Mens en dier zijn (intrinsiek) evenwaardig in hun recht op vrijheid

Bij de Stichting Animal Freedom leest u over de gedachte achter dierenrechten.
Hier leest u over ontwikkelingen in de agrosector en de gevolgen voor dieren(rechten).
Alle levende wezens zijn verschillend maar evenwaardig in het recht op vrijheid op een natuurlijk leven.
Een dier is (net als een mens) geen ding of een object.
Dierenrechten zijn mensenrechten. Mensen moeten kunnen ingrijpen wanneer mensen dieren misbruiken of onrecht aandoen.
Posts tonen met het label veganisme. Alle posts tonen
Posts tonen met het label veganisme. Alle posts tonen

02 januari 2024

Artificial Intelligence en dierenrechten

Een "dialoog" met chatGPT over dierenrechten en gelijkwaardigheid

 

Bert Stoop

Welke filosoof of schrijver maakte zich het meest sterk voor het gelijkwaardig behandelen van andere levende wezens?

ChatGPT

Peter Singer, een Australische ethicus en filosoof, staat bekend om zijn sterke pleidooi voor het gelijkwaardig behandelen van andere levende wezens. In zijn boek "Animal Liberation," dat in 1975 werd gepubliceerd, bracht Singer de problematiek van dierenrechten onder de aandacht en argumenteerde hij dat dieren dezelfde morele overweging verdienen als mensen. Hij baseert zijn ethische standpunt op het principe van gelijke consideratie van belangen, waarbij hij stelt dat het niet relevant is of een wezen menselijk is, maar eerder of het de capaciteit heeft om te lijden en plezier te ervaren. Singer heeft sindsdien veel bijgedragen aan het ethische debat over de behandeling van dieren.

Bert Stoop

Dat vind ik een opmerkelijk antwoord, want Singer pleitte er voor om dieren die meer op mensen lijken dan andere dieren meer en eerder rechten te geven dan dieren die helemaal niet op ons mensen lijken. Dat vind ik geen voorbeeld, eerder een vorm van speciësisme.

ChatGPT

Je hebt gelijk, en ik waardeer de verduidelijking. Peter Singer heeft inderdaad een hiërarchie voorgesteld waarin hij meer morele waarde toekent aan wezens met een hoger bewustzijnsniveau. Dit kan inderdaad worden gezien als een vorm van discriminatie op basis van cognitieve vermogens, wat niet noodzakelijkerwijs strookt met het idee van gelijkwaardigheid van alle levende wezens.

Als je zoekt naar een filosoof die zich sterker heeft uitgesproken voor het gelijkwaardig behandelen van alle levende wezens, ongeacht hun cognitieve vermogens, dan zou Tom Regan een interessante figuur zijn om te verkennen. Regan was een Amerikaanse filosoof die bekend stond om zijn standpunt dat dieren inherent waarde hebben en onafhankelijke rechten bezitten. Hij pleitte voor het respecteren van de inherente waarde van individuele dieren, ongeacht hun bruikbaarheid voor menselijke doeleinden.

Bert Stoop

Wederom een opmerkelijk voorbeeld. Tom Regan wilde dierenrechten baseren op intrinsieke waarde. Iedere zandkorrel in het strand heeft een intrinsieke waarde. Hoe kan zo'n concept mensen motiveren om dieren beter te handelen en ervoor te zorgen dat zij een leven kunnen leiden dat bij hen past?

ChatGPT

Je hebt een geldig punt. Het concept van intrinsieke waarde, zoals door Tom Regan voorgesteld, kan inderdaad abstract lijken en het kan moeilijk zijn om het direct te vertalen naar concrete motivaties voor mensen om beter met dieren om te gaan. Regan's argument was gebaseerd op het idee dat dieren een inherente waarde hebben, vergelijkbaar met mensen, en daarom bepaalde morele rechten moeten genieten.

Voor velen kan echter een pragmatischer benadering effectiever zijn bij het bevorderen van dierenwelzijn. Filosofen en activisten zoals Gary Francione hebben een benadering gevolgd die gericht is op het verminderen van het lijden van dieren door een veganistische levensstijl te bevorderen en te pleiten voor een afschaffing van alle vormen van dierenexploitatie.

In plaats van te focussen op de abstracte intrinsieke waarde van dieren, richten deze benaderingen zich op concrete stappen die individuen kunnen nemen om het lijden van dieren te verminderen, zoals het vermijden van dierlijke producten, het ondersteunen van ethische behandeling van dieren in de landbouw en het bevorderen van dierenwelzijnswetten. Het benadrukken van praktische acties kan vaak effectiever zijn om mensen te motiveren tot verandering.

Bert Stoop

Je zou kunnen stellen dat Francione een grondhouding ten aanzien van dieren heeft die betekent dat je ze met rust laat in hun eigen natuurlijke omgeving en dat wij mensen daarvoor zorgen door dieren niet meer te gebruiken voor ons eigen doeleinden, of dat nu voedsel, plezierjacht of gezelschapsdier is.

ChatGPT

Ja, dat is een nauwkeurige samenvatting van de benadering van Gary Francione en andere voorstanders van de abolitionistische visie op dierenrechten. De kern van deze benadering is het idee dat dieren inherent recht hebben op hun eigen leven en dat het ethisch niet gerechtvaardigd is om dieren te gebruiken voor menselijke doeleinden, ongeacht hoe "menselijk" die doeleinden ook mogen lijken.

Dit impliceert inderdaad dat een respectvolle behandeling van dieren inhoudt dat we hen met rust laten in hun natuurlijke omgeving en stoppen met het gebruik van dieren voor voedsel, vermaak, experimenten en andere menselijke behoeften. De focus ligt op het streven naar een wereld waarin dieren niet als middelen voor menselijke doeleinden worden beschouwd, maar waarin ze in plaats daarvan als individuen met intrinsieke waarde worden erkend. Veganisme wordt vaak aangemoedigd als een concrete manier om deze principes in de praktijk te brengen.

Het vermijden van het woord "waarde" kan de discussie zuiverder maken, aangezien het vermijdt dat de indruk ontstaat dat de rechten van dieren afhangen van hun utilitaire of beoordeelde waarde voor mensen. Na een verzoek aan chatGPT om het gebruik van "waarde" te vermijden komt de taalrobot tot de volgende samenvatting van de reden om dierenrechten serieus te nemen. 

"Het integreren van dieren in onze morele overwegingen en hen behandelen met dezelfde waardigheid als wijzelf, is betekenisvol omdat het voortkomt uit een diep respect voor de intrinsieke waardigheid van alle levende wezens. Door dieren een centrale plaats te geven in ons ethisch denken, erkennen we niet alleen hun recht op een zinvol bestaan, maar omarmen we ook het besef dat wij, als bewoners van deze planeet, deel uitmaken van het complexe, onderling verbonden web van het leven. Het gaat niet enkel om het vermijden van wreedheid, maar om het cultiveren van een samenleving waarin empathie, verantwoordelijkheid en harmonie met de natuur leiden tot een welzijn voor alle betrokkenen. Het betrekken van dieren in onze morele cirkel is een oproep tot mededogen, een erkenning van onze gedeelde verantwoordelijkheid voor het behoud van biodiversiteit en het creëren van een leefomgeving waarin zowel mens als dier gedijen met waardigheid intact."

De woorden waarde, waardes, waarderen en waardigheid hebben wel relatie, maar kunnen bij onzorgvuldig gebruik tot misverstanden leiden over wat de kern van dierenrechten is, namelijk vrijheid. Vrijheid is een inherente waarde waar elk levende wezen in de natuur recht op heeft.

Zie ook de chat over het doortrekken van de principes van de Franse Revolutie tot dierenrechten.

29 december 2022

In de toekomst eten mensen geen dieren meer

Nu, eind 2022, leven er wereldwijd zeven keer zoveel dieren (van > 2 kg) in stallen dan in de vrije natuur. Dit is het resultaat van gemak, techniek, onverschilligheid en winstbejag. Ondertussen loopt de omvang van de veestapel in Nederland al jaren tot (over) zijn stikstofgrenzen. De agrosector weet als en via hindermacht echter nog noodzakelijke krimp tegen te houden, vooral met desinformatie.
Gewoon rationeel overleg helpt weinig, want veel veehouders hebben er geen enkel belang bij om in overleg te gaan. Ze willen met rust worden gelaten en hun gang kunnen gaan. Net als vroeger zitten ze nog steeds hoog in het zadel in een vrijwel onaantastbare positie. Ze presenteren zichzelf als slachtoffer en vinden een gewillig oor bij een deel van de bevolking die een gemeenschappelijke vijand denkt te zien in een onbetrouwbare overheid. Dat de overheid de agrosector in wezen een hand boven het hoofd houdt zien ze niet en willen ze niet zien, waarschijnlijk kunnen ze het niet zien. Die relatie wordt dan ook goed versluierd.
De inspanningen van dierenbeschermers om mensen over te halen om minder vlees te eten en zo het dierenleed indirect proberen te verminderen zijn weinig effectief. Een politiek strateeg as Niko Koffeman die de SP en de PvdD aan zetels in het parlement wist te helpen doet zelf geen moeite om mensen te overtuigen om hun gedrag te veranderen. Hij grijpt de techniek van voedsel maken op plantaardige basis aan om vleeseters bijna ongemerkt tot vegetariër te maken door vlees en melk na te maken. Eerst als Vegetarische Slager en nu opnieuw met Jaap Korteweg als Those Vegan Cowboys.
Koffeman heeft gelijk: wanneer de smaak en prijs ongeveer hetzelfde zullen zijn zal vanwege de overige voordelen de stap naar wereldwijde uitrol snel en gemakkelijk gemaakt kunnen worden. Dan hoeft er ook niet langer getrokken worden aan het spreekwoordelijke dode paard dat staat voor de onwillige en conservatieve consument.
Er zit ook een gunstige kant aan de onverschilligheid van de voedselverwerkende industrie: zij ruilen dieren als grondstof net zo gemakkelijk in voor planten als grondstof wanneer het meer voordelen dan nadelen heeft. Zaak dus om die balans te doen kantelen in het voordeel van dieren.
Hoe lang het nog gaat duren voordat de voedseltransitie van voedsel op basis van dieren naar planten als basis de omslag gaat maken is niet goed te voorspellen. Lees ook in dit kader het review van de boeken van Martha Nussbaum over de capabiliteitsbenadering om dierenrechten te bepleiten. De aanstaande verkiezingen in 2023 voor de Provinciale Staten en in 2024 voor de Tweede Kamer zullen iets duidelijkheid geven voor de ontwikkelingen in Nederland. Of er door de opkomst van BBB nog sterker op de rem wordt gestaan of dat de steun voor de hindermacht (BBB) afneemt. Er zullen veel teleurgestelde kiezers migreren van het CDA en FVD naar BBB.
Ondertussen: doe als individu gewoon je best om voor een brede kring lekker te koken zonder dierlijke ingrediënten. Erger je niet aan onverzettelijke vleeseters, maar zet ze een maaltijd voor.
Een beter voornemen kun je voor 2023 niet maken.

13 oktober 2020

Probleemloos voedsel produceren in de toekomst

Twee derde van ons vaste land is in gebruik door boeren. In het buitenland is dat gemiddeld zo’n 30%. Daar is meestal meer natuur. Het overgrote deel van de gewassen op ons land wordt aan het vee gevoerd. Ruim de helft van het land gebruiken we voor de koeien. Nederlandse akkerbouwers en veehouders exporteren (via de verwerkende industrie) zo’n 80 procent van wat ze produceren. Voor die 80% Nederlandse export is heel veel import van veevoer vanuit het buitenland nodig, zo ongeveer 2x de oppervlakte van Nederland.

De Nederlandse boer werkt dus nauwelijks voor de Nederlandse consument, maar volgens de borden langs de weg vindt hij wel dat wij hem dankbaar zouden moeten zijn. Zijn bijdrage aan de economie is echter veel en veel lager dat hij ons wil doen geloven. Er is een disbalans in economie en ecologisch evenwicht.

Boer en ondernemer Jaap Korteweg vindt deze omweg om voedsel voor mensen te produceren niet efficiënt. Samen met PvdD senator Niko Koffeman heeft hij de Vegetarische Slager opgericht om vleesvervangers te maken die lijken en smaken als vlees. Dat doen zij omdat zij denken dat veel mensen uit zichzelf nauwelijks bereid zijn om vlees te laten staan, maar er uiteindelijk weinig bezwaar tegen zullen hebben wanneer hun vlees direct van planten is gemaakt. Voorwaarde is dan wel dat het ongeveer hetzelfde smaakt. Veel vegetariërs vinden het niet nodig om plantaardige producten te kopen die naar vlees smaken. Dat is ook niet de primaire doelgroep die zij willen bereiken, maar die wel zijdelings kan profiteren van de ontwikkelingen in plantaardige ingrediënten voor voedsel. Ze hoeven dan in recepten alleen het vlees te vervangen door de (bijna identiek smakende) vleesvervanger en ze kunnen dit probleemloos aan vleesetende gasten voorzetten. 

Koffeman en Korteweg zijn er van overtuigd dat wat met vlees kan ook met kaas en zuivel kan. Ze hebben een bedrijf opgericht dat melk zonder tussenkomst van koeien produceert: Those Vegan Cowboys. De boer van de toekomst is dan de leverancier van gras als grondstof voor plantaardige melk. Korteweg vindt ook dat het land niet meer hoeft te worden bemest met mest afkomstig van vee. Dat probeert hij direct met stikstofhoudende planten als bemesting te realiseren. Naast het gebruik van landbouwgrond voor gras, ziet hij toepassing van robots die het land bewerken, onkruidvrij houden en oogsten. En wanneer de technologie van deze robots en van drones verder ontwikkelt kunnen die zelfs voedselbossen onderhouden en oogsten. Voedselbossen bestaan uit gewassen en vruchtdragende struiken en bomen die jaren blijven staan. Er is dan geen jaarlijkse kaalslag. Dat bevordert de biodiversiteit en levenskansen van bijvoorbeeld insecten.

Zo kunnen voedselbossen een ecologische eenheid vormen waarin meer diersoorten in harmonie kunnen leven zonder de productie te verlagen. En daarmee de balans tussen natuur en economie herstellen. Deze manier van voedsel produceren, gericht op het niet meer gebruiken en consumeren van dieren, lost de meeste bedreigingen van het leven op aarde op.

Wie dit verhaal wil terughoren en terugkijken zij verwezen naar de VPRO uitzending De Boer van de Toekomst.

17 mei 2019

Gelijk hebben en krijgen in de strijd om dierenbelangen

In onze maatschappij staan belangengroepen op verschillende platforms tegenover elkaar op het onderwerp “hoe om te gaan met dieren”. Het gesprek dat plaatsvindt heet een twistgesprek, debat, discussie, gesprek of een dialoog.
Voor belanghebbenden in de media zal het worst zijn welke vorm wordt gekozen zolang het kijkcijfers oplevert ook al verzandt het in een kakofonie. De belangengroepen gaan daarin mee. Ook negatieve aandacht is aandacht.
Met waarheidsvinding heeft het alles niets te maken. Er is zelfs sprake van opzettelijke spraakverwarring. Eigenlijk zijn er alleen maar verliezers, maar de mensen pikken er de kersen uit die hen het meest bevallen, de dieren blijven achter, gehuisvest in de gevangenis, die stallen heten.

Er zijn in de veehouderij zoveel niveaus waarop er sprake kan zijn van misstanden dat bijna niemand bereid is te zoeken naar het overzicht waar de bron van de misstanden ontspringt. Ieder mens en dier hecht aan zijn vrijheid. Dat is een recht dat ook het welzijn bepaalt. Voor een veehouder, die economisch wil overleven, is het van belang om vrijheid te hebben in de levensomstandigheden waaronder hij dieren houdt. Zijn er te veel eisen waaraan de huisvesting moet voldoen, dan kan zijn veehouderij niet uit. Alleen wanneer hij failliet gaat zal hij andere vormen van inkomsten verwerven overwegen.
Een veganistische activist gaat het liefst uit van de situatie waarin helemaal geen dieren meer gebruikt worden door mensen. Maar die stip op de horizon ligt zover weg dat het voor tegenstanders veel gemakkelijke is om te wijzen op het onrecht dat hen wordt aangedaan vlak voor zijn voeten. Er wordt huisvredebreuk gedaan, er moet een fatsoenlijk gesprek worden gevoerd, er moet keuzevrijheid zijn om te kiezen waarmee je je voedt, een boer moet ook geld verdienen om zijn gezin te onderhouden, etc..

Iedere belangengroep krijgt gelijk binnen de eigen bubbel en krijgt het nooit van de tegenstander wanneer standpunten diametraal tegenover elkaar staan.

Het argument "nood breekt wet" of "aan een onrechtvaardige wet mag je overtreden" kan slechts zeer spaarzaam worden ingezet en werkt snel tegen je.

Wat is de moraal van dit artikel? Wanneer het dier gebruikt wordt in een kapitalistisch systeem kun je vechten tegen het systeem of je pleit ervoor dat de regels rechtvaardig en voor iedereen gelijk worden toegepast. Dat betekent geen verkapte subsidies aan veehouders die niet volgens de regels willen werken of kunnen overleven. Een controlerend orgaan (de NVWA) die alle veehouders zo regelmatig en standvastig controleert dat niemand meer de wet overtreedt. Het vraagt ook actievoerders die het geduld kunnen opbrengen om het trage tempo van bewustwording te accepteren en er rekening mee te houden dat de weg naar een oplossing een andere afslag neemt. Bijvoorbeeld dat vleeseters in plaats van zich te bekeren tot het veganisme vlees gaan eten dat niet 100% gemaakt is van dieren, maar stapje voor stapje meer gemengd wordt met plantaardige ingrediënten.

Eerst eens zijn over de feiten.

10 oktober 2017

Wat overtuigt een vleeseter om te switchen?

Evert Nieuwenhuis schrijft in Vrij Nederland over de moeizame poging om minder vlees te gaan eten onder de titel “Waarom we nog steeds vlees eten en hoe we dat kunnen veranderen”.

Nieuwenhuis gaat een gesprek aan met Menno Harsveld die hij de horzel noemt van menige journalist die over voedsel schrijft.

Een citaat.
Het betoog van Harsveld is even krachtig als eenvoudig: ‘De morele grens tussen mensen en dieren is arbitrair. Dieren mogen anders dan mensen zijn, maar net als wij kunnen ze voelen en hebben ze de wil om te leven. Iedereen is het er over eens dat je mensen niet mag uitbuiten, doden of als ding gebruiken, en dat geldt ook voor dieren. Diersoort is een even willekeurig en irrelevant criterium als huidskleur of geslacht’. Veganisme is een kwestie van recht en rechtvaardigheid, zegt hij: ‘Je kunt niet een beetje rechtvaardig zijn, of voor de een wel rechtvaardig zijn en voor de ander niet. Als je vindt dat dieren pijn kunnen voelen en de wil tot leven hebben, moet je ze enige morele waarde toekennen en kan je ze niet exploiteren of doden. Er is geen enkele noodzaak om dieren te eten, dus is er ook geen enkele morele rechtvaardiging voor’. Vleeseters zijn ‘moreel inconsistent’, vindt Harsveld. ‘Als een paard op een kinderboerderij wordt mishandeld, is de wereld te klein. Maar om onze smaakpapillen te bevredigen, mogen dieren ineens wel pijn lijden en sterven’. Biologisch vlees vindt hij een farce. ‘Dieren in de biologische veehouderij hebben het misschien minder slecht, maar het blijft fout om dieren te doden of te exploiteren. Diervriendelijk vlees bestaat net zo min als vrouwvriendelijke verkrachting of kindvriendelijke mishandeling’.
Harsveld is nog maar een paar jaar veganist, daarvoor was hij decennia vegetariër. ‘Nog steeds ben ik verbijsterd dat ik niet eerder in zag dat ook vegetarisme een schijnvertoning is. Voor kaas sterven nog steeds dieren, namelijk de stiertjes die na geboorte geslacht worden zodat wij hun melk kunnen stelen; de moeder wacht hetzelfde lot als ze niet genoeg melk meer geeft. Kalfjes worden bij hun moeder weggehaald, iets wat moeder en kind overduidelijk niet willen. Er is geen verschil tussen vegetarisme en andere vormen van niet-veganisme. Veganisme is de morele nullijn’.
In de dagen na ons gesprek denk ik nog vaak aan de argumenten van Harsveld. Ik merk dat ze geen vat op me krijgen. Je moet dieren dierwaardig behandelen, daarover zijn we het eens (en, zou ik daaraan toevoegen: zeker als ze voor jou leven). Dieren hebben rechten, zoals Peter Singer in zijn klassieker Animal Liberation (1975) betoogt. Maar Harsveld vindt de morele grens tussen dieren en mensen arbitrair, ik niet. Ik vind het dan ook geen schending van hun rechten als ze sterven om mijn smaakpapillen te bevredigen.
Tot zover Vrij Nederland.

De overtuigde veganist kon de twijfelde vleeseter niet van gedachten doen veranderen.
Ze zijn het er beide over eens dat dieren dierwaardig moeten worden behandeld. Maar de vleeseter Nieuwenhuis vindt niet dat hij daarom dieren niet mag eten. Er is maar één argument die zowel dieren als veganisten als vleeseters even belangrijk vinden en dat zij leven in vrijheid. Erkenning van dat belang kan het bewustzijn openen dat ieder mens zijn gedrag zou moeten toetsen of hij/zij de vrijheid van een ander, mens of dier, schaadt. Welk dier dat doet er niet toe, ook de dieren waarvan we de gevoelens niet kunnen inschatten.

Meer lezen over hoe om te gaan met mensen met een andere overtuiging? Klik hier.

26 juli 2015

Race to the bottom in de melkveehouderij

Door de schaalvergroting in de melkveehouderij verdwijnen er steeds meer bedrijven. De groten slokken de kleintjes op. De concentratie in megabedrijven is gemakkelijk voor de verwerkende industrie. Een melkauto hoeft minder adressen te bezoeken om met een volle tank op de fabriek te komen en de voederfabrikant kan meer op minder adressen afleveren. De verwerkende industrie koopt bij de boer de grondstoffen zo goedkoop mogelijk in en probeert bij de afnemer zoveel mogelijk de suggestie te wekken dat er zoveel waarde aan is toegevoegd dat het een grote marge rechtvaardigt.

Voor de koeien is er niet direct een bedreiging in een megastal. Niet meer in de wei kunnen is een achteruitgang in dierenwelzijn, maar een koe die kan kiezen, kiest soms ook voor de stal. Vanwege de temperatuur, regen, wind of het voedsel.
Een melkrobot is geen directe aantasting van dierenwelzijn. Het geeft de boer en de koe vrijheid. Het is pech voor de koe die niet goed past in het concept, bijvoorbeeld omdat de vierde speen onderontwikkeld is. Die gaat naar de slacht. Of de maximale productie wordt minder en dat is al relatief op jonge leeftijd.

De schaalvergroting, het opheffen van het melkquotum, de overproductie voor de export en de vrije markt zorgt ervoor dat boeren binnen de landsgrenzen en over de landsgrenzen elkaars concurrenten worden.
De boer die de laagste kostprijs weet te combineren met het juiste tempo van investeren overleeft het langst. Dit proces gaat ten koste van diversiteit in de weide, de kwaliteit van leven voor de koe en de vrijwel onzichtbare gevolgen voor de onoplettende belastingbetaler die de nadelen betaalt. Een biologische boer is meer verantwoord bezig, krijgt meer voor zijn melk per liter, maar gemiddeld is zijn inkomen lager. Zijn bestaan zorgt ervoor dat het beeld van een alleen maar op geld beluste boer niet eenduidig is. Gezond voedsel bestaat niet, er is alleen verschil in meer of minder gezonde levensstijlen. Minder kunstmest en “gewasbeschermingsmiddelen” voorkomt milieuschade, maar levert minder kilo’s.

Het is de PR-machine die de duur en de loop van de race-to-the-bottom bepaalt. De consument is zich nauwelijks bewust van de balans in voor- en nadelen die goedkope zuivel als voedselbron biedt. De inhoud van het consumentenbewustzijn over de achtergrond van het voedsel wordt mede bepaald door oude mythes, onverschilligheid en halve waarheden. Het is niet zo moeilijk voor alle betrokken marktpartijen om naar een ander te wijzen als reden voor het niet veranderen van het nadelige gedrag.

De ontwikkelingen in de melkveehouderij kunnen geschetst worden als uitholling over de hele linie. Wie de ontstane ruimte in de voedselvoorziening invult, is degene die meer toegevoegde waarde weet te leveren in combinatie met een goed verhaal, smaak en een lage prijs. Is dat het veganisme? Voor velen ongetwijfeld. Velen zullen ook genoegen nemen met een combinatie van dierlijk voedsel en lookalikes op plantaardige basis.

De noodzaak en neiging om dieren in eten te stoppen verdwijnt langzaam. Dat is een bevrijdend proces waarvan de aard en tempo van de verandering weinig mensen bevredigt.


Klik hier om meer te lezen over het (afschaffen van het) melkquotum.

05 februari 2015

Een theoloog en een filosoof bevelen planten eten aan

Boele Ytsma (1968) is ondernemer, schrijver en theoloog. Met zijn bedrijf De Planteneter wil hij iedereen inspireren tot een plantaardige levensstijl. Via online programma's liet Boele al duizenden mensen laten proeven aan een gezond en energiek leven op basis van groente en fruit, peulvruchten en volle granen.
Na zijn eigen ervaring met twee burn-outs en een gevoel van uitgeblust te zijn als veertiger heeft de schrijver het roer omgegooid en is op zoek gegaan naar een gezondere leefstijl.

Voor Floris van den Berg betekent het zoeken naar blinde vlekken in de moraal. Eén zo'n blinde vlek is hoe dieren door mensen mishandeld en vermoord worden voor consumptie, terwijl wij prima gezond en gelukkig kunnen leven zonder dierlijke producten.
Als er één boek is dat de morele noodzaak van veganisme duidelijk maakt, dan is het dit. Dat is voor velen geen plezierige boodschap. In De vrolijke veganist gaat het er hard aan toe. De auteur probeert zijn boodschap er niet voorzichtig in te masseren, maar gaat recht op zijn doel af: het is een pleidooi voor veganisme en een wereld zonder het instrumenteel gebruik van dieren.

Ethiek in een veranderende wereld
Ik ben een planteneter, net als jij (bol.com).

17 oktober 2014

Pijnloze castratie criticaster van dierenvrienden door Schaap

In de vierde aflevering verdiept de "Hokjes"man Michael Schaap zich in de snel groeiende gemeenschap van dierenvrienden. Er zijn dierenvrienden die zielsveel houden van hun huisdier en tegelijkertijd geen enkel bezwaar zien in een burger of een speklapje bij de barbecue. Maar er is ook een kern van dierenvrienden die huivert bij de gedachte aan het eten van dieren en geen onderscheid wenst te maken tussen mens en dier.
Hoe ingewikkeld is het leven binnen de gemeenschap van de rechtgeaarde en principiële dierenvriend? Wanneer wordt een dierenvriend een dierenactivist? Hoe kan hij nog goedgemutst door het leven gaan als er in zijn beleving een permanente massamoord plaatsvindt? En kan hij eigenlijk nog wel vrienden zijn met een vleeseter?

Tot zover de tekst van de VPRO.

Het was een respectvolle uitzending die een goed beeld gaf van veel dierenvrienden, vegetariërs en veganisten.
Opmerkelijk was de vraag van Schaap of sommige actievoerders vonden of zij het morele gelijk aan hun kant hadden. Als ergens de kloof bestaat tussen gelijk hebben en gelijk krijgen dat is het wel in de wereld van mensen die opstaan tegen het leed van dieren die in "hokjes" leven.
Door 's nachts mee te gaan met actievoeders naar een konijnenfokkerij, maakte Schaap goed duidelijk wat de omstandigheden zijn waarin ontzettend veel dieren leven. De samenleving weet het en laat het gebeuren. Dit dilemma van mensen die zich dit bewust zijn, maar weinig kunnen doen, verbeeldde Schaap treffend door er als het ware zwijgend bij te gaan staan en niets te doen.

Wie actie wil voeren om de omstandigheden voor dieren te verbeteren moet eindeloos geduld hebben en een stellige overtuiging dat het ooit beter wordt. Dat is gemakkelijker op te brengen door telkens te zoeken naar een positieve relatie met mensen, ook met die onverschillig zijn over het lot van kwetsbare wezens.
Door de uitzending is het leed van een paar individuele dieren niet onopgemerkt gebleven.

Meer lezen: www.vpro.nl/kijk/de-hokjesman/dierenvrienden.html

Terugkijken: www.npo.nl/de-hokjesman/17-10-2014/VPWON_1214417

Het venijn zat 'm in de staart. In de uitzending werd een paar keer de vergelijking gemaakt tussen de bio-industrie in de vorm van megastallen en concentratiekampen uit de Tweede Wereld oorlog. Veel dierenvrienden vinden deze parallel te ver gaan. Door Schaap werd de herinnering aan 40-45 op subtiele wijze opgeroepen door met criticaster Simon Roozendaal, die de Nederlandse bio-industrie verdedigt, van achter een raam een protest van dierenvrienden in het centrum van Amsterdam "gade te slaan". Tijdens de bevrijding op 7 mei 1945 schoten gefrustreerde Duitse soldaten vanuit het gebouw De Grote Club met mitrailleurs op de feestende menigte op de Dam.

Een subtiele aanpak van een ontkenner van het grondrecht van mens en dier op vrijheid.

26 april 2013

Vleesvervangers te kust en te keur

Zonder het te weten eten veel mensen al jaren vleesvervangers. Zij zijn nu eenmaal goedkoper dan vlees en de smaak kan vrijwel gelijk worden gemaakt. De markt is de laatste 10 jaar meer dan verdubbeld.
De basis voor vleesvervangers kan zijn: soja, lupine, tarwe- en erwteneiwit, magere melk, algen of paddenstoelen. Sommige vleesvervangers zijn verrijkt met vitamine B-12, een belangrijke vitamine die wel in vlees zit, maar niet in plantaardig voedsel of zijn verrijkt met ijzer. Een deel van de vleesvervangers dat dierlijke producten bevat is niet geschikt voor veganisten.

Producenten van vleesvervangers geschikt voor vegetariërs en veganisten

Alpro soya is gemaakt van soja. www.alpro.com
De vegetarische slager maakt producten van beeter (sojameel en water) en lupine. www.devegetarischeslager.nl
Provamel is gemaakt van soja. www.provamel.nl
Tivall is gemaakt van tarwe en soja en is verrijkt met B12 en ijzer. www.tivall.nl
Vivera is gemaakt van soja en is verrijkt met B12 en ijzer. www.vivera.com

Vleesvervangers niet geschikt voor veganisten
Valess is gemaakt van magere melk en algen. www.valess.nl
Quorn is gemaakt van een eiwit verwant aan een paddenstoel en bevat kippen-ei. www.quorn.nl

10 mei 2012

Fatsoenlijk vegetarisch eten

In de Volkskrant van 10 mei een interview door Mac van Dinther met de Duitse Karin Duve.
Hoewel zij zich al lang bewust was van het gevolg van haar eetstijl voor dieren kostte het haar veel moeite om haar aankopen op dat weten aan te passen. Ze besloot stap voor stap haar gedrag te wijzigen en ging van biologisch naar vegetariër naar veganist naar fruitariër in een poging om de gevolgen voor dieren te minimaliseren.
In haar boek behandelt ze fundamentele vragen als: mag je dieren eigenlijk wel opeten? En als we geen dieren eten, waarom dan wel planten? In hoeverre zijn we bereid om uit respect voor andere levende wezens iets op te geven? Wat is ethisch gezien juist? Kunnen we er zelfs persoonlijk profijt van hebben wanneer we onze gewoonten veranderen?



Bovengenoemde vragen worden ook beantwoord op dit weblog en de site Animal Freedom:
In hoeverre zijn we bereid om uit respect voor andere levende wezens iets op te geven?
Wat is ethisch gezien juist bij dierengebruik??
Kunnen we er zelfs persoonlijk profijt van hebben wanneer we onze gewoonten veranderen?

29 december 2010

Moet je voor je kind veganistisch koken?

Beatrijs Ritsema geeft adviezen in Trouw en schreef een modern etiquetteboek.
Zij behandelt daarin de vraag of ouders apart moeten koken voor kinderen die graag veganistisch willen eten.

Ritsema vindt dat ouders hun kind moeten laten gaan – zolang ze zich maar niet bekeren tot het veganisme. Dat mag pas na het eindexamen, om gezondheidsredenen. “Vroeger kreeg je dan autorijlessen, nu mag je veganist worden”.

De Nederlandse Vereniging voor Veganisme (NVV) is opgericht om veganisten en mensen met belangstelling te informeren. Er zijn nu ongeveer 2,4 miljoen parttime vegetariërs en vleesverlaters, 300.000 vegetariërs en 16.000 veganisten in Nederland.

22 oktober 2010

Dieren en wij. Hun welzijn, onze ethiek.

Monique Janssens studeerde communicatie en ethiek, en werkt als zelfstandig journalist en communicatieadviseur. Zij schreef “Dieren en wij. Hun welzijn, onze ethiek”.

Op haar vaste wandeling, beschreven in het boek, komt Monique Janssens nogal wat dieren tegen: vrije en aangelijnde, levende en dode, echte en nagemaakte. Die confronteren haar met vragen over dier en mens, lijden en welzijn, dood en leven. De relatie tussen dier en mens diept ze uit door te denken en te redeneren, door te onderzoeken wat filosofen en biologen erover te melden hebben, door erover te praten met anderen die ze ontmoet op haar tocht: een buurman met hond, een ecologische tuinman, twee veganisten. Steeds staat de vraag centraal: hoe kunnen we beter omgaan met de dieren om ons heen? De auteur schrikt er niet voor terug om nu en dan pas op de plaats te maken met een 'moraal van dit verhaal'.

Een voorbeeld van zo’n moraal is:
We moeten het goede maximaliseren en het niet-goede minimaliseren. Het goede is autonoom en authentiek welzijn of welbevinden. In de praktijk herkennen we het vrij gemakkelijk, maar het is niet altijd gemakkelijk te berekenen, vooral doordat we gevolgen in de toekomst daarbij moeten inschatten. Maar we zijn moreel verplicht dit in redelijke mate te blijven proberen. Een vraag die daarbij kan helpen is: zou je dit je eigen hond aandoen? Plezier of genot dat wordt ontleend aan het leed van anderen moeten we afwijzen. We moeten dat doen op grond van het feit dat het positief waarderen van dat soort plezier een maatschappij zou opleveren waarin leed gewaardeerd wordt, een maatschappij met meer leed. Wij moeten onze intuïtie en ons gevoel gebruiken om dierenwelzijnsproblemen te signaleren, en ons verstand om ze vast te stellen, af te wegen en op te lossen. Vertel ze door, de verhalen die mensen bewegen tot het goede.

Tot zover Monique Janssens.
In haar boek komen alle vraagstukken voor die spelen rondom het serieus nemen van dierenwelzijn. In die zin is het een compleet boek.
Jammer is dat zij het begrip “vrijheid” alleen beluisterd heeft bij een bezoek van de twee veganisten. Had ze daarvoor een vegetarische filosoof geïnterviewd, dan zou zij mogelijk in het afsluitende stukje moraal hebben gekozen voor “vrijheid” in plaats van “het goede”. Dan zou zij misschien hebben geschreven “we moeten vrijheid voor mens en dier maximaliseren”. Het verschil tussen vrijheid bij een veganist en een vegetariër is vaak het verschil tussen negatieve en positieve vrijheid. Het verschil tussen vrijheid van .... en vrijheid tot ....

02 juli 2009

Vlaamse vegetariërs in open dialoog met Nederlandse vleessector

Persbericht EVA (Ethisch Vegetarisch Alternatief) Gent, 2 juli 2009

Op Meat & Meal, de website voor de Nederlandse vleessector, is redactrice Caroline van der Plas een open dialoog begonnen met Tobias Leenaert, coördinator van de Vlaamse vegetarische organisatie EVA (Ethisch Vegetarisch Alternatief). De vleeseter en de vegetariër zullen in de komende tijd elkaar het vuur aan de schenen leggen, maar ook proberen elkaars motivaties beter te leren begrijpen.

Vlees ligt vandaag onder vuur. Biefstuk wordt gelinkt aan klimaatverandering, stijgende voedselprijzen en kanker. De Zweedse overheid riep onlangs op om minder vlees te eten. De Nederlandse overheid onderzoekt volop alternatieven. Vleesloze dagen worden populairder. De vleesindustrie voelt zich bedreigd en moet uiteraard niet veel hebben van vegetariërs en vegetarische organisaties, die volgens hen hun product viseren en in een slecht daglicht plaatsen. Vegetariërs voelen zich dan weer vaak niet begrepen en vinden dat hun belangen, wensen en behoeften niet altijd serieus worden genomen. Daarom is deze dialoog tussen een organisatie uit de vleessector en een vegetarische organisatie verfrissend, interessant, en belangrijk.

Caroline van der Plas is redactrice van Meat & Meal – een website voor managers uit de vleesindustrie - en een fervent vleeseetster die bij wijze van experiment ooit een maand vegetariër was. Tobias Leenaert is coördinator van EVA en eet al ruim elf jaar geen dierlijke producten. In de eerste gedachtewisseling vraagt Caroline zich af waarom vegetariërs in hemelsnaam hun voedingspatroon aan anderen willen opdringen. Dat ze zelf geen vlees eten, zo stelt van der Plas, is geen probleem, maar hun veggieburgers in de strot van een ander willen duwen, dat is erover.

Het antwoord vanuit EVA aan de vleessector is even uitdagend: “jullie eten het niet alleen, jullie stoppen ook enorm veel miljoenen euro’s in reclame voor vlees om te zorgen dat alle andere mensen er ook zoveel mogelijk van eten. Júllie dringen jullie product zo hard op aan de mensen dat het niet gezond meer is. Noch voor het eigen lichaam, noch voor de planeet, noch voor dieren. Wie is het dan die de ander iets in de strot duwt?”

Niemand verwacht de ander te overtuigen, maar wel wordt gerekend op een open, rustige, grappige, stimulerende, respectvolle discussie waardoor beide partijen meer inzicht kunnen verwerven in hun tegenpool. Wanneer kan dit in Vlaanderen?

09 november 2008

Is onze landbouw deel van de oplossing of juist het probleem?

Edwin Timmer schrijft op E-farm.nl zondag 09 November 2008 onder de titel ‘Hollandse boer klimaatkampioen’ (gedeeltelijk geciteerd).

Het meest klimaatbewuste vlees komt van Nederlandse varkens- en kippenbedrijven. Minister Verburg (Landbouw) wil daarom wereldwijd de boer op met het concept van onze intensieve pluimvee- en varkenshouderij. Geen enkele andere vorm van vleesproductie is zo zuinig met ruimte en grondstoffen, aldus onderzoek naar milieueffecten van de consumptie van eiwitproducten. Dat is aanlokkelijk voor landen die hun CO2-uitstoot willen beperken. „Onze landbouw is een deel van de oplossing”, zegt Verburg. „Waarom zouden we niet proberen onze kennis in de rest van de wereld te verkopen”?

De studie van Blonk Milieu Advies zet het klimaatvraagstuk en de Nederlandse landbouw „eindelijk in het juiste perspectief”, verzucht Verburg. In tegenstelling tot alle lelijke aantijgingen van de Partij voor de Dieren, blijkt de Nederlandse boer de ware klimaatkampioen. Kost de productie van een kilo Braziliaans rundvlees 59 kilo CO2, Nederlands varkensvlees zit op 4,5 kg CO2. Onze kip doet het zelfs beter dan tofu, omdat deze vleesvervanger meer fossiele brandstof vereist. O ja, en als je echt bevreesd bent voor klimaatverandering, kun je biologisch vlees het beste laten liggen.

Het geheim achter onze lage CO2-uitstoot is dat kippen en varkens met weinig voer en in korte tijd slachtrijp worden. Daar doet een rund op de Braziliaanse pampa’s jaren over. Die langzame groei geeft aan de andere kant wel een subliem dierenwelzijn. „Kleinere bedrijven zouden beter zijn voor het dierenwelzijn. Maar nieuwe, moderne intensieve veeteeltbedrijven kennen vaak een zorgvuldiger dierenwelzijn”.

De CO2-zuinigheid neemt toe als gas uit mest binnenkort de eerste stadswijken verwarmt. Verburg: „Dat begint in Leeuwarden. Ook stadsbussen gaan erop rijden. Ik zie dat een heel hoge vlucht nemen”. Verder zouden zowel consumenten als producenten minder moeten ’morsen’ op weg van het land naar het bord. Ongeveer een derde gaat nu nog verloren. „Kleinere porties, de schijf van vijf en minder voedsel weggooien, scheelt bijna evenveel uitstoot als het laten staan van een gehaktbal”.

De CO2-uitstoot die vrijkomt bij productie van vlees, vis of vleesvervangers loopt ook te sterk uiteen om simpele conclusies uit te trekken. „Eén stuk vlees per week minder eten is geen oplossing. Want wanneer je als alternatief meer zuivel gaat eten of vleesvervangers als quorn of valess, dan blijkt de verandering in CO2-uitstoot minimaal. Bij kaas ligt het zelfs hoger dan bij kip of varken”. Alleen een veganistisch dieet, zonder vlees, zuivel, eieren of vis – maar met af en toe een gefrituurd krekeltje – is echt CO2-zuinig.
Tot zover Edwin Timmer.

In haar rapport komt Blonk Milieu Advies (BMA) echter tot totaal andere bevindingen. De laatste aanbeveling wordt overgeslagen, want deze is onbegrijpelijk geformuleerd. BMA concludeert als volgt.

Zowel de producten vanuit de melkveehouderij als de producten uit de extensieve en intensieve veehouderij hebben een substantiële bijdrage aan het broeikaseffect en het ruimtebeslag vanwege Nederlandse consumptie.
  • Het vervangen van dierlijke eiwitproducten door plantaardige producten geeft een reductie in het broeikaseffect. De hoogte van die reductie is afhankelijk van de keuze van plantaardige alternatieven. Geraamd wordt dat met de huidige op de markt zijnde plantaardige product alternatieven een besparing van maximaal ca. 6 Mton CO2-eq. per jaar kan worden behaald. Daarvoor zou heel Nederland moeten overschakelen op een volledig plantaardige voeding. Op die manier wordt ook het ruimtebeslag van de Nederlandse consumptie teruggebracht met ca. 12.500 km2.
  • Deze aanzienlijke potentiëlen gelden voor een extreem scenario dat in ieder geval op de korte termijn niet realistisch is. Meer realistische scenario’s zoals een dag geen vleesconsumptie geeft een reductie van 0,4 tot 1,1 Mton, afhankelijk van de mate van “plantaardigheid” van de vervanging. De hoogste besparing van ca. 1,1 Mton wordt behaald door een dag geen zuivel, geen eieren en geen vlees(waren). Alleen een dag geen zuivel geeft een besparing van 0,4 Mton en een dag geen vlees bij de warme maaltijd een besparing van 0,6 Mton. Vervanging van vleesproducten door zuivelproducten geeft gemiddeld genomen geen besparing.
  • Het verschuiven in de consumptie van typen vlees heeft eveneens een hoog reductiepotentieel. Het broeikaseffect van eiwitrijke producten zou wanneer de vleesconsumptie nog slechts zou bestaan uit uitsluitend de minst broeikasintensieve vleessoort (kip) 3,5 Mton CO2-eq. per jaar lager zijn. Het ruimtebeslag zou op die manier teruggebracht kunnen worden met ca. 11.000 km2.
  • Consumptie van eiwitrijke producten conform de richtlijnen goede voeding geeft een besparing van ca. 1,4 Mton CO2-eq. per jaar en een besparing op ruimtebeslag van ca. 5900 km2. Gezonder eten ten aanzien van eiwitproducten (wat minder vlees, wat meer vis en iets meer zuivel) geeft dus een bijdrage aan een verminderd broeikaseffect en een lager beslag op biodiversiteit. Een eerste kanttekening hierbij is dat het biodiversiteiteffect van verhoogde visconsumptie buiten beschouwing is gebleven. Een tweede kanttekening is dat dit potentieel wellicht groter is omdat de gehanteerde cijfers voor de consumptie van eiwitrijke producten mogelijk onderschat zijn.

Tot zover Blonk Milieu Advies.

De bevindingen van BMA onderschrijven de bevindingen van Timmer zeker niet, integendeel. Wanneer Timmer minister Verburg goed citeert dan moeten we concluderen dat de Agrosector haar financiële belangen probeert te verdedigen door in de aanval te gaan met halve waarheden, hele verdraaiingen en suggestieve redenaties. Het is een absurde stelling om de lengte van het kortere leven van een dier uit de bio-industrie aan te voeren als een factor die leidt tot lagere CO2 uitstoot dan van een ander dier dat langer mag leven. Vleesvervangers zijn er in soorten en maten. Valess is gemaakt van zuivel. Geen wonder dat die CO2 uitstoot groter is dan die van gewone zuivel. Een veganistische levenswijze heeft niets te maken met de consumptie van gefrituurde krekel. Veganisten zijn wel goed maar niet gek.
De boerensector en het ministerie van LNV worden blijkbaar in de praktijk zo weinig tegengesproken dat zij meent te kunnen volstaan met het aandragen van volstrekte onzin in de klimaatdiscussie om de belangen van de sector veilig te stellen. Het wordt tijd dat het publiek wakker wordt en haar electorale macht en invloed als consument aanwendt om de partijdige en onverantwoord besturende overheid paal en perk te stellen.

08 oktober 2008

Leve de Vegaburger

Leve de Vegaburger

Sinds ongeveer half jaar eet ik geen vlees en vis meer. Ik heb in die periode slechts één keer gezondigd. Dat was in het mooie Kopenhagen waar ik mij in de Strøget toch nog liet verleiden – lekkere trek en geen vegetarisch alternatief in de buurt - tot het nuttigen van een hotdog! Mea Culpa, Mea Culpa, Mea Maxima Culpa!
Mijn redenen om geen dode dieren meer de eten zijn:

• Het onvoorstelbare dierenleed dat aan ons karbonaadje, gehaktballetje en kipfiletje voorafgaat;
• Ik denk dat het niet of minder eten van vlees gezonder is;
• Het feit dat de veeteelt voor 18% verantwoordelijk voor de uitstoot van CO2, beduidend meer dan alle vervoer per auto, vliegtuig, treinen etc. bij elkaar (14%);
• De wetenschap dat het wereldvoedselprobleem zou worden opgelost door landbouwgrond niet (meer) te gebruiken voor het verbouwen van gewassen die tot veevoer dienen (voor 1 kilo dierlijk eiwit is vier kilo plantaardig eiwit nodig) maar daar graan – en sojaproducten te telen die voor de menselijke consumptie kunnen dienen.

Mij dunkt, dat mogen redenen zijn om op z’n minst eens wat meer na te denken alvorens de kiloknaller uit de schappen van Albert Heijn te halen.
Nou ben ik een tamelijk traditioneel eter. In mijn “vleestijd” at ik het liefst aardappelen, groente en een stuk(je) vlees. Mijn lievelingsprakje was aardappelen, spruitjes met een gehaktbal. Aardappeltjes en spruitjes overgieten met de (vette) jus van de gehaktbal en……….. prakken maar! Maar ja, het gehaktballetje komt niet meer im Frage en de vette jus is niet meer van dierlijke herkomst. Wat nu?
Tegen mijn verwachting in moet ik toegeven dat ik het vlees absoluut niet mis. Mijn vrouw eet nog wel eens een stukje (biologisch) vlees en dat maak ik vrolijk voor haar klaar zonder ook maar de geringste neiging te hebben er even van te snoepen! Ontwenningsverschijnselen heb ik ook niet gehad. Wel ben ik meteen overgestapt op zgn. vleesvervangers. De vega- tofuburger, het soja-filetlapje, tempeh, vegetarische saté, paddenstoelen, heel wat van die producten heb ik reeds naar binnen gewerkt. Ook eieren en kaasproducten gaan er prima in. We hebben een paar goede vegetarische kookboeken aangeschaft en verbazen ons erover dat er zoveel gerechten zijn die qua smaak en voedingswaarde het vlees makkelijk kunnen doen vergeten. Een bijkomend voordeel van de vlees/visonthouding is dat ik al zo’n vijf kilo aan gewicht kwijt ben geraakt. Minder dierlijke vetten en eiwitten!
Vegetariërs en aanverwante geesten werden vroeger nogal eens vereenzelvigd met het geitenwollen sokkenimago van de wereldvreemde idealisten, die bleek, mager en in te wijde broeken met een zuinig mondje zich im- en expliciet nogal naast de samenleving plaatsten. In alle eerlijkheid moet ik zeggen dat ik ook wel eens mij in lichtelijk denigrerende zin over die groepen heb uitgelaten. Ach, het verstand komt met de jaren, placht mijn moeder te zeggen.
Toch werd ik enige tijd geleden geconfronteerd met iemand die mij onwillekeurig deed terugdenken aan de karikaturale voorstelling die velen van vegetariërs hadden en hebben.
Broodmager, bleek, doffe stekelige haartjes en het begin van een pluizig snorretje. Een broek die zo rood was dat het stoplicht er bij verbleekte en een ruimvallende grof gebreide blauwe trui. Of hij ook op sandalen liep weet ik niet maar zou me niet verbazen. Het was op een verjaardagspartijtje in de vriendenkring. Hij had van “iemand” gehoord dat ik nog maar kort vegetariër was en was benieuwd naar mijn ervaringen. Alsof ik tot een nieuwe religie was bekeerd!! Voordat ik met mijn antwoord kon aanvangen voegde hij mij toe, streng kijkend, dat hij niet alleen vegetariër was maar zelfs was overgegaan tot het veganisme!
“Oh”, was mijn antwoord, want ik wist niet wat ik anders moest zeggen. Hij begon omstandig uit te leggen wat hem tot deze vergaande keuze had gebracht en ik veinsde aandachtig toe te horen. Hij was zo’n type die aan je vraagt hoe je vakantie is geweest en je na drie woorden al in de reden valt om zijn avonturen in Nepal of een ander ver en bar oord prijs te geven. Moeiteloos begon hij vervolgens te oreren over zijn voedingspatroon dat door de veganistische levensstijl hem soms voor problemen stelde alle vitaminen, eiwitten, ijzer en wat dies meer zij binnen te krijgen.
Met een gezicht dat walging uitdrukte vertelde hij mij, zijn toon ging omlaag alsof hij een geheim ging vertellen, dat er nu een vleesvervanger – hij sprak het woord uit alsof hij een vreselijke ziekte dan wel zeer onzedelijke handelingen aanduidde - was ontwikkeld die qua smaak maar vooral qua structuur kippenvlees voor bijna honderd procent zou benaderen.
In mijn onschuld vroeg ik hem, ik maakte gebruik van een adempauze waardoor hij even moest zwijgen, wat daar zo erg aan was, want zijn mimiek sprak boekdelen. Wat daar zo erg aan was???????????? Zijn fletse ogen werden groot. Je bent vegetariër of je ben het niet! En een vegetariër en zéker een veganist eet geen vlees en ook niet iets wat geen vlees is maar er wel op lijkt! Punt uit!!Ineens werd ik wat narrig! Zou dit bleekgezicht mij even vertellen wat ik wel en vooral niet mocht eten? Ik wierp tegen dat iedere vegetariër of vleesverlater juist blij zou moeten zijn met deze vorm van alternatieve voeding. Mensen zoals ik die meer dan zestig jaar zijn opgegroeid met het idee dat de traditionele maaltijd bestaat uit aardappelen, eventueel pasta of peulvruchten, groente en vlees/vis worden juist door het bestaan van de tofuburger gecompenseerd voor hun offer voortaan geen dooie dieren meer te eten. Ik was een fervent vleeseter en denk beslist ook niet met walging terug aan mijn gehaktbal, karbonade, kipfilet en ander dierlijk voedsel. Ik ben echter tot de conclusie gekomen dat de andere kant opkijken en daarmee het dierenleed en ander ongerief bewust negeren niet bij een fatsoenlijk mens past. En aangezien ik mijzelf als een fatsoenlijk mens beschouw was de volgende stap voor mij vrij logisch. Ik eet geen vlees en/of vis meer. Voor mijn lekkere trek zal geen dier meer lijden en sterven. En dat ik daarvoor iets eet dat misschien nog vaag aan het stukje vlees van vroeger doet denken, ja er uiterlijk zelfs enigszins op lijkt beschouw ik allerminst als zwakheid . Misschien is dit een fase waarin ik (nog) aan dit soort dingen hecht en zal dat overgaan zodat ook de vleesvervanger vervangen zal worden door meer fantasierijke recepten en gerechten. Ik weet het niet. Voorlopig doe ik op mijn manier en daar ben ik best een beetje trots op. Ondanks de bleekscheet. Leve de Vegaburger!!

11 augustus 2006

Veganisten en huisdieren

Een van de kwesties die veganisten onderling wel eens met elkaar kunnen aansnijden is de vraag of het houden van huisdieren verenigbaar is met een veganistische leefwijze. Er worden dan meestal verschillende bezwaren genoemd, die overigens niet op alle soorten huisdieren van toepassing zijn:
- 'Er bestaan al veel te veel huisdieren in Europa, en door een speciaal voor de verkoop gefokt dier aan te schaffen, draag je bij aan het instandhouden van het overschot met alle dieronvriendelijke consequenties van dien.' -> Dit geldt alleen voor gefokte dieren, niet voor asieldieren.
- 'Om huisdieren te voeden moet je andere dieren opofferen.' -> Dit geldt alleen voor individuele carnivore huisdieren die niet kunnen omschakelen op vegetarische voeding.
- 'Huisdieren lijden een onnatuurlijke leven vol beperkingen en met te weinig vrijheid.' -> Dit gaat alleen op voor huisdieren die niet al duizenden jaren bij de mens wonen, zoals wilde, exotische dieren, en natuurlijk voor de in ethologische zin verwaarloosde dieren.

Ik denk dat asieldieren gebaat zijn bij opvang door enthousiaste veganisten, mits die natuurlijk wel echt plezier hebben in hun gezelschap. Ethisch veganisten zijn zich namelijk meer dan gemiddeld bewust van belangen van dieren. Natuurlijk moet het aantal huisdieren hoe dan ook worden teruggebracht, door sterilisatie, castratie of andere vruchtbaarheidsbeperkende middelen.
Wat betreft hardnekkige vleeseters valt te melden dat er echt gewerkt wordt aan volwaardige plantaardige alternatieven. Verder kunnen veganisten in ieder geval trachten het leed dat aan de voeding van deze huisdieren kleeft beperkt te houden.

Vermoedelijk speelt bij veganisten die geen huisdieren willen ook mee, dat ze zelf geen affiniteit hebben met dierlijke huisgenoten, een voorwaarde om het samenleven met dieren een succes te laten worden.

Hoe moet het in de (veganistische) toekomst nu met huisdieren? Volgens mij is het geen ramp als er ook dan nog goed verzorgde, tevreden (aloude) huisdieren blijven bestaan, mits hun aantal beperkt blijft en ze veganistisch worden gevoed. Ze moeten dan wel gezien worden als gelijkwaardige wezens die we niet primair voor ons plezier houden maar die in vrijheid ons leven delen. Mits hun welzijn volledig gewaarborgd wordt, zou dit er ook voor kunnen zorgen dat de dierenwereld ons nabij blijft en we niet volledig vervreemd raken van andere dieren, maar er feeling mee houden.

Titus Rivas

01 juli 2006

Realistisch vegetarisme

Wij vegetariërs krijgen nogal eens te horen dat we luchtkastelen najagen.
Het zou onmogelijk zijn om mensen massaal zover te krijgen dat ze hun vlees en vis voortaan laten staan. Bovendien zou de natuurlijke orde uitwijzen dat eten en gegeten worden heel normaal en 'dus' ook moreel te verantwoorden is. De mens zou 'gewoon' een omnivoor dier zijn dat door zijn intelligentie en werktuigen bovenaan de voedselketen staat. Het getuigt volgens deze redenering van (desnoods vertederende) naïviteit en wereldvreemdheid als je tegen dergelijke natuurfeiten in wilt gaan. Af en toe is het goed om expliciet aandacht te besteden aan dergelijke misvattingen.
Ethisch vegetarisme (en veganisme) draait in de eerste plaats om het eigen, individuele eet- en leefpatroon. Het is in die zin dus helemaal niet afhankelijk van de keuzes van anderen.

Toch is het wel zo dat ethisch vegetariërs doorgaans voor een verbreiding van hun leefwijze zijn en daar in veel gevallen ook in zekere mate, in het klein of in het groot, voor ijveren. Dat hangt samen met onze opvatting dat vegetarisme een logisch gevolg is van het respecteren van basale dierenrechten, zoals het recht niet onnodig gedood te worden. Het eten van vleesproducten terwijl er meer dan voldoende alternatieven zijn, zien we als onnodig en daarmee ook als immoreel. Dit betekent echter helemaal niet dat we onrealistisch zijn in ons streven naar verbreiding van het vegetarisme. Zoiets vergt tijd en daar zijn de meesten van ons zich maar al te goed van bewust. Ons einddoel is wat dit betreft een vegetarische (of 'zelfs' veganistische) mensheid die dieren niet langer gebruikt zonder dat daar een strikte noodzaak toe bestaat. Maar we zijn doorgaans wereldwijs genoeg om te beseffen dat dit doel voorlopig nog niet gehaald zal worden. Des te meer reden om er naar te blijven streven.
Ook het gegeven dat de natuur over het algemeen nu niet direct het toonbeeld van compassie en fijnzinnigheid is, calculeren realistische vegetariërs voldoende in. We streven, voor zover ons ideaal verder reikt dan ons eigen leven, een moreel verantwoorde menselijke orde na. Mensen kunnen (net als een paar andere diersoorten) door hun zelfbewustzijn en morele besef keuzes maken die van een andere aard zijn dan de onwillekeurige instincten waardoor de meeste carnivoren worden aangezet tot jagen en doden.
Het nastreven van een grotere humaniteit kan wel enige beïnvloeding van de 'wilde' natuur impliceren, zoals het redden van individuele zieke zeehonden, ook als dat geen zin heeft vanuit een soortgericht natuurbehoud. Maar de natuur zelf dusdanig hervormen dat er geen 'doodslag' meer in voorkomt, staat - behoudens futuristische fantasieën over de aarde in het jaar 100.000.000 na Chr. en dergelijke - niet op onze agenda.
Vegetarisme in realistische zin komt niet neer op een naïef geloof in de mogelijkheid van een volmaakte aardse orde, maar het impliceert wel de preventie van zoveel mogelijk onnodig leed. Dat maakt het tot zo'n levensvatbare en voor velen gelukkig ook aantrekkelijke keuze.

Titus Rivas

Zie ook:
- Mensen en andere dieren: op weg naar grote veranderingen
- Veganisten als voorlopers

Leeswijzer


Kijk op Facebook voor onze reactie op de actualiteit.
Aanbeveling: Thema's of steekwoorden vindt u via de labels onderaan de pagina of op Animal Freedom. Klik hier voor de laatste bijdragen.
Klik hier voor het beleid om uw privacy te beschermen.

Waarom dit blog?

De Nederlandse veehouderij is vooral gericht op zoveel mogelijk voor de export te produceren onder het motto “meer, meer, meer en groot, groter, grootst”. Dit heeft negatieve gevolgen voor zowel de dierenwelzijn, biodiversiteit, het milieu, het klimaat, de portemonnee en de gezondheid van burgers en ook voor welwillende boeren.
Dit blog verzamelt kritische artikelen die de wurggreep beschrijven waarin de veehouderij zichzelf heeft vastgezet. Zo willen we niet alleen een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de kwaliteit van het leven voor alle belanghebbenden, maar ook aan een schone, gezonde omgeving en een beter dierenwelzijn.

Ook de argumentatie dat dieren grondrechten hebben kan beter en meer aansluiten op hoe mensen voor zichzelf vinden dat recht moet gelden. Alle dier(soort)en kunnen in hun recht op vrijheid als (intrinsiek) evenwaardig aan mensen beschouwd worden. Dierenrechten zijn mensenrechten, die mensen de kans geeft om voor dieren op te komen.
Dieren, bijv. in de intensieve veehouderij, worden behandeld als een object in plaats van een subject met gevoelens en rechten.

De snelheid en het aantal dier(soort)en dat we voortdurend gebruiken is immens. De bijdrage aan onze welvaart en economie van de agrosector is gering. De oplossing is simpel en van niemand anders dan van ons zelf afhankelijk.

Dierenrechten in woord en beeld

Vrijheid is ook een intrinsiek grondrecht voor dieren. Dieren zijn geen dingen Dierenrechten zijn mensenrechten. Mensen moeten voor dieren kunnen opkomen wanneer hun grondrecht wordt geschonden.
logo van Animal Freedom yin en yang
Lees hier over de redenen waarom dieren recht op vrijheid hebben. Lees hier waarin mens en dier evenwaardig zijn.