van de samenleving en de natuur. Is hij of zij bereid daarvoor de verantwoordelijkheid te nemen en de werkzaamheden zo aan te passen dat de schadelijkheid verdwijnt.
Zal Yvons vorm van aandacht van wat er achter de schermen in de boerderij gebeurt de sector redden of de teloorgang helpen vertragen? Of is zij een goed betaalde afleidster van een structureel van de natuur afgedwaalde sector?

21 januari 2016

Zin en onzin over voedsel gebundeld

Mac van Dinther heeft zijn Volkskrantartikelen over zijn onderzoek naar de voedseldilemma’s van deze tijd gebundeld.
‘Geef ons heden ons dagelijks brood’. Deze bede uit het Onze Vader is tegenwoordig een gebed zonder end. De moderne consument moet zich een weg banen door een mijnenveld van meningen, borrelpraat, elkaar tegensprekende onderzoeken en reclame. De voedingsindustrie, de boeren, de milieubeweging, de supermarkten: ieder heeft zijn eigen agenda. Wie kun je nog geloven?

De 10 geboden volgens van Dinther.
  1. Eet liever lokaal, maar maak je niet te veel zorgen over de milieukosten van voedsel dat per boot of vrachtwagen wordt aangevoerd. Doe boodschappen op de fiets.
  2. Eet bij voorkeur biologisch, maar maak er geen dogma van. Zie biologisch meer als richtinggevend dan als zaligmakend.
  3. Eet (veel) minder vlees en alleen van dieren die diervriendelijk zijn gehouden.
  4. Eet zo veel mogelijk vers en onbewerkt voedsel, maar doe niet panisch over E-nummers.
  5. Betaal een 'eerlijke' prijs voor eten; steun een partij die de verborgen (milieu)kosten van eten wil doorberekenen.
  6. Kook zo veel mogelijk zelf. Wie kookt, houdt controle over zijn eigen eten.
  7. Als u van tuinieren houdt: teel zelf groente en fruit. U zult er de revolutie niet mee ontketenen, maar het is wel lekkerder.
  8. Verspil geen eten, maar maak u geen illusie: het probleem van voedselverspilling gaat dieper dan koken met kliekjes.
  9. Doe niet aan afslankdiëten. Ze werken geen van alle.
  10. Eet lekker, maar met mate.
Zijn onderzoek culmineert in het hoogste gebod "Gij zult goed eten" en start daarmee de retorische vraag "wat is goed eten"? Is dat eten dat goed smaakt, dat gezond is of dat voor het opdienen geen slechte aspecten had?

Dinther en met hem vele anderen stellen dat vlees eten slecht is voor het milieu. Dat is waar, maar hoe zit het met het recht van dieren om in vrijheid te mogen leven en buiten de menselijke voedselkringloop te blijven? Mensen hebben een alternatief. Mag je dan wel vlees eten wanneer de voedselindustrie de consument weet te overtuigen dat het met de milieueffecten wel meevalt?

13 september 2015

Boeren verdienen geen steun uit Brussel meer

Boeren leggen geen buffers aan. Zij willen groeien en zo min mogelijk belasting betalen. Subsidie ontvangen daar hebben ze geen enkele moeite mee.

Marike Stellinga is econoom en schrijft in NRC Handelsblad van zaterdag 12 september over de 500 miljoen steun die Brussel gaf aan de protesterende boeren.

Een citaat.
De wereldeconomie is een ongeleid projectiel. Belangrijke sectoren, als voedsel, hebben regulering nodig,” zei de voorman van de melkveehouders in deze krant.
Maar beste meneer, dat geldt voor alle bedrijven. Dan kunnen belastingbetalers élk bedrijf gaan compenseren, wanneer de wereldeconomie even de verkeerde kant op gaat.
Op- en neergang hoort echt bij de economie en dus bij ondernemen. En dat zal je echt zelf moeten opvangen, ook als boer (hoge uitzonderingen daargelaten). Er is nog een argument tegen al die hulp: je beloont slecht gedrag en straft de verstandige ondernemer. Elke keer dat de overheid zielige boeren redt die geen buffer aanlegden voor slechte tijden, staat de ondernemer die wel een buffer aanlegde voor gek. Die kijkt de volgende keer wel uit: hij kan net zo goed meer risico nemen, want de overheid redt je toch wel. Met elke ronde hulp zal je dus minder boeren krijgen die voor zichzelf kunnen zorgen. Van mij mag de markt voor voedsel dus een stuk normaler worden, of moet ik zeggen gezonder?
Op- en neergang hoort bij de economie. Dat moet je zelf opvangen, ook als boer.
Tot zover Marike Stellinga.

Door de huidige kennis over voedseltechnologie is in principe elk land in staat om voldoende voedsel te produceren voor haar bevolking. Het oorspronkelijke probleem van voedselonzekerheid is nu overproductie geworden, waardoor landen elkaars markten kapot kunnen concurreren.

Vlees en zuivel zijn dierlijke producten. Om daarmee de kostprijs bij productie laag te houden, gaat ten koste van dierenwelzijn. Het mestoverschot leidt in landen die exorbitant overproduceren, zoals Nederland, tot milieuproblemen, waarvoor de belastingbetaler direct (om de vervuiling op te ruimen) of indirect (via subsidie uit Brussel) voor opdraait.

29 juli 2015

Voedsel zou geen onderwerp van concurrentie moeten zijn

Boeren die produceren voor de export zijn afhankelijk van politieke ontwikkelingen. De Franse boeren die wegen blokkeren om een reactie van de overheid af te dwingen en die vrachtwagens met geïmporteerd voedsel leeghalen zijn een beetje hypocriet en voeren op een oneigenlijke manier actie. Het is geen wonder dat deze acties maar in beperkte (eigen) kring enthousiast worden ontvangen.
Het is begrijpelijk dat een melkveehouder minimaal kostendekkend wil produceren.
Door de overproductie na het afschaffen van het melkquotum, het sluiten van de Russische markt en het bij nader inzien toch niet zo'n grote Chinese behoefte aan babymelkpoeder kunnen voedselverwerkers hun producten niet meer kwijt. Dus zakken de prijzen.

Wat de een te veel produceert kan een ander niet meer verkopen. Ook een wereldmarkt is op een gegeven moment verzadigd. Boeren concurreren elkaar kapot. Niet de beste wint, maar de meest gewetenloze of minst milieu- of diervriendelijke boer. Het is een ratrace of race-to-the-bottom geworden. Argumentatie over wat er aan de hand is, is vooral een uitwisseling van halve waarheden, chauvinisme en drogredenen (zie labels).

De situatie van overproductie en veel negatieve gevolgen voor dierenwelzijn en milieu roept de vraag op of voedsel wel zo geschikt is voor de vrije markt. Natuurlijk, niemand zal pleiten voor het ter ziele gegane communistische systeem waarbij een centraal comité de productie van voedsel plande, maar een betere afstemming en verdeling van productie binnen de EU moet mogelijk zijn. Waarom binnen Europa vlees en zuivel overproduceren en boeren uit buurlanden kapot concurreren? Waarom binnen continenten überhaupt meer voedsel produceren om elkaar tussen continenten te beconcurreren?

De nadelen van de vrije markt voor voedsel zijn evident. Wie concrete voorbeelden wil lezen, zie onderaan via de labels.
Het wordt tijd om binnen de internationale politiek afspraken te maken om te stoppen met het heen en weer slepen van voedsel over de wereld en om de voedselstromen zo te reguleren dat ieder mens op de wereld voldoende te eten krijgt en nadelen als dierenleed en milieuschade worden gestopt.
Een eis van grondgebondenheid, waarbij het voer op eigen land verbouwd wordt en de mest op eigen land wordt uitgereden, helpt al een groot deel van de overproductie te stoppen.

26 juli 2015

Race to the bottom in de melkveehouderij

Door de schaalvergroting in de melkveehouderij verdwijnen er steeds meer bedrijven. De groten slokken de kleintjes op. De concentratie in megabedrijven is gemakkelijk voor de verwerkende industrie. Een melkauto hoeft minder adressen te bezoeken om met een volle tank op de fabriek te komen en de voederfabrikant kan meer op minder adressen afleveren. De verwerkende industrie koopt bij de boer de grondstoffen zo goedkoop mogelijk in en probeert bij de afnemer zoveel mogelijk de suggestie te wekken dat er zoveel waarde aan is toegevoegd dat het een grote marge rechtvaardigt.

Voor de koeien is er niet direct een bedreiging in een megastal. Niet meer in de wei kunnen is een achteruitgang in dierenwelzijn, maar een koe die kan kiezen, kiest soms ook voor de stal. Vanwege de temperatuur, regen, wind of het voedsel.
Een melkrobot is geen directe aantasting van dierenwelzijn. Het geeft de boer en de koe vrijheid. Het is pech voor de koe die niet goed past in het concept, bijvoorbeeld omdat de vierde speen onderontwikkeld is. Die gaat naar de slacht. Of de maximale productie wordt minder en dat is al relatief op jonge leeftijd.

De schaalvergroting, het opheffen van het melkquotum, de overproductie voor de export en de vrije markt zorgt ervoor dat boeren binnen de landsgrenzen en over de landsgrenzen elkaars concurrenten worden.
De boer die de laagste kostprijs weet te combineren met het juiste tempo van investeren overleeft het langst. Dit proces gaat ten koste van diversiteit in de weide, de kwaliteit van leven voor de koe en de vrijwel onzichtbare gevolgen voor de onoplettende belastingbetaler die de nadelen betaalt. Een biologische boer is meer verantwoord bezig, krijgt meer voor zijn melk per liter, maar gemiddeld is zijn inkomen lager. Zijn bestaan zorgt ervoor dat het beeld van een alleen maar op geld beluste boer niet eenduidig is. Gezond voedsel bestaat niet, er is alleen verschil in meer of minder gezonde levensstijlen. Minder kunstmest en “gewasbeschermingsmiddelen” voorkomt milieuschade, maar levert minder kilo’s.

Het is de PR-machine die de duur en de loop van de race-to-the-bottom bepaalt. De consument is zich nauwelijks bewust van de balans in voor- en nadelen die goedkope zuivel als voedselbron biedt. De inhoud van het consumentenbewustzijn over de achtergrond van het voedsel wordt mede bepaald door oude mythes, onverschilligheid en halve waarheden. Het is niet zo moeilijk voor alle betrokken marktpartijen om naar een ander te wijzen als reden voor het niet veranderen van het nadelige gedrag.

De ontwikkelingen in de melkveehouderij kunnen geschetst worden als uitholling over de hele linie. Wie de ontstane ruimte in de voedselvoorziening invult, is degene die meer toegevoegde waarde weet te leveren in combinatie met een goed verhaal, smaak en een lage prijs. Is dat het veganisme? Voor velen ongetwijfeld. Velen zullen ook genoegen nemen met een combinatie van dierlijk voedsel en lookalikes op plantaardige basis.

De noodzaak en neiging om dieren in eten te stoppen verdwijnt langzaam. Dat is een bevrijdend proces waarvan de aard en tempo van de verandering weinig mensen bevredigt.


Klik hier om meer te lezen over het (afschaffen van het) melkquotum.

01 juli 2015

Voedsel niet in vrijhandel betrekken

Sjoukje, Lida en Laura zijn vrouwen van boeren. Samen maken zij een blog op "vrouwvanboer.nl".

De vrouwen zijn bang dat het vrije handelsverdrag TTIP desastreus zal uitvallen voor de positie van hun bedrijf.
Een citaat.
De Nederlandse Akkerbouw Vakbond (NAV) en de Nederlandse Melkveehouders Vakbond (NMV) zijn tegen TTIP, omdat het opheffen van de Europese bescherming naar verwachting zal leiden tot structureel onstabiele en te lage prijzen aan de boer. Deze vakbonden zetten zich binnen en buiten Platform Aarde Boer Consument al jaren in voor meer Europese marktregulering om te komen tot kostendekkende prijzen aan de boer, voor een product dat aan alle maatschappelijke eisen voldoet. TTIP zal dit definitief onmogelijk maken, verwachten zij. De melkveehouders die samenwerken binnen the Dutch Dairymen Board (DBB) delen dit standpunt. Voorzitter Sieta van Keimpema van de DDB wees ook op de grote nadelen van het CETA-verdrag tussen de EU en Canada. Hierdoor zal er namelijk veel meer Canadees rundvlees worden toegelaten, wat zogenaamd ‘hormoonvrij’ is, maar de controle hierop is minimaal. Bestuurslid Keimpe van der Heide van de NAV wil zelfs een stap verder gaan: voedsel zou volgens hem buiten alle vrijhandelsverdragen gehouden moeten worden. Voorzitter Ingrid Jansen van de Nederlandse Vakbond Varkenshouders (NVV) vreest dat het , bestaansrecht van Nederlandse familiebedrijven in het gedrang komt door oneerlijke concurrentie. De prijzen die varkenshouders krijgen, zullen volgens haar nog lager worden door het hogere aanbod van Amerikaans vlees. Daarbij is dit vlees geproduceerd tegen een lagere kostprijs, vanwege de lagere eisen waaraan de Amerikaanse boer hoeft te voldoen. Haar conclusie luidde dan ook ‘TTIP is desastreus voor de Nederlandse varkenshouderij’. Ook de landelijke vakgroep Pluimveehouderij LTO/NOP is tegen TTIP. Voorzitter Eric Hubers zegt dat TTIP het gelijke speelveld ondermijnt, doordat het Amerikaanse producten op de Europese markt gaat toelaten die met lagere voedselveiligheids-, milieu- en dierenwelzijnsstandaarden zijn geproduceerd. Deze producten mogen door wederzijdse erkenning van standaarden op de Europese markt worden toegelaten. Dit ondanks de belofte van minister Ploumen dat deze Europese standaarden niet verlaagd zullen worden. Iets vergelijkbaars gebeurt met de toelating van legbatterij-eieren uit de Oekraïne terwijl Europese pluimveehouders met een legbatterijverbod zijn geconfronteerd. Voorzitter Hennie de Haan van de Nederlandse Vakbond Pluimveehouders sluit zich hierbij aan. ‘Wat in Nederland mag worden geconsumeerd, moet ook in Nederland mogen worden geproduceerd. Het kan niet zo zijn dat in Nederland een verbod op bepaalde huisvestingssystemen geldt, maar dat producten afkomstig uit dergelijke huisvestingssystemen wel mogen worden geïmporteerd. Dat is de wereld op zijn kop’.

Tot zover "vrouwvanboer.nl".

Waar ik het met het grond van hart mee eens ben is dat voedsel buiten vrijhandelsverdragen zou moeten blijven. Het gevolg is namelijk dat die export van landen die de minste welzijnseisen voor dieren stellen uit de hand gaat lopen. We kunnen dan tegen veel te lage prijzen voedsel kopen die niet verantwoord geproduceerd is.
Verder zou ook ons land haar export van vlees en zuivel moeten afbouwen en alleen moeten produceren voor eigen bevolking zodat boeren in het buitenland niet door onze export gedwongen mee te gaan in lage welzijnseisen voor hun dieren om te kunnen blijven concurreren. We kunnen dan duurzame eisen stellen aan landbouw en veeteelt die rekening houdt met dierenwelzijn, ecologie en milieu en menselijke gezondheid.

30 juni 2015

Is onverantwoord voedsel een recht?

Heeft een consument het recht om onverantwoord geproduceerd voedsel te kunnen kopen?

In de Volkskrant van 30 juni wordt de vraag opgeroepen “Wie is bereid het Varken van Morgen te betalen?”
Een paar citaten:

Een paar jaar geleden maakten het Centraal Bureau Levensmiddelenhandel (CBL, de supermarkten), landbouworganisatie LTO en de vleessector vergelijkbare afspraken in het pluimvee, de dier- en milieuvriendelijke 'Kip van Morgen'. Maar de Autoriteit Consument en Markt (ACM) verbood begin 2015 die afspraken wegens kartelvorming: als alleen maar deze kip in de schappen ligt, wordt de consument die niet extra wil betalen voor diervriendelijker vlees in zijn keus beperkt.
,,,
Varkens die bestemd zijn voor de Nederlandse supermarktschappen zouden aan de minimale normen van één Beter Leven-ster van de Dierenbescherming moeten voldoen: onder meer 0,2 m2 extra ruimte, stro voor de zeugen, speelmateriaal en geen castratie. Vanaf 2020 moet het vlees ook aan aanvullende milieueisen voldoen. De ACM wil zich nog niet uitspreken over dit plan. Maar nu opnieuw een beschuldiging van kartelvorming dreigt, voelt het CBL zich als vertegenwoordiger van de supermarkten gedwongen afstand te nemen van de gemaakte afspraken.
Boeren en supermarkten geven nu de ACM de schuld van het niet doorgaan van het duurzamer varken: ze zou alleen economische belangen wegen. Om de spiraal van steeds goedkoper varkensvlees en slechte leefomstandigheden te doorbreken, moeten afspraken worden gemaakt over duurzaamheid. Dat kost geld, en iemand moet dat betalen.
Tot zover de Volkskrant.

Wanneer dit verbod met als argument kartelvorming tegen te gaan wordt gehandhaafd is dit een legitimatie van het recht om onverantwoord voedsel te produceren , te (ver)kopen en te consumeren.
De reden: het meeste vlees en zuivel in ons land wordt geëxporteerd. Om dit mogelijk te maken moet de kostprijs zo laag mogelijk zijn. Het gevolg is dierenleed, omdat de dieren geen leven kunnen leiden volgens hun eigen aard.
De Nederlandse consument die nauwelijks luistert naar zijn geweten profiteert mee via een lage prijs in de supermarkt.

30 maart 2015

Verdediging van gigavleeskippenstal

Pluimveehouder Marcel Kuijpers vindt zijn gigastal in Grubbenvorst met 1,1 miljoen vleeskippen ‘kleinschalig, duurzaam en diervriendelijk'.
Volkskrant van 30 maart: “Het wordt de grootste kippenstal van Nederland. Maar er is meer: er komt ook een slachterij en bio-energiecentrale naast te staan. Bovendien komt er een kilometer verderop een varkensbedrijf met bijna 35 duizend varkens, waarvan de mest door leidingen eveneens naar de biocentrale wordt vervoerd”.

Zoals veel boeren die een omstreden bedrijfsvoering willen verdedigen gaat Kuijpers in de aanval.
Er bestaan geen diervriendelijke stalsystemen, stallen kunnen alleen gerangschikt worden van zeer dieronvriendelijk naar minder dieronvriendelijk. En in die rangschikking is de bedrijfsvoering van Kuijpers niet per se de slechtste. Dat komt omdat dieren niet in kratten worden geladen om vervoerd te worden naar de slachterij. De kippen gaan op een langzame lopende band naar een slachterij op het terrein.

Het feit dat de mest en het slachtafval wordt verwerkt in eigen bio-energiecentrale levert een milieuwinst ten opzichte van andere bio-industrie want ook op dit punt worden minder kilometers worden gemaakt.

Maar een milieuwinst rechtvaardigt op geen enkele wijze het houden van kippen op dergelijke grote schaal. Kippen hebben voor hun welzijn het recht om in natuurlijke omstandigheden op te groeien. En dat betekent kunnen wroeten onder bosschages en stofbaden nemen in de zon.

De gigastal is wel een bijdrage aan voeding van de wereldbevolking. Maar de wereldbevolking kan ook met plantaardige voeding worden gevoed. En dat is veel gezonder en kan veel meer mensen goedkoper van milieuvriendelijk geproduceerd voedsel voorzien.
Wat aan het eind van het Volkskrantartikel wel erg klopt is deze uitspraak van Kuijpers: “als je tegen vleesproductie voor consumptie, eet dan gewoon geen vlees”.
En dat is een waarheid als een koe.

24 maart 2015

Wie betaalt de milieukosten van voedsel?

Om de consument een weg te wijzen door dit oerwoud heeft de Volkskrant de 10 Geboden van Goed Eten opgesteld. In een onregelmatig verschijnende serie worden alle geboden aan een diepgaand onderzoek onderworpen. Op 24 maart schreef Mac van Dinther:

De landbouw is een van de belangrijkste veroorzakers van grote milieuproblemen: opwarming van de aarde, verlies aan biodiversiteit, vervuiling van land, lucht en water. De bijdrage van de landbouw aan het broeikaseffect wordt geschat op 25 tot 30 procent. De aanpak daarvan kost wereldwijd honderden miljarden per jaar. Maar dat is niet verdisconteerd in de prijs van een pond kaas of een bak kastomaten.
En wat te denken van de gezondheidskosten die worden veroorzaakt door het gebruik van antibiotica in de veehouderij? Zouden die niet ook verdisconteerd moeten worden in het prijskaartje van een kipfilet? En de kosten voor dierenwelzijn? Of is dierenleed gratis? Armoede, milieu- en gezondheidsproblemen, dierenleed, het zijn de onzichtbare kosten achter onze voedselproductie. Ze zijn er wel, maar je ziet ze niet. En dus betaal je ze niet. Als je die kosten wel meerekent, zouden we meer voor ons eten betalen. Misschien zou een kilo varkensvlees dan wel een paar euro meer kosten dan nu.

....

Er zou eigenlijk een prijskaartje moeten hangen aan het gebruik van natuurlijke hulpbronnen als water, lucht en land. De (voedings)industrie maakt er gebruik van door afvalstoffen erin te lozen of door ze te vervuilen met pesticiden, broeikasgas of fijnstof. Adviesorganisatie KPMG International deed in 2012 onderzoek naar de externe milieukosten van elf bedrijfstakken, waaronder ook de luchtvaart, de mijnbouw en de auto-industrie. De voedingsindustrie bleek kampioen afschuiven.
Tot zover de Volkskrant.

Wie wil weten wie wel de milieukosten van voedsel betaalt, klik "Op uw kosten?".

19 februari 2015

Carnisme, over geloof en waarden rondom vlees eten

Carnisme is het onzichtbare geloofssysteem of ideologie, dat mensen conditioneert om (bepaalde) dieren te eten. Carnisme is in wezen het tegenovergestelde van vegetarisme of veganisme; "carn" betekent "vlees" of "van het vlees" en "isme" duidt op een stelsel van overtuigingen.
De basis principes van carnisme staan rechtover tegen de waarden van de meerderheid van de mensen die niet voor zo een intense uitbuiting zouden kiezen en het geweld tegen andere levende wezens afkeuren (zie video).
Willem Vermaat, docent milieuwetenschappen en dier- en milieuethiek aan de Universiteit Utrecht, schreef in de Volkskrant:
De discussie over dierenleed is goed. Maar waarom stellen we onszelf niet de fundamentele vraag of we dieren überhaupt mogen gebruiken als instrument?
....
Toch bestaat er zelfs geen gangbaar woord voor de ideologie dat mensen andere dieren mogen gebruiken en doden voor hun doeleinden. Daarmee is de problematiek feitelijk ook onbespreekbaar. De term carnisme, die gedefinieerd kan worden als deze ideologie, zou daarom meer gebruikt moeten worden. Hopelijk staan we hierdoor vaker stil bij wezenlijke kwesties als het instrumenteel gebruik van dieren.

In een artikel in Trouw onder de titel "De gehele veehouderij moet worden afgeschaft", schreef Vermaat:
Sociaal-psychologe Melanie Joy noemt dit carnisme, het tegenovergestelde van veganisme. Het is de onzichtbare overtuiging die maakt dat we dieren eten en voor andere doelen gebruiken. Carnisme is een gewelddadige ideologie.
...
Een volledige invulling van het begrip dierenwelzijn betekent een einde aan het gebruik van dieren. We hebben geen dierlijke producten nodig om te overleven en de veehouderij veroorzaakt dierenleed en doodt dieren.

Als we dus het principe hanteren dat het onrechtvaardig is dieren onnodig leed aan te doen en te doden, dan zullen we de veehouderij moeten afschaffen.

Boeken van Melanie Joy op bol.com.

03 februari 2015

Melk, je kan zonder

Veel mensen zijn opgegroeid met de sprookjes van de zuivelindustrie, zoals beelden van koeien in mooie, groene weiden en verhalen als melk is noodzakelijk voor sterke botten. Maar wat is daarvan nou waar? En hoeveel weet je nou echt over zuivel en de zuivelindustrie? Deze animatie doorprikt de sprookjes in 6 minuten. Wat er getoond wordt zal je mogelijk versteld doen staan.

18 december 2014

Informatie op vis-etiketten op Internet uitwerken

Visbedrijven hebben moeite met de informatie die ze vanaf 20-12-2014 moeten vermelden op de nieuwe etiketten voor visproducten. Zelfs per bedrijf zijn verschillen in de informatie op de etiketten te verwachten. In plaats van eenvoudiger en gelijker dreigt de etikettering onoverzichtelijker en onduidelijker te worden.

Toch is de oplossing simpel: geef de mogelijkheid om te verwijzen naar een Internetsite. Via Internet kan de consument thuis vergelijken welk product het meest geproduceerd volgens de criteria die hij belangrijk vindt. Op Internet kan iedereen die weet van de hoed en de rand controleren of correcte informatie wordt geleverd.

Koopt een consument in een winkel eerst het product en krijgt later te horen dat de informatie niet klopt, kan er altijd een procedure worden georganiseerd dat de fabrikant voor deze foute informatie wordt beboet.

Leeswijzer


Kijk op Facebook voor onze reactie op de actualiteit.
Aanbeveling: Thema's of steekwoorden vindt u via de labels onderaan de pagina of op Animal Freedom. Klik hier voor de laatste bijdragen.
Klik hier voor het beleid om uw privacy te beschermen.

Waarom dit blog?

De Nederlandse veehouderij is vooral gericht op zoveel mogelijk voor de export te produceren onder het motto “meer, meer, meer en groot, groter, grootst”. Dit heeft negatieve gevolgen voor zowel de dierenwelzijn, biodiversiteit, het milieu, het klimaat, de portemonnee en de gezondheid van burgers en ook voor welwillende boeren.
Dit blog verzamelt kritische artikelen die de wurggreep beschrijven waarin de veehouderij zichzelf heeft vastgezet. Zo willen we niet alleen een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de kwaliteit van het leven voor alle belanghebbenden, maar ook aan een schone, gezonde omgeving en een beter dierenwelzijn.

Ook de argumentatie dat dieren grondrechten hebben kan beter en meer aansluiten op hoe mensen voor zichzelf vinden dat recht moet gelden. Alle dier(soort)en kunnen in hun recht op vrijheid als (intrinsiek) evenwaardig aan mensen beschouwd worden. Dierenrechten zijn mensenrechten, die mensen de kans geeft om voor dieren op te komen.
Dieren, bijv. in de intensieve veehouderij, worden behandeld als een object in plaats van een subject met gevoelens en rechten.

De snelheid en het aantal dier(soort)en dat we voortdurend gebruiken is immens. De bijdrage aan onze welvaart en economie van de agrosector is gering. De oplossing is simpel en van niemand anders dan van ons zelf afhankelijk.

Dierenrechten in woord en beeld

Vrijheid is ook een intrinsiek grondrecht voor dieren. Dieren zijn geen dingen Dierenrechten zijn mensenrechten. Mensen moeten voor dieren kunnen opkomen wanneer hun grondrecht wordt geschonden.
logo van Animal Freedom yin en yang
Lees hier over de redenen waarom dieren recht op vrijheid hebben. Lees hier waarin mens en dier evenwaardig zijn.