Mens en dier zijn (intrinsiek) evenwaardig in hun recht op vrijheid

Bij de Stichting Animal Freedom leest u over de gedachte achter dierenrechten.
Hier leest u over ontwikkelingen in de agrosector en de gevolgen voor dieren(rechten).
Alle levende wezens zijn verschillend maar evenwaardig in het recht op vrijheid op een natuurlijk leven.
Een dier is (net als een mens) geen ding of een object.
Dierenrechten zijn mensenrechten. Mensen moeten kunnen ingrijpen wanneer mensen dieren misbruiken of onrecht aandoen.
Posts tonen met het label visserij. Alle posts tonen
Posts tonen met het label visserij. Alle posts tonen

19 oktober 2020

Zee wordt nog sneller leeggevist door aanlandplicht

In de Groene Amsterdammer nr 3 een verslag van een onderzoek naar illegale visvangst waar Nederlandse trawlers hard aan meedoen. ‘Het is als met intensieve veehouderij: te veel vissen op een kleine oppervlakte, zonder rekening te houden met ziekteprocessen. Een fout die we keer op keer maken. Zelfs nu met corona gaan we ermee door’. Om het overboord gooien van vis tegen te gaan, voerde de EU tussen 2015 en 2018 de aanlandplicht in. Voorheen mocht onverkoopbare vis terug de zee in, mits netjes geregistreerd, zodat wetenschappers er rekening mee konden houden bij het bepalen van maximale vangsten. Maar met de aanlandplicht moet álle vangst aan wal worden gebracht. Dat zou vissers een belang geven om selectiever te werk te gaan: minder bijvangst en duurzamer visserij, zo promootte Brussel de maatregel. In de praktijk pakt deze aanlandplicht desastreus uit, zegt wetenschapper Lisa Borges. ‘Dit legt een bom onder het hele Europese visserijbeleid’. Want wat gebeurt er? De maximale vangsten die de EU vaststelt, zijn gebaseerd op wetenschappelijk advies. In die adviezen hielden biologen altijd rekening met de registraties van overboord gezette vangst: ongeveer een derde van alle vis. Maar sinds de aanlandplicht moet de wetenschap er wel van uitgaan dat geen enkele vis meer overboord gaat, dat is immers verboden. Controle is er evenwel niet. En dus gaat het overboord gooien van te kleine vis – om opslagruimte te besparen – onverminderd door, zegt Borges. ‘Er is geen enkele handhaving. Het gevolg: vissers mogen nu tot veertig procent meer vangen dan voor de aanlandplicht’. Zie ook het Facebookbericht.

08 maart 2018

Een dodelijk netwerk

Visbedrijven moeten spookvistuig bestrijden.

Spookvistuig bedreigt leven in de oceanen

Onder de golven van onze oceanen schuilt een groot gevaar. Geen witte haaien of pijlstaartroggen… maar spookvistuig dat eeuwenlang blijft rondzwerven. Gedumpt en verloren vistuig vormt een groeiend probleem voor dier, mens en milieu. Bedrijven presteren ondermaats in de bestrijding van dit probleem. Dat blijkt uit het nieuwe rapport Ghosts beneath the waves van World Animal Protection.

Uit het rapport van World Animal Protection (voorheen WSPA) blijkt dat spookvistuig een enorme, wereldwijde impact heeft. Zo bestaat tien procent van al het afval in zee inmiddels uit spookvistuig. Jaarlijks eindigt minstens 640.000 ton vistuig in de oceanen – terwijl dit materiaal wel 600 jaar in zee blijft rondspoken voordat het is afgebroken.
Ruim honderdduizenden dieren, zoals zeeschildpadden, walvissen, zeehonden en vogels, worden jaarlijks gedood door verstrikking, verdrinking of uitputting als gevolg van spookvistuig. Ook op milieu en mens heeft spookvistuig impact. Zo raken ondiepe koraalriffen beschadigd, zetten afnemende visbestanden de voedselzekerheid onder druk en lopen scheepvaart en visserij risico’s wanneer zij zwervend vistuig tegenkomen.

Visbedrijven scoren ondermaats.
In het nieuwe rapport worden ’s werelds vijftien grootste visbedrijven onder de loep genomen en wordt getoond wat zij doen tegen spookvistuig. De bedrijven zijn gerangschikt met scores van 1 tot 5. Score 1 betekent dat de bedrijven verlies van vistuig proberen te voorkomen, verouderd vistuig recyclen en verloren vistuig verwijderen. Score 5 betekent dat spookvistuig überhaupt niet op de bedrijfsagenda staat.
Uit het rapport blijkt dat de beoordeelde bedrijven ondermaats scoren: geen van de bedrijven scoort een 1 of 2. Slechts drie van de vijftien bedrijven erkennen hun verantwoordelijkheid in het bestrijden van spookvistuig – deze bedrijven, Thai Union, Tri Marine en Young’s Seafood, scoorden alle drie een 3. Die laatste twee zijn aangesloten bij het Global Ghost Gear Initiative (GGGI). Bedrijven als Clearwater Seafoods, Cooke Seafood en High Liner Foods presteren helemaal ondermaats in de beoordeling en scoorden een 5. Uit het rapport bleek dat maar liefst tachtig procent van de onderzochte bedrijven geen duidelijk beleid heeft om spookvistuig te bestrijden.

Karin Bilo, Programma-manager bij World Animal Protection: “vistuig is ontworpen om vis te vangen: het is heel effectief in het vangen en verstrikken van vis en schaaldieren. Dit maakt verloren vistuig ook zo’n gevaar voor het leven in zee; netten, lijnen en fuiken blijven lange tijd doen waarvoor ze zijn gemaakt: het vangen en doden van vis. We hopen dat bedrijven hun verantwoordelijkheid gaan nemen. Toetreden tot de GGGI is een mooie eerste stap”.

Global Ghost Gear Initiative
Hoewel de hoeveelheid spookvistuig toeneemt, is de oplossing voorhanden, mits overheden en organisaties wereldwijd samenwerken in de strijd tegen spookvistuig. Daarom riep World Animal Protection het Global Ghost Gear Initiative (GGGI) in het leven: een platform voor samenwerking om de spookvistuigcrisis aan te pakken. Niet alleen het opruimen van spookvistuig, maar vooral het voorkomen ervan is van groot belang. Samen met overheden, bedrijven en goede doelen werkt de GGGI aan inspirerende projecten en beïnvloedt het visserijbeleid wereldwijd. Ook in Nederland zetten organisaties zich in tegen spookvistuig. Investeringen in oplossingen leiden uiteindelijk tot gezondere oceanen. De visserij, consumenten, en niet in de laatste plaats het zeeleven, zullen hier de vruchten van plukken.

24 januari 2018

Een effectieve aanpak van fraude in de agrosector

De Nederlandse agrosector is voortdurend in het nieuws vanwege fraude. Toch leidt dit niet tot afdoende maatregelen door de opeenvolgende regeringen. Dit hangt samen met de Nederlandse mentaliteit om iets waar schijnbaar veel geld mee gemoeid is omzichtig te benaderen. Je ziet dit bij het niet aanpakken van de NAM bij de gevolgen van de overgrote gaswinning en in de omzichtigheid waarmee de exorbitante visvangsten van de Nederlandse vissers buiten schot worden gehouden.
Er is een Nederland een problematisch grote veestapel. In de jaarlijkse presentatie van de omzet van de landbouw wordt de bio-industrie niet afzonderlijk genoemd maar geteld bij de omzet van de akkerbouw, de doorvoer van agrarische producten en er worden onderdelen bij gerekend die in ieder geval niets te maken hebben met vee. De media zijn daar niet alert op. Het resultaat is dat het publiek ten onrechte denkt dat de Nederlandse bio-industrie van economisch belang is. In werkelijkheid ligt het eerder andersom.

Er wordt een soort competitiegevoel opgeroepen met iets waarmee je geen competitie zou moeten willen voeren, namelijk onnodig dierenleed.
“Wij Nederlanders flikken het toch maar om als klein landje op nummer twee van de agroproduktie te staan achter Amerika en voor Frankrijk”.
Zo veel mogelijk dieren houden is geen olympisch wedstrijdonderdeel
.

Een werkelijk doeltreffende oplossing zou zijn om de veestapel zo drastisch in te perken en duurzaam om te vormen dat het niet meer kan bedienen dan de lokale markt (Nederland en iets daarbuiten). Dat is minder moeilijk dan de betrokkenen zullen toegeven. Nu gaat alle onderhandeling over net wel of net niet over de grens gaan. Zie bijvoorbeeld de uitzondering die Nederland van tijd tot tijd bedingt om extra mest uit te mogen rijden (derogatie). Te veel mest werkt als gif voor bodemleven, waterkwaliteit en klimaat.

CEO Joosten van coöperatie Friesland Campina gaf april 2016 in het Financieele Dagblad aan (toe) dat meer dan de helft van de Nederlandse melkproductie blijvend verliesgevend is. Dit verlies wordt gecompenseerd met woekerwinsten op de overige melkproductie in plaats van beëindiging van onrendabele en overbodige bedrijfsvoering. De te lage melkprijzen worden veroorzaakt door de overproducerende boeren zelf! Niet door een gewetenloos calculerende consument of een keihard zakelijk afpersende supermarkt.
Een frauderende sector -die geen echte grenzen wordt gesteld- om te scholen tot een duurzame met gelijkblijvende productie is een hele lastige opgave. De fraudeurs zouden hun vergunning kunnen worden ontnomen in combinatie met een zo hoge boete dat ze failliet gaan. De melkproductie van die boeren kan uit de markt worden genomen, zodat de melkprijs omhoog schiet omdat je van het onrendabele deel verlost bent. In combinatie met een gedwongen grondgebondenheid voor alle vee (ook, varkens, en kippen) vang je meerdere vliegen in een klap.
De overheid kan in samenwerking met de EU duurzaam en diervriendelijk producerende boeren beschermen tegen oneigenlijke concurrentie gebaseerd op dierenleed. Precies dat is wat Nederlandse boeren, die zuivel en vlees produceren, nu hun buitenlandse collega’s aandoen.

Nederland zou de rest van de EU moeten aanbieden om vrijwillig de productie van vee, zuivel en vis in te perken tot het bedienen van een regionale markt in ruil voor bescherming en de verplichting aan de eigen producenten om de productie zo duurzaam te maken dat niemand (natuur, dier, milieu, belastingbetaler etc.) er meer last van heeft.
Sterker nog: de hoeveelheid voordelen van de inperking van de veestapel is groot.

21 januari 2018

Weerstand tegen Nederlandse boeren en vissers

Ondanks de claim van Nederlandse vissers dat de pulsvisserij visvriendelijker en milieuvriendelijker is, heeft het Europese parlement deze wijze van vissen onder druk van de Franse vissers aan banden gelegd. In de diverse media wordt hier verschillend over gerapporteerd. Niet iedereen vertelt erbij dat Nederland tegen de EU-afspraken een veel groter deel van de visserijvloot heeft gesteund in het omschakelen naar elektrisch vissen. Ook de hoeveelheid vis (quota), die gebaseerd is op de hoeveelheid in het verleden, zit buitenlandse vissers niet lekker, te meer dat voor hun eigen kusten veel wordt weggevangen.
Ook de Nederlandse veehouderij is groot en drukt buitenlandse collega’s uit de markt. Ook zij claimen een meer milieuvriendelijke manier om met vee om te gaan. Bovendien mogen Nederlandse boeren meer mest uitrijden dan buitenlandse (derogatie). Door de overproductie van mest staat dit voorrecht op de tocht.
Organisaties die zich bekommeren om diervriendelijkheid, klimaatopwarming en milieudruk staan kritisch tegenover Nederlandse vissers en boeren. De twee sectoren zijn zo omvangrijk dat buitenlandse concullegae (concurrerende collega's) er door in de verdrukking komen.
De Nederlandse politiek en de Nederlandse burger zou zich best eens mogen realiseren dat de wens om excessief te exporteren en expanderen helemaal niet zo’n gezonde motivator is. Het zorgt voor disbalans in binnen- en buitenland en daar lijden zonder enige noodzaak mens, dier, milieu en klimaat onder.

08 mei 2014

Welke offers worden gebracht voor een zorgeloze maaltijd?

Mac van Dinther schrijft in de Volkskrant over het Film Food Festival.

Op het Food Film Festival in Amsterdam, dat 9 mei begint, worden films vertoond met een boodschap. Welke offers worden gebracht voor onze zorgeloze maaltijd?

Een citaat, gecombineerd met de trailers van de documentaires:

Maar eten kan ook sterke herinneringen oproepen zoals weemoed. The Knights of the Lagoon is ervan doordesemdc(https://www.youtube.com/embed/eK5bPPPUWqo).
De film portretteert een coöperatie van Italiaanse vissers in de Laguna di Orbetello aan de kust van Toscane die nog met traditionele methoden werken: lijnen, netten en fuiken. Het zijn vooral oudere mannen en hun manier van leven is gedoemd te verdwijnen. Er zit steeds minder vis en de lagune dreigt dicht te groeien door algen die gedijen dankzij de kunstmest die van omringende akkers in het water spoelt.

Het visverwerkende fabriekje dat de coöperatie heeft opgezet om mee te gaan met de tijd, staat inmiddels de helft van de tijd stil. De schulden hangen als een molensteen om het inkomen. De stoere praat die de vissers bezigen kan niet verhullen dat de veranderingen pijn doen. Vroeger, zegt de een, zag het water zwart van paling. Nu halen ze nog maar mondjesmaat wat op. En ook de mensen zijn veranderd, zegt een ander. 'Vroeger deden we alles samen. We deelden de winst. Nu is het ieder voor zich.'

Dat is wat eten ook vermag: het kan genot en plezier brengen, maar net zo goed ellende veroorzaken. Een voorbeeld daarvan is de verontrustende Canadese documentaire Salmon Confidential die de praktijken van zalmkwekerijen in British Columbia aan de kaak stelt.

Vissers in dit gebied vangen steeds minder wilde zalm. De vissen blijven weg, of sterven voordat ze kunnen paaien in de rivier. Volgens sommige biologen komt dat door ziektes die verspreid worden door de massaal aanwezige zalmkwekerijen. Activisten die daar tegen iets willen doen, worden tegengewerkt door de zalmkwekerijen. Actief gesteund door de federale regering die deze economisch belangrijke bedrijfstak de hand boven het hoofd houdt en glashard ontkent dat er een probleem is.

Toppunt is een wetsvoorstel dat het strafbaar maakt om informatie over ziekten in kwekerijen naar buiten te brengen. Het voorstel wordt ingetrokken omdat het in strijd is met de vrijheid van meningsuiting. Maar het laat zien dat in voeding ecologie vaak het onderspit delft tegen economie.

Tot zover de Volkskrant.

23 juli 2013

Dierenkwelling als tv-vermaak

‘Sport’vissen.

Ed Stoop, die een vijf uur durende viswedstrijd van commentaar gaat voorzien bij RTL7 put zich uit in het bejubelen van deze, door zo’n tweeënhalf miljoen Nederlanders beoefende, activiteit. Vijf uur – door de wet gedoogde – dierenkwelling als tv-vermaak. En reken maar dat publiek voor is!
Door oversekste dames gemaltraiteerde pony’s roepen rauwe volkswoede op. Opgejaagde, bange stieren in Pamplona kunnen rekenen op heilige maatschappelijke verontwaardiging. Gepijnigde, doodsbange en gestreste vissen zijn evenwel voor velen voorwerp van amusement en ‘sportieve’ spanning.
“Vissen is verleiden. Het is een spel tussen mens en vis”, galmt Stoop. En: “Je moet in de huid van de vis kruipen en aanvoelen hoe zo’n dier denkt”, gaat het nog even door.
Meneer Stoop en zijn tweeënhalf miljoen geestverwanten zouden zich misschien eens moeten realiseren dat hun ‘sport’ voor hen misschien een ludieke aangelegenheid is, voor de vis is het allerminst een spel(letje). Het is een strijd op leven en dood onder pijn, angst en stress.
Stoop vindt dat ‘sport’vissers de natuur met respect moeten behandelen. Dat vind ik ook. Maar voor mij betekent dat dat dieren geen speelgoed zijn. Arrogantie en een totaal gebrek aan mededogen spreken uit de woorden van Stoop. Kritiek op de vis’sport’, zoals wel eens (!) door de Partij voor de Dieren wordt geuit, wijst hij zonder argumenten af.
Stoop bedankt een gevangen vis bij het terugzetten voor het plezier dat hij de vanger heeft bezorgd! Een diepe verontschuldiging aan het slachtoffer voor het toegebrachte leed zou eerder op zijn plaats zijn dan een bedankje voor het wrede plezier van de hengelaar.

Herman Gallé

20 maart 2013

Vissersvloot kritiekloos gevolgd

Jean-Pierre Geelen kan beter schrijven dan ik. Misschien omdat hij ongeveer even oud is als ik vallen hem op televisie dezelfde zaken op als mij. Ik mag hem graag lezen. In de Volkskrant van 20 maart schrijft hij over de documentaires die recent zijn uitgezonden waarin vissers de hoofdrol spelen.
Met name de kritiekloze registratie van de beweringen van de vissers was mij opgevallen en Geelen voert als verklaring aan dat het Productschap Vis de makers financieel heeft gesteund. Dat verklaart veel, want het imago van de Hollandse visser was tanende.

Een citaat uit de column van Geelen onder de titel “Vissen”:
Het wonder van Urk. Ooit was dat de raadselachtige wijze waarop de visafslag van de gemeente opleefde nadat het IJsselmeer werd afgesloten. 'Helaas lijkt het erop dat er weer een wonder moet gebeuren', meldde gisteravond de meegaande voice-over van de NCRV-serie De Urker vissers. De visindustrie heeft het immers moeilijk, zo werd uitgelegd: dat komt door die ellendige visquota en vervelende heffingen waardoor de industrie is gehalveerd.
Het wonder van Urk heeft zich op tv al herhaald: er waren maandag meer dan een miljoen kijkers voor de dagelijkse, tiendelige reality soap over de vissersfamilie Kramer.
Raadselachtig. Want er gebeurt hoegenaamd niets in de serie, die draait om de broers Jacob en Klaas Kramer. Ja, een net van hun kotter was achter een oud wrak blijven haken. 'Om het hoofd boven water te houden' moest het hele weekend worden doorgezwoegd. Maar niet op de dag des Heren.
….
Spannender wordt het niet, of het moet de onheilspellend zorgelijke blik van de stuurlui zijn wanneer de netten weer niet vol genoeg zitten.
En dan toch zoveel kijkers vangen. Knap.
Televisie heeft de visser ontdekt. Nog maar enkele weken geleden zond omroep MAX ook al een serie uit: Hollandse vissers, over de bemanning van de KW34 uit Katwijk van schipper Klaas, en de WR-212 uit Den Oever, van Rein en zijn zoon Rik. Een volstrekt kritiekloos relaas, dat dan ook 'in nauwe samenwerking met' het Productschap Vis werd gemaakt. Vandaar de visrecepten op de site van de serie.
Geen woord over overbevissing of gemarchandeer met vangstquota, maar een verse Onedin line.
Ook in De Urker vissers - mooier gemaakt dan de MAX-pendant - overheerst het begrip voor de noeste werkers. Wanneer een zoon oefent voor zijn spreekbeurt, over de visserij, wil hij overbevissing aanstippen. Vader Klaas grijpt in: 'Elk jaar is de visserij op dezelfde plek. De visser zorgt voor een beetje bodemberoering. Dat is niet slecht: waar je elk jaar vist, komt de vis weer terug.'
Aha.
De kijker zal het een zorg zijn. De visserij haakt in op de heimwee-trend die zich op tv - en daarbuiten - manifesteert. Weemoedig terugdenken met Van Dis en Van Kooten; kaasblokjes op tafel en met de hele familie Ik hou van Holland kijken. Moeder, ik wil bij de revue; Dokter Deen - o, zoete wereld van gisteren. De dokter kwam nog gewoon bij Kniertje aan huis. Geen bontkraagje of razend scootertje te bekennen.
Zo ook in idyllisch Urk. De krant mag dan ooit hebben gemeld dat de jeugd er onder de coke zit, hier lopen ze nog in klederdracht. Ook de NCRV vindt de Urkers zo exotisch, dat ze worden ondertiteld.

Tot zover Jean-Pierre Geelen.
De Hollandse visvloot vangt veel meer dan we aan vis nodig hebben. Tweederde gaat dood overboord en vis eten is lang niet zo gezond als de sector ons wil doen geloven. We zouden in ons land wat kritischer moeten kijken naar de schadelijke ambitie van grootschaligheid. Waarom? Klik hieronder bij de labels op "visserij" of "export".

06 maart 2013

Tweederde gevangen vis gaat dood overboord

Voor elke kilo vis die aan land komt, gaat 2 kilo (voornamelijk dood) overboord. Vandaar dat de Europese Commissie (EC) wil dat bijna alle vis die vanaf 2019 wordt gevangen ook aan land wordt gebracht. De vissers zijn hier niet blij mee, want zij kunnen deze vis niet verkopen en het scheelt hun ruimte op het schip om commercieel interessante vis te bewaren.
Met de maatregel hoopt de EC de bijvangst aan banden te kunnen leggen. De visser worden gedwongen om of minder bijvangst te vangen of gewoon minder te vangen, waardoor de visstand beter wordt beschermd.
De vissers hebben bedwongen dat zij 9 procent van hun vangst mogen weggooien. De kans bestaat dat daarmee de hele maatregel nutteloos is, want wie controleert of een visser al aan zijn tax is?

01 februari 2012

Provincie staat vismethode toe die levens kost

Vragen van het lid Ouwehand en het lid Hazekamp (Partij voor de Dieren) aan de staatssecretaris van Economische zaken, Landbouw en Innovatie over beroepsvissers die van provincie Flevoland toestemming krijgen om te vissen met ‘staand want’ waarbij tienduizenden beschermde watervogels per jaar de dood vinden.

Bent u op de hoogte van de toestemming die provincie Flevoland heeft verleend aan beroepsvissers om ’s winters te mogen vissen met ‘staand want’ in het Markermeer, terwijl jaarlijks een aanzienlijke hoeveelheid watervogels bij deze vorm van visserij de dood vindt? NRC Weekend zaterdag 28 januari 2012 ‘Vissen met net dat vogels doodt mag voortaan in het Markermeer’ 1). Hoe beoordeelt u dit?

Kunt u bevestigen dat uit onderzoek van de overheid is gebleken dat naar schatting 15000 beschermde watervogels de dood vonden in 2003 in het Markermeer en het IJsselmeer tezamen door het toepassen van de visserijtechniek ‘staand want’? Kunt u ook bevestigen dat dit er zelfs 50000 betroffen in 1999 in hetzelfde gebied veroorzaakt door dezelfde visserijtechniek?

Is het waar dat onder meer soorten als tafeleend, grote zaagbek en toppereend slachtoffer worden van deze visserijtechniek? Kunt u bevestigen dat deze soorten een landelijke zeer ongunstige staat van instandhouding kennen?

Deelt u de mening dat het doden van zoveel beschermde vogels niet is toegestaan en zeker niet in een Natura 2000 gebied die juist is aangewezen ter bescherming van vogelsoorten die hier de dood vinden?

Onderschrijft u dat provincie Flevoland het natuurlijk gedrag van watervogels niet goed heeft beoordeeld wanneer zij aangeeft dat vogels zich kunnen bevrijden uit netten met maaswijdte van boven 14 centimeter, aangezien de watervogels onder water jagen met uitgeslagen vleugels? Zo nee, op basis van welk wetenschappelijk onderzoek ontleent u die zekerheid?

Deelt u de mening dat het vissen met ‘staand want’ in het Natura 2000 gebied het Markermeer indruist tegen de nationale en internationale regelgeving? Zo nee, waaraan ontleent u die zekerheid?

Onderschrijft u dat u verantwoordelijk bent voor de correcte uitvoering en naleving van de Europese Vogel- en Habitatrichtlijn en de Flora- en Faunawet? Zo ja, wanneer en op welke wijze gaat u maatregelen treffen tegen de toestemming van de provincie Flevoland?

1) NRC Weekend zaterdag 28 januari 2012 ‘Vissen met net dat vogels doodt mag voortaan in het Markermeer’.

25 september 2010

Zembla: wilde paling met dioxine wordt gewoon verkocht

In Nederland wordt al jaren paling verkocht die niet aan de Europese voedselveiligheidsnormen voldoet. Het is verboden om paling met teveel dioxine op de markt te brengen. De Voedsel- en Warenautoriteit heeft daarom sinds 2007 meerdere keren aangedrongen op een vangstverbod voor vervuilde paling. Het ministerie van LNV erkent dat de norm voor het dioxinegehalte in de paling wordt overschreden en weet ook dat verontreinigde paling gewoon te koop wordt aangeboden. Maar minister Verburg (LNV) grijpt niet in. Daarom kunnen de visserijbedrijven hun paling gewoon verkopen, zo blijkt in de ZEMBLA-uitzending ‘De dioxinepaling’.

01 juli 2010

Giftigheid van gevangen vis wordt gemaskeerd

De Partij voor de Dieren vermoedt dat gifwaarden in vis sterk kunnen schommelen afhankelijk van de locatie van vangst. Door deze waarden over verschillende locaties te middelen wordt het giftige karakter van vis gemaskeerd.
Dit blijkt uit vragen van het lid Ouwehand (Partij voor de Dieren) aan de ministers van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over gifgehalten in vis (1 juli 2010).

  1. Heeft u kennisgenomen van een nieuwe viswijzer die informatie verstrekt over gifgehaltes in vis en ecologische en gezondheidsinformatie combineert? Hoe beoordeelt u dit initiatief?
  2. Hoe beoordeelt u de kritiek van de makers van deze nieuwe viswijzer dat de gezondheidsaanbevelingen voor de consumptie van vis gebaseerd zijn op gemiddeld aangetroffen gifwaarden, terwijl de hoeveelheid gif in een bepaalde vis gemakkelijk veel groter kan zijn wanneer de vis in vervuild gebied is gevangen?
  3. Op basis van welke wetenschappelijke informatie wordt door het Voedingscentrum gesteld dat het risico voor je gezondheid door eventuele giftige stoffen verwaarloosbaar is ten opzichte van de voordelen van regelmatig vis eten? Op welke wijze is de grote variatie meegenomen in de gifgehaltes van verschillende vissen van dezelfde soort?
  4. Deelt u de mening dat het van belang is de herkomst van de vis te weten om een reële inschatting te kunnen maken van de hoeveelheid toxische stoffen? Zo ja, hoe kan de overheid zonder deze nuance blijven communiceren dat het verstandig is om twee keer per week vis te eten? Zo neen, waarom niet?
  5. Deelt u de mening dat ten behoeve van de gezondheid van de consument vis duidelijk traceerbaar zou moeten zijn? Zo ja, op welke wijze bent u van plan dit te doen? Zo neen, waarom niet?
  6. Kunt u toelichten wat precies bedoeld wordt met de stelling van het Voedingscentrum dat het eten van vis (2 maal per week, waarvan 1 keer vette vis) de kans op hart- en vaatziekten verkleint? Ten opzichte van welk voedingspatroon zou de kans op hart- en vaatziekten precies worden verkleind?

11 september 2009

De lessen van Cousteau

Als kind keek ik naar de documentaires van Jacques Cousteau op tv. De beelden van de fascinerende onderwaterwereld maakten een diepe indruk op mij, zo klein als ik was. Cousteau liet de wereld kennismaken met het leven in de schier oneindige en onpeilbare waterlichamen die het grootste gedeelte van het aardoppervlak beslaan. Countryzanger John Denver bezong de tanige Franse oceaanonderzoeker en zijn boot in Calypso: “To be part of the movement, part of the growing, part of beginning to understand”.
Maar ruim dertig jaar later begrijpen we er nog steeds weinig van. Voor zijn dood in 1997 waarschuwde Cousteau dat de oceanen sterven in onze tijd. Inmiddels is het punt bereikt dat veel mariene ecosystemen daadwerkelijk op instorten staan. 90 procent van alle roofvissen is uit de wereldzeeën verdwenen. Driekwart van de visbestanden is overbevist of al ingestort. Jaarlijks verdrinken honderdduizenden zeezoogdieren en -vogels, omdat ze verstrikt raken in visnetten en -lijnen. Elk jaar vallen honderdduizenden zeehonden en (bedreigde) walvisachtigen ten prooi aan jagers. Een derde van de haaiensoorten wordt met uitsterven bedreigd – naar schatting worden jaarlijks 100 miljoen (!) haaien, veelal levend, ‘ontvind’. Ontelbare vogels, vissen en zeeschildpadden verhongeren met hun magen vol stukjes plastic die zij voor voedsel hebben aangezien – in de Stille Oceaan drijft een continent van onafbreekbaar plastic afval. Vrijwel alle koraalriffen worden bedreigd of zijn stervende. En ga zo maar door.
Met het instorten van de mariene ecosystemen valt niet alleen een, voor armere bevolkingsgroepen belangrijke, voedselbron weg, maar dreigt ook de bron van al het leven op aarde op te drogen. In de oceanen voltrekken zich allerlei complexe fysische en chemische processen die het leven – ons leven! – op deze planeet mogelijk maken. Deze processen hangen nauw samen met het evenwicht tussen alle verschillende vormen van zeeleven. Als de oceanen sterven, zijn wij ook ten dode opgeschreven. Zo simpel is het.
De oplossing voor dit levensgrote probleem kan net zo simpel zijn, mits wij, de vervuilende en vraatzuchtige mens, tot inkeer, en dus tot ander gedrag en beleid, komen. Regeringen en overheden blijken daartoe niet in staat. Zo heeft 25 jaar Europees visserijbeleid erin geresulteerd dat 88% van de visbestanden in de Europese wateren nu overbevist is. Terwijl we volgens zeebiologen de visvangst acuut moeten staken, doen regeringen er al vijftien jaar over om uiterst minimale zeereservaten aan te wijzen, ook al zijn ze daar volgens Europese wetgeving toe verplicht. De visserijsector blijkt niet in staat zichzelf (voldoende) te matigen en de overheid blijkt niet in staat de visserij van bovenaf in duurzame banen te leiden. Economische kortetermijnbelangen prevaleren, altijd.
Gelukkig, voor ons allemaal, is er sprake van een gestaag groeiend maatschappelijk bewustzijn dat het roer drastisch om moet. Zoals bij alle belangrijke maatschappelijke ontwikkelingen in de geschiedenis, komt die verandering van onderaf. Maar voor overheid en industrie, en ieder individu dat (nog) bijdraagt aan het probleem, is het niet prettig om te worden geconfronteerd met eigen falen en ongelijk. Dus wordt een breed gesteunde maatschappelijke organisatie die stenen in zee gooit om de noodzaak van het aanwijzen van zeereservaten te onderstrepen radicaal genoemd, of zelfs crimineel. En pakt men de enige organisatie ter wereld die, nota bene op grond van het natuurbeschermingshandvest van de Verenigde Naties, optreedt tegen stroperij op zee en illegale walvisjacht aan in plaats van de stropers, de échte ‘ecoterroristen’.
We kunnen het tij nog keren, maar niet door oeverloos te blijven praten aan vergadertafels over de meest minimale maatregelen als maximale daadkracht letterlijk van levensbelang is.

Daniëlle Hutter - Bezorgd aardbewoner

28 maart 2009

Ecomare meldt: Bruinvissen in scheepsschroeven ongeloofwaardig


Ecomare zet grote vraagtekens bij de voorlopige conclusies van het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) naar verminkte bruinvissen die 26 maart naar buiten zijn gebracht. Het NFI heeft geconcludeerd dat de verwondingen van de dieren niet moedwillig door mensen zijn toegebracht maar veroorzaakt door contact met scheepsschroeven. De Korps landelijke politiediensten (KLPD) heeft hierop besloten het strafrechtelijk onderzoek af te sluiten. Het gaat om 60 versneden bruinvissen op een totaal van 167 aangespoelde bruinvissen sinds november 2008.

De resultaten leiden echter eerder tot meer vragen dan tot antwoorden. Hoe kan het dat het vooral om verwondingen aan de keel en onderzijde gaat? Hoe zijn de touwsporen om de staarten en de bloeddoorlopen ogen die wijzen op verdrinking te verklaren? Hoe verklaren we de kleine stukjes bruinvis op het strand? Bovendien gaat het alleen om vette, gezonde dieren. Zieke en verzwakte dieren spoelen ook aan, maar dan intact.

Bruinvissen zijn zeer schuw ten aanzien van schepen. Ze hebben een feilloos gehoor waarmee ze schepen met hun harde motorgeluid altijd zullen ontwijken. Waar zou de plotselinge gedragsverandering van bruinvissen om zich in de buurt van schepen op te houden vandaan komen? Hoe verklaar je het plotselinge lokale optreden bij Texel, langzaam naar het zuiden verdwijnend, gelijk met het verschuiven van de voedselbronnen? Hoe kan het dat de kenmerkende repeterende sneden van scheepsschroefverwondingen niet bij deze bruinvissen voorkomen?

Inmiddels is contact opgenomen met het NFI en de KLPD over het ongeloofwaardige karakter van deze uitkomsten. Ecomare dringt aan op voortzetting van het onderzoek om het raadsel van de verminkingen daadwerkelijk op te lossen en vervolgens maatregelen te treffen om herhaling te voorkomen.

Tot zover Ecomare.

Meer lezen over de dieronvriendelijke bijvangst van walvisachtigen en de onwil om mee te werken aan effectieve oplossingen als de ‘Pinger’, klik hier.

11 februari 2009

Pleidooi voor conserverende landbouw

Onder de titel ‘Er zijn andere landbouwmethodes nodig om de wereld te voeden’ doet Agriholland verslag van de bijdrage van directeur Shivaji Pandey van de landbouw en voedselorganisatie van de Verenigde Naties FAO vorige week op een internationaal landbouwcongres in New Delhi. Boeren moeten volgens hem kiezen voor een conserverende landbouw, waarbij er zo weinig mogelijk bodembewerkingen worden toegepast. Met conserverend wordt hierbij duurzaam voedsel verbouwen bedoeld. Overmatig ploegen, overbevissing, overmatige bemesting, irrigatie en bestrijdingsmiddelengebruik heeft het ecosysteem te veel belast, stelt Pandey.

Wat in het pleidooi van Pandey opvallend mist is een oproep tot minder vlees consumeren. Een dergelijke verandering in consumptiepatroon zet veel meer zoden aan de dijk in het voeden van meer mondiale monden en heeft ook nog eens effect op het tegengaan van de opwarming van de aarde. Conserverende landbouw zorgt bovendien voor extra vastlegging van CO2. Door het land niet te ploegen wordt er ook water bespaard.

24 januari 2009

Het gaat bij kweekvis en de koks gewoon om de centen

Op de site Misset Horeca wordt ingegaan op:

Zeven vooroordelen over kweekvis

Bij het reageren op deze vooroordelen wordt geen sterke argumentatie gevoerd. We sommen de vooroordelen op en laten die gedeelten in de reactie staan die duidelijk de onverschilligheid van de auteur Bianca Roemaat laten zien over het welzijn van de kweekvis en haar gebrek aan betrokkenheid bij de ernst van de problematiek.

Op de site:


Kweekvis komt steeds vaker op het restaurantbord terecht. De achteruitgang van de natuurlijke visstand maakt kweekvis het op één na beste alternatief. Koks blijven hun vooroordelen. We laten er een zevental passeren.

1. 'Kweekvis zit vol medicijnen'
Zolang de kwekers open communiceren over wat ze met hun vissen doen, is enigszins te controleren of het veilig gebeurt

2. ‘Kweekvis is groter’
Wie een gekweekte kabeljauw naast een wilde legt, komt al gauw tot de slotsom dat de kweekvis groter is. ‘Ze hebben vast groeihormonen gekregen’, is één van de vooroordelen. Of dat de reden is, laten we hier buiten beschouwing, omdat daarover niet zomaar een uitspraak is te doen zonder wetenschappelijk onderzoek.

3. ‘Kweekvis eet vis’
‘In de brokjes die de vissen in bassins krijgen, zit vaak eiwit en soja. Maar ook restproducten van wild gevangen vis en schaaldieren. Dat riekt naar ‘kannibalisme’, maar dat is in de natuur gebruikelijk.

4. 'Kweekvis is minder lekker'
Het is een cliché, maar smaken verschillen.

5. ‘Kweekvissen hebben geen ruimte'
Wie een bassin ziet waarin het krioelt van de vissen, krijgt snel dat idee. Toch is de diepte vaak niet meteen waar te nemen, dus dat kan schelen.

6. ‘Visteelt is belastend voor het milieu'
Berichten over vervuild water haalden de pers. Inmiddels is heel wat werk verzet door de kwekers. Logisch, want ze zijn niet gebaat bij negatieve geluiden in de media.

7. ‘Biologisch kweken klinkt tegenstrijdig'
Hoe dan ook, biologisch gekweekte vis klinkt net iets positiever dan ‘gewoon’ geteelde. Dus waarschijnlijk heeft het potentie.

Tot zover de site Misset Horeca.


Ook hier is de conclusie duidelijk: het gaat in de intensieve veehouderij, intensieve visserij en in de horeca om de centen en echt verantwoordelijkheid nemen voor de gevolgen van dat denken ontbreekt.

16 november 2008

Kan een tonijn verantwoord worden gevangen?

Uit een NRC artikel met als titel “Visserij EU vangt te veel tonijn”

Het agentschap voor visserijcontrole, dat dit jaar voor de eerste maal de controlemiddelen van een aantal lidstaten coördineert, schrijft dat er „aanzienlijk” is geknoeid met de vangstrapportage. Voorts is vastgesteld dat „op grote schaal” gebruik is gemaakt van verboden verkenningsvliegtuigjes om scholen tonijn op te sporen. Volgens het rapport is het bij de meeste visserijbedrijven „geen prioriteit” om de wettelijke vangstbeperkingen na te komen.

In de Volkskrant van 14 november en de melden de Stichting Doen en de Postcodeloterij:

Kapitein Jack 'Bandini' Webster: Veel tonijnvissers wereldwijd hebben tegenwoordig een slechte reputatie, terwijl de meeste vissers juist veel affectie hebben met het vak en de zee. Je moet wel, want het is heel hard werken. Het is belangrijk voor ons om het duurzaamheidskeurmerk te dragen. Hiermee kunnen we aantonen dat we het goed doen en de vis niet afkomstig is van piraat visserij en zonder bijvangst van bijvoorbeeld schildpadden gevangen is'.

Tot zover de Volkskrant.

Wie garandeert de consument dat de drager van het MSC duurzaamheidskeurmerk, afgegeven door de Marine Steweardship Councel zoveel affectie met het welzijn en voortbestaan van tonijn heeft als met het vak en de zee……?
Wat is goed doen? En is het voldoende als de visser geen bijvangst heeft?

Wikipedia meldt:
De drie hoofdprincipes van de MSC-standaard voor duurzame visserij betreffen:
1. De toestand van de vis- of schaal of schelpdier dierbestanden moeten gezond zijn en blijven.
2. De impact van de visserij op het ecosysteem moet beperkt zijn en blijven.
3. Het visserijbeheer moet goed georganiseerd zijn, aantoonbaar nageleefd en gecontroleerd worden.
Ongeacht de grootte, het bereik, de soort, het vangstgebied of hoe intensief er gevist wordt, kan een visserij een aanvraag indienen om door een onafhankelijke certificeerder getoetst te worden aan de MSC-milieunorm. Indien een visserij voldoet aan de norm dan wordt de visserij gecertificeerd. Ondernemingen die het MSC-keurmerk op hun producten willen gebruiken, moeten vervolgens een certificaat van ketenbeheersing krijgen om de traceerbaarheid van de gecertificeerde vis te verzekeren.
Een MSC-evaluatie is een traject waar een visserij, een of enkele schepen, of een gehele vloot, door een onafhankelijke onderzoekscommissie (dus niet door MSC zelf) aan de MSC-standaard getoetst wordt. Het evaluatietraject duurt vaak 12-15 maanden, maar kan langer duren. Het gehele traject is openbaar en elke belanghebbende (van vissers, tot wetenschappers, tot milieuorganisaties) kan participeren in het evaluatietraject. Zo zijn er verschillende inspraak en bezwaarprocedures mogelijk. Indien een visserij dit evaluatieproces doorstaat, dan verkrijgt het een certificaat voor een periode van vijf jaar, waarbij er jaarlijks minimaal een controle plaatsvindt.

Tot zover Wikipedia.

Is met bovengenoemde een verantwoorde doding van een tonijn bij het vangen gewaarborgd? Er is niets dat hier op duidt.

05 september 2008

Partij voor de Dieren wil einde aan ontheffingen voor verboden kuilvisserij

Kamervragen over verboden traditie Spakenburg

Persbericht Den Haag, 4 september 2008 - De Partij voor de Dieren wil dat er een einde komt aan de ontheffingen op het verbod op de schadelijke kuilvisserij. De kuilvisserij is een niet-selectieve vorm van visserij met een vrijwel gesloten net waartegen zelfs vissers zich sinds de Middeleeuwen hebben verzet. Vanwege haar verwoestende karakter is de kuilvisserij in Nederland al sinds 1970 verboden. Tijdens de visserijdag morgen in Spakenburg zal de verboden visserijvorm echter opnieuw worden beoefend op het IJsselmeer. Minister Verburg van LNV heeft daar middels een vergunning toestemming voor gegeven. De Partij voor de Dieren vindt dat het verbod op de schadelijke kuilvisserij gewoon moet worden gehandhaafd, en heeft Kamervragen gesteld.

Kuilvissers maken gebruik van een sleepnet die door een boot door het water wordt getrokken. Deze vangsttechniek is sinds 1970 verboden, omdat de kuil een niet-selectieve manier van visserij is dat alles vangt dat voor de opening van het net komt, ook ondermaatse vis. Onder de vissersbevolking ontstond in de geschiedenis al grote verdeeldheid over het gebruik ervan.

Ondanks het ingestelde verbod verleent de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) nog steeds ontheffingen voor deze vorm van schadelijke visserij. Zo vindt komend weekend de kuilvisserij plaats in Bunschoten-Spakenburg. Tijdens de Visserijdag op zaterdag 6 september 2008 is er aanvoer van in de nacht gevangen vis met de zogenaamde dwarskuil. Eerder al was ontheffing verleend voor kuilvisserij in Enkhuizen en in Volendam, en voor oktober dit jaar is nog ontheffing verleend voor kuilvisserij in Workum.

De Partij voor de Dieren wil een einde aan de ontheffingen op het verbod uit 1970. Esther Ouwehand: “Kuilvissers vingen alles weg wat er voor de opening van hun netten kwam. Die verwoestende vorm van visserij is al bijna 40 jaar verboden, en dat is niet voor niets. Verschillende vissoorten, zoals de paling, staan op de rand van uitsterven. Dat vraagt om stevige beschermingsmaatregelen, niet om alles verslindende visserijtradities.”

20 december 2005

Visserij bedreigt de biodiversiteit

Visserij bedreigt over de hele wereld de biodiversiteit van de zee. Overal gaat de mariene habitat achteruit. Maar het is nog steeds niet te laat om deze achteruitgang tegen te gaan, zegt hoogleraar Mariene Biologie Wim Wolff van de Rijksuniversiteit Groningen. ‘De middelen zijn er’.

Citaat:
"De biodiversiteit van de zee, een enorme rijkdom aan planten- en diersoorten, neemt de laatste jaren snel af. Visserij speelt hierbij een grote rol. Koraalriffen verdwijnen omdat vissers door armoede gedwongen worden met dynamiet te vissen. Mangrovebossen worden gekapt voor de garnalenkweek. In de Nederlandse wateren werden in 1990 alle mosselbanken uit de Waddenzee weggevist. Tegelijkertijd streeft de wereldgemeenschap al sinds het Verdrag van Rio de Janeiro inzake de biologische diversiteit van 1992, naar de doelstelling om voor 2010 te komen tot ‘een significante vermindering van de huidige snelheid van het verlies aan biodiversiteit op mondiaal, regionaal en nationaal niveau’. Het lijkt er voorlopig niet op dat dit doel wordt bereikt, meent hoogleraar Mariene Biologie Wim Wolff. ‘De achteruitgang van de biodiversiteit blijft gewoon doorgaan’".

Wolff pleit voor het zoeken naar een balans.

Leeswijzer


Kijk op Facebook voor onze reactie op de actualiteit.
Aanbeveling: Thema's of steekwoorden vindt u via de labels onderaan de pagina of op Animal Freedom. Klik hier voor de laatste bijdragen.
Klik hier voor het beleid om uw privacy te beschermen.

Waarom dit blog?

De Nederlandse veehouderij is vooral gericht op zoveel mogelijk voor de export te produceren onder het motto “meer, meer, meer en groot, groter, grootst”. Dit heeft negatieve gevolgen voor zowel de dierenwelzijn, biodiversiteit, het milieu, het klimaat, de portemonnee en de gezondheid van burgers en ook voor welwillende boeren.
Dit blog verzamelt kritische artikelen die de wurggreep beschrijven waarin de veehouderij zichzelf heeft vastgezet. Zo willen we niet alleen een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de kwaliteit van het leven voor alle belanghebbenden, maar ook aan een schone, gezonde omgeving en een beter dierenwelzijn.

Ook de argumentatie dat dieren grondrechten hebben kan beter en meer aansluiten op hoe mensen voor zichzelf vinden dat recht moet gelden. Alle dier(soort)en kunnen in hun recht op vrijheid als (intrinsiek) evenwaardig aan mensen beschouwd worden. Dierenrechten zijn mensenrechten, die mensen de kans geeft om voor dieren op te komen.
Dieren, bijv. in de intensieve veehouderij, worden behandeld als een object in plaats van een subject met gevoelens en rechten.

De snelheid en het aantal dier(soort)en dat we voortdurend gebruiken is immens. De bijdrage aan onze welvaart en economie van de agrosector is gering. De oplossing is simpel en van niemand anders dan van ons zelf afhankelijk.

Dierenrechten in woord en beeld

Vrijheid is ook een intrinsiek grondrecht voor dieren. Dieren zijn geen dingen Dierenrechten zijn mensenrechten. Mensen moeten voor dieren kunnen opkomen wanneer hun grondrecht wordt geschonden.
logo van Animal Freedom yin en yang
Lees hier over de redenen waarom dieren recht op vrijheid hebben. Lees hier waarin mens en dier evenwaardig zijn.