Mens en dier zijn (intrinsiek) evenwaardig in hun recht op vrijheid

Bij de Stichting Animal Freedom leest u over de gedachte achter dierenrechten.
Hier leest u over ontwikkelingen in de agrosector en de gevolgen voor dieren(rechten).
Alle levende wezens zijn verschillend maar evenwaardig in het recht op vrijheid op een natuurlijk leven.
Een dier is (net als een mens) geen ding of een object.
Dierenrechten zijn mensenrechten. Mensen moeten kunnen ingrijpen wanneer mensen dieren misbruiken of onrecht aandoen.
Posts tonen met het label uitspoeling. Alle posts tonen
Posts tonen met het label uitspoeling. Alle posts tonen

02 mei 2012

Duitsland is terecht boos over Nederlandse mest

In Eenvandaag van 1 mei een item over de export van stront naar Duitsland. In ons land is zoveel mest dat een afnemer geld toe krijgt om het over zijn land uit te laten rijden. De kosten voor het verwerken van mest variëren van 15 tot 18 euro per kuub. Bedrijven die mest verwerken betalen volgens het LEI nog steeds voor de afzet van eindproducten. De kosten variëren van minder dan 1 euro tot meer dan 5 euro per ton. Geen wonder dat Nederlandse mest welkom is in het buitenland, althans bij sommige akkerbouwers. Je kunt over je land te kort, voldoende, extra veel en te veel mest uitrijden. Het is duidelijk dat wanneer je als boer extra veel uitrijdt dat je dan meer geld verdient dan wanneer je precies voldoende uitrijdt. Wat je teveel hebt spoelt uit naar het grond- en oppervlaktewater. En daar is waar de Duitse overheid boos over wordt. Want dat levert schade op aan het drinkwater en het milieu, terwijl de kosten voor het aanpakken van die schade wordt afgewenteld op de belastingbetaler in binnen- en buitenland.

Maar dat vertelde Eenvandaag er niet bij.
Ook in ons land wordt de overbemesting afgewenteld op de belastingbetaler. De burger laat zich door de boer een oor aannaaien.

01 juni 2011

Infectie met EHEC bacterie vooral in de zomer, wat vertelt ons dat?

Infectie met EHEC bacterie vooral in de zomer, wat vertelt ons dat?
Op het gezondheidsnet veel voorlichting over de oorzaak en gevolgen van bacteriële infecties.

Te lezen valt dat 60 tot 75 procent van de besmetting met EHEC en STEC plaats vindt tussen juni en september. Een verklaring hiervoor is dat in deze periode vaker wordt gebarbecued, gezwommen en (kinder)boerderijen worden bezocht.

Dieren die in grote hoeveelheden in kleine ruimtes worden gehouden, komen voortdurend met hun eigen mest in aanraking. Om te voorkomen dat deze dieren ziek worden, wordt overmatig antibiotica gebruikt, ook al omdat zij daardoor sneller groeien en eerder slachtrijp zijn. Een deel van de bacteriën wordt resistent tegen de antibiotica en een probleem is geboren. Bij de hedendaagse intensieve veehouderij is het directe contact met door mest verontreinigde dieren vrijwel uitgesloten.
Dit mens-diercontact is er weer wel op kinderboerderijen, maar daar wordt vrijwel geen antibiotica gebruikt.
Wanneer de dieren geslacht worden kan een deel van de bacteriën in en op het vlees terecht komen. Daar wordt weliswaar streng op gecontroleerd en er wordt aangeraden om vlees goed te verhitten, maar voordat het vlees wordt gebraden komen de bacteriën in de omgeving terecht. Bijvoorbeeld via de keuken waar het vlees tezamen met de groente wordt bereid en waar uitwisseling plaatsvindt via het gebruik gezamelijke messen en snijplanken. Het zijn dan in eerste instantie veel vrouwen die de besmetting oplopen. Bij de barbecue wordt niet altijd het vlees goed gebraden en kan de bacterie blijven leven.
In het oppervlaktewater tenslotte overleven de gevaarlijke darmbacteriën die bij het uitrijden van mest in het milieu terecht komen. Omdat er door de Nederlandse overproductie van vlees en zuivel veel te veel mest is, vindt uitspoeling plaats van het land naar het oppervlaktewater.
Via het besmette water komen mensen op twee manieren weer in contact: via gebruik door akkerbouwers bij besproeiing als gevolg van droogte en in de zomer door zwemmers.
Deze gevaarlijke cyclus kan het best doorbroken worden door de Nederlandse veestapel drastisch te verkleinen of minder intensief te gaan houden. Dat brengt behalve een schoner milieu en een fraaier platteland in ieder geval minder gezondheidsrisico’s met zich mee. Vlees en zuivel worden dan wel iets duurder, maar we besparen op andere posten. Nu worden de nadelen van de disproportionele overproductie afgewenteld op de anonieme belastingbetaler.

30 mei 2011

Nederland heeft schone sloten nodig voor verantwoorde voedselproductie

Wanneer in de intensieve veehouderij door de opeenhoping van vee en het overvloedig gebruik van antibiotica schadelijke bacteriën worden gekweekt dan wordt het tijd om te kijken of de volksgezondheid er wel zozeer onder zou mogen lijden.
Een grotere veestapel dan nodig is, leidt tot meer mest uitrijden dan kan worden verwerkt in het milieu. Het gevolg is dat de bacteriën met de mest uitspoelen en overal in Nederland in het slootwater overleven. Wanneer vlees produceren en consumeren ook nog eens leidt tot klimaatopwarming dan moeten de akkerbouwers water over de akkers sproeien vanwege de droogte. In de sloten waaruit de boeren het water halen zitten steeds vaker een levensgevaarlijke bacterie afkomstig uit de veehouderij door uitspoeling van overdadig uitgereden mest.

Er zijn nog veel meer redenen om te wensen dat Nederland weer schone sloten krijgt. Schone sloten betekent dat biologische akkerbouwers die op een verantwoorde manier voedsel willen produceren een eerlijke kans krijgen om hun groente zonder schadelijke bacteriën op de markt kunnen brengen. Zij kunnen dan veilig bij droogte hun akkers besproeien.

Ook in dit licht zijn de vragen die Marianne Thieme aan de minister en staatssecretaris stelt heel goed te begrijpen en relevant.

Vragen van het lid Thieme (Partij voor de Dieren) aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de staatssecretaris van Economische zaken, Landbouw en Innovatie over de EHEC-bacterie.

  1. Kent u het bericht Superbacterie EHEC resistent tegen gros van de antibiotica?
  2. Is het waar dat EHEC resistent is tegen het gros van de antibiotica?
  3. Zijn er andere oorzaken denkbaar voor brede resistentie tegen antibiotica van een bacterie, anders dan dat er een directe of indirecte relatie is met het gebruik van antibiotica in de humane gezondheidszorg of in de veehouderij? Zo ja, welke oorzaken?
  4. Kunt u aangeven hoeveel van de dierlijke mest die wordt toegepast in de biologische tuin- en akkerbouw afkomstig is van niet-biologische veehouderijen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, kunt u een overzicht daarvan naar de Kamer sturen?
  5. Kunt u aangeven of oppervlaktewater dat besmet is met ESBL’s gebruikt wordt/mag worden voor irrigatie in de land- en tuinbouw? Zo ja, bent u bereid hier maatregelen tegen te nemen en op welke termijn en wijze?
  6. Deelt u de mening dat de overheid als taak heeft elke vorm van overdracht van ESBL’s uit de veehouderij naar plantaardige producten te voorkomen uit oogpunt van voedselveiligheid? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke termijn en wijze wilt u dit realiseren?
  7. Bent u bereid een verbod in te stellen op handel, transport, lozing en injectie van dierlijke mest die ESBL’s bevat? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke termijn en wijze?
  8. Kunt u aangeven of er een verband bestaat of redelijkerwijze vermoed kan worden tussen EHEC en ESBL’s. Zo ja, welk verband? Zo nee, waarom niet?
  9. Kunt u aangeven of er een verband bestaat of redelijkerwijze vermoed kan worden tussen EHEC en het gebruik van antibiotica in de veehouderij? Zo ja, welk verband? Zo nee, waarom niet?
  10. Is het waar dat volgens het RIVM de EHEC bacterie altijd afkomstig is uit mest van vee https://www.gezondheidsnet.nl/medisch/artikelen/5453/vijf-vragen-over-de-ehec-bacterie? Zo nee, waar kan de bacterie nog meer van afkomstig zijn? Zo ja, kunt u aangeven of er een direct of indirect verband is tussen de EHEC besmettingen en mest uit de veehouderij?

26 november 2009

Schaarste aan fosfaat noopt tot inperking vleesproductie

De wereldvoorraad aan fosfaat raakt op. We hebben de meststof broodnodig voor de productie van voedsel voor een groeiende wereldbevolking. Weliswaar zit fosfaat in dierlijke mest, maar zeer veel kan worden gewonnen door verspilling van fosfaat tegen te gaan. Een van de manieren is minder veevoer en vee te produceren en de daarbij vrijkomende landbouwgronden efficiënter te gebruiken voor vleesloos en gezond voedsel.

13 mei 2009

Alterra: het koper- en zinkgehalte in veevoer leidt tot uitspoeling zware metalen

bron: Agrarisch Dagblad, 02/05/09. Het aanscherpen van het mestbeleid vermindert de uitspoeling van zware metalen zoals cadmium, koper en zink naar het oppervlaktewater niet. Dat blijkt uit een modelstudie van Alterra van Wageningen UR. Er moet zelfs rekening worden gehouden met een verdere toename van de uitspoeling en die is het grootst bij koper. In de meeste gebieden in Nederland is de toevoer van metalen naar de bodem veel groter dan de uitspoeling. Hierdoor neemt de voorraad zware metalen in de bodem toe en zal de uitspoeling op termijn verder toenemen.

Alterra dringt aan op maatregelen om de toename van de uitspoeling van zware metalen tot stilstand te brengen. Het koper- en zinkgehalte in veevoer zou gehalveerd moeten worden en de onderzoekers pleiten voor een verbod op het gebruik van koper in klauwontsmettingsbaden. Ook het gehalte aan cadmium in fosfaatkunstmest kan met 50% terug. Om tot verbetering van de oppervlaktewaterkwaliteit te komen zijn daarnaast ook buiten de landbouw maatregelen nodig.

Leeswijzer


Kijk op Facebook voor onze reactie op de actualiteit.
Aanbeveling: Thema's of steekwoorden vindt u via de labels onderaan de pagina of op Animal Freedom. Klik hier voor de laatste bijdragen.
Klik hier voor het beleid om uw privacy te beschermen.

Waarom dit blog?

De Nederlandse veehouderij is vooral gericht op zoveel mogelijk voor de export te produceren onder het motto “meer, meer, meer en groot, groter, grootst”. Dit heeft negatieve gevolgen voor zowel de dierenwelzijn, biodiversiteit, het milieu, het klimaat, de portemonnee en de gezondheid van burgers en ook voor welwillende boeren.
Dit blog verzamelt kritische artikelen die de wurggreep beschrijven waarin de veehouderij zichzelf heeft vastgezet. Zo willen we niet alleen een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de kwaliteit van het leven voor alle belanghebbenden, maar ook aan een schone, gezonde omgeving en een beter dierenwelzijn.

Ook de argumentatie dat dieren grondrechten hebben kan beter en meer aansluiten op hoe mensen voor zichzelf vinden dat recht moet gelden. Alle dier(soort)en kunnen in hun recht op vrijheid als (intrinsiek) evenwaardig aan mensen beschouwd worden. Dierenrechten zijn mensenrechten, die mensen de kans geeft om voor dieren op te komen.
Dieren, bijv. in de intensieve veehouderij, worden behandeld als een object in plaats van een subject met gevoelens en rechten.

De snelheid en het aantal dier(soort)en dat we voortdurend gebruiken is immens. De bijdrage aan onze welvaart en economie van de agrosector is gering. De oplossing is simpel en van niemand anders dan van ons zelf afhankelijk.

Dierenrechten in woord en beeld

Vrijheid is ook een intrinsiek grondrecht voor dieren. Dieren zijn geen dingen Dierenrechten zijn mensenrechten. Mensen moeten voor dieren kunnen opkomen wanneer hun grondrecht wordt geschonden.
logo van Animal Freedom yin en yang
Lees hier over de redenen waarom dieren recht op vrijheid hebben. Lees hier waarin mens en dier evenwaardig zijn.