Mens en dier zijn (intrinsiek) evenwaardig in hun recht op vrijheid

Alle levende wezens zijn verschillend maar evenwaardig in het recht op vrijheid op een natuurlijk leven.
Een dier is (net als een mens) geen ding of een object.
Mensen moeten kunnen ingrijpen wanneer mensen dieren misbruiken of onrecht aandoen.
Posts tonen met het label protest. Alle posts tonen
Posts tonen met het label protest. Alle posts tonen

19 juli 2022

Drogredenen bij het steunen van boeren

Geen boer, geen voer. Wat zou daarmee worden bedoeld? Geen boer, geen veevoer? Zonder boeren, hebben we niets te eten? 80 procent van de agrarische productie wordt geëxporteerd en 70% van ons voedsel wordt geïmporteerd.
Zouden we in ons land honger lijden wanneer om een of ander wonderlijke reden er een tijd lang in ons land geen voedsel wordt geproduceerd?
Antwoord: nee, zolang de distributiecentra niet worden geblokkeerd.
Of wordt er bedoeld dat wanneer er plotseling nergens meer op de wereld boeren zouden zijn dat er dan honger in ons land komt?
Antwoord: ja, duh!

Gezien de grote steun voor de protesten van de boeren bij de burgers en het grote aantal zetels dat nu gepeild wordt voor de BoerBurgerBeweging onder de leiding van Caroline van der Plas en de lage kwaliteit van de argumentatie moet er iets aan de hand zijn wat toch aanslaat bij velen.
Die verklaring kan liggen in een algehele onrust en onzekerheid onder de bevolking over de toekomst en onvrede over het kabinetsbeleid. Dan is het aantrekkelijk om je steun te geven aan een groep die zo machtig lijkt dat ze niet worden tegengehouden door de politie en naar wie de politiek onder de druk lijkt te willen luisteren. Misschien kunnen de boeren voor een andere regering zorgen.
Het kan ook zijn omdat door de BBB en door de boeren overvloedig gebruik gemaakt wordt door drogredeneringen. Drogredeneringen zijn oneigenlijke argumenten die door degene die ze aanhoort niet worden doorzien als ongeldig. Leugens vermomd als waarheid.
Veel burgers uit de stad hebben geen benul van de veranderingen die op het platteland hebben plaats gevonden in de praktijk van dieren houden. Zij hebben romantische herinneringen aan een manier van werken met dieren die nog nauwelijks meer bestaat.
Die burgers zijn door hun onwetendheid en onzichtbaarheid van wat er in de stallen gebeurt gemakkelijk te manipuleren met drogredenen.

Er zijn nogal wat drogredenen die in de strijd worden geworpen.
De cirkelredenering:
Het heeft geen zin om iets te doen aan de grote vleesconsumptie, want bijna niemand doet mee
Het heeft geen zin om de veestapel te krimpen, want het aantal vleeseters groeit

Het beroep op macht:
Ik hoop voor je dat je zelf nooit in die omstandigheden terecht komt dat je boeren nodig hebt
Ik hoop voor je dat er straks nog boeren over zijn, want anders moet je gras eten

Het beroep op de gevolgen:
Als jouw actie om minder vlees te produceren succes heeft, dan betalen we allemaal voor de gevolgen

Het beroep op oneigenlijke argumenten:
Het is onzin om je hier druk te maken over dierenwelzijn, want ergens anders is het nog slechter
Wanneer we stoppen met vlees eten dan moeten er miljoenen dieren naar de slacht

Het beroep op onbekende argumenten:
Natuurlijk mag wat mensen met dieren doen, want mensen zijn intelligenter
Natuurlijk eten mensen vlees, want hun gebit is er geschikt voor

De drogreden van deel en geheel:
Ik kan voorbeelden noemen die weliswaar dieren het leven hebben gekost, maar vele mensenlevens hebben gespaard

Het argument op de man:
Je zegt dat je voor dieren bent, maar je profiteert zelf ook
Je wilt geen dieren eten, maar je draagt wel leren schoenen

Het beroep op autoriteit:
Ik studeer medische biologie en kan weten waarom dierproeven noodzakelijk zijn
Ik woon tussen boeren en weet dat zij heel veel van dieren houden

Het beroep op onwetendheid:
Dieren vinden het niet erg om gebruikt te worden, want je kunt niet bewijzen dat ze het wel erg vinden

Het beroep op vermeend verband:
We hebben altijd al dieren gebruikt en dat heeft veel opgeleverd

Het beroep op het volksgevoel:
De meeste mensen vinden het gebruik van dieren heel gewoon

Het beroep op medelijden:
Als dieren niet meer gebruikt mogen worden, raken veel mensen werkloos

Het ontduiken van de bewijslast:
Ieder weldenkend mens weet dat het niet erg is om dieren te gebruiken

Stroman. Vertekenen en in de grond boren:
A 'We moeten heel voorzichtig zijn met het toepassen van kunstmest, bestrijdingsmiddelen en antibiotica'.
B 'Dus jij zegt dat we die middelen niet moeten toestaan?'

Het vertekenen van de standpunten:
Dieren rechten toekennen betekent dat dieren hetzelfde behandeld moeten worden als mensen.

Het argument "geen boer, geen voer" is een drogredenering die geschaard kan worden onder het beroep op macht of het beroep op de gevolgen. Eigenlijk is het ook een vertekenen van standpunten want het regeringsbeleid is niet gericht tegen boeren. Dat de overheid aanbiedt om boeren uit te kopen die te dicht bij een kwetsbaar natuurgebied wonen is geen reden om te stellen dat de voedselvoorziening in gevaar komt of nog sterker dat de overheid er op uit is om alle boeren van hun land te verdrijven.

09 juli 2022

Een sociaal contract nu ook met de natuur

Tussen burgers en de staat bestaat een virtueel sociaal contract. Het is niet letterlijk getekend maar we worden wel geacht ons daaraan te houden zodat we in vrede en constructief kunnen samenleven.
We spraken af dat het in ieders belang is om een centrale gezagsinstantie in te voeren die toeziet op de openbare orde. Het sociaal contract riep dus de staat in het leven en maakt losse individuen tot burgers met een gezamenlijk belang. Zij komen overeen dat ze allemaal iets van hun vrijheid inleveren. Ze moeten zich houden aan regels en wetten. In ruil daarvoor krijgen ze bescherming van de staat. Die moet vooral zorgen voor vrede en veiligheid’.

Het leger en de politie kregen de monopolie op het gebruik van geweld om de orde te handhaven. In ruil daarvoor worden zij streng gecontroleerd bij het toepassen daarvan. Uiteraard is dit mensenwerk en kan er wantrouwen ontstaan bij het controleren en toezicht houden daarvan.
Bij de globale protesten is een nieuw machtsmiddel geïntroduceerd: het grote voertuig in de vorm van trucks en tractoren. De overheid kan dit machtsmiddel verbieden of met nog grotere machtsmiddelen in bedwang houden, maar vreest escalatie. De publieke opinie werkt naast blokkades met de voertuigen daarbij verlammend. Wanneer het publiek zich dreigt af te keren van het sociale contract, dat de staat mag bepalen hoe de orde wordt gehandhaafd en de politiek bang is om kiezers te verliezen, is ook de overheid vleugellam.

Welke machten en krachten spelen er? Alle partijen in ons land zullen zich moeten afvragen wat hun rol is in de beïnvloeding van de publieke opinie. De redacties van tv-programma over het nieuws (NOS, Eenvandaag, OP1, RTL-nieuws, etc.) hebben in hun keuze van items, manier van verslaggeving en uitnodiging van gasten grote invloed op de vorming van opinie. Beleidsmakers als politici en ambtenaren hebben ook de taak om hun beleid te onderbouwen en uit te leggen.
De opsomming van de taken en verantwoordelijkheid van alle partijen die invloed hebben op de dynamiek in de samenleving kan nog veel langer doorgaan. Uiteindelijk is het van belang om te beseffen dat de dynamiek niet echt valt vast te leggen en dat deze onmacht meer een goede zaak is dan iets om te willen domineren. Grote bedrijven beseffen dit al eeuwen en gebruiken hun geld (steekpenningen) om pulsgewijs bij te sturen via marketing en steun aan verzetsgroepen en lobbygroepen. De werking van het kapitalistische marktsysteem lijkt daarmee slechts in handen te liggen van de grote bedrijven. Money rules.

Al een aantal jaren lijken veel burgers de hakken in het zand te hebben gezet en zich te hebben voorgenomen om zich niet meer van de wijs te laten brengen. Dat leidt tot ergernis over en weer bij het uitwisselen van informatie over standpunten. Geen enkel argument lijkt meer indruk te maken; er wordt slechts gezocht naar onderbouwing van het eigen gelijk. Simpelweg is daarmee het dilemma ontstaan dat iedereen zich weliswaar bewust is geworden van de principiële oncontroleerbaarheid van het leven en van de samenleving maar ook wenst om star vast te houden aan de eigen mening. Er wordt gezocht naar individuen die snode plannen lijken te hebben om de wereldbevolking weer in het gareel te krijgen. Vooral de uitlatingen en het gedrag van rijk geworden ondernemers worden daarbij met extreem veel wantrouwen bekeken. Immers zij hebben bewezen het spel te kunnen spelen en hebben er belang bij om hun positie te handhaven.

Hoe ontstond er extra en contraproductieve beweging in de publieke opinie? In een samenleving waarin iedereen gelijk heeft kan niemand dat gelijk van iedereen krijgen. Gelijk hebben en gelijk krijgen is dus niet meer genoeg. Er zal opnieuw aandacht besteed moeten worden aan de redenen waarom we het impliciete sociale contract dat we ooit zijn aangegaan. We hebben een samenleving opgebouwd waarin de deelnemers gelijke rechten hebben gekregen en de uitwerking daarvan is gebaseerd op de principes van de Franse Revolutie: vrijheid, gelijkheid en broederschap. Je kunt liefde in persoonlijke relaties niet afdwingen, laat staan tussen mensen die elkaar niet kennen, daarom is broederschap min of meer open gelaten. Solidariteit wordt tegenwoordig minder gevoeld omdat macht direct en indirect te vaak wordt misbruikt en vaak in de media aan de kaak is gesteld. Inflatie bijvoorbeeld loopt op en geen overheid of instantie op welk niveau dan ook kan dit fenomeen met simpele ingrepen onder de duim krijgen. Gevolg is onzekerheid en gevoelens van basale onveiligheid.

Wanneer we ons beperken tot Europa dan moeten we constateren dat we de wetgeving en de uitvoering en handhaving daarvan hebben overgedragen aan samenwerkingsverbanden als de EU en de NAVO. De invloed van het individu op ontwikkelingen in eigen land is daarmee nog kleiner geworden, terwijl er door de technologie (Internet en sociale media) bubbels zijn ontstaan om voldoende medestanders te vinden die het ongenoegen over onzekerheden lijken te delen. De dynamiek van de samenleving heeft het individuele niveau nog meer ontstegen. In plaats van ons daarbij neer te leggen en ons constructief in te zetten, verlangen en zoeken we naar tekenen van verzet door groepen en individuen die effectief lijken te blijven strijden voor hun vrijheid. Grote groepen burgers verklaren zich solidair met die strijders zonder zich af te vragen of zij daarmee niet juist de kwaal verergeren en of de strijders wel helden zijn die strijden voor een goede zaak. Worden de problemen opgelost of verergerd?
Zoals gesteld is broederschap tussen volkeren altijd open gelaten. Er is wel gewerkt naar overdracht van macht naar landen overstijgende verbanden. Krijgen we als burgers weer vertrouwen in de integriteit van die verbanden en in grote bedrijven? Het antwoord is hetzelfde als hiervoor bij het vertrouwen in het sociale contract binnen het eigen land: nee, niet sluitend, open.

Een sociaal contract tussen wereldburgers is in principe geen ander contract dan met burgers uit eigen land. Het vraagt een bewust zijn van evenwaardigheid. Evenwaardigheid niet alleen tussen alle mensen levend op aarde, maar ook met de natuur die uiteindelijk bepaalt of de levensomstandigheden overleven toelaat. Moeten we daarvoor de natuur domineren of betrekken in ons sociaal contract? Wanneer we de principes van de Franse revolutie toepassen op onze omgang met de natuur weten we wat ons te doen staat: alle levende wezens zouden moeten kunnen leven in vrijheid. Ons mensen rest ons slechts om voorbij te kijken aan onze directe belangen. De uitvoering daarvan hoeven we elkaar niet op te leggen, we hoeven elkaar en onszelf bij het vormen van opinie slechts te herinneren aan het principe: iets is goed wanneer het meer vrijheid oplevert dan er is ingeleverd.
Op alle niveaus: globaal, via landen en individuen tot aan elk levend wezen in de natuur.

28 februari 2020

Boeren gebruikten de winterrust voor oorlogvoering

Als rivierdelta kent Nederland veel vruchtbare grond. Die grond is voor 70% in gebruik door akkerbouwers en veehouders en de overheid wil een deel overnemen voor andere doeleinden, zoals huizenbouw en natuur. Er is behoefte aan woningen en in de EU is afgesproken dat ieder land minstens 17% van het grondgebied tot natuur zou bestemmen en op dit moment is 13% van Nederland natuur.
Op de natuurgebieden die er zijn komt ammoniak neer afkomstig uit de landbouw. Dat zorgt voor overbemesting waardoor er andere planten en dieren zijn dan de bedoeling is. Natuurbeheerders hebben belang bij minder uitstoot door nabijgelegen veehouderijen.

Boeren moeten dus inleveren en een deel zou zich graag laten uitkopen om met het geld te gaan rentenieren of een andere onderneming op te zetten, ter plekke of elders in het (buiten)land.
Hoe dat inleveren tot stand moet komen is onderdeel van het politieke debat. Tjeerd de Groot van D’66 gooide aan het eind van de zomer van 2019 de knuppel in het hoenderhok door op te roepen om de veestapel met de helft te doen krimpen. Die krimp zal zeker een aantal problemen oplossen, maar heeft ook veel verzet bij boeren opgeroepen die vinden dat ze niet voldoende financieel gecompenseerd worden en die (net als onder meer de veevoederbedrijven en exporteurs) hun verdienmodel gedwarsboomd zien.
Investering in huisvesting voor dieren moeten terugverdiend worden in de loop van tientallen jaren. Ook financierders denken mee over de haalbaarheid daarvan. En de geluiden dat we over een tiental jaren geen vlees meer eten afkomstig van dieren, gehouden in stallen, komen bij de banken beter aan dan bij de veehouders.

Boeren zijn al 50 jaar gewend dat de politiek wel een oplossing vond die hen ruimte om te groeien opleveren zou. Die oplossingen variëren van directe inkomenssteun, wegkijken en door de vingers zien van fraude bij regelgeving, warme sanering, afwentelen van schade op de belastingbetaler, oncontroleerbare rekenmodellen die schade van uitstoot bagatelliseren, etc..
Sommige van die steun van de overheid is niet goed uitgepakt. Het stimuleren van het jaarrond binnenhouden van koeien op stal met roostervloeren in het kader van schaalvergroting heeft een probleem met ammoniakuitstoot opgeleverd. Koeienpoep en -pies komen in de ondergrondse mestkelders samen en vormen ammoniak. Die ammoniak ontsnapt dag en nacht door de roosters in de stalvloer of wordt later uitgereden op de landerijen. Nu de stallen er staan kost het veel geld om de vloeren aan te passen of andere technologie te ontwikkelen. Oplossingen worden dan ook gezocht in minder eiwitrijk voer dat leidt tot minder problematische mest, het ontwikkelen van koeientoiletten om de urine op te vangen, weer meer in te zetten op weidegang. Maar dat zijn slechts druppels op een gloeiende plaat, heet gehouden door ontvlambare gassen.

Ondertussen protesteren de boeren met hun buitenproportioneel grote tractoren als tanks op de openbare wegen en slaan oorlogszuchtige taal uit tegen de overheid en beschermers van milieu en dierenwelzijn. Het sluit de rijen intern, maar roept extern weerstand op.
Het voornaamste effect is dat het publiek wakker wordt en geattendeerd wordt op de gang van zaken in de agrosector. De media vormen hierbij een informerende en opiniërende rol op een manier die boeren niet goed uitkomt, want meestal ondersteunen de conclusies van hun artikelen de waarschuwingen van activisten die al meerdere decennia eerder werden afgegeven.

Positief effect van de protesterende boeren is dat ook andere uitstoters van schadelijke stoffen nu de noodzaak voelen om hun uitstoot te verlagen en de bedrijfsprocessen zo aan te passen dat ze minder schadelijk voor het milieu zijn en minder of niet meer bijdragen aan klimaatopwarming.

Voor concrete oplossingen voor het stikstofprobleem, luister naar Prof. Jan Willem Erisman, hoogleraar in 'de stikstof' en directeur van het Louis Bolk Instituut, in het interview met Dick Veerman van Foodlog.

08 november 2019

De varkenscyclus en de publieke opinie

Varkenscyclus is het verschijnsel in de economie dat overschotten en tekorten van een bepaald product elkaar afwisselen, doordat aanbieders massaal reageren op de hoogte van de prijzen, maar tegen de tijd dat deze reactie doorwerkt op het aanbod, is de prijs alweer omgeslagen.
Zoals in dit artikel valt te lezen over het verloop van het inkomen van een varkenshouder, kan er erg veel worden verdiend en kunnen verliezen behoorlijk oplopen.

Het houden van varkens kost niet altijd veel tijd. Veel is geautomatiseerd en sommige varkenshouders hebben er een baan bij om inkomsten te hebben in onzekere tijden. Een varkensbaron zet een Poolse arbeider aan het vuile werk en zoekt met de vrijgekomen tijd in binnen- en buitenland naar nog meer uitbreidingsmogelijkheden.
Zodra een vleesvarken is volgroeid kan deze naar de slacht en de varkenshouder moet beslissen om weer de stal te vullen of nog even te wachten. Het lijkt op gokken in het casino: zet ik nu in of laat ik de stal nog even leeg? De varkenshouder lijkt op een gokverslaafde, die zijn geweten onderdrukt.

Frank Kalshoven, directeur van de Argumentenfabriek schrijft in de Volkskrant.
Wie investeert er nu miljoenen euro’s in stallen, rechten, mestverwerking, afzuiginstallaties et cetera, om daar vervolgens zeven dagen in de week druk mee te zijn, voor een beloning die lager ligt dan een modaal salaris? Een beloning die dat ook nog eens als een malle fluctueert in de tijd, om redenen waar je als ondernemer helemaal niets aan kan doen. De varkensprijs, die het jaarresultaat bepaalt, komt tot stand op een wereldmarkt waarop je als individuele boer nul invloed hebt.

Een vergelijkbaar fenomeen als de varkenscyclus treedt op bij de publieke opinie in reactie op elke melding van dierenleed in de veehouderij, maar dan gespiegeld. De agrosector weet dat en heeft er al decennia geleden voor gezorgd dat er in de hoofden van het publiek ingehamerd wordt dat de agrosector onmisbaar is. Van tijd wordt de aandacht voor dierenleed gevangen door dierenactivisten. De sympathie voor de underdog staat in het onderbewustzijn gebeiteld en de underdog is afwisselend het leed van het dier in de veehouderij of zijn eigenaar. Helaas is er weinig oog en compassie voor het gebrek aan natuurlijke omstandigheden in de afgesloten stallen. En dat leed duurt het grootste deel van het korte leven van een dier in de veehouderij. Iedereen is tegen dierenleed en tegen de tijd dat de consument de relatie heeft gelegd tussen het leed en het eigen koopgedrag is de aandacht alweer verschoven naar de stress van alledag. De consument is verslaafd aan haar/zijn koopgewoonten en wil niet gokken of het leven er zonder vlees beter van wordt. De prijs om de moeite te doen het eigen geweten te volgen is (te) hoog.

Citaat uit de Volkskrant:
"Vraag een doorsneeconsument in een willekeurige supermarkt waar hij of zij op let bij het kopen van varkensvlees en je krijgt antwoorden als: ‘Dat er niet te veel vet aan zit’. ‘Dat het er fris uitziet’. En belangrijk: ‘Het moet niet te duur zijn’.
Het belang van dierenwelzijn wordt pas genoemd als daar expliciet naar wordt gevraagd".

De consument kiest op de korte termijn op basis van wat hij/zij ziet. Het in de stallen op- en verborgen dierenleed kan de consument niet inschatten. Wat is dierenwelzijn? Geen pijn lijden? Of zitten er meer aspecten aan? Het zal de consument worst zijn.

Zal er dan nooit een einde komen aan de bio-industrie? Vermoedelijk wel, doordat de markt van de vleesvervangers het tij kan keren. Het is de andere kant van de onverschilligheid van de consument: wanneer het vlees niet meer van een dier afkomstig is en het smaakt bijna hetzelfde en het heeft nog veel meer voordelen, waarom niet?

Omdenken, maar dan anders.
Eigenlijk interesseert het de burger in de stad weinig wat er echt gebeurt in de veehouderij op het platteland en in de natuur. Kleurschakeringen die hij ervaart, rijdend over de snelweg langs de groene woestijn dat vroeger weide was, verwart hij met natuurbeleving. Het gebrek aan interesse zorgt ervoor dat hij/zij afgaat op zijn primaire reactie: de boer moet wel gelijk hebben, waarom zou hij anders klagen?
Vrij naar Opland

Twijfelen aan wat er gezegd wordt door de boer doet de consument niet want hij meent er toch geen verstand van te hebben en het helpt dat de meeste protesten algemeen en indirect worden geformuleerd. "We hebben 25 jaar geleden onder druk van de overheid al zo veel gedaan om de ammoniakuitstoot te verminderen". De boer is standvastig in zijn weerstand en zelfs de (drog)redenatie “ik ben het er niet mee eens en daarom kunnen deze feiten niet kloppen” wordt door de burger braaf geslikt. Stemmenkanon Annie Schreijer-Pierik van het CDA appelleert, net als boer Koekoek vroeger, aan een soort underdog-gevoel bij een deel van de Nederlandse kiezer. Het praten met een regionaal accent en dialect suggereert authenticiteit. Wie kritisch nadenkt, prikt het zo door.

In een serie van vijf verhalen onderzoekt de Volkskrant Nederland varkensland.

Citaat vanuit het perspectief van de varkenshouder.

Stiphout (49), met 365 zeugen en 3.000 vleesvarkens de gemiddelde ­Nederlandse varkenshouder, lacht om die industriële interpretatie van zijn werk. ‘Ik verzorg ze ’s ochtends en ’s avonds, geef ze te eten, speeltjes en ik heb ze in hun leven zeker twee keer in mijn handen gehad’, zegt de varkensboer, die ook bestuurslid is van de Producenten Organisatie Varkenshouderij (POV). ‘Ik zie dat niet als een industrie’.

Vleesvarkens met speelketting als enige afleiding
Vleesvarkens met speelketting als enige afleiding

Citaat vanuit het perspectief van de consument.
Bij het zien van de nauwe kooien waarin zijn zeugen hun pasgeboren biggen voeden of de raamloze hokken waar vleesvarkens iets meer dan een vierkante meter hebben, zullen veel getuigen tot een andere conclusie komen. Zij schrikken als zij zien hoe varkens in hun ogen als productie-eenheden worden behandeld. Terwijl de boer oprecht in de overtuiging leeft dat hij er naar eer en geweten alles aan doet om de voedselveiligheid op een nette manier te waarborgen. Stiphout: ‘Je doet het goed, dat mogen mensen ook best eens tegen de boer zeggen’.

Citaat uit aflevering 2:
Biologische varkensboer Overesch is sceptisch over het varkensgeluk in de gangbare veehouderij. ‘De vraag is niet of het kan, maar of we het moeten willen’, zegt hij. ‘We moeten eens af van die wedloop naar steeds meer, steeds groter, steeds efficiënter, steeds goedkoper. Nederland hoeft de wereld niet te voeden. Ik geloof in kleinschalige kringlooplandbouw, waarbij de varkens met hun mest in dienst staan van de akkerbouw, net als vijftig jaar geleden. Waarom zouden wij als klein land varkensvlees aan China moeten leveren en daarvoor ook nog eens veevoer uit Zuid-Amerika halen’?

Meer lezen? Volg de Volkskrant of lees de opzettelijke spraakverwarring tussen boer, burger en ambtenaren.

Voor wie direct een oplossing zoekt voor zichzelf en een knagend geweten: Welke toekomstvaste beslissing kun je nu al nemen?

06 oktober 2019

Hoe slecht gaat het nu echt in de landbouw?

In de nasleep van het boerenprotest van 2 oktober op het Malieveld komen veel deskundigen aan het woord over de mist en nevel die landbouwpolitici al tientallen jaren over de waarheid van (de toegevoegde waarde van de intensieve veehouderij op) het platteland verspreiden. Voeren we de discussie over de meerwaarde van de landbouw wel op de juiste cijfers? 60% van de boeren behoort tot de bovenste 20% van de inkomens. 18% van de Nederlandse boeren is miljonair. Bijna tweederde van ons landoppervlak wordt gebruikt voor 2% bijdrage aan ons BNP.

Twee interviews over de manier waarop politici met de cijfers aan de haal gaan. Het eerste is met een hoofdeconoom van het CBS en het tweede een interview door Jort Kelder met een oud-hoogleraar uit Wageningen, Jan Douwe van der Ploeg.

Interview 1. ‘Het beeld dat boeren arm zijn en met keihard werken een laag inkomen verdienen strookt niet met de feiten’, twitterde hoofdeconoom Peter Hein van Mulligen van het Centraal Bureau voor de Statistiek.



Interview 2. Ruim tweeduizend tractoren in Den Haag. Kan het zo zijn dat de boeren die daar stonden onderling ook erg verdeeld zijn. Van der Ploeg denkt van wel en dat begint al bij de Minister van Landbouw, Carola Schouten. ‘Alle tegenspraken die inherent zijn aan de Nederlandse landbouw die komen bij deze minister terug. Ze laat het schip doordenderen en elke keer stuit die op een grens. Deze keer is dat stikstof, de volgende keer zal het energieverbruik zijn’.

Daaronder commentaar van David van der Wilde op Npo1.

Bron: Financieele Dagblad

Wie kijkt naar de feiten, ziet geen zielige boeren. “Boeren zijn boos op het Binnenhof, maar lijken vooral bang voor de ongemakkelijke waarheid”, zegt politiek redacteur David van der Wilde.

12 oktober 2017

Pastoor zegent plezierjacht

RTV Oost meldt het volgende.

De Sint-Hubertusmis op vijf november in de Geesterense Pancratiuskerk gaat door. "De mis is een promotie voor de plezierjacht", aldus de stichting Rechten voor al wat leeft.

Pastoor Pikkemaat ontving dinsdag een schrijven van de Stichting Rechten voor al wat leeft. In de brief vraagt Bep de Boer de kerk om af te zien van de Hubertusmis op vijf november, of een mis te houden zonder jagers, jachthoornblazers en opgezette dieren.

Promotie voor de jacht.

Volgens de stichting wordt door het houden van de mis jagen gepromoot, terwijl er in de samenleving juist sprake is van een afnemend draagvlak voor de plezierjacht.

Geen demonstratie.

Pastoor Casper Pikkemaat respecteert het standpunt en wil in gesprek met de stichting, maar gaat de mis niet aanpassen of annuleren. Bep de Boer van de stichting laat weten geen verdere actie te ondernemen. "We hebben ons punt gemaakt en gaan op vijf november niet demonstreren".

Patroon.
St. Hubertus is de beschermheilige of patroon van de jacht. Op verzoek van een aantal jachthoornverenigingen organiseert de Pancratiuskerk derhalve de Hubertusmis voor jagers, jachthoornblazers en met opgezette dieren. Na afloop van de viering worden buiten de kerk (jacht)honden gezegend.

Tot zover RTV-Oost.

Pastoor Pikkemaat heeft mevrouw de Boer uitgenodigd voor een gesprek in aanwezigheid met betrokkenen. Mevrouw de Boer ziet af van dit gesprek:
"Met jagers hoeven we niet meer te praten, daar zijn we in de loop van de jaren allang mee uitgepraat. Dat is volkomen zinloos. Zij hebben de wet achter zich die de jacht toestaat, en zij zullen de jacht met hand en tand blijven verdedigen. Hun argumenten kennen we, en hun enige doel is om óns te overtuigen van hun ‘goede en noodzakelijke werk. En wij zouden dan in de verdediging moeten. In zo’n zinloze uitputtingsslag hebben we geen zin".

13 september 2015

Boeren verdienen geen steun uit Brussel meer

Boeren leggen geen buffers aan. Zij willen groeien en zo min mogelijk belasting betalen. Subsidie ontvangen daar hebben ze geen enkele moeite mee.

Marike Stellinga is econoom en schrijft in NRC Handelsblad van zaterdag 12 september over de 500 miljoen steun die Brussel gaf aan de protesterende boeren.

Een citaat.
De wereldeconomie is een ongeleid projectiel. Belangrijke sectoren, als voedsel, hebben regulering nodig,” zei de voorman van de melkveehouders in deze krant.
Maar beste meneer, dat geldt voor alle bedrijven. Dan kunnen belastingbetalers élk bedrijf gaan compenseren, wanneer de wereldeconomie even de verkeerde kant op gaat.
Op- en neergang hoort echt bij de economie en dus bij ondernemen. En dat zal je echt zelf moeten opvangen, ook als boer (hoge uitzonderingen daargelaten). Er is nog een argument tegen al die hulp: je beloont slecht gedrag en straft de verstandige ondernemer. Elke keer dat de overheid zielige boeren redt die geen buffer aanlegden voor slechte tijden, staat de ondernemer die wel een buffer aanlegde voor gek. Die kijkt de volgende keer wel uit: hij kan net zo goed meer risico nemen, want de overheid redt je toch wel. Met elke ronde hulp zal je dus minder boeren krijgen die voor zichzelf kunnen zorgen. Van mij mag de markt voor voedsel dus een stuk normaler worden, of moet ik zeggen gezonder?
Op- en neergang hoort bij de economie. Dat moet je zelf opvangen, ook als boer.
Tot zover Marike Stellinga.

Door de huidige kennis over voedseltechnologie is in principe elk land in staat om voldoende voedsel te produceren voor haar bevolking. Het oorspronkelijke probleem van voedselonzekerheid is nu overproductie geworden, waardoor landen elkaars markten kapot kunnen concurreren.

Vlees en zuivel zijn dierlijke producten. Om daarmee de kostprijs bij productie laag te houden, gaat ten koste van dierenwelzijn. Het mestoverschot leidt in landen die exorbitant overproduceren, zoals Nederland, tot milieuproblemen, waarvoor de belastingbetaler direct (om de vervuiling op te ruimen) of indirect (via subsidie uit Brussel) voor opdraait.

16 februari 2012

Wij zijn het megazat

Estera Waas en Christel de Haas hebben hun handen ineen geslagen om samen een grote vreedzame manifestatie te organiseren tegen megastallen, bio-industrie, en afbraak van natuur en milieu. Maar natuurlijk ook vanwege de effecten op de volksgezondheid en de respectloze omgang met dieren. Een soortgelijke manifestatie is op 21 januari met 23.000 mensen in Berlijn tot stand gekomen. Vanwege onze zorgen over de steeds grotere uitbreiding van megastallen en nu zelfs gigastallen, werden wij door de manifestatie in Berlijn geïnspireerd om dat in Nederland ook te gaan organiseren. Wellicht is de manifestatie bij jullie bekend maar voor de zekerheid hierbij een link naar hun website: www.wir-haben-es-satt.de.

We benaderen grote en kleine organisaties die iets te maken hebben met deze onderwerpen omdat we willen laten zien dat wij, burgers en organisaties, het zat zijn. Wij allen voor 1 doel!
Omdat het op dit moment een hot topic is willen we er ook niet erg lang mee wachten maar reeds op 17 maart a.s. laten plaatsvinden in Amsterdam op de Dam. In dat weekend is er ook een Eco Food Film Festival in Amsterdam wat hier mooi op aansluit.

Wat wij willen is een manifestatie vanuit de burger, (motto; we zijn het MEGA zat) maar met bijval van organisaties. Er is nog nooit een echt grote demonstratie tegen megastallen, bio-industrie, en afbraak van natuur en milieu geweest.

20 april 2011

PKN-lid laakt laken verbod op onverdoofd slachten door Synode

Aan het Moderamen van de Generale Synode van de PKN

Geacht Moderamen,

Met verbazing lazen wij het bericht “PKN-voorman Plaisier laakt verbod op onverdoofd slachten” (Trouw 15 april jl.). Ook lazen wij op internet de brief van de PKN aan alle politieke partijen met de oproep om tegen een verbod op de onverdoofde rituele slacht te stemmen.

Namens wie spreekt de PKN hier? Bij mijn weten is niet naar de mening van de afzonderlijke PKN-leden gevraagd! Als PKN-lid herken ik mij in elk geval absoluut niet in deze oproep! En velen in mijn kerkelijke kring ook niet! Ik betreur het dan ook ten zeerste dat zomaar namens mij en vele anderen die voorstander van een verbod op onverdoofd slachten zijn, deze oproep is gedaan. Bovendien betreur ik de gekozen woorden in het Trouw-bericht en op de site van de PKN (“een vorm van sentimentaliteit die hypocriet is”) Hiermee trapt Ds Plaisier mij danig op het hart. Dit is toch geen uitspraak die een pastor waardig is… Hij geeft hiermee een deel van het kerkvolk een veeg uit de pan: alsof wij denken en handelen uit sentimentaliteit, óvergevoeligheid!

Graag wil ik u nuchter en weloverwogen het volgende voorleggen:

In de brief van de PKN aan de politici wordt de “gedegenheid en onweerlegbaarheid” van de vele wetenschappelijke onderzoeken in twijfel getrokken, omdat deze op de website van het NIK worden weersproken. Naar deze website wordt in uw brief verwezen.

Dit zijn echter alle ónafhankelijke onderzoeken die alleen het belang van het dier dienen. Ze komen alle tot dezelfde uitkomst: ónverdoofd slachten is ónacceptabel.

Deze onderzoeken achten wij dan ook betrouwbaarder dan die van de religieuze groeperingen zelf, waar een belang van de eigen groepering/gemeenschap in het geding is. Dat is net als “de slager die zijn eigen vlees keurt”.

Dat het NIK op haar site beweert dat de Partij voor de Dieren aan dieren mensenrechten wil toekennen is al onzinnig. Nergens in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens staat dat men mensen niet onbedwelmd de hals mag doorsnijden.

U stelt dat onverdoofd slachten geen inbreuk maakt op de rechten van dieren zoals die in de Joodse ethiek worden benadrukt.

Afgezien van het feit dat nergens, ook niet in de Joodse ethiek, aan dieren rechten worden toegekend (helaas), betekent het onverdoofd slachten een grote aantasting van het welzijn van het dier, dat in het gunstigste geval pas na circa een halve minuut na de halssnede het bewustzijn verliest. Afhankelijk van de diersoort kan dit zelfs oplopen tot enkele minuten.. Het dier moet dus het hele proces bewust meemaken, inclusief het stressvolle fixeren en kantelen, en dan de drie tot vijf halen met het mes door de hals. Tot het moment van bewusteloosheid verkeert het dier in een toestand van paniek, doodsangst, ontreddering, benauwdheid en pijn.
Met een reversibele elektrische bedwelming (een heel korte stroomstoot door de kop van het dier) is het dier direct buiten bewustzijn, en hoeft dan ook niets van alle voorbereidende handelingen (zoals het fixeren en kantelen) noch van de halssnede zelf bewust mee te maken. Het voorkomt veel dierenleed en na het toedienen van de bedwelming kan het dier alsnog ritueel worden gedood. Dit alles is in diverse landen w.o. in Nederland wetenschappelijk aangetoond. Een reversibele bedwelming wil dus zeggen dat het dier, indien het niet wordt gedood, binnen enkele minuten weer volkomen gezond bijkomt. Er wordt dus niets van het dier beschadigd door de bedwelming. Het leegbloeden van het karkas geschiedt even snel en volledig als wanneer het dier niet is bedwelmd. Ook dat is wetenschappelijk aangetoond. Na deze bedwelming kan het dier alsnog ritueel gedood worden.
Een reversibele bedwelming hoeft dus het ritueel doden van het dier niet in de weg te staan.
(Trouwens, waarom mogen Joodse jongetjes wél een verdoving krijgen voor de rituele besnijdenis? Waarom dit onderscheid?)

Voorts bevreemdt het u dat onze maatschappij zich zo weinig gelegen laat liggen aan het vermijden van dierenleed zoals in de vleesindustrie.

Maar heeft de Generale Synode de politici wel eens opgeroepen de intensieve vee-industrie, de veetransporten en de grove misstanden in vele slachthuizen terug te dringen of zelfs te beëindigen?

In de maatschappij werkt het juist anders. Hoeveel maatschappelijke groeperingen zijn er niet die tegen de mens- en dieronterende intensieve vee-industrie ageren en daar ook alternatieven voor hebben aangedragen? Het is dus niet alleen maar (zoals Ds Plaisier in Trouw zei) “het uitziften van de (in uw ogen) mug“ (de smartelijke dood van jaarlijks twee miljoen dieren), in tegenstelling tot de “kameel” (het overige dierenleed). Zeer veel consumenten kopen diervriendelijker producten en daarnaast is het aantal vegetariërs en veganisten fors groeiende. Er is kennelijk een proces gaande in de maatschappij, dat niet meer te stuiten is, en gelukkig laten ook veel PKN-leden zich meenemen in dat proces. Dat de intensieve vee-industrie nog onverminderd doorgaat in Nederland en zich nog steeds verder uitbreidt (megastallen) is hoofdzakelijk voor de vee- en vleesexport.

Het doet ons deugd dat de Generale Synode nu ook haar zorgen uit over het gigantische dierenleed in onze vee-industrie. Hopelijk kunnen we binnenkort een oproep van de PKN aan de politiek verwachten tegen de dieronwaardige vee-industrie!? De Partij voor de Dieren en de vele dierenorganisaties zouden zich daar zeer door gesteund weten in hun strijd voor een humanere behandeling van onze dieren!

Het verheugt ons, dat in de bijbel aanzetten gegeven worden voor een menswaardige en diervriendelijke omgang met dieren (de andere schepselen die er eerder waren dan de mens) zoals bijvoorbeeld: het onder lasten bezwijkende dier (zelfs dat van de vijand) moet men immers helpen. Voor wie geen stem heeft komt men op.
Kan mijn kerk de stem zijn van al wie vandaag lijdt en zelf geen stem heeft?

Graag zouden wij met u van gedachten willen wisselen over het bovenstaande. In een open gesprek en met wederzijds respect.

In afwachting van uw reactie verblijven wij,

Met vriendelijke groet, en hoogachting,

mevr. E. de Boer, lid van de PKN en
secr. Stichting “Rechten voor al wat leeft

15 december 2009

Geiten binnen houden. ivm Q-koorts?

Wat slechts weinigen die protesteren tegen het ruimen van gezonde, drachtige geiten zich zullen realiseren is dat het protest kan leiden tot nog meer dieronvriendelijke maatregelen.

Dick Veerman schrijft op Foodlog.nl.
“Als maar een half miljoen geitjes al voor zo'n probleem zorgen, dan is dood door schuld straks te verwijten aan degene die niet wil nadenken over dierplezierige gesloten houderijvormen en zelfs over dierenflats. Daarmee kunnen zowel veterinair onwenselijk vervoer als dierenleed door vervoersstress en verwondingen voorkomen worden.
Bekeken vanuit de aantallen van onze totale veestapel, gaat het immers maar om een paar geitjes die nu al voor zulke enorme gevolgen zorgen. Zelfs het decimeren van onze dierenstand en het onderbrengen van nog maar 10% daarvan in scharrelhouderijen in de openlucht is letterlijk levensgevaarlijk”.

Het moge duidelijk zijn dat Veerman in zijn betoog de plank volledig misslaat, want een veestapel, die zowel zeer beperkt is op landelijke als op lokale schaal en die alleen nog maar op biodynamische grondslag wordt gehouden, vormt geen noemenswaardig gevaar meer voor de volksgezondheid. Het gevaar dat dreigt is dat de overheid en de agrosector de Q-koorts gaat aangrijpen om ervoor te pleiten dat geiten voortaan geconcentreerd worden gehouden in gesloten megastallen.
Wat vooral zo schokkend is aan de opvattingen van Veerman is dat hij geen enkel compassie toont voor het leven van dieren in gesloten systemen en dat hij zo naïef is over de diervriendelijkheid van megastallen en de gevaren van scharrelhouderijen.

Voor wie de demagogie van de agrosector geneigd is te geloven, gelieve diervriendelijke tegengas tot zich te nemen via dit artikel “Wat zou ideaal zijn voor het lot van dieren in de veeteelt in Nederland?”.

07 juni 2006

Actie tegen laffe jacht in Oost-Duitsland

Jongeren uit Limburg (Nederland) voeren e-mail actie tegen jachtgruwel in Müritz Nationalpark, (voormalig) Oost-Duitsland.

Tijdens een natuurvakantie begin mei 2006 hebben wij, vier jonge Havo/ Vwo-studenten én natuuronderzoekers, kennis gemaakt met de brute jacht in het Müritz Nationalpark in Oost-Duitsland. Voor ons aanleiding tot het starten van een grote protestactie onder Nederlandse en Duitse jongeren via internet.

Het Müritz Nationalpark bestaat uit meren, moerassen, natte weilanden en bossen en heeft een oppervlakte van 322km².
Tijdens ons verblijf maakten wij kennis met de grootschalige jacht op edelherten, zwijnen, reeën én op dassen. Het prachtige natuurgebied staat bol van jachthutten die naar onze mening niet alleen het landschap ernstig aantasten maar waar ook Nederlanders, als jachttoeristen, gebruik van maken. Zo kwamen wij erachter dat ook veel Nederlanders gebrand zijn op het afschieten van mannelijke edelherten, tijdens de bronstperiode in september. Doelwit zijn de dieren van 10,11 en 12 jaar oud die in de bloei van hun leven zijn. Het formidabele gewei mogen zij als trofee meenemen naar Nederland. De jacht in het Müritzgebied heeft weinig te maken met natuurbeheer maar alles met jacht en geld. In tegenstelling tot eerdere bezoeken aan het Natuurpark hebben wij geen edelherten gezien. Volgens de plaatselijke bevolking zijn in september te veel dieren geschoten en heeft de strenge winter ook zijn tol geëist.

Tijdens onze natuurtochten werden wij geconfronteerd met een volwassen das die vanaf een hoogzit was doodgeschoten. Juist ook nog in de tijd dat deze das z’n jongen moest verzorgen. Wij ontdekten ook de burcht van deze das waar de jonge dieren wachtten op de terugkeer van hun ouder. Zij zullen een wrede hongerdood sterven.

Dassen zijn weliswaar in Duitsland nog niet beschermd maar in het Müritz Nationalpark is het niet toegestaan deze dieren te schieten. Helaas gebeurt het toch! Wij begrijpen niet dat dit mooie en nuttige dier in Duitsland niet wordt beschermd. De das is een nuttig en prachtig dier dat niemand schade of overlast bezorgt. Ook Nederlandse jagers maken zich schuldig aan het schieten van dassen in Duitsland en enkel om de sport.

Met name de confrontatie met de doodgeschoten das heeft ons ertoe aangezet een grootschalige internationale actie op te zetten. In samenwerking met jongeren uit Duitsland sturen wij een protestbrief, als kettingbrief, gericht aan het bestuur van het Müritz Nationaal Park. Wij vragen ook politiek en de media om zich voor ons doel in te zetten en op onze actie te reageren.
Op deze wijze willen wij een bijdrage leveren aan een natuurlijk en diervriendelijk beleid in het Natuurpark. Wij willen dat dassen niet meer mogen worden afgeschoten en het jachttoerisme stopt. Het beleid moet gericht zijn op natuurlijke processen waarbij jacht enkel een functie heeft als er sprake is van schade aan natuur en landbouw en nadat andere diervriendelijke middelen falen. Wij willen, en met ons vele anderen, kunnen blijven genieten van de pracht die deze geweldige natuur biedt.

Leeswijzer


Thema's of steekwoorden vindt u via de labels onderaan de pagina of op Animal Freedom.
Klik hier voor de laatste bijdragen op dit blog
.
Klik hier voor het beleid om uw privacy te beschermen.
Kijk op ook Facebook voor onze reactie op de actualiteit.

Waarom dit blog?

De Nederlandse veehouderij is vooral gericht op zoveel mogelijk voor de export te produceren onder het motto “meer, meer, meer en groot, groter, grootst”. Dit heeft negatieve gevolgen voor zowel de dierenwelzijn, biodiversiteit, het milieu, het klimaat, de portemonnee en de gezondheid van burgers en ook voor welwillende boeren.
Dit blog verzamelt kritische artikelen die de wurggreep beschrijven waarin de veehouderij zichzelf heeft vastgezet. Zo willen we niet alleen een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de kwaliteit van het leven voor alle belanghebbenden, maar ook aan een schone, gezonde omgeving en een beter dierenwelzijn.

Ook de argumentatie dat dieren grondrechten hebben kan beter en meer aansluiten op hoe mensen voor zichzelf vinden dat recht moet gelden. Alle dier(soort)en kunnen in hun recht op vrijheid als (intrinsiek) evenwaardig aan mensen beschouwd worden. Dierenrechten zijn mensenrechten, die mensen de kans geeft om voor dieren op te komen.
Dieren, bijv. in de intensieve veehouderij, worden behandeld als een object in plaats van een subject met gevoelens en rechten.

De snelheid en het aantal dier(soort)en dat we voortdurend gebruiken is immens. De bijdrage aan onze welvaart en economie van de agrosector is gering. De oplossing is simpel en van niemand anders dan van ons zelf afhankelijk.

Dierenrechten in woord en beeld

Vrijheid is ook een intrinsiek grondrecht voor dieren. Dieren zijn geen dingen Dierenrechten zijn mensenrechten. Mensen moeten voor dieren kunnen opkomen wanneer hun grondrecht wordt geschonden.
logo van Animal Freedom yin en yang
Lees hier over de redenen waarom dieren recht op vrijheid hebben. Lees hier waarin mens en dier evenwaardig zijn.