Mens en dier zijn (intrinsiek) evenwaardig in hun recht op vrijheid

Bij de Stichting Animal Freedom leest u over de gedachte achter dierenrechten.
Hier leest u over ontwikkelingen in de agrosector en de gevolgen voor dieren(rechten).
Alle levende wezens zijn verschillend maar evenwaardig in het recht op vrijheid op een natuurlijk leven.
Een dier is (net als een mens) geen ding of een object.
Dierenrechten zijn mensenrechten. Mensen moeten kunnen ingrijpen wanneer mensen dieren misbruiken of onrecht aandoen.
Posts tonen met het label populatie. Alle posts tonen
Posts tonen met het label populatie. Alle posts tonen

16 november 2019

Aantal vleermuizen en aantal insecten

Op 11 november schrijft De Boerderij: Vleermuizen herstellen zich in Nederland.

Sinds 1985 is er sprake van een bestendig stijgende lijn in het aantal waargenomen soorten van vleermuizen.
Dit blijkt uit gegevens van het Compendium voor de Leefomgeving. Halverwege de vorige eeuw hadden vleermuizen het lastig en verdwenen er ook soorten. Oorzaken daarvan waren verstoring en verdwijning van verblijfplaatsen, het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen in de landbouw en het gebruik van houtverduurzamingsmiddelen op kerkzolders. Ook de vermindering van het aantal houtwallen en andere veranderingen in het agrarisch landschap werden als oorzaak gezien van de vermindering van het aantal soorten.

Klarissa Nienhuys van de Groningse vleermuizenwerkgroep reageert:

De kop van bovenstaand artikel dekt de lading niet. Het is ook geen eenvoudig onderwerp. Voor wie het wél interesseert:
In de periode 1945-1980 zijn in vrijwel heel West Europa de aantallen vleermuizen tot ca 1% van de vooroorlogse populaties gedaald. Oorzaken: vooral het gebruik van ddt, lindaan, dieldrin en andere “Dode Lente” gif, niet alléén in de landbouw, bestrijding van boktor in kerken leidde ook tot massaslachting van vleermuizen. Een extra factor was het verlies/aantasting van verblijfplaatsen. Vanaf 1980 is beschermingsbeleid ingezet. Toen waren 2 soorten vleermuizen in ons land al uitgestorven wegens overdadig gebruik van anti/ontwormmiddelen bij vee. Daardoor konden de vliegen, die deze vleermuizen aten, zich niet meer in de poep konden ontwikkelen.
De tellingen zijn vooral gebaseerd op tellingen tijdens de winterslaap in heel Nederland en gelden maar voor 8 van de 20 resterende vleermuissoorten. Dit zijn vleermuizen die meestal in de zomer nabij water en/of bosachtige omgeving leven, niet bepaald agrarisch gebied. De overige vleermuizen willen niet overwinteren in koude, vochtige kelders en bunkers en zijn niet te tellen in holle bomen of spouwmuren e.d..
Deze landelijke tellingen zeggen dus helemaal niets het voorkomen of verspreiding in agrarisch gebied. In grote gebieden met monoculturen zonder zelfs bomen langs de wegen, en bij super “schone” bedrijven met intensieve veeteelt bedrijven zijn vrijwel geen vleermuizen te vinden. Wel enkele soorten bij grote boerderijen met een sloot en bomen erom heen en bij “biologische” bedrijven mits er woongelegenheid voor vleermuizen in de buurt is.
In zijn algemeenheid is de vleermuizenstand na 40 jaar van 1% naar ca. 50% van de vooroorlogse aantallen opgekrabbeld. Dat is inderdaad een stijging. Als je prijs van je producten of de waarde van je aandelen nog steeds maar de helft zijn als waar je mee begon, ben je dan tevreden?
Het achteruitgaan van insecten geldt niet alle soorten insecten tegelijk. Er zijn vleermuizen die vooral op prooien uit koeienvlaaien jagen en achteruit gaan waar de koeien niet meer in de wei mogen. Er zijn vleermuizen die vooruit zijn gegaan omdat sinds 1980 de waterkwaliteit en het beheer van oevers heel erg verbeterd is en dus ook de daarmee verbonden insecten (muggen en vliegen). Als iemand een gedocumenteerd artikel over vleermuizen in agrarisch gebied wil schrijven, willen vleermuisdeskundigen daar graag informatie over verschaffen.

Vleermuizen hebben niets met salmonella en je kan alleen maar rabiës van 1 (één, van onze 20) soort vleermuis krijgen als je zo onverstandig bent om een “zielige” vleermuis zonder handschoenen van de grond op te pakken.

28 maart 2019

Het shifting baseline syndrome maakt blind voor uitsterven

Filosoof René ten Bos neemt na twee jaar afscheid als Denker des Vaderlands, maar eerst verschijnt nog zijn boek Extinctie, over het verdwijnen van mens en dier. ‘Er voltrekt zich een ecologische catastrofe’. In de Volkskrant van 27-03-2019 een interview.

‘We nemen de wereld waar zoals hij nu is. Ik zie een ander platteland dan mijn vader in zijn jeugd en mijn kinderen zullen weer iets anders zien. De norm verandert met de tijd, veranderingen worden niet waargenomen: het shifting baseline syndrome. Dat er minder vogels en minder vissen zijn, vinden we normaal. We vergeten hoe het vroeger was. Ecologisch verlies laat zich wel uitdrukken in cijfers, maar mensen worden moe van wetenschappelijke data. Dat weet iemand als Baudet ook. Hij vindt ze niet interessant, hij negeert ze gewoon’.

In hoeverre schiet onze waarneming tekort?
‘We denken in charismatische soorten, zoals de neushoorn of de tijger. Als het slecht gaat met deze dieren leidt dat tot treurnis, maar intussen onttrekt veel extinctie zich aan onze waarneming'.

Verder lezen? Zie de Volkskrant.

Verder is het effectief om de werking van drogredeneringen van politici te doorzien of hoe agrarische belangengroepen opzettelijk langs elkaar heen praten.

Schrijfster en journaliste Jantien de Boer publiceerde in 2017 Landschapspijn. In Buitenhof wordt zij geïnterviewd samen met Helma Lodders. Oud-Pink voorzitter en korte tijd PvdD voorzitter Sebastiaan Wolswinkel analyseert samen met Angelo Delsen in "De Klaagmuur".
Landschapspijn. Over de toekomst van ons platteland (bol.com).
Van de omslag.
Het moderne boerenland doet pijn; kleuren vervagen en geluiden sterven weg in het moderne land van zuivel, vlees en turbogras. Burgers maken zich grote zorgen over de teloorgang van bloemen, planten, vogels en insecten. Veehouders en akkerbouwers vechten voor hun bestaan. Een megastalboer zegt met ingehouden woede dat er maar weer eens een hongerwinter moet komen. 'Dan leren mensen ons tenminste opnieuw waarderen'. Deze groeiende kloof tussen landbouwers en burgers bemoeilijkt een gesprek over de toekomst van ons platteland. Door de perspectieven van beide kampen te laten zien hoopt Jantien de Boer bruggen te bouwen.

17 augustus 2018

Diervriendelijk beheer van de Oostvaardersplassen

Op de Oostvaardersplassen worden drie soorten, zogenaamde grote grazers, gehouden. Het is een soort "model"experiment, zoals in de IJsselmeerpolders wel eens vaker is gedaan. Op advies van ecoloog Frans Vera introduceerde Staatsbosbeheer (SBB) de Heckrunderen, Konikpaarden en edelherten in het gebied om het open karakter te behouden zodat er voor natuurliefhebbers veel viel te beleven. Vanaf 1995 werden de dieren niet meer in de winter op stal gezet en bijgevoerd. In de oorspronkelijke plannen zouden de dieren bij voedselschaarste kunnen migreren naar nabijgelegen bossen, maar daarvoor zou enig landbouwgebied moeten worden opgeofferd. Toenmalig staatssecretaris van landbouw, Henk Bleker, zette een streep door deze plannen om kosten te besparen en meer grond toe te bedelen aan de agrosector. Sindsdien barst elk jaar de discussie los over hoe om te gaan met grazers die dreigen door honger te sterven. Moest dit worden gezien als een natuurlijke balans of moesten de dieren door afschot voortijdig geoogst worden zodat de populatie voldoende te vreten had en niet al te zeer in aantal uit zou groeien?
De Oostvaardersplassen zijn nu omgeven door water en hekwerk waardoor de dieren het gebied niet kunnen verlaten. Het zou mogelijk zijn om het gebied te verbinden met de Veluwe en zo vrije migratie te faciliteren, maar dat vraagt ook een andere vorm van beheer en/of populatie. Met name de Heckrunderen en Konikpaarden wil je niet vrij rond hebben lopen in ons land. De meer mensschuwe edelherten zouden, wanneer ze dat prefereren, zelfs tot in Duitsland weg kunnen trekken en wolven in omgekeerde richting.
De aanwas en sterfte in het besloten gebied is ongeveer even groot als zou zijn bij vrije(re) migratie, echter de zichtbaarheid is veel groter. Broodmagere dieren die in een langdurige winter apathisch sjokken langs het hekwerk zijn de cynische keerzijde van een beleid gericht op een "natuurlijk" evenwicht en een open karakter. Burgers die met dit dierenleed worden geconfronteerd willen dan ook zelf bijvoeren. Voor een dier, gehouden achter een hek, geldt toch een zorgplicht? Staatsbosbeheer vertaalt die plicht door ervoor te zorgen dat dieren die onder de voedselschaarste lijden worden afgeschoten en de kadavers worden afgevoerd voor destructie.
Het beheer van de populaties is ook mogelijk door de inzet van anticonceptie. Dan hoeft er geen afschot plaats te vinden, hoogstens afvoer van kadavers van dieren gestorven door ouderdom.
Eind 2016 is niet meer de staat, maar de provincie Flevoland verantwoordelijk geworden voor het beheer van de Oostvaardersplassen. In 2017 is de commissie Van Geel aan het werk gegaan nadat Provinciale Staten hadden besloten dat een externe commissie zich moest buigen over mogelijk ander beheer van het gebied en dan met name hoe om te gaan met de grote grazers. Het advies dat door de Provinciale Staten in 2018 is overgenomen komt neer op reductie van de aantallen grazers tot een niveau waarop te verwachten is dat het niet tot grote sterfte meer zal leiden door voedselgebrek, terwijl het gebied niet vergroot maar verkleind zou worden. Het oorspronkelijke doel om het gebied open te houden en zo de biodiversiteit aan vogels en planten te kunnen behouden was in de praktijk juist door de graasdruk mislukt.
Ten tijde van dit schrijven wachten velen (bezorgd) af hoe Staatsbosbeheer het besluit gaat uitvoeren. Gaan ze dieren afvangen en elders onderbrengen of gaan ze zo'n 2000 edelherten afschieten en gaat het nieuwe beleid ook tot dierenleed leiden?

Vanuit het oogpunt van dierenrechten, gebaseerd op vrijheid, is de aanbeveling om de populatie door middel van anticonceptie op dat niveau in balans te houden dat er geen honger wordt geleden in de winter en dat de graasdruk beperkt blijft. Het weghalen of door geboortebeperking uitfaseren van de Heckrunderen en Konikpaarden, die toch nooit vrij zouden mogen migreren in ons land, zou ook de bereidheid kunnen vergroten om aansluiting op de Veluwe mogelijk en haalbaar te maken.

Door de Universiteit van Utrecht is de mogelijkheid van toepassen van anticonceptie bij grote grazers in de (half)vrije natuur onderzocht en werkbaar bevonden. Het argument dat anticonceptie niet natuurlijk zou zijn, moge waar zijn, maar is niet relevant (ondergeschikt) in het kader van het tegemoet komen aan de brede publieke compassie voor het voorkomen van dierenleed bij voedseltekort. Het recht op vrijheid kan met deze ingreep worden gecombineerd met de zorgplicht die een beheerder van een besloten natuurgebied heeft. De ervaringen met de OVP zouden voor toekomstig beleid tav natuur(ontwikkeling) de aanbeveling moeten opleveren om de natuur zoveel mogelijk zijn eigen gang te laten gaan met vrij in- en uitloop.
Een natuurlijk evenwicht binnen een afgesloten terrein is een contradictio in terminis.

09 februari 2016

Kun je nog ongestoord broeden op het platteland?

Melkveehouders die al hun koeien naar buiten sturen vóór het maaien van de eerste snede gras, krijgen vanaf 2016 een subsidie van 750 euro per jaar. De maatregel is bedoeld om de weidegang te stimuleren en om weidevogels ongestoord te kunnen laten broeden.
Kan een weidevogel tegenwoordig wel ongestoord broeden? Er worden door boeren voortdurend allerlei natuurlijke drempels geslecht om ongestoord geld te kunnen verdienen.

Columnist Toine Heijmans bezocht in het Friese Easterein eierzoeker Eddy en schrijft over zijn bezoek in de Volkskrant op 26 januari 2016. Kievitseieren zoeken en rapen mag niet meer, de populatie slinkt net als die van de grutto's.
Klik hier om de ontwikkeling van diersoorten in Nederland te zien. Getoond wordt eerst de neergang van het aantal grutto's.

Een citaat:
Eddy neemt me mee de Alde Dyk op. Het jaloersmakende landschap van Friesland is niet wat ik zie. Ik zie industrie. Bijna alle boeren, zegt Eddy, bouwen er deze winter een schuur bij want het melkquotum is opgeheven en de melkveehouderij kan niet anders dan intensiveren. De melkprijs is een schamele dertig cent per liter. Op de weilanden staat turbogras: snelgroeiend, weerbaar, door de vorst heen komt het op. Weilanden als biljartlakens, het water zo laag mogelijk in de sloten, de natuur dienstbaar aan de grootste veelvraat van de schepping: wijzelf.
De boer injecteert zijn grond met mest en trekt de sleepslang over het land, over de nesten. Die leuke buizerds van jou, zegt Eddy, vreten de eieren en de kievitkuikens. Het worden er almaar meer, het is niet normaal hoeveel roofvogels je ziet. Steenmarters ook. Kieviten willen rommelig land doorsneden met geultjes, waterplassen erop, ze houden van open plekken - maar de meeste boeren zaaien turbogras.
De muizenplaag van afgelopen jaar: omdat de mens een muizenwalhalla maakte van het land, met z'n lage waterstand en met z'n turbogras. De ganzenplaag: idem. Die ganzen blijven, omdat het grasland hier geweldig is.
Tot zover Eddy en Toine.
Het beeld dat oprijst uit dit citaat is dat natuur en cultuur vechten om de vrije ruimte. Geld verdienen strijdt met genieten van wat nog natuurlijk lijkt.

Kees de Pater van Vogelbescherming Nederland schreef in een ingezonden brief op 6 februari:
Koeien vroeg de wei in sturen is niet zonder meer goed voor weidevogels. Staatssecretaris Van Dam wil boeren belonen met 750 euro als ze hun koeien vroeg het land in sturen. Dat zou goed voor het vee en de weidevogels zijn. Dat laatste valt te betwijfelen. Alleen bij een heel klein aantal koeien per oppervlakte kunnen sommige soorten weidevogels, zoals de kievit, er iets aan hebben. Bij hoge aantallen koeien wordt het land kaal gegraasd en hebben weidevogels er niets aan. Voor onze nationale vogel, de grutto, haalt deze maatregel sowieso niets uit. Die broedt niet in weilanden waar kort daarvoor koeien hebben gegraasd.

Tot zover de Pater.

Onder druk van de export wordt alles vloeibaar.

07 februari 2013

Gebeurt het herintroduceren van dieren in de natuur onverantwoord?

Een selectie uit de beschrijving van de uitzending met de titel ‘Herintroduceren dieren niet volgens de regels’ op de website van Zembla:
Bij het verstrekken van vergunningen voor het opnieuw uitzetten van uitgestorven diersoorten als de otter en het korhoen houdt de Nederlandse overheid zich niet aan de regels die daarvoor gelden. Tot die conclusie komt professor F. Berendse, hoogleraar Natuurbeheer aan de Universiteit Wageningen, donderdag in de uitzending van ZEMBLA. 'Men vraagt zich niet af waarom die soort er niet meer is. Ook neemt men bij een aantal gevallen geen maatregelen om te voldoen aan de voorwaarden om die diersoort een echte toekomst te geven,' aldus Berendse.
Volgens professor Berendse is de herintroductie van de otter in Nederland dan ook mislukt. Zo leidt het autoverkeer, één van de belangrijkste oorzaken van het uitsterven van de otter, ertoe dat de otterpopulatie niet spectaculair toeneemt. Sinds 2002 zijn er veertig otters uitgezet, maar de populatie neemt maar mondjesmaat toe. Het aantal otters in Nederland wordt nu geschat op ongeveer honderd. Berendse: 'Als je otters blijft uitzetten om de hoge sterfte te compenseren, dan leg je de populatie aan het infuus. Dat kan nooit de bedoeling zijn geweest.'

Naast het feit dat het dierenwelzijn in de knel komt door het niet opvolgen van de IUCN-richtlijnen, zijn er ook aanzienlijke kosten verbonden aan het herintroduceren van dieren in de vrije natuur. Zo dreigt de herintroductie van de bever aan haar eigen succes ten onder te gaan. H. van Poelwijk, hoofd ongediertebestrijding van het waterschap Rivierenland, zegt in ZEMBLA dat als gevolg van de groeiende beverpopulatie de rivierdijken grote schade oplopen. “Bevers kunnen gaten van wel 15 meter diep in een dijk graven,” aldus Van Poelwijk.


10 november 2010

Dieren doodschieten in de Oostvaardersplassen

De dierenartsen, verenigd in de KNMvD, pleiten voor afschot van de grote grazers in de Oostvaardersplassen. Het gaat om Heck-runderen, Konikspaarden en edelherten. Deze dieren vinden in de winter te weinig voedsel om te overleven en kunnen niet uit het reservaat vanwege het ontbreken met een open verbinding naar graziger weiden. Staatsbosbeheer schiet dan de hongerende dieren af om langdurig dierenleed te voorkomen.
Stel, dat jaarlijks eenderde van de populatie wordt afgeschoten dan blijft er genoeg over om de kuddes in stand te houden. In drie jaar tijd wordt dan net zoveel doodgeschoten als de dierenartsen pleiten om in 1 jaar te doen. In het voorstel van de dierenartsen is in één seizoen een einde gemaakt aan het dierenleed, terwijl het huidige beleid het dierenleed jaarlijks doet terugkeren. Uit dit dilemma is maar 1 oplossing: "kiezen" of de Oostvaardersplassen aansluiten op de Ecologische HoofdStructuur. Dat laatste kost geld en dat wil de regering besparen. Maar is de aanleg van de EHS voor de langere termijn niet veel beter voor het welzijn van mens en dier en is er wel een tekort aan geld?

04 september 2009

Vossenjacht in de duinen op basis van onzinnige argumenten

Er mag volgens de minister van LNV, Gerda Verburg weer gejaagd worden op vossen in de duinen. De onlogische redenering is als volgt: "Vossen eten meeuwenjongen en –eieren. Om dit te voorkomen gaan de meeuwen broeden in de stad. In de stad vinden zij ook hun voedsel. Dit levert overlast op in de stad. Door de vossen te bejagen gaan de meeuwen meer broeden in de duinen. Gevolg is minder overlast in de stad."
Tot zover de redenering. Maar de redenering is nog niet af. Meeuwen die in de duinen broeden, leveren inderdaad tijdens dat broedseizoen geen overlast in de stad. Maar wanneer de aanwas van de meeuwen niet door de vossen worden gedecimeerd, komen er steeds meer meeuwen, die hun voedsel in de stad gaan zoeken. Het is overigens maar de vraag of de meeuwen naar de duinen komen om te broeden, want in de stad is er ook minder gevaar van vossen.
Wil je de overlast van meeuwen tegengaan, dan moet je ervoor zorgen dat er geen voedselresten in de stad zwerven en dat vossen de omvang van de meeuwenpopulatie in bedwang kan houden. Het resultaat van de jacht op vossen is dat er niet minder overlast van meeuwen zal komen.

Jagers verzinnen zulke halfslachtige redeneringen omdat zij uit plezier willen jagen. Het is treurig dat het publiek dat thuis overlast ondervindt van meeuwen, maar graag een natuurlijke ervaring (vossen kijken) tijdens een duinwandeling wil, zich een oor laat aannaaien omdat het meewerken aan een schonere stad te veel moeite lijkt.

04 januari 2009

Hazen schieten voor de lol is een teken van een zieke mentaliteit

Vanwege overvloedige regenval hebben veel hazen in de veenweidegebieden leverbot en coccidiose opgelopen.

Het Friesch Dagblad citeert (3-1-2009):
Klaas Elzinga van de Koninklijke Nederlandse Jagersvereniging (KNJV), consulent voor de drie noordelijke provincies. Hij riep dit najaar jagers op om toch vooral ‘met beleid te oogsten’. ,,Ik heb de indruk dat ze dat ook hebben gedaan”, reageert Elzinga nu. ,,Ze moeten ook wel zuinig aan doen, want anders hebben ze volgend jaar niks meer om te schieten.”
Einde citaat.

In Fryslân worden gemiddeld 6,4 hazen per 100 hectare geschoten. In Zuid-Holland worden 17,9 hazen per 100 hectare geschoten. Jaarlijks wordt circa 30 procent van de hazen geschoten. Gemiddeld zitten er twintig hazen per 100 hectare. Volgens schattingen van de KNJV zijn er in ons land 600.000 hazen.

Het taalgebruik van de jagers is kenmerkend voor de zieke mentaliteit van de jager. Hij oogst hazen en doet dat met plezier. Weliswaar is de jacht zo oud als de mensheid maar het fenomeen dat mensen doden voor de lol is nog niet zo oud. Het is een teken van onvolwassenheid om “liefde” voor dieren om te zetten in dieronvriendelijk gedrag. Gelukkig dringt dit besef steeds meer door, maar het tempo is tergend laag. Echte liefde voor de natuur toont zich door gepaste afstand te houden tot dieren en de balans tussen roofdieren en prooidieren zo te reguleren dat door inrichting van het landschap de dieren elkaar op een gezonde manier kunnen vinden en ontlopen.

Een jager met liefde voor de natuur gebruikt een fototoestel in plaats van een geweer.

20 november 2008

EHS zorgt voor rust en balans in de natuur

Uit een persbericht van de PvdD over het afschieten van damherten in Zeeland:

Inzake populatiebeheer stelt de Partij voor de Dieren dat het ongewenst is om 325 damherten af te schieten, omdat daarmee de oorzaak van de groei van de populatie niet wordt aangepakt. De Partij voor de Dieren is voor een natuurlijke regulering van de hertenpopulatie. `Wetenschappelijk onderzoek toont aan dat er natuurlijke selectie plaatsvindt als er niet genoeg leefruimte en voedsel voorhanden is. Na vruchtbare jaren nemen de ‘bevolkingsaantallen’ van een diersoort vanzelf weer af door een verminderd voedselaanbod, slechte winters, minder geboortes en natuurlijke sterfte als gevolg van honger en ziekten’, meent Marianne Thieme. Zij wijst erop dat jagers overal in Nederland dieren in het wild bijvoederen en zo zelf de vruchtbaarheid verhogen. ‘Het feit dat jagers welbewust vooral bokken (mannetjes) schieten in plaats van vrouwtjes bewijst dat het de jagers niet gaat om populatiebeheer maar om trofeeën. Bovendien prikkelt de scheve geslachtsverhouding die nu ontstaat de voortplanting’.

Tot zover het persbericht.

Bovenstaande is waar, maar niet volledig. Een populatie kan alleen met rust worden gelaten wanneer het ook kan wegtrekken naar andere gebieden via de Ecologische HoofdStructuur (EHS) en wanneer predatoren een populatie prooidieren ongestoord kan volgen.
In Nederland is de EHS nog niet geheel gerealiseerd, dat wil zeggen dat nog niet alle natuurgebieden met elkaar verbonden zijn.
Daarvoor is de medewerking nodig van de boeren die de tussenliggende gronden in gebruik hebben. In ons land wordt veel en veel meer land door boeren in gebruik gehouden dan voor de eigen voedselvoorziening nodig is. Maar er is veel politieke onwil om deze gronden te onteigenen omdat er veel geld kan worden verdiend door de boeren. Het wordt tijd dat er politieke verandering komt waarbij geld verdienen ten koste van dierenwelzijn, gezondheid of het milieu niet langer de hoogste prioriteit is.

Leeswijzer


Kijk op Facebook voor onze reactie op de actualiteit.
Aanbeveling: Thema's of steekwoorden vindt u via de labels onderaan de pagina of op Animal Freedom. Klik hier voor de laatste bijdragen.
Klik hier voor het beleid om uw privacy te beschermen.

Waarom dit blog?

De Nederlandse veehouderij is vooral gericht op zoveel mogelijk voor de export te produceren onder het motto “meer, meer, meer en groot, groter, grootst”. Dit heeft negatieve gevolgen voor zowel de dierenwelzijn, biodiversiteit, het milieu, het klimaat, de portemonnee en de gezondheid van burgers en ook voor welwillende boeren.
Dit blog verzamelt kritische artikelen die de wurggreep beschrijven waarin de veehouderij zichzelf heeft vastgezet. Zo willen we niet alleen een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de kwaliteit van het leven voor alle belanghebbenden, maar ook aan een schone, gezonde omgeving en een beter dierenwelzijn.

Ook de argumentatie dat dieren grondrechten hebben kan beter en meer aansluiten op hoe mensen voor zichzelf vinden dat recht moet gelden. Alle dier(soort)en kunnen in hun recht op vrijheid als (intrinsiek) evenwaardig aan mensen beschouwd worden. Dierenrechten zijn mensenrechten, die mensen de kans geeft om voor dieren op te komen.
Dieren, bijv. in de intensieve veehouderij, worden behandeld als een object in plaats van een subject met gevoelens en rechten.

De snelheid en het aantal dier(soort)en dat we voortdurend gebruiken is immens. De bijdrage aan onze welvaart en economie van de agrosector is gering. De oplossing is simpel en van niemand anders dan van ons zelf afhankelijk.

Dierenrechten in woord en beeld

Vrijheid is ook een intrinsiek grondrecht voor dieren. Dieren zijn geen dingen Dierenrechten zijn mensenrechten. Mensen moeten voor dieren kunnen opkomen wanneer hun grondrecht wordt geschonden.
logo van Animal Freedom yin en yang
Lees hier over de redenen waarom dieren recht op vrijheid hebben. Lees hier waarin mens en dier evenwaardig zijn.