Mens en dier zijn (intrinsiek) evenwaardig in hun recht op vrijheid

Alle levende wezens zijn verschillend maar evenwaardig in het recht op vrijheid op een natuurlijk leven.
Een dier is (net als een mens) geen ding of een object.
Mensen moeten kunnen ingrijpen wanneer mensen dieren misbruiken of onrecht aandoen.
Posts tonen met het label slachten. Alle posts tonen
Posts tonen met het label slachten. Alle posts tonen

08 mei 2019

Hoogproductieve koeien zijn snel uitgemolken

Boeren in het algemeen willen nog wel eens beweren dat zij hun dieren goed behandelen en dat hun koeien gezond zijn omdat zij anders minder snel zouden groeien en minder zouden produceren. De agrosector voert de hoge productie van een dier (veel melk, snelle vleesgroei) aan als bewijs dat het met het dierenwelzijn wel goed zit. Dat is niet zo omdat de productie bij een jonge melkkoe toch wel een paar jaar door gaat, ook als het niet goed wordt behandeld.
Als de stelling van de boeren zou kloppen, moeten hoog productieve koeien langer mee gaan, maar de productieve levensduur van de koe daalt, of blijft in het gunstigste geval gelijk.
Koeien worden gemiddeld na drie lactaties (drie keer kalveren) naar de slacht gebracht. De boeren vrezen anders hoge ziektekosten kwijt te zijn aan een dierenarts.
Koeien gaan veel melk produceren wanneer daarop is gefokt en hun voer daarop is afgestemd.
Beweren dat de hoge productie samenhangt met dierenwelzijn is een misvatting, die er bij helaas nog te veel toehoorders ingaat als zoete koek. De hoogproductieve Nederlandse koe gaat nog steeds jong naar de slacht ondanks het feit dat met veel minder kosten het dier gemakkelijk dubbel zo lang in de stal kan worden gehouden. Daarnaast kan een koe met gemak drie tot vier keer langer leven dan het nu gemiddeld wordt.
Maar veehouders hebben geen belang bij een lange levensduur. Ze willen een koe met zo min mogelijk kosten een zo hoog mogelijke productie laten geven. Wanneer zij die doelstelling niet zouden hebben en echt gericht zouden zijn op dierenwelzijn dan zouden ze andere type koeien houden die langer melk blijven geven en in hun levensjaren gemiddeld minder geld zouden kosten.
Maar zo denkt een gemiddelde veehouder om onbegrijpelijke redenen niet. Of het moet zijn dat hij graag een wedstrijdje houdt wie de grootste heeft. Boeren zijn nu eenmaal trots op hoge productie, grote veestapel, grote tractoren en veel hectares.
Om deze hoge productie vol te houden worden de koeien meer en meer binnen gehouden. De zuivel wordt op de wereldmarkt afgezet of gedumpt. Kleine boeren worden uit de markt gedrukt.
Ons land profiteert er niet van en het dierenwelzijn en het landschap (biodiversiteit) en de kwaliteit van het milieu (inclusief grond- en oppervlaktewater) zijn door de overdadige mestinjectie de dupe.

Tenslotte laat de agrosector een kans liggen om substantieel bij te dragen aan het voorkomen van de klimaatopwarming en het stoppen van de teloorgang van de natuur en aan het bevorderen van biodiversiteit.

Wanneer een mens geen weet heeft van wat wezenlijk het bezwaar is van het uitbuiten van dieren en van mening is dat dieren minder rechten hebben dan mensen dan heeft een gesprek over dierenwelzijn weinig zin. Ligt de reden in minachting van dieren en mensen die voor dierenrechten opkomen?
Meer lezen over de (opzettelijke) spraakverwarring tussen boeren, burgers en politici, klik hier.


26 augustus 2018

Er is meer dierenleed dan de slacht

Vleeseters mogen graag het dierenleed dat samenhangt met hun stukje vlees beperken tot de pijn die dieren rond de slacht beleven. Dat leed is in hun ogen van korte duur. Voor het overige geloven ze graag dat betrokkenen hun best doen om dieren groot te brengen en naar de slacht transporteren op een zo min mogelijk dieronvriendelijke manier. Echter, in en rond de intensieve veehouderij bestaat geen dierenwelzijn. Er zijn hoogstens meer of minder dieronvriendelijke manieren van bedrijfsvoering.

Mensen associëren dierenleed allereerst met pijn. Wanneer dieren geslacht worden krijgen ze een pen in hun kop geschoten en wordt met een scherp mes de hals doorgesneden om dood te bloeden. Vervolgens worden ze aan 1 poot opgehangen aan de slachtlijn en gaan ze naar slachters die allemaal onder hoge tijdsdruk hun deel van het dier ontleden. Naar de beelden hiervan kunnen weinig mensen onaangedaan kijken. Het is overduidelijk dierenleed, maar het is leed dat de meeste vleeseters incalculeren bij hun levensstijl. Zij vertrouwen erop dat de toezichthouders voorkomen dat het dierenleed door onverschilligheid bij de slachters uit de hand loopt en te lang duurt.

Een dierenleven dat als eindbestemming de slacht heeft, heeft eigenlijk geen moment van dierenwelzijn. Wel worden dieren zo verzorgd dat zij zo snel mogelijk groeien. Immers hoe eerder een dier is uitgegroeid en naar de slacht kan, hoe minder onkosten er zijn en hoe groter de winst. Boeren noemen dit snelle groeien een teken van goede verzorging en van gezonde bedrijfsvoering. Ze krijgen hun natje en hun droogje en worden warm gehuisvest. Dierziektes worden voorkomen al dan niet met antibiotica.
Omdat er zo veel jonge dieren per vierkante meter worden gehouden, worden de dieren ontdaan van onderdelen van hun lichaam waarmee ze andere dieren pijn kunnen doen of waaraan ze pijn kunnen lijden. Ook dat zijn voor het publiek invoelbare momenten van pijn, zoals snavelkappen, staart knippen, onthoornen, tanden trekken.
Maar de weken en maanden van wachten in de overvolle stallen op de afronding van de groei is er weinig te ontdekken voor een jong dier. Er is nauwelijks afleiding en dus verveling. Dat gebrek aan vitaliteit maakt de dieren nog meer gestrest wanneer ze op transport naar de slachterij. Ze zijn niets gewend.
Dit is het deel van het korte leven van een landbouwhuisdier waar de consument van vleeswaren niet aan denkt wanneer die zich afvraagt of een dier heeft geleden. Hooguit zullen ze desgevraagd beamen dat een dierenleven in een afgesloten stal weinig kwaliteit en dierenwelzijn kent.

Een speelketting als enig afleidingsmateriaal en cynisch symbool van hun gevangenschap.


Heeft het zin om hen daarop te wijzen wanneer je mensen wilt bewegen om minder vlees te eten?
Het antwoord is afhankelijk van jouw intentie. Wanneer de ander jouw betrokkenheid met dierenwelzijn opvat als een houding vanuit het beter weten dan versterk je juist de weerstand bij de ander. De omvang van het gebruik van dieren is wereldwijd zo groot dat ook de gevolgen overal ter wereld te merken zijn. Het klimaat warmt op, het landschap verschraalt, natuur verdwijnt. Het kan niemand zijn ontgaan.


Denk samen met de ander mee hoe zij vinden dat we met zijn allen die bedreigingen kunnen aanpakken en bespreek wat de samenhang is met onze voedselkeuze. Het kweekt bewustzijn voor de samenhang van ons gedrag met de gevolgen voor de buitenwereld zonder het individu (en jezelf) verantwoordelijk te stellen voor het redden van de wereld.
De uitdaging van deze tijd is machtsmisbruik tegen te gaan en om te staan voor evenwaardigheid, niet alleen tussen man en vrouw, maar ook tussen mens en dier. In de vrije natuur overleeft het leven dat het beste past (in het Engels: fit). Door fit te blijven en de vrijheid van de ander (mens en dier) te respecteren passen we (mens en dier) in een evenwaardige wereld met minimaal (dieren)leed.

21 januari 2018

Gewone mensen

Enige tijd geleden las ik een interview met Abram de Swaan, emeritus hoogleraar en socioloog. Ging over of en hoe 'gewone' mensen in bepaalde omstandigheden de meest gruwelijke misdaden kunnen begaan. Auschwitz werd als voorbeeld genoemd. De Swaan zegt een aantal interessante dingen. Hij vermoedt dat het geweten van mensen die ineens gaan moorden zich beperkt tot het eigen gezin, hun superieuren en hun strijdmakkers. De rest kan naar de hel lopen. Ze hebben geen gevoel voor hun aandeel in wat er gebeurt en kennen niet of nauwelijks medelijden met anderen.
Ik moest, toen ik het las, onwillekeurig denken aan die andere gruwelijke massamoord die zich heden ten dage voor ons afspeelt, de bio-industrie. Nee, ik zal het H-woord niet noemen, want dan krijg ik daar weer gelazer over. We weten allemaal - of kunnen/moeten weten - dat in in dit goede vaderland per jaar een half miljard dieren om zeep worden geholpen, na een 'leven' vol pijn, angst en stress. Het verbaast mij steeds meer dat mensen die we als 'gewone' mensen, mogen omschrijven de massamoord op vijfhonderd miljoen dieren accepteren en er door hun consumeergedrag aan mee werken. Mensen die van hun kinderen houden, lief zijn voor hun partner, hun hond en/of kat vertroetelen, stierenvechten veroordelen, het doodslaan van een hond willen wreken, kortom gewone aardige, lieve mensen die ons dierbaar zijn.
De mensen waar De Swaan het over heeft plaatsen anderen, van buiten hun kring, buiten hun verantwoordelijkheid. Daarom wordt hun lijden en sterven irrelevant of zelfs acceptabel. Het overgrote deel van de mensheid heeft eveneens een aantal diersoorten buiten hun verantwoordelijkheid geplaatst opdat men ongestoord en niet geplaagd door zoiets als een geweten het niet te versmaden karbonaadje of kippenpootje kan blijven innemen.
Het gaat natuurlijk te ver te stellen dat mensen die de kiloknaller in hun wagentje kieperen even grote schurken zijn als de beulen van Auschwitz. Maar het is op z'n minst merkwaardig dat zo veel 'gewone' mensen willens en wetens blijven meewerken aan de grote massaslachting die bio-industrie heet. Het geweten van de meeste mensen beperkt zich dus kennelijk tot het door de De Swaan gesignaleerde eigen gezin - lees 'eigen soort' en aantal aaibare andere soorten.
De mens en het geweten, het blijft een niet te doorgronden fenomeen.

Herman Gallé

05 april 2017

Discussie over de behandeling van varkens

Wanneer een varkenshouder er voor zorgt dat een varken in zo kort mogelijke tijd gezond kan worden afgeleverd bij het slachthuis, zal hij of zij weinig te vrezen hebben van toezicht houdende instanties.
In de praktijk zal de verzorging gedaan worden met zo min mogelijk moeite, tijd en kosten. Hoeveel varkens de varkenshouder wil houden hangt samen met zijn inschatting van kosten en baten.
Waar het publiek wel een mening over heeft is of een varkenshouder onverschilligheid kan worden verweten wanneer hij zijn dieren geen natuurlijk leven laat leiden. Slachthuizen worden kritisch bekeken omdat wat mensen onder dierenleed verstaan, juist dat is wat een slachthuis doet, namelijk een dier zo snel mogelijk te doden, zodat het verwerkingsproces kan beginnen.
Weinigen staan stil of een varkensleven dat zich voltrekt in een niet natuurlijke omgeving ook onder dierenleed valt.

In de Volkskrant een paar citaten uit ingezonden brieven naar aanleiding van de verontwaardiging die Roos Vonk uitte over de misstanden in het slachthuis van Tielt.

Citaat boerendochter R.M. Lenferink
“Ik ben een 22-jarige studente. Ik zie mijzelf graag als een open, ruimdenkend persoon en vind het belangrijk dat mensen zich in Nederland vrij voelen om hun mening te geven over wat dan ook. Ik bekijk situaties graag vanuit verschillende perspectieven, zonder mensen met een afwijkende mening te veroordelen.
Toch zit uw artikel ('Het lijden van het varken zien we liever niet', O&D, 27 maart) mij dwars, ik ben er persoonlijk door gekwetst. Ik ben namelijk ook boerendochter. Mijn vader houdt varkens, en al gaat u dit waarschijnlijk niet geloven: hij houdt daadwerkelijk van zijn varkens. Mijn ouders hebben mij opgevoed met het idee dat het belangrijk is om respect te hebben voor natuur en dier. Ik weet niet anders dan dat mijn vader meerdere nachten per week zijn nachtrust onderbreekt om bij de dieren te gaan kijken. Of alles wel goed gaat met een zeug die diezelfde nacht biggetjes gaat krijgen, bijvoorbeeld.
Dit doet hij omdat hij van de dieren houdt. Het is zijn passie.”

Citaat dierenarts Kitty de Vries
“De waarde dierenwelzijn delft echter vaak het onderspit ten opzichte van de waarde 'economie': een slachthuis wordt niet zo ingericht dat het voor de dieren optimaal is, dat kost immers veel geld. En personeel op de werkvloer doet vuil, zwaar en matig betaald werk, maakt lange dagen onder moeilijke omstandigheden en moet presteren, immers elk uur moeten zoveel dieren geslacht worden. Het personeel heeft een laag opleidingsniveau en wordt níet geselecteerd op diervriendelijkheid. Door de aard van het werk raakt men bedrijfsblind en afgestompt.
Daarnaast gaan veel mensen die in de vee-industrie werken, van hoog tot laag, vooral om met gelijkgestemden. Ze zijn niet kritisch ten opzichte van de wijze waarop dieren gebruikt worden in de maatschappij, staan dus loodrecht tegenover publicisten als Roos Vonk, die de vee-industrie een 'grote blinde vlek in ons land - een schandvlek' noemt. Ze gaan weinig in gesprek met dierenbeschermers en worden zo maar mondjesmaat gestimuleerd om hun ideeën en hun gedrag aan te passen.
Grote slachthuizen zijn gesloten bolwerken, slechte ervaringen met dierenactivisten hebben dat nog versterkt. Nederland is een handelsnatie en vlees is een groot exportproduct. Er is een voortdurende neerwaartse druk op de kosten, zo kunnen we blijven meetellen op de internationale markt. Goed dierenwelzijn betekent een kostenpost waar, zo lijkt het ten onrechte, weinig 'winst' mee te behalen is.
De consument ten slotte gedraagt zich niet zoals hij zich als burger opstelt. Hoeveel consumenten vragen aan hun slager waar het vlees dat ze kopen geslacht wordt en stellen vragen over hoe diervriendelijk daar gewerkt wordt, laat staan dat ze zelf het slachthuis bellen en vragen of ze mogen komen kijken hoe er geslacht wordt? Gelukkig groeit de groep die bewust biologisch vlees eet en minder vlees eet snel. De grootste groep consumenten gaat echter nog steeds voor de kiloknallers. En de supermarkten weigeren om dat beleid te veranderen (in België mag stunten met vleesprijzen niet).”

Citaat docent Willem Vermaat
“De discussie over varkens, in deze krant aangezwengeld door Roos Vonk, gaat vooral over hoe de dieren het hebben. Volgens het ene kamp worden ze bruut mishandeld, volgens het andere liefdevol verzorgd.
Zoals vaak wordt voorbijgegaan aan de vraag of het überhaupt gerechtvaardigd is dieren te gebruiken voor menselijke doeleinden.
Vleesvarkens zijn zes maanden oud als ze naar de slacht gaan. Omgerekend naar een mensenleven zijn ze dan niet ouder dan een peuter. Zouden we dat ook accepteren als het om honden gaat?
Van de meeste diersoorten voelen we wel aan dat het niet juist is om dieren op die manier te gebruiken. Maar dat het met sommige dieren wel gebeurd, zien we als een vanzelfsprekendheid, zodat we nauwelijks afvragen of het wel rechtvaardig is. Volgens boerendochter R.M. Lenferink (U, 1 april) kun je er als boer zelfs passie voor hebben om je brood te verdienen in een industrie die draait op het doden van varkens. Hoe de dieren ook behandeld worden, je hoeft er geen getuige van te zijn om daar bezwaar tegen te hebben. Dat vinden we ook niet als het om honden zou gaan.”

Meer lezen over het onnatuurlijke leven van een varken? Klik hier.
Wie wil weten welke drogredenen er zoal worden ingezet voor de verdediging van de bio-industrie, klik hier.
Dit zijn de minimale eisen die aan de verzorging van landbouwhuisdieren worden gesteld.

Naschrift van Roos Vonk:
In reactie op mijn stuk over de veeindustrie schrijft R.M. Lenferink dat boeren respect hebben voor dieren; het is hun 'passie'. (U, 1 april) Ik heb moeite met deze woorden in een context waar dieren worden geboren met als enige doel zeer jong te worden geslacht.

Mijn stuk ging primair over slachthuizen, maar inderdaad heb ik ook misstanden in de veehouderij genoemd. Ik ken diverse veehouderijen en mijn bezoek aan een varkenshouderij staat zelfs op YouTube. Ik weet dat boeren in hun ogen de dieren goed verzorgen, gegeven de grenzen van lage marges en stalsystemen gericht op massaproductie. Als je opgroeit met zeugen tussen metalen stangen of kalveren in plastic boxen, zie je daar niets verkeerds aan. Ik ben dan ook van harte welkom om te komen kijken, zeggen veel boeren.

Mooi, want dan is er, denk ik, ook geen belemmering om in veehouderijen camera's te plaatsen, zodanig dat de beelden direct bekeken kunnen worden door elke consument. Dan wordt dierenwelzijn zichtbaar; dan kan de boer die dieren beter behandelt een hogere prijs vragen en hebben de kiloknallende supermarkten het nakijken. Dit zal zowel dieren als boeren als de menselijke beschaving ten goede komen. In de tussentijd ga ik graag in op de uitnodiging van Lenferink en wacht ik nadere details af.

02 april 2017

Kalfjes importeren en koeien slachten?

Persbericht van Wakker Dier.

Import kalfjes halveert effect massale koeienslachting.

Terwijl Nederland in 2017 zo’n 160.000 melkkoeien naar het slachthuis stuurt om het milieu te ontlasten, importeert de kalversector dit jaar ruim 700.000 kalveren. De import van deze kalfjes halveert de milieuwinst die de massaslachting van de melkkoeien moet opleveren. Dat berekent Wakker Dier op basis van cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Wakker Dier is woest op de overheid: “biologische boeren moeten koeien slachten om een mestberg kleiner te maken waar ze niet eens verantwoordelijk voor zijn, en aan de andere kant laat de overheid de kalversector honderdduizenden kalveren importeren. Dat is geen mestbeleid, maar shitbeleid”!

Mestberg.
De overheid heeft de afgelopen drie jaar lijdzaam toegekeken hoe de melkveesector uit zijn voegen groeide na het afschaffen van het melkquotum. Het gevolg is een gigantische mestberg. Nu heeft Nederland - terecht - een waarschuwing gekregen uit Brussel omdat we meer fosfaat (mest) produceren dan is afgesproken: de mestberg moet krimpen. De overheid neemt maatregelen met de botte bijl en laat zo’n 160.000 extra koeien slachten. Ook de kleinschalige, grondgebonden en biologische boeren moeten inleveren, ook al zijn zij niet verantwoordelijk voor het mestoverschot. Voldoe je als boer niet aan de nieuwe regels en hou je te veel dieren, dan kan je een flinke boete verwachten.

Import kalveren.
De Nederlandse melkveesector levert ieder jaar zo’n 800.000 kalveren aan de kalversector. Want een koe die geen kalf krijgt, geeft geen melk. Deze kalfjes verhuizen na twee weken van de melkveehouderij naar de kalvermester waar zij in zo’n zes maanden worden vetgemest. Daarbovenop worden elk jaar ook honderdduizenden kalveren geïmporteerd om hier vetgemest te worden. Uit CBS-cijfers blijkt dat de Nederlandse vleeskalversector in januari en februari al 113.175 kalveren heeft geïmporteerd. Deze kalfjes komen vooral uit Duitsland, maar ook helemaal uit Letland, Estland en Tsjechië. Zo stevent de kalversector dit jaar af op een import van 735.000 kalveren. Hetzelfde hoge aantal als in 2016.

Kalversector doet massaslachting melkkoe teniet.
Maar ook deze geïmporteerde kalfjes produceren mest en dragen bij aan het fosfaatoverschot. De fosfaatproductie wordt berekend in grootvee eenheden (GVE). Een melkkoe is 1 GVE. Een vleeskalf dat maar 6 maanden oud wordt telt als 0,115 GVE. Dat betekent dat acht kalveren per jaar ongeveer evenveel mest produceren als een volwassen melkkoe. De naar schatting 735.000 kalveren die dit jaar Nederland binnenkomen, produceren dus evenveel mest als zo’n 85.000 melkkoeien. De geïmporteerde kalveren produceren daarmee ongeveer evenveel mest als de helft van het aantal te slachten koeien.

Zo kan het ook.
Met een verbod op de import van kalfjes had de overheid twee vliegen in één klap kunnen slaan: de biologische en grondgebonden boeren hadden geheel gespaard kunnen blijven in de massaslachting én de overheid had een einde kunnen maken aan veel dieronvriendelijke lange afstandstransporten van veel te jonge kalfjes.

Het huidige beleid van de overheid slaat volgens Wakker Dier als een tang op een varken. Het kan ook anders. Afgelopen november werd het plan “Grondgebonden Melkveehouderij” gepubliceerd door een coalitie van diverse boeren-, natuur-, milieu- en zuivelorganisaties. Dit voorstel zorgt ook voor de benodigde afname van fosfaat, maar op een duurzame manier. In dit voorstel zouden binnen vijf jaar alle melkveebedrijven grondgebonden zijn. Dat betekent dat alle melkveehouders genoeg grond hebben om hun koeien te weiden en alle mest zelf kunnen gebruiken. Van een mestoverschot is er dan geen sprake meer in de melkveehouderij. Dit gebeurt nu al op biologische en grondgebonden melkveebedrijven.

Met deze maatregelen - in combinatie met maatregelen voor de kalvermesterijen - had de overheid een slag kunnen maken naar een duurzame veehouderij, maar helaas beschermt de overheid liever de industrie dan de koe. Wakker Dier pleit voor maatregelen die toewerken naar een diervriendelijke melkveehouderij met eerlijke prijzen voor de boer en de koe in de wei.

27 januari 2016

Moet de overheid rituele slacht verdedigen?

Prof. dr Ruard Ganzevoort (VU) legt in het kader van de Universiteit van Nederland in deze video uit hoe de Nederlandse overheid om probeert te gaan met religie en illustreert dat aan de hand van de discussie over rituele slacht. Is God met ons? met hen? of ook met de dieren?

Ruard Ganzevoort (Vrije Universiteit) is hoogleraar Praktische Theologie aan de Vrije Universiteit Amsterdam en gefascineerd door de soms moeizame relatie tussen religie en samenleving.

08 januari 2016

Hypocriete oproep Bleker over kalveren

Op Nieuwsgrazer het volgende bericht:
Henk Bleker, voorzitter van Vee & Logistiek Nederland, waarschuwt melkveehouders voor hun houding ten opzichte van jonge kalveren.
Dat schrijft hij in het maandelijks magazine van de organisatie. Volgens hem worden jonge kalveren vaker als nutteloos bijproduct bestempeld. Deze houding van melkveehouders kan vernietigend zijn voor het imago van de hele Nederlandse melkveehouderij.
Bleker verwijst daarbij naar de situatie in Australië waar jonge kalveren worden afgevoerd naar de slachterij. Het leidt volgens hem tot grote verontwaardiging en imagoschade.
De groei van de melkveebedrijven is volgens hem debet aan deze houding. De voorzitter pleit voor een goede zorg van het kalf en het voorkomen van slachten van jonge gezonde kalveren.
Tot zover Nieuwsgrazer.

Kalveren van melkkoeien worden verwekt en geboren om de melkgift van de moederkoe op te wekken. Nadat een kalf is geboren heeft de melkveehouder drie bestemmingen voor het dier:
1. Op te groeien als vervanger van haar moeder tot melkproducent
2. Op te groeien als mestkalf om geslacht te worden wanneer het is uitgegroeid
3. Direct naar de slacht te worden afgevoerd

Kalveren die voor de slacht worden aangeboden zijn per definitie jonge gezonde kalveren. Overigens geldt het hetzelfde voor hun moeders. Ook die worden op relatief jonge leeftijd naar de slacht afgevoerd wanneer hun melkgift begint af te nemen.
Het leven van een mestkalf in een groep binnen in een stal met geen toegang tot een weide is een leven met weinig sjeu, hoe goed een boer ook zorgt voor eten, drinken en warmte.
Qua dierenwelzijn maakt het weinig uit of een kalf direct wordt geslacht of eerst nog een aantal maanden leeft in verveling terwijl het gemest wordt.
De verwijzing van Bleker naar Australië is mede hypocriet omdat Nederland massaal pas geboren kalveren importeert uit het buitenland om gemest te worden. De omstandigheden tijdens het langdurige vervoer leveren regelmatig problemen op.

Niet alleen de groei van de melkveebedrijven is debet aan de verontwaardiging bij het publiek, het is ook het onnatuurlijke leven van productiedieren in de intensieve (melk)veehouderij.

06 november 2014

Heeft een dier waarde of recht op leven?

Voor iemand die van dieren houdt is het antwoord simpel: ja, een dierleven heeft waarde en een dier heeft recht om in leven te blijven. Voor iemand die hierin een juridische basis zoekt om dieren te beschermen is het antwoord teleurstellend: het leven wordt niet uitgedrukt in waarde. Zelfs een mens heeft geen recht op leven.
Waarom niet? Omdat je dit recht niet kunt handhaven. Stel, je bent ongeneeslijk ziek en er zou een wettelijke basis van recht op leven zijn, dan zou je de staat kunnen verplichten om je zo lang mogelijk in leven te houden. De overheid en de rechterlijke macht branden zich daar niet aan, maar garanderen iemands recht op vrijheid. Het recht om te leven in vrijheid vervangt dan levenslang het recht op in leven te kunnen en mogen blijven en weerhoudt (althans in vredestijd) dat vijanden elkaar doden. Afgenomen vrijheid kun je weer teruggeven of, in het geval van beschadiging, zoveel mogelijk proberen te herstellen. Een schadevergoeding doet hopelijk de rest. Een dode kun je niet meer tot leven wekken.

Veel dieren worden gehouden als huisdier of voor de slacht. Wil je vlees eten dan zal een slager een dier eerst moeten slachten. Je kunt doden erg vinden, maar over de diervriendelijkheid van het slachtproces is nagedacht. Niemand heeft belang bij dieren die in hun doodsangst om zich heen schoppen. Slachters zijn misschien onverschillig, maar niet sadistisch. Ook in de vrije natuur gaat dat zo: ben je niet snel genoeg weg of onderhoud je jouw conditie of gezondheid niet voldoende, dan ben je in no time het haasje.
Voor wie zich bekommert om dierenwelzijn en dierenrechten is het veel effectiever om zich te verplaatsen in en in te zetten op het leven voor de dood. De kwaliteit van een dierenleven wordt vooral bepaald door de mate van vrijheid om zijn natuurlijke gedrag te kunnen vertonen. Niet door de prijs die iemand betaalt om zich eigenaar van het dier te noemen. Het is juist de financiële waarde die de veehouder ziet in het dier die bepaalt hoe de kwaliteit van het leven van zijn dieren is. Het is vrijwel altijd een balans tussen de meest minimale investering die hij in de ogen van het publiek nog kan maken en benodigde zorg om het dier zo snel mogelijk geslachtsrijp te krijgen. Het resultaat heeft niets meer met liefde voor dieren te maken.

De kunst is om je te laten raken door dierenleed, zodat je in beweging komt, maar niet overspoeld wordt door emoties. Wanneer je een dier ziet lijden, roept dat medelijden op, maar het dier heeft meer aan mededogen. Mededogen houdt namelijk ook in dat je ziet wat het systeem is dat bijdraagt aan dierenleed. Dat systeem is te veranderen. En daar kun je aan bijdragen zonder je opgejaagd te voelen.

02 oktober 2014

Van geboorte tot slacht ontleed

Het levenswerk van kalf Jonathan 1127

Deze EO documentaire begint met een mooie beelden van het geboorte van Jonathan in de wei. In de documentaire wordt Jonathan letterlijk tot in detail gevolgd na de slacht.

Volkskrant columnist Jean-Pierre Geelen schreef er dit over:
Het leven van het kalf Jonathan 1127 (maandag als EO-2DOC) was een oase van rust, verfilmd door Henk Dokter. De scharrelstier werd geboren in een weide in de volle voorjaarszon; er kwam geen geboortekrik of kist aan te pas. Dat zijn moeder overleed en het jong op zoek moest naar een vervanger voor melk, kwam het drama alleen maar ten goede. Voor het overige zette de idylle van het jonge leven zich voort. Tot het moment waarop Jonathan de betegelde ruimte van de ambachtelijke slager binnentrad en met zichtbare doodvrees bokkensprongen maakte.
'Rustig maar, niks aan de hand', loog de slager. En daar knalde de pin in zijn kop; terwijl het lichaam nog schokte ging het mes in zijn keel. Een half uur later fileerde de slager met zichtbare arbeidsvreugde het 'harinkje' en de 'jodenhaas'.
Het leven van kalf Jonathan 1127 bood misschien een eerlijke en onbevangen blik op een koeienleven, maar het was ook een verregaande romantisering van de gemiddelde biefstuk, die voor het overgrote deel uit de bio-industrie komt.

Tot zover Geelen.

In de documentaire het nummer "Sorry" van Kyteman (zie video). En daarmee was geen woord teveel gezegd.
Gelukkig voor Johannes woog hij bij geboorte 70 kg. Kalfjes met een te laag gewicht mogen niet meer worden vetgemest tot kalfsvlees. Wat gaat er nu met hen gebeuren?

Per 1 januari scherpen de kalvermesterijen hun eisen aan. Dieren die minder dan 36 kilo wegen, zijn niet meer welkom. Zo willen kalverbedrijven hun antibioticagebruik verminderen. Lichtere dieren hebben minder weerstand.

24 september 2014

Internationale verschillen in waardering van artikelen over dierenrechten

De Stichting Animal Freedom heeft een website waarop teksten staan over dierenrechten in allerlei talen. Onderaan die teksten staan buttons waarop bezoekers hun waardering over het artikel kunnen geven door naar hun Facebookcontacten een aanbeveling (“like”) te sturen of het artikel te delen op hun Facebookpagina.
Op deze pagina wat wetenswaardigheden over hoe de teksten in de verschillende taalgebieden worden “geliked”. Op het moment van schrijven van dit verslag is het Spaanse deel van de site het meest bezocht.
Bij de onderwerpen een link naar de Nederlandse tekst op Animal Freedom. Vandaaruit kunt u de tekst in de betreffende taal vinden via links bovenaan de pagina.

Een beeld zegt meer dan 1000 woorden. Veel likes krijgt de Engelse videopagina met beelden over dierenleed en diermisbruik. Maar de meeste likes vond ik bij een artikel over "Surplus in de dierentuin" over fokken van jonge dieren om publiek te trekken en het doden wanneer ze groter zijn.
Maar er staan meer dan duizend artikelen op de site, dus mogelijk wordt (ondertussen) een ander onderwerp nog vaker aanbevolen.

De tekst over waarom dieren grondrechten zouden moeten hebben en in welke vorm (namelijk net als bij mensen op basis van vrijheid) wordt in de Spaanstalige versie het hoogst gewaardeerd. De uitwerking daarvan van wat dat in de praktijk betekent wordt door Franstaligen het hoogst gewaardeerd. De Franse pagina over misstanden in de bio-industrie kent bijna 15.000 inkomende links."Vrijheid, gelijkheid en broederschap" was blijkbaar niet voor niets het motto tijdens de Franse revolutie.

Een van de eerste teksten die in 1997 op Animal Freedom verscheen ging over de intrinsieke waarde van het dier. Deze tekst wordt vrijwel alleen in Nederland een beetje gewaardeerd, vermoedelijk omdat in andere landen dit argument in het verleden niet of nauwelijks (Peter Singer) werd aangevoerd in de discussie over dierenrechten. Erg vind ik het niet, want ik vind het een onbruikbaar, want slecht begrepen argument.

De opsomming van de misstanden in de bio-industrie, die dierenleed opleveren, wordt in de Engelse versie het hoogste gewaardeerd. In ons land lijkt er schroom om veeboeren kritisch te bezien.

Vlees eten is slecht voor het klimaat. Daarnaast heeft het andere nadelen. De tekst hierover wordt het hoogst gewaardeerd in de Spaanse versie. In het verlengde daarvan waarderen zij ook een tekst over de vraag of de mens dieren mag eten.

Een van de onderwerpen op Animal Freedom, waarmee de stichting mensen die opkomen voor de rechten van dieren wil ondersteunen, is wat je er tegen kunt inbrengen wanneer mensen een standpunt verdedigen met drogredenen (niet kloppende of niet relevante argumenten). Bijvoorbeeld: "Nederland loopt voorop met dierenwelzijn", waarmee men wil impliceren dat dieren in onze vee-industrie het beste af zijn.
Er zijn bij de drogredenen onder meer thema’s als "het eten van vlees", “het verdedigen van de bio-industrie”, “de plezier- en zeehondenjacht”, “de hengelsport”, “het stierenvechten”, “de nertsenhouderij” en “dierproeven”. Ook de flauwe argumenten waarmee vegetariërs anderen willen afbrengen van het eten van vlees wordt aan de kaak gesteld.
Het hemd is nader dan de rok. Dierenleed, stieren aangedaan door toreadors, vindt vooral plaats in Spanje. Argumenten tegen het stierenvechten worden vooral gewaardeerd door Spaanstaligen, gevolgd door Portugees- en Franssprekenden en opvallend weinig door Nederlanders, Engelstaligen en Duitsers.

De opsomming van voor- en nadelen van het nemen van huisdieren worden vooral voor Spaanstaligen gewaardeerd. Er is relatief veel belangstelling voor de Engelstalige subvraag waarom mensen huisdieren willen. Veel Spaanstaligen en kinderen? uit Polen zijn nieuwsgierig of een goudviskom wel door de beugel kan.

Tenslotte het ritueel slachten van schapen tijdens het offerfeest door moslims. Het is geen verplichting op basis van de Koran dat moslims wat voor minderbedeelden doen door een schaap te slachten en het vlees verdelen onder armen. Diervriendelijker alternatieven zijn mogelijk en worden natuurlijk aangemoedigd.
De tekst hierover wordt eigenlijk in alle taalgebieden gewaardeerd, het vaakst door Engelstaligen.
De Stichting Rechten Voor Al Wat Leeft doet in haar oktoberuitgave van haar contactblad Mens en Dier samen met Stichting De Faunabescherming, Stichting VierVoeters en Stichting EDEV (Een Dier Een Vriend) een oproep aan moslims om op 4 oktober geen schapen te slachten. In 2014 valt het offerfeest samen met dierendag.

Kanttekeningen bij dit verslag:
Het aantal waarderingen in de vorm van “likes” wordt mede bepaald door factoren die niet helemaal constant zijn in alle taalgebieden, zoals:
• De kwaliteit van de vertaling
• Het aantal mensen uit een taalgebied dat Animal Freedom bezoekt
• Kleine verschillen in de uitwerking van de tekst
• De actualiteit in de cultuur en de mate waarin de dierenleed veroorzakende handeling omstreden is
• Verschillen in de vindbaarheid via zoekmachines en op Animal Freedom
• Het verschil in gebruik van Facebook en de gewoonte om te "liken" en te delen op Facebook.

Animal Freedom is op Facebook te vinden in de meeste van bovengenoemde talen. Via de homepages op de site kan men naar Facebook gaan en desgewenst een reactie geven.

16 september 2014

Midas Dekkers over het afmaken van geredde zwijntjes

De brandweer redde in Weert wilde zwijntjes uit de Zuid-Willemsvaart. Lang konden de dieren niet van hun vrijheid genieten, want enkele minuten later werden ze alsnog afgeschoten door een jager.

De brandweerlieden hadden de jachtopziener zelf gebeld.
De een doet zijn taak door de dieren te redden, even later doet een ander zijn taak door de dieren te doden. Puur en alleen vanwege de plek waar de dieren terecht komen bij de redding. Op die plek gold een nuloptie voor zwijnen.

Midas Dekkers maakt een vergelijking met het onthoofden van mensen. Wanneer het zichtbaar is via video op Internet leidt het tot mondiale verontwaardiging, wanneer het via een bombardement onzichtbaar plaats vindt, maakt niemand er een probleem van.

Duidelijk is de parallel met slachterijen. Openlijke slacht (bijvoorbeeld ritueel slachten) leidt tot verontwaardiging, slachten achter gesloten deuren niet omdat we er niet mee geconfronteerd worden. De Dierenbescherming is ooit om deze reden opgericht om te voorkomen dat mensen aanstoot zouden nemen aan dierenmisbruik.


Voor het relatief kleine probleem van te water geraakte dieren, de volgende suggestie.
Misschien is het een idee dat de brandweer en andere dierenbeschermers de beschikking krijgen over een mobiele wildtrap waarmee dieren een kanaal kunnen verlaten op een plek waar ze wel mogen verblijven.

08 mei 2014

Smaakt het haantje jou zo beter?

Onder het motto “Eten smaakt beter als er een goed verhaal achter schuilt” presenteert Food Film Festival de minidocumentaire: leghaantjes.

Leghaantjes uit de documentaire leven twee keer zo lang en worden de helft zo zwaar. In de documentaire een gedetailleerde beschrijving van het slachtproces.

28 juni 2013

Controle diertransporten weer door overheid

Bron: de website van de PvdD

Het toezicht op het transport van dieren zal per 1 januari 2014 weer in handen zijn van de overheid. De regering gaat een aangenomen motie van Marianne Thieme uitvoeren die hierom vraagt.

De motie verzoekt de regering de controle op diertransporten en slachthuizen niet meer over te laten aan de diertransportsector, maar aan de overheid.

De controle van diertransporten door de sector zelf heeft geleid tot talloze problemen. In de afgelopen jaren heeft het kabinet steeds beloofd dat het zou ingrijpen als zelfregulering niet zou werken. Nu gaat de regering de verantwoordelijkheid voor de controle op diertransporten weer in handen geven van de overheid. Vanaf januari 2014 zal de overheid extra dierenartsen inschakelen voor controles.

Voormalig staatssecretaris Bleker plaatste de verantwoordelijkheid voor het toezicht op diertransporten bij de sector. Per 1 juli 2011 is het QLL (Quality systems Livestock Logistics) opgericht, een sectororganisatie betrokken bij het transport van dieren. Daardoor vonden aanzienlijk minder controles plaats door de Voedsel en Waren Autoriteit (NVWA).

Al jaren komen gebreken van deze controle door de sector aan het licht. Zo kwam bij een controle in 2011 naar voren dat QLL niet goed functioneerde en verbeteringen moest doorvoeren. In 2012 bleek dat de sectororganisatie nog steeds onvoldoende resultaat behaalde en ook de laatste bedrijfscontrole laat zien dat het welzijn van de dieren ernstig te lijden had onder het gebrek aan toezicht.

De Partij voor de Dieren is al lange tijd kritisch op het functioneren van het toezicht op diertransport. Door de in 2011 aangenomen motie van Marianne Thieme, komt het toezicht op diertransport weer geheel in overheidshanden.

Marianne Thieme: “zelfregulering binnen de diertransportsector blijkt structureel niet te werken. De Kamer is duidelijk geweest: de overheid moet doen waar ze voor is, namelijk normstelling, controle en handhaving. Snelheidscontroles leg je ook niet in handen van de BOVAG of de ANWB. We zijn blij dat het toezicht eindelijk weer terugkomt bij de overheid en zullen ons blijven inzetten om het gesleep met dieren te stoppen. Dieren worden uren - regelmatig dagenlang - in overvolle vrachtwagens gestopt op weg naar het goedkoopste slachthuis”.

22 oktober 2012

Ambtenaar moet toekijken bij langdurend dierenleed bij rituele slacht

Uit de Volkskrant van 22 oktober:
Het conceptbesluit dat Bleker onlangs over de nieuwe regels nam, zorgde voor verwarring onder joden en moslims. Bleker legt onder meer op dat slachters aanwijzingen dienen op te volgen van een controlerende ambtenaar. De religieuze groeperingen vrezen dat die toezichthouder daarmee boven hun religieuze leiders komt te staan en zich ook bemoeit met zaken die de religie raken.
Via NRC Handelsblad liet Bleker zaterdag weten dat dit niet de bedoeling is. Om alle verwarring weg te nemen, past hij de tekst van zijn conceptbesluit aan. Daarin komt te staan dat de controlerende ambtenaar 'uitsluitend toeziet op de afspraken uit het convenant die van diergeneeskundige aard zijn', aldus Bleker.
De ambtenaar mag zich niet bemoeien met aspecten die voortvloeien uit de religieuze riten. 'In de tweede plaats komt er een instructie voor de veterinairs van de Voedsel- en Warenautoriteit waarin dat wordt verankerd. Die instructie zullen wij voorleggen aan de convenantpartners, zodat gegarandeerd wordt dat de veterinair zich alleen bezighoudt met de technische, diergeneeskundige aspecten van het slachtproces'.
Tot zover de Volkskrant.

Voor de wet zijn we allemaal gelijk. Dat geldt niet voor mens en dier maar zou op het punt van recht op vrijheid en bij vrijwaring van leed best wel kunnen gelden. Bij het handhaven van de wet geldt dat er een handhavende partij is, bijvoorbeeld politie of leger. Agenten staan niet boven een ander, maar zien er op toe dat de wet wordt gehandhaafd. Daartoe moeten ze kunnen ingrijpen en de wetsovertreder moeten kunnen dwingen om zijn gedrag te stoppen of te wijzigen. Dit zou bij rituele slacht ook moeten gelden. Nu is de tekst van Bleker een papieren tijger en lijkt religie boven de wet te staan.

19 juni 2012

Convenant ritueel slachten strooit zand in ogen van eerste kamer en publiek

Persbericht Alkmaar, 18 juni 2012 – In verband met de stemming in de Eerste Kamer der Staten-Generaal op dinsdag 19 juni over het Wetsvoorstel Thieme inzake het ritueel slachten hebben St. Rechten voor al wat leeft en St. Comité Dierennoodhulp aan de Eerste-Kamerleden een brief gestuurd waarin zij hun kritiek uiten op het “Convenant onbedwelmd slachten volgens religieuze riten”. Directe aanleiding voor de kritiek is dat de ondertekenaars van religieuze zijde de afgesproken 40 seconden dat het dier na de halssnede nog bij bewustzijn mag blijven nog aan de krappe kant vonden, terwijl zowel van joodse als van moslimzijde decennia lang aan het publiek is voorgehouden dat onbedwelmd ritueel slachten pijnloos is en de dieren onmiddellijk na de halssnede het bewustzijn verliezen. Beide organisaties vinden dat de Eerste Kamer en het publiek met dit convenant zand in de ogen wordt gestrooid en dat, als de Eerste Kamer aanstaande dinsdag het Wetsvoorstel Thieme verwerpt en kiest voor dit convenant, zij hiermee te kennen geeft òf dom en naïef te zijn, òf ... zich onder druk te hebben laten zetten door de religieuze lobby en een dubbele agenda te hebben, waarin partijbelangen en/of economische motieven de hoofdrol spelen. In beide gevallen een Eerste Kamer ónwaardig.

Een aantal redenen waarom de Eerste Kamer aanstaande dinsdag níet het convenant ritueel slachten van demissionair landbouwsecretaris H. Bleker zou moeten verkiezen boven het wetsvoorstel van mevrouw Thieme zonder daarmee een modderfiguur te slaan tegenover het Nederlandse volk:
1. Decennia lang is het publiek voorgehouden dat de rituele slacht voor het dier geheel pijnloos verloopt. Zo stelde Rabbijn Lody van de Kamp in het artikel “Koosjer slachten zonder pijn” ( “De Bazuin” van 12 juni 1998) o.a. het volgende:
“Het koosjer slachten omvat een heleboel regels. De belangrijkste daarvan is dat de halssnede verricht moet worden met een vlijmscherp, maar gaaf mes. Daarmee moeten de slokdarm, de luchtpijp en de beide halsslagaders in één keer worden doorgesneden. Hierdoor raakt het dier onmiddellijk buiten bewustzijn. Omdat de pijn pas na vijftien tot twintig seconden optreedt, voelt het dier niets. De essentie van het slachten is dat het pijnloos gebeurt.” “Verder moet het snijden in één haal gebeuren, er mag niet gestopt worden, er mag geen druk worden uitgeoefend op het mes.” En in het artikel “Ritueel slachten niet verbieden” in het Eindhovens Dagblad d.d. 2 mei 2011 schrijft Ibrahim Wijbenga, binnen het CMO (Contactorgaan Moslims en Overheid) degene die het dossier “Ritueel slachten” beheert, raadslid voor het CDA in Eindhoven, en tevens medeondertekenaar van het convenant: “Allereerst wijs ik erop dat het rituele slachten uiterst professioneel gebeurt met technieken die pijnloos zijn voor het dier.”
Het ondertekenen door vertegenwoordigers van de religieuze groeperingen van het convenant, waar het dier tot 40 seconden bij bewustzijn mag blijven, komt na bovenstaande beweringen in een vreemd daglicht te staan en is in tegenspraak met de uitspraken van o.a. Rabbijn Van de Kamp en de heer Wijbenga, zeker als we bedenken dat de religieuze ondertekenaars de 40 seconden eigenlijk toch wel aan de krappe kant vonden.

2. Het convenant spreekt weliswaar over “permanent toezicht” maar er staat niet bij door wie. Geheel onduidelijk is of dit door een rabbijn gebeurt of door een imam of dat er sprake is van permanent veterinair toezicht. Ook is onduidelijk in het convenant of dit permanente toezicht gaat over het gehele slachtproces of alleen voor het keuren vooraf van de levende dieren. Zonder veterinair toezicht tijdens het slachtproces zal met die 40 seconden snel de hand worden gelicht. Bovendien kan de staatssecretaris ook nog besluiten het toezicht “in frequentie terug te brengen”, zodat het dus niet meer “permanent” is (artikel 5 punt 3 convenant).

3. In het convenant is vastgelegd dat de slokdarm, de luchtpijp en de beide halsslagaders in één haal met het mes moeten worden doorgesneden. Onduidelijk is hoe dat tijdens de koosjere slacht kan worden gerealiseerd, als daar geen druk op het mes mag worden uitgeoefend. Ook over de vraag wat er moet gebeuren als één halssnede niet voldoende blijkt te zijn geeft het convenant geen duidelijkheid. Eveneens is onduidelijk hoeveel seconden het nog duurt voordat het dier, nadat het al 40 seconden intens heeft geleden, uiteindelijk door bedwelming “door middel van een extra ingreep” uit zijn lijden wordt verlost (artikel 2 punt 2 convenant).

4. Dit convenant is eerder een verslechtering dan een verbetering vergeleken met het Besluit Ritueel Slachten van 28 november 1996. Daar stond nog in dat runderen 45 en schapen en geiten 30 seconden na de halssnede bij bewustzijn mogen blijven. In dit convenant is het voor schapen en geiten ook 40 seconden. De ware reden laat zich raden waarom demissionair staatssecretaris Bleker drie maanden lang met zijn “wetenschappelijke adviescommissie” moest vergaderen voor een convenant waarvan de inhoud al nagenoeg in een soortgelijke regeling lag.

St. Rechten voor al wat leeft
St. Comité Dierennoodhulp

In totaal stemden 21 van de 75 Eerste Kamerleden (PVV, SP, PvdD, 50Plus en OSF, de Onafhankelijke Senaatsfractie) voor een verbod. VVD, PvdA, CDA, D66, ChristenUnie en SGP vinden dat een verbod op de rituele slacht de vrijheid van godsdienst aantast. GroenLinks was verdeeld.

17 mei 2012

Bleker regelt rituele slacht met maximaal 40 seconden dierenleed

Het convenant houdt in altijd veterinair toezicht en na 40 seconden overleven alsnog een schot door de hersenen.
Het onverdoofd ritueel slachten is in het convenant toegestaan. Daarmee verandert er in feite niets aan de bestaande situatie.
Het niet verdoven was een half jaar geleden punt van discussie. Ten onrechte noemde Bleker bij KvdB het voorstel van Marianne Thieme een verbod op ritueel slachten. Het voorstel van de PvdD behelsde een verbod op het onverdoofd slachten.

Het dierenleed bij slachten wordt iets bekort en verminderd door het dier voor de halssnede een pin door de hersens te schieten. Bij ritueel slachten wordt het verdoven nagelaten omdat het een religieuze eis is dat een dier weer bij bewustzijn moet komen wanneer er door "goddelijke" ingreep toch wordt afgezien van de slacht.
Dit is een absurde eis en geen enkele overheid zou dierenleed begaan aan een religie mogen toestaan.
In de Eerste Kamer heeft senator Niko Koffeman een hoofdelijke stemming aangevraagd. De Partij voor de Dieren wil weten welke senatoren religie als voldoende legitimatie zien voor het laten voortbestaan van onnodig en vermijdbaar dierenleed.

Vindt u dit voorstel van Bleker ook te armzalig? Dan is het misschien beter helemaal geen vlees te eten.
Wilt u weten of u nog meer kunt doen? Lees dan dit artikel.

17 april 2012

Plofkip, net op tijd naar de slacht

De actiegroep Wakker Dier is er in geslaagd om Unilever te bewegen om geen plofkippen meer te gebruiken.
Maar is een vleeskuiken 2 weken langer laten leven een duurzaam besluit?
Over een jaar zal de Nederlandse consument kip eten van een jong dier dat acht weken heeft geleefd, terwijl de plofkip van nu al na 6 weken naar de slacht gaat.

Er zullen mensen zijn die het argument aandragen dat de plofkip minder milieubelastend is dan een kip die langer en buiten heeft geleefd.
De snelgroeiende vleeskuikens gebruiken minder voer omdat zij alle energie gebruiken om te groeien en niet om te bewegen.

Het dierenwelzijn van kippen wordt door de Dierenbescherming zichtbaar gemaakt door sterren.
Is het leven van het dier (met 1 ster) dat langzamer groeit en dat twee weken langer leeft echt zo veel beter?
Kijk en oordeel zelf hieronder of lees het verhaal van Gerard van Westerloo over de Kippenmoord.

Boodschap van de filmmakers in deze video: koop alstublieft geen kippenvlees meer dat afkomstig is van de bio-industrie.

Voor wie het moeilijk is om de voor- en nadelen van vlees eten op een verantwoorde manier te wegen: eet geen vlees meer. Dat kan net zo lekker zijn en bij gevarieerd eten heeft het geen enkel nadeel..

11 februari 2012

Sjoerdje

Afgelopen woensdag was ik getuige van de aankomst van koe Sjoerdje in het koeienrusthuis van Bert Hollander in Zandhuizen. Sjoerdje sloeg, vlak voordat ze zou worden geslacht, op de vlucht, kwam op het ijs terecht en zakte er prompt door. Met vereende krachten slaagde men er in het arme dier uit het ijskoude water te takelen. Daarbij ging het - wellicht onbedoeld – niet erg zachtzinnig toe. Het totaal gestreste dier werd op stal gezet, want slachten was niet aan de orde omdat gestreste koeien mindere kwaliteit vlees opleveren! De uitvoering van haar doodvonnis werd een week opgeschort. Daarna wachtte alsnog slachter, uitbener, slagerij, klant.
Het dier, nog maar 2½ jaar, terwijl een koe met gemak 20 jaar kan worden(!), zou haar korte leventje dus binnenkort beëindigen om een product voort te brengen dat mensen lekker vinden, maar waar ze best zonder kunnen.
Het aantal vegetariërs of mensen die bewust minder vlees eten neemt opzienbarend toe. Dat is verklaarbaar, want de gruwelverhalen en -beelden uit de vee-industrie bereiken steeds vaker de buitenwereld. Zei Paul McCartney niet: “Als de slachthuizen glazen muren hadden, zou iedereen vegetariër zijn”?
De Partij voor de Dieren besloot dat Sjoerdje een tweede gang naar het slachthuis moest worden bespaard en bood geld voor haar. In eerste instantie anoniem. Nadat de koop was gesloten en Sjoerdje in de veewagen was geleid op weg naar Zandhuizen, trad de PvdD uit de anonimiteit.
Wat een prachtig moment Sjoerdje uit de veewagen te zien komen en kalm haar plaats in de stal van Bert Hollander te zien innemen. Het welkomstcomité, bestaande uit PvdD Tweede Kamerlid Esther Ouwehand en mensen van de afdeling Friesland van de PvdD, genoot van de vlekkeloos verlopen operatie.
‘Symboolpolitiek’ hoorde ik al weer smalend hier en daar opmerken. Ja, dat is ook zo! Maar wat is er mis met symboolpolitiek om mensen te wijzen op iets waar men meestal stilzwijgend aan voorbij gaat of van wegkijkt omdat de realiteit ongemakkelijk is? Sjoerdje staat inderdaad symbool voor al die lotgenoten die minder geluk hadden en als karkassen in de koelcellen hangen. Ik heb in de ogen van Sjoerdje en een aantal stalgenoten gekeken en werd voor de zoveelste maal bevestigd in mijn overtuiging: Wie respect voor en mededogen met levende wezens heeft, eet ze niet op. En wie dat toch niet kan laten, weet dan wat je eet en wat het voordien was!

09 december 2011

Wolf in schaapskleren of andersom?

Sybe Schaap, 1e Kamerlid voor de VVD heeft in een interview in Trouw van 9 december 2011 aangekondigd dat zijn fractie op 13 december hoogstwaarschijnlijk tegen het wetsvoorstel dat een eind moet maken aan het onverdoofd ritueel slachten, zal stemmen. Met name met de uitzonderingsbepaling heeft hij moeite. Daarin staat namelijk dat het onverdoofd ritueel slachten is toegestaan wanneer de slachter kan aantonen dat dat even ‘diervriendelijk’ is als de reguliere slacht. Daar worden de dieren nl. eerst verdoofd voordat ze gedood worden. Schaap denkt dat “die ontheffing wetstechnisch gezien onuitvoerbaar is”. Ook de godsdienstvrijheid –die voor sommigen kennelijk op zich al heilig en ‘dus’ onaantastbaar is – is voor de senator een heikel punt. “Het gaat me te makkelijk om dierenwelzijn superieur te maken aan godsdienstvrijheid”, oreert hij. Hij vreest vervolgdiscussies, b.v. over de besnijdenis van kleine jongetjes. (Ja, het is zeer waarschijnlijk dat mensen die vinden dat je dieren op een zo humaan mogelijke wijze ‘moet’ doden, ook het verminken van een kinderlichaam – merkwaardigerwijs thans wél onder verdoving - ondubbelzinnig afwijzen.) Schaap is dus bevreesd voor problemen bij het uitvoeren van de wet en wil joodse en islamitische(?) burgers in de uitoefening van hun godsdienst beschermen.
Toch kan ik mij niet aan de indruk onttrekken dat ook een hartgrondige afkeer van (het gedachtegoed van) de Partij voor de Dieren een niet te onderschatten rol speelt in zijn overwegingen om tegen het voorstel te stemmen. Immers in een interview met de Leeuwarder Courant van 2 februari 2008 geeft hij de PvdD er flink van langs: “Hoe meer de mens zijn dieren lief heeft, hoe akeliger vaak het mensbeeld’, hat ien ris sein”. (vert: “heeft iemand ooit eens gezegd”). Je moet maar durven! Hij spreekt zelfs van ‘overvloedige dierenliefde’, die zich ook voordeed in de Weimarrepubliek in Duitsland, tussen beide wereldoorlogen. Impliciet wordt hier dus de PvdD in een nogal dubieuze positie geplaatst. Wat Schaap onder ‘overvloedige dierenliefde’ verstaat blijft echter ongewis. Maar we moeten aannemen dat hij het leed dat de betrokken dieren ontegenzeggelijk ondergaan – hetgeen hij overigens ook in het artikel in Trouw van 9 december toegeeft – ondergeschikt maakt aan zijn aversie tegen de Partij voor de Dieren. Of de overwegingen van uitvoering en de godsdienstvrijheid even zwaar wegen blijft voor mij duister. Merkwaardig is ook dat de VVD-2e Kamerfractie het wetsvoorstel wel heeft gesteund. Zijn ze daar dan ziende blind en horende doof en heeft niemand de bezwaren die Schaap kennelijk voelt, een – doorslaggevende - rol laten spelen? We mogen hopen dat ondanks de bangelijke en vooringenomen houding van Schaap c.s. de andere partijen hun rug recht zullen houden en aan deze gruwelijke vorm van – onnodig – dierenleed een eind zullen maken. Op 13 december zullen we het weten. Hopelijk kunnen we dan net als in IJsland, Noorwegen, Zweden, Estland, Zwitserland en misschien Turkije, dit mens- en dieronterende hoofdstuk afsluiten.

14 oktober 2011

Als het schaap rechten krijgt, dan ook de rat

Hans Schnitzler is publicist en filosoof. In de Volkskrant van 14 oktober schrijft hij over het wetsvoorstel om de rituele slacht te verbieden.

De redactie plaatste zijn boodschap onder de titel “Als het schaap rechten krijgt, dan ook de rat“. Schnitzler's redenering is een reductie tot het absurde. Stapje voor stapje wordt iets wat recht is krom getrokken.

Uit het artikel dit citaat:
Want de ridiculisering van het recht is niet meer te stoppen zodra bepaalde dieren dragers worden van rechten in juridische zin. Dat is namelijk wat deze wet bewerkstelligt. Door het recht van vrije godsdienstbeleving van alle mensen ondergeschikt te maken aan het recht van sommige dieren om niet te lijden, werpt men ten onrechte het beeld op als zouden koeien, schapen en kippen rechtssubjecten zijn, met een vergelijkbare status als mensen.

Mensenrechten worden zo geclaimd ten behoeve van wezens die het vermogen ontberen om vanuit hun leefwereld een relatie met de wet aan te gaan. Gevolg: met de introductie van dierenrechten dreigt de notie van mensenrechten een lege huls te worden.

Vindt deze wet doorgang, en accepteert men het dier als rechtssubject, dan mag het dier met recht aanspraak maken op gelijkberechtiging. Immers, wij dieren en mensen zijn als dragers van rechten gelijk voor de wet, en er is geen enkel argument om het lijden van de met gif verdelgde rat lager aan te slaan dan dat van het met het slagersmes gedode schaap.

Tot zover het citaat.

Dit deel van het artikel van Schnitzler klopt, maar waarom hij de conclusie trekt dat de notie van mensenrechten dreigen een lege huls te worden is onduidelijk.
De basis van mensenrechten is vrijheid. Om dierenrechten op dezelfde basis te grondvesten laat mensenrechten ongemoeid. Wie alle levende wezens hun vrijheid laat, heeft in principe geen enkel probleem, wel kosten.
Dierenrechten zijn er om mensen die dieren dierenleed bezorgen grenzen te kunnen stellen.

Zie ook Rob Buitenweg met 'Ritueel slachtverbod: geen rechten van dieren, maar plichten van mensen'.

Leeswijzer


Thema's of steekwoorden vindt u via de labels onderaan de pagina of op Animal Freedom.
Klik hier voor de laatste bijdragen op dit blog
.
Klik hier voor het beleid om uw privacy te beschermen.
Kijk op ook Facebook voor onze reactie op de actualiteit.

Waarom dit blog?

De Nederlandse veehouderij is vooral gericht op zoveel mogelijk voor de export te produceren onder het motto “meer, meer, meer en groot, groter, grootst”. Dit heeft negatieve gevolgen voor zowel de dierenwelzijn, biodiversiteit, het milieu, het klimaat, de portemonnee en de gezondheid van burgers en ook voor welwillende boeren.
Dit blog verzamelt kritische artikelen die de wurggreep beschrijven waarin de veehouderij zichzelf heeft vastgezet. Zo willen we niet alleen een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de kwaliteit van het leven voor alle belanghebbenden, maar ook aan een schone, gezonde omgeving en een beter dierenwelzijn.

Ook de argumentatie dat dieren grondrechten hebben kan beter en meer aansluiten op hoe mensen voor zichzelf vinden dat recht moet gelden. Alle dier(soort)en kunnen in hun recht op vrijheid als (intrinsiek) evenwaardig aan mensen beschouwd worden. Dierenrechten zijn mensenrechten, die mensen de kans geeft om voor dieren op te komen.
Dieren, bijv. in de intensieve veehouderij, worden behandeld als een object in plaats van een subject met gevoelens en rechten.

De snelheid en het aantal dier(soort)en dat we voortdurend gebruiken is immens. De bijdrage aan onze welvaart en economie van de agrosector is gering. De oplossing is simpel en van niemand anders dan van ons zelf afhankelijk.

Dierenrechten in woord en beeld

Vrijheid is ook een intrinsiek grondrecht voor dieren. Dieren zijn geen dingen Dierenrechten zijn mensenrechten. Mensen moeten voor dieren kunnen opkomen wanneer hun grondrecht wordt geschonden.
logo van Animal Freedom yin en yang
Lees hier over de redenen waarom dieren recht op vrijheid hebben. Lees hier waarin mens en dier evenwaardig zijn.