Mens en dier zijn (intrinsiek) evenwaardig in hun recht op vrijheid

Bij de Stichting Animal Freedom leest u over de gedachte achter dierenrechten.
Hier leest u over ontwikkelingen in de agrosector en de gevolgen voor dieren(rechten).
Alle levende wezens zijn verschillend maar evenwaardig in het recht op vrijheid op een natuurlijk leven.
Een dier is (net als een mens) geen ding of een object.
Dierenrechten zijn mensenrechten. Mensen moeten kunnen ingrijpen wanneer mensen dieren misbruiken of onrecht aandoen.
Posts tonen met het label schadevergoeding. Alle posts tonen
Posts tonen met het label schadevergoeding. Alle posts tonen

02 december 2014

Kippenboeren steeds brutaler

De vogelgriep is weer terug bij de pluimveeboeren. Dat is vervelend voor de betrokken ondernemers, maar desastreus voor de kippen. De laatst genoemden worden, ziek of niet, zonder pardon afgemaakt, de ondernemers krijgen een fors deel van hun schade vergoed. Dat betalen ze dus niet zelf, zoals kippen-voorman Oplaat aan het begin van de uitbraak in Nieuwsuur wist te melden.

De kippenboeren krijgen een vergoeding uit het Dier Gezondheids Fonds (DGF). Dat fonds wordt echter maar voor een deel door de kippenboeren gevuld. Er is vastgelegd dat de kippenboeren nooit meer aan dat fonds betalen dan 25 miljoen euro.
De vogelgriep begon op 16 november, en we zijn inmiddels bijna 2,5 week verder. De schade door de vogelgriep wordt geschat op 10 miljoen euro per week. Dit betekent dus dat vanaf woensdag 3 december de burger opdraait voor de rest van de kosten. (2,5 keer 10 miljoen is 25 miljoen).

Pikant detail. Vorig jaar eiste de LTO dat de biologische boeren veel meer zouden moeten bijdragen aan het fonds, omdat uitbraken van vogelgriep vooral voor zouden komen bij vrije uitloop-kippen. Geinig: daarbij ging het steeds om laag besmettelijke varianten van de vogelgriep. Bij deze uitbraak, vooralsnog uitsluitend bij opgehokte kippen, gaat het om de gevaarlijke en zwaar besmettelijke variant.

Broederijen en vermeerderingsbedrijven die door het vervoersverbod worden getroffen krijgen ook een vergoeding. Deze schade is niet voorzien in het DGF, dus die komt sowieso voor rekening van de burger.

Men zou verwachten dat een sector die bij calamiteiten zo afhankelijk is van de overheid (lees: de burger), zich een beetje bescheiden zo opstellen. Immers, wie betaalt bepaalt. Met de pet in de hand hoeft nou ook weer niet, maar het grof geschut waarmee de voormannen van de sector tekeer gaan, is toch wel redelijk beschamend.
Eerst was daar de heer Oplaat die in Nieuwsuur de vloer aanveegde met staatssecretaris Dijksma. De maatregelen die ze had getroffen konden er nog net mee door, maar verder verweet hij haar dat ze onzichtbaar was. Ze had voor de boeren moeten gaan staan, en hen in het openbaar een hart onder de riem moeten steken.

Wat is dat voor flauwekul?

Linksom of rechtsom zijn de betreffende boeren zelf er niet in geslaagd het virus uit hun stallen te houden. Nogal logisch: aan de ene kant van de stal staan grote ventilatoren die lucht naar binnen zuigen en aan de andere kant staan al even grote ventilatoren die de lucht er even hard weer uitblazen. Wel met tig-keer zoveel virus.

Die stallen zijn dus helemaal niet dicht zoals de boeren zelf beweren.

Burgers die aan de kant van de stal wonen waar de lucht weer uitkomt wisten dat allang. Een beetje kippenstal is tot op vijf kilometer benedenwinds nog te ruiken. Een niet echt geruststellende gedachte voor die burgers, nu het blijkt te gaan om een virus dat ook voor mensen besmettelijk en gevaarlijk is.
Zoveel is zeker: als het echt uit de hand loopt is er een zak met geld voor de gedupeerde boeren, en de misschien nog harder gedupeerde burger mag het allemaal zelf uitzoeken. Dat hebben we bij de Q-koorts gezien.

Voor de voormannen van de kippenboeren en verwerkers is dat allemaal geen enkele reden om zich ietsjes meer bescheiden op te stellen. Ze zijn het volstrekt niet eens met de ingestelde vervoersbeperkingen en eisen op hoge toon dat de staatssecretaris de maatregelen per direct aanpast. En zo niet, dan volgt niet alleen een kort geding, maar ook nog een stevige schadevergoeding.

Arme staatssecretaris. Eerst laat ze zich schofferen door meneer Oplaat. Vervolgens stuurt ze de koning naar een getroffen kippenboer, maar dat vinden de boeren niet genoeg. Zijne Majesteit kwam weliswaar met goede bedoelingen, maar met lege handen.
Op zondag verdedigt ze in een stukje door de regering gevorderde zendtijd bij het programma Buitenhof tot in het absurde het bestaansrecht van de economisch gezien uiterst marginale pluimveesector, en dan krijgt ze dinsdag een dreiging met juridische stappen voor de kiezen.

En ze had de sector nog wel zo geprezen: op het gebied van dierenwelzijn en het terug dringen van het antibiotica gebruik waren zeker in vergelijking grote stappen gezet. Oh ja? Al meer dan tien jaar is kappen van snavels van kippen verboden, maar deze staatssecretaris staat het in ieder geval nog tot 2018 toe. Hoezo dierenwelzijn? Bij de cijfers over het terugdringen van het antibioticagebruik zijn op z'n minst vraagtekens te zetten: antibiotica werd en wordt vooral gebruikt als groeibevorderaar. Hoe kan het dan dat enerzijds volgens de sector het gebruik van antibiotica sterk afneemt, en tegelijkertijd het geslacht gewicht toeneemt.

Over de juridische claim van de sector hoeft mevrouw Dijksma niet wakker te liggen. Een rechter met een beetje ruggengraat veegt die claim natuurlijk resoluut van tafel. De sector dient immers vooral bij zichzelf te rade te gaan, al was het maar omdat de grootschaligheid waarmee in Nederland pluimvee wordt gehouden, dicht in de buurt van uitlokking komt als het om vogelgriep gaat.

Los daarvan: je zal maar staatssecretaris zijn van een sector die zichzelf voortdurend over de ruggen van de dieren en de burger in de nesten werkt, en voor wie je het per definitie nooit goed doet.

Het wordt hoog tijd dat de sector eens gaat begrijpen dat de rest van de mensheid niet op de wereld is gezet om hun zelf veroorzaakte problemen altijd maar op te lossen.

17 mei 2013

Eis schadevergoeding voor einde nertsenhouderij is te gek voor woorden

Nertsenfokkers willen via de rechter de Nederlandse staat dwingen het verbod op het fokken van nertsen vanaf 2024 terug te draaien. De wet is volgens hen onrechtmatig omdat een volledige schadeloosstelling ontbreekt. Dat heeft de Nederlandse Federatie van Edelpelsdierenhouders (NFE) donderdag 16 mei bekendgemaakt.

Terwijl de 160 fokkers nog tot 2024 aan het dierenleed kunnen blijven verdienen doen zij een beroep op mensenrechten om dierenrechten te mogen schenden. Zij eisen een schadevergoeding voor deze waanzin van meer dan een half miljard euro.
De letselschade advocaat die hoopt ondertussen stinkend rijk te worden door de NFE te verdedigen heet A. Lever.
Eigenlijk is de eis van de sector te absurd om aandacht aan te besteden. Een sector mag zoals wij allemaal naar de rechter stappen wanneer we denken dat ons onrecht is aangedaan. Maar in dit geval is een doodleuk niet ontvankelijk verklaren van de eis wel een mega understatement.

10 maart 2012

Bloedgeld en boerenverstand

Door de hernieuwde introductie van bont in de mode gaat het de Nederlandse nertsenhouders voor de wind. De politiek wil hen kwijt, maar er is door de vergrote omzet geld genoeg om paginagrote advertenties te plaatsen in de dagbladen. Er is nog heel wat achterstand in het imago in te halen. Onder de titel De waarde van boerenverstand pleit de edelpelsdierhouderij er bij de lezer voor om in overweging te nemen dat de sector jaarlijks 50 miljoen bijdraagt aan de belastinginkomsten en dat wanneer de sector daadwerkelijk verboden wordt om bont te produceren dat de overheid een schadeclaim tegemoet kan zien van 1 miljard.

De advertentie staat voor de brutaliteit van de huidige agrosector. De bijdrage aan het BNP van de totale intensieve veehouderij (dus ook de varkens en kippen) is minimaal. Door allerlei irrelevante overwegingen en omzet van andere agrosectoren op de eigen conto te schrijven wil men haar bijdrage aan in oplossing aan de economische malaise oppoetsen. Het is de belastingbetaler die de vervuiling betaalt en het dier dat de dupe is.
De economische crisis vraagt niet alleen om ideeën voor economische groei, het vraagt ook om duurzame oplossingen. Die duurzame oplossingen moeten twee vliegen in één klap slaan, namelijk een milieu- en diervriendelijke invulling en een verkleining van de bedreiging van het leven op aarde door niet bij te dragen aan grondstoffentekort en het broeikaseffect. En als het even kan ook aan een verkleining van armoede en honger op onze aarde.

Het dierenleed van de nertsen in de vaderlandse pelsdierhouderij is immens door het gebrek aan natuurlijke omstandigheden waaronder de dieren worden gehouden. Deze omstandigheden zijn soms beter en soms slechter dan elders in het buitenland, maar overal beneden peil. Deze sector kan gemist worden en valt door het onnodige dierenleed (bont kan ook kunstbont zijn) onder de meest immorele bijdragen aan de Nederlandse economie. Dat de sector dreigt om een claim in te dienen is net zo immoreel, althans voor zover er iemand in de politiek dit argument ondersteunt en meewerkt aan de vertragingstactiek om de sector nog langer dierenleed te laten produceren.

Het boerenverstand is niet van waarde, boeren vinden dieren van waarde voor hun portemonnee. De samenleving heeft hier vrijwel niets aan.

Bontfokkerij: wereldwijd een schande.

10 juni 2011

Bleker: loopjongen van de Rabobank

De Europese Unie trekt een slordige 210 miljoen euro uit om de door de EHEC-bacterie gedupeerde tuinders schadeloos te stellen. Dat is een bedrag waar de groentehandelaren met enig chagrijn naar zullen kijken. Zij hebben immers ook vele miljoenen schade geleden, maar zij krijgen nul komma nul. Zij mogen hun problemen zelf oplossen.

Net zoals mensen met psychische problemen, chronische zieken, de kunstenaars, mensen die voor hun zorg een persoonsgebonden budget hebben, mensen die gebruik maken van kinderopvang, en mensen die bij een sociale werkplaats werken. Dit kabinet vindt dat de burger vooral zelf zijn boontjes moet doppen, en niet bij tegenslag meteen de hand bij de overheid moet ophouden.

Intussen vindt staatssecretaris Bleker het Europese gebaar om de tuinders te helpen 'aan de magere kant'. Hij had toch minstens op 300 miljoen gerekend, en gaat alsnog proberen dat geld los te peuteren.

Bleker bewijst maar weer eens dat brutalen de halve wereld hebben. En hondsbrutalen de hele wereld. Het is namelijk volstrekte onzin om te tuinders voor de door hen geleden schade te compenseren.

Dat zit zo. Veel tuinders hebben de afgelopen jaren gekozen voor specialisatie op 1 teelt in combinatie met schaalvergroting. Bijvoorbeeld op komkommers. Deze keus werd van harte toegejuicht, om niet te zeggen aangemoedigd, door de Rabobank die aan deze trend goud geld verdient. Megabedrijven vragen nu eenmaal mega-investeringen. (Begrijpt u nu wie er achter al die megastallen zit?) Maar mega-specialisatie leidt ook tot mega-kwetsbaarheid, zoals maar weer eens is gebleken.

Tuinders zijn, net als de groentehandelaren, ondernemers. En die lopen zoals elke andere ondernemer risico's. Dat zijn soms heel onverwachte risico's, maar er is geen enkele bedrijfstak die de burger kan laten opdraaien voor de kosten van die risico's. Behalve als je boer of tuinder bent, natuurlijk.

Bedrijven die onverwacht in de financiële problemen komen lossen dat meestal op door met hun bank te gaan praten, of ze gaan failliet of ze worden overgenomen. De rekening wordt in dat geval betaald door de banken, en de meeste banken vinden dat geen enkel probleem. Dat hoort bij het spel, en daar houden ze dus ook rekening mee in de vorm van een zogenaamde stroppenpot. Een pot geld die uit de winst wordt gehaald voor het geval dat.

Tuinders, en vooral de hele grote die hebben gekozen voor grootschaligheid, zijn zwaar gefinancierd. Een klein beetje tegenslag kan al voor grote financiële problemen zorgen. Normaal worden die doorgeschoven naar de bank en dat is in de agro-sector meestal de Rabobank.

Deze bank maakt vorig jaar een winst van bijna 3 miljard euro. Een stijging van 26% ten opzichte van het jaar daarvoor. De winststijging werd mede gerealiseerd door de stroppenpot te verkleinen. De bank zag kennelijk geen gifdonkere wolken boven de kredietportefeuille hangen. Die EHEC-bacterie was moeilijk te voorspellen, maar de extreme kwetsbaarheid van grootschalige specialisatie had zelfs een gesjeesde student economie kunnen voorzien. Les 1 uit het handboek verantwoord ondernemen: spreidt je risico's in zowel producten als in markten.

Ondanks die winst van 3 miljard, waarmee fluitend de tegenslag van de groentetelers kan worden opgevangen, heeft de Rabobank haar loopjongen staatssecretaris Bleker op pad gestuurd. Allereerst werd er, ten laste van het ministerie van landbouw, een garantieregeling geactiveerd.

Die garantieregeling is niet bedoeld om brood op de plank voor de tuinders te realiseren, maar is bedoeld om de rente- en aflossing die aan de bank is verschuldigd veilig te stellen. De bank is op haar beurt bereid die rente- en aflossingen een jaar op te schorten, op voorwaarde dat de Staat garant staat voor terugbetaling van de lening als het onverhoopt helemaal fout met de betrokken tuinder gaat.
Toen Bleker dat geregeld had werd hij naar Brussel gestuurd om een paar honderd miljoen extra voor de bank veilig te stellen.

De waardering voor de inspanningen van de staatssecretaris is zo groot en wordt zo breed gedragen dat zelfs fractievoorzitter Thieme van de Partij voor de Dieren lovende woorden over het gevoerde beleid sprak.

Die complimenten zouden terecht zijn geweest als Bleker zich niet zo opzichtig als loopjongen van de Rabobank had gedragen.

08 juni 2011

Realiseren we ons wel voldoende welke (beleid voor) groente gezond is?

In Nederland wordt veel groente geteeld in kassen. Deze worden verwarmd met aardgas waarvan de prijs via subsidie kunstmatig laag wordt gehouden om de internationale concurrentie aan te kunnen gaan. Deze groente wordt vaak niet geteeld op de volle grond maar op substraten (bijvoorbeeld steenwol). De bemesting gebeurt door meststoffen toe te voegen aan het water. Veel werknemers zijn afkomstig uit het buitenland en de producten worden voornamelijk geëxporteerd.
De telers hebben miljoenen geïnvesteerd en na een paar weken zonder omzet dreigt faillissement. Ze zijn afhankelijk van imago, marketing en van de bank.
Zijn groentes als komkommers en tomaten gezond? Nauwelijks, ze bevatten voornamelijk water.

Wat voor zin heeft het om biologische bedrijven te hebben wanneer ze zich niet echt kunnen richten op een gezond product? Biologisch betekent vooral geen kunstmest en bestrijdingsmiddelen, maar het gebruik van mest uit de bio-industrie is wel toegestaan en besproeiing van droge akkers met (antibiotica en bacteriën) vervuild slootwater is wel toegestaan. Ook van echte weidegang voor dieren is vaak geen sprake.
Waarom krijgen komkommertelers (laat staan nertsenhouders) dan een schadevergoeding wanneer het publicitair tegenzit? De reden is waarschijnlijk omdat de banken anders hun uitgeleend geld kwijt raken.
Waarom richt de Nederlandse politiek zich niet op een agrarische sector die minder produceert, maar waar de productie maximaal gericht is op een ecologische balans? Het gevolg zal zijn dat bepaalde voedselproducten duurder worden, maar dat de belastingbetaler minder geld kwijt is aan de indirecte steun van de banken. Het betekent dat de consument (zonder extra kosten) veel gemakkelijker een verantwoorde keuze kan maken in de supermarkt omdat ongezonde producten duurder en gezonde producten goedkoper worden.

01 oktober 2010

Minder schieten op meerkoeten

“Grootschalige jacht op meerkoet moet stoppen”
Schade door meerkoeten niet de moeite waard

Persbericht PvdD Utrecht, 1 oktober 2010 Meerkoeten mogen t/m 1 maart 2014 in de hele provincie Utrecht afgeschoten worden. Dat zijn ongeveer 900 meerkoeten per jaar, terwijl jaarlijks slechts door gemiddeld 14 eigenaren kleinschalige schade wordt gemeld. De statenfractie van de Partij voor de Dieren vraagt de provincie om de jachtvergunning in te trekken. Ook wijst zij de provincie op diervriendelijke methoden om de watervogels te weren.

SOVON Vogelonderzoek Nederland heeft onderzoek gedaan naar de schade door meerkoeten in de provincie Utrecht. Hieruit blijkt dat er nauwelijks een relatie bestaat tussen het aantal meerkoeten en de getaxeerde schade. In gebieden met veel schade leven niet per definitie grotere groepen meerkoeten.

Uit het onderzoek komt ook naar voren dat nooit is aangetoond dat verjaging van meerkoeten door afschot effectiever is dan andere verjagingsmethoden. Te denken valt aan afschrikken op open water, afrasteren van percelen en het bevorderen van oeverbegroeiing. Gezien het feit dat jaarlijks slechts door enkele perceeleigenaren schade wordt gemeld, lijkt een van deze methoden efficiënter en diervriendelijker.

“Vaak melden eigenaren schade die door zowel meerkoeten als andere vogels is aangebracht. Blijkbaar is de schade door meerkoeten alleen niet omvangrijk genoeg. Wij hopen dat de provincie de verleende ontheffing zal intrekken en openstaat voor diervriendelijke en efficiëntere oplossingen. Deze grootschalige jacht op meerkoeten moet stoppen”, aldus Wanda Bodewitz, fractievoorzitter van de Partij voor de Dieren Utrecht.

15 december 2009

Q-koorts en ruimingen

In de brief van minister Verburg aan de Tweede Kamer over de Q-koorts staat over de kostenverdeling van de ruimingen en de voorbereiding daarvan: Vaccinkosten: 100% overheid; Dierenartskosten: individuele veehouders. Uitvoeringskosten: 100% overheid; Tankmelkmonitoring: 50% overheid en 50% sector; Bestrijdingskosten zoals testkosten en schadeloosstellingen in het kader van ruimingen: 100% overheid; Gevolgschades: individuele veehouders.

Over de slachtoffers van de Q-koorts en schadeloosstellingen voor door hen geleden materiële schade, wordt met geen woord gerept.

Zo maakt minister Verburg nog weer eens duidelijk dat er wat haar betreft slechts één belang is: het boerenbelang.

Vorig jaar zijn er zes doden door de Q-koorts zijn gevallen, gaat ze in het veiligstellen van de belangen van de geitenhouders, letterlijk over lijken.

Om het beleid van minister Verburg in perspectief ter zetten: Er zijn in Nederland 350 geitenhouders. Er zijn sinds de uitbraak van de Q-koorts 4000 mensen ernstig ziek geworden. Daarbij zijn elf doden gevallen.

De geitenhouders zelf zien Q-koorts niet als een probleem. Immers ze worden voor het grootste deel schadeloos gesteld door de overheid. De eventuele restschade wordt meer dan goed gemaakt door stijgende prijzen van geitenmelk, want door de ruimingen daalt de aanvoer.

16 november 2009

Wat is een redelijke straf voor dierenbevrijdster?

29 oktober 2009 werd Frederieke S. opgepakt bij het bevrijden van nertsen in het Gelderse Barchem. Wim Verhagen, voorzitter van de Nederlandse Federatie van Edelpelsdierhouders, kondigt aan om een schadeclaim in te dienen bij Frederieke en anderen die eventueel worden opgepakt.
Wat is de waarde van een dierenhuid verkregen in een industrie die verboden gaat worden? Wat is de schade die een nertsenhouder heeft, wanneer hij zelf de dieren afmaakt, omdat hij niet meer weet uit welk hokje een losgelaten nerts vandaan kwam?
Is het eisen van een schadevergoeding terecht? Frederieke bevrijdt dieren omdat zij vindt dat nertsen niet voor de productie van bont gehouden en gedood zouden mogen worden. Dat is een grote meerderheid van de Nederlanders met haar eens en de politiek probeert al jaren de nertsenhouderij verboden te krijgen. Dat gaat stroperig omdat met het verbieden van de nertsenhouderij een precedent geschapen wordt voor een verbod van de intensieve veehouderij. Het is een beetje een kwestie van definitie of je dieren die gehouden worden voor kleding op een één lijn stelt met dieren die gehouden worden voor voedsel. Voedsel heb je nodig en bont niet. Maar het is voor onze gezondheid niet nodig om vlees te eten en het zeker niet nodig dat vlees geproduceerd wordt op de schaal waarop Nederland dieren houdt. Tweederde is bestemd voor de export. Er is op aarde voedsel en kleding genoeg en het klimaat wordt ook nog eens door de vleesproductie opgewarmd.
Terug naar de vraag of Frederieke straf zou moeten krijgen en een schadevergoeding zou moeten betalen.
In tijden van oorlog is het gemakkelijk om een bevrijdingsactie van mensen waarbij schade wordt aangericht aan te voeren als redelijke doel. In vredestijd wordt de basis van het recht niet anders, maar wordt kritischer gekeken naar de methode die wordt gehanteerd om een doel te halen. De basis van het grondrecht voor mensen is vrijheid en voor wie niet wil discrimineren zou de basis van dierenrechten ook vrijheid moeten zijn. Het houden van pelsdieren voor bont wordt door de Nederlanders niet als redelijk doel gezien.
Moet daarom het bevrijden van dieren zonder straf blijven, immers moreel heeft Frederieke zeker gelijk. Nee, helaas, voor Frederieke geldt dat een bevrijde nerts niet bijdraagt aan de vergroting van de vrijheid van het dier of van andere dieren in de Nederlandse natuur. Het loslaten van dieren in een biotoop waarin deze dieren niet voorkomen wordt gezien als faunavervalsing. De kans is bovendien groot dat het dier niet gewend is om de eigen kost op eigen kracht bij elkaar te vinden.
Het is daarom geen goed idee om nertsen te gaan bevrijden.
Maar de rechter kan in deze zaak toch de kool en de geit sparen. Wanneer de rechter Frederieke en anderen zou veroordelen tot het betalen van een geldbedrag aan een organisatie die zich richt op het welzijn van dieren, dan is het rechtsgevoel van de meeste Nederlanders wel bevredigd. Deze zaak verdient het om in de geest van de grondwet te handelen.

17 juni 2009

Stop nertsenhouderij vergoeden?

In de discussie over het beëindigen van de nertsenhouderij wordt het argument aangedragen dat het de belastingbetaler veel geld gaat kosten wanneer de pelsdierhouders financieel vergoed moeten worden. De bedragen die daarbij door de sector genoemd worden hebben natuurlijk de bedoeling om de publieke opinie te beïnvloeden: zo van “het gaat jullie veel geld kosten als wij ons beroep niet meer mogen uitoefenen”. De sector hoopt daarmee het besluit tot verbieden permanent te vertragen.

Of een nertsenhouder recht op schadevergoeding heeft is deels een formeel juridische kwestie en deels een politieke kwestie. Onderaan dit artikel een citaat uit het juridische advies dat de Tweede Kamer heeft gevraagd.

Politici worstelen met de kwestie omdat het niet vergoeden een precedentwerking heeft. Er zijn in ons land veel mensen die planschade lijden door economische ontwikkelingen. Hun huis met een uitzicht wordt bijvoorbeeld minder waard als er veel andere huizen of bedrijven in de buurt worden gebouwd. Bedrijven kunnen soms niet uitbreiden als er bepaalde andere bedrijven naast worden gebouwd.
In de kwestie van de pelsdierhouderij speelt vooral een ethische component: mag of kan je spreken van het recht op schadevergoeding wanneer je door het houden van dieren hen in hun grondrechten schendt?
Nu worden dieren in de wet als objecten gezien zonder grondrechten, maar de rechtmatigheid van deze visie wordt al jaren betwist. Dieren worden gezien als wezens met gevoel en belangen. Deze termen zijn nauwelijks omstreden. Het trekken van de logische consequenties echter wel, want wat zijn de consequenties van die belangen? Voor mensen zijn de consequenties van haar belangen dat in de wet wordt vastgelegd waar de vrijheid van handelen voor de een begint en voor de ander ophoudt.
Voor dieren zou datzelfde principe van denken en handelen moeten gelden. Om een lang verhaal kort te houden: voor nertsenhouders betekent dit dat zij geen recht op schadevergoeding hebben omdat zij zowel dieren schenden in hun grondrechten als dat zij een economische activiteit onderhouden zonder maatschappelijke noodzaak.

Er is mogelijk een compromis denkbaar in de termijn waarop een nertsenhouderij moet worden ontmanteld. Idealiter zou dat ogenblikkelijk zijn, de politiek denkt over een termijn van 10 jaar.

De Tweede Kamer heeft De Brauw Blackstone Westbroek in relatie tot dit wetsvoorstel een aantal vragen gesteld. Deze vragen zijn te groeperen tot vier kernvragen: is de in het wetsvoorstel opgenomen termijn van tien jaar voor afbouw van de pelsdierhouderij voldoende om niet te hoeven overgaan tot nadeelcompensatie van de pelsdierhouders? hoe moet de positie van de bedrijven worden geduid die direct afhankelijk zijn van de pelsdierhouderij (zoals een nertsverffabriek) in het licht van een verbod op de pelsdierhouderij? Bestaat tegenover die bedrijven een verplichting tot nadeelcompensatie? indien aannemelijk is dat er een juridische verplichting tot nadeelcompensatie is, waaruit zou die nadeelcompensatie dan moeten bestaan? kan nadeelcompensatie aan pelsdierhouders (en indien aan de orde: van direct van de pelsdierhouderij afhankelijke bedrijvigheid) als staatssteun worden aangemerkt? In dit extern advies worden deze vragen beantwoord en een advies en conclusies geformuleerd.

Conclusies van De Brauw Blackstone Westbroek:
  1. Wij achten de kans aanzienlijk dat de rechter geen aanleiding zal zien de pelsdierhouders schadevergoeding toe te kennen, mits komt vast te staan dat de afbouwtermijn van tien jaar de pelsdierhouders een reële mogelijkheid biedt om hun schade te beperken. Bij deze inschatting speelt een rol dat het verbod op de pelsdierhouderij bij wet in formele zin zal zijn geregeld en dat het verbod, gelet op de al jaren bestaande maatschappelijke discussie rond de sector, voorzienbaar was.
  2. Er bestaat geen algemene regel over de noodzakelijke lengte van de afbouwtermijn om vorderingen tot schadevergoeding in gevallen als deze af te weren. Wij kunnen niet beoordelen of de afbouwtermijn van tien jaar in het geval van de pelsdierhouderij een reële mogelijkheid biedt om de schade te beperken. We achten het op voorhand niet aannemelijk dat bij een afbouwtermijn van tien jaar alle pelsdierhouders aanspraak zullen kunnen maken op schadevergoeding. De Tweede Kamer zou kunnen overwegen nader te onderzoeken of binnen de sector een subgroep van pelsdierhouders door het verbod onevenredig zal worden getroffen. Mocht dat zo zijn, dan zal die subgroep in beginsel wel recht hebben op vergoeding van zijn onevenredige schade of een deel daarvan.
  3. Wij achten de kans uiterst klein dat bedrijven die niet de pelsdierhouderij uitoefenen, maar (volledig) afhankelijk zijn van de pelsdierhouderij, bij de rechter met succes aanspraak kunnen maken op vergoeding van schade als gevolg van het verbod.
  4. Als onder omstandigheden wel schade aan pelsdierhouders zou moeten worden vergoed, dient een adequate schadevergoeding te worden geboden. Dat is waarschijnlijk niet een volledige schadevergoeding.
    Het gaat erom dat met de schadevergoeding een redelijke verhouding (fair balance) wordt bewerkstelligd tussen het algemeen belang dat gediend is met het verbod en de onevenredig geschade belangen van de desbetreffende pelsdierhouders. Het is bovendien aannemelijk dat de rechter een deel van de onevenredige schade voor rekening van de pelsdierhouders zal laten, omdat dit tot hun normale maatschappelijke risico behoort.
  5. Indien niet méér wordt vergoed dan de geleden schade voor zover onevenredig, is geen sprake van staatssteun. Er wordt immers geen voordeel aan de pelsdierhouders verstrekt.

25 september 2007

Geen schadevergoeding voor de nertsenhouderij

Op Agriholland en het LEI valt het volgende te lezen:
In 2006 heeft de Socialistische Partij een initiatiefwetsvoorstel ingediend om de nertsenhouderij in Nederland te verbieden. De SP zal waarschijnlijk ook inzetten op een schadeloosstelling voor de sector. Dit rapport is op basis van een quick scan onderzoek opgesteld om achtergrondinformatie te leveren over de economische gevolgen van een eventueel verbod op de nertsenhouderij. De quick scan is uitgevoerd in opdracht van het Ministerie van LNV (Directie Landbouw). Het eindconcept is ook besproken met vertegenwoordigers van het PVE (Productschappen Vee, Vlees en Eieren) en NFE (Nederlandse Federatie van Edelpelsdierenhouders). Zowel de PVE als de NFE hebben daarbij te kennen gegeven op geen enkele wijze mee te willen werken aan een eventuele afbouw van de nertsenhouderij in Nederland.

Het LEI heeft tevens een verkenning uitgevoerd naar de mogelijke economische gevolgen van een verbod op de nertsenhouderij in Nederland. Wanneer de nertsenhouderij per direct verboden zou worden zou dat leiden tot een schade van 479 miljoen en van 0 tot 12 miljoen euro per jaar voor de voersector. Zou de sector geleidelijk over een periode van 10 jaar worden afgebouwd dan voorziet het LEI een schade door verlies van inkomen en sloopkosten van 179 miljoen. Daarbij wordt verondersteld dat er geen vermogensschade optreedt.
Tot zover.

Het schadeloos stellen van de sector is niet zo logisch als men het doet voorkomen. Normaal gesproken worden mensen schadeloos wanneer zij als gevolg van een politieke beslissing het veld moeten ruimen.
De nertsenhouderij is geen normale sector. Het is een sector waarvan men vindt dat ethische grenzen worden overschreden. Mensen die je grenzen oplegt op basis van hun ongewenste gedrag en handel, betaal je ook geen schadevergoeding. Dat zou bij deze sector ook nagelaten mogen worden.

09 mei 2007

Geef de nertsenhouderij geen vergoeding

De Raad van State is kritisch over een essentieel punt in het initiatief-wetsvoorstel van de SP voor een verbod op de nertsenhouderij.
Volgens haar kan niet én een beëindigingsvergoeding worden gegeven én een afbouwtermijn worden gesteld, anders geldt het als staatssteun.

Krista van Velzen, de indiener van het wetsvoorstel, legt zich niet bij deze kritiek neer. ”Ik ga op zoek naar een betere motivering van mijn voorstel,” zegt ze. ”Ik wil een goede beëindigingsregeling voor de nertsenhouderij, dus met een vergoeding en een afbouwtermijn. Dat is ook wat de sector wil, als mijn voorstel door het Parlement wordt aanvaard.”

De vraag is waarom er gezocht wordt naar een financiering van een vergoeding van de sector. Wanneer een politieke meerderheid het over eens is dat een bepaalde sector moet worden verboden, dan kan de streep worden getrokken na de laatste productie van nertsenvellen. Door simpelweg te verbieden om nieuwe nertsen te fokken vanaf een bepaalde datum zou de wet afdoende en rechtvaardig binnen een jaar kunnen worden uitgevoerd zonder de noodzaak om ook de nertsenhouder financieel te hoeven te compenseren.
Vergelijk dit met het verbieden van de wietproductie. Wanneer een wietplantage wordt opgerold, wordt de wietproducent ook niet financieel gecompenseerd voor het verlies aan inkomen. Een akkerbouwer moet elk jaar opnieuw besluiten wat hij gaat inzaaien. Als een gewas niet meer rendabel is of wordt verboden, kiest hij een andere bestemming voor zijn land.
Een nertsenhouder heeft zijn stallen. Stallen zijn gebouwen, je kunt simpelweg een andere bestemming kiezen, bij voorkeur een zonder dieren.

Leeswijzer


Kijk op Facebook voor onze reactie op de actualiteit.
Aanbeveling: Thema's of steekwoorden vindt u via de labels onderaan de pagina of op Animal Freedom. Klik hier voor de laatste bijdragen.
Klik hier voor het beleid om uw privacy te beschermen.

Waarom dit blog?

De Nederlandse veehouderij is vooral gericht op zoveel mogelijk voor de export te produceren onder het motto “meer, meer, meer en groot, groter, grootst”. Dit heeft negatieve gevolgen voor zowel de dierenwelzijn, biodiversiteit, het milieu, het klimaat, de portemonnee en de gezondheid van burgers en ook voor welwillende boeren.
Dit blog verzamelt kritische artikelen die de wurggreep beschrijven waarin de veehouderij zichzelf heeft vastgezet. Zo willen we niet alleen een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de kwaliteit van het leven voor alle belanghebbenden, maar ook aan een schone, gezonde omgeving en een beter dierenwelzijn.

Ook de argumentatie dat dieren grondrechten hebben kan beter en meer aansluiten op hoe mensen voor zichzelf vinden dat recht moet gelden. Alle dier(soort)en kunnen in hun recht op vrijheid als (intrinsiek) evenwaardig aan mensen beschouwd worden. Dierenrechten zijn mensenrechten, die mensen de kans geeft om voor dieren op te komen.
Dieren, bijv. in de intensieve veehouderij, worden behandeld als een object in plaats van een subject met gevoelens en rechten.

De snelheid en het aantal dier(soort)en dat we voortdurend gebruiken is immens. De bijdrage aan onze welvaart en economie van de agrosector is gering. De oplossing is simpel en van niemand anders dan van ons zelf afhankelijk.

Dierenrechten in woord en beeld

Vrijheid is ook een intrinsiek grondrecht voor dieren. Dieren zijn geen dingen Dierenrechten zijn mensenrechten. Mensen moeten voor dieren kunnen opkomen wanneer hun grondrecht wordt geschonden.
logo van Animal Freedom yin en yang
Lees hier over de redenen waarom dieren recht op vrijheid hebben. Lees hier waarin mens en dier evenwaardig zijn.