Mens en dier zijn (intrinsiek) evenwaardig in hun recht op vrijheid

Bij de Stichting Animal Freedom leest u over de gedachte achter dierenrechten.
Hier leest u over ontwikkelingen in de agrosector en de gevolgen voor dieren(rechten).
Alle levende wezens zijn verschillend maar evenwaardig in het recht op vrijheid op een natuurlijk leven.
Een dier is (net als een mens) geen ding of een object.
Dierenrechten zijn mensenrechten. Mensen moeten kunnen ingrijpen wanneer mensen dieren misbruiken of onrecht aandoen.
Posts tonen met het label vee-industrie. Alle posts tonen
Posts tonen met het label vee-industrie. Alle posts tonen

20 januari 2019

Uitfasering van de Nederlandse veehouderij

Nu Nederland en de gehele wereld er belang bij hebben om samen te werken om globale bedreigingen als opwarming van de aarde, een voedseltekort voor de groeiende wereldbevolking, verlies van biodiversiteit en milieuvervuiling aan te pakken is het ook reëel om vooruit te kijken of de Nederlandse veehouderij nog wel een toekomst of bestaansrecht heeft.
Immers, de productie en het eten van vlees en de melkveehouderij dragen substantieel bij aan voorgenoemde problemen.
Nederlanders eten graag vlees en drinken veel zuivel omdat ze het gewend zijn, het lekker vinden, het de status van luxe en vermeende gezondheidsvoordelen heeft. Vlees bevat eiwitten die samengesteld zijn uit aminozuren. Het zijn die aminozuren die het lichaam nodig heeft en die via ons darmstelsel worden opgenomen in het lichaam nadat de eiwitten zijn afgebroken tot aminozuren. Al die voedselbestanddelen worden ook geleverd door planten, dus waarom die omweg, die zoveel nadelen heeft?

Daarnaast wordt de samenstelling van vlees door technologen nagebouwd uit kweekvlees of samengesteld uit plantaardige grondstoffen. Deze zijn minstens zo gezond als gewoon vlees, maar hebben niet de nadelen als dierenleed, waterverbruik, medicijn- of groeihormoonresten. Ze smaken (nu of binnenkort) identiek als vlees en kunnen goedkoper en op grotere schaal worden geproduceerd. Ook de vleesverwerkende industrie zal het worst wezen of de bestanddelen van verkocht vlees afkomstig zijn van dieren of van planten. Het gaat erom of de afnemers het willen kopen. En waarom zouden ze het niet proberen, te meer omdat de winstmarges gunstiger lijken.
Zou er echt zoveel weerstand van de consument te verwachten zijn wanneer plantaardig vlees er hetzelfde eruit ziet, net zo smaakt of mogelijk beter, goedkoper en minder ongezond is en minder gewetensnood oplevert?

De Nederlandse veehouderij is nog steeds gericht op de export omdat die in de afgelopen decennia grote groeikansen leek te hebben. Maar dat is achterom kijken. Inmiddels kennen we de nadelen van het oprekken van de grenzen van draagkracht van dier en ecologie. Wie vooruit kijkt, ziet voor de veehouderij voornamelijk beren op de weg. Er is op de boerderijen al zoveel bezuinigd via kostenbesparing, het oprekken van regels en het uitwonen van de leefomgeving dat wij Nederlanders eens onder ogen zouden moeten zien dat het einde van de doodlopende weg in zicht is en dat een verantwoorde voedselproductie een volkomen andere koers vraagt. Terwijl winstoogmerk bij het exploiteren van dieren in de ogen van steeds meer consumenten een ethische gruwel is, lijkt ook het perspectief van verantwoorde en voldoende inkomsten te verdwijnen.

Wie gaat sanering van de veehouderij betalen? Er zijn duidelijk 3 partijen die schuld hebben en gelijkelijk zouden moeten bijdragen: de veehouder die onverantwoord investeerde, de bank die onverantwoorde lening uitzette en de overheid die onverantwoord beleid voerde.

We kunnen ons veel geld, ergernis en moeite besparen wanneer we inzetten op een meer duurzame en toekomstvaste manier van voedsel produceren, gebaseerd op plantaardige grondstoffen. Een landschap zonder vee omdat er geen vee meer wordt gehouden is niet zo veel anders dan het huidige aangezicht van het landschap omdat veel vee al jaarrond in gesloten stallen wordt gehouden. Misschien valt er nog wat van de biodiversiteit te redden wanneer veel minder landoppervlak in gebruik is voor productie van veevoer en de leefbaarheid voor fauna niet langer door niets ontziende en egaliserende landbouwmachines onmogelijk wordt gemaakt.

Het monotone weidelandschap kent geen schuilmogelijkheden meer en wordt bevolkt door vogels die elders nestelen in bomen of onbegaanbare gebieden en ganzen die massaal afkomen op eiwitrijk gras. Geen wonder dat jonge weidevogels nauwelijks een kans tot overleven hebben.

Tenslotte kan Nederland in plaats van overproductie beter de technologie en knowhow van plantaardige voedselproductie blijven exporteren en zo vrij van dierenleed bijdragen aan het verminderen van voedseltekort in de rest van de wereld en het vertragen van de opwarming van het klimaat.

Zie deze oproep in de Volkskrant van 19 augustus 2019:
Volgens koeienboer Annette Harberink, varkensboer Kees Scheepens en kippenboer Ruud Zanders doen veeboeren er goed aan met hulp van politiek en goede wil te stoppen.

"Laten we er een 20-jarenplan van maken om in 2040 wederom het beste landbouwsysteem ter wereld te hebben. Ieder jaar nemen we 5 procent van onze veestapel uit productie. Te beginnen met boeren die geen opvolging hebben en (bijna) pensioengerechtigden. Dit kan middels opkopen van productierechten. Hiermee kunnen ook eventuele schulden worden afbetaald".

21 maart 2016

Nederland geen koploper in rangorde dierenwelzijn

Stichting Varkens in Nood heeft maart 2016 een rapport uitgebracht waarin uitspraken van politici over de positie van Nederland in het zorgen voor dierenwelzijn ten opzichte van andere landen in perspectief worden gezet.

Uit de samenvatting.

Van de 16 landen meest relevante landen van de EU werd een inventarisatie gemaakt van de wetgeving per land. Per land is vervolgens beoordeeld of er wetgeving is die boven de minimum EU norm uitsteekt en vervolgens kreeg iedere maatregel dierenwelzijnspunten. Die punten werden gegeven a.d.h.v. de impact van een maatregel en het aantal varkens dat het
betreft. Zijn er naast de extra wettelijke normen, ook andere, breed gehanteerde normen voor meer dierenwelzijn, zoals in Nederland het Beter Leven Keurmerk, dan wordt daar in het rapport voor zover mogelijk rekening mee gehouden.
De conclusie is dat, anders dan onze politici het doen voorkomen, Nederland zeker geen koploper is bij het welzijn van varkens. Nederland komt niet verder dan een middelmatige 7e plaats. Nederland doet het onder andere slechter dan buurland Duitsland. De hoogst scorende landen zijn Zweden, Zwitserland en Denemarken, maar ook Verenigd Koninkrijk en Duitsland
doen het beter dan Nederland. Dat komt bijvoorbeeld doordat daar de staartjes van veel biggetjes niet routinematig gecoupeerd worden of dat de varkens natuurlijk afleidingsmateriaal, zoals stro, krijgen.
Hoe dan ook is Nederland zeker geen koploper op gebied van dierenwelzijn, zelfs niet als er rekening wordt gehouden met particuliere initiatieven als het Beter Leven Keurmerk. Dat Nederland door (overdreven) wetgeving voor het welzijn van varkens concurrentienadeel ondervindt, zoals sector en politici beweren, is daarom vergezocht.
De bevindingen dat Nederland zeker geen paradijs is voor de varkens, komen goed overeen met het rapport 120 misstanden in de varkenshouderij van Varkens in Nood uit 2015. Zou er rekening worden gehouden met het grote aantal (onbestrafte) overtredingen in de vee-industrie (meer specifiek 2,7 miljard per jaar), dan zou Nederland, vanwege de gebrekkige controle op de varkenshouderij, misschien nog verder in de rangorde zakken.

Dit rapport is op foodlog te lezen.

21 januari 2016

Lespakket over de vee-industrie

Kinderen zijn de consumenten van morgen. Het is daarom heel belangrijk dat juist zij leren waar hun voedsel vandaan komt. Dat zij weten hoe dieren leven in de vee-industrie. En dat zij begrijpen dat de keuze die je maakt in de supermarkt invloed heeft op het leven van miljoenen dieren. Daarom ontwikkelde CIWF het lespakket 'Dieren of Dingen'?
Het lespakket is gericht op het voortgezet onderwijs en bestaat uit een educatieve film (25min) en een docentenhandleiding met opdrachten en uitleg. In de film zien we hoe kippen, koeien en varkens leven. In het wild én in de vee-industrie. We zien ook dat varkens erg slim zijn, soms zelfs slimmer dan honden, maar dat we ze wel heel anders behandelen. Zonder belerend te zijn, laat de film de leerling nadenken over de vraag hoe wij met dieren moeten omgaan.

Zie ook de site van de CIWF.

03 april 2015

Is wonen naast intensieve veehouderij ziekmakend?

Beantwoording van onderzoeksvraagstellingen door het NIVEL naar de gezondheidseffecten van wonen nabij intensieve veehouderij.

Blootstelling.
De eerste vraagstelling van het onderzoek (geef aan of er meer blootstelling is aan fijnstof, micro-organismen en endotoxinen rondom bedrijven met intensieve-veehouderij) kan eenvoudig bevestigend worden beantwoord. Daarbij is er relatief een hogere blootstelling aan micro-organismen en endotoxinen. De endotoxineniveaus waren duidelijk verhoogd ten opzichte van de achtergrondniveaus bij varkenshouderijen en pluimveebedrijven. Op korte afstand van vooral pluimveebedrijven kunnen de verhoogde endotoxineniveaus mogelijk tot effecten op het ademhalingsorgaan leiden. Op meerdere meetlocaties werden signalen gevonden van de Q-koortsbacterie en van de veespecifieke vorm van MRSA.

Gezondheid.
De tweede vraagstelling betrof een oriëntatie op de gezondheid van omwonenden van (intensieve-)veehouderijbedrijven via bestaande registraties van huisartsen. De belangrijkste conclusie is dat er weinig verschillen werden gevonden met de gezondheid van een plattelandsbevolking elders in het land die beduidend minder intensieve-veehouderij in de omgeving heeft. Rondom intensieve-veehouderij werden vooral meer longontstekingen gezien; dit gold voor alle jaren tussen 2006 en 2009 en is naar alle waarschijnlijkheid ten dele gerelateerd aan de uitbraak van Q-koorts in de jaren 2008 en 2009. Astma en COPD kwamen niet vaker voor in de nabijheid van intensieve-veehouderij.
Mensen met COPD en astmatici hadden echter wel meer complicaties van hun ziekte, met name infecties van de bovenste luchtwegen en longontsteking.

Blootstelling en gezondheid.
De derde vraagstelling betrof de combinaties van de eerste twee: zijn er effecten van de blootstelling aan intensieve-veehouderij op de gezondheid van omwonenden? Astma blijkt minder vaak voor te komen bij hogere concentraties van fijnstof en (dus) in de nabijheid van veehouderijbedrijven.
Astmatici en mensen met COPD hebben wel vaker dan mensen elders in het land last van infecties aan de bovenste luchtwegen, maar dit is niet gerelateerd aan de concentraties van fijnstof. Longontsteking is enigszins verhoogd in de nabijheid van intensieve-veehouderij in het algemeen en sterk verhoogd bij omwonenden van bedrijven met geiten en pluimvee. Tot slot is er een sterke associatie tussen het voorkomen van ‘mogelijke Q-koorts’ en veehouderijbedrijven, met name geitenbedrijven.

08 maart 2015

De intrinsieke waarde en het kwade geweten

Bas Heine schrijft in de NRC over het verzet van de studenten tegen het doorgeschoten „rendementsdenken” onder de titel "kwaad geweten".

Hij vraagt zich af: "Als het markt- en rendementsdenken zo voorbijgaat aan waar het werkelijk over zou moeten gaan, hoe heeft het dan zo overheersend kunnen worden?"

Hieronder een stukje uit zijn column waarin hij schrijft over intrinsieke waarde. Met de term "intrinsieke waarde" hebben ook veel dierenbeschermers aandacht gevraagd voor de positie van dieren in de bio-industrie.

Dit heeft niet gewerkt en zal ook nooit werken. Om de reden begrijpelijk te maken het volgende gedachte-experiment.

Lees onderstaande tekst van Heine, maar houdt dan in het achterhoofd dat het niet over schilderijen gaat maar over varkens, kippen en koeien uit de vaderlandse vee-industrie.

Ik herinner me een debat in Paradiso waarin de toenmalige Amsterdamse wethouder Geert Dales triomfantelijk verkondigde dat wanneer je geld voor de kunsten wilde krijgen, je in geen geval over de intrinsieke waarde van cultuur moest beginnen – dan kon je het wel schudden. Dat gold toen als verfrissende nuchterheid. Inmiddels is deze VVD-bestuurder allang ten onder gegaan aan zijn eigen rendementsdenken. Maar zijn manier van denken is gemeengoed geworden.

Kijkcijfers, oplagecijfers, bezoekersaantallen, clickbait – met de mond belijden we keurig dat die cijfers natuurlijk niet de essentie raken. Maar wat de essentie dan wel is, daar hebben we nauwelijks woorden meer voor. De taal van de cijfers is de enige overgebleven gemeenschappelijke taal.

In discussies met publiek over dit onderwerp leg ik wel eens de volgende vraag voor: stel u staat voor een schilderij – geen beroemd doek, maar wel van een beroemd kunstenaar, laten we zeggen een niet zo bekende Picasso. Wanneer we willen praten over de waarde van dat doek, waar heeft u het dan het liefst over? Over de artistieke waarde, wat het met u doet, wat u erin ziet, wat ermee wordt uitgedrukt over mens, geest, wereld? Of heeft u het liever over marktwaarde, wat het zou opbrengen op de veiling van Sotheby’s? Artistieke waarde of marktwaarde?

Het antwoord laat zich raden. Iedereen wil het over de intrinsieke waarde van het schilderij hebben. Dat we intussen in een maatschappij leven waarin altijd en overal het tweede antwoord wordt gegeven, dat verklaart ons kwade geweten.


Tot zover Bas Heine. Zijn dieren in de bio-industrie uniek? Waarvan ergens veel van is, verliest voor de mens waarde. Heeft het zin om aandacht voor hun positie te vragen met een begrip dat per definitie niet aansluit bij de beleving van mensen over het lot van dieren?

Wilt u meer lezen over hoe het denken over de "intrinsieke waarde van dieren" tot stand kwam? Klik dan hier.

15 december 2014

Krokodillentranen rondom geëxploiteerde dieren

Staatssecretaris Sharon Dijksma heeft heel wat te stellen met dierenwelzijn en dierenleed. Het kabinet had bij aantreden het voornemen om het optreden van wilde dieren in het circus te verbieden. Dit besluit is nu wereldkundig gemaakt en moet nog door de Eerste Kamer. Net als bij de nertsenhouderij is er nog een kleine kans dat met veel krokodillentranen in de media dit besluit kan worden gekeerd.
De nertsenhouders hadden de mogelijkheid via de rechter om te betogen dat zij te weinig schadevergoeding kregen. Het is een gotspe om dit argument aan te voeren terwijl je als sector nog 10 jaar de gelegenheid krijgt om geld met dierenleed te verdienen. De rechtelijke macht kende dit argument toe, omdat het besluit te weinig onderbouwd zou zijn. Dit is een vreemde uitspraak want ons rechtssysteem is gebaseerd op vrijheid. Vrijheid houdt in dat je belachelijke argumenten mag aandragen als je denkt er beter van te worden en dat je vrij bent in het kiezen van een beroep. Maar wanneer je je niet aan de wet houdt, dan loop je kans dat jouw vrijheid tijdelijk wordt ingenomen en dat je in de cel belandt. Een nertsenhouder gaat in de tegen de geest van de wet en omdat het grondrecht van dieren op vrijheid nog niet erkend is hoeft hij voorlopig nog niet zelf naar de gevangenis.

Dieren kunstjes laten doen en houden voor hun vacht zijn echo's uit een dieronvriendelijk verleden toen mensen hun superioriteit over dieren wilde bewijzen en hun vacht nodig hadden in koude tijden. Goede sier maken op deze wijze met dieren is allang uit de tijd. Op sommige momenten hebben circusdieren meer afleiding dan dieren in een dierentuin, maar dierentuinen kunnen alleen overleven wanneer ze moderniseren, dat wil zeggen ingericht worden op de natuurlijke behoefte van dieren.

Circusmensen hebben weinig anders dan het publiek te bewerken met de tranen van circusmeisjes die niet meer in de slurf van de olifant kunnen hangen. Net als paardenmeisjes gaat aandacht naar dieren meestal over wanneer ze een vriendje krijgen en verleggen ze hun bron van lief en leed naar pubers.
Circusmensen zitten met de wilde dieren in hun maag omdat ze een fatsoenlijke opvang van de circusdieren niet meer kunnen financieren met een optreden in het circus. Het is de overheid die maar weer moet zorgen dat zij afkomen van de peperdure dieren. Net als in de Nederlandse veehouderij is het de belastingbetaler die de portemonnee moet trekken wanneer de sector geconfronteerd wordt met de lasten van het in eigendom hebben van dieren. Dierenliefde bij circusmensen gaat niet zo ver dat zij tot de dood een liefdevolle verzorging in een natuurlijke omgeving verzorgen, wat voor een paar koeien in het rusthuis nog wel geldt.

Terug naar Sharon Dijksma. Is zij een vrouw met hart voor dieren? Is iemand die tot 8 uur op transport naar een slachthuis acceptabel vindt, diervriendelijk?
Het draait om geld verdienen en imago. Met dit besluit kan de staatssecretaris haar imago weer wat opkrikken na haar kritiekloze steun aan de pluimveehouderij. Helaas onderbouwt zij haar besluit met een loos argument: wilde dieren horen niet in het circus vanwege hun intrinsieke waarde.
Wat echt zou helpen in onze samenleving is dat we met elkaar in dialoog gaan over wat het wezen is dat een dier nodig heeft. We praten nu onverschillig langs elkaar heen. We moeten durven bespreken dat wanneer je een dier onderdak en eten geeft of je het dan voldoende verzorgt.
Mijn stelling is dat wat dieren en mensen echt nodig hebben is vrijheid, voor dieren in de vorm van de mogelijkheid om zich natuurlijk te gedragen. Dierenliefde is meer dan verzorging alleen. De rest is bijzaak.

30 november 2014

Focus: Vlees, wat kost het ons eigenlijk?

Zondagavond 30 november werd de Britse documentaire 'The Truth About Meat' uitgezonden, waarin presentator Michael Mosley laat zien hoe bedreigend de almaar toenemende vleesconsumptie is voor onze aarde - maar ook wat we eraan kunnen doen.

Er zijn manieren waarop de productie van vlees minder milieubelastend kan. De gemakkelijkste manier is om minder vlees te eten.
Wie argumenten zoekt om vlees te blijven eten en tegelijk iemand van repliek te willen dienen die vindt -dat vlees eten het milieu te veel belast-, vindt deze argumenten in de documentaire. Maar weet dan dat de milieubelasting bij een lage vleesconsumptie wereldwijd niet meer relevant is.

We kunnen constateren dat we te maken hebben met tegengestelde krachten die moeilijk zijn te besturen. Enerzijds hebben mensen de vrijheid om vlees te eten, anderzijds worden de ecosystemen op aarde bedreigd wanneer iedereen dat in grote mate gaat doen. We weten dat boeren vlees en zuivel produceren in grote hoeveelheden omdat zij daaraan veel geld kunnen verdienen. We houden de politiek aan dat iedereen vrij is in de wens om zoveel mogelijk geld te verdienen. Wanneer we merken dat dit andere levensvormen schaadt laten we het aan de markt over om dit te reguleren. Heeft iemand iets tegen grootschalig geld verdienen aan voedselproductie dan zorgt hij maar dat er een beweging op gang komt die een tegenmacht kan vormen. Die tegenmacht zet net als de voedselindustrie alles op alles om mensen bewust te maken van hun koopgedrag.

Dit krachtenspel wordt gevoerd in de media en iedereen kan die informatie tot zich nemen die bijdraagt aan bestendiging van zijn overtuigingen. Het gevolg is dat enerzijds standpunten verharden en anderzijds dat degenen die wel openstaan voor verandering "food for thought" vinden. Betrokkenheid bij de dieren in de bio-industrie drukt de een uit in "zorgen voor natje en droogje" en de ander in "vrijheid om zich natuurlijk te gedragen". Wanneer er bijvoorbeeld een vogelgriep uitbreekt, dan ontstaat er plotseling een conflict tussen de verschillende niveaus van betrokkenheid. Het moeten doden van grote hoeveelheid vogels is erg voor de boer in kwestie. Op een ander niveau is het slechts een reddingspoging van een doodzieke sector. En "doodziek" is hier een benaming die bij de een instemming vindt en bij de ander weerstand.

Wie vindt dat hij helemaal niet wil bijdragen aan dierenleed en niet wil wachten tot mondiale ontwikkelingen (op het gebied van bewustzijn) zo ver zijn dat er minder schade wordt gedaan aan de leefomgeving van mens en dier kan beter gewoon stoppen met vlees eten en zich verdiepen hoe lekker en gezond eten ook zonder dierlijke producten kan.

25 september 2014

Vier een compassievol Offerfeest op Dierendag

Oproep aan alle Moslims

Beste Moslims,

Op 4 oktober is het Dierendag en het toeval wil dat ook op die dag het Offerfeest plaatsvindt. Het is gebruikelijk om voor het Offerfeest een dier te offeren. Wij, dierenvrienden, die dag in dag uit opkomen voor de rechten van dieren, vinden dit een wrange samenloop van omstandigheden. Juist op deze dag staan niet alleen wij maar ook veel andere mensen stil bij het leed dat dieren op allerlei gebied wordt aangedaan, onder andere in de vee-industrie, de proefdierlaboratoria, de bontfokkerijen, de jacht enz. Daarom doen wij deze oproep aan u. Volgens de Koran is het geoorloofd om in plaats van een dier geld te offeren en te sturen naar arme mensen in eigen land of arme mensen, vluchtelingen en oorlogsslachtoffers in andere landen. Voorzitter Rasit Bal van het Contactorgaan Moslims en Overheid (CMO) liet ons schriftelijk weten dat “steeds meer Moslims kiezen om hun offer te sturen naar gebieden waar mensen zeer arm zijn” en “de aangesloten moskee-organisaties collecteren de ‘offergelden’ van Moslims en die ‘gelden’ worden besteed daar waar de behoefte zeer groot is. Op die manier wordt een bijdrage geleverd aan het bestrijden van de wereldwijde armoede en ondervoeding.” Wij juichen deze ontwikkeling toe en willen u vanwege 4 oktober Dierendag vragen om dit jaar net zoals gelukkig al veel andere Moslims dat doen in plaats van een dier geld te offeren. Laten we er op 4 oktober samen voor zorgen dat zowel het leed van dieren als van mensen wordt beperkt! Wij hopen van harte dat u hieraan wilt meedoen.

Stichting Rechten voor al wat Leeft, Comité Dierennoodhulp, Een Dier Een Vriend, De Faunabescherming

02 augustus 2014

Is antibioticagebruik wel afgenomen?

Deze week zijn bijna 2500 kalveren geruimd (afgemaakt) omdat ze een verboden kankerverwekkend antibioticum in hun lijf hebben.
Als het een beetje tegenzit, volgt er later deze maand nog een veelvoud aan varkens.
Honderd bedrijven zaten op slot. De sector doet er alles aan om deze kwestie af te doen als een betreurenswaardig incident.
Immers uit cijfers blijkt dat dierenartsen sinds 2009, los van het nu ontdekte middel, ruim 50 procent minder antibiotica voorschrijven. En ja, een foutje kan natuurlijk altijd gebeuren.
In ieder geval ligt de fout niet bij de boeren, want die doen, zoals iedereen weet, nooit iets verkeerd.
Er zijn echter ook cijfers die er op wijzen dat het gebruik van antibiotica in de veehouderij helemaal niet is afgenomen. Als het antibioticagebruik ruim de helft minder is, dan zou het gemiddeld geslacht gewicht ook moeten afnemen. Niet met kilo’s tegelijk, want zo geweldig is het effect van antibiotica nou ook weer niet. Maar bij een vleeskuiken zou een paar ons minder, en bij een varken of kalf een kilo minder, logisch zijn.
Het CBS publiceert jaarlijks per soort hoeveel dieren er zijn geslacht en hoeveel geslacht gewicht dat opleverde. Deling van het ene getal door het andere levert dan het gemiddelde geslacht gewicht per dier op.
Die gewichten waren voor varkens in 2009: 92,2 kg, 2012: 93 kg, 2013: 93,2 kg. Vleeskuikens in 2009: 1,59 kg, 2012: 1,6 kg, 2013: 1,65 kg. Kalveren 2009: 140 kg, 2012: 144,4 kg, 2013: 146 kg.
Volgens de cijfers stijgt het geslacht gewicht, terwijl het gebruik van groeibevorderaars meer dan halveerde.

Voor deze merkwaardige stijging zijn een paar verklaringen mogelijk.
De veehouderij is er misschien in geslaagd een qua werking met antibiotica vergelijkbaar alternatief te ontwikkelen.
Niet erg waarschijnlijk, want in dat geval werd vrijwel zeker helemaal geen antibiotica meer gebruikt. Of de dieren krijgen meer te eten. Niet erg waarschijnlijk voor wie naar de ontwikkeling van de krachtvoerprijzen kijkt. En bovendien: ook voor een dier dat toch al volgepropt wordt, geldt: vol is vol.
Of de dieren krijgen gewoon net zoveel antibiotica als vroeger, alleen niet meer via de dierenarts. Er is via internet of andere kanalen een veelheid aan niet verboden antibiotica te koop.

Bij vleeskuikens worden zogenoemde coxiodiostatica gebruikt. Dat zijn antibiotica die niet zo hoeven te worden genoemd en dus preventief door het voer gaan.
Tenslotte is het ook mogelijk dat antibiotica nooit als groeibevorderaar heeft gewerkt. Dat zou nogal wrang zijn, omdat we dan voor niets door de vee-industrie zijn opgescheept met een scala aan resistente bacteriën. Wellicht iets om eens over na te denken.
Bij de barbecue bijvoorbeeld.

Auteur .

Klik hier om meer te lezen over het gebruik van antibiotica in de veehouderij.

26 oktober 2012

Rabobank stapt uit wielersport, nu nog uit vee-industrie

De Rabobank was financierder van een wielerploeg en is financierder van de vaderlandse vee-industrie.
De overeenkomsten zijn:
  • Weinig risico op ontdekking van het overtreden van de wet (dierenwelzijn of dumping van meststoffen), omdat er bijna niet gecontroleerd wordt
  • Oneigenlijke manier opdrijving prestaties door doping (via antibiotica)

Het is een tour de force om misstanden in de intensieve veehouderij onder de aandacht van een groot publiek te krijgen omdat we allemaal door het eten van goedkoop vlees en zuivel boter op ons hoofd hebben en dierenwelzijn aan onze laars lappen.
Er wordt door de overheid een hand boven het hoofd van grote boeren gehouden. Dit kost de belastingbetaler veel geld, omdat hij in plaats van de boer de kosten van de vervuiler betaalt. De dieren zijn het kind van de rekening. De Rabobank zou deze negatieve effecten kunnen dempen door hun steun terug te trekken uit de agrosector. Het gevolg is minder nadruk op de export en kleinere veestapels. Het wordt dan weer gewoon om vee in de wei te laten lopen.


02 juni 2012

Antibiotica bij vee onder schuilnaam

Bij vleeskuikens worden zogenoemde coxiodiostatica gebruikt. Dat zijn antibiotica die niet zo hoeven te worden genoemd en dus preventief door het voer gaan.

In het voorjaar van 2011 tetterde het dagblad De Telegraaf dat het antibiotica-gebruik in de veehouderij een jaar eerder met maar liefst 12% was gedaald.
De boeren zijn dus goed bezig!

Een paar maanden later meldde dagblad Trouw dat er in eerste helft van 2011 maar liefst 32% minder antibiotica was gebruikt. De doelstelling van de regering om het verbruik met 20% te verminderen in 2011 was ruim gehaald.
De boeren zijn dus nog beter bezig!

Sinds afgelopen vrijdag weten we hoe die dalingen in de officiële verkoopcijfers tot stand zijn gekomen komen: zo ongeveer de helft van de plofkippenhouders koopt het spul niet meer bij de veearts, maar in het illegale circuit. En spuit vervolgens maar raak. Dat blijkt althans uit een onderzoek van de nieuwe Voedsel en Waren Autoriteit onder plofkippenhouders en kalvermesters in noord-oost Nederland.
De boeren belazeren dus de boel!
Minister Schipper en staatssecretaris Bleker haastten zich te melden zeer geschrokken te zijn, en kondigden strenge maatregelen aan.

Streng?

Geneesmiddelen mogen straks alleen nog door veeartsen worden toegediend, en op het boerenbedrijf mogen geen geneesmiddelen meer op voorraad worden gehouden. Daar is op het platteland hartelijk om gelachen.
Immers, uitzonderingen blijven uiteraard mogelijk. Controle? Niet geregeld. Handhaving? Daar doen we op de boerderij niet aan.
De maatregelen gaan niet veel verder dan een opstoken vinger, vergezeld van de mededeling: Foei, niet meer doen hoor! Het antwoord van de boeren is een opgestoken middelvinger terug.

Sancties?

Daar gelooft Eerlijk, Helder, Henk niet in. Net als zijn voorgangers is staatssecretaris Bleker van mening dat het bestraffen van boeren niet nodig is, en dat het vele malen beter en effectiever is een beroep te doen op het zelfreinigend en zelfcorrigerend vermogen van de sector.

En keer op keer laten de boeren zelf zien waar dat toe leidt: tot niets.

Het staat stijf van de convenanten waarin de sector met de hand op het hart beloofde verbeteringen door te voeren, op het gebied van bijvoorbeeld het milieu, gebruik van gif, dierenwelzijn, huisvesting van buitenlandse werknemers, arbeidsvoorwaarden van die werknemers, om eenmaal thuis gekomen met datzelfde convenant het achterwerk af te vegen: ze hebben er letterlijk en figuurlijk schijt aan!

En dan nog iets: de aangekondigde maatregelen gaan pas in per 1 januari 2013. Merkwaardig. Er wordt een misstand geconstateerd, men verzint maatregelen daartegen en wacht vervolgens ruim een half jaar om ze in te voeren.
Zou dat iets te maken hebben met de komende verkiezingen, en willen Bleker (CDA) en Schipper (VVD) de boeren niet al teveel in het harnas jagen? Of willen ze de boeren die niet in het onderzoek zaten de kans geven om ongestoord hun voorraad illegale antibiotica op te maken?
Hoe het ook zij, het blijft zeer merkwaardig dat de maatregelen niet meteen van kracht worden.

Voor een bonafide en integere staatssecretaris van landbouw zouden de resultaten van het onderzoek natuurlijk aanleiding moeten zijn om onmiddellijk ook in de andere regio en in de andere bedrijfstakken, zoals de varkenshouderij en de melkveehouderij, eens te kijken hoe de zaken er daar voor staan.
Maar Bleker kijkt wel lekker link uit. Die heeft geen trek in nog eens een vernietigend onderzoeksrapport.

Voor elke bonafide en integere staatssecretaris van landbouw zouden de resultaten van het onderzoek natuurlijk ook aanleiding moeten zijn om per direct een verbod op megastallen uit te vaardigen. Hij hoeft niet meer te wachten op de bevindingen van de Gezondheidsraad. Het rapport van de nieuwe Voedsel en Waren Autoriteit over het gesjoemel met antibiotica zegt al meer dan genoeg.
En als Bleker zelf niet met zo'n maatregel komt, zou de Tweede Kamer dat moeten afdwingen.

Redenen genoeg, want wat er in de veehouderij illegaal en legaal gebeurt, grenst aan bioterrorisme. Er worden immers door het onverantwoorde gebruik van antibiotica in de stallen niet alleen kilo's vlees geproduceerd, maar vooral ook resistente bacteriebommen.
Als we zouden denken dat Al-Quaida er achter zat, zouden we Afghanistan meteen plat bombarderen. En Irak en Iran voor zekerheid ook maar meteen meenemen.

Overdreven?

Dacht het niet. In 2003 vielen de Amerikanen, met steun van Engeland en gedoogd door Nederland, Irak binnen alleen op de verdenking van bio-terrorisme. De massavernietigingswapens die de aanleiding voor de oorlog vormden zijn overigens nooit gevonden.

Maar tegen sjoemelende veehouders die een spelletje poker spelen met de volksgezondheid komen we niet verder dan: Foei, niet meer doen hoor, jochie.

Inderdaad: Niet meer doen. Maar dan wel op een effectieve manier, namelijk door deze halve criminelen die zich veehouder noemen voor het leven het recht te ontnemen om zelfs maar een poes te mogen houden. Laat staan een stal boordevol landbouwhuisdieren.

Klik hier om meer te lezen over het gebruik van antibiotica in de veehouderij.

26 juli 2011

Nederlandse veehouders spelen spelletje poker met uw leven

(Met update)
Afgelopen maandag sloot het St. Jans Gasthuis in Weert de afdeling intensive care omdat de MRSA-bacterie er rondwaart. Deze bacteriën zijn dodelijk.

Woensdag 27 juli heeft het Rijnstate-ziekenhuis in Arnhem een paar honderd oud-patiënten opgeroepen om zich te laten testen op de MRSA-bacterie. Deze bacterie blijkt de afgelopen maanden twaalf patiënten te hebben besmet.

Daar ligt het ziekenhuis niet wakker van. Jaarlijks raken er in Rijnstate ongeveer 30 mensen besmet. Het gaat daarbij tot nu toe om steeds verschillende varianten van MRSA. Door patiënten bij wie MRSA wordt geconstateerd onmiddellijk in quarantaine te plaatsen, is het probleem tot nu nog enigszins onder controle gehouden.

Waar de artsen zich wel zorgen over maken is dat de patiënten die nu besmet zijn allemaal dezelfde variant MRSA hebben. Dat doet vermoeden dat het om een zeer besmettelijke variant gaat. In ieder geval blijkt dat de quarantaine niet heeft gewerkt.

De Arnhemse MRSA-variant is dus nu op vrije voeten en kan zich vooralsnog ongestoord verspreiden.

Volgens de artsen is MRSA weliswaar niet te bestrijden met antibiotica, maar is er verder geen enkele reden tot paniek. De bacterie is alleen dodelijk als men ernstig bejaard is, of al een andere ziekte onder de leden heeft. Zeggen de artsen.

Vorige week ontstond ophef over toestanden in het Maasstad Ziekenhuis in Rotterdam omdat er door de Klebsiella bacterie al 25 doden zijn gevallen. Tenminste 70 (ex-)patiënten zijn inmiddels drager van deze bacterie en hebben zo de kwaal ook buiten het ziekenhuis verspreid. Woensdag 27 juli was het aantal doden opgelopen tot 27.

Vorige maand werd de voorlopige tussenbalans opgemaakt van het aantal slachtoffers dat de EHEC-bacterie in Duitsland maakte. Er stierven 35 mensen een langzame en pijnlijke dood. Nog eens 3000 zijn ernstig ziek geworden.

Inmiddels hebben de Duitse autoriteiten de EHEC-uitbraak voor gesloten verklaard. Er melden zich geen nieuwe patiënten meer. Sinds de uitbraak in mei zijn er 4321 mensen ziek geraakt met de variant van de E.coli-bacterie. 852 mensen kregen ernstige nierproblemen door de bacterie. Van hen overleden 52 mensen, vijftig in Duitsland en een in zowel Zweden als de VS.

De EHEC is van de voorpagina's verdwenen en heeft plaatsgemaakt voor het nieuws over een Noorse psychopaat die vorige week met een bomaanslag en een schietpartij bijna 80 doden maakt. Over het levensgevaarlijke spelletje poker dat de veehouderij al jaren met uw leven speelde en nog steeds speelt, wordt discreet gezwegen.

Dat is nogal merkwaardig.

In de veehouderij werden en worden grote hoeveelheden antibiotica gebruikt. De Nederlandse veehouderij is daarbij koploper en dus op afstand de grootste boosdoener. Nergens verdwijnt er zoveel kilo antibiotica in de dierenmagen als in de Nederlandse bio-industrie.

Het middel is hard nodig als medicijn omdat de omstandigheden in de stallen zo slecht zijn dat een kip, varken of koe al ziek wordt als ze er al aan denkt. En dus krijgen het Nederlandse vee op grote schaal preventief antibiotica toegediend.

Bij vleeskuikens worden zogenoemde coxiodiostatica gebruikt. Dat zijn antibiotica die niet zo hoeven te worden genoemd en dus preventief door het voer gaan.


Zelfs al zouden de dieren niet ziek worden, dan krijgen ze het nog toegediend, want antibiotica blijkt een zeer effectieve groeibevorderaar te zijn. Daarom mag het niet meer als groeibevorderaar worden gebruikt, maar als het preventief tegen ziekten wordt gebruikt mag het weer wel. Dat het bijwerkingen heeft in de vorm van sneller meer kilo's vlees per vierkante meter stal kan de boer natuurlijk ook niet helpen. In ieder geval geeft hij niet daarom de antibiotica, dus zijn zijn handen schoon.

En dus is het antibioticagebruik in de veehouderij sinds het verbod in 2005 niet gedaald, maar gestegen. En de overheid? Die stond er, ondanks alle waarschuwingen voor de rampzalige gevolgen van het overmatig antibiotica in de bio-industrie, bij en keek er naar.

Intussen wil staatssecretaris Bleker van landbouw dat in 2013 het gebruik van antibiotica in de veehouderij is gehalveerd. De boerenlobby heeft bij dit voornemen instemmend geknikt en gezegd dat het gebruik van antibiotica omlaag moet. Om er meteen aan toe te voegen dat een halvering onmogelijk is.

Boeren geven elkaar al enige tijd via hun forums tips hoe ze het gebruik van antibiotica omlaag kunnen krijgen: niet meer via de dierenarts, maar via internet.
Dat heeft twee voordelen. Het is goedkoper, en het wordt niet meer geregistreerd. Dus daalt in de statistieken het gebruik en doet de boer volgens de statistieken waar de staatssecretaris om vraagt.

Het is de gebruikelijke boerenslimheid waarmee op het platteland aan de lopende band regelgeving ter bescherming van mens, dier en milieu omzeild wordt ten behoeve van de boeren-portemonnee.
Want daar gaat om bij het levensgevaarlijke spelletje Russische roulette waar de veehouderij mee bezig is: winstmaximalisatie via een zo laag mogelijke kostprijs.

Intussen sterven in Europese ziekenhuizen naar schatting jaarlijks ongeveer 8000 mensen aan de jongste schepping uit de doos van Pandorra die de bio-industrie voor ons heeft klaar staan: ESBL.

Dat is een tegen elke vorm van antibiotica resistent eiwit dat zich aan vrijwel elke bacterie kan hechten. Een daarmee kan dus over niet al te lange tijd een simpele verkoudheid al dodelijk zijn.

Het ECDC (European Centre for Disease Control) schat het aantal doden in de Europese Unie door alle antibioticaresistentie voor het jaar 2007 op 25000. De kosten van antibioticaresistentie beliepen in datzelfde jaar volgens het ECDC 1,5 miljard euro.

Over die doden haalt de veehouderij de nukkige schouders op: het zijn maar schattingen, dus dat zal wel weer overdreven zijn. Bovendien, die mensen waren al ziek. En die kosten? Tsja, zegt de boer. Die zijn voor de burgers, dus dat is ons probleem ook al niet.

Zo speelt de veehouderij poker met uw gezondheid en laat u ook nog eens opdraaien voor de kosten. Met een beetje pech betaalt u binnenkort de hoogste prijs: dan kost het pokerspelletje van de veehouderij u uw leven.

30 mei 2011

Bleker klopt voor EHEC-schade aan verkeerde deur

Staatssecretaris Henk Bleker (landbouw) zal proberen 10 miljoen euro los te peuteren bij de Europese Unie. Met dat geld wil hij gedupeerde Nederlandse komkommertelers schadeloos stellen. Door de uitbraak van de EHEC-bacterie zijn de Duitsers gestopt met het eten van komkommers. De komkommer wordt voorlopig gezien als de bron van de EHEC-uitbraak. Omdat het grootste deel van de Nederlandse komkommers bestemd zijn voor de Duitse markt, raken de Nederlandse telers hun producten aan de straatstenen niet meer kwijt. En het was al zo'n slecht komkommerjaar met zeer lage prijzen.

De poging van de staatssecretaris oogt sympathiek, maar is het natuurlijk niet. Wetenschappelijk is vastgesteld, en dat weten we al jaren, dat de EHEC-bacterie uit de darmen van herkauwers komen. Dus koeien en/of schapen. Zelfs al zouden de Duitse onderzoekers onomstotelijk vaststellen dat de uitbraak inderdaad via de komkommers is gegaan, dan nog is dat maar een tussenstation geweest.
Komkommers hebben geen darmen.

Nu dus vaststaat dat de EHEC-bacterie uit de veehouderij komt, ligt het voor de hand de schadeclaim dan ook daar in te dienen en niet bij de Europese burger. Die betaalt al genoeg om de veehouderij in stand te houden. Alleen al de varkens kosten ons 1,3 miljard euro per jaar aan weggemoffelde kosten.

Het wordt gelet op deze uitbraak, en wat ons nog te wachten staat aan onaangename verrassingen uit de veehouderij de allerhoogste tijd dat de producenten en consumenten van vlees voor een schadepot gaan sparen. Met een opslag van een paar euro per kilo vlees is al snel een leuk potje gevormd waar dan uit kan worden geput zonder dat bijvoorbeeld vegetariers mee betalen aan de door de vleeseters veroorzaakte ellende.

12 mei 2011

Nederlandse intensieve veehouders spreken niet de waarheid over waarom vlees zo goedkoop is

Nederlandse veehouders voelen zich niet gewaardeerd door de Nederlandse samenleving, zo blijkt uit het onderzoek naar de megastallen door bureau Veldkamp.

De veehouders vinden een debat over megastallen een goed initiatief mits er voor wordt gezorgd dat de uiteindelijke beslissing op rationele argumenten wordt genomen. Een belangrijke voorwaarde voor een debat is volgens hen: ‘... eerst zorgen dat iedereen dezelfde kennis heeft.’ Volgens hen zou bijvoorbeeld onder de aandacht van de burger moeten worden gebracht dat een kilo heel goedkoop vlees alleen maar zo goedkoop kan zijn, omdat het is ingevoerd uit landen waar de regelgeving veel minder streng is dan in Nederland.

Dat is een merkwaardige opvatting. In ons land worden drie keer zoveel dierlijke producten geproduceerd dan in ons land wordt geconsumeerd. Twee derde is bedoeld voor de export en kan op buitenlandse markten in prijs concurreren omdat het in ons land grootschalig wordt geproduceerd tegen slechte dierenwelzijnsomstandigheden. Er zijn in ons land veel regels tav dierenwelzijn, maar omdat deze in de praktijk vrijwel niet gecontroleerd worden, drukken deze regels nauwelijks op de kostprijs van vlees en zuivel. Hoe zou een Nederlandse boer anders kunnen concurreren met zijn buitenlandse collega’s waar de voorwaarden om goedkoop en verantwoord te produceren vaak beter zijn?
Verstaat een Nederlandse boer zijn vak dan beter? Hij zou het de consument wel graag doen geloven met de universiteit van Wageningen achter zich, maar helaas: niets is minder waar.
Omdat er in ons land zoveel vlees en zuivel wordt geproduceerd is er een grote verwerkende industrie die ook vlees en zuivel uit het buitenland importeert. De supermarkten kunnen dus kiezen welk vlees zij aan de consument aanbieden. Veehouders produceren voor het buitenland en Nederlandse consumenten krijgen goedkoop vlees aangeboden uit eigen en buitenland.
Er wordt gewoon langs elkaar heen gepraat. Zelfs wanneer alle Nederlanders vegetariër zouden worden dan zou dat de Nederlandse intensieve veehouders niet raken zolang dit ook niet geldt voor de buitenlandse consument want hun producten worden in het buitenland afgezet. Waarom zouden de veehouders dan klagen, want de buitenlandse consumenten weet vrijwel niets over de Nederlandse omstandigheden van het vlees en zuivel dat zij kopen.
Hoe kan een Nederlandse veehouder waardering verwachten voor een ondernemer die geld verdient ten koste van de eigen omgeving door het milieu te belasten, het aanzicht van het platteland te verzieken met megastallen en ook nog geen kwaliteit te geven aan het welzijn van dieren in de afgesloten stallen?
Laat de overheid de Nederlandse agrosector ook de kosten van de bedrijfsvoering (vervuiling) doorberekenen in plaats van af te wentelen op de Nederlandse belastingbetaler en te ondersteunen met EU subsidie. Dan is het gauw gedaan met de oneerlijke concurrentie van de intensieve veehouderij met de goedwillende kleinschalige ondernemer die zijn dieren buiten wil laten lopen in natuurlijke omstandigheden.

13 januari 2011

Dood door schuld voor hen die dieren exploiteren zonder eer en geweten

Minister van Volksgezondheid Edith Schippers (VVD) huilde woensdag 13 januari tijdens het debat over de manier waarop de Q-koorts is aangepakt krokodillentranen. "De vorige bewindslieden hebben naar eer en geweten gehandeld”. Schippers werd aangepakt door Marianne Thieme van de Partij voor de Dieren. Thieme noemde het begrijpelijk dat mensen de overheid dood door schuld verwijten. De Nederlandse vee-industrie produceert voor het eigen gewin, produceert meer dan voor de Nederlandse voedselbehoefte nodig is en verkoopt dit overschot op buitenlandse markten. Door de overproductie met vee in te kleine ruimtes wordt de kans op ziekten vergroot. Een oplossing die de politiek heeft voorgesteld is om het ministerie van Volksgezondheid de regie te geven over de veeteelt, wanneer de gezondheid van mensen in gevaar is.

Thieme kondigde een motie van treurnis aan omdat Schippers en haar collega Henk Bleker (Landbouw) niet vinden dat bij de aanpak van de Q-koorts de economische belangen boven het belang van de volksgezondheid zijn gesteld.

Tot nu toe zijn door de Q-koorts naar schatting achttien mensen overleden en honderden chronisch ziek. Dat aantal is te klein voor de ministeries om maatregelen te nemen om de overpopulatie en de omstandigheden in de vee-industrie aan te pakken. Wat het lastig maakt is dat de overpopulatie zo groot is dat niet geëist kan worden dat al het vee buiten kan lopen, want juist de combinatie tussen vee dat buiten loopt en een te grote veedichtheid is een risico voor de volksgezondheid. De eis dat vee buiten kan lopen kan alleen samengaan met een sterk gereduceerde veestapel. Maar een reductie van 70% levert nog genoeg voedsel op voor de Nederlandse bevolking en kan de gevaren van dierziekten effectief beperken. Een dergelijke maatregel heeft nog vele ander voordelen.

23 februari 2010

U kunt in uw gemeente tegen veefabrieken stemmen

Brabander kan op 3 maart ook tegen veefabriek stemmen

Persbericht Amsterdam, 23 februari 2010 –
Milieudefensie vraagt alle Brabanders die vorig jaar het provinciale Burgerinitiatief 'Megastallen Nee' hebben ondertekend, om ook tijdens de gemeenteraadsverkiezingen te laten zien dat ze geen veefabrieken willen. Meer dan 33 duizend Brabanders riepen de Brabantse Provinciale Staten op een einde te maken aan veefabrieken in hun gemeente. Op 19 maart zullen de Provinciale Staten dit burgerinitiatief behandelen. De gemeenteraadsverkiezingen zijn daarbij een belangrijke graadmeter voor de provinciale bestuurders. Door op 3 maart te stemmen op een partij die kiest voor duurzame en kleinschalige boerenbedrijven, kunnen Brabanders aan hun lokale en provinciale politici laten zien dat ze geen veefabrieken in hun gemeente willen.

Gemeentelijke politici kunnen plannen voor megastallen tegenhouden. Uiteindelijk bepalen zij of een geplande veefabriek zich op het platteland of op een bedrijventerrein mag vestigen. De gemeente kan, via aanpassing van het een bestemmingsplan, de komst of uitbreiding van een veefabriek uitsluiten. Vooral in Brabant is dat nodig: in die provincie zijn de meeste bouwplannen voor megastallen. Bij Milieudefensie zijn nu bijna dertig plannen bekend. In Brabant leven in verhouding de meeste landbouwhuisdieren ter wereld: 2,4 miljoen burgers wonen tussen 31 miljoen varkens, geiten en kippen.

Q-koorts
Steeds meer burgers maken zich terecht zorgen over de komst van varkensflats, kippenfabrieken en grootschalige geitenstallen. De megastallen ontsieren het landschap, zorgen voor een fikse milieulast en onnoemelijk veel dierenleed. De komst van megastallen vormt óók een risico voor onze gezondheid. De explosieve groei van bedrijven met duizenden geiten in Brabant en de daarop volgende uitbraak van de Q-koorts is hiervan een aangrijpend voorbeeld. In Noord-Brabant zijn inmiddels de meeste besmette geitenbedrijven geruimd en worden bijna dagelijks nog nieuwe bedrijven besmet verklaard.

Natasja Oerlemans, woordvoerder Landbouw en Voedsel bij Milieudefensie: ‘Er is een omslag nodig in het denken van bestuurders. De veefabrieken zijn een ramp voor dieren, schaden het milieu en zijn een risico voor de gezondheid van omwonenden. Kiezers in Brabant kunnen op 3 maart aangeven dat het zogenaamde economisch gewin van de vee-industrie niet langer voorrang mag krijgen op de leefbaarheid in hun omgeving. We vragen hen te stemmen op een partij die kiest voor een veehouderij die past binnen het landschap, waarbij het dierenwelzijn is gewaarborgd, de boer voor zijn gezin een eerlijke boterham kan verdienen én de risico’s voor de volksgezondheid zoveel mogelijk worden uitgesloten.’

Milieudefensie en duurzame veehouderij
Milieudefensie maakt zich al jaren sterk voor een duurzame veehouderij. En met succes! De problemen die veefabrieken veroorzaken, staan dankzij ons zowel landelijk als provinciaal op de politieke agenda. In de provincies Zuid-Holland, Groningen en Drenthe is hierdoor de komst van megastallen uitgesloten. De Provinciale Staten van Noord-Holland deden hetzelfde, na een burgerinitiatief van Milieudefensie en de Dierenbescherming. In de provincie Utrecht zijn inmiddels meer dan tienduizend steunbetuigingen voor een burgerinitiatief tegen veefabrieken verzameld. Milieudefensie hoopt alle provincies tot een verbod op megastallen te kunnen bewegen.

10 januari 2010

Grote grazers zouden uit natuurgebieden als de Oostvaardersplassen moeten kunnen wegtrekken

Uit het nieuws van zondag van 10 januari 2010: Een kudde van ongeveer honderd konikpaarden uit de Oostvaardersplassen is in de nacht van zaterdag op zondag het ijs overgestoken naar het Oostvaardersbos bij Almere. Onder het gewicht is een aantal wilde dieren door het ijs gezakt. Alle paarden kwamen op eigen kracht het water weer uit, maar één paard was zo verzwakt dat de boswachters hem moesten afschieten.
Tot zover het persbericht van Staatsbosbeheer.

In de week hiervoor laaide de discussie weer op of de dieren in het natuurgebied bijgevoerd zouden moeten worden. Door de lange tijd dat het gebied onder de sneeuw lag, dreigt er voedseltekort. Staatsbosbeheer wil de dieren aan hun lot overlaten, zodat het aantal dieren dat in de winter sterft kan oplopen tot 1200 paarden. Veel mensen maken zich over dit beleid kwaad omdat zij vinden dat dieren in nood geholpen moeten worden.
Deze kwestie maakt duidelijk dat natuurgebieden niet geïsoleerd zouden mogen zijn en via vrij toegankelijke stroken met elkaar verbonden zouden moeten zijn. Daarvoor moet akkerland wijken en ecoducten worden gebouwd over water en snelwegen. Boeren protesteren omdat zij het land goed kunnen gebruiken om mest op uit te rijden en biomassa op te verbouwen. Deze omstandigheid is ontstaan door de intensieve veehouderij en de oplopende benzineprijzen. Maar de boeren produceren hun vlees en zuivel voornamelijk voor verkoop in het buitenland en het buitenland is veel geschikter voor het produceren van biomassa. De wens van boeren om hun land te behouden kan niet anders worden gezien als het gevolg van het uit de hand gelopen landbouwbeleid na de Tweede Wereldoorlog die geleid heeft tot overproductie en schaamteloze grootheidswaanzin in de vorm van megastallen.
Het recht van een dier om uit de beperking Oostvaardersplassen te migreren naar voedselrijker gebied gaat boven het recht van een Flevoboer om te kunnen produceren. Staatsbosbeheer mag beweren dat de dieren het ijs niet zijn opgegaan door honger gedreven en dat bijvoeren van de dieren gevaarlijk is, omdat zij geen mensen gewend zijn. Mogelijk allemaal waar, maar het zou een grondrecht van dieren moeten zijn om in echte natuurlijke omstandigheden zich vrij te bewegen.
Daarboven hebben de paarden, edelherten en runderen in het Oostvaardersplassengebied geen natuurlijke vijanden (roofdieren als wolf of lynx). Waarmee Moeder Natuur de mogelijkheid ontnomen wordt om relatief snel een dier uit z'n lijden te laten verlossen….

26 december 2009

Mens en Dier

Nog even en dit jaar is ook weer geschiedenis. Op 31 december om 12.00 uur ’s nachts knallen de champagnekurken en een krankzinnige hoeveelheid vuurwerk om het nieuwe jaar te verwelkomen. Een nieuw jaar zit er niet in voor de tienduizenden, merendeels gezonde, schapen en geiten die zijn of worden afgemaakt als gevolg van een falend beleid met betrekking tot dieren in het algemeen en veeziekten in het bijzonder. Het failliet van de vee-industrie komt steeds duidelijker in beeld! Er zullen, naar ik vrees, nog vele slachtoffers vallen voor de mensheid tot het inzicht komt dat het systeem volkomen is vastgelopen en doorgeslagen.
Dieren zijn het slachtoffer geworden van de grootheidswaan van de mens die meent straffeloos de eigen belangen te allen tijde te kunnen laten prevaleren. Belangen van andere levende wezens worden daaraan volkomen ondergeschikt gemaakt. De vijfhonderd miljoen(!!) dieren die per jaar in Nederland in de vee-industrie (vroeger bio-industrie genaamd) worden ‘gebruikt’ zijn de treurige slachtoffers van de opvatting dat de ‘dieren er immers voor de mensen zijn’! Net zo min echter als de vrouwen er voor de mannen zijn en de zwarten er voor de blanken zijn – denkbeelden die het ook lang hebben uitgehouden! – zijn de dieren er voor de mensen.
Een dier heeft een eigen – intrinsieke – waarde, die los staat van de waarde voor de mens. Die intrinsieke waarde wordt echter in onze samenleving grotendeels genegeerd, ontkend, gebagatelliseerd en geridiculiseerd. Dat is natuurlijk ook wel handig want stel je voor dat dieren rechten zouden hebben. Bijvoorbeeld het recht om hun natuurlijk, soorteigen gedrag te vertonen, gevrijwaard te zijn van honger dorst, pijn, stress en ander ongerief dat aan het houden van dieren door mensen vast zit. (En dan bedoel ik met ‘het houden van’ niet dat mensen een liefdevolle band met hun (huis)dier hebben). Dat zou het absolute einde van de vee-industrie betekenen. Geen kiloknaller meer of een met belachelijke vleesprijzen stuntende C1000. Geen eieren meer die nog evenveel kosten als in de vijftiger en zestiger jaren, alleen omdat de kippen met tienduizenden op een kluitje, met afgeslepen snavels, als eilegmachine worden gebruikt.
Wat nu met de geiten en schapen gebeurt is wederom een triest dieptepunt in het doorlopende drama van de relatie mens – dier.
Het zal ongetwijfeld het laatste niet zijn. Nu al is Q-koorts geconstateerd bij koeien. Het op elkaar stapelen van dieren in megastallen, fokkerijen, mesterijen en wat dies meer zij, zal tot gevolg hebben dat veel dieren en rot leven lijden, onderhevig zullen blijven aan allerlei gevaarlijke ziekten en die ook onvermijdelijk op de mens zullen blijven overdragen. De MRSA-bacterie is daar ook een goed voorbeeld van. Ongeveer de helft van alle varkenshouders is besmet met deze bacterie die met name voor ouderen, kinderen en mensen met een verminderde weerstand zeer gevaarlijk is. Varkenshouders en hun gezinsleden worden bij ziekenhuisopname daarom uit voorzorg in quarantaine gezet. Al deze ziekten kunnen voorkomen worden dan wel kunnen de effecten er van gedempt worden door de intensieve veehouderij af te schaffen. Dat zal de dieren, de mensen, het klimaat, de natuur en het milieu alleen maar ten goede komen.
Iedereen een gezond, dier- en mensvriendelijk 2010 toegewenst!

10 december 2009

De ethiek van het ruimen van geiten: voorkomen is beter dan genezen

Nu de overheid heeft besloten om gezonde en drachtige geiten van met Q-koorts besmette bedrijven te ruimen is weer de roep te horen om handtekeningen te plaatsen tegen dit beleid.
In ons land worden dagelijks 1 miljoen “gezonde” dieren geslacht. Het betreft voornamelijk pluimvee. Het meeste protest tegen ruimen wordt opgewekt door de beelden van dieren in grijpers.
Dierenbescherming in Nederland is vanouds gericht op het voorkomen van confrontatie met dierenleed, niet op het beëindigen van de economische drijfveer daarachter.
Een klein deel van hen die protesteren trekt de juiste conclusie uit het onrecht waartegen zij zich verzetten: zij doen als consument niet meer mee. Het grootste deel van de mensen met walging is hypocriet. Minister van LNV, Gerda Verburg, voelt dat haarfijn aan en laat het liefst de geiten in slachthuizen doden. Dat is een plek waar protesten zich niet laten horen.
Wanneer u zich afvraagt wat u kunt doen, dan is het antwoord simpel. Doe helemaal niets. Zet geen handtekening, maar laat ook zoveel mogelijk producten gemaakt van en uit dieren staan. Deze oorverdovende stilte heeft alleen zin wanneer u dit deelt met de mensen uit uw omgeving. Kook eens lekker vegetarisch voor een ander.
En daarmee is de meest effectieve maatregel tegen de waanzin van de Nederlandse vee-industrie benoemd. We moeten de bio-industrie kwijt en zelf als individu in ons eigen dagelijks voedselpatroon diervriendelijke maatregelen nemen.

09 december 2009

Natuur of veestapel krimpen?

Casper Janssen heeft een column in de Volkskrant. Hij hekelde de lobby van agrarische politici die het aantal Natura 2000 gebieden willen verkleinen. Door de Europese eisen die aan veehouders worden gesteld in en rond Natura 2000 gebieden zijn er beperkingen aan de hoeveelheid dieren die gehouden kunnen worden. Om deze wens te onderbouwen gebruiken de veehouders en hun politieke vertegenwoordigers de meest vergezochte argumenten.

Janssen roept de natuurbeschermers op om tegengas te geven.
Het is vrij schieten voor boeren, CDA’ers en VVD’ers. ‘Plaats windmolens in de natuurgebieden’, stelde CDA-Kamerlid Joop Atsma pas nog. Lachen man!
Partijgenoot Koopmans kon niet achter blijven. Hij beweerde, in navolging van boerenclub LTO, dat het grote Frankrijk maar 26 Natura 2000-gebieden heeft. Haha, da’s een goeie: 26. In werkelijkheid zijn het er 1.705, maar wat doet de werkelijkheid ertoe als je De Telegraaf kunt halen.
Misschien moeten natuurliefhebbers ook rare dingen gaan roepen. Zoals: Waarom is 40 procent van Nederland in handen van een paar duizend zwaar gesubsidieerde boeren? Van die 40 procent moeten we makkelijk 10 procent kunnen maken. En het verschil kan dan mooi naar de natuur.
Die bejubelde polders? Niets meer dan groen asfalt, Engels raaigras met stront, grond waaruit alle leven verdwenen is; alleen de grauwe gans voelt zich er nog thuis.
Iemand kan ook opperen: maak de allesvernietigende landbouw in Nederland geheel biologisch en breng de productie drastisch omlaag. Dan kan landbouw opeens wel naast natuur bestaan. En de beesten schieten er ook nog iets mee op.
Maar ja, dat zijn eigenlijk helemaal geen rare, provocatieve dingen om te roepen. Het zijn gewoon goede ideeën.
Tot zover de column van Caspar Janssen. Deze goede ideeën zijn bijvoorbeeld te lezen op Animal Freedom.

Een voorbeeld van de brutaliteit waarmee het publiek voorgelogen wordt is een folder van een restaurant dat foie gras op het menu heeft staan.
Van de site van Wakker Dier:

De folder meldt het volgende.

‘Ze … kijken uiteindelijk letterlijk reikhalzend uit naar de geweekte, pure gele maïs…’.
‘Op het laatst proppen ze zichzelf nog eens enkele weken vol met niets anders dan geweekte gele maïs’.

De realiteit.
De dieren krijgen 2 keer per dag een buis in de strot en het voer onder dwang ingespoten. Het voer bestaat onder meer uit eendenvet – kannibalisme dus. De eenden spugen een deel gelijk weer uit als de buis uit de keel wordt gehaald. De dieren reageren zeer bang op de (dwang)voederaar.

Leeswijzer


Kijk op Facebook voor onze reactie op de actualiteit.
Aanbeveling: Thema's of steekwoorden vindt u via de labels onderaan de pagina of op Animal Freedom. Klik hier voor de laatste bijdragen.
Klik hier voor het beleid om uw privacy te beschermen.

Waarom dit blog?

De Nederlandse veehouderij is vooral gericht op zoveel mogelijk voor de export te produceren onder het motto “meer, meer, meer en groot, groter, grootst”. Dit heeft negatieve gevolgen voor zowel de dierenwelzijn, biodiversiteit, het milieu, het klimaat, de portemonnee en de gezondheid van burgers en ook voor welwillende boeren.
Dit blog verzamelt kritische artikelen die de wurggreep beschrijven waarin de veehouderij zichzelf heeft vastgezet. Zo willen we niet alleen een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de kwaliteit van het leven voor alle belanghebbenden, maar ook aan een schone, gezonde omgeving en een beter dierenwelzijn.

Ook de argumentatie dat dieren grondrechten hebben kan beter en meer aansluiten op hoe mensen voor zichzelf vinden dat recht moet gelden. Alle dier(soort)en kunnen in hun recht op vrijheid als (intrinsiek) evenwaardig aan mensen beschouwd worden. Dierenrechten zijn mensenrechten, die mensen de kans geeft om voor dieren op te komen.
Dieren, bijv. in de intensieve veehouderij, worden behandeld als een object in plaats van een subject met gevoelens en rechten.

De snelheid en het aantal dier(soort)en dat we voortdurend gebruiken is immens. De bijdrage aan onze welvaart en economie van de agrosector is gering. De oplossing is simpel en van niemand anders dan van ons zelf afhankelijk.

Dierenrechten in woord en beeld

Vrijheid is ook een intrinsiek grondrecht voor dieren. Dieren zijn geen dingen Dierenrechten zijn mensenrechten. Mensen moeten voor dieren kunnen opkomen wanneer hun grondrecht wordt geschonden.
logo van Animal Freedom yin en yang
Lees hier over de redenen waarom dieren recht op vrijheid hebben. Lees hier waarin mens en dier evenwaardig zijn.