Mens en dier zijn (intrinsiek) evenwaardig in hun recht op vrijheid

Alle levende wezens zijn verschillend maar evenwaardig in het recht op vrijheid op een natuurlijk leven.
Een dier is (net als een mens) geen ding of een object.
Mensen moeten kunnen ingrijpen wanneer mensen dieren misbruiken of onrecht aandoen.
Posts tonen met het label politiek. Alle posts tonen
Posts tonen met het label politiek. Alle posts tonen

06 april 2015

Brutale boeren hebben fosfaat-ruimte ingepikt

Niko Koffeman en schrijven over de gevolgen van het loslaten van het melkquotum in relatie tot de melkveewet die leidt tot ongelijkheid.

Een citaat:

In de laatste twee jaar voor de beëindiging van het quotum heeft een groep melkveehouders aanzienlijk meer gemolken dan hun melkquotum toestond. Zij namen de te betalen superheffing voor lief. Voor een liter melk kregen ze 39 cent, maar moesten ze 27 cent superheffing betalen. Niet erg profijtelijk, dus was er kennelijk een ander oogmerk voor. Op die manier werd alvast een fosfaat-positie ingenomen voor de tijd na het melkquotum.

Deze strategie is dubbel beloond. In de melkveewet werd nog uitgegaan van een fosfaatreferentie-datum eind 2013, waarmee de extra fosfaatpositie werd gelegaliseerd. In deze AmvB wordt ook nog eens de overschrijding van 2014 gelegaliseerd.

In gewoon Nederlands: de brutalen hebben de halve wereld. Dat is uit een oogpunt van rechtvaardigheid binnen de sector kwalijk. Immers, de tegen de regels in ingepikte fosfaat-ruimte kan niet meer worden gebruikt voor een eerlijke verdeling onder melkveehouders die zich wel aan het melkquotum hebben gehouden. Kennelijk was de superheffing niet hoog genoeg om alle melkveehouders op het rechte pad te houden. Maar dat is geen reden om de overtreders nu extra te belonen door november 2014 als fosfaatreferentie te gebruiken.

Hele artikel lezen? Wie stuit de mest- en melktsunami?.

Zie voor meer voorbeelden van oneigenlijke bedrijfsvoering "Op uw kosten?".

03 april 2015

Opheffen van melkquotum als prisoner’s dilemma

Het melkquotum is ooit ingesteld om een melkplas te voorkomen. Nu het melkquotum is opgeheven dreigt een nieuw melkoverschot. Die situatie kan worden voorkomen als melkveehouders in eigen en buitenland gezamenlijk besluiten zich in te houden en niet eindeloos veel koeien gaan houden en zoveel melk proberen te produceren. Het gevaar is nog meer milieuvervuiling, mestoverschot en dierenleed dan er nu al was.

De situatie lijkt op een prisoner’s dilemma.
Wikipedia: meestal luidt de formulering daarvan ongeveer als volgt.
Er is een ernstig misdrijf gepleegd. Twee gewapende mannen worden gepakt en het lijkt erop dat het de daders zijn, maar het bewijs ontbreekt. Ze worden apart in de cel gezet en kunnen niet met elkaar communiceren. De openbaar aanklager doet elke verdachte het volgende voorstel:
  1. Als jullie allebei blijven zwijgen, kan ik jullie niet veel maken. Je krijgt dan alleen een geldboete wegens wapenbezit zonder vergunning.
  2. Als er één bekent is de zaak rond. Degene die bekent zal ik laten gaan omdat hij zo goed heeft meegewerkt. Degene die niet bekent kan minstens tien jaar gevangenisstraf verwachten.
  3. Als jullie allebei bekennen, krijgen jullie allebei vijf jaar.

De vraag is: wat kan een gevangene het beste doen (optimale strategie)?
De kern van het dilemma is dat het voor beide verdachten samen weliswaar beter is om te zwijgen, maar dat elke verdachte alleen aan zijn eigen voordeel denkt. Ongeacht wat de ander doet, is het voor elke verdachte beter om te bekennen. Immers: als de ander zou zwijgen, heeft bekennen het grootste voordeel, en als de ander bekent, heeft bekennen ook het grootste voordeel. Onderstaande tabel geeft de gedachtegang van elk van de verdachten weer.
Ik zwijg Ik beken
Hij zwijgt Ik krijg een geldboete Ik ben vrij
Hij bekent Ik krijg tien jaar Ik krijg vijf jaar
Vertaald naar de situatie van de boeren:
Ik ga meer melken Ik melk minder
Hij gaat meer melken De melkprijs daalt Ik ben de enige die minder gaat verdienen
Hij melkt minder Ik ga meer verdienen De marge tussen opbrengst en kostprijs wordt groter

Omdat het houden van koeien veel mest oplevert, geldt het dilemma ook voor de uitbreidingsmogelijkheden van varkenshouders en kippenhouders. Dus wanneer er meer gemolken gaat worden blijft er minder afzetruimte van mest voor boeren die andere dieren houden. In dat geval wordt de invoering van dierrechten of fosfaatrechten overwogen ook voor koeien.

Er wordt ook wel gesproken over de 'tragedie van (het uitputten van) de meent'. Individuele boeren handelen allemaal rationeel en in het eigen belang, maar kunnen niet komen tot een gezamenlijke aanpak die er voorkomt dat de voorraden en grondstoffen uitgeput raken.

De problemen die de boeren veroorzaken voor de samenleving en daarop afwentelen kunnen niet worden opgelost door de boeren zelf. Dat moet een niveau hoger gedaan worden door vertegenwoordigers van de kiezers, als waarnemer van burgerbelangen.

Zie ook "radicaal zijn of compromissen sluiten, een prisoners dilemma"?

Of: wie stuit de mest- en melktsunami?

Klik hier om meer te lezen over het (afschaffen van het) melkquotum.

22 november 2014

Vogelgriep weerspiegelt een zieke sector

Een onooglijke levensvorm, het vogelgriepvirus, genesteld in vrije en gevangen dieren decimeert de ambitie van de pluimveehouderij om de wereldmarkt te veroveren.
De sector is koortsachtig bezig de epidemie in te dammen en kijkt paniekerig om zich heen wie het de schuld in de schoenen kan schuiven. Dat moet, want waar moet anders de rekening voor de economische schade worden ingediend. Het leek de pelsdierhouderij ook te lukken, dus waarom zij niet?
Er is een alternatief, een gezonde koers. Laten u en ik, -wij-, er simpelweg voor kiezen om niet meer te geloven in de mooie praatjes over de “onschatbare” bijdrage aan de economie en welvaart van deze ten dode opgeschreven sector. Laten we zelf nadenken en voor gezonde voeding kiezen die geproduceerd is met meer dan alleen het doel om snel en veel geld te verdienen. En u hoeft er ook nog niet eens iets voor te doen, alleen bewust te worden wat te laten.

Voor wie geen idee heeft wat dat inhoudt, er is tijd genoeg. Het antwoord is overal te vinden voor wie het zien wil.

Redacteur van de Boerderij, Jan Vullings, schreef onder de titel "overtreffende trap in de schademeldingen".
"De voormannen hanteren de zwartste scenario's. Het is een ingeburgerd gebruik. Of het nu om noodweer, Russische boycot, voedselaffaire of dierziekte-uitbraak gaat. Het oogmerk is ook duidelijk: compassie, vergoeding, tegemoetkoming of versoepeling van regels. Begrijpelijk. Maar als iedereen het doet, nivelleert de impact. Zeker ook als later blijkt dat de échte bedragen lager uitvallen".

Zie ook het artikel "Burger laat zich door de boer een oor aannaaien".

11 november 2014

Dijksma negeert wensen Kamer over weidegang

Milieudefensie is verbijsterd dat staatssecretaris Dijksma in een brief aan de Tweede Kamer meldt dat zij de wens van de Kamer om alle koeien in de wei te laten grazen, naast zich neerlegt. De brede steun in de Kamer voor de motie weidegang weerspiegelt de wens van maar liefst 97% van de Nederlanders om koeien in de wei te laten en niet op te sluiten in megastallen. 12 november is er een debat over weidegang in de Tweede Kamer.

Dijksma geeft in de brief aan dat er “praktische bezwaren” voor melkveebedrijven zijn om koeien in de wei te laten. Veel melkveeboeren hebben hun veestapels uitgebreid omdat het melkquotum op 1 april 2015 wordt losgelaten. Koeien in megastallen gaan niet naar buiten omdat de boer daar onvoldoende land voor heeft. Hiermee kiest Dijksma voor schaalvergroting en verdere industrialisering van de melkveehouderij.
De staatssecretaris geeft ook nog ruimte in de melkveewet om melkveebedrijven meer mest te laten produceren dan ze op hun eigen bedrijf kwijt kunnen. Door dit toe te staan, komt er nog meer mest in Nederland, terwijl er nu al een overschot is. Het mestoverschot leidt tot vervuiling van bodem en grondwater, stankoverlast, achteruitgang van de biodiversiteit en risico's voor de volksgezondheid door antibioticaresistentie.

Jacomijn Pluimers, campagneleider Duurzaam Voedsel van Milieudefensie: "Als melkveebedrijven zonder grond mogen groeien, gaan de megastallen in hoog tempo de familiebedrijven van de markt drukken. Zo gaan de koeien de varkens en kippen achterna en is het gedaan met het Hollandse landschap met koeien in de wei. Milieudefensie wil dat staatssecretaris Dijksma de wens van de Kamer en burgers uitvoert en kiest voor een melkveehouderij met toekomst, deze is grondgebonden. Dat betekent dat een bedrijf voldoende grond heeft om de mest op kwijt te kunnen én om de koeien naar buiten te kunnen laten. Dit is beter voor dieren, mensen en het milieu".

Jacomijn Pluimers
campagneleider Duurzaam Voedsel.
Nederland kampt al 40 jaar met een mestoverschot met stankoverlast, achteruitgang van biodiversiteit en water- en bodemvervuiling tot gevolg. De nieuwe Melkveewet is de kans om deze zaken aan te pakken.

11 oktober 2014

Ammoniakreductie werkt niet? Minder vee wel

Door de nodeloos grote Nederlandse veestapel wordt er te veel ammoniak geproduceerd. Na wat chemische omzetting leidt dit tot verzuring.
De Nederlandse veehouderij moest al jaren geleden maatregelen nemen, maar die werken nauwelijks meetbaar. De modellen die de relatie tussen maatregelen en de hoogte van de uitstoot voorspellen, werken onvoldoende betrouwbaar.
Volgens Commissie van Deskundigen Meststoffenwet (CDM) zijn de gebruikte modellen om ammoniak te meten goed maar zorgt de veehouderij voor een hogere uitstoot dat is berekend. Volgens de CDM zijn er ook signalen zijn dat meer mest wordt uitgereden dan is toegestaan volgens de gebruiksnormen. Dat zou leiden tot meer uitstoot van ammoniak.
Om zich aan de internationale afspraken te houden creëert de overheid allerlei administratieve constructies om op nationaal niveau de indruk te wekken dat alles onder controle is. Zo niet, dan wacht ons land boetes. We hebben al door de derogatie al een uitzonderingspositie. Derogatie betekent dat er onder bepaalde omstandigheden op bepaalde grondsoorten meer mest mag worden uitgereden dan het buitenland dat mag.
Boeren mogen onderling allerlei grondstoffen uitruilen. Het effect is dat er maximaal mineralen worden uitgereden op het schadelijke af.
Het maakt ook mogelijk dat de overheid een andere voor de hand liggende ingreep kan laten liggen: verplicht boeren om grondgebonden te produceren en zo zowel voer als mest op "eigen" grond te halen en te brengen. Boeren kunnen op papier van alles uitruilen zonder echt ecologisch verantwoord te werken. Zo worden vooral de boeren tevreden gesteld ten koste van wat de meeste belangengroepen zich niet direct realiseren.

In Eenvandaag werd aan de kaak gesteld dat boeren verplicht werden om bepaalde investeringen te doen, waarvan het effect minder is dan voorspeld.


Maar Eenvandaag noemt niet de meest voor de hand liggende ingreep: reductie van de veestapel.

Voor elke liter melk produceert een koe 4 kg mest.
Door de verwachte groei van de melkveepopulatie door het afschaffen van het melkquotum wordt het mestoverschot nog steeds erger. Het wordt steeds lastiger om op tijd te voldoen aan internationale afspraken om milieu- en klimaatdoelstellingen te halen. Het is een publiek geheim dat dit de belastingbetaler klauwen met geld kost. Het is een publiek geheim omdat het publiek zich niet verdiept in deze problematiek.

Ammoniak heeft invloed op kwaliteit van het bodemleven, grond- en drinkwater, de vitaliteit van de natuur en de biodiversiteit.
Dit zijn zaken die de kwaliteit van de beleving van de natuur aantasten ook voor de mens. Maar dan moet je de relatie wel willen zien en vooral wat daarvan het belang is. Uiteindelijk zetten we onze gezondheid op het spel om een kleine groep ondernemers vrijwel ongebreideld geld te laten verdienen.

Zie ook de geschiedenis van het ontstaan en de aanpak van het mestprobleem.


16 september 2014

Midas Dekkers over het afmaken van geredde zwijntjes

De brandweer redde in Weert wilde zwijntjes uit de Zuid-Willemsvaart. Lang konden de dieren niet van hun vrijheid genieten, want enkele minuten later werden ze alsnog afgeschoten door een jager.

De brandweerlieden hadden de jachtopziener zelf gebeld.
De een doet zijn taak door de dieren te redden, even later doet een ander zijn taak door de dieren te doden. Puur en alleen vanwege de plek waar de dieren terecht komen bij de redding. Op die plek gold een nuloptie voor zwijnen.

Midas Dekkers maakt een vergelijking met het onthoofden van mensen. Wanneer het zichtbaar is via video op Internet leidt het tot mondiale verontwaardiging, wanneer het via een bombardement onzichtbaar plaats vindt, maakt niemand er een probleem van.

Duidelijk is de parallel met slachterijen. Openlijke slacht (bijvoorbeeld ritueel slachten) leidt tot verontwaardiging, slachten achter gesloten deuren niet omdat we er niet mee geconfronteerd worden. De Dierenbescherming is ooit om deze reden opgericht om te voorkomen dat mensen aanstoot zouden nemen aan dierenmisbruik.


Voor het relatief kleine probleem van te water geraakte dieren, de volgende suggestie.
Misschien is het een idee dat de brandweer en andere dierenbeschermers de beschikking krijgen over een mobiele wildtrap waarmee dieren een kanaal kunnen verlaten op een plek waar ze wel mogen verblijven.

01 september 2014

Pluimveesector uitgebuit

Op Eenvandaag een uitzending over Poolse werkneemsters in de pluimveesector die vinden dat zij te laag worden betaald.
Gevraagd of zij zelf wel eens pluimvee eet, meldt ze "ik eet die rommel niet".

De uitbuiting geldt voor alle sectoren in de Nederlandse vee-industrie.

De agrarische sector kan in feite al jaren niet meer zijn eigen broek ophouden. De Russische importban is alleen maar de ‘spreekwoordelijke druppel’. Dat stelt FNV Bondgenoten in een brief aan staatssecretaris Dijksma.

FNV Bondgenoten constateert dat boeren door schaalvergroting en overproductie steeds minder verdienen aan hun productie. Maar ook in de keten zelf gaat het mis. ‘Grote retailbedrijven maken de dienst uit en draaien de duimschroeven bij telers en boeren aan, waardoor de inkoopprijs daalt.’ Volgens de bond is er meer nodig dan subsidies en tijdelijke crisismaatregelen om de land- en tuinbouwsector weer gezond te krijgen. De vakbond wil met Dijksma praten over een duurzamere sector, vooral op het gebied van arbeidsvoorwaarden.

25 juni 2014

Er is een andere weg dan verbieden van nertsenfokken

Het nertsenfokverbod is door twee rechtelijke uitspraken ongedaan gemaakt met een beroep op de Europese rechten van de mens.
Het is ook een gevolg van de politieke beslissing om economische activiteiten centraal in Brussel een juridische basis te geven. Besluiten uit landen binnen de EU kunnen worden overruled. Het gevolg is dat ondernemers geen strobreed in de weg wordt gelegd wanneer ze dieren houden louter en alleen om geldelijk gewin.

Deze uitspraak is zuur voor alle mensen die dierenwelzijn en dierenrechten serieus nemen en niet willen dat nertsen in extreem dieronvriendelijke hokken worden gehouden om hun huid te oogsten als basis voor modegrillen.
Weliswaar gaat staatssecretaris Sharon Dijksma in hoger beroep, maar van haar poging is weinig te verwachten. Politici heffen een glas, doen een plas en alles blijft zoals het was.
Wie graag de nertsenfokkerij uit alle landen in de wereld wil zien verdwijnen, te beginnen in Nederland en vervolgens in Europa kan het beste werken aan bewustzijnsverandering ten aanzien van ons gedrag dat gevolgen heeft voor dieren. Een diervriendelijke verschuiving in bewustzijn, dan in gedrag, vervolgens in politieke verhoudingen, leidt uiteindelijk tot diervriendelijke economische veranderingen.

Het is een lange weg, maar wel een die op alle denkbare terreinen een verbetering van en voor dierenwelzijn zal opleveren.
Voor wie dit een schrale troost vindt, ook bij de oude regeling mochten de nertsenfokker nog tot 2024 doorgaan om "schadevergoeding" te verdienen.

08 mei 2014

Waarom Ewald Engelen lijstduwer voor de Europese verkiezingen is

Naast financieel geograaf en polemist is Ewald Engelen sinds kort ook politiek actief, als lijstduwer voor de Partij voor de Dieren in Europa. Omdat de tijd van meedenken plaats heeft gemaakt voor tegendenken. En omdat de vleesindustrie opvallend veel parallellen vertoont met de financiële sector.

Op de site van De correspondent schrijft hij:

En laat er geen misverstand over bestaan: Nederland speelt in deze geografisch uitgedifferentieerde productieketens een sleutelrol. Niet alleen is Nederland met pakweg 12.000 miljard euro aan in- en uitstromend kapitaal een van de grootste belastingdoorvoerhavens ter wereld.Een eerder stuk over Nederland als belastingdoorvoerhaven. Met pakweg 550 miljoen kadavers per jaar, die ons ongeveer 7 miljard euro opleveren, zijn we ook een van de grootste slachthuizen van de wereld. Bloodlands en killing fields – maar dan op z’n Nederlands: dieren, om er aan te verdienen.

Meer lezen? Klik hier.

06 mei 2014

Waarom 22 mei PvdD stemmen gezond is voor natuur, milieu en dierenwelzijn

De speerpunten van de Partij voor de Dieren bij de Europese verkiezingen zijn:

• Stop de € 363.000.000.000 aan Europese landbouw subsidies. De Europese Unie kan zo bijna de helft goedkoper!
• Stoppen met bijengif en andere pesticiden, gentech en megastallen.
• De overbevissing onder EU vlag moet stoppen en natuur moet beschermd worden.
• Stop het gesleep met dieren: diertransporten maximaal twee uur.
• Het massaal doden van zwerfdieren in landen als Roemenië moet stoppen.
• Geen Europese bescherming van en subsidies voor wrede tradities als stierenvechten en foie gras.
• Landen zoals Denemarken die op de Faeröer eilanden jaarlijks de barbaarse jacht op dolfijnen toestaan moeten worden teruggefloten.
• De opwarming van de aarde moet stoppen, de EU moet eindelijk haar verantwoordelijkheid nemen.
• Stoppen met fossiele brandstoffen, investeren in duurzame energie.
• Geen vrijhandel ten koste van mens, dier en milieu en geen vrijhandelsakkoord met de VS.
• Geen focus op economische groei, maar op duurzame ontwikkeling.
• De Europese Unie is voor burgers in plaats van voor banken en bedrijven.
• Lobby van multinationals moet aan banden gelegd worden.

De partijen voor dieren die meedoen aan de verkiezingen komen, behalve uit Nederland (Partij voor de Dieren), uit Zweden (Djurens Parti), Duitsland (Tierschutz Partei), Spanje (PACMA), Portugal (PAN), Cyprus (APC) en Engeland (Animal Welfare Party).

20 februari 2014

Kunnen dierrechten beter gebruikt worden om duurzaamheid te bevorderen?

De Rabobank wil dat veehouders die duurzaam gaan werken, hun veestapel straks zonder verdere beperkingen mogen uitbreiden.

Veehouderij is per definitie niet duurzaam. Melk is, net als vlees, een volstrekt overbodig product dat een onevenredig grote aanslag doet op basisgrondstoffen als water, granen en andere eiwithoudende grondstoffen. Varkens en kippen worden in veel grotere aantallen gehouden dan voor de binnenlandse consumptie nodig is. In de huidige omvang van de veestapel is het een risico voor de volksgezondheid en een aanslag op natuur en milieu. Het doel van de meeste veehouders is niet om ons te voeden maar om via de export geld te verdienen.
De boeren en de banken gaan straks zelf bepalen wat onder duurzaam moet worden verstaan. De meeste betrokkenen in de veehouderij vinden dat ze al heel erg duurzaam bezig zijn, dus dat wordt lachen. Wedden dat ze er integraal duurzaam van gaan maken?
Hebben ze ook met de stallen gedaan. Dat werkt via een puntensysteem. Als er een dak op zit, een paar ramen en een deur, dan krijg je al punten, en dus subsidie. Ze hebben A-stallen en B-stallen. B-stallen zijn de meest duurzame. Het systeem is een paar jaar geleden ingevoerd. Het zwermt van de A-stallen, maar er staat, voor zover bekend, geen enkele B-stal.
De Rabobank heeft de afgelopen 50 jaar steeds de andere kant op gekeken als het om het milieu of dierenwelzijn ging. Zo lang het maar volgens de regels ging, was het de bank wel goed. Dat die regels niet deugden om het milieu en dierenwelzijn te beschermen is niet het pakkie-an van de bank. Nu niet, en straks niet.
Gemeenten bepalen hoe groot de stallen mogen worden. Melkveehouders mogen in 2015 net zoveel koeien houden als ze zelf willen. Varkens en kippenhouders houden voorlopig de dierrechten om een plafond in de aantallen aan te kunnen houden, maar dierrechten zijn a: te koop, en b: niemand controleert of zij stiekem niet meer dieren houden.
Merkwaardig, in de gemeenteraden en in Brussel wordt bepaald hoe ons platteland er uit gaat zien, en wat daar door boeren uitgespookt mag worden. En toch worden er zowel voor de raadsverkiezingen als de Europese verkiezingen een historisch lage opkomst verwacht.

11 november 2013

CDA paait kleine boer met doorzichtige truc

asperges'CDA neemt afstand van bulkproductie', kopte de web editie van Nieuwe Oogst.
Het vakblad van de Nederlandse boerenlobby registreerde naar aanleiding van de behandeling van de landbouwbegroting in de tweede kamer zorgelijk een heuse trendbreuk bij het CDA.
De christendemocraten zien niets meer in grootschalige bulkproductie.

'Voor Nederlandse boeren biedt het op lange termijn geen perspectief om tegen de laagste kosten te produceren. Daarom moeten we naar een beter verdienmodel toe,' aldus Jaco Geurts die tegenwoordig woordvoerder landbouw voor het CDA is. In dat betere verdienmodel moet volgens Geurts toegevoegde waarde centraal staan.

Als voorbeeld noemt Geurts voorverpakte geschilde asperges met een klontje boter dat zo de magnetron in kan: 'in vijf minuten klaar!' jubelde de woordvoerder, die kennelijk nooit in de keuken staat. Asperges gaan doorgaans samen met een sausje, hardgekookte eieren en plakken ham. Dus die moeten er ook nog bij. Als dat maar goed gaat.
De boeren gaan natuurlijk niets verdienen aan de door Geurts bedachte toegevoegde waarde. De tussenhandel des te meer. Kijk maar even bij de sla in de supermarkt, waar Geurts zijn idee kennelijk gejat heeft. Voorgesneden sla kost ongeveer 1,50 per 100 gram. Een krop ijsbergsla van 800 gram kost ongeveer 1 euro.

Als een boer een krop sla aan de supermarkt verkoopt, mag hij blij zijn met 25 eurocent. En als hij zijn sla aan een tussenhandelaar verkoopt die de sla gaat bewerken, krijgt de boer nog steeds 25 eurocent. En dan mag de boer ook blij zijn, want voor met een beetje pech bedingt de handelaar kwantumkorting.
De zogenaamde toegevoegde waarde van Geurts zijn vooral toegenomen kosten voor een luie consument die zichzelf heeft wijs gemaakt dat hij zijn tijd beter kan besteden dan aan het klaar maken van eten.

De koerswijziging van het CDA, weg van de ongelimiteerde steun voor bulkproductie en dus de grootschaligheid, lijkt een slimme zet. Immers, binnen de boerenstand zelf is er, net als bij de burger, grote weerstand tegen mammoetbedrijven. Logisch, want zij drukken op termijn de kleintjes volledig uit de markt.

Hoewel het aantal boeren gestaag afneemt zijn de 'kleine' boeren getalsmatig nog steeds veruit in de meerderheid. Van alle Nederlandse boeren, nog zo'n 80.000, is minder dan 10% grootindustrieel aan het boeren. Zij nemen intussen wel ruim 70% van de productie voor hun rekening.
Met het oog op verkiezingen ligt de potentiële winst voor het CDA dus bij de kleine boer.
Voor de relatie van het CDA met de grote boeren is de koerswijziging risicoloos. Stel het onwaarschijnlijke geval dat er toch beperkingen voor de veehouderij komen in de vorm van dierrechten of een eis van grondgebondenheid.

Dan is er voor de grote jongens onder de boeren nog niets aan de hand. Iedere boer die zelfs maar vage uitbreidingsplannen had, heeft dat allang geregeld via een vergunningaanvraag waar de toekomstige uitbreiding al in verwerkt zit. En in de landbouw is het zo geregeld dat nieuwe wetgeving alleen van toepassing is voor nieuwe gevallen.

Zo kan het CDA rustig roepen dat ze tegen schaalvergroting is, want die is allang geregeld en daar is niets meer aan te doen.

05 november 2013

Moeten dierenactivisten terug het hok in?

In Trouw heeft VVD-er Helma Lodders de volgende opinie laten afdrukken:

Fanatieke organisaties die dier en milieu beschermen, brengen de agrarische sector schade toe. Dat moet stoppen, vindt Tweede Kamerlid Helma Lodders.
Het beeld dat de Nederlandse samenleving over de Nederlandse land- en tuinbouw heeft, wordt in grote mate bepaald door actiegroepen zoals Wakker Dier. Wie kent de schrijnende beelden niet op tv over de plofkip die niet meer kan lopen.

Ik wil de ernst van deze beelden niet bagatelliseren, maar deze voorstelling van zaken doet geen recht aan de werkelijke situatie van onze land- en tuinbouwsector. Namelijk dat de land- en tuinbouw in Nederland de beste is in de wereld. Wij zijn wereldkampioen in hoogproductieve, efficiënte en duurzame landbouw. De sector krijgt die eer echter niet. Als het in Nederland over de landbouw of over de boer gaat, dan hebben we het over de plofkip en megastallen. We praten over wat er allemaal niet mag en niet over wat er allemaal kán.
Tot zover de inleiding van haar opinie.

Haar opinie is typisch voor iemand die het dier als een productiefactor (ding) ziet zonder rechten. De argumentatie die zij aandraagt zit vol drogredenen en onwaarheden. De bijdrage van Nederlandse veehouderij aan onze economie is, wanneer de nadelen worden meegenomen, eerder negatief dan positief. Er is op de wereld geen echt tekort aan hoogwaardige voeding. Het probleem is dat we het beschikbare voedsel eerst aan dieren geven en mensen dieren laten eten. Dat kan efficiënter en met minder bezwaren.
Alle argumenten van mevrouw Lodders zijn en worden al jaren weerlegd, maar dan moet je wel bereid zijn ze willen te horen. Meer lezen over tegenargumenten voor de drogredenen, klik hier. Voor relativering economisch belang agrosector, klik hier.

Dit is de reactie van Wakker Dier.

25 oktober 2013

Europese boer jaagt Afrikaan op de vlucht

Zelfs de paus heeft schande gesproken over de manier waarop Europa de Afrikaanse vluchtelingen behandelt. Dan moet er toch wel wat aan de hand zijn en dat is het ook. Het Italiaanse eiland Lampedusa wordt overstroomd met Afrikaanse vluchtelingen, die daar geen kant op kunnen omdat de rest van Europa ze niet wil hebben.
Als de vluchtelingen het eiland al bereiken, want steeds vaker verdrinken ze met honderden tegelijk in de Middellandse Zee omdat de overvolle bootjes minder zeewaardig blijken dan gedacht.

En ja, als de paus er zich al tegenaan bemoeit kan het CDA natuurlijk niet achterblijven. Dus schoof zondag 20 oktober Europarlementariër Wim van de Camp aan in het tv-programma Buitenhof om zijn christelijk geïnspireerde oplossing voor het probleem uit te venten.
Van de Camp wil de Nederlandse marine er op af sturen en daarmee maar liefst drie doelen tegelijk dienen.

Allereerst natuurlijk humanitair. Als de Nederlandse marine die wrakke bootjes opspoort, aanhoudt en die vluchtelingen aan boord neemt, kunnen ze immers ook niet verdrinken. Briljante gedachte!

In de tweede plaats geeft een missie in de Middellandse Zee onze marine wat te doen en zo worden manschappen en materiaal van de krijgsmacht tenminste nuttig besteed. Met als onderliggende gedachte natuurlijk dat we misschien toch nog eens zouden moeten nadenken over de bezuinigingen op defensie.
Briljant plan!

In de derde plaats moeten die opgepikte vluchtelingen natuurlijk niet bij Lampedusa of een andere Europese haven aan land worden gezet, maar aan de Afrikaanse kust. Daar kwamen ze vandaan, en daar horen ze thuis.
Briljante oplossing!

De belangrijkste reden dat Van de Camp de Afrikaanse vluchtelingen weer op de Afrikaanse stranden wil afzetten is dat volgens hem het overgrote deel van de mannen, vrouwen en kinderen geen politieke, maar economische vluchtelingen zijn. En dat kan natuurlijk niet. Camp sprak het uit alsof het vieze woorden waren en de betreffende personen verderfelijke individuen. Hoe haalden ze het in hoofd om hier heen te komen!

De presentatrice van Buitenhof, doorgaans niet de domste van het stel dat daar rond de tafel zit, knikte vaagjes. Tja, economische vluchtelingen.

Ze had er natuurlijk ook op kunnen wijzen dat wij in Europa al decennia bezig zijn Afrika en andere continenten te beroven van hun grondstoffen. Ze had er nog aan toe kunnen voegen dat in Europa op dit moment de tijd voor sperzieboontjes weliswaar voorbij is, maar dat ze toch nog in de supermarkten liggen. Inderdaad geteeld in sommige Afrikaanse landen waar niet zo heel ver weg van de velden waar deze voor Europa bestemde boontjes worden geteeld, mensen sterven van de honger.

Ze had er ook op kunnen wijzen dat in verschillende Afrikaanse landen een jaar of tien, vijftien geleden geprobeerd is een agrarische economie van de grond te krijgen. Met onder andere de productie van kippen en varkens. Dat leek warempel nog te lukken ook, en dat is niet onbelangrijk, want landbouw is de moeder van elke economie. Maar dat prille succes is de nek omgedraaid door de Europese Unie. Kapot gedumpt met geld uit het Europese landbouwbeleid dat werd gebruikt om onder andere Nederlands varkens- en kippenvlees ver onder de kostprijs af te zetten in Afrika.

En dan zouden wij het vreemd moeten vinden dat Afrikanen omdat ze sterven van de honger naar Europa komen?

Maar er wordt toch ook veel hulp geboden aan Afrika door bijvoorbeeld de Nederlandse zuivelindustrie? Friesland Campina bijvoorbeeld. Die steekt jaarlijks vele miljoenen in het zogenoemde Dairy Development Program om in onder andere Vietnam en Nigeria de lokale melkveehouderij op weg te helpen.

Dat lijkt mooi, maar de schijn bedriegt.

In een interview in de Leeuwarder Courant van 18 augustus 2012 met projectleider Sybren Attema komt de ware aap uit de mouw'. Als Friesland Campina zou weigeren om de lokale melkveehouderij te steunen, zou dat tot repercussies kunnen leiden zoals importheffingen of importquota's, benadrukt Attema: dan binne wy natuerlik folle fierder fan hûs'. (Dan zijn we natuurlijk veel verder van huis /red).

Friesland Campina is dan verder van huis omdat Afrika en Azië de groeimarkten zijn waarmee de Nederlandse melkveehouder het hoofd boven water probeert te houden. Het zijn weliswaar arme regio maar met een groeiende kapitaalkrachtige bovenlaag die het gebruik van zuivel als een statussymbool ziet. Of ze zijn in de war gebracht door agressieve reclamecampagnes waarin de consument wordt wijs gemaakt dat zuivel niet alleen goed is voor het lijf, maar zelfs noodzakelijk. Melk is inderdaad goed. Voor het kalf; niet voor de mens, maar dit terzijde.

De 'hulp' aan de lokale melkveehouders is dus welbegrepen eigenbelang. En kwaad kan het niet, want de lokale melkproductie stijgt, zelfs als het ontwikkelingsprogramma een doorslaand succes zou worden, hooguit met 5%. Terwijl de vraag jaarlijks met 30% groeit, aldus Attema.

Pikant detail. Drie dagen na publicatie in de LC wordt het artikel ook geplaatst in het Dagblad van het Noorden. Alleen, daar zijn de zorgen over importheffingen en importquota ineens verdwenen. Daar is het ontwikkelingsprogramma volgens Attema: een kwestie van fatsoenlijk ondernemen. 'Wij doen er al jaren met succes zaken, dus willen we ook wat terug doen'.

Terug naar Van de Camp die de marine op de Afrikaanse vluchtelingen af wil sturen.
Wellicht doet hij er als Europarlementariër beter aan eens kritisch te kijken naar het verwoestende effect dat het Europese landbouwbeleid heeft op de beschikbaarheid van bijvoorbeeld voedsel in de rest van de wereld.

18 oktober 2013

Bonus-stop Rabo loos gebaar

De Rabo Bank schaft de bonussen voor de leden van de raad van bestuur, zeg maar de directie, af. Dat lijkt een prachtig gebaar, temeer omdat volgens de bank: 'een variabele beloning van bestuurders niet meer goed verenigbaar is met de functie van een maatschappelijk verankerde bank'.
Die ronkende volzin verhult voor de kritische toeschouwer niet dat het gebaar van de bank vooral loos is. De bank heeft volgens Het Financieele Dagblad (18-10-2013) de laagste bonussen van de bancaire sector in Nederland. Maar wel veruit de hoogste basissalarissen. In zo'n situatie heb je weinig bonussen nodig. Vorig jaar keerde de bank wegens slechte resultaten geen bonussen uit. Ook dit jaar hoeven de bestuurders niet te rekenen op een bonus vanwege slechte resultaten. De vooruitzichten voor de komende jaren zijn voor de bank evenmin geweldig, dus ook dan zitten er geen bonussen in het vat.
Daarmee is het gebaar van de bank volstrekt loos: het is natuurlijk erg makkelijk om af te zien van iets wat je toch niet krijgt.

De bank tamboereert wel erg op haar functie als maatschappelijk verankerde bank, en suggereert daarmee dat ze een bijzondere bank is; niet zoals al die andere onverantwoorde geldgraaiers die zich ook bank noemen. Maar wie even verder kijkt dan de neus lang is, merkt al snel dat de Rabo met hetzelfde sop is overgoten. De bank heeft in geld uitgedrukt veel meer aan hypotheken uitgegeven, dan het aan geld op de spaarrekeningen binnen kreeg. Het verschil werd geleend op de wereldmarkt voor kapitaal. De Rabo kon dat doen tegen relatief lage tarieven, omdat de bank zo ongeveer de helft van alle Nederlandse grond als onderpand in bezit heeft.
Maar de bank heeft een paar stevige miskleunen gemaakt. Een vastgoed-avontuur in Ierland heeft een verlies van ruim 1 miljard euro opgeleverd. De Rabo heeft grote posities in de Nederlandse kantorenmarkt, die zwaar verliesgevend zijn. Dat die nog niet erg nadrukkelijk naar buiten komen, komt omdat de bank niet verkoopbare kantoren liever leeg laat staan, dan verkoopt. Maar het is gelet op de situatie op de kantorenmarkt natuurlijk niet meer dan uitgesteld verlies.

Verder heeft de bank een marktaandeel van rond 40% op de huizenmarkt. Het kan niet anders of een fors deel daarvan staat onder water. Daarmee heeft niet alleen de huiseigenaar natte voeten, maar natuurlijk ook de bank.
Dan is er nog de deelname van de bank aan het frauduleus manipuleren van de zogenoemde Libor-rente die een graadmeter is voor de mondiale rentetarieven voor gewone burgers. De bank speelde vrolijk mee in het onverkwikkelijke spelletje om die tarieven kunstmatig omhoog te krijgen.

Het draagt er allemaal toe bij dat de mondiale geldverschaffers de Rabobank niet meer als een risicovrije partner beschouwen en hun rentetarieven opschroeven. Dat zet de winstgevendheid van de bank zwaar onder druk. Een deel van die rentestijgingen brengt de bank weer in rekening bij de klant. Zo werden deze week bij een aantal banken de tarieven verlaagd, maar bij de Rabo gingen ze omhoog! Dat kan niet lang zo doorgaan, want dan wordt overstappen voor een klant ondanks boeterentes toch aantrekkelijk. Als dat balletje gaat rollen is het een kwestie van tijd voordat de bank met de pet in de hand bij het kabinet op de stoep staat om staatssteun te vragen.

Intussen blijken de lokale banken binnen de Rabo de spelregels voor normaal bankieren aan hun laars te lappen. De toezichthouder zet grote vraagtekens bij de zorgvuldigheid van de kredietverstrekking. Vrij vertaald: de toezichthouder (De Nederlandse Bank) vindt het vreemd dat grote boeren, ongeacht hun financiële positie, elk gewenst krediet krijgen. Zo vreemd is dat natuurlijk ook weer niet voor wie de bank een beetje kent. De bank is, als coöperatie, lokaal/regionaal georganiseerd, en deze lokaal/regionale banken opereren binnen de coöperatie min of meer zelfstandig. De besturen van deze banken worden veelal gevormd door de dikste boeren uit de omgeving, en die houden hun directies strak aan het touwtje. Zoals gezegd, de Rabobank is inderdaad een bijzondere bank.

De Bank is ook bijzonder omdat ze in de boerenwereld met een marktaandeel van tegen de 90%, nagenoeg een monopolist is. De bank zou die positie kunnen gebruiken om de maatschappelijk verantwoorde functie die ze zegt te hebben, ook waar te maken. Bijvoorbeeld door in de veehouderij harde eisen te stellen aan dierenwelzijn bij financieringen. Of door in de tuinbouw en akkerbouw harde eisen bij financieringen te stellen aan het milieu. De bank die zegt zich hard te maken voor een duurzame landbouw komt niet verder dan de wettelijke eisen als norm te hanteren. Maar voor zover er, bijvoorbeeld op het gebied van dierenwelzijn, al wettelijke eisen zijn, worden die meestal direct weer onschadelijk gemaakt met tijdelijke ontheffingen die keer op keer worden verlengd. Of de eisen worden helemaal onschadelijk gemaakt door toevoegingen in de tekst als: 'voor zover mogelijk'.

En dus financiert de Rabobank zonder blikken of blozen de grootschalige dierenmishandeling die zij intensieve veehouderij noemen, maar waarvan wij allemaal weten dat het bio-industrie is. De plofkip en de kiloknaller op ons bord zijn gemaakt door de veehouders, maar wordt gefinancierd door de Rabobank. De megastallen in melkveehouderij worden gebouwd door de boeren, maar gefinancierd door de Rabobank.
Het zijn juist de huidige financieringen in de melkveehouderij die een tweespalt binnen de bank bloot leggen. Bankmedewerkers van Rabo Internationaal vragen zich verbijsterd af waar de lokaal/regionale banken mee bezig zijn. Immers, de grootste melkverwerker van ons land (Friesland Campina) verwerkt meer dan de helft van haar melk tot kaas. Het lukt nu al niet om dat kostendekkend te doen. Waar moet dan al die extra tot kaas verwerkte melk straks heen, zo vragen ze zich bij Rabo Internationaal af.
Naar China, zeggen de boeren, en dan niet als kaas, maar als melkpoeder want de vraag uit die hoek is enorm. Rabo Internationaal liet in een analyse weten dat dat feestje nog hooguit drie jaar duurt. De Chinezen zijn hard bezig een eigen kwalitatief hoogwaardige melkveehouderij op te zetten. Dat gaat zo snel dat binnen drie jaar de Chinese import van zuivel sterk zal verminderen.

De Nederlandse boer heeft daar geen boodschap aan, en de regionaal/lokale bank al helemaal niet. Die koersen plankgas aan op ongebreidelde uitbreidingen. De melkprijs is immers op recordhoogte, en hoe het over drie jaar is, zien ze dan wel weer.
Tot verdriet van de topbestuurders van de Rabo bank die in Utrecht zetelen en van daaruit min of meer machteloos toezien hoe hun organisatie bezig is het eigen financiële graf te graven.

In zo'n situatie is het inderdaad maar beter om af te zien van een bonus. Zelfs al is dat een loos gebaar.

27 juli 2013

Vermelding van afkomst van voeding via een sticker

Is voeding geproduceerd in door Israël bezette gebieden wel koosjer? Politici proberen het aan het publiek over te laten door de afkomst van voedsel via een sticker op het product kenbaar te maken. Wat mij betreft een goed idee. Het idee zou nog beter uitgevoerd worden wanneer de sticker ook duidelijkheid geeft over de leefomstandigheden van de dieren die de voeding hebben geproduceerd. Zijn deze dieren vrij geweest tijdens hun leven. Oftewel, hebben zij toegang gehad tot een weide?
En dat moet dan ook gelden voor het vlees en zuivel die Nederland produceert, zodat Israëliërs, Palestijnen en alle consumenten in de wereld een verantwoorde keuze kunnen maken.

02 juli 2013

Koppel melkproductie aan grond

De melkveehouderij staat op een tweesprong: grondgebonden blijven of industrialiseren? Niet doen, dat laatste. Koppel melkproductie aan grond.
Dat is in het kort de oproep van Herman Wijffels, Jan Cees Vogelaar en anderen.

De melkveehouderij is in Nederland een sterke en zeer gewaardeerde bedrijfstak. Anders dan de varkens- en pluimveehouderij is zij nog grotendeels verbonden met de grond. Bedrijven halen het meeste ruwvoer (gras en maïs) van hun eigen bedrijf en brengen daar ook de meeste mest naar toe. Zo is de kringloop “dier-mest-bodem-voer” nog redelijk intact en lokaal. Ook lopen de meeste koeien nog in de wei. Dat is karakteristiek voor het Nederlandse landschap en doorgaans gunstig voor het welzijn van de dieren. Uit alle enquêtes blijkt dat Nederlandse burgers de koe in de wei hogelijk waarderen. De weidende koe levert een zichtbare verbinding van de melkveehouderij met zowel de natuur als de samenleving. Dat schept vertrouwen.

Al deze verworvenheden lopen gevaar. Een groeiend aantal veehouders intensiveert “los van de grond” en/of houdt de koeien het hele jaar binnen. Deze ontwikkeling dreigt in een stroomversnelling te raken als op 1 april 2015 de melkquotering vervalt. De EU heeft die quotering in 1984 ingevoerd om de overproductie van melk en de daarmee gemoeide budgetlasten aan banden te leggen. Dat is niet meer nodig nu de melkplas en de boterbergen zijn verdwenen. Maar vandaag doemen andere risico’s op:
  • Met meer koeien komt er meer mest en ammoniak en dat belast het milieu.
  • Voor intensivering moeten melkveebedrijven steeds meer voer aankopen en steeds meer mest afvoeren. De kringloop raakt uit het zicht en de melkveehouderij gaat steeds meer op de varkenshouderij lijken.
  • Groeit de veestapel sneller dan de huiskavel, dan zullen veel bedrijven te weinig ruimte hebben om de koeien nog te laten weiden.
  • Vergeleken met het grondgebonden gezinsbedrijf zijn grote bedrijven met weinig grond veel kwetsbaarder voor prijsbewegingen op de markten van melk, veevoer, mest en kapitaal.
Daarmee komen de duurzaamheid en het maatschappelijke draagvlak van de sector in gevaar.

Bij het voorsorteren op 2015 hebben de sector en de overheid tot dusver alleen oog voor het eerste probleem. De sector heeft met de vorige staatssecretaris Henk Bleker afgesproken dat de melkveehouderij mag uitbreiden als de extra mest die daarmee wordt geproduceerd, wordt verwerkt of geëxporteerd. Maar er bestaat twijfel of de sector dat waar kan maken. Daarom heeft Bleker’s opvolgster Sharon Dijksma gedreigd met invoering van “dierrechten”. De veehouder mag dan pas meer koeien houden als hij dierrechten opkoopt van een veehouder die gaat krimpen of stoppen. Dat helpt inderdaad om de mest- en ammoniakproductie te stabiliseren, maar doet niets tegen de drie andere problemen: doorbreken kringlopen, minder koeien in de wei en grotere kwetsbaarheid van bedrijven. Integendeel, aankoop van dierrechten gaat bedrijven geld kosten en dat maakt ze extra kwetsbaar.

Het is voor de Nederlandse samenleving en voor de toekomst van de melkveehouderij van groot belang dat de sector grondgebonden blijft, en dat het overgrote deel van de koeien ’s zomers in de wei blijft. Verhandelbare dierrechten zijn daarvoor geen goede maatregel. Beter is het om de melkproductie te koppelen aan grond. De overheid stelt dan een maximum aan de hoeveelheid melk die veehouders per hectare mogen produceren. Dat maximum kan worden gebaseerd op de milieunormen voor het gebruik van mest. Bedrijven die boven de norm zitten hoeven niet te stoppen, maar mogen pas weer uitbreiden als zij voldoende extra grond hebben verworven. Extensieve bedrijven mogen uitbreiden tot de norm. Daarmee kunnen deze bedrijven en de zuivelindustrie inspelen op groeikansen die zich in de markt aandienen, zonder de weidegang in gevaar te brengen.

De melkveehouderij staat op een tweesprong. De komende maanden worden beslissend voor de weg die de sector inslaat. Kiezen voor grondgebondenheid heeft grote voordelen, maar vergt helder en stevig leiderschap bij overheid, landbouworganisaties en zuivelindustrie. Zij moeten niet toestaan dat een kleine groep veehouders het industriële pad inslaat en het imago van de hele sector bedreigt. Een grondgebonden melkveehouderij is robuust en transparant, draagt sterk bij aan onze economie, levert een aantrekkelijk landschap en is goed voor dierenwelzijn en diergezondheid. Zo’n veehouderij kan blijvend rekenen op een breed maatschappelijk draagvlak.

•Herman Wijffels.
Hoogleraar Duurzaamheid en maatschappelijke verandering aan de Universiteit Utrecht.

•Jan Cees Vogelaar.
Melkveehouder.

•Pieter Winsemius.
Oud-minister van Milieu.

•Cees Veerman.
Oud-minister van Landbouw.

•Louise Vet.
Directeur van het Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO-KNAW) te Wageningen.

•Geert Mak.
Schrijver.

•Joris Lohman.
Voorzitter van de Youth Food Movement.

•Wouter van der Weijden.
Directeur van de Stichting Centrum voor Landbouw en Milieu.

Lees of download het intro en het artikel: Koppel melkproductie aan grond (pdf-bestanden).
Verschenen in de weekendbijlage van Boerderij Vandaag, 28 juni 2013.

Klik hier om meer te lezen over de voordelen van grondgebonden landbouw.

27 juni 2013

Koerswijziging naar duurzaam beleid nodig

Tijdens het debat over de extra bezuinigen die het kabinet wil invoeren, pleitte Marianne Thieme van de Partij voor de Dieren voor een radicale koerswijziging naar een duurzaam beleid.

Hieronder een deel van haar pleidooi.

De kwaliteit van het bestaan met perspectief, een schone leefomgeving en behoud van natuur wordt nauwelijks betrokken in onze economische definities. Marc Chavannes schreef: "zolang we accepteren dat alle zorgen en verlangens in geld uitgedrukt worden, zitten we gevangen in een eenzijdige economische logica". Dat wordt duidelijk bij de dans rond de Brusselse totempaal van 3%. Zolang je blijft dansen rond de totempaal, hoef je geen richting te kiezen.

De VVD vond, anders dan de Partij van de Arbeid, dat er niet getornd mocht worden aan de 3%, maar na de verkiezingen waarbij deze partijen elkaar ook op dit punt te vuur en te zwaard bestreden, hebben ze stuivertje gewisseld. Lood om oud ijzer. De tegenpolen van september vorig jaar zijn nu in- en uitwisselbaar tegelijk. Als regeringspartijen het nemen van fundamentele beslissingen uitstellen omdat ze het niet met elkaar eens zijn, maar wel op elkaar zijn aangewezen, investeren ze tijd in een tikkende tijdbom. Dat is wel het domste wat je kunt doen tijdens een systeemcrisis.

De oplossingen zijn er, maar de wil ontbreekt. Er zijn inmiddels bijna 700.000 mensen die zonder baan aan de kant staan. Er is nog steeds woningnood. De dijken moeten nog steeds hoger. Het openbaar vervoer moet nog steeds verbeterd worden en er zijn nog steeds onvoldoende handen aan het bed. De overheid zou moeten investeren in duurzame oplossingen voor die problemen, zoals het energiezuinig maken van onze huizen en het veilig maken van onze leefomgeving. Als dat perspectief er is, is er draagvlak bij de mensen om een bijdrage te leveren. Dan kun je zeggen: laten we financieel bijdragen. Daarvoor zijn echt radicale koerswijzigingen nodig, in plaats van oproepen om meer auto's te kopen. Stop met de milieuschadelijke subsidies van meer dan 5 miljard euro per jaar, betaald door de belastingbetaler. We kunnen de belasting op arbeid omlaag brengen en de belasting over de toegevoegde waarde, de btw, vervangen door een belasting over de onttrokken waarde. Zo stimuleren we hergebruik van grondstoffen en tegelijkertijd ook de werkgelegenheid.

De vraag is niet of we ons een ander duurzaam beleid kunnen veroorloven. Mijn stelling is dat we het ons niet kunnen veroorloven om het niet te doen.

Voorts ben ik van mening dat er een einde moet komen aan de bio-industrie.

22 mei 2013

Rekenkamer hekelt duurzaamheid bio-industrie

De Algemene Rekenkamer heeft in vervolg op een onderzoek in 2008 de duurzaamheid onderzocht van de intensieve veehouderij in Nederland. Uit het rapport:
Ammoniak- en stikstofbeleid onvoldoende effectief

Het beleid dat de ammoniakuitstoot en daarmee de stikstofneerslag van de veehouderij moet verminderen, beschermt de biodiversiteit in Nederland onvoldoende. De invoering van de Programmatische Aanpak Stikstof PAS, die de ammoniakuitstoot verder moet verminderen, is vertraagd. Bovendien wil de staatssecretaris van Economische Zaken (EZ) de helft van de milieuwinst die met de PAS moet worden behaald, gebruiken om uitbreidingen in de veehouderij toe te staan.

Naleving dierenwelzijnsregels kan beter, geringe vooruitgang beleid
De staatssecretaris van EZ boekt geringe vooruitgang met het beleid voor dierenwelzijn. Het moment waarop veehouders moeten gaan voldoen aan nieuwe eisen kan jaren na het besluit liggen. Bovendien schuift het jaar waarin de eisen gaan gelden regelmatig op.
Uit controles van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) blijkt dat de naleving van dierenwelzijnsregels door de veehouderij beter kan. Vooral bij varkens en vleeskuikens worden de welzijnsregels onvoldoende nageleefd. In 2011 overtrad meer dan 50% van de vleeskuikenhouders en meer dan 30% van de varkenshouders dierenwelzijnsregels.
Tegelijkertijd moet de sector voor een belangrijk deel zelf toezicht gaan houden: NVWA en kabinet zetten meer in op de eigen verantwoordelijkheid van de sector. Een experiment hiermee bij bedrijven met legkippen heeft niet positief uitgepakt.

Tot zover de website van de Algemene Rekenkamer.

De PvdD reageert als volgt:

Uit het vandaag gepresenteerde rapport van de Algemene Rekenkamer blijkt dat in de intensieve veehouderij massaal dierenwelzijnswetten worden overtreden. Bovendien maakt het rapport pijnlijk duidelijk dat de bio-industrie in ons land een grote bedreiging vormt voor de natuur en de biodiversiteit. De Partij voor de Dieren wil hierover een debat met het kabinet, en dringt aan op een sterke krimp van de veestapel. Bovendien moet het toezicht op de naleving van de dierenwelzijnsregels per direct weer in overheidshanden komen.

17 mei 2013

PvdD koopt natuur vrij van bedreiging door boeren en jagers

De Partij voor de Dieren heeft 16 mei op de veiling van Staatsbosbeheer bijna 100.000 m2 natuur gekocht rondom Daarle in Overijssel. De meest kwetsbare natuurwaarden zijn daarmee beschermd tegen de markt. Natuurliefhebbers – leden en niet-leden – gaven massaal gehoor aan de oproep die de Partij voor de Dieren onlangs deed om met de partij vierkante meters natuur te kopen van Staatsbosbeheer om zo deze natuur te behoeden voor afbraak. De partij haalde in 2,5 week ruim tweeënhalve ton op. Voor zover bekend is dit het grootste burgerinitiatief op het gebied van natuuraankoop ooit. In 1905 kocht Jac.P. Thijsse met andere natuurbeschermers het Naardermeer vrij, nadat Amsterdam plannen maakte het te dempen met huisvuil.

Staatsbosbeheer verkoopt stukken natuur aan de hoogstbiedende via een veilinghuis waardoor de toekomst van die natuur onzeker wordt. Deze uitverkoop is het gevolg van de dramatische natuurbezuinigingen die voormalig staatssecretaris Bleker (CDA) doorvoerde. De Partij bood op de meest kwetsbare natuurgebieden om de natuur te beschermen tegen marktpartijen die met een ander oogmerk dan natuurbescherming aan de veiling deelnamen. Enkele andere kavels gingen letterlijk tegen bodemprijzen van de hand.

Partijleider Marianne Thieme: 'Ik ben heel blij dat zoveel natuurbeschermers zich achter deze positieve actie hebben geschaard om kwetsbare stukken natuur te redden. Het feit dat we in zo'n korte tijd zo'n groot bedrag hebben opgehaald geeft aan dat mensen de afbraak van de natuur zeer aan het hart gaat. De Partij voor de Dieren zal zich overigens – binnen en buiten het parlement - blijven verzetten tegen de verdere uitverkoop van de natuur. Een overheid die aangeeft natuur niet hoger te waarderen dan de prijs van de ondergrond kent kennelijk wel de prijs maar niet de waarde van natuur'.

Dat de PvdD het hoogste bod heeft uitgebracht op een aantal percelen is nog geen garantie dat de partij de natuur ook daadwerkelijk verwerft. Na de afslagfase van de veiling volgt nog de gunningsfase op 24 mei. De huidige eigenaar Staatsbosbeheer moet de nieuwe eigenaar de kavels natuur gunnen.

Leeswijzer


Thema's of steekwoorden vindt u via de labels onderaan de pagina of op Animal Freedom.
Klik hier voor de laatste bijdragen op dit blog
.
Klik hier voor het beleid om uw privacy te beschermen.
Kijk op ook Facebook voor onze reactie op de actualiteit.

Waarom dit blog?

De Nederlandse veehouderij is vooral gericht op zoveel mogelijk voor de export te produceren onder het motto “meer, meer, meer en groot, groter, grootst”. Dit heeft negatieve gevolgen voor zowel de dierenwelzijn, biodiversiteit, het milieu, het klimaat, de portemonnee en de gezondheid van burgers en ook voor welwillende boeren.
Dit blog verzamelt kritische artikelen die de wurggreep beschrijven waarin de veehouderij zichzelf heeft vastgezet. Zo willen we niet alleen een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de kwaliteit van het leven voor alle belanghebbenden, maar ook aan een schone, gezonde omgeving en een beter dierenwelzijn.

Ook de argumentatie dat dieren grondrechten hebben kan beter en meer aansluiten op hoe mensen voor zichzelf vinden dat recht moet gelden. Alle dier(soort)en kunnen in hun recht op vrijheid als (intrinsiek) evenwaardig aan mensen beschouwd worden. Dierenrechten zijn mensenrechten, die mensen de kans geeft om voor dieren op te komen.
Dieren, bijv. in de intensieve veehouderij, worden behandeld als een object in plaats van een subject met gevoelens en rechten.

De snelheid en het aantal dier(soort)en dat we voortdurend gebruiken is immens. De bijdrage aan onze welvaart en economie van de agrosector is gering. De oplossing is simpel en van niemand anders dan van ons zelf afhankelijk.

Dierenrechten in woord en beeld

Vrijheid is ook een intrinsiek grondrecht voor dieren. Dieren zijn geen dingen Dierenrechten zijn mensenrechten. Mensen moeten voor dieren kunnen opkomen wanneer hun grondrecht wordt geschonden.
logo van Animal Freedom yin en yang
Lees hier over de redenen waarom dieren recht op vrijheid hebben. Lees hier waarin mens en dier evenwaardig zijn.