Mens en dier zijn (intrinsiek) evenwaardig in hun recht op vrijheid

Bij de Stichting Animal Freedom leest u over de gedachte achter dierenrechten.
Hier leest u over ontwikkelingen in de agrosector en de gevolgen voor dieren(rechten).
Alle levende wezens zijn verschillend maar evenwaardig in het recht op vrijheid op een natuurlijk leven.
Een dier is (net als een mens) geen ding of een object.
Dierenrechten zijn mensenrechten. Mensen moeten kunnen ingrijpen wanneer mensen dieren misbruiken of onrecht aandoen.
Posts tonen met het label varkens. Alle posts tonen
Posts tonen met het label varkens. Alle posts tonen

08 november 2019

De varkenscyclus en de publieke opinie

Varkenscyclus is het verschijnsel in de economie dat overschotten en tekorten van een bepaald product elkaar afwisselen, doordat aanbieders massaal reageren op de hoogte van de prijzen, maar tegen de tijd dat deze reactie doorwerkt op het aanbod, is de prijs alweer omgeslagen.
Zoals in dit artikel valt te lezen over het verloop van het inkomen van een varkenshouder, kan er erg veel worden verdiend en kunnen verliezen behoorlijk oplopen.

Het houden van varkens kost niet altijd veel tijd. Veel is geautomatiseerd en sommige varkenshouders hebben er een baan bij om inkomsten te hebben in onzekere tijden. Een varkensbaron zet een Poolse arbeider aan het vuile werk en zoekt met de vrijgekomen tijd in binnen- en buitenland naar nog meer uitbreidingsmogelijkheden.
Zodra een vleesvarken is volgroeid kan deze naar de slacht en de varkenshouder moet beslissen om weer de stal te vullen of nog even te wachten. Het lijkt op gokken in het casino: zet ik nu in of laat ik de stal nog even leeg? De varkenshouder lijkt op een gokverslaafde, die zijn geweten onderdrukt.

Frank Kalshoven, directeur van de Argumentenfabriek schrijft in de Volkskrant.
Wie investeert er nu miljoenen euro’s in stallen, rechten, mestverwerking, afzuiginstallaties et cetera, om daar vervolgens zeven dagen in de week druk mee te zijn, voor een beloning die lager ligt dan een modaal salaris? Een beloning die dat ook nog eens als een malle fluctueert in de tijd, om redenen waar je als ondernemer helemaal niets aan kan doen. De varkensprijs, die het jaarresultaat bepaalt, komt tot stand op een wereldmarkt waarop je als individuele boer nul invloed hebt.

Een vergelijkbaar fenomeen als de varkenscyclus treedt op bij de publieke opinie in reactie op elke melding van dierenleed in de veehouderij, maar dan gespiegeld. De agrosector weet dat en heeft er al decennia geleden voor gezorgd dat er in de hoofden van het publiek ingehamerd wordt dat de agrosector onmisbaar is. Van tijd wordt de aandacht voor dierenleed gevangen door dierenactivisten. De sympathie voor de underdog staat in het onderbewustzijn gebeiteld en de underdog is afwisselend het leed van het dier in de veehouderij of zijn eigenaar. Helaas is er weinig oog en compassie voor het gebrek aan natuurlijke omstandigheden in de afgesloten stallen. En dat leed duurt het grootste deel van het korte leven van een dier in de veehouderij. Iedereen is tegen dierenleed en tegen de tijd dat de consument de relatie heeft gelegd tussen het leed en het eigen koopgedrag is de aandacht alweer verschoven naar de stress van alledag. De consument is verslaafd aan haar/zijn koopgewoonten en wil niet gokken of het leven er zonder vlees beter van wordt. De prijs om de moeite te doen het eigen geweten te volgen is (te) hoog.

Citaat uit de Volkskrant:
"Vraag een doorsneeconsument in een willekeurige supermarkt waar hij of zij op let bij het kopen van varkensvlees en je krijgt antwoorden als: ‘Dat er niet te veel vet aan zit’. ‘Dat het er fris uitziet’. En belangrijk: ‘Het moet niet te duur zijn’.
Het belang van dierenwelzijn wordt pas genoemd als daar expliciet naar wordt gevraagd".

De consument kiest op de korte termijn op basis van wat hij/zij ziet. Het in de stallen op- en verborgen dierenleed kan de consument niet inschatten. Wat is dierenwelzijn? Geen pijn lijden? Of zitten er meer aspecten aan? Het zal de consument worst zijn.

Zal er dan nooit een einde komen aan de bio-industrie? Vermoedelijk wel, doordat de markt van de vleesvervangers het tij kan keren. Het is de andere kant van de onverschilligheid van de consument: wanneer het vlees niet meer van een dier afkomstig is en het smaakt bijna hetzelfde en het heeft nog veel meer voordelen, waarom niet?

Omdenken, maar dan anders.
Eigenlijk interesseert het de burger in de stad weinig wat er echt gebeurt in de veehouderij op het platteland en in de natuur. Kleurschakeringen die hij ervaart, rijdend over de snelweg langs de groene woestijn dat vroeger weide was, verwart hij met natuurbeleving. Het gebrek aan interesse zorgt ervoor dat hij/zij afgaat op zijn primaire reactie: de boer moet wel gelijk hebben, waarom zou hij anders klagen?
Vrij naar Opland

Twijfelen aan wat er gezegd wordt door de boer doet de consument niet want hij meent er toch geen verstand van te hebben en het helpt dat de meeste protesten algemeen en indirect worden geformuleerd. "We hebben 25 jaar geleden onder druk van de overheid al zo veel gedaan om de ammoniakuitstoot te verminderen". De boer is standvastig in zijn weerstand en zelfs de (drog)redenatie “ik ben het er niet mee eens en daarom kunnen deze feiten niet kloppen” wordt door de burger braaf geslikt. Stemmenkanon Annie Schreijer-Pierik van het CDA appelleert, net als boer Koekoek vroeger, aan een soort underdog-gevoel bij een deel van de Nederlandse kiezer. Het praten met een regionaal accent en dialect suggereert authenticiteit. Wie kritisch nadenkt, prikt het zo door.

In een serie van vijf verhalen onderzoekt de Volkskrant Nederland varkensland.

Citaat vanuit het perspectief van de varkenshouder.

Stiphout (49), met 365 zeugen en 3.000 vleesvarkens de gemiddelde ­Nederlandse varkenshouder, lacht om die industriële interpretatie van zijn werk. ‘Ik verzorg ze ’s ochtends en ’s avonds, geef ze te eten, speeltjes en ik heb ze in hun leven zeker twee keer in mijn handen gehad’, zegt de varkensboer, die ook bestuurslid is van de Producenten Organisatie Varkenshouderij (POV). ‘Ik zie dat niet als een industrie’.

Vleesvarkens met speelketting als enige afleiding
Vleesvarkens met speelketting als enige afleiding

Citaat vanuit het perspectief van de consument.
Bij het zien van de nauwe kooien waarin zijn zeugen hun pasgeboren biggen voeden of de raamloze hokken waar vleesvarkens iets meer dan een vierkante meter hebben, zullen veel getuigen tot een andere conclusie komen. Zij schrikken als zij zien hoe varkens in hun ogen als productie-eenheden worden behandeld. Terwijl de boer oprecht in de overtuiging leeft dat hij er naar eer en geweten alles aan doet om de voedselveiligheid op een nette manier te waarborgen. Stiphout: ‘Je doet het goed, dat mogen mensen ook best eens tegen de boer zeggen’.

Citaat uit aflevering 2:
Biologische varkensboer Overesch is sceptisch over het varkensgeluk in de gangbare veehouderij. ‘De vraag is niet of het kan, maar of we het moeten willen’, zegt hij. ‘We moeten eens af van die wedloop naar steeds meer, steeds groter, steeds efficiënter, steeds goedkoper. Nederland hoeft de wereld niet te voeden. Ik geloof in kleinschalige kringlooplandbouw, waarbij de varkens met hun mest in dienst staan van de akkerbouw, net als vijftig jaar geleden. Waarom zouden wij als klein land varkensvlees aan China moeten leveren en daarvoor ook nog eens veevoer uit Zuid-Amerika halen’?

Meer lezen? Volg de Volkskrant of lees de opzettelijke spraakverwarring tussen boer, burger en ambtenaren.

Voor wie direct een oplossing zoekt voor zichzelf en een knagend geweten: Welke toekomstvaste beslissing kun je nu al nemen?

05 april 2017

Discussie over de behandeling van varkens

Wanneer een varkenshouder er voor zorgt dat een varken in zo kort mogelijke tijd gezond kan worden afgeleverd bij het slachthuis, zal hij of zij weinig te vrezen hebben van toezicht houdende instanties.
In de praktijk zal de verzorging gedaan worden met zo min mogelijk moeite, tijd en kosten. Hoeveel varkens de varkenshouder wil houden hangt samen met zijn inschatting van kosten en baten.
Waar het publiek wel een mening over heeft is of een varkenshouder onverschilligheid kan worden verweten wanneer hij zijn dieren geen natuurlijk leven laat leiden. Slachthuizen worden kritisch bekeken omdat wat mensen onder dierenleed verstaan, juist dat is wat een slachthuis doet, namelijk een dier zo snel mogelijk te doden, zodat het verwerkingsproces kan beginnen.
Weinigen staan stil of een varkensleven dat zich voltrekt in een niet natuurlijke omgeving ook onder dierenleed valt.

In de Volkskrant een paar citaten uit ingezonden brieven naar aanleiding van de verontwaardiging die Roos Vonk uitte over de misstanden in het slachthuis van Tielt.

Citaat boerendochter R.M. Lenferink
“Ik ben een 22-jarige studente. Ik zie mijzelf graag als een open, ruimdenkend persoon en vind het belangrijk dat mensen zich in Nederland vrij voelen om hun mening te geven over wat dan ook. Ik bekijk situaties graag vanuit verschillende perspectieven, zonder mensen met een afwijkende mening te veroordelen.
Toch zit uw artikel ('Het lijden van het varken zien we liever niet', O&D, 27 maart) mij dwars, ik ben er persoonlijk door gekwetst. Ik ben namelijk ook boerendochter. Mijn vader houdt varkens, en al gaat u dit waarschijnlijk niet geloven: hij houdt daadwerkelijk van zijn varkens. Mijn ouders hebben mij opgevoed met het idee dat het belangrijk is om respect te hebben voor natuur en dier. Ik weet niet anders dan dat mijn vader meerdere nachten per week zijn nachtrust onderbreekt om bij de dieren te gaan kijken. Of alles wel goed gaat met een zeug die diezelfde nacht biggetjes gaat krijgen, bijvoorbeeld.
Dit doet hij omdat hij van de dieren houdt. Het is zijn passie.”

Citaat dierenarts Kitty de Vries
“De waarde dierenwelzijn delft echter vaak het onderspit ten opzichte van de waarde 'economie': een slachthuis wordt niet zo ingericht dat het voor de dieren optimaal is, dat kost immers veel geld. En personeel op de werkvloer doet vuil, zwaar en matig betaald werk, maakt lange dagen onder moeilijke omstandigheden en moet presteren, immers elk uur moeten zoveel dieren geslacht worden. Het personeel heeft een laag opleidingsniveau en wordt níet geselecteerd op diervriendelijkheid. Door de aard van het werk raakt men bedrijfsblind en afgestompt.
Daarnaast gaan veel mensen die in de vee-industrie werken, van hoog tot laag, vooral om met gelijkgestemden. Ze zijn niet kritisch ten opzichte van de wijze waarop dieren gebruikt worden in de maatschappij, staan dus loodrecht tegenover publicisten als Roos Vonk, die de vee-industrie een 'grote blinde vlek in ons land - een schandvlek' noemt. Ze gaan weinig in gesprek met dierenbeschermers en worden zo maar mondjesmaat gestimuleerd om hun ideeën en hun gedrag aan te passen.
Grote slachthuizen zijn gesloten bolwerken, slechte ervaringen met dierenactivisten hebben dat nog versterkt. Nederland is een handelsnatie en vlees is een groot exportproduct. Er is een voortdurende neerwaartse druk op de kosten, zo kunnen we blijven meetellen op de internationale markt. Goed dierenwelzijn betekent een kostenpost waar, zo lijkt het ten onrechte, weinig 'winst' mee te behalen is.
De consument ten slotte gedraagt zich niet zoals hij zich als burger opstelt. Hoeveel consumenten vragen aan hun slager waar het vlees dat ze kopen geslacht wordt en stellen vragen over hoe diervriendelijk daar gewerkt wordt, laat staan dat ze zelf het slachthuis bellen en vragen of ze mogen komen kijken hoe er geslacht wordt? Gelukkig groeit de groep die bewust biologisch vlees eet en minder vlees eet snel. De grootste groep consumenten gaat echter nog steeds voor de kiloknallers. En de supermarkten weigeren om dat beleid te veranderen (in België mag stunten met vleesprijzen niet).”

Citaat docent Willem Vermaat
“De discussie over varkens, in deze krant aangezwengeld door Roos Vonk, gaat vooral over hoe de dieren het hebben. Volgens het ene kamp worden ze bruut mishandeld, volgens het andere liefdevol verzorgd.
Zoals vaak wordt voorbijgegaan aan de vraag of het überhaupt gerechtvaardigd is dieren te gebruiken voor menselijke doeleinden.
Vleesvarkens zijn zes maanden oud als ze naar de slacht gaan. Omgerekend naar een mensenleven zijn ze dan niet ouder dan een peuter. Zouden we dat ook accepteren als het om honden gaat?
Van de meeste diersoorten voelen we wel aan dat het niet juist is om dieren op die manier te gebruiken. Maar dat het met sommige dieren wel gebeurd, zien we als een vanzelfsprekendheid, zodat we nauwelijks afvragen of het wel rechtvaardig is. Volgens boerendochter R.M. Lenferink (U, 1 april) kun je er als boer zelfs passie voor hebben om je brood te verdienen in een industrie die draait op het doden van varkens. Hoe de dieren ook behandeld worden, je hoeft er geen getuige van te zijn om daar bezwaar tegen te hebben. Dat vinden we ook niet als het om honden zou gaan.”

Meer lezen over het onnatuurlijke leven van een varken? Klik hier.
Wie wil weten welke drogredenen er zoal worden ingezet voor de verdediging van de bio-industrie, klik hier.
Dit zijn de minimale eisen die aan de verzorging van landbouwhuisdieren worden gesteld.

Naschrift van Roos Vonk:
In reactie op mijn stuk over de veeindustrie schrijft R.M. Lenferink dat boeren respect hebben voor dieren; het is hun 'passie'. (U, 1 april) Ik heb moeite met deze woorden in een context waar dieren worden geboren met als enige doel zeer jong te worden geslacht.

Mijn stuk ging primair over slachthuizen, maar inderdaad heb ik ook misstanden in de veehouderij genoemd. Ik ken diverse veehouderijen en mijn bezoek aan een varkenshouderij staat zelfs op YouTube. Ik weet dat boeren in hun ogen de dieren goed verzorgen, gegeven de grenzen van lage marges en stalsystemen gericht op massaproductie. Als je opgroeit met zeugen tussen metalen stangen of kalveren in plastic boxen, zie je daar niets verkeerds aan. Ik ben dan ook van harte welkom om te komen kijken, zeggen veel boeren.

Mooi, want dan is er, denk ik, ook geen belemmering om in veehouderijen camera's te plaatsen, zodanig dat de beelden direct bekeken kunnen worden door elke consument. Dan wordt dierenwelzijn zichtbaar; dan kan de boer die dieren beter behandelt een hogere prijs vragen en hebben de kiloknallende supermarkten het nakijken. Dit zal zowel dieren als boeren als de menselijke beschaving ten goede komen. In de tussentijd ga ik graag in op de uitnodiging van Lenferink en wacht ik nadere details af.

21 maart 2016

Nederland geen koploper in rangorde dierenwelzijn

Stichting Varkens in Nood heeft maart 2016 een rapport uitgebracht waarin uitspraken van politici over de positie van Nederland in het zorgen voor dierenwelzijn ten opzichte van andere landen in perspectief worden gezet.

Uit de samenvatting.

Van de 16 landen meest relevante landen van de EU werd een inventarisatie gemaakt van de wetgeving per land. Per land is vervolgens beoordeeld of er wetgeving is die boven de minimum EU norm uitsteekt en vervolgens kreeg iedere maatregel dierenwelzijnspunten. Die punten werden gegeven a.d.h.v. de impact van een maatregel en het aantal varkens dat het
betreft. Zijn er naast de extra wettelijke normen, ook andere, breed gehanteerde normen voor meer dierenwelzijn, zoals in Nederland het Beter Leven Keurmerk, dan wordt daar in het rapport voor zover mogelijk rekening mee gehouden.
De conclusie is dat, anders dan onze politici het doen voorkomen, Nederland zeker geen koploper is bij het welzijn van varkens. Nederland komt niet verder dan een middelmatige 7e plaats. Nederland doet het onder andere slechter dan buurland Duitsland. De hoogst scorende landen zijn Zweden, Zwitserland en Denemarken, maar ook Verenigd Koninkrijk en Duitsland
doen het beter dan Nederland. Dat komt bijvoorbeeld doordat daar de staartjes van veel biggetjes niet routinematig gecoupeerd worden of dat de varkens natuurlijk afleidingsmateriaal, zoals stro, krijgen.
Hoe dan ook is Nederland zeker geen koploper op gebied van dierenwelzijn, zelfs niet als er rekening wordt gehouden met particuliere initiatieven als het Beter Leven Keurmerk. Dat Nederland door (overdreven) wetgeving voor het welzijn van varkens concurrentienadeel ondervindt, zoals sector en politici beweren, is daarom vergezocht.
De bevindingen dat Nederland zeker geen paradijs is voor de varkens, komen goed overeen met het rapport 120 misstanden in de varkenshouderij van Varkens in Nood uit 2015. Zou er rekening worden gehouden met het grote aantal (onbestrafte) overtredingen in de vee-industrie (meer specifiek 2,7 miljard per jaar), dan zou Nederland, vanwege de gebrekkige controle op de varkenshouderij, misschien nog verder in de rangorde zakken.

Dit rapport is op foodlog te lezen.

15 augustus 2015

Het ontbreken van toegevoegde waarde van bio-industrie

Arjan Wisman van het Landbouw Economisch Instituut (LEI) zette in opdracht van Wakker Dier de economische resultaten van vleesvarkens en vleeskuikens over 1980-2013 op een rij. De redactie van De Nieuwe Oogst vatte zijn aanbevelingen als volgt samen:
“Vleesvarkens- en pluimveehouders verdienen steeds minder per kilo vlees. Ze moeten dus meer produceren voor een voldoende inkomen. Meer productie kan door meer dieren te houden per arbeidskracht en/of een hogere productiviteit van het dier”.

Een hoger productiviteit van het dier zou bij een koe betekenen “nog meer uitmelken”. Bij een varken of een kip betekent het nog minder energie steken in welzijn van het dier, automatiseren, de kostprijs verlagen of de groeisnelheid vergroten.

Het is de verantwoordelijkheid van de samenleving om de grenzen te bepalen in hoeverre dieren onderwerp van economische uitbuiting mogen zijn.
De Nederlandse bio-industrie voegt niets noemenswaardigs toe aan de Nederlandse welvaart.

Bio-industrie heeft vrijwel alleen nadelen, geen toekomst in ons land en in het buitenland kunnen ze het goedkoper.

Waarom stoppen we er dan niet mee?

30 juni 2015

Is onverantwoord voedsel een recht?

Heeft een consument het recht om onverantwoord geproduceerd voedsel te kunnen kopen?

In de Volkskrant van 30 juni wordt de vraag opgeroepen “Wie is bereid het Varken van Morgen te betalen?”
Een paar citaten:

Een paar jaar geleden maakten het Centraal Bureau Levensmiddelenhandel (CBL, de supermarkten), landbouworganisatie LTO en de vleessector vergelijkbare afspraken in het pluimvee, de dier- en milieuvriendelijke 'Kip van Morgen'. Maar de Autoriteit Consument en Markt (ACM) verbood begin 2015 die afspraken wegens kartelvorming: als alleen maar deze kip in de schappen ligt, wordt de consument die niet extra wil betalen voor diervriendelijker vlees in zijn keus beperkt.
,,,
Varkens die bestemd zijn voor de Nederlandse supermarktschappen zouden aan de minimale normen van één Beter Leven-ster van de Dierenbescherming moeten voldoen: onder meer 0,2 m2 extra ruimte, stro voor de zeugen, speelmateriaal en geen castratie. Vanaf 2020 moet het vlees ook aan aanvullende milieueisen voldoen. De ACM wil zich nog niet uitspreken over dit plan. Maar nu opnieuw een beschuldiging van kartelvorming dreigt, voelt het CBL zich als vertegenwoordiger van de supermarkten gedwongen afstand te nemen van de gemaakte afspraken.
Boeren en supermarkten geven nu de ACM de schuld van het niet doorgaan van het duurzamer varken: ze zou alleen economische belangen wegen. Om de spiraal van steeds goedkoper varkensvlees en slechte leefomstandigheden te doorbreken, moeten afspraken worden gemaakt over duurzaamheid. Dat kost geld, en iemand moet dat betalen.
Tot zover de Volkskrant.

Wanneer dit verbod met als argument kartelvorming tegen te gaan wordt gehandhaafd is dit een legitimatie van het recht om onverantwoord voedsel te produceren , te (ver)kopen en te consumeren.
De reden: het meeste vlees en zuivel in ons land wordt geëxporteerd. Om dit mogelijk te maken moet de kostprijs zo laag mogelijk zijn. Het gevolg is dierenleed, omdat de dieren geen leven kunnen leiden volgens hun eigen aard.
De Nederlandse consument die nauwelijks luistert naar zijn geweten profiteert mee via een lage prijs in de supermarkt.

30 november 2014

Focus: Vlees, wat kost het ons eigenlijk?

Zondagavond 30 november werd de Britse documentaire 'The Truth About Meat' uitgezonden, waarin presentator Michael Mosley laat zien hoe bedreigend de almaar toenemende vleesconsumptie is voor onze aarde - maar ook wat we eraan kunnen doen.

Er zijn manieren waarop de productie van vlees minder milieubelastend kan. De gemakkelijkste manier is om minder vlees te eten.
Wie argumenten zoekt om vlees te blijven eten en tegelijk iemand van repliek te willen dienen die vindt -dat vlees eten het milieu te veel belast-, vindt deze argumenten in de documentaire. Maar weet dan dat de milieubelasting bij een lage vleesconsumptie wereldwijd niet meer relevant is.

We kunnen constateren dat we te maken hebben met tegengestelde krachten die moeilijk zijn te besturen. Enerzijds hebben mensen de vrijheid om vlees te eten, anderzijds worden de ecosystemen op aarde bedreigd wanneer iedereen dat in grote mate gaat doen. We weten dat boeren vlees en zuivel produceren in grote hoeveelheden omdat zij daaraan veel geld kunnen verdienen. We houden de politiek aan dat iedereen vrij is in de wens om zoveel mogelijk geld te verdienen. Wanneer we merken dat dit andere levensvormen schaadt laten we het aan de markt over om dit te reguleren. Heeft iemand iets tegen grootschalig geld verdienen aan voedselproductie dan zorgt hij maar dat er een beweging op gang komt die een tegenmacht kan vormen. Die tegenmacht zet net als de voedselindustrie alles op alles om mensen bewust te maken van hun koopgedrag.

Dit krachtenspel wordt gevoerd in de media en iedereen kan die informatie tot zich nemen die bijdraagt aan bestendiging van zijn overtuigingen. Het gevolg is dat enerzijds standpunten verharden en anderzijds dat degenen die wel openstaan voor verandering "food for thought" vinden. Betrokkenheid bij de dieren in de bio-industrie drukt de een uit in "zorgen voor natje en droogje" en de ander in "vrijheid om zich natuurlijk te gedragen". Wanneer er bijvoorbeeld een vogelgriep uitbreekt, dan ontstaat er plotseling een conflict tussen de verschillende niveaus van betrokkenheid. Het moeten doden van grote hoeveelheid vogels is erg voor de boer in kwestie. Op een ander niveau is het slechts een reddingspoging van een doodzieke sector. En "doodziek" is hier een benaming die bij de een instemming vindt en bij de ander weerstand.

Wie vindt dat hij helemaal niet wil bijdragen aan dierenleed en niet wil wachten tot mondiale ontwikkelingen (op het gebied van bewustzijn) zo ver zijn dat er minder schade wordt gedaan aan de leefomgeving van mens en dier kan beter gewoon stoppen met vlees eten en zich verdiepen hoe lekker en gezond eten ook zonder dierlijke producten kan.

24 november 2014

Meer frisse lucht voor varkens

Wakker Dier voert actie voor meer frisse lucht voor varkens:

ACTIE - Miljoenen varkens in ons land staan levenslang in verstikkende ammoniakdampen. Dit schadelijke gas is een van de belangrijkste oorzaken van ernstige ademhalingsproblemen en longontstekingen. Varkens willen de ammoniaklucht vermijden, maar dat kan niet als ze opgesloten zijn.

Laten we ervoor zorgen dat de varkens weer naar buiten mogen. Dat kan alleen als er genoeg geld is om te investeren in de leefomgeving van de varkens. Dit betekent dat vlees niet meer voor een absurd lage prijs verkocht wordt. Met jouw hulp gaan wij supermarkten en A-merken hierop aanspreken en kunnen de varkens weer opgelucht ademhalen.

Tot zover Wakker Dier.

In Eenvandaag was onlangs een trotse varkensboer te beluisteren die hoog opgaf over de luxe situatie waarin zijn varkens zich bevinden. Ze konden zo vaak mogelijk van de airconditioning snuiven als ze wilden en ze hadden ook nog vloerverwarming.
In welk land leven varkens zo luxe?


In de uitzending ook een theatermaker die een "Ode aan de varkensboer" wilde maken voor mensen die nooit in het theater komen.

Er zijn varkens in Nederland die in de gelegenheid worden gesteld om op een vuile betonvloer buiten wat frisse lucht op te snuiven.
Echt in de volle grond wroeten is hun niet vergund want dat drijft de kostprijs zo hoog op dat concurrentie met het buitenland niet meer valt aan te gaan.

Wat echt helpt voor verbetering in dierenwelzijn is een politiek die gericht is op afbouw van de export van dierlijke producten. Dat betekent in ons land dat er minder dieren gehouden worden. Als kiezer moet je dan natuurlijk niet zo naïef zijn om het argument serieus te nemen dat dan minder dieren in optimale omstandigheden leven omdat buitenlandse boeren de productie overnemen. Dat is vorm van redeneren die eigenlijk in het theater thuishoort.

Wie wil lezen met welke absurde argumenten de vaderlandse bio-industrie nog meer wordt verdedigd, klik hier.

07 oktober 2014

Worden kinderen valselijk voorgelicht?

Varkensboeren trekken ten strijde tegen schoolboeken die kinderen valselijk over het agrarische bedrijf zouden informeren. De Nederlandse Vakbond Varkenshouders (NVV) heeft een meldpunt geopend waar klachten over 'suggestieve, foute, misleidende en/of niet objectieve' leermiddelen over de landbouw terecht kunnen. Dat moet tot een zwartboek leiden.
Als voorbeeld haalt de varkenshoudersvakbond een tekst aan uit de lesmethode 'Wijzer door natuur en techniek', voor groep zeven van de basisschool. Uitgegeven door de grote schoolboekenuitgeverij Noordhoff. Daarin staat: 'boeren hebben de meeste natuur in akkers en weilanden veranderd. Daar is geen natuurlijk evenwicht. Er groeit vaak maar één plantensoort'. En: 'Ook het vee leeft niet natuurlijk. In de bio-industrie leven dieren in grote aantallen dicht op elkaar. (…) Bioboeren werken op een natuurlijker manier'.
En dat terwijl de varkensboeren, zegt de NVV, meer doen aan dierenwelzijn dan ze wettelijk zijn verplicht.
Tot zover de Volkskrant.

De boeren waar het in dit bericht omgaat, en die maar één plantensoort (Engels Raaigras) hebben, zijn waarschijnlijk melkveehouders. Van die monotone graszoden en de verlaging van de grondwaterstand hebben vooral de weidevogels te lijden, zie de site van Redt de Rijke Weide.

Varkensboeren zijn vaak niet grondgebonden. Dat wil zeggen dat zij voer van het land van andere (buitenlandse) boeren betrekken en bij andere boeren ook hun mest laten uitrijden.
Voor wie foto’s wil zien van hoe dieren als varkens dicht op elkaar leven in bio-industrie, kijk eens op de site van Jo-Anne McArthur.

Overigens is de twijfel of biologische veehouders wel zo veel diervriendelijker zijn terecht. Zie ook de opzettelijke spraakverwarring tussen boeren, burgers en ambtenaren.

Meer weten met welke valse argumenten boeren zelf de bio-industrie verdedigen en wat het weerwoord?

Klik hier om meer te lezen over demagogie.

28 januari 2014

Universiteit van Wageningen heeft dieronvriendelijke bestuurders

Louise Fresco volgt Aalt Dijkhuizen op als bestuursvoorzitter van de universiteit van Wageningen. Beiden staan bekend als voorstanders van bio-industrie met banden in het netwerk van bedrijven die verdienen aan het op industriële wijze houden van dieren.
Nederlandse agro-ondernemers mogen zichzelf graag op de borst slaan over de diervriendelijke manier van dieren houden in de vaderlandse veehouderij. Fresco en Dijkhuizen ondersteunen die opvattingen, waar veel op af is te dingen. In dit artikel wordt dit onderbouwd.

Boeren in de vleeskippen en varkenshouderij geven antibiotica door het veevoer. Het voordeel is dat de dieren gezond blijven, sneller groeien en vervolgens eerder slachtrijp zijn. Het nadeel is dat de bacteriën resistent worden en de hoeveelheid antibiotica beschikbaar voor mensen steeds kleiner wordt tot het punt dat sommige mensen die een infectie krijgen overlijden.
De wetenschap en de farmaceutische industrie slagen er niet in om op tijd alternatieven te ontwikkelen; het laaghangende fruit is al geplukt. Laag hangend fruit staat voor antibiotica als penicilline die in de natuur wordt aangetroffen en zonder al te veel problemen beschikbaar is.
Een oplossing is om deze bio-industrie te beperken, want de industrie produceert vooral voor de export. Het is geen essentiële agrarische sector die onmisbaar voor de voedselbehoefte van mensen.
Een tweede overbodige sector is de pelsdierhouderij. Deze wordt in de toekomst verboden in Nederland. Nertsenhouders vinden dit maar niks, want er gaan miljoenen om in de sector en andere landen in wereld kunnen nu ongestoord nertsen blijven houden. Dierenwelzijnseisen in ons land zijn hoger dan in buitenland, dus zou er niet veel minder dierenleed zijn wanneer in Nederland wel nertsen mogen worden geproduceerd? Het antwoord is afhankelijk van wat de mode en de bontindustrie als grondstof gebruiken. Bont kan prima geïmiteerd worden. Maar wanneer ontwerpers bont gaan verwerken dan is aan de dragers niet goed af te zien of zij nep of echt bont dragen. Het moge duidelijk zijn dat pelsdierhouders in eerste instantie verantwoordelijk zijn voor dierenleed, want echt bont dragen is nergens voor nodig. Bont is goed te imiteren.
Of een dier nu in een Nederlandse kooi zit opgesloten of in een buitenlandse, het dierenleed is even groot. Mogelijk zijn buitenlanders meer bereid om dieren zonder verdoving of door het eerst te doden van hun jasje te ontdoen. Maar deze misstand is geen verdediging om bontdieren op te sluiten en hun pels te gebruiken. In Nederland niet en in het buitenland niet. Opsluiting in een draadmetalen kooi een korte leven lang is pure dierenleed.
Een derde overbodige sector is de melkveehouderij. Melk is geen essentieel voedingsmiddel ook al wordt het verwerkt tot kaas of omgezet in poeder om in het buitenland te verkopen voor babyvoeding. In Nederland wordt melk in absurd grote hoeveelheden geproduceerd in steeds groter worden stallen. Ook worden melkveehouders door subsidies en beschermende maatregelen kunstmatig in hun inkomen ondersteund. In het landschap verschijnen steeds grotere stallen die oplichten in hun omgeving omdat het licht ook ’s avonds aanblijft. De koeien worden jaarrond binnen gehouden en de weides worden als steeds eentoniger. Dit gaat ten koste van biodiversiteit en het aantal bloemen en weidevogels neemt af.

De universiteit van Wageningen heeft veel invloed in de wereld op de wijze waarop landbouw wordt bedreven. Het zou mooi zijn als spaarzaam vleeseter Louise Fresco meehelpt aan een terugkeer naar het “Fresco’s paradijs” (zoals haar TV-programma heet) door steun te geven aan het ontwikkelen van onderzoek naar ecologisch verantwoorde landbouw zonder het gebruik van dieren.

28 juni 2013

Het dier en de samenleving dokken het vlees

In hun rapport V10/02a schrijven Michiel van Drunen, Pieter van Beukering en Harry Aiking in 2010: in de prijs die consumenten betalen voor vlees zijn lang niet alle kosten verwerkt die ontstaan in de hele keten van veevoer tot aan het vlees in het schap. Deze externe kosten omvatten bijvoorbeeld milieuschade door ontbossing voor sojateelt of rundveehouderij, gevolgen van het broeikaseffect veroorzaakt door methaanemissies door runderen, natuurschade door emissies tijdens transport, en leed ontstaan door het houden en transport van dieren. Verder zijn er in de vleesketen in sommige gevallen subsidies, zoals slachtpremies, waardoor de consumentenprijs wordt verlaagd.

In hun conclusies stellen de onderzoekers: de totale externe kosten voor conventioneel varkensvlees worden geraamd op minimaal €2,06 per kg op een gemiddelde consumentenprijs van €6,69 (PVE, 2009), ofwel 31%.
Hierbij is dierenwelzijn de belangrijkste factor, gevolgd door biodiversiteit, dierziektes en klimaatverandering.

Deze externe kosten die een onderschatting zijn van de werkelijke kosten worden niet door de agrosector worden betaald, maar betaald door de belastingbetaler.

20 juni 2013

Varkens die buiten komen, kunnen niet stikken

Vragen van het lid Thieme (Partij voor de Dieren) aan de staatssecretaris van Economische Zaken over het stikken van varkens door een kapot ventilatiesysteem.

Hoe beoordeelt u het feit dat er in Milheeze 1100 varkens zijn doodgegaan nadat het ventilatiesysteem uitviel, en welke consequenties verbindt u hieraan?
Heeft u er kennis van genomen dat het ventilatiesysteem in de stal mogelijk al sinds dinsdagavond 18 juni j.l. kapot was, maar dat dit pas in de loop van de volgende dag geconstateerd werd? Zo ja, hoe beoordeelt u dit, mede in het licht van de zorgplicht?

Dit is niet de eerste keer dat er dieren omkomen doordat het ventilatiesysteem in een stal het begeeft, kunt u dat bevestigen? Zo ja, kunt u een overzicht verschaffen van vergelijkbare gebeurtenissen in de afgelopen vijf jaar, en steeds daarbij aangeven hoeveel dieren er zijn omgekomen? Zo nee, waarom beschikt u niet over deze gegevens?

Deelt u de mening dat potdichte stallen, waarbij ventilatie noodzakelijk is voor het kunnen overleven van de dieren in deze stal, zeer kwetsbaar zijn voor technische fouten, en dat deze fouten grote consequenties hebben voor het dierenwelzijn? Zo nee, waarom niet?

Bent u bereid om vergaande maatregelen te nemen zodat dieren te allen tijde kunnen beschikken over buitenloop en daarmee over frisse lucht zodat dit soort ongevallen niet meer voorkomen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke termijn en wijze?

Is er proces verbaal opgemaakt tegen de betreffende ondernemer? Zo nee, waarom niet?
Bent u bereid een alarmsysteem voor het uitvallen van ventilatiesystemen in stallen verplicht te stellen? Zo nee, waarom niet?

Bent u bereid een tijdcontrole systeem, vergelijkbaar met een tachograaf in vrachtwagens, verplicht te stellen voor het gebruik van luchtwassers en ventilatiesystemen in stallen zodat die systemen niet in strijd met de regels uitgeschakeld kunnen worden zonder sancties? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke termijn en wijze?

17 juni 2013

CIWF verzamelt handtekeningen tegen overtreden regels welzijn varkens

Meer dan 100.000 handtekeningen voor varkens!

Dierenbeschermingsorganisatie Compassion in World Farming (CIWF) heeft in nauwelijks drie weken tijd al meer dan 100.000 handtekeningen verzameld tegen de vele overtredingen van de Europese regels voor het welzijn van varkens. De meeste handtekeningen kwamen uit Italië, maar ook Nederland liet zich niet onbetuigd. In ons land tekenden al ruim 8000 mensen de nieuwe petitie van CIWF.

Zóveel handtekeningen, in zó'n korte tijd is een record voor CIWF: "Het laat zien dat heel veel mensen werkelijk geven om varkens. De EU en haar lidstaten doen er goed aan dit ter harte te nemen en ervoor te zorgen dat de wetten voor de varkenshouderij 100% worden nageleefd", zegt Geert Laugs, directeur van Compassion in World Farming Nederland. In de komende maanden wil CIWF nog veel meer handtekeningen verzamelen met deze petitie die nog loopt tot maart 2014 en die te vinden is op: www.ciwf.nl/varkens.

Met deze Europese petitie wil CIWF een einde maken aan vaak voorkomende praktijken in de varkenshouderij die in strijd zijn met de Europese wetgeving. Voorbeelden daarvan zijn het standaard afknippen van biggenstaarten en het onthouden van strooisel of ander manipuleerbaar materiaal aan de varkens. Deze overtredingen komen ook in Nederland op grote schaal voor. In andere landen komt het bovendien nog vaak voor dat zeugen hun hele zwangerschap opgesloten staan in krappe kooien. Deze praktijk is sinds 1 januari 2013 verboden en is in Nederland inmiddels grotendeels beëindigd.

Onderzoek van Compassion in World Farming in een groot aantal landen liet eerder al zien dat varkens vaak in kale hokken leven en dat staarten standaard worden afgeknipt. Onlangs filmden onderzoekers van CIWF in Italië en Spanje nog meer flagrante overtredingen van de regels. Op sommige bedrijven lagen dode varkens in de hoek, werden gewonde dieren niet verzorgd en waren er infecties aan de ogen te zien. "Dit laat zien dat alleen al het naleven van de bestaande wetten een enorm positief effect heeft op het welzijn van de varkens", zegt Geert Laugs van CIWF: "daarnaast blijven we natuurlijk ook aandringen op een verdere verbetering van de regels in Nederland en in Europa".

24 oktober 2012

Welzijn dieren aan laars gelapt

Dagblad Trouw opent 24 oktober de krant met de kop “Welzijn dieren aan laars gelapt”. Een paar citaten:
Bijna alle veehouders in Nederland overtreden bestaande dierenwelzijnswetten en Europese richtlijnen. Hierdoor lopen jaarlijks honderden miljoenen dieren gezondheidsklachten op. Dat hebben de stichtingen Dier & Recht en Varkens in Nood geconstateerd aan de hand van tientallen wetenschappelijke publicaties.

Vleeskuikens
De grootste misstanden worden aangetroffen bij vleeskuikens waarvan de helft door hun gewicht nog amper kan lopen, bij biggen waarbij staarten preventief worden afgebrand, en bij dieren die ziek worden door vies drinkwater of een slechte luchtkwaliteit in de stal. Zo krijgt 22 procent van de kippen geen schoon water. Het gaat in totaal jaarlijks om 1 tot 2,5 miljard overtredingen, zegt Baaij, doordat er sprake is van meerdere overtredingen per dier.

Er is al lange tijd vanuit de Tweede Kamer kritiek op de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) die de veehouderijbedrijven moet controleren. PvdA, SP en Partij voor de Dieren hebben opeenvolgende bewindspersonen er veelvuldig op gewezen dat er te weinig mensen werken, dat deze niet kundig genoeg zijn en ze te weinig bedrijfsbezoeken afleggen.

Speeltjes
Volgens Baaij wordt niet gekeken naar zaken als ontstoken voetzolen die kippen oplopen door slecht strooisel. Varkens ontbreekt het vaak aan speeltjes in de hokken. De NVWA ontkent dat er beperkt wordt gecontroleerd. Zij zegt deze overtredingen al een aantal jaren te constateren, en daar ook op te handhaven.
Tot zover Trouw.

Zie ook Kamervragen over gezondheidsproblemen bij melkvee.

16 oktober 2012

De varkenshouderij is nog lang niet transparant


De varkenshouderij is open en transparant, aldus de eind van 2012 stoppende voorzitster van de vakgroep LTO Varkenshouderij, Annechien ten Have, bij de opening van de twintigste zichtstal in Ommen. Ten Have heeft samen met haar man in Beerta ook een zichtstal, maar houdt de meerderheid van haar varkens op de traditionele manier in hokken zonder noemenswaardige afleiding.
In Nederland zijn ongeveer 8300 bedrijven waar varkens worden gehouden. Om nu met het aantal van twintig zichtstallen de hele sector open en transparant te noemen, is eerder een bewijs van het tegendeel.

Wat pas een vorm van transparantie is wanneer de gehele sector in haar stallen webcams zou ophangen met een verwijzing daarnaar op elk etiket van varkensvlees. Dan kan iedere consument thuis kijken of de aankoop diervriendelijk is geproduceerd.

Misschien dat we dan naar meer voorbeelden kunnen kijken van het natuurlijke gedrag van een zeug die zorgzaam een nest maakt voor haar biggen:




Vragen van het lid Thieme (Partij voor de Dieren) aan de staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie over nestgedrag van zeugen:

1. Bent u bekend met de video ‘Sterkselse zeug in een winkel vol nestbouwmaterialen’?

2. Deelt u de mening van de makers dat ook gedomesticeerde drachtige zeugen nog de onweerstaanbare behoefte voelen een nest te bouwen? Zo nee, waarom niet?

3. Kunt u aangeven op hoeveel procent van de varkensvermeerderingsbedrijven nestmateriaal aanwezig is, voorafgaand aan de geboorte van biggen, en kunt u nader toelichten om wat voor materialen het dan gaat? Zo nee, bent u bereid om hier onderzoek naar in te stellen en op welke termijn en wijze?

4. Deelt u de mening dat het krijgen van jongen op een kale betonnen vloer tussen metalen stangen inbreuk maakt op de soort specifieke behoeften van landbouwhuisdieren? Zo nee, waarom niet? Zo ja, acht u deze inbreuk toelaatbaar en waarom?

5. Deelt u de mening dat alle productiedieren in de Nederlandse veehouderij de vrijheid zouden moeten hebben hun soort specifiek gedrag, zoals het bouwen van een nest, uit te oefenen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, bent u bereid hiervoor een wettelijk kader te scheppen en op welke termijn?

6. Acht u het moreel toelaatbaar wanneer landbouwhuisdieren ernstig beperkt worden in hun soort specifiek gedrag, enkel om economische redenen? Zo ja, waarom? Zo nee, op welke wijze komt deze ontoelaatbaarheid in uw beleid tot uitdrukking?

7. Bent u bereid een wettelijke verplichting in te stellen voor het verschaffen van voldoende nestmateriaal aan fokzeugen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke termijn en wijze?


05 september 2012

Zeugen dreigen te lang opgesloten te blijven

Persbericht CIWF Nijmegen, 5 september 2012.

E-mail actie tegen langere opsluiting van zeugen

Compassion in World Farming (CIWF) start vandaag op www.ciwf.nl een E-mail-actie om te voorkomen dat zwangere zeugen langer in ligboxen worden opgesloten dan de wet toestaat. Vanaf 1 januari mogen deze krappe kooien, waarin de dieren zich niet eens om kunnen draaien, in de EU niet meer gedurende de hele zwangerschap worden gebruikt. Met deze actie vraagt CIWF aan staatssecretaris Bleker geen gehoor te geven aan de vraag van LTO en NVV om een 'knelgevallenregeling' voor varkenshouders die hun stallen niet op tijd hebben aangepast aan de nieuwe regels. Dat die regels er komen is immers al 15 jaar bekend.

Ligboxen, een mooi woord voor zeugenkooien, zijn een van de ergste uitwassen van de vee-industrie. De zeugen, die speciaal worden gehouden om zoveel mogelijk biggen te werpen, zitten zwangerschap na zwangerschap opgesloten tussen stalen stangen. Vanwege de nadelen voor hun welzijn heeft de EU besloten het gebruik van deze kooien aan banden te leggen. Vanaf 1 januari a.s. moeten zeugen het grootste deel van de zwangerschap verplicht in groepen worden gehuisvest: een enorme verbetering voor het welzijn van de dieren.

In Nederland hebben zo'n 15% van de zeugenhouders (ca 400 bedrijven) hun stallen nog niet aangepast en men verwacht dat velen van hen daar niet in zullen slagen voor 1 januari. LTO Nederland en de Nederlandse Vereniging van Varkenshouders (NVV) vragen de regering nu om een 'knelgevallenregeling'. Een dergelijke regeling kan alleen maar uitstel betekenen, met als gevolg dat tienduizenden, mogelijk honderdduizenden dieren langer in kooien moeten zitten. Naast een regeling voor 'knelgevallen' vragen de varkenshouders aan de regering de periode waarin de zeugen na inseminatie in kooien mogen worden gehouden te verlengen tot 4 weken, het maximum dat de EU toestaat.

De Europese Commissie houdt strak vast aan de verplichte invoering van groepshuisvesting per 1 januari en staatssecretaris Bleker heeft in juli laten weten niets te voelen voor uitstel. Compassion in World Farming is daar blij mee maar wil de staatssecretaris, die binnenkort met de bonden van varkenshouders in gesprek gaat, toch vragen niet toe te geven aan hun wensen en vast te houden aan het standpunt dat hij in juli in de Tweede Kamer innam. 'Varkenshouders in Nederland weten al 15 jaar dat ligboxen worden afgeschaft en hebben ruim de tijd gehad over te schakelen op groepshuisvesting. Een regeling voor 'knelgevallen' is een verkeerd signaal naar de EU en unfair voor de boeren die hun dieren wel op tijd meer ruimte gaven', zegt Geert Laugs, directeur van Compassion in World Farming Nederland. 'De staatssecretaris heeft bovendien in een brief aan de Kamer duidelijk aangegeven dat er geen reden is om zwangere zeugen na inseminatie langer dan 4 dagen in een kooi te houden. Wij willen hem daar graag aan houden', zegt Laugs.

26 april 2012

Veehouders moeten wet 100% naleven

Oproep aan politieke partijen

Compassion in World Farming vraagt aan de politieke partijen in hun verkiezingsprogramma's op te nemen dat de Nederlandse veehouderij voor 100% aan de Europese regels moet voldoen. De overheid moet er alles aan doen ervoor te zorgen dat de regels worden nageleefd en dit strikt handhaven.

Met name in de varkenshouderij worden de regels, die ook zijn opgenomen in de Nederlandse wet, op grote schaal genegeerd:

Op 1 januari 2013 worden nieuwe Europese regels voor de varkenshouderij van kracht. Vanaf die datum is het verboden zwangere zeugen hun hele zwangerschap in krappe hokken, tussen stalen stangen, vast te zetten. In plaats daarvan moeten de dieren in groepen worden gehouden. Op dit moment voldoet slechts 71% van de Nederlandse varkenshouders aan deze norm. Volgens cijfers van de Europese Commissie zal eind dit jaar nog steeds bijna 10% niet aan de nieuwe regel voldoen. Toch is de ingangsdatum van de nieuwe eisen al meer dan 10 jaar bekend. Compassion in World Farming vindt daarom dat er geen enkele reden is een oogje dicht te knijpen voor boeren die niet aan de wettelijke regels voldoen.

Bovendien moeten de meeste varkens in Nederland het stellen zonder afleidingsmateriaal en worden op grote schaal staarten afgeknipt als de biggen een paar dagen oud zijn. Ook dit is in strijd met de Europese regels die al langer van kracht zijn en voorschrijven dat varkens strooisel of vergelijkbaar materiaal in de hokken moeten hebben om te voorkomen dat de dieren uit frustratie en verveling in elkaars staarten bijten. De overheid moet er daarom streng op toezien dat alle varkens voldoende, geschikt afleidingsmateriaal krijgen. Dán kan ook het routinematig staartknippen achterwege blijven.

Geert Laugs, directeur van Compassion in World Farming Nederland zegt: “Europese regels zijn er niet alleen voor regeringen en begrotingen, maar ook voor burgers en boeren. Uit cijfers van de Europese Commissie blijkt dat bijna 10% van de Nederlandse varkenshouders eind dit jaar niet aan het voorschrift van groepshuisvesting voor zeugen zal voldoen. Nóg meer varkenshouders houden hun dieren in kale hokken zonder geschikt afleidingsmateriaal en knippen standaard biggenstaarten af. Nu Nederland afstevent op nieuwe verkiezingen roepen wij de politieke partijen op duidelijk stelling te nemen en expliciet in hun programma's op te nemen dat de wet voor 100% moet worden nageleefd.“

In de recente Nota Dierenwelzijn constateert de regering dat het naleefniveau in de veehouderij te wensen overlaat. In de varkenshouderij is het volgens de nota zelfs slechts 55%. De regering spreekt in deze nota de ambitie uit dat elke sector een naleefniveau van tenminste 80% moet hebben en erkent dat daarvoor nog een flinke inspanning nodig is. Compassion in World Farming vindt 80% echter te weinig. Het zou betekenen dat tientallen miljoenen dieren niet de bescherming krijgen die de wet hen toekent.

15 december 2011

Gamen met varkens via iPad, ziek of niet?

Bron Nieuwe Oogst. Wageningen UR en Hogeschool voor de Kunsten in Utrecht ontwikkel(d)en een computerspel voor varkens en mensen: Pig Chase. Varkens en mensen kunnen hiermee met elkaar gamen. Het eerste ontwerp is deze week gepresenteerd, meldt VarkensNET.
In Pig Chase kunnen varkens via een scherm met lichteffecten interactie aangaan met een menselijke speler via een iPad. De menselijke speler kan via de iPad een lichteffect op de stalmuur besturen. Hierbij is het de bedoeling om de aandacht van het nieuwsgierige varken vast te houden en samen langs bepaalde doelen te bewegen.

Afleidingsmateriaal
Het huidige spel is vooral bedoeld als concept dat in varianten verder uitgewerkt moet worden. Het is nog niet bekend wat de waarde van het spel is als afleidingsmateriaal voor varkens. De komende maanden gaan de onderzoekers en ontwerpers door met het uitproberen van prototypes en het ontwikkelen van nieuwe spelideeën. Daadwerkelijk burgers met varkens laten spelen, laat echter nog even op zich wachten.

Kinderschoenen
'Mens-dier interactie via informatietechnologie is een terrein dat wereldwijd nog in de kinderschoenen staat. Het biedt mogelijkheden om op nieuwe manieren relaties met dieren aan te knopen en daarbij nieuwe dingen te leren over de cognitieve vermogens van dieren –en mensen', zegt mede-onderzoeker en filosoof Clemens Driessen van Wageningen Universiteit.

Bij wie het filmpje bekijkt, bekruipt ongetwijfeld het gevoel dat wie met echte varkens een computerspelletje wil spelen ver van het Ipadje is geraakt. Maar er is ook de kant dat mensen via dit spel eindelijk eens zelf kunnen aanschouwen onder welke deplorabele en saaie omstandigheden varkens in de bio-industrie moeten leven. Het is weliswaar een dure investering, maar wat zou de wereld een stuk diervriendelijker worden als elke zeug die haar leven lang tussen twee stangen moet doorbrengen aansluiting zou krijgen op Internet en contact heeft met consumenten?
Wie wil er nog vlees eten van het intelligente varken dat gedurende maanden zijn speelmaatje is geweest?

29 oktober 2011

Als Mauro een boer was geweest had Bleker natuurlijk allang wat geregeld

Afgelopen vrijdag mocht staatssecretaris Henk Bleker, in zijn hoedanigheid van stiekum-leider van het CDA, bij Pauw en Wittemens komen uitleggen waarom Mauro toch terug moet naar Angola.

De kern van Blekers betoog was dat hij als mens oh zo heel erg meevoelde met Mauro, maar dat hij als politicus geen andere keus had dan de wet te volgen. Wet is wet, en regels zijn regels, aldus Bleker. En de overheid heeft geen andere keus dan die wet te handhaven.

En terwijl de gelouterde interviewers Pauw en Witteman rustig door-snurkten, mocht Bleker omstandig uitleggen dat het voor hem en zijn partij allemaal niet zo makkelijk was. En voor minister Leers ook niet. Het valt helemaal niet mee om de in de wet vastgelegde ministeriële bevoegdheid om diezelfde wet te kunnen passeren, ook daadwerkelijk te gebruiken.

Een beetje interviewer die bij de les is, had natuurlijk halverwege Blekers betoog al ingebroken met de vraag: En hoe zit dat dan bijvoorbeeld met de boeren?

Het is bij wet al sinds 2001 verboden om bij kippen de snavels te knippen. Die wet is nog steeds van kracht, maar eerst kregen de kippenboeren al bij de inwerkingtreding vijf jaar uitstel.
Toen die periode was afgelopen, en er nog steeds geen oplossing was voor het kippen-pikken in de overvolle stallen werd nog eens voor vijf jaar uitstel verleend.
Deze zomer werd het uitstel door Bleker nog maar weer eens met tien jaar verlengd.

De oplossing voor het kippen-pikken in de overvolle stallen ligt voor de hand: minder kippen en wat afleiding voor die dieren.
Maar zo'n oplossing is nadelig voor de portemonnee van de betreffende boeren. Tsja, en dan gebruikt staatssecretaris Bleker zijn discretionaire bevoegdheid wel en stelt dus de wet buiten werking.

Maar als je Mauro heet en uit Angola komt, en de overheid heeft acht jaar getreuzeld om een besluit over je te nemen, dan kan het niet.

Overdreven gesteld? Te ver gezocht misschien?

In Europa gelden regels voor de hoeveelheid stikstof die per hectare mag worden gestrooid. Maar als de Nederlandse boeren zich daaraan moeten houden, houden ze zoveel mest over dat ze verzuipen in de stront van hun eigen veestapel.
Of het kost veel geld om die mest op een andere manier dan op het land kwijt te raken.

Maar dat is nadelig voor de portemonnee van de betreffende boeren en dan verzint de boerenlobby die CDA heet wel een list. Ze maken Brussel wijs dat het gras hier harder groeit dan overal elders in de wereld en dat het Nederlandse weiland dus wel een extra kilootje mest kan hebben.

Ze noemen dat 'derogatie'. Mooie strik er om. Klaar is Kees. Dat die overbemesting op termijn ons drinkwater in diepe ondergrond verpest, merken onze kinderen pas. Dat is de zorg van de rentmeesters van het CDA niet. Het gaat tenslotte om de portemonnee van de boeren van nu.

Derogatie betekent overigens letterlijk: het buiten werking stellen van een wettelijke norm.

Het kan dus wel, behalve als je Mauro heet en uit Angola komt.

Overdreven gesteld? Te ver gezocht misschien?

In een nieuwe wet die normen voor de huisvesting van varkens regelt, moet een vleesvarken van rond de 100 kilo, minstens 1 vierkante meter ruimte hebben. Deze wet gaat wordt 2013 van kracht, maar nu al is geregeld dat varkenshouders zich niet aan deze minimumeis hoeven te houden. Belangrijkste overweging, nog te berde gebracht door de vorige minister van Landbouw CDA-vrouwe Verburg: deze minimumnorm werkt kostprijsverhogend. Dat kan de portemonnee niet hebben, en dus krijgen de varkenshouders ontheffing. De norm is verlaagd naar 0,8 vierkante meter. Kunnen er meer varkens in een stal.

Je kan dus in Nederland een wet buitenwerking stellen, nog voor die wet van kracht is geworden.

Het kan dus wel, behalve als je Mauro heet en uit Angola komt.

Overdreven gesteld? Te ver gezocht misschien?

Er is met de Belgen een verdrag afgesloten om de natuurschade te compenseren die door het uitdiepen van de Westerschelde wordt veroorzaakt. Staatssecretaris Bleker veegt zijn Groningse achterkant af met al die afspraken en verdragen, want die afspraken zijn tegen het zere been van een paar Zeeuwse akkerbouwers.
En dus blijft de Hedwigepolder wat-ie al eeuwen is geweest: een paar hectare zompige vette klei waar de kwaliteit van het geteelde graan zo slecht is dat het alleen als veevoer kan worden gebruikt.

Het kan dus wel, behalve als je Mauro heet en uit Angola komt.

Dan kan er opeens niks en verschuilt staatssecretaris Bleker en met hem het hele CDA zich achter de tekst- en wetboeken waarmee ze doorgaans zo vrolijk de kachel aanmaken.

Ondertussen snurken Pauw en Witteman rustig door. Dat dan weer wel, natuurlijk.
Met zulke interviewers heb je inderdaad geen censuur meer nodig.

21 juni 2011

Niet de dood, maar het leven is het probleem in de bio-industrie

Een varkens- of kippenhouder die dieren houdt, wil er het liefst zo veel mogelijk van houden, omdat dat meer geld oplevert. Geld verdienen in de agrosector doe je door de kostprijs te minimaliseren. Het gevolg is dat dieren hun leven binnen worden gehouden. De boer kan dan de kans op ziek worden minimaliseren en de mest gemakkelijk verzamelen.
Wanneer mensen de kwaliteit van dat leven afkeuren, wijzen ze vaak op de voorbeelden die bij buitenstaanders de meeste emotie opleveren. Een zwangere zeug die ziek is zal mogelijk een miskraam krijgen. In de vrije natuur worden dan een stuk of zes biggetjes dood geboren, in de bio-industrie zijn dat er een veelvoud van.
Een zeug die in het stro kan baren en voldoende ruimte heeft, zal een nest maken voor haar biggetjes. Een zeug in de bio-industrie moet permanent tussen stangen liggen, omdat ze in de krappe ruimte per ongeluk weleens op één van de vele biggetje kan gaan liggen.
Een argeloze burger zal dit zielig vinden, maar eigenlijk is het biggetje dat blijft leven zielig, want het moet nog zes maanden leven in een saai hok met haar broertjes en zusjes en alleen een ketting als afleiding.



Zowel in de natuur als in de wel of niet verantwoorde veehouderij worden dieren geboren met een gebrek. In de natuur en in de bio-industrie is de kans groot dat het dier snel gedood wordt, maar wanneer het in de stal blijft leven is het in de kale omgeving al snel een zielig gezicht. Veel gebreken blijven voor de buitenstaander onzichtbaar omdat hij niet kan meekijken tijdens de productie en de dieren leven zo kort als nodig is. Ze worden meteen geslacht wanneer de groei eruit is. Leven ze langer in deze omstandigheden dan groeien ze zich dood of worden de kosten van de veearts te hoog. Veel consumenten denken ten onrechte dat wanneer een dier een dak boven zijn hoofd heeft en op tijd zijn natje en zijn droogje krijgt, dat dit alleen al leidt tot dierenwelzijn.

Er is de laatste weken veel te doen geweest over de beelden van de rituele slacht. Onverdoofde koeien wordt de hals afgesneden en het bloed gutst eruit. Dat dit dierenleed is zal ook de joodse slachter toegeven, maar hij zal erop wijzen dat de koe een goed leven heeft gehad. Waar hij het niet uit eigen beweging over zal hebben is dat zijn klanten slechts een deel van het vlees zullen eten en dat wanneer na koosjer slachten het vlees alsnog wordt afgekeurd het vlees gewoon aan niet-joden wordt verkocht. Is dat een probleem? Niet echt, want in de Nederlandse vleesindustrie wordt ook alleen in eigen land verkocht wat de mensen willen kopen en de rest wordt geëxporteerd. Wat niet weet, wat niet deert.
Is dat een probleem? Dat hangt er vanaf waar je naar kijkt. Goedkoop geproduceerd vlees vindt gretig aftrek in binnen- en buitenland. Maar de lage prijs stoot boeren het brood uit de mond die alleen dieren willen houden onder natuurlijke omstandigheden. Producten van een koe, varken of kip dat buiten in de wei kan lopen zijn veel duurder dan van dieren die hun leven zijn binnen gehouden. De verveling en stank is moeilijk op snel gemonteerde beelden zichtbaar te maken, want de verleiding om uitwassen te vertonen is groot.
Is een saai en onnatuurlijk leven niet erger dan een snelle dood voor dieren die geboren worden in de bio-industrie?

19 januari 2011

Varkenscyclus of niet? Voerprijs en dioxine nekken de varkensboer

Het zijn voor varkensboeren verwarrende tijden. Zij werken in een vrije markt en die markt dreigt nu hun ondergang te worden. Volgens de boeren betalen de slachterijen te weinig en uit protest blokkeren ze de toevoer van varkens bij de slachterijen. Vervolgens moeten ze hun protesten staken vanwege het welzijn van de wachtende varkens. Weliswaar hebben die een paar maanden ervaring opgedaan met het leven in een benauwde ruimte, maar in de vrachtwagen krijgen ze toch te weinig te eten en te drinken. Dus wordt de blokkade opgeheven zodat zij kunnen worden geslacht en hun welzijn daarmee geborgd is. Snapt u het nog? Lees foodlog over de factoren die de financiële positie van de varkensboer bepalen.

Leeswijzer


Kijk op Facebook voor onze reactie op de actualiteit.
Aanbeveling: Thema's of steekwoorden vindt u via de labels onderaan de pagina of op Animal Freedom. Klik hier voor de laatste bijdragen.
Klik hier voor het beleid om uw privacy te beschermen.

Waarom dit blog?

De Nederlandse veehouderij is vooral gericht op zoveel mogelijk voor de export te produceren onder het motto “meer, meer, meer en groot, groter, grootst”. Dit heeft negatieve gevolgen voor zowel de dierenwelzijn, biodiversiteit, het milieu, het klimaat, de portemonnee en de gezondheid van burgers en ook voor welwillende boeren.
Dit blog verzamelt kritische artikelen die de wurggreep beschrijven waarin de veehouderij zichzelf heeft vastgezet. Zo willen we niet alleen een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de kwaliteit van het leven voor alle belanghebbenden, maar ook aan een schone, gezonde omgeving en een beter dierenwelzijn.

Ook de argumentatie dat dieren grondrechten hebben kan beter en meer aansluiten op hoe mensen voor zichzelf vinden dat recht moet gelden. Alle dier(soort)en kunnen in hun recht op vrijheid als (intrinsiek) evenwaardig aan mensen beschouwd worden. Dierenrechten zijn mensenrechten, die mensen de kans geeft om voor dieren op te komen.
Dieren, bijv. in de intensieve veehouderij, worden behandeld als een object in plaats van een subject met gevoelens en rechten.

De snelheid en het aantal dier(soort)en dat we voortdurend gebruiken is immens. De bijdrage aan onze welvaart en economie van de agrosector is gering. De oplossing is simpel en van niemand anders dan van ons zelf afhankelijk.

Dierenrechten in woord en beeld

Vrijheid is ook een intrinsiek grondrecht voor dieren. Dieren zijn geen dingen Dierenrechten zijn mensenrechten. Mensen moeten voor dieren kunnen opkomen wanneer hun grondrecht wordt geschonden.
logo van Animal Freedom yin en yang
Lees hier over de redenen waarom dieren recht op vrijheid hebben. Lees hier waarin mens en dier evenwaardig zijn.