Mens en dier zijn (intrinsiek) evenwaardig in hun recht op vrijheid

Alle levende wezens zijn verschillend maar evenwaardig in het recht op vrijheid op een natuurlijk leven.
Een dier is (net als een mens) geen ding of een object.
Mensen moeten kunnen ingrijpen wanneer mensen dieren misbruiken of onrecht aandoen.
Posts tonen met het label uitstoot. Alle posts tonen
Posts tonen met het label uitstoot. Alle posts tonen

02 januari 2024

Feiten en onwaarheden in de agrosector

Factchecken en leugens debunken

Wie doorziet hoe mensen, die grote belangen in de agrosector hebben zoals akkerbouwers met veel land, veehouders met veel vee, grote loonwerkers, voederleveranciers en vlees- en zuivelverwerkers, deze belangen verdedigen, die kan ook doorzien hoe halve en hele onwaarheden worden ingezet.
In dit artikel verwijzingen naar verdiepende artikelen.
Belangrijk is te snappen dat de agrosector zo min mogelijk gehinderd wil worden door regelgeving en dat goedwillende boeren het juist onnodig moeilijk wordt gemaakt. Waarom is er dan zoveel regelgeving? De reden is dat de Nederlandse agrosector produceert voor de export en dat efficiënt ingerichte overproductie overlast voor de omgeving heeft in de vorm van vervuiling en verlies van biodiversiteit. Die overlast wordt niet verhaald op de producenten in de sector maar op de belastingbetaler. Een aantal partijen profiteert van de scheve balans in de bedrijfsvoering en te weinig betrokkenen gedragen zich verantwoordelijk. Er is veel onverschilligheid bij de betrokkenen en bij de burgers als consumenten. Dat is schadelijk voor mens en dier en kan worden opgeheven door domweg kennis te nemen van de feiten. De melkproductie is de laatste decennia gestegen en daarmee de ammoniakuitstoot.
Er wordt door de overheid wel regulerend opgetreden door het maken van regels, maar die regels worden in de praktijk nauwelijks gehandhaafd. Daarbij staat de sector voortdurend op de rem om noodzakelijk ingrijpen in de veestapel tegen te gaan en te vertragen.
In dit artikel een overzicht van toegang tot feiten over de agrosector en tot tips over hoe om te gaan met (vermoedelijke) onwaarheden.

Links naar gratis leesbare artikelen

Centraal Bureau voor de Statistiek: landbouwfeiten.
Landbouw is níét belangrijk voor de Nederlandse economie (en nog 3 mythes over de landbouw ontkracht).
Nederlandse gezinnen betalen jaarlijks meer dan 500 euro belasting die via de Europese Unie als subsidie bij Europese boeren terechtkomt.
Hoeveel dieren worden er in ons land geslacht?
Draagt landbouw wel bij aan de economie?
Komt de voedselvoorziening in de problemen als boerenbedrijven stoppen?
Welke drogredenen worden ingezet bij het verdedigen van bio-industrie?
Geschiedenis van problemen en oplossingen rond de veehouderij in Nederland.
Onze landbouwgrond is zo dood als een pier. Het gif blijft.
De huidige Nederlandse landbouw kost veel meer energie dan dat ze opbrengt
Lactose-intolerantie is de regel, niet de uitzondering. En meer melkwaarheden die eigenlijk iedereen moet weten.
Nederlandse Voedsel en Waren Autoriteit vleugellam? Dolf Jansen over niet controleren door de NVWA bij veetransporten.

Links achter een betaalmuur

(kunnen op verzoek worden gemaild)
Schatting van de omvang van mestfraude.
Hoe werkt het frauderen met mest?
Nieuws en achtergronden over de agrarische sector in de NRC.
Planbureau: kabinet haalt zijn ammoniakdoel niet.
Eenvoudige oplossing voor het inperken van de ammoniakuitstoot.
Jan Douwe van der Ploeg is emeritus hoogleraar rurale sociologie aan de Wageningen Universiteit. Zijn analyse is dat de veehouders zich ten terechte onverzettelijk opstellen.
De protesterende boeren leven in een bubbel van onredelijkheid, daar moeten we niet aan toegeven.
De agrarische ondernemer, knechter van de natuur, is nu de dwingeland van de maatschappij.
De veestapel halveren? Dat vindt deze boer een goed idee. Poppe Braam geeft het goede voorbeeld.

Suggesties?

Er is in de loop der tijd veel geschreven over de nadelen van de te grote veestapel in Nederland. Wie links wil aandragen is welkom.

Wie effectief in gesprek wil gaan met andersdenkenden over het gebruik van dieren voor voedsel kan dit artikel behulpzaam zijn.

Dit is wat iedere burger en dierenliefhebber paraat zou moeten hebben in gesprekken met anderen over de bio-industrie.

22 juni 2022

Slechte onderbouwing protest in Stroe tegen stikstofplannen

Boeren hebben 22 juni 20222 massaal geprotesteerd in Stroe tegen de stikstofplannen van het kabinet. Directe aanleiding zijn de gebiedsgerichte doelen die minister Van der Wal op 10 juni presenteerde, maar het ongenoegen is veel groter. De redactie van Agrio zette de tien belangrijkste redenen op een rij.


Argumenten Sjouke Jakobsen en Robert Ellenkamp Waarom het slechte argumenten zijn

Onteigening van boeren

Boeren dicht bij stikstofgevoelige natuurgebieden zullen volgens het voorgestelde stikstofbeleid weg moeten. Het gaat meestal om bedrijven die al generaties in de familie zijn met veel kennis van het gebied. Als het niet vrijwillig is dan gaat de overheid bedrijven dwingen, terwijl onzeker is of de natuur hiervan profiteert.
De natuur profiteert wanneer de veestapel krimpt. Wanneer een bedrijf dicht bij een natuurgebied ligt, ligt het voor de hand om die bedrijven te sluiten.




Samenleving platteland vernietigd

Het verdwijnen van veel boerenbedrijven in gebieden met een forse doelstelling betekent een kaalslag voor de plaatselijke economie. Naast boeren verdwijnt er ook een groot deel van het midden- en kleinbedrijf (MKB). Zonder economische dragers wordt de leefbaarheid van het platteland fors aangetast en verdwijnen scholen en andere voorzieningen. Dat raakt de volle breedte van de plattelandsbevolking en werkt ontwrichtend.
Wie kan onderbouwen dat boeren substantieel bijdragen aan een locale economie?  Zou het aantrekken van nieuwe bevolking niet veel gemakkelijker gaan met minder boerenbedijven in de directe nabijheid?




Toekomstperspectief ontbreekt

Ondanks de belofte ontbreekt het vanuit Den Haag aan een toekomstperspectief voor boeren. En extensiveren betekent meer kosten of minder inkomen. Dat zorgt voor een concurrentienadeel ten opzichte van andere Europese boeren die in dezelfde markt opereren.
Een verslechterde positie om te concurreren met het buitenland is een argument om te stoppen met bulkproduceren gericht op het buitenland.




Belastingbetaler betaalt 3 keer

Nederlandse burgers gaan drie keer betalen voor de stikstofplannen van het kabinet. Het kabinet wil 25 miljard euro gaan uitgeven aan voornamelijk opkoop van landbouwbedrijven, terwijl innovatie veel goedkoper is. Een kleinere landbouwsector betekent minder belastinginkomsten die elders vandaan moeten komen. Natuur moet onderhouden worden, dus gaan de beheerkosten voor de overheid omhoog.
Boerenland omzetten in natuur hoeft geen blijvende beheerskosten op te leveren. Boeren betalen liefst zo min mogelijk belasting maar zetten hun winsten liever om in investeringen gericht op schaalvergroting.  Boeren in ons land worden door de belastingbetaler in de benen gehouden. Stoppen van een deel zou belastingverlichting opleveren.




KDW normen onhaalbaar

De Kritische Depositie Waarde (KDW) is in de praktijk ongeschikt als instrument om de natuur in Nederland mee te beschermen. Zelfs al zouden alle boeren verdwijnen, dan wordt de KDW in een aantal gebieden niet gehaald. Nederland heeft zelf de KDW in een wet vastgelegd. Dit is geen Europese verplichting.
Niemand wil dat boeren verdwijnen. Krimpen van de veestapel is het middel om kwaliteit van de natuur te verbeteren omdat daarmee de depositie kleiner wordt.




Meten is weten

Aerius, het stikstofmodel waarmee de stikstofdepositie wordt berekend, is onbetrouwbaar en daarmee ongeschikt voor beleid op lokaal niveau. Dit stelde de Commissie Hordijk. Het ontbreekt in Nederland aan depositiemetingen op de grond naar herkomst en bodemmetingen, waardoor onduidelijk is waar de stikstof in de natuurgebeiden vandaan komt en of de bodem daardoor verandert.
Waar depositie van bronnen precies neerkomt is niet belangrijk om te weten wanneer het logisch dat de omvang van de uitstoot te hoog is en als eerste moet worden aangepakt.




Geen ruimte voor alternatieven

Vanuit de landbouwsector zijn er veel voorstellen gedaan om tot stikstofreductie te komen, ook op korte termijn, maar deze zijn door de overheid niet overgenomen. Er is weinig ruimte voor technische innovaties, terwijl dat bij de industrie, luchtvaart en verkeer wel mag. Boeren voelen zich daardoor niet serieus genomen en ongelijk behandeld.
Voorstellen vanuit de sector zelf zijn vooral gericht om het uitvoeren van het beleid te vertragen.




Top-downbenadering

De gebiedsgerichte aanpak klinkt als een bottum-up-proces, maar door de hoge reductiedoelstellingen is het een top-downbenadering met de onteigeningsstok. Boeren hebben daardoor nauwelijks inspraak laat staan invloed op de plannen.
Boeren hebben te lang de aanpak van het probleem getraineerd




Meer milieuimpact

Door voedselproductie in Nederland af te bouwen, zal er elders meer geproduceerd moeten worden. Doordat de Nederlandse landbouw high-tech en zeer efficient is, zal dat voor meer output zorgen op andere plaatsen.
Er is geen enkele reden om te vrezen dat buiten ons land de productie van vlees en zuivel moet worden vergroot. Overal ter wereld is verkleining van de productie en de consumptie daarvan verstandig.




Natuurbeheer faalt

Overheden en natuurorganisaties hebben de afgelopen tientallen jaren veel nieuwe natuurgebieden aangelegd, waarvan de kwaliteit te wensen over laat. Veel natuurgebieden worden ook niet beheerd op de manier zoals ze zijn ontstaan. Bovendien zijn de natuurdoelen in beton gegoten, terwijl bijvoorbeeld klimaatverandering invloed heeft op de natuurkwaliteit. Het ontbreekt ook nog eens aan openheid over natuurdata, waardoor boeren zich geslachtofferd voelen voor falend natuurbeheer.
Warrig taalgebruik. Door langdurige overbemesting in het verleden laat de natuurkwaliteit overal te wensen over. Dat boeren zich geslachtofferd voelen voor falend natuurbeheer is een loos statement.

Op hun beurt hebben de regeringspartijen hun stikstofaanpak ook slecht onderbouwd en aangepakt. Lees hierover het artikel van Jelmer Mommers op de Correspondent.

02 april 2019

Melk net zo slecht als vliegen of kolen

De melkveehouderij is net zo schadelijk voor het klimaat als alle kolencentrales in Nederland

De milieuorganisatie Natuur en Milieu heeft laten uitrekenen dat de negatieve invloed van de Nederlandse luchtvaart op het klimaat de komende dertig jaar zal verdubbelen. Tenminste, als er geen extra maatregelen worden getroffen. De uitstoot stijgt in dat geval van 12 megaton (Mton) in 2017, naar ruim 23 Mton in 2050 (NOS, 2-4-2019).
Het is mooi dat Natuur en Milieu door gerenommeerde onderzoekers (CE Delft, Royal Haskoning DHV) laat uitzoeken welke klimaatschade de verschillende sectoren nu en in de toekomst veroorzaken. Maar er wordt wel een beetje selectief gewinkeld. Vliegen, kolencentrales en vlees staan hoog in de top tien schadelijke activiteiten die met enige regelmaat worden opgesteld. In de Nederlandse lijstjes ontbreekt stelselmatig een van de meest schadelijke stoffen voor het klimaat: melk.
Dat is op z’n minst merkwaardig, want de Nederlandse melkveehouderij stoot bijna net zoveel CO2 uit als alle Nederlandse kolencentrales bij elkaar. En twee keer zoveel als het vliegverkeer.
Bij elke kilo melk die een koe geeft, krijgen we ook 1,2 kilo CO2 meegeleverd. Niet zozeer via de mest, maar omdat koeien scheten laten en vooral boeren ("burp"). Een kwart van die uitstoot is methaan en/of lachgas. Deze cijfers over de uitstoot komen overigens uit de sector zelf. En verder kan de koe er niks aan doen: ze doet het al sinds ze wordt gemolken.
Volgens ZuivelNL werd in Nederland vorig jaar 13,9 miljard kilo melk geproduceerd. Dat levert bijna 17 miljard kilo CO2 op, oftewel 17 Mton. (13,9 maal 1,2). Volgens berekeningen van het CBS stoot het Nederlandse veenweide gebied (geheel in gebruik bij delen van de melkveehouderij,) jaarlijks ruim 7 Mton CO2 uit. Die uitstoot zit niet in de 1,2 kilo van de sector, maar moet natuurlijk wel worden meegerekend.
Samen maakt dat bijna 24 Mton CO2. Dat is net zoveel als de uitstoot van alle Nederlandse kolencentrales bij elkaar, en twee keer zoveel als het Nederlandse vliegverkeer nu uitstoot.
Als we de verwerking van de melk ook nog meenemen, komt er zomaar 8 Mton bij. Volgens de overheidssite emissieregistratie.nl stoot alleen Friesland Campina al bijna 6 Mton per jaar uit. Friesland Campina verwerkt ongeveer 80% van alle `Nederlandse melk. Als alle transport (gekoeld) en opslag (gekoeld) ook nog zou worden meegerekend, schuiven we aardig in de buurt van de 40 Mton. Dat is ongeveer de uitstoot van alle verkeer in Nederland.

Ammoniakuitstoot en stalvloeren

Boerenorganisaties als de LTO houden de CO2 en ammoniakuitstoot van de melkveehouderij het liefst onder pet, maar als het dan toch op tafel komt, wijzen zij er vaak op dat het aantal koeien sinds 1990 met bijna een kwart is gedaald. Dat is mooi, maar de CO2 uitstoot wordt niet berekend per koe, maar per geproduceerde kilo melk. Ondanks het gedaalde aantal koeien is de Nederlandse melkproductie nagenoeg verdubbeld, en dus ook de CO2 uitstoot. Omdat veel koeien sinds die tijd ook permanent op stal worden gehouden met vloeren waaronder poep en pies samenvloeien is de uitstoot van ammoniak nog veel erger geworden.
Verder wordt gemeld dat het boerenbedrijf ook CO2 opvangt. Gras gebruikt CO2 om te groeien, dus de CO2 die de koe uitstoot gaat per kerende post uit de stal naar de naast gelegen weilanden. Dat het gras regelmatig wordt gemaaid en weer wordt opgevreten door de koe is volgens de boeren een detail, want een fors deel van de door het gras opgenomen CO2 verdwijnt naar de wortels. Zeggen de boeren.

Circulair meneertje, grondgebonden mevrouwtje

Nou niet helemaal, of liever helemaal niet. Een kwart van de CO2 uitstoot van een koe bestaat uit lachgas en/of methaan. Dat wordt niet opgenomen door het gras, maar drijft tot 28 jaar in de atmosfeer rond voordat het is afgebroken. En met grasland voor koeien is het zo gesteld: vroeg of laat gaat de ploeg er in om de grasmat te vernieuwen. Bij dat ploegen komt alle via de wortels opgeslagen CO2 gewoon weer vrij.
Dus niks circulair meneertje, en al helemaal niet grondgebonden mevrouwtje. Koeien vreten allang niet meer uitsluitend gras, maar krijgen een menu voorgeschoteld dat voor 30% tot 40% bestaat uit aangekocht voer waarin voedingsstoffen die vaak uit verre landen komen zijn verwerkt. Graan uit de Oekraïne, soja uit Zuid-Amerika, tapioca uit Azië. Naast melk leveren deze voedingsstoffen ook stront op. Die zou eigenlijk terug moeten, maar blijft hier. Net als de klimaatschade die wordt veroorzaakt door de melk die weer voor 70% wordt geëxporteerd. Raar, want die stront- en klimaatschade zou natuurlijk gewoon in de vorm van een prijskaartje moeten worden meegestuurd.

drie koeien

Maar we houden het allemaal lekker hier. En zo staat de Nederlandse koe als het gaat om Nederlandse klimaatschade, direct naast de kolencentrale en het vliegtuig.

Auteur

17 augustus 2018

Reduceer het broeikaseffect door minder vee te houden

De Nederlandse melkveehouderij draagt veel bij aan de uitstoot van broeikasgassen. Dat gebeurt niet alleen in de vorm van boeren en scheten van koeien die methaangas laten ontsnappen, ook verlaging van grondwaterstand ten gerieve van de boeren draagt bij aan onnodige CO2 uitstoot.
De sector is daarom bezig om te kijken hoe zij de uitstoot kunnen verlagen. Echter de meest voor de hand liggende maatregel –inkrimping van de veestapel- wordt niet overwogen. Het argument dat daarbij wordt aangevoerd is dat de agrosector zou bijdragen aan de Nederlandse economie en dat bij krimp het buitenland de aanwas zou overnemen.

Bij veel aanhoorders van deze demagogie zal het tot verwarring leiden: wat moeten we hiervan vinden? Moeten de Nederlandse veehouders gesteund worden of met rust worden gelaten?
Weinigen zullen op het idee komen dat de agrosector opzettelijk verwarring sticht.

Vleesconsumptie en vleesproductie dragen bij aan klimaatopwarming. Zowel de vleesetende consument, als de vlees producerende boer als de beleid makende politici kunnen bijdragen aan een balans waarbij ons land haar verantwoording neemt in de afname in CO2 productie. Door de veestapel te verkleinen en tevens buiten in de wei te laten lopen kunnen dierenwelzijn en belasting van het milieu in een natuurlijke balans komen. Scheten en boeren van een kleine veestapel zijn geen belasting van het milieu. Dat doet een te grote veestapel wel en ook om andere redenen: mestoverschot, landschapspijn, oppervlakte- en grondwatervervuiling, dierenleed in megastallen et cetera.

Lapmiddelen als mestvergisting zijn niet alleen economisch onrendabel, ze zijn een excuus om het echte probleem aan te pakken: de omvang van de veestapel en het in stand houden van de disbalans in export. Er wordt in ons land niet vee gehouden voor de eigen bevolking maar om het te kunnen verkopen op buitenlandse markten. Wij houden de shit en het buitenland profiteert van kunstmatig lage voedselprijzen.

Ook de uitstoot van ammoniak zorgt indirect voor opwarming van het klimaat.
Het Dagblad van het Noorden schrijft:
"Nadat reactieve stikstof op land heeft bijgedragen aan de vermindering van biodiversiteit, komt het in rivieren of grondwater terecht. Het stikstof- en dus voedingrijke water komt uiteindelijk terecht in zee, waar het overmatige algengroei veroorzaakt die vissen verstikt. Door verdamping komt het vervolgens als lachgas (N2O, distikstofoxide) in de atmosfeer. Daar draagt het bij aan de opwarming van de aarde (het broeikaseffect van lachgas is 250 keer sterker dan dat van CO2), tast het de ozonlaag aan, waarna het wordt afgebroken".


14 juli 2018

Welke veehouders dragen bij aan opwarming?

Sommige melkveehouders beweren dat zij geen bijdrage leveren aan de opwarming van de aarde omdat hun koeien gras eten, daarvan mest maken en dat die mest weer wordt uitgereden over het land. Vervolgens sluit de mest de kringloop omdat het gras daarop beter groeit en CO2 omzet in zuurstof. Het is onmiskenbaar waar dat een deel van grondgebonden veehouderij een voorbeeld van een gesloten kringloop is en daarmee relatief onschuldig. Zo was het vroeger algemeen, toen het nog allemaal kleinschalig was en geen bulkproductie. Maar een ander deel van wat koeien produceren: melk, vlees en methaangas is onderdeel van een kringloop die wel degelijk verontrustend veel bijdraagt aan broeikasvorming en daarmee aan ongewenste opwarming van de aarde. Dan zijn er nog poep en urine van het vee, die samen in de mestkelder ammoniakgas vormen. De uitstoot daarvan in de stal en bij het uitrijden is schadelijk voor de gezondheid van het vee, de boer, het milieu en de biodiversiteit.

Het is vooral de vlees- en zuivel producerende sector die haar afzet zoekt op ver weg gelegen markten via de export die bijdraagt aan klimaatopwarming. Veevoer wordt uit een ander halfrond geïmporteerd en de pr0ducten over de hele wereld getransporteerd.

Wanneer de mensheid minder vlees zou produceren, eten en de Nederlandse veehouderij minder zou exporteren zou daarmee de grootste bedreiging van het klimaat en nog meer ellende worden weggenomen. Op dit punt dragen veel partijen mede verantwoordelijkheid. De Nederlandse boeren zouden die verantwoordelijkheid het beste kunnen invullen door mee te gaan in een sterke reductie van de veestapel. Hoe een inkomen uit die nieuwe situatie valt te halen is een kwestie van overleg. De boeren zouden dan bescherming moeten hebben tegen de vrije marktwerking waarvan ze daarvoor schaamteloos hebben geprofiteerd via de export. Dat vraagt internationaal overleg om weer te komen naar een balans in productie en afname. Geen enkel land zou voedsel moeten overproduceren ten koste van het klimaat, milieu, dierenwelzijn en meer.

Klik hier om meer te lezen over wie welke verantwoordelijkheid heeft in de omgang met dieren.

04 april 2018

Wie gaat er met het advies van de RLI aan de haal?

De Raad voor de Leefomgeving en infrastructuur (RLi) adviseert Nederland om minder vlees te produceren en te consumeren. De belangenorganisatie voor melkveehouderij en landbouw in het algemeen, de LTO, reageert onmiddellijk en afwijzend. Dit is voor kenners een teken dat het advies van de RLi hout snijdt, want wanneer het door de regering zou worden opgevolgd kan dat voor de melkveehouderij en de banken grote gevolgen hebben.
Maar zoals zo vaak in kwesties met economische belangen is de race-to-the-bottom nog lang niet gelopen. Er is bij het grote publiek van jongs af aan veel geïnvesteerd in het imago van de boeren. Het effect van het advies van de RLi zal voorlopig nog niet groot zijn.

Wat belangrijk is wil er echt iets veranderen in ons land is dat mensen beginnen te snappen dat overproductie in de melkveehouderij die wordt weggezet via export zowel in eigen als in het buitenland negatieve gevolgen heeft. Wanneer bijvoorbeeld in Afrika weer een voedseloverschotten worden gedumpt kan de lokale landbouweconomie niet op gang komen. Het gevolg is dat mensen wegtrekken, niet alleen naar Afrikaanse steden, maar ook naar onze streken. Hier valt immers welvaart te halen.
In eigen land heeft overproductie van zuivel structureel nadelige gevolgen die afgewenteld worden op de belastingbetaler. Bijvoorbeeld lelijker landschap, verminderde vruchtbaarheid van landbouwgronden, vervuiling van grond- en oppervlakte water, stankoverlast voor omwonenden van een melkveehouderij.

Boeren en banken die door beleidsverandering menen minder te kunnen verdienen zullen oproepen tot financiële steun. Bij elke voorstel om weer geld te pompen de agrosector zal goed doordacht moeten worden of het wel leidt tot structurele verbetering. Wordt de veestapel wel kleiner, wordt de kwaliteit van het product wel dier- en milieuvriendelijker? Wordt niet onbedoeld de groei van een kleine groep grote spelers in de agrosector  in plaats van de ecologie bevorderd?
Aan het publiek de oproep om de eigen naïviteit te onderzoeken en bereid te zijn om de gevolgen van de eigen consumptie van voeding kritisch te bezien.

Een citaat uit een artikel (april 2018) in de Groene Amsterdammer" de boer broeit voort" dat laat zien hoe laks de overheid reageert:

De stroom berichten uit de regionale pers maakt één ding duidelijk: gemeentebesturen werpen geen noemenswaardige drempels op tegen megastallen. Politici van VVD, CDA en lokale partijen kiezen vaak de kant van de industriële boeren en Den Haag en Brussel geven hun die ruimte.
Het is genoeg geweest: de fijnstofuitstoot van boerderijen moet gehalveerd! Die boodschap kregen boerenorganisaties vorig jaar van toenmalig staatssecretaris van Economische Zaken Martijn van Dam (PvdA). Ferme taal, maar deze kon niet verhullen dat Nederlandse regeringen toen al zes jaar treuzelden om Europese emissiegrenzen voor fijnstof te vertalen naar concrete eisen voor de landbouw.
Begin jaren 2000 zette Nederland de Europese fijnstofnormen om in landelijke wetten, die echter algemeen bleven en zich niet specifiek op de landbouw toespitsten. Nederland slaagde er maar niet in de EU-normen te halen, dus werd in 2009 het Nationale Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (nsl) opgericht. Daarin was wel aandacht voor de landbouw, maar werden nog geen landbouwspecifieke regels opgesteld. Wel werd tegen 2011 een Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) beloofd om landbouwers te dwingen moderne technieken te gebruiken om hun uitstoot te reduceren. De AMvB kwam er uiteindelijk pas in de zomer van 2015 en hield de facto een verplichting tot fijnstofreductie van dertig procent in voor de landbouwsector. Vijf jaar tussen aankondiging en besluit, terwijl Nederland al sinds 2011 definitief gebonden was aan de Europese regels.

07 november 2013

(Niet) gebruiken luchtwassers kost geld

Veehouderijen moeten luchtwassers gebruiken om de lucht uit de veestallen te zuiveren van ammoniak. Ammoniak is een grote bedreiging voor de natuur. De stikstof uit de ammoniak bevoordeelt snel groeiende veel voorkomende plantensoorten ten koste van zeldzame langzamer groeiende soorten. Bovendien zorgt de uitstoot voor stank en gezondheidsrisico’s.

Bij zes Brabantse veehouders is voor tienduizenden euro's beslag gelegd en het OM wil het geld dat de boeren hebben bespaard door hun luchtwassers niet te gebruiken als criminele winst opeisen.

Sjoemelen met luchtwassers om geld te besparen is een landelijk probleem. Een luchtwasser kan nooit het geweten van een veehouder schoon wassen over de manier waarop hij zijn dieren tegen hun grondrechten binnen houdt.

30 september 2008

De slinkse bouw van megastallen in Drenthe


Het Provinciaal Ontwikkelingsplan II (POP) van Drenthe is er duidelijk over: in Drenthe is hiervoor geen plaats, maar betekent dit ook dat deze immense stallen er niet zullen komen in onze toeristische provincie?

Wat zijn megastallen precies en hoe komen ze toch in Drenthe?

Megastallen hebben zes maal de gemiddelde bedrijfsomvang in de landbouw en komen overeen met 12.500 vleesvarkens, 160.000 legkippen of 320 melkkoeien. Gigantische hoeveelheden veevoer worden geïmporteerd, enorme aantallen varkens geëxporteerd en de shit blijft (letterlijk) achter. Voor elke Nederlander jaarlijks een hoeveelheid dierlijke mest van 4.000 kg, dat is 33 badkuipen vol per inwoner, van zuigeling tot senior.
In Drenthe wordt sluipenderwijs gebruik gemaakt van de mogelijkheid om bedrijven uit te breiden. Geen nieuwe vestigingen zodat men niet hoeft te voldoen aan de eisen gesteld door de provincie. Gemeenten kunnen hieraan meewerken: Zo is in de Westerveld een uitbreiding ter sprake van 4.000 naar 14.000 varkens en in Gasselternijveenschemond van 93.000 naar 244.000 kippen (op minder ruimte per kip dan voorheen).

Wat betekenen megastallen voor omwonenden?
Megastallen veroorzaken een voortdurende aan- en afvoer van dieren, voedsel en niet te vergeten mest. Veel ellende voor omwonenden, veel ellende voor kleine dorpen (landschapsaantasting, milieuverontreiniging en constante aan- en afvoer over de smalle, kwetsbare binnenwegen).
Winstmaximalisatie is het enige dat telt. Bij ‘groot’ zijn emissiebeperkende maatregelen gemakkelijker, bij ‘groot’ zijn vervoerskosten overzichtelijker en bij ‘groot’ zijn arbeidskrachten en/of mechanisering goedkoper. Bij ‘groot’ zou de uitstoot van CO2 hanteerbaarder zijn. Onafhankelijk onderzoek van 4 onderzoeksinstituten bevestigt dat stank en uitstoot van fijnstof zullen toenemen nabij megabedrijven, en dat de uitstoot van ammoniak schadelijk zal zijn voor de natuur. Volgens het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu zijn er risico's voor de volksgezondheid. ‘Groot’ levert overigens niet meer werkgelegenheid of economische activiteit op voor de omgeving…

Wat betekenen megastallen voor dieren – de bewoners?
En over de ‘bewoners’ van de megastallen intussen geen woord. Geen woord over het feit dat we miljoenen dieren veroordelen tot ‘levenslange’ opsluiting. Onderzoek naar welbevinden van ‘productiedieren’ beperkt zich tot de omstandigheden in gevangenschap, waarbij men turft welke voorkeur dieren tonen als ze moeten kiezen tussen twee kwaden. Kippen zitten op nog geen A4tje en vallen voorover omdat hun borst buiten proportie groot wordt waardoor poten en vleugels snel breken. Een ellendig bestaan waar zelfs de constante belichting niet zorgt voor enige verlichting.

Wie heeft er wat aan megastallen?

Niet de echte boeren, niet de provincie, niet de gemeente, niet de bevolking, niet het milieu, niet het dierenwelzijn, niet de werkgelegenheid en niet de derde wereld (waar we diervoeding vandaan halen). We hebben het hier over grootschalige, mechanisch opererende organisaties die eigendom zijn van grootindustriëlen. Tel uit je winst voor de grootindustrieel, de bank en de transporteurs. Dieren worden onder erbarmelijke omstandigheden van hot naar her gesleept om onder nog ellendiger omstandigheden te worden afgeslacht in een ver buitenland en weer terugvervoerd te worden als salami of iets anders.

Maar wat heeft de burger in Drenthe er aan?
Waarom zouden we het niet moeten willen in Drenthe?

Belangrijk is de morele vraag. Willen wij dat dieren handelswaar worden voor industriëlen of willen wij dat onze boeren met respect en aandacht en zorg met hun dieren omgaan? Dat zij hun eigen dieren kennen en daar contact mee hebben? Dat de verhalen die we onze kinderen vertellen over de koetjes en de schaapjes grond van waarheid hebben? Dat we boeren hebben als Agnes (van Boer zoekt Vrouw) die bij de geboorte van een kalfje aangeeft dat zij dit een van de meest belangrijke en vervullende gebeurtenissen vindt in het leven van een boer(in)? Willen we dat Drenthe, waar het leven nu nog echt is en waar toeristen komen vanwege de rust en de ruimte en de prachtige dorpen, verandert in een provincie waar megastallen zichtbaar worden in het landschap en ellende geëxporteerd wordt? Om de campagneleus van Marketing Drenthe even te gebruiken: “Is dat nou Drenthe”?
De keuze is aan de burgers van Drenthe. Wij willen dat de diervriendelijke boeren in Drenthe de ruimte en de steun krijgen die ze verdienen. Da’s nou Drenthe, wat ons betreft!

Partij voor de Dieren Drenthe
Meta Donk, Harry Pol

Leeswijzer


Thema's of steekwoorden vindt u via de labels onderaan de pagina of op Animal Freedom.
Klik hier voor de laatste bijdragen op dit blog
.
Klik hier voor het beleid om uw privacy te beschermen.
Kijk op ook Facebook voor onze reactie op de actualiteit.

Waarom dit blog?

De Nederlandse veehouderij is vooral gericht op zoveel mogelijk voor de export te produceren onder het motto “meer, meer, meer en groot, groter, grootst”. Dit heeft negatieve gevolgen voor zowel de dierenwelzijn, biodiversiteit, het milieu, het klimaat, de portemonnee en de gezondheid van burgers en ook voor welwillende boeren.
Dit blog verzamelt kritische artikelen die de wurggreep beschrijven waarin de veehouderij zichzelf heeft vastgezet. Zo willen we niet alleen een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de kwaliteit van het leven voor alle belanghebbenden, maar ook aan een schone, gezonde omgeving en een beter dierenwelzijn.

Ook de argumentatie dat dieren grondrechten hebben kan beter en meer aansluiten op hoe mensen voor zichzelf vinden dat recht moet gelden. Alle dier(soort)en kunnen in hun recht op vrijheid als (intrinsiek) evenwaardig aan mensen beschouwd worden. Dierenrechten zijn mensenrechten, die mensen de kans geeft om voor dieren op te komen.
Dieren, bijv. in de intensieve veehouderij, worden behandeld als een object in plaats van een subject met gevoelens en rechten.

De snelheid en het aantal dier(soort)en dat we voortdurend gebruiken is immens. De bijdrage aan onze welvaart en economie van de agrosector is gering. De oplossing is simpel en van niemand anders dan van ons zelf afhankelijk.

Dierenrechten in woord en beeld

Vrijheid is ook een intrinsiek grondrecht voor dieren. Dieren zijn geen dingen Dierenrechten zijn mensenrechten. Mensen moeten voor dieren kunnen opkomen wanneer hun grondrecht wordt geschonden.
logo van Animal Freedom yin en yang
Lees hier over de redenen waarom dieren recht op vrijheid hebben. Lees hier waarin mens en dier evenwaardig zijn.