Mens en dier zijn (intrinsiek) evenwaardig in hun recht op vrijheid

Bij de Stichting Animal Freedom leest u over de gedachte achter dierenrechten.
Hier leest u over ontwikkelingen in de agrosector en de gevolgen voor dieren(rechten).
Alle levende wezens zijn verschillend maar evenwaardig in het recht op vrijheid op een natuurlijk leven.
Een dier is (net als een mens) geen ding of een object.
Dierenrechten zijn mensenrechten. Mensen moeten kunnen ingrijpen wanneer mensen dieren misbruiken of onrecht aandoen.
Posts tonen met het label vleesvervangers. Alle posts tonen
Posts tonen met het label vleesvervangers. Alle posts tonen

08 november 2023

Van veroveren naar zelfbeheersing in het omgaan met de natuur

Een stapje terug doen 

In de loop der eeuwen heeft de mensheid de aarde verkend, veroverd en gevormd naar haar behoeften. Van uitgestrekte territoria tot diepe oceanen, we hebben de grenzen van de beschikbare ruimte op aarde opgezocht en vaak overschreden. Nu staan we op een keerpunt, waarbij we moeten erkennen dat er geen onontdekte landen meer zijn om te veroveren. In plaats daarvan moeten we onze inspanningen richten op het beheer van de ruimte die we hebben, met een speciale nadruk op het behoud van biodiversiteit en het toekennen van rechten aan dieren en de natuur zelf. 
Ons welzijn en zelfs onze gezondheid zijn nauw verbonden met de gezondheid van onze planeet. De biodiversiteit, die de verscheidenheid aan levende organismen en ecosystemen omvat, speelt een cruciale rol in het in stand houden van de balans van de natuur. Helaas is de menselijke activiteit in de loop der jaren een bedreiging geworden voor deze biodiversiteit. Ontbossing, vervuiling, overbevissing en klimaatverandering hebben geleid tot een dramatisch verlies van soorten en verstoring van ecosystemen. 
Het is nu essentieel dat we onze benadering van de aarde transformeren naar een meer harmonieuze samenleving met de natuur. Dit betekent niet alleen het behouden van wat overblijft, maar ook actieve inspanningen om biodiversiteit te herstellen en te bevorderen.

Rechten uitbreiden naar natuur en dieren

Het is tijd om de natuur en dieren te betrekken in onze morele cirkel. Dat betekent dat we de ethiek die we op elkaar betrekken doortrekken naar dieren: doe dieren niet aan wat je mensen ook niet wilt aandoen.
Een sleutelrol hierbij is het erkennen van de rechten van dieren en de natuur zelf. Net zoals mensen rechten hebben, zouden andere levende wezens het recht moeten hebben om vrij en ongehinderd te leven in hun natuurlijke omgeving. Het toekennen van rechten aan dieren en de natuur impliceert niet alleen het voorkomen van schade, maar ook het actief beschermen en herstellen van hun leefgebieden. Het betekent dat we moeten afstappen van een puur utilitaire benadering van de natuur, waarin het alleen waardevol is voor wat het ons kan bieden, en overgaan naar een meer holistisch begrip van onze plaats in het web van het leven.
Niet alleen afstappen maar ook een stapje terug doen. Niet meer de economie laten groeien om het groeien.
Concrete acties omvatten het instellen van beschermde gebieden, het verminderen van vervuilende activiteiten, duurzaam bosbeheer, en het aanpakken van de klimaatcrisis. Het betekent ook het stimuleren van duurzame praktijken in landbouw en visserij, waarbij de gezondheid van ecosystemen prioriteit krijgt boven kortetermijnwinsten. 
Nog beter is minder vlees en vis te gaan consumeren. De overgang naar een samenleving die de rechten van dieren en de natuur respecteert en beschermt, is niet alleen een morele plicht, maar ook een investering in onze eigen gezondheid en welzijn. Het is een erkenning van de onderlinge afhankelijkheid van alle levende wezens op deze planeet. Als we onze relatie met de natuur herstellen, kunnen we een veerkrachtige en duurzame toekomst creëren voor onszelf en de generaties die na ons komen. Het is tijd om niet langer als overheersers te handelen, maar als rentmeesters van de prachtige en delicate planeet die we thuis noemen.

14 januari 2023

De capabiliteitsbenadering om dierenrechten af te dwingen

Rechtvaardigheid voor dieren

'Een werkelijk mondiale rechtvaardigheid vereist niet alleen dat we over de hele wereld op zoek gaan naar andere leden van onze soort die recht hebben op een fatsoenlijk leven. Maar werkelijk mondiale rechtvaardigheid vereist ook dat we onze aandacht richten op andere levende wezens die over bewustzijn beschikken en met wier levens onze eigen levens onlosmakelijk en op ingewikkelde wijze verstrengeld zijn.' - uit Een waardig bestaan, over dierenrechten door Martha Nussbaum (1947).

Wij zijn geneigd te denken dat dieren over geen enkele vorm van zelfbewustzijn beschikken, en derhalve slechts middelen zijn ter bevrediging van de behoeften van de mens. De vooraanstaande Amerikaanse filosofe Martha Nussbaum betwist deze stelling. Dieren zijn een doel op zich en verdienen respect in de integriteit van hun bestaan. Ze kunnen pijn, angst en genot ervaren en hebben er recht op om niet op een wrede manier behandeld te worden.
Op basis van een filosofische analyse van de morele status van dieren komt Nussbaum tot een pleidooi tegen dierenmishandeling, tegen het gebruik van legbatterijen, tegen het doden van dieren voor de productie van luxegoederen, tegen jacht en sportvissen, en voor het recht van werkende dieren op respectvolle arbeidsomstandigheden.

Buitenstaanders hebben geen procesbevoegdheid om dieren te verdedigen

Hoezeer wij als mens ons kunnen inleven in het miserabele leven van een dier, opgesloten in een stal, het zal in de rechtszaal niet snel een argument zijn om een rechter te overtuigen om een veehouder te verplichten tot het vrijlaten van een dier of te verplichten om het buiten te laten komen. We hebben als bij dieren betrokken en letterlijke buitenstaanders volgens Nussbaum geen procesbevoegdheid. Het is het recht om naar de rechter te stappen als eiser in een rechtszaak. Gewoonlijk wordt procesbevoegdheid alleen toegekend aan iemand die een bepaalde schade heeft geleden. Medelijden valt daar niet onder. Een voor de hand liggende oplossing is zaakwaarnemers het recht toe te kennen om hen in de gelegenheid te stellen om voor dieren eiser te zijn in een rechtszaak. Deze structureel aan te stellen zaakwaarnemers kunnen en mogen niet vrijblijvend handelen; Nussbaum pleit voor een zorgplicht en een loyaliteitsplicht om belangenverstrengeling te voorkomen.
Helemaal in de lijn van haar capabiliteitstheorie zouden er zaakwaarnemers voor ieder type dier moeten komen.

Ook zouden betrokken mensen recht op informatie over de behandeling van dieren kunnen worden toegekend. Maar de veehouderij houdt dit tegen zodat het publiek niet eerlijke informatie krijgt over hoe het toegaat achter de staldeuren. Actievoerders die geheime opnames maken of in een stal inbreken mogen hun materiaal niet in een rechtszaak gebruiken omdat het bewijsmateriaal "illegaal" zou zijn verworven.

Geleden schade moet rechtstreeks zijn en het bezwaar mag niet gefundeerd zijn op ethiek of medelijden. En daarmee wordt de meest logische oplossing ontoegankelijk: geef ook dieren recht op vrijheid, zoals wij als mensen voor onszelf als eerste opeisen en evenwaardig toekennen aan welk lid van ons "ras" dan ook. Helaas wil Nussbaum dit recht niet toekennen aan levensvormen waarvan normaal gesproken gezegd wordt dat zij geen bewustzijn hebben.

Hoewel we in een democratie leven kunnen we de politiek niet bewegen en overtuigen om de bio-industrie af te schaffen, terwijl er toch in de bevolking een meerderheid is die er tegen is. Er worden wel wetten aangenomen om dierenwelzijn te waarborgen, maar deze wetten worden niet gehandhaafd. In de economie draai alles om geld en heeft ethiek geen waarde. Wat misschien nog wel een kans maakt, is om subsidies aan veehouders af te schaffen en oneigenlijke financiële steun (vrije marktverstoring) te verbieden met publieke gelden. Misschien komt het nog eens tot een rechtszaak wanneer er zoveel vleesvervangers zijn ontwikkeld dat de markt van vleesproducten op basis van planten de concurrentie aangaat met vleesproducten op basis van dieren. Misschien dat dan het argument, dat dieren in de veehouderij tekort wordt gedaan om geld te verdienen, als oneerlijke concurrentie wordt gezien voor ethisch verantwoord voedsel op basis van planten.

We hebben al te lang onze plicht verzaakt

De positie van dieren vraagt dringend om een wereldwijd ethisch reveil, om een bewustzijnsverandering van internationale proporties, aldus Nussbaum in haar boek Gerechtigheid voor dieren.
De mensheid heeft al eeuwen de collectieve plicht dierenleed te onderkennen en op te lossen. De huidige, globale problemen met vervuiling en klimaatopwarming vraagt onmiddellijke actie om ook dieren te erkennen als individuen met recht op vrijheid en een dierwaardig leven in overeenstemming met hun vermogens. Welzijn of gebrek aan welzijn heeft volgens de capabiliteitsbenadering in belangrijke mate te maken met de vrijheid die dieren hebben om hun leven naar eigen goeddunken in te richten. Het recht voor dieren om daarin vrij te zijn en het behoud en herstel van een natuurlijke omgeving voor dieren om in te leven, zouden we in wetten moeten vastleggen. Mensen die de overheid daaraan zouden willen houden zouden de procesbevoegdheid moeten krijgen om dat af te kunnen dwingen. Er is geen doorslaggevend argument om dierenrechten te negeren.
In 1998 schreef zij al: "ethische reflectie moet in dienst staan van onze alledaagse pogingen 'goed te leven'. Ethische reflectie kan daarom niet volstaan met het formuleren van algemene, abstracte morele principes. Nog belangrijker is dat we leren wat die algemene principes in concrete situaties betekenen. In dit subtiele proces van morele perceptie en oordeelsvorming spelen naast de ratio de emoties een rijke rol". 

Concrete actie

Wanneer we de capabiliteitstheorie vertalen naar dieren dan is het volgende de boodschap.
Elk dier wordt net als de mens geboren als een kwetsbaar wezen vol mogelijkheden en talenten die ieder zelf tot ontwikkeling moet kunnen brengen om zo het dier te worden die hij of zij in aanleg is. Anderen zijn daarbij onmisbaar, want zonder hun zorg, hulp, betrokkenheid, bescherming, ondersteuning, vriendschap en liefde kan geen dier en natuur tot leven komen en in leven blijven. Door de manier waarop anderen meeleven, beïnvloeden zij het al dan niet lukken van de ontwikkeling. Ieder dier blijft zelf verantwoordelijk voor dit proces. Een goede samenleving is een samenleving waarin elk levend wezen in de gelegenheid wordt gesteld om zijn capaciteiten te ontplooien en die daarvoor ook, in en rond de natuur en concreet in de leefruimte van dieren, de materiële, juridische, politieke en culturele voorwaarden schept, minstens tot een drempelniveau van kwaliteit en tot een maximum van bedreiging, zoals in de vorm van bejaging, verstoring en vervuiling. 

Gamechanger

Wat daadwerkelijk de zaak voor dieren in de bio-industrie zal doen verbeteren is in de ogen van Nussbaum de ontwikkeling van plantaardig imitatievlees en het vooruitzicht van synthetisch vlees.

Boeken van Martha Nussbaum

Wat liefde weet, emoties en moreel oordelen (1998, bol.com).
Grensgebieden van het recht, over sociale rechtvaardigheid (2006, bol.com).
Een Waardig Bestaan, over dierenrechten (2007, bol.com).
Gerechtigheid voor dieren. Onze collectieve verantwoordelijkheid (2023, bol.com).

Lees ook het interview met jurist en hoogleraar Kees Bastmeijer over hoe Nederland al jarenlang een potje maakt bij de uitvoering van het natuurbeschermingsrecht.

13 oktober 2020

Probleemloos voedsel produceren in de toekomst

Twee derde van ons vaste land is in gebruik door boeren. In het buitenland is dat gemiddeld zo’n 30%. Daar is meestal meer natuur. Het overgrote deel van de gewassen op ons land wordt aan het vee gevoerd. Ruim de helft van het land gebruiken we voor de koeien. Nederlandse akkerbouwers en veehouders exporteren (via de verwerkende industrie) zo’n 80 procent van wat ze produceren. Voor die 80% Nederlandse export is heel veel import van veevoer vanuit het buitenland nodig, zo ongeveer 2x de oppervlakte van Nederland.

De Nederlandse boer werkt dus nauwelijks voor de Nederlandse consument, maar volgens de borden langs de weg vindt hij wel dat wij hem dankbaar zouden moeten zijn. Zijn bijdrage aan de economie is echter veel en veel lager dat hij ons wil doen geloven. Er is een disbalans in economie en ecologisch evenwicht.

Boer en ondernemer Jaap Korteweg vindt deze omweg om voedsel voor mensen te produceren niet efficiënt. Samen met PvdD senator Niko Koffeman heeft hij de Vegetarische Slager opgericht om vleesvervangers te maken die lijken en smaken als vlees. Dat doen zij omdat zij denken dat veel mensen uit zichzelf nauwelijks bereid zijn om vlees te laten staan, maar er uiteindelijk weinig bezwaar tegen zullen hebben wanneer hun vlees direct van planten is gemaakt. Voorwaarde is dan wel dat het ongeveer hetzelfde smaakt. Veel vegetariërs vinden het niet nodig om plantaardige producten te kopen die naar vlees smaken. Dat is ook niet de primaire doelgroep die zij willen bereiken, maar die wel zijdelings kan profiteren van de ontwikkelingen in plantaardige ingrediënten voor voedsel. Ze hoeven dan in recepten alleen het vlees te vervangen door de (bijna identiek smakende) vleesvervanger en ze kunnen dit probleemloos aan vleesetende gasten voorzetten. 

Koffeman en Korteweg zijn er van overtuigd dat wat met vlees kan ook met kaas en zuivel kan. Ze hebben een bedrijf opgericht dat melk zonder tussenkomst van koeien produceert: Those Vegan Cowboys. De boer van de toekomst is dan de leverancier van gras als grondstof voor plantaardige melk. Korteweg vindt ook dat het land niet meer hoeft te worden bemest met mest afkomstig van vee. Dat probeert hij direct met stikstofhoudende planten als bemesting te realiseren. Naast het gebruik van landbouwgrond voor gras, ziet hij toepassing van robots die het land bewerken, onkruidvrij houden en oogsten. En wanneer de technologie van deze robots en van drones verder ontwikkelt kunnen die zelfs voedselbossen onderhouden en oogsten. Voedselbossen bestaan uit gewassen en vruchtdragende struiken en bomen die jaren blijven staan. Er is dan geen jaarlijkse kaalslag. Dat bevordert de biodiversiteit en levenskansen van bijvoorbeeld insecten.

Zo kunnen voedselbossen een ecologische eenheid vormen waarin meer diersoorten in harmonie kunnen leven zonder de productie te verlagen. En daarmee de balans tussen natuur en economie herstellen. Deze manier van voedsel produceren, gericht op het niet meer gebruiken en consumeren van dieren, lost de meeste bedreigingen van het leven op aarde op.

Wie dit verhaal wil terughoren en terugkijken zij verwezen naar de VPRO uitzending De Boer van de Toekomst.

06 april 2020

Belangen van mens en dier evenwaardig wegen

Dit artikel is geschreven om de oproep om te stoppen met diergebruik inclusiever te onderbouwen. Er zijn in de loop van decennia genoeg redenen aangevoerd om meer rekening te houden met dieren, maar telkens leek een nieuwe crisis de vorige argumenten te overschaduwen.

Redelijk nieuw is het inzicht dat het produceren en eten van vlees door de CO2 uitstoot bijdraagt aan de opwarming van de aarde en daarmee aan verslechtering van de leefbaarheid van de aarde.
Recenter is de stikstofcrisis die activiteiten in de economie dreigde stil te leggen. Huizenbouw of handhaving van de veestapel? Veel verkeersbeweging op de weg en in de lucht levert naast de industrie NO2 die samen met de uitstoot van ammoniak NH3 uit de intensieve veehouderij neerslaat als fijnstof en bemesting van natuurgebieden, die daardoor van aard en samenstelling veranderen.
Fijnstof maakt ons ook vatbaarder voor infectieziekten omdat deze vervuiler het functioneren van onze longen aantast. 
De overproductie van de Nederlandse veehouderij, gericht op de export, wordt al decennia gehekeld door de milieubeweging omdat dat naast dierenleed samengaat met overbemesting en daarmee een last is voor de naaste omgeving en de draagkracht van de natuur. Deze inzichten hebben geleid tot strenge regelgeving, die nog weleens wordt aangescherpt zodat veehouders nooit zeker konden zijn van welke bedrijfsvoering een gezond verdienmodel zouden oproepen. Het leidde tot een samenspel van stoppende bedrijven in combinatie met groei in veestapel bij collega's.

De opkomst van vleesvangers gaat samen met het inzicht dat de mens beter minder vlees kan eten dan elke dag en liefst helemaal niet meer. Het is immers door de globalisering van de supermarkten kipsimpel om een diverse en gezonde maaltijd samen te stellen van internationale voedingsmiddelen die niet van dieren afkomstig zijn.

De ethische overweging of dieren eten wel mag is eigenlijk van alle tijden. Steeds meer komt deze overweging te staan in het licht van evenwaardigheid. Niet alleen mensen willen vrij zijn, ook dieren willen dat. Wat of wie zijn wij mensen (meer) dat wij vinden dat we dieren mogen gebruiken om op te eten? Is dat gebaseerd op religieuze gronden dat het dier door God aan de mens is gegeven om er over te heersen? Het hoeft geen nadere betoog dat we zo langzamerhand voldoende autonoom geacht worden om dat zelf te kunnen bepalen. Het is (wederom en tegelijkertijd altijd) tijd om al onze overtuigingen kritisch te bezien. Waar komen onze (belemmerende) overtuigingen vandaan en zijn ze wel geldig?
Het is ook niet nodig om dierziektes te mystificeren als wraak van de natuur en zo proberen het gedrag van mensen te beïnvloeden. We hoeven alleen dezelfde principes waarvan we willen dat andere mensen zich aan houden  toe te passen op onze omgang met dieren: "respecteer elkaars grenzen en vrijheid". Dat is wederkerig en evenwaardig.

Yin en yang mens en dier

Een vorm van evenwaardigheid is ook een eerlijke verdeling van het aardoppervlak in delen waar de natuur met rust gelaten wordt, waar we gaan wonen en welk deel we gebruiken voor voedsel te verbouwen. Wat eerlijk is, is ook een vraag naar balans en gezond delen. Ecoducten kunnen open voor alle dieren; levenskrachtig grote en verbonden natuurgebieden voor planten en dieren met een deel voor recreatie voor de mens.

Ook de juiste afstand houden met anderen zouden we door moeten trekken naar dieren. Dieren kunnen dan hun autonomie bewaren en gezonder soorteigen gedrag vertonen. Ook dieren vinden minstens anderhalve meter afstand prettig en zo voorkomt het ook besmetting van mens naar dier.

10 februari 2020

Vlees vervangen of dieren rechten geven?

Veel mensen die het dierenleed de wereld uit willen helpen, zoeken een weg via de erkenning van dierenrechten. Er komen dan drie vragen op: wat is de aard van dierenrechten, hoe moet dat worden geregeld en hoe moeten die rechten worden gehandhaafd?
Vaak wordt geredeneerd “dieren hebben gevoelens en kunnen lijden onder wat hen wordt aangedaan”. Andere redeneren “dieren lijken op mensen en moeten daarom gelijk worden behandeld”. Weer anderen gooien een tegenwerping op “wanneer dieren rechten krijgen moeten ze ook plichten krijgen”. Of komen met tandeloze argumenten “dieren hebben een intrinsieke waarde”. Enzovoort.

Wat helpt in het werkzaam maken van dierenrechten en het zoeken naar een antwoord is dat uiteindelijk mensen het recht moeten kunnen inzetten om andere mensen grenzen te stellen in hoe zij dieren behandelen. Het is duidelijk dat dierenleed ontstaat wanneer dieren pijn worden gedaan, bijvoorbeeld bij de jacht en bij dierproeven. Minder duidelijk is dat er dierenleed ontstaat wanneer dieren gehouden worden in afgesloten stallen. Het leed wat dan wordt berokkend is dan indirect: er wordt dieren iets onthouden wat wij mensen wel ervaren, namelijk vrijheid. Mensen ervaren bij vrijheid leuke en minder leuke zaken.

Toch is vrijheid het overstijgende begrip/concept dat de basis kan zijn van dierenrechten. In de veehouderij kennen we de 5 vrijheden van Brambell.
Dieren behoren te zijn:
1. vrij van dorst, honger en onjuiste voeding;
2. vrij van fysiek en thermaal ongerief;
3. vrij van pijn, verwonding en ziektes;
4. vrij van angst en chronische stress;
5. vrij om hun natuurlijke gedrag te vertonen

De meeste veeboeren kunnen de eerste vier vrijheden wel garanderen, maar de vijfde niet. Die zouden ze moeten invullen door de dieren toegang tot een weide of bosschage moeten geven.
De dieren die naar de slacht gaan zullen onderweg kortstondig nauwelijks vrij zijn van ongemakken en zeker in de laatste minuten in het slachthuis veel leed ervaren.
Ben je voorstander van het eten van vlees dan ben je geneigd om dat leed zoveel mogelijk te verdringen en hoogstens aandringen op goede overheidscontrole bij dierentransporten en in slachthuizen.
Ben je veganist en gebruik je helemaal niets van een dier, dan vul je het recht van dieren vooral in doordat er voor jouw voedsel geen dieren hoeven te worden gehouden en geslacht. De wereld functioneert tot nu toe vooral zo dat beide groepen naast elkaar leven. Veganisten en vegetariërs hopen dat mensen zich bewust worden van het leed dat dieren wordt aangedaan en dat zij daarom overgaan tot een levensstijl zonder gebruik van dieren.

Een technologische oplossing wordt ook gezocht door vlees deels te vervangen door of te mixen met plantaardig materiaal. Wanneer dat (globaal) zou doorzetten en we al het vlees plantaardig zouden maken dan wordt de gehele veehouderij overbodig en zullen er nauwelijks dieren meer gevangen worden gehouden in stallen.
Ondertussen wordt het gebied waarin dieren op aarde nog vrij leven steeds kleiner. Volgens het biodiversiteitsverdrag van de Verenigde Naties moet ieder land in 2020 17% van zijn landoppervlakte (inclusief water) reserveren als natuur. In Nederland is dat nu 13,3%. Een verdwijnen van de veehouderij in combinatie van herstel van leefruimte voor vrije dieren in de vrije natuur zou een win-win-situatie opleveren voor mens en dier en worden ook andere problemen zoals klimaatopwarming aangepakt.

26 december 2017

Voor een betere wereld moet je soms tegen je eigen belang ingaan


Mac van Dinther interviewt voor de Volkskrant Jaap Korteweg, één van de twee mannen achter de Vegetarische Slager. Korteweg was gek op vlees, maar heeft vooral oog voor het grote plaatje. Nu maakt hij vlees na op basis van plantaardige grondstoffen.

Uit het interview.
Iedereen die jou kent, zegt dat jij een enorm rechtvaardigheidsgevoel hebt. Vind jij het rechtvaardig om een hele bedrijfstak weg te vagen?
'Wat ik doe met De Vegetarische Slager gaat ook in tegen mijn eigen belang. Ik heb er als akkerbouwer baat bij dat er zoveel mogelijk vee is. Want meer vee is meer voer, meer graan, hogere grondprijzen, meer business voor de akkerbouw. Maar ik vind het grotere plaatje belangrijker.
'Ik zie dieren als gevoelige en intelligente wezens die recht hebben op hun eigen leven. Dat wij zulke grote aantallen dieren een volwaardig leven ontnemen, is niet goed te praten. Kippen die met zes weken worden geslacht, varkens met negen maanden. Het zijn nog kinderen in ontwikkeling. Boeren worden boos als ik dat zeg, maar zo is het wel. En als het nou niet anders kan. Maar het kan wel anders'.

Als jij je zin krijgt, zijn er geen dieren meer. Geen kippen, geen varkens. Dat is toch ook een verlies?
'Nee, want ze zijn niet weg. We hebben nog wilde varkens en runderen. Dieren die leven naar hun natuur zonder dat de mens ingrijpt, dat is mijn ideaal. Ik sprak laatst een boer uit het veenweidegebied. Daar lopen koeien op, want de grond is te nat om iets op te verbouwen. Hij vroeg: wat moet je met dat land als je er geen koeien laat lopen? Ik zeg: lekker teruggeven aan de natuur. Laat veen gewoon weer veen worden als we het niet nodig hebben voor landbouw'.

09 oktober 2017

Misleidend vlees?

De ridicule actie van de NVWA tegen de Vegetarische Slager kan levert praktisch alleen verbazing, boosheid en hoon op.

De NVWA is een falende organisatie die zich hier volkomen ten onrechte bezig houdt met iets dat totaal buiten haar taakomschrijving valt. Immers wie de moeite wil nemen de website van de NVWA te openen ziet daar als taakomschrijving. “De NVWA bewaakt de veiligheid van voedsel en consumentenproducten, de gezondheid van dieren en planten, het dierenwelzijn en handhaaft de natuurwetgeving”.

Op welke wijze verhoudt de etikettering zich tot die taken waarvoor de NVWA verantwoordelijk is? Mij dunkt dat noch de veiligheid van voedsel, noch de gezondheid van dieren en planten, noch het dierenwelzijn, noch handhaving van de natuurwetgeving hier in het geding is door de etikettering van de Vegetarische Slager?

Hoe je over de (etikettering door) Vegetarische Slager moge denken is niet belangrijk. Feit is dat deze onderneming zich in een sterk groeiende belangstelling van het publiek mag verheugen. En dat zijn niet alleen vegetariërs, als ondergetekende, en veganisten. De producten zijn duidelijk herkenbaar als vegetarisch.

De bewering dat er sprake van zou zijn dat de etikettering van de VS als misleiding van de consument kan worden beschouwd laat ik dan ook maar buiten beschouwing. Te absurd voor woorden! Niet minder absurd is het dat de NVWA alleen de Vegetarische Slager aanpakt en alle andere producenten van vleesvervangers – die een zelfde soort etikettering hebben – ongemoeid laat “omdat daarover geen klacht is binnengekomen”!

Het lijkt er op alsof de paniek bij de vlees- en zuivelsector begint toe te slaan. En de NVWA laadt de verdenking op zich verlengstuk van die sector te willen zijn. Laat die organisatie zich svp bezig houden met zaken die échte consumentenbelangen raken en zich beperken tot wat in haar taakomschrijving is aangegeven.

05 oktober 2017

Wat als we al het vlees vervangen?

De wereld is onderhand te klein geworden om al haar bewoners te voeden met vlees. Vlees is gemakkelijk na te maken op basis van plantaardige grondstoffen dat je het niet zou proeven als je het niet weet. De Vegetarische Slager gaat ingaande 2018 deze vleesvervangers op nog grotere schaal produceren in een nieuwe fabriek: 3500 verkooppunten in vijftien landen en de groei zit er al 7 jaar in.
Het ligt voor de hand om de veehouderij af te bouwen en de productie van vleesvervangers mondiaal op te schalen zodat op de niet al te lange duur al het vlees kan worden vervangen. ‘Voor het produceren van één kilo kip is drie kilo soja nodig, wij maken drie kilo kip van één kilo soja’.

Wat zijn daarvan de voordelen? Vleesvervangers op biologische basis hebben niet de ongezonde stoffen als antibiotica, groeihormonen, pesticiden, ze hebben minder milieubelasting, geen dierenleed, hebben minder bijdrage aan klimaatopwarming en minder aanslag op de biodiversiteit. Ze hebben dezelfde voedingswaarde, bevatten dezelfde proteïnen en eiwitten en er kleven minder gewetensbezwaren aan: er worden geen dieren geslacht, getransporteerd over grote afstanden, er worden geen dierenrechten geschonden.
Vitamine B-12 kan worden toegevoegd en op de verpakking kan precies worden vermeld wat de samenstelling is. Er is minder van het land nodig om het te produceren, waardoor ook wilde dieren een ruimere en aaneengesloten biotoop kan worden geboden.

Is het daarmee een morele plicht om over te stappen? Omdat na opschaling de prijs van vleesvervanger minder hoog zal zijn dan van vlees, is eigenlijk de vraag overbodig. Je bent gewoon een dief van je portemonnee en een bedreiging van je eigen gezondheid wanneer je het niet doet.
Doordat (imitatie)vlees nu zonder dieren te gebruiken kan worden geproduceerd, wordt het eerder een morele plicht van de Vegetarische Slager om dit product zo breed mogelijk aan te bieden.

Ook de opwarming van het klimaat kan met deze omslag naar dierloos voedsel worden vertraagd.

Denk om: eet vleesvangers om wereld te verbeteren

Meike Rijksen is campagneleider bij Greenpeace. Zij stuurde onderstaand artikel naar de rubriek Opinie & Debat van de Volkskrant (5-10-2017)
'Het is toch werkelijk niet te geloven!' mailt mijn collega me dinsdagochtend. In de mail de vraag of we niet wat moeten doen met de 'belachelijke actie' van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit, de NVWA. Die tikte de Vegetarische Slager op de vingers vanwege de zogenaamd misleidende benaming van de vegetarische 'gerookte speckjes'.
Belachelijk is het inderdaad. De 'autoriteit' lijkt haar prioriteiten niet helemaal op orde te hebben. Al jaren maken we ons boos over de tekortschietende, lakse NVWA-controles op de vee-industrie: NVWA-dierenartsen die zieke dieren goedkeuren voor de slacht, een tip over het verboden gif fipronil in eieren die niet wordt opgevolgd en misstanden in slachthuizen.
Kennelijk was de NVWA te druk met het onderzoeken van de producten die juist een uitweg bieden uit dat vreselijk vervuilende en ouderwetse systeem. Ouderwets ja, want dierlijke producten als vlees en melk zijn uit en maken snel plaats voor hippe vega-burgers die niet van echt vlees te onderscheiden zijn en havermelk die ook lekker schuimt in de koffie. Dat is helemaal van deze tijd, een tijd waarin we steeds meer beseffen dat het anders moet. De gigantische vee-industrie is namelijk niet alleen een ramp voor de dieren en onze gezondheid, maar ook voor natuur en klimaat.
Een alarmerende 75 procent van de landbouwgrond in de wereld wordt gebruikt voor de veeteelt. In de Amazone is veeteelt verantwoordelijk voor zo'n 80 procent van de totale ontbossing in de afgelopen halve eeuw.
Broeikasgassen afkomstig van deze industrie zijn verantwoordelijk voor 14,5 procent van het wereldwijde totaal, net zoveel als de hele transportsector.
Overstappen van vlees naar vis maakt het er helaas ook niet beter op: meer dan 60 procent van alle vispopulaties die we eten, zijn overbevist.
Urgente actie is nodig. Die roep komt uit alle hoeken van de samenleving, inclusief de wetenschap. Juist de jonge generatie is zich daar steeds meer van bewust. De markt voor vlees- en zuivelalternatieven groeit fors. Waar je tien jaar geleden slechts een pak sojamelk ergens onder in het schap vond, loop je tegenwoordig tegen een heel schap vol keuze: rijstmelk, amandelmelk en zelfs cashewmelk - je kunt het zo gek niet bedenken.
Dus we kunnen ook omdenken en de NVWA juist bedanken. Dankzij haar geneuzel is er volop aandacht in de media voor vlees- en zuivelvervangers.
Henk en Ingrid vragen zich vanavond af of ze toch maar eens 'kipstuckjes' van de Vegetarische Slager zullen proberen. Ze willen nu ook wel eens weten waar die ophef over gaat. Hup, weer twee flexitariërs erbij. Want wie de alternatieven een kans geeft, zal beseffen dat er geen enkele reden meer is om vast te houden aan het verleden.
De vegarevolutie is in volle gang. Dat is goed voor de dieren, voor het milieu en voor onszelf. Dus NVWA, bedankt voor de vegareclame!

Foutje!, Bedankt

Op Foodlog schreef Dick Veerman:
NVWA, wees wijs en gun de Vegetarische Slager niet nog meer free publicity op uw kosten. Staatssteun op deze schaal aan goedlopende bedrijven is niet geoorloofd. Het kost u bovendien uw reputatie als serieuze autoriteit. Dat komt vooral omdat u na het fipronildrama, net weer €25 miljoen meer hebt gekregen om beter boeven te kunnen vangen en de voedselveiligheid te handhaven. Als het publiek op deze manier moet ontdekken hoe dat geld besteed wordt, zijn de rapen gaar. 

15 juli 2015

Was de Vegetarische Slager hevig geschrokken?

Uit de oude doos.

Het antwoord van Jaap Korteweg op de Kamervragen van CDA Kamerlid Jaco Geurts in 2012. 'Gehakt wordt Gehackt'. In zigeunersaus zitten geen zigeuners, in slavinken geen sla, in katjesdrop geen katjes en snoepwinkels verkopen spekjes gemaakt van suiker!

De Vegetarische Slager verkoopt kip, spek, tonijn, gehaktballen en meer traditionele vleesgerechten die gemaakt zijn van soja, waardoor het dier uit de productieketen kan worden bevrijd.

Van de site NPEX, de MKB beurs van Nederland.

Wie is de Vegetarische Slager?

De luxe slager van toen, maar dan zonder vlees of vis, dat is de Vegetarische Slager. De Vegetarische Slager is de eerste slager die vlees maakt zonder slachtdieren. Culinair vegetarisch genieten met producten op basis van groenten en peulvruchten. Het grote ideaal is om vleesliefhebbers te laten beleven dat ze helemaal niets hoeven missen als ze het vlees één of meer dagen achterwege laten. Jaap Korteweg, 9e generatie biologisch akkerbouwer en overtuigd van een plantaardige toekomst, opende daarom in 2010 de eerste Vegetarische Slager ter wereld in Den Haag. Inmiddels is de formule uitgegroeid tot ruim 2.600 verkooppunten als supermarkten, speciaalzaken en restaurants in 13 verschillende landen waaronder Nederland, België, Spanje, Zwitserland en Zuid-Korea.

De Vegetarische Slager werd gekozen tot Ondernemer van het Jaar 2015, won de Triodos Hart-Hoofdprijs, scoorde hoog bij de NIMA marketing awards, won de smaak van Nederland met vegetarische Gerookte Palingsalade en won brons in de strijd om de Gouden Gehaktbal van de Telegraaf, te midden van 43 deelnemers die echt vlees gebruikten.

03 augustus 2013

Heeft kweekvlees toekomst?

Mac van Dinther schrijft in de Volkskrant over de presentatie van de eerste hamburgers die zijn gebakken met kweekvlees (begin augustus 2013).

Een citaat:
De menselijke lust naar vlees is een van de grootste uitdagingen van deze tijd. De vraag naar vlees stijgt razendsnel. Volgens de VN-landbouworganisatie FAO bedroeg de wereldvleesconsumptie vorig jaar 297 miljoen ton. Gezien het groeiende aantal wereldburgers en de toenemende vraag naar vlees wordt geschat dat in 2050 470 miljoen ton nodig zal zijn, ruim de helft meer.

Dat is vragen om problemen, want de vleessector is een van de meest vervuilende, land- en energieverslindende industrieën ter wereld. Bijna driekwart van de landbouwgrond staat nu al ten dienste van de vleesproductie.

De vleesindustrie is verantwoordelijk voor 18 procent van de wereldwijde uitstoot van broeikasgassen, meer dan alle vliegtuigen, auto's en schepen bij elkaar. En dan hebben we het nog niet over het dierenleed in de intensieve veehouderij.

Bij kweekvlees verdwijnen die problemen als bij toverslag. Voorlopige berekeningen laten zien dat bij de productie van vlees uit stamcellen 35 tot 60 procent minder energie nodig is, 80 tot 95 procent minder broeikasgas wordt uitgestoten en het landgebruik verwaarloosbaar is. Stamcellen lopen niet in de wei.
Tot zover.

Van Dinther sluit af met: En wie weet staan er tussen nu en 2050 ook wel verstandige mensen op die zeggen dat we ons vleesgebruik beter kunnen matigen. Dan hebben we dat hele kweekvlees niet nodig.
En zo is het maar net.

Het dier in de bio-industrie wordt in de huidige bio-industrie in hoge mate ontdaan van alle mogelijkheden tot een natuurlijk leven, maar is nog niet ontmanteld van zijn gevoelswereld. Kweekvlees kan in theorie aan dit bezwaar tegemoet komen, maar het is veel simpeler wanneer mensen maaltijden samenstellen op basis van plantaardige voeding. Dan is ook tegemoet gekomen aan allen door van Dinther genoemde bezwaren van vlees eten en kunnen er ook nog veel meer mensen worden gevoed. Het is allemaal een kwestie van goed politiek management en vergroting van bewustzijn.

In een opinie-artikel in de Volkskrant schrijft vegetarische slager Jaap Korteweg:
Inmiddels heeft het structureren van plantaardige eiwitten echter een zodanige vlucht genomen, dat kweekvlees de voorsprong nauwelijks meer kan ingelopen. Ook voor het op natuurlijke wijze evenaren van de smaak van rund, kip en bacon is niet langer kweekvlees of traditioneel geproduceerd vlees nodig.

Zelfde smaak
De nieuwe structureringsmethoden zijn niet veel ingewikkelder dan die van een geavanceerde pastamachine, maar leiden tot producten die zelfs voor kenners niet van vlees te onderscheiden zijn. Ze hebben dezelfde smaak, structuur, bite, beleving en voedingswaarde als echt vlees en onderscheiden zich hooguit in positieve productkwaliteiten: ze zijn malser, sappiger en botvrij, en worden vrij van pathogenen geproduceerd.

Ondertussen kondigt Korteweg in dagblad Trouw een Burger Battle aan:
Inmiddels heeft de ontwikkeling van plantaardige vleesvervangers een vrijwel niet meer in te halen voorsprong opgebouwd ten opzichte van stamcelvlees. De nieuwe generatie vegetarische hamburgers is in een blinde test niet meer te onderscheiden van een reguliere rundvleesburger. Daarnaast smaakt de nieuw ontwikkelde 100% plantaardige kip zoals echte kip volgens poeliers en culinaire fijnproevers zou horen te smaken.

Om die reden heeft de Vegetarische slager de makers van de stamcelburger uitgenodigd voor een Burger Battle. Direct na de presentatie van de kweekvleesburger, zal de vegetarische mc2burger van de Vegetarische Slager gepresenteerd worden aan de pers in Londen, voor een directe vergelijking van smaak, structuur, bite, voedingswaarde en beleving.

26 april 2013

Vleesvervangers te kust en te keur

Zonder het te weten eten veel mensen al jaren vleesvervangers. Zij zijn nu eenmaal goedkoper dan vlees en de smaak kan vrijwel gelijk worden gemaakt. De markt is de laatste 10 jaar meer dan verdubbeld.
De basis voor vleesvervangers kan zijn: soja, lupine, tarwe- en erwteneiwit, magere melk, algen of paddenstoelen. Sommige vleesvervangers zijn verrijkt met vitamine B-12, een belangrijke vitamine die wel in vlees zit, maar niet in plantaardig voedsel of zijn verrijkt met ijzer. Een deel van de vleesvervangers dat dierlijke producten bevat is niet geschikt voor veganisten.

Producenten van vleesvervangers geschikt voor vegetariërs en veganisten

Alpro soya is gemaakt van soja. www.alpro.com
De vegetarische slager maakt producten van beeter (sojameel en water) en lupine. www.devegetarischeslager.nl
Provamel is gemaakt van soja. www.provamel.nl
Tivall is gemaakt van tarwe en soja en is verrijkt met B12 en ijzer. www.tivall.nl
Vivera is gemaakt van soja en is verrijkt met B12 en ijzer. www.vivera.com

Vleesvervangers niet geschikt voor veganisten
Valess is gemaakt van magere melk en algen. www.valess.nl
Quorn is gemaakt van een eiwit verwant aan een paddenstoel en bevat kippen-ei. www.quorn.nl

01 februari 2012

Waarom insecten in plaats van planten eten?

Vragen van het lid Hazekamp (Partij voor de Dieren) aan de staatssecretaris van Economische zaken, Landbouw en Innovatie over de subsidiëring van onderzoek naar het eten van insecten
  1. Kent u het bericht ‘Four legs good, six legs better? EU to spend 3 million Euros to promote eating insects 'as alternative source of protein’' ?
  2. Deelt u de mening van professor Marcel Dicke dat het eten van insecten vanaf 2020 onderdeel zal moeten zijn van een noodzakelijke eiwittransitie? Zo ja, waarom?
  3. Kunt u aangeven hoeveel geld de Nederlandse overheid in de afgelopen vijf jaar heeft besteed aan onderzoek en promotie van de consumptie van insecten? En kunt u ook aangeven hoeveel daarvoor voor het lopend jaar en het komend jaar gereserveerd is?
  4. Kunt u aangeven hoeveel in de afgelopen vijf jaar door de Nederlandse overheid is uitgegeven aan plantaardige eiwitconsumptie als alternatief voor dierlijke eiwitconsumptie? Kunt u ook aangeven hoeveel daarvoor voor het lopend jaar en het komend jaar gereserveerd is?
  5. Deelt u de mening dat binnen de noodzakelijke eiwittransitie plantaardige oplossingen de voorkeur verdienen boven dierlijke eiwitten? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke wijze komt die opvatting binnen uw beleid tot uitdrukking?
  6. Deelt u de mening dat de acceptatie bij consumenten van plantaardige vleesvervangers bij gelijkwaardige voedingswaarde en kwaliteit hoger zal liggen dan voor producten gemaakt van insecten? Zo nee, waarom niet?
  7. Bent u bereid vanuit de Nederlandse inzet binnen de EU te pleiten voor meer middelen voor de ontwikkeling en promotie van plantaardige vleesvervangers en minder voor programma’s waarin insecten een rol spelen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke termijn en wijze?

16 december 2010

Doe toch maar een lekkere vleesvervanger

'Een vleesvervanger hoeft op zichzelf niet zo lekker te zijn, als het product maar goed in een complete maaltijd past. Producenten van vleesvervangers kunnen daarom het beste kant-en-klaarmaaltijden met nepvlees op de markt brengen'.
Dat zegt voedingsdeskundige Hanneke Elzerman van de Wageningen Universiteit, die begin december 2010 promoveerde op een onderzoek naar de mate waarin vleeseters producten als quorn en tofoe accepteren. Overigens vond de meerderheid van de proefpersonen de maaltijden die Elzerman hun liet proeven, sowieso niet zo lekker, zo blijkt uit de vragenlijsten die zij invulden, aldus de onderzoekster.

Bovenstaande bericht is een merkwaardig bericht. Vleesvervangers vervullen in het algemeen twee functies. Voor mensen die geen vlees willen eten, maar toch gezond, kan een vleesvervanger, het woord zegt het al, vlees vervangen. Vlees is duur, daarom wil een voedselproducent graag vlees vervangen door een vleesvervangers als de consument het verschil toch nauwelijks proeft. Het is ironisch om te bedenken dat de meest verstokte vleeseters al halve vegetariërs zijn zonder zich dat te beseffen.

Zou Hanneke Elzeman bedoelen dat het meeste vlees tegenwoordig toch niet zo lekker is dat een vleesvervanger niet lekker hoeft te zijn om de smaak van vlees te kunnen vervangen?

Wil een vleeseter omschakelen naar een vegetarisch levensstijl dan zal hij eerst kijken naar een vleesvanger die hem nog meest doet denken aan vlees. Maar om de omschakeling effectiever te maken dan is een andere manier van koken aantrekkelijker. En dan kan een lekkere vleesmaker motiverend werken. Maar ja, anders leren koken kost wel wat moeite. Maar wanneer je de vegetarische kookkunst eenmaal beheerst dan heb je er de rest van je leven plezier van.

09 april 2009

Varkens in Nood hekelt supermarkt

Supermarkten adverteren massaal met goedkoop industrievlees

Persbericht Supermarktmonitor Varkens in Nood: biologisch vlees en vleesvervangers worden in reclamefolders nauwelijks aangeprezen.
Supermarkten benadrukken graag dat ze dierenwelzijn hoog in het vaandel hebben. Hun reclamefolders zijn echter gevuld met aanbiedingen van dieronvriendelijk vlees. Biologisch vlees en vleesvervangers zijn in de folders niet of nauwelijks te vinden. ‘Vlees eten is slecht voor de dieren en slecht voor het milieu. Reclame maken voor goedkoop vlees is onethisch’, stelt Hans Baaij, directeur van Stichting Varkens in Nood.

Met het paasfeest voor de deur, dat van oudsher wordt gevierd met een veelheid aan dierlijke producten, is Varkens in Nood een onderzoek gestart naar de frequentie waarmee supermarkten industrievlees, biologisch vlees en vleesvervangers aanprijzen. In 92 procent van de aanbiedingen bleek het om industrievlees te gaan.

Albert Heijn gaat er prat op de grootste te zijn op het gebied van vleesvervangers. De supermarkt zegt de consument aan te moedigen om minder vlees te eten. Loze woorden, zo blijkt uit het onderzoek van Varkens in Nood. Albert Heijn maakte in de onderzochte periode 24 keer reclame voor gangbaar industrievlees. Biologisch vlees en vleesvervangers waren in folders van de supermarkt niet te vinden.

C1000 deed het in de zes weken die het onderzoek besloeg niet beter. De supermarkt heeft in de onderzochte periode 39 keer industrievlees onder de aandacht gebracht. Biologisch vlees en vleesvervangers bleven in de folders van de supermarkt achterwege. Ook Jumbo, Dekamarkt, Aldi en Lidl maakten louter reclame voor vlees van dieren die onder erbarmelijke omstandigheden zijn gehouden en geslacht.

Van de dertien supermarkten onderscheidde alleen Dirk van de Broek zich in positieve zin wat betreft het aanprijzen van biologisch vlees. De supermarkt maakte in haar folders 23 keer reclame voor biologisch vlees tegenover 52 reclames voor industrievlees. Varkens in Nood hoopt dat de supermarkt die voortrekkersrol ook in de toekomst blijft vervullen.

Biologisch vlees speelt een ondergeschikte rol in supermarktfolders, maar vleesvervangers lijken werkelijk producten waarvoor supermarkten zich schamen. Samen maakten de dertien supermarkten slechts tien keer reclame voor vleesvervangers, tegenover 609 reclames voor vlees.

Supermarkten kunnen veel betekenen als het gaat om het uitbannen van dierenleed in de vee-industrie. Ze hebben immers veel invloed op het koopgedrag van de consument. Varkens in Nood ziet graag dat supermarkten hun diervriendelijke producten promoten. De stichting zal daarom haar onderzoek voortzetten en elk kwartaal een supermarktmonitor publiceren.

Zie ook deze video over hoe supermarkt marketing werkt.

09 november 2008

Is onze landbouw deel van de oplossing of juist het probleem?

Edwin Timmer schrijft op E-farm.nl zondag 09 November 2008 onder de titel ‘Hollandse boer klimaatkampioen’ (gedeeltelijk geciteerd).

Het meest klimaatbewuste vlees komt van Nederlandse varkens- en kippenbedrijven. Minister Verburg (Landbouw) wil daarom wereldwijd de boer op met het concept van onze intensieve pluimvee- en varkenshouderij. Geen enkele andere vorm van vleesproductie is zo zuinig met ruimte en grondstoffen, aldus onderzoek naar milieueffecten van de consumptie van eiwitproducten. Dat is aanlokkelijk voor landen die hun CO2-uitstoot willen beperken. „Onze landbouw is een deel van de oplossing”, zegt Verburg. „Waarom zouden we niet proberen onze kennis in de rest van de wereld te verkopen”?

De studie van Blonk Milieu Advies zet het klimaatvraagstuk en de Nederlandse landbouw „eindelijk in het juiste perspectief”, verzucht Verburg. In tegenstelling tot alle lelijke aantijgingen van de Partij voor de Dieren, blijkt de Nederlandse boer de ware klimaatkampioen. Kost de productie van een kilo Braziliaans rundvlees 59 kilo CO2, Nederlands varkensvlees zit op 4,5 kg CO2. Onze kip doet het zelfs beter dan tofu, omdat deze vleesvervanger meer fossiele brandstof vereist. O ja, en als je echt bevreesd bent voor klimaatverandering, kun je biologisch vlees het beste laten liggen.

Het geheim achter onze lage CO2-uitstoot is dat kippen en varkens met weinig voer en in korte tijd slachtrijp worden. Daar doet een rund op de Braziliaanse pampa’s jaren over. Die langzame groei geeft aan de andere kant wel een subliem dierenwelzijn. „Kleinere bedrijven zouden beter zijn voor het dierenwelzijn. Maar nieuwe, moderne intensieve veeteeltbedrijven kennen vaak een zorgvuldiger dierenwelzijn”.

De CO2-zuinigheid neemt toe als gas uit mest binnenkort de eerste stadswijken verwarmt. Verburg: „Dat begint in Leeuwarden. Ook stadsbussen gaan erop rijden. Ik zie dat een heel hoge vlucht nemen”. Verder zouden zowel consumenten als producenten minder moeten ’morsen’ op weg van het land naar het bord. Ongeveer een derde gaat nu nog verloren. „Kleinere porties, de schijf van vijf en minder voedsel weggooien, scheelt bijna evenveel uitstoot als het laten staan van een gehaktbal”.

De CO2-uitstoot die vrijkomt bij productie van vlees, vis of vleesvervangers loopt ook te sterk uiteen om simpele conclusies uit te trekken. „Eén stuk vlees per week minder eten is geen oplossing. Want wanneer je als alternatief meer zuivel gaat eten of vleesvervangers als quorn of valess, dan blijkt de verandering in CO2-uitstoot minimaal. Bij kaas ligt het zelfs hoger dan bij kip of varken”. Alleen een veganistisch dieet, zonder vlees, zuivel, eieren of vis – maar met af en toe een gefrituurd krekeltje – is echt CO2-zuinig.
Tot zover Edwin Timmer.

In haar rapport komt Blonk Milieu Advies (BMA) echter tot totaal andere bevindingen. De laatste aanbeveling wordt overgeslagen, want deze is onbegrijpelijk geformuleerd. BMA concludeert als volgt.

Zowel de producten vanuit de melkveehouderij als de producten uit de extensieve en intensieve veehouderij hebben een substantiële bijdrage aan het broeikaseffect en het ruimtebeslag vanwege Nederlandse consumptie.
  • Het vervangen van dierlijke eiwitproducten door plantaardige producten geeft een reductie in het broeikaseffect. De hoogte van die reductie is afhankelijk van de keuze van plantaardige alternatieven. Geraamd wordt dat met de huidige op de markt zijnde plantaardige product alternatieven een besparing van maximaal ca. 6 Mton CO2-eq. per jaar kan worden behaald. Daarvoor zou heel Nederland moeten overschakelen op een volledig plantaardige voeding. Op die manier wordt ook het ruimtebeslag van de Nederlandse consumptie teruggebracht met ca. 12.500 km2.
  • Deze aanzienlijke potentiëlen gelden voor een extreem scenario dat in ieder geval op de korte termijn niet realistisch is. Meer realistische scenario’s zoals een dag geen vleesconsumptie geeft een reductie van 0,4 tot 1,1 Mton, afhankelijk van de mate van “plantaardigheid” van de vervanging. De hoogste besparing van ca. 1,1 Mton wordt behaald door een dag geen zuivel, geen eieren en geen vlees(waren). Alleen een dag geen zuivel geeft een besparing van 0,4 Mton en een dag geen vlees bij de warme maaltijd een besparing van 0,6 Mton. Vervanging van vleesproducten door zuivelproducten geeft gemiddeld genomen geen besparing.
  • Het verschuiven in de consumptie van typen vlees heeft eveneens een hoog reductiepotentieel. Het broeikaseffect van eiwitrijke producten zou wanneer de vleesconsumptie nog slechts zou bestaan uit uitsluitend de minst broeikasintensieve vleessoort (kip) 3,5 Mton CO2-eq. per jaar lager zijn. Het ruimtebeslag zou op die manier teruggebracht kunnen worden met ca. 11.000 km2.
  • Consumptie van eiwitrijke producten conform de richtlijnen goede voeding geeft een besparing van ca. 1,4 Mton CO2-eq. per jaar en een besparing op ruimtebeslag van ca. 5900 km2. Gezonder eten ten aanzien van eiwitproducten (wat minder vlees, wat meer vis en iets meer zuivel) geeft dus een bijdrage aan een verminderd broeikaseffect en een lager beslag op biodiversiteit. Een eerste kanttekening hierbij is dat het biodiversiteiteffect van verhoogde visconsumptie buiten beschouwing is gebleven. Een tweede kanttekening is dat dit potentieel wellicht groter is omdat de gehanteerde cijfers voor de consumptie van eiwitrijke producten mogelijk onderschat zijn.

Tot zover Blonk Milieu Advies.

De bevindingen van BMA onderschrijven de bevindingen van Timmer zeker niet, integendeel. Wanneer Timmer minister Verburg goed citeert dan moeten we concluderen dat de Agrosector haar financiële belangen probeert te verdedigen door in de aanval te gaan met halve waarheden, hele verdraaiingen en suggestieve redenaties. Het is een absurde stelling om de lengte van het kortere leven van een dier uit de bio-industrie aan te voeren als een factor die leidt tot lagere CO2 uitstoot dan van een ander dier dat langer mag leven. Vleesvervangers zijn er in soorten en maten. Valess is gemaakt van zuivel. Geen wonder dat die CO2 uitstoot groter is dan die van gewone zuivel. Een veganistische levenswijze heeft niets te maken met de consumptie van gefrituurde krekel. Veganisten zijn wel goed maar niet gek.
De boerensector en het ministerie van LNV worden blijkbaar in de praktijk zo weinig tegengesproken dat zij meent te kunnen volstaan met het aandragen van volstrekte onzin in de klimaatdiscussie om de belangen van de sector veilig te stellen. Het wordt tijd dat het publiek wakker wordt en haar electorale macht en invloed als consument aanwendt om de partijdige en onverantwoord besturende overheid paal en perk te stellen.

31 oktober 2008

Volkskrantverslaggeefster skeptisch over relatie vlees en broeikaseffect

Verslaggeefster Kim van Keken schrijft donderdag 30 oktober in de Volkskrant over “Megatonnen broeikasgas door eten vlees en vis”.

Zij heeft echter weinig zin om deze kwestie serieus te beschrijven.
Zo schrijft zij:

“De productie van een Nederlands kippenboutje veroorzaakt veel minder broeikasgassen dan een Braziliaanse biefstuk. Daar staat tegenover dat een koe in Brazilië veel meer ruimte heeft in de wei, dan een Nederlands dier in een hok.”

Voorgaande is een waarheid als een koe. Een kip is nu eenmaal heel wat kleiner als een koe. Zelfs als we het hebben over een lapje vlees van gelijk gewicht is het onzin: door het gesleep van veevoeder uit (de regenwouden van) Brazilië naar Nederland is het broeikaseffect groter.

Zij schrijft verder:

De bio-industrie is in die zin beter voor het milieu: meer dieren op één plek werkt energiebesparend, zegt onderzoeker Hans Blonk. `Maar we hebben natuurlijk graag dat dieren het goed hebben.' Minder vlees eten kan dus de uitstoot van CO2 verminderen, hoewel ook in veel vleesvervangers dierlijke producten zijn verwerkt.

Zo! Zitten in Vleesvervangers dierlijke producten? Dat zal dan zeer gering zijn. Het zou wat zijn als een vleesvervanger evenveel vlees zou bevatten als gewoon vlees!

Verder maar weer:

Als iedereen de hele week veganistisch eet bedraagt de reductie aan kooldioxide waarschijnlijk zes megaton per jaar, meldt het rapport. Maar ook plantaardige voeding leidt tot C02-uitstoot. `Als iedereen plantaardig eet, heb je de sojaproblematiek nog niet opgelost.' Blonk verwijst hiermee naar het kappen van regenwoud, onder meer voor het aanleggen van sojaplantages.

Het zal ongetwijfeld zo zijn dat bureau Blonk een rapport) heeft gemaakt dat de vleesindustrie niet al te hard afvalt, maar de suggestie dat er nog een substantiële kap van het regenwoud doorgaat als er geen soja meer voor veevoeder voor ons land wordt geteeld, maar alleen voor Vleesverlaters is wel erg onwaarschijnlijk. De soja die rechtstreeks voor vleesvervangers wordt ingezet, is maar een fractie van de hoeveelheid die voor de omweg via het vlees benodigd is. Dus als alle wereldbewoners vegetariër worden is de kap van het regenwoud niet meer nodig, maar kan de gehele wereldbevolking worden gevoed via de gewone landbouwgronden.

08 oktober 2008

Leve de Vegaburger

Leve de Vegaburger

Sinds ongeveer half jaar eet ik geen vlees en vis meer. Ik heb in die periode slechts één keer gezondigd. Dat was in het mooie Kopenhagen waar ik mij in de Strøget toch nog liet verleiden – lekkere trek en geen vegetarisch alternatief in de buurt - tot het nuttigen van een hotdog! Mea Culpa, Mea Culpa, Mea Maxima Culpa!
Mijn redenen om geen dode dieren meer de eten zijn:

• Het onvoorstelbare dierenleed dat aan ons karbonaadje, gehaktballetje en kipfiletje voorafgaat;
• Ik denk dat het niet of minder eten van vlees gezonder is;
• Het feit dat de veeteelt voor 18% verantwoordelijk voor de uitstoot van CO2, beduidend meer dan alle vervoer per auto, vliegtuig, treinen etc. bij elkaar (14%);
• De wetenschap dat het wereldvoedselprobleem zou worden opgelost door landbouwgrond niet (meer) te gebruiken voor het verbouwen van gewassen die tot veevoer dienen (voor 1 kilo dierlijk eiwit is vier kilo plantaardig eiwit nodig) maar daar graan – en sojaproducten te telen die voor de menselijke consumptie kunnen dienen.

Mij dunkt, dat mogen redenen zijn om op z’n minst eens wat meer na te denken alvorens de kiloknaller uit de schappen van Albert Heijn te halen.
Nou ben ik een tamelijk traditioneel eter. In mijn “vleestijd” at ik het liefst aardappelen, groente en een stuk(je) vlees. Mijn lievelingsprakje was aardappelen, spruitjes met een gehaktbal. Aardappeltjes en spruitjes overgieten met de (vette) jus van de gehaktbal en……….. prakken maar! Maar ja, het gehaktballetje komt niet meer im Frage en de vette jus is niet meer van dierlijke herkomst. Wat nu?
Tegen mijn verwachting in moet ik toegeven dat ik het vlees absoluut niet mis. Mijn vrouw eet nog wel eens een stukje (biologisch) vlees en dat maak ik vrolijk voor haar klaar zonder ook maar de geringste neiging te hebben er even van te snoepen! Ontwenningsverschijnselen heb ik ook niet gehad. Wel ben ik meteen overgestapt op zgn. vleesvervangers. De vega- tofuburger, het soja-filetlapje, tempeh, vegetarische saté, paddenstoelen, heel wat van die producten heb ik reeds naar binnen gewerkt. Ook eieren en kaasproducten gaan er prima in. We hebben een paar goede vegetarische kookboeken aangeschaft en verbazen ons erover dat er zoveel gerechten zijn die qua smaak en voedingswaarde het vlees makkelijk kunnen doen vergeten. Een bijkomend voordeel van de vlees/visonthouding is dat ik al zo’n vijf kilo aan gewicht kwijt ben geraakt. Minder dierlijke vetten en eiwitten!
Vegetariërs en aanverwante geesten werden vroeger nogal eens vereenzelvigd met het geitenwollen sokkenimago van de wereldvreemde idealisten, die bleek, mager en in te wijde broeken met een zuinig mondje zich im- en expliciet nogal naast de samenleving plaatsten. In alle eerlijkheid moet ik zeggen dat ik ook wel eens mij in lichtelijk denigrerende zin over die groepen heb uitgelaten. Ach, het verstand komt met de jaren, placht mijn moeder te zeggen.
Toch werd ik enige tijd geleden geconfronteerd met iemand die mij onwillekeurig deed terugdenken aan de karikaturale voorstelling die velen van vegetariërs hadden en hebben.
Broodmager, bleek, doffe stekelige haartjes en het begin van een pluizig snorretje. Een broek die zo rood was dat het stoplicht er bij verbleekte en een ruimvallende grof gebreide blauwe trui. Of hij ook op sandalen liep weet ik niet maar zou me niet verbazen. Het was op een verjaardagspartijtje in de vriendenkring. Hij had van “iemand” gehoord dat ik nog maar kort vegetariër was en was benieuwd naar mijn ervaringen. Alsof ik tot een nieuwe religie was bekeerd!! Voordat ik met mijn antwoord kon aanvangen voegde hij mij toe, streng kijkend, dat hij niet alleen vegetariër was maar zelfs was overgegaan tot het veganisme!
“Oh”, was mijn antwoord, want ik wist niet wat ik anders moest zeggen. Hij begon omstandig uit te leggen wat hem tot deze vergaande keuze had gebracht en ik veinsde aandachtig toe te horen. Hij was zo’n type die aan je vraagt hoe je vakantie is geweest en je na drie woorden al in de reden valt om zijn avonturen in Nepal of een ander ver en bar oord prijs te geven. Moeiteloos begon hij vervolgens te oreren over zijn voedingspatroon dat door de veganistische levensstijl hem soms voor problemen stelde alle vitaminen, eiwitten, ijzer en wat dies meer zij binnen te krijgen.
Met een gezicht dat walging uitdrukte vertelde hij mij, zijn toon ging omlaag alsof hij een geheim ging vertellen, dat er nu een vleesvervanger – hij sprak het woord uit alsof hij een vreselijke ziekte dan wel zeer onzedelijke handelingen aanduidde - was ontwikkeld die qua smaak maar vooral qua structuur kippenvlees voor bijna honderd procent zou benaderen.
In mijn onschuld vroeg ik hem, ik maakte gebruik van een adempauze waardoor hij even moest zwijgen, wat daar zo erg aan was, want zijn mimiek sprak boekdelen. Wat daar zo erg aan was???????????? Zijn fletse ogen werden groot. Je bent vegetariër of je ben het niet! En een vegetariër en zéker een veganist eet geen vlees en ook niet iets wat geen vlees is maar er wel op lijkt! Punt uit!!Ineens werd ik wat narrig! Zou dit bleekgezicht mij even vertellen wat ik wel en vooral niet mocht eten? Ik wierp tegen dat iedere vegetariër of vleesverlater juist blij zou moeten zijn met deze vorm van alternatieve voeding. Mensen zoals ik die meer dan zestig jaar zijn opgegroeid met het idee dat de traditionele maaltijd bestaat uit aardappelen, eventueel pasta of peulvruchten, groente en vlees/vis worden juist door het bestaan van de tofuburger gecompenseerd voor hun offer voortaan geen dooie dieren meer te eten. Ik was een fervent vleeseter en denk beslist ook niet met walging terug aan mijn gehaktbal, karbonade, kipfilet en ander dierlijk voedsel. Ik ben echter tot de conclusie gekomen dat de andere kant opkijken en daarmee het dierenleed en ander ongerief bewust negeren niet bij een fatsoenlijk mens past. En aangezien ik mijzelf als een fatsoenlijk mens beschouw was de volgende stap voor mij vrij logisch. Ik eet geen vlees en/of vis meer. Voor mijn lekkere trek zal geen dier meer lijden en sterven. En dat ik daarvoor iets eet dat misschien nog vaag aan het stukje vlees van vroeger doet denken, ja er uiterlijk zelfs enigszins op lijkt beschouw ik allerminst als zwakheid . Misschien is dit een fase waarin ik (nog) aan dit soort dingen hecht en zal dat overgaan zodat ook de vleesvervanger vervangen zal worden door meer fantasierijke recepten en gerechten. Ik weet het niet. Voorlopig doe ik op mijn manier en daar ben ik best een beetje trots op. Ondanks de bleekscheet. Leve de Vegaburger!!

Leeswijzer


Kijk op Facebook voor onze reactie op de actualiteit.
Aanbeveling: Thema's of steekwoorden vindt u via de labels onderaan de pagina of op Animal Freedom. Klik hier voor de laatste bijdragen.
Klik hier voor het beleid om uw privacy te beschermen.

Waarom dit blog?

De Nederlandse veehouderij is vooral gericht op zoveel mogelijk voor de export te produceren onder het motto “meer, meer, meer en groot, groter, grootst”. Dit heeft negatieve gevolgen voor zowel de dierenwelzijn, biodiversiteit, het milieu, het klimaat, de portemonnee en de gezondheid van burgers en ook voor welwillende boeren.
Dit blog verzamelt kritische artikelen die de wurggreep beschrijven waarin de veehouderij zichzelf heeft vastgezet. Zo willen we niet alleen een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de kwaliteit van het leven voor alle belanghebbenden, maar ook aan een schone, gezonde omgeving en een beter dierenwelzijn.

Ook de argumentatie dat dieren grondrechten hebben kan beter en meer aansluiten op hoe mensen voor zichzelf vinden dat recht moet gelden. Alle dier(soort)en kunnen in hun recht op vrijheid als (intrinsiek) evenwaardig aan mensen beschouwd worden. Dierenrechten zijn mensenrechten, die mensen de kans geeft om voor dieren op te komen.
Dieren, bijv. in de intensieve veehouderij, worden behandeld als een object in plaats van een subject met gevoelens en rechten.

De snelheid en het aantal dier(soort)en dat we voortdurend gebruiken is immens. De bijdrage aan onze welvaart en economie van de agrosector is gering. De oplossing is simpel en van niemand anders dan van ons zelf afhankelijk.

Dierenrechten in woord en beeld

Vrijheid is ook een intrinsiek grondrecht voor dieren. Dieren zijn geen dingen Dierenrechten zijn mensenrechten. Mensen moeten voor dieren kunnen opkomen wanneer hun grondrecht wordt geschonden.
logo van Animal Freedom yin en yang
Lees hier over de redenen waarom dieren recht op vrijheid hebben. Lees hier waarin mens en dier evenwaardig zijn.