Mens en dier zijn (intrinsiek) evenwaardig in hun recht op vrijheid

Bij de Stichting Animal Freedom leest u over de gedachte achter dierenrechten.
Hier leest u over ontwikkelingen in de agrosector en de gevolgen voor dieren(rechten).
Alle levende wezens zijn verschillend maar evenwaardig in het recht op vrijheid op een natuurlijk leven.
Een dier is (net als een mens) geen ding of een object.
Dierenrechten zijn mensenrechten. Mensen moeten kunnen ingrijpen wanneer mensen dieren misbruiken of onrecht aandoen.
Posts tonen met het label rendement. Alle posts tonen
Posts tonen met het label rendement. Alle posts tonen

08 maart 2015

De intrinsieke waarde en het kwade geweten

Bas Heine schrijft in de NRC over het verzet van de studenten tegen het doorgeschoten „rendementsdenken” onder de titel "kwaad geweten".

Hij vraagt zich af: "Als het markt- en rendementsdenken zo voorbijgaat aan waar het werkelijk over zou moeten gaan, hoe heeft het dan zo overheersend kunnen worden?"

Hieronder een stukje uit zijn column waarin hij schrijft over intrinsieke waarde. Met de term "intrinsieke waarde" hebben ook veel dierenbeschermers aandacht gevraagd voor de positie van dieren in de bio-industrie.

Dit heeft niet gewerkt en zal ook nooit werken. Om de reden begrijpelijk te maken het volgende gedachte-experiment.

Lees onderstaande tekst van Heine, maar houdt dan in het achterhoofd dat het niet over schilderijen gaat maar over varkens, kippen en koeien uit de vaderlandse vee-industrie.

Ik herinner me een debat in Paradiso waarin de toenmalige Amsterdamse wethouder Geert Dales triomfantelijk verkondigde dat wanneer je geld voor de kunsten wilde krijgen, je in geen geval over de intrinsieke waarde van cultuur moest beginnen – dan kon je het wel schudden. Dat gold toen als verfrissende nuchterheid. Inmiddels is deze VVD-bestuurder allang ten onder gegaan aan zijn eigen rendementsdenken. Maar zijn manier van denken is gemeengoed geworden.

Kijkcijfers, oplagecijfers, bezoekersaantallen, clickbait – met de mond belijden we keurig dat die cijfers natuurlijk niet de essentie raken. Maar wat de essentie dan wel is, daar hebben we nauwelijks woorden meer voor. De taal van de cijfers is de enige overgebleven gemeenschappelijke taal.

In discussies met publiek over dit onderwerp leg ik wel eens de volgende vraag voor: stel u staat voor een schilderij – geen beroemd doek, maar wel van een beroemd kunstenaar, laten we zeggen een niet zo bekende Picasso. Wanneer we willen praten over de waarde van dat doek, waar heeft u het dan het liefst over? Over de artistieke waarde, wat het met u doet, wat u erin ziet, wat ermee wordt uitgedrukt over mens, geest, wereld? Of heeft u het liever over marktwaarde, wat het zou opbrengen op de veiling van Sotheby’s? Artistieke waarde of marktwaarde?

Het antwoord laat zich raden. Iedereen wil het over de intrinsieke waarde van het schilderij hebben. Dat we intussen in een maatschappij leven waarin altijd en overal het tweede antwoord wordt gegeven, dat verklaart ons kwade geweten.


Tot zover Bas Heine. Zijn dieren in de bio-industrie uniek? Waarvan ergens veel van is, verliest voor de mens waarde. Heeft het zin om aandacht voor hun positie te vragen met een begrip dat per definitie niet aansluit bij de beleving van mensen over het lot van dieren?

Wilt u meer lezen over hoe het denken over de "intrinsieke waarde van dieren" tot stand kwam? Klik dan hier.

09 februari 2009

Duurzaamheid is het toverwoord om te bedelen voor subsidie

Nu in de landbouw door de kredietcrisis de buikriem wat dreigt te worden aangehaald probeert de Agrosector met oude wijn in nieuwe zakken weer eens een graai te doen in de subsidiepot. Het verzoek om steun van de overheid gaat onder het mom van duurzaamheid bevorderen.
Toen de vuilnisdienst een te lage status kreeg, werd de naam veranderd in milieudienst.
Toen het spuiten van landbouwgif door de consument met argusogen werd bekeken, hernoemde men het gif in gewasbeschermingsmiddelen.
Ordinair meer geld verdienen door te bezuinigen op dierenwelzijn en megastallen te bouwen heet nu rendementsverbetering.
Is mest een probleem? We voegen wat voedsel toe aan de mest en we wekken energie op via een biomassavergisting in een biogasinstallatie of we rijden meer uit op het grasland dan de EU verstandig vindt en noemen dat derogatie.
Wordt energie te duur? We vragen subsidie om maatregelen te nemen om energie te besparen en daarmee de concurrentiepositie te versterken en om nog meer buitenlandse boeren te kunnen beconcurreren.
Heeft het publiek problemen met het permanent houden van vee binnen de stallen? Geen probleem, we noemen het binnenshuis verzamelen van mest minder belastend voor het milieu.
Vindt het publiek de megastallen lelijk? We pleiten voor een betere inpassing van agrarische bedrijvigheid in het landschap.
Vindt het publiek dat varkens niet permanent tussen stangen moeten staan? We richten wat (zicht)stallen in met varkens in het stro en we laten het publiek binnen met de boodschap dat straks alle varkens zo gehuisvest zullen worden.

Kortom, de lijst met voorbeelden waarop de Agrosector de belastingbetaler in het ootje neemt is lang. Het gaat niet om de waarheid, maar om de geloofwaardigheid van het imago. En de sector weet dat het publiek zich graag in slaap laat sussen. Die heeft immers andere zorgen aan zijn hoofd dan het luisteren naar zijn geweten.

Het “verduurzamen” van de agrosector is allemaal uitstel van executie, want de Nederlandse veehouderij bevindt zich op een doodlopende weg. Dat de grote boeren, die het hardst doen aan schaalvergroting, het laatst zullen overblijven is geen argument om onder het mom van duurzaamheid belastinggeld over de agrarische hanenbalk te gooien.
Wat boeren hier in ons land doen, kunnen boeren in het buitenland op den duur veel goedkoper wanneer ze –gedwongen door valse concurrentie- de innovaties en het negeren van de belangen van mens, dier en milieu van ons overnemen.
Duurzaam beleid is de veestapel te verkleinen en over te laten aan die veehouders die minstens het eko-keurmerk of het Demeter-keurmerk voeren, maar liefst nog meer doen aan echt ecologisch verantwoorde maatregelen. Het kost de consument wel wat meer geld en levert gezondere voeding op, maar het bespaart de belastingbetaler bakken met geld.

06 november 2008

Boerenslimheid op de academie is dood in de pot

Op de melkveeacademie (november 2008) het verslag van een workshop die varkenshouder Johnny Hogenkamp gaf aan melkveehouders. De boodschap is om uit te breiden in tijden dat de melkprijzen laag zijn en vooral aan te sturen op verlaging van de kostprijs.
Dit is een krankzinnige aanbeveling, want dat betekent dat de sector recht tegen de marktvraag ingaat. De aanbeveling is alleen logisch bij een groeiende markt en het is maar de vraag of de groeiende wereldbevolking een groeimarkt is voor de Nederlandse melkveehouderij. In plaats van marktgestuurde balans vertoont de sector groeidwang.
Op deze wijze zet de agrosector versneld een koers in, die alleen maar gericht kan zijn op schipbreuk. Immers, een deel van de investeerders zal zich nodeloos in schulden steken en nooit meer voldoende rendement halen. De gerichtheid op lage kostprijs levert gevaar op voor de kwaliteit van het product door lager dierenwelzijn, hogere milieubelasting en ziektedruk.

Het wordt tijd dat de consument en de kiezer zich wat meer afwendt van de zuivelsector. Melk en kaas zijn niet nodig voor de dagelijkse levensbehoefte en te hoge consumptie daarvan is schadelijk. De groeidwang van de Agrosector verruïneert het landschap op het platteland en behalve een kleine groep boeren wordt daar niemand beter van.

Leeswijzer


Kijk op Facebook voor onze reactie op de actualiteit.
Aanbeveling: Thema's of steekwoorden vindt u via de labels onderaan de pagina of op Animal Freedom. Klik hier voor de laatste bijdragen.
Klik hier voor het beleid om uw privacy te beschermen.

Waarom dit blog?

De Nederlandse veehouderij is vooral gericht op zoveel mogelijk voor de export te produceren onder het motto “meer, meer, meer en groot, groter, grootst”. Dit heeft negatieve gevolgen voor zowel de dierenwelzijn, biodiversiteit, het milieu, het klimaat, de portemonnee en de gezondheid van burgers en ook voor welwillende boeren.
Dit blog verzamelt kritische artikelen die de wurggreep beschrijven waarin de veehouderij zichzelf heeft vastgezet. Zo willen we niet alleen een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de kwaliteit van het leven voor alle belanghebbenden, maar ook aan een schone, gezonde omgeving en een beter dierenwelzijn.

Ook de argumentatie dat dieren grondrechten hebben kan beter en meer aansluiten op hoe mensen voor zichzelf vinden dat recht moet gelden. Alle dier(soort)en kunnen in hun recht op vrijheid als (intrinsiek) evenwaardig aan mensen beschouwd worden. Dierenrechten zijn mensenrechten, die mensen de kans geeft om voor dieren op te komen.
Dieren, bijv. in de intensieve veehouderij, worden behandeld als een object in plaats van een subject met gevoelens en rechten.

De snelheid en het aantal dier(soort)en dat we voortdurend gebruiken is immens. De bijdrage aan onze welvaart en economie van de agrosector is gering. De oplossing is simpel en van niemand anders dan van ons zelf afhankelijk.

Dierenrechten in woord en beeld

Vrijheid is ook een intrinsiek grondrecht voor dieren. Dieren zijn geen dingen Dierenrechten zijn mensenrechten. Mensen moeten voor dieren kunnen opkomen wanneer hun grondrecht wordt geschonden.
logo van Animal Freedom yin en yang
Lees hier over de redenen waarom dieren recht op vrijheid hebben. Lees hier waarin mens en dier evenwaardig zijn.