Mens en dier zijn (intrinsiek) evenwaardig in hun recht op vrijheid

Bij de Stichting Animal Freedom leest u over de gedachte achter dierenrechten.
Hier leest u over ontwikkelingen in de agrosector en de gevolgen voor dieren(rechten).
Alle levende wezens zijn verschillend maar evenwaardig in het recht op vrijheid op een natuurlijk leven.
Een dier is (net als een mens) geen ding of een object.
Dierenrechten zijn mensenrechten. Mensen moeten kunnen ingrijpen wanneer mensen dieren misbruiken of onrecht aandoen.
Posts tonen met het label plantaardige voeding. Alle posts tonen
Posts tonen met het label plantaardige voeding. Alle posts tonen

06 april 2020

Belangen van mens en dier evenwaardig wegen

Dit artikel is geschreven om de oproep om te stoppen met diergebruik inclusiever te onderbouwen. Er zijn in de loop van decennia genoeg redenen aangevoerd om meer rekening te houden met dieren, maar telkens leek een nieuwe crisis de vorige argumenten te overschaduwen.

Redelijk nieuw is het inzicht dat het produceren en eten van vlees door de CO2 uitstoot bijdraagt aan de opwarming van de aarde en daarmee aan verslechtering van de leefbaarheid van de aarde.
Recenter is de stikstofcrisis die activiteiten in de economie dreigde stil te leggen. Huizenbouw of handhaving van de veestapel? Veel verkeersbeweging op de weg en in de lucht levert naast de industrie NO2 die samen met de uitstoot van ammoniak NH3 uit de intensieve veehouderij neerslaat als fijnstof en bemesting van natuurgebieden, die daardoor van aard en samenstelling veranderen.
Fijnstof maakt ons ook vatbaarder voor infectieziekten omdat deze vervuiler het functioneren van onze longen aantast. 
De overproductie van de Nederlandse veehouderij, gericht op de export, wordt al decennia gehekeld door de milieubeweging omdat dat naast dierenleed samengaat met overbemesting en daarmee een last is voor de naaste omgeving en de draagkracht van de natuur. Deze inzichten hebben geleid tot strenge regelgeving, die nog weleens wordt aangescherpt zodat veehouders nooit zeker konden zijn van welke bedrijfsvoering een gezond verdienmodel zouden oproepen. Het leidde tot een samenspel van stoppende bedrijven in combinatie met groei in veestapel bij collega's.

De opkomst van vleesvangers gaat samen met het inzicht dat de mens beter minder vlees kan eten dan elke dag en liefst helemaal niet meer. Het is immers door de globalisering van de supermarkten kipsimpel om een diverse en gezonde maaltijd samen te stellen van internationale voedingsmiddelen die niet van dieren afkomstig zijn.

De ethische overweging of dieren eten wel mag is eigenlijk van alle tijden. Steeds meer komt deze overweging te staan in het licht van evenwaardigheid. Niet alleen mensen willen vrij zijn, ook dieren willen dat. Wat of wie zijn wij mensen (meer) dat wij vinden dat we dieren mogen gebruiken om op te eten? Is dat gebaseerd op religieuze gronden dat het dier door God aan de mens is gegeven om er over te heersen? Het hoeft geen nadere betoog dat we zo langzamerhand voldoende autonoom geacht worden om dat zelf te kunnen bepalen. Het is (wederom en tegelijkertijd altijd) tijd om al onze overtuigingen kritisch te bezien. Waar komen onze (belemmerende) overtuigingen vandaan en zijn ze wel geldig?
Het is ook niet nodig om dierziektes te mystificeren als wraak van de natuur en zo proberen het gedrag van mensen te beïnvloeden. We hoeven alleen dezelfde principes waarvan we willen dat andere mensen zich aan houden  toe te passen op onze omgang met dieren: "respecteer elkaars grenzen en vrijheid". Dat is wederkerig en evenwaardig.

Yin en yang mens en dier

Een vorm van evenwaardigheid is ook een eerlijke verdeling van het aardoppervlak in delen waar de natuur met rust gelaten wordt, waar we gaan wonen en welk deel we gebruiken voor voedsel te verbouwen. Wat eerlijk is, is ook een vraag naar balans en gezond delen. Ecoducten kunnen open voor alle dieren; levenskrachtig grote en verbonden natuurgebieden voor planten en dieren met een deel voor recreatie voor de mens.

Ook de juiste afstand houden met anderen zouden we door moeten trekken naar dieren. Dieren kunnen dan hun autonomie bewaren en gezonder soorteigen gedrag vertonen. Ook dieren vinden minstens anderhalve meter afstand prettig en zo voorkomt het ook besmetting van mens naar dier.

16 februari 2020

Weer een extra argument tegen het gebruik van dieren

Het aantal argumenten dat pleit voor het stoppen van diergebruik blijft maar toenemen. Waren er al de gezondheidsproblemen van overmatig vlees eten, de landschapspijn van groene woestijnen door Engels raaigras en het binnenhouden van vee, milieuproblemen door overbemesting, klimaatopwarming door CO2 uitstoot door veevoervervoersbewegingen en vleesproductie, natuurschade door ammoniakdepositie, het kappen van regenwouden voor de productie van veevoer en de export daarvan en zo nog wat meer nadelen van diergebruik. Door overmatig gebruik van antibiotica binnen de intensieve veehouderij raken virussen resistent waardoor zij niet meer zijn te bestrijden bij een menselijke uitbraak.

Culturen die het wat minder nauw nemen met hygiëne en dierenwelzijn zijn vaak ook de plaatsen waar grote ondernemingen hun industrie naartoe hebben verhuisd in verband met goedkope arbeidskrachten. Wanneer er in die productieplaatsen een dodelijke en zeer besmettelijke virusepidemie uitbreekt heeft dat globale gevolgen voor de economie. Dit effect hebben we nog niet eerder op deze schaal meegemaakt en ook dit pleit voor minder diergebruik.
Het is duidelijk dat de groep die financieel profiteert van diergebruik kleiner wordt en de groep die opdraait voor de gevolgen groter. Tijd voor een verandering in ons denken en ons gedrag.

Steeds meer lijkt het verstandig om als mensheid een andere weg te bewandelen voor onze voedselproductie. Een snellere transitie van het gebruik van dierlijk eiwit naar plantaardig eiwit is de oplossing voor vele problemen waar we als mensheid mee geconfronteerd worden. Ook het belang van dieren om een vrij leven te kunnen leiden in een natuurlijke omgeving zouden we daarmee kunnen dienen. Wanneer we bij de inrichting van niet bewoond land, waar ook ter wereld, een betere balans zouden aanhouden bij de belangen van de natuur en de kwaliteit van het leefklimaat wordt het in de wereld een leukere, gezondere en veiligere plaats om te wonen en te overleven.

Die bewustwording vraagt van ieder individu op aarde een simpele overweging: wat kan ik er beter van worden wanneer ik in mijn gedrag bijdraag aan de vrijheid van alles wat leeft? Wat kan ik doen en wat kan ik laten?

18 augustus 2019

Wat we kunnen leren van planten

Mensen die zich inzetten voor dierenrechten krijgen weleens de flauwe opmerking “straks moeten we nog planten rechten geven, want planten hebben ook gevoelens”.

Nu is een beetje uitzoomen nooit verkeerd voor het grote plaatje, want de verwarrende details raken uit beeld, maar de moderne, jachtige mens kan wel wat oppikken van planten en bomen als soort. Planten vormen de basis van voedsel voor mens en dier. Planten en bomen in een natuurgebied geven ons de nodige rust waar het ontmoeten van de daarin levende dieren weer voor een ontspannend werkende opwinding zorgt.
We zien ze massaal over het hoofd, en dat is zonde, betoogt bioloog Arjen Mulder in zijn boek "Vanuit de plant gezien".

Dominique Prins schreef in het AD een boekbespreking. Hier de belangrijkste lessen.

1. Werk met elkaar, in plaats van tegen elkaar.
"Ze wisselen informatie en voedsel uit en helpen elkaar zo in leven te blijven. In (vooral oudere) bossen vind je ‘moederbomen’, die zich ontfermen over de jonge aanplant in hun schaduw. Via wortels en schimmeldraden sturen ze stofjes naar de jonkies om de groei in goede banen te leiden. Planten concurreren niet met elkaar om het licht, zoals wel eens wordt beweerd, ze steunen elkaar juist".
Zouden wij ook eens moeten proberen: elkaar de ruimte geven.

2. Maak ruimte voor anderen.
Insecten, vlinders, vogels; ze kunnen slechts leven bij de gratie van de plant. Zouden wij ook eens moeten proberen: elkaar de ruimte geven.

3. Geef nooit op.

“Planten laten hun kopje nooit lang hangen”. Als individu geven ze het gemakkelijk op, als soort verspreiden ze hun zaden, die wachten op betere tijden.

4. Denk anders over rijkdom.
,,Planten hebben een heel ander idee over rijkdom dan wij mensen. Ze zijn slechts geïnteresseerd in een rijk en gevarieerd landschap. Rijkdom betekent voor de plant: een landschap waarin zo lang mogelijk leven kan bestaan”.

Planten hebben net als wij zintuigen.

5. Leer samenwerken met planten.
Om de nuchterheid en logica van de plant optimaal te benutten, en zo bijvoorbeeld klimaatproblemen aan te pakken, zouden we meer moeten samenwerken met planten, meent Mulder. Daarbij is het belangrijk om planten niet als dode objecten te beschouwen, maar als intelligente wezens. Planten hebben net als wij zintuigen. Ze weten waar ze staan, ze horen en ruiken of er water in de buurt is en weten altijd precies hoe ze zichzelf moeten opbouwen. Elke plant is een architectonisch hoogstandje.

Een beetje respect zou dus niet misstaan.

Arjen Mulder. Pleidooi voor een plantaardige planeet (bol.com).

Mulder weet de onbaatzuchtigheid van planten mooi om te denken. Al eeuwen verzamelen mensen bomen en planten van over de hele wereld om ze in eigen land in arboretums en tuinen verder te kweken. In onze huizen verzorgen we kamerplanten die in verre streken in het wild groeien. Van honden wordt weleens gezegd "wie laat wie nu uit"? Maar dat de planten ons mensen voor hen laten werken valt niemand op.

Embryonale stadia vergeleken van vissen, varkens en mensenEen observatie uit het boek dat op mij veel indruk maakte was de vergelijking van Arjen Mulder van de evolutie van de plant met het groeien van een embryo in de baarmoeder. Het is al bekend dat de ontwikkeling van embryo’s van vissen, zoogdieren en mensen in de eerste weken in grote lijnen gelijk verloopt en uiterlijk grote overeenkomsten vertoont. Maar de vergelijking van het “nestelen” van bevruchte eicellen in de baarmoederwand met het wortelen van zaden in vruchtbare grond was nieuw voor mij.

Wanneer de mens het ooit mogelijk zou verpesten voor het leven op aarde voor zichzelf en de dieren zullen planten daarna de aarde weer leefbaar maken. Laten we het niet zover laten komen en proberen te leren van de intelligentie van planten.

"Alles wat leeft heeft een intrinsieke waarde" betogen dierenbeschermers. Omdat dat element niet onderscheidend werkt, maakt het op beleidsmakers en rechters geen indruk. Maar op soortniveau is het wel degelijk van belang om de intrinsieke waarde van planten te (h)erkennen en te respecteren. Planten en bomen in kwetsbare natuurgebieden hebben als soort letterlijk grondrechten. Dieren hebben naar mijn mening als individu grondrechten.

20 januari 2019

Uitfasering van de Nederlandse veehouderij

Nu Nederland en de gehele wereld er belang bij hebben om samen te werken om globale bedreigingen als opwarming van de aarde, een voedseltekort voor de groeiende wereldbevolking, verlies van biodiversiteit en milieuvervuiling aan te pakken is het ook reëel om vooruit te kijken of de Nederlandse veehouderij nog wel een toekomst of bestaansrecht heeft.
Immers, de productie en het eten van vlees en de melkveehouderij dragen substantieel bij aan voorgenoemde problemen.
Nederlanders eten graag vlees en drinken veel zuivel omdat ze het gewend zijn, het lekker vinden, het de status van luxe en vermeende gezondheidsvoordelen heeft. Vlees bevat eiwitten die samengesteld zijn uit aminozuren. Het zijn die aminozuren die het lichaam nodig heeft en die via ons darmstelsel worden opgenomen in het lichaam nadat de eiwitten zijn afgebroken tot aminozuren. Al die voedselbestanddelen worden ook geleverd door planten, dus waarom die omweg, die zoveel nadelen heeft?

Daarnaast wordt de samenstelling van vlees door technologen nagebouwd uit kweekvlees of samengesteld uit plantaardige grondstoffen. Deze zijn minstens zo gezond als gewoon vlees, maar hebben niet de nadelen als dierenleed, waterverbruik, medicijn- of groeihormoonresten. Ze smaken (nu of binnenkort) identiek als vlees en kunnen goedkoper en op grotere schaal worden geproduceerd. Ook de vleesverwerkende industrie zal het worst wezen of de bestanddelen van verkocht vlees afkomstig zijn van dieren of van planten. Het gaat erom of de afnemers het willen kopen. En waarom zouden ze het niet proberen, te meer omdat de winstmarges gunstiger lijken.
Zou er echt zoveel weerstand van de consument te verwachten zijn wanneer plantaardig vlees er hetzelfde eruit ziet, net zo smaakt of mogelijk beter, goedkoper en minder ongezond is en minder gewetensnood oplevert?

De Nederlandse veehouderij is nog steeds gericht op de export omdat die in de afgelopen decennia grote groeikansen leek te hebben. Maar dat is achterom kijken. Inmiddels kennen we de nadelen van het oprekken van de grenzen van draagkracht van dier en ecologie. Wie vooruit kijkt, ziet voor de veehouderij voornamelijk beren op de weg. Er is op de boerderijen al zoveel bezuinigd via kostenbesparing, het oprekken van regels en het uitwonen van de leefomgeving dat wij Nederlanders eens onder ogen zouden moeten zien dat het einde van de doodlopende weg in zicht is en dat een verantwoorde voedselproductie een volkomen andere koers vraagt. Terwijl winstoogmerk bij het exploiteren van dieren in de ogen van steeds meer consumenten een ethische gruwel is, lijkt ook het perspectief van verantwoorde en voldoende inkomsten te verdwijnen.

Wie gaat sanering van de veehouderij betalen? Er zijn duidelijk 3 partijen die schuld hebben en gelijkelijk zouden moeten bijdragen: de veehouder die onverantwoord investeerde, de bank die onverantwoorde lening uitzette en de overheid die onverantwoord beleid voerde.

We kunnen ons veel geld, ergernis en moeite besparen wanneer we inzetten op een meer duurzame en toekomstvaste manier van voedsel produceren, gebaseerd op plantaardige grondstoffen. Een landschap zonder vee omdat er geen vee meer wordt gehouden is niet zo veel anders dan het huidige aangezicht van het landschap omdat veel vee al jaarrond in gesloten stallen wordt gehouden. Misschien valt er nog wat van de biodiversiteit te redden wanneer veel minder landoppervlak in gebruik is voor productie van veevoer en de leefbaarheid voor fauna niet langer door niets ontziende en egaliserende landbouwmachines onmogelijk wordt gemaakt.

Het monotone weidelandschap kent geen schuilmogelijkheden meer en wordt bevolkt door vogels die elders nestelen in bomen of onbegaanbare gebieden en ganzen die massaal afkomen op eiwitrijk gras. Geen wonder dat jonge weidevogels nauwelijks een kans tot overleven hebben.

Tenslotte kan Nederland in plaats van overproductie beter de technologie en knowhow van plantaardige voedselproductie blijven exporteren en zo vrij van dierenleed bijdragen aan het verminderen van voedseltekort in de rest van de wereld en het vertragen van de opwarming van het klimaat.

Zie deze oproep in de Volkskrant van 19 augustus 2019:
Volgens koeienboer Annette Harberink, varkensboer Kees Scheepens en kippenboer Ruud Zanders doen veeboeren er goed aan met hulp van politiek en goede wil te stoppen.

"Laten we er een 20-jarenplan van maken om in 2040 wederom het beste landbouwsysteem ter wereld te hebben. Ieder jaar nemen we 5 procent van onze veestapel uit productie. Te beginnen met boeren die geen opvolging hebben en (bijna) pensioengerechtigden. Dit kan middels opkopen van productierechten. Hiermee kunnen ook eventuele schulden worden afbetaald".

29 augustus 2018

Waarom dieren grondrechten (zouden moeten) hebben

Wie de vraag voorgelegd krijg of dieren rechten zouden moeten krijgen zal in eerste instantie denken aan het recht om niet onnodig te hoeven lijden. Er is consensus over dat de wetshandhavers daar op moeten toezien. Voorkomen dat dieren pijn lijden zal iedereen het over eens zijn, maar of het leiden van een onnatuurlijk leven ook onder dierenleed valt of zelfs een schending van een grondrecht is, dat is voor velen minder voor de hand liggend.
Wie kijkt naar het aantal dieren dat nu op aarde wordt gehouden om te worden gegeten of anderszins wordt gebruikt die ziet dat we nu een factor zeven keer zo veel dieren gevangen houden dan er leven in de vrije natuur. Die balans hangt natuurlijk samen met het aantal mensen dat op aarde leeft, maar deze situatie is in de geschiedenis van het leven op aarde relatief nieuw. Al het leven op aarde is ontstaan in vrijheid en heeft zich miljoenen kunnen ontwikkelen in vrijheid. Weliswaar zijn levensvormen in die tijd voedsel geweest voor elkaar, maar het proberen dat moment zo lang mogelijk uit te stellen is medevormgever geweest van de evolutionaire ontwikkeling.
Wie het langst uit handen van een roofdier kon blijven had de grootste kans om zich voort te planten en zijn of haar genen door te geven aan een volgende generatie. Op deze wijze was de manier waarop je met je vrijheid om kon gaan voor de natuur een criterium om de kansen op voortleven te regelen. Het heeft bijgedragen aan de schoonheid en biodiversiteit van de aarde.
Doordat mensen dieren zijn gaan houden, zijn wij degenen die bepalen welk dier leeft onder welke omstandigheden. We gaan daarmee in tegen de natuur. Weliswaar proberen veehouders dieren te houden onder omstandigheden die de gezondheid van het dier optimaliseren, maar dat is vooral een balans tussen kosten en baten.


Het dier, in het leven geroepen voor gebruik door de mens, is van onderdeel van de ecologie een onderdeel van de economie geworden. De economie is vooral amoreel. Het is aan het menselijk individu of hij meegaat in het gebruik van dieren of dat hij een alternatieve levensstijl kiest waarvoor dieren niet meer gevangen hoeven te worden gehouden.
Nu de te massale consumptie van dieren een globaal probleem is geworden, is het aan de democratische samenleving of de menselijke voedselvoorziening nog langer wordt gebaseerd op gebruik van dieren of alleen op planten. Wie kijkt naar de lijn van de evolutie zal eenvoudig tot de conclusie kunnen komen dat het zo massaal houden van dieren niet de bedoeling kan zijn. De stap om vervolgens alle dieren als grondrecht toe te staan om in vrijheid een natuurlijk leven te mogen hebben en vervolgens de vrije ruimte navenant in te richten is niet zo’n heel grote. Ook technologisch is het een kleine stap. We zouden daarmee heel wat problemen oplossen en leed voorkomen.
Tenslotte doet dieren wederom vrijheid toekennen recht aan de natuur.

08 juli 2018

Waarin zijn alle dieren gelijkwaardig aan mensen?

In 1975 kwam het boek van Peter Singer uit over dierenrechten. Hij noemde het “Animal Liberation”. Op basis van de titel zou je verwachten dat hij een pleidooi zou doen om alle dieren te bevrijden uit gevangenschap. Niet per se door ze letterlijk los te laten maar door mensen op te roepen te stoppen met dieren als voedsel te beschouwen en voortaan nog alleen plantaardig voedsel te eten. Vreemd genoeg pleit Singer ervoor om dieren die het meest op mensen lijken allereerst dierenrechten te geven. Dieren als chimpansees en dolfijnen die zelfbewustzijn vertonen. Daarmee gaat Singer voorbij aan een uitleg van dierenrechten die veel gemakkelijker en veelomvattender kan worden toegepast. Die uitleg is “alle dieren zijn evenwaardig (gelijk) in hun recht op vrijheid”. Weliswaar is vrijheid een ongrijpbare term die ieder moment opnieuw moet worden vertaald in concrete actie, maar het is wel een term die iedereen kan verstaan. En het is een term die ook voor de mens zelf geldt. Dus niemand hoeft zich wezenlijk benadeeld te voelen wanneer hij wordt gevraagd de vrijheid van alle levende wezens te respecteren. Een veehouder moet zijn gedrag aanpassen, maar gaat niet per definitie failliet, een vleeseter moet ander voedsel kopen maar zijn gezondheid hoeft er niet onder te lijden, laat staan zijn beleving van een lekkere maaltijd.
Met deze uitleg van dierenrechten is het niet nodig om anderen te bewegen om van dieren te houden. Iedereen heeft de vrijheid zelf te kiezen om van dieren te houden of niet of ze te negeren. We dwingen mensen ook niet om van elkaar te houden, we vragen alleen om elkaars vrijheid te respecteren.

Dieren zijn niet gelijk aan mensen. Gelukkig niet, dat maakt de natuur zo indrukwekkend en boeiend. Het maakt ook dat de natuur ons in leven kan houden. Alle levende wezens zijn wel op één aspect gelijk te schakelen en wanneer wij mensen ons dat bewust worden en blijven blijft de aarde leefbaar, hoeveel mensen er nog bij komen.

26 juli 2015

Race to the bottom in de melkveehouderij

Door de schaalvergroting in de melkveehouderij verdwijnen er steeds meer bedrijven. De groten slokken de kleintjes op. De concentratie in megabedrijven is gemakkelijk voor de verwerkende industrie. Een melkauto hoeft minder adressen te bezoeken om met een volle tank op de fabriek te komen en de voederfabrikant kan meer op minder adressen afleveren. De verwerkende industrie koopt bij de boer de grondstoffen zo goedkoop mogelijk in en probeert bij de afnemer zoveel mogelijk de suggestie te wekken dat er zoveel waarde aan is toegevoegd dat het een grote marge rechtvaardigt.

Voor de koeien is er niet direct een bedreiging in een megastal. Niet meer in de wei kunnen is een achteruitgang in dierenwelzijn, maar een koe die kan kiezen, kiest soms ook voor de stal. Vanwege de temperatuur, regen, wind of het voedsel.
Een melkrobot is geen directe aantasting van dierenwelzijn. Het geeft de boer en de koe vrijheid. Het is pech voor de koe die niet goed past in het concept, bijvoorbeeld omdat de vierde speen onderontwikkeld is. Die gaat naar de slacht. Of de maximale productie wordt minder en dat is al relatief op jonge leeftijd.

De schaalvergroting, het opheffen van het melkquotum, de overproductie voor de export en de vrije markt zorgt ervoor dat boeren binnen de landsgrenzen en over de landsgrenzen elkaars concurrenten worden.
De boer die de laagste kostprijs weet te combineren met het juiste tempo van investeren overleeft het langst. Dit proces gaat ten koste van diversiteit in de weide, de kwaliteit van leven voor de koe en de vrijwel onzichtbare gevolgen voor de onoplettende belastingbetaler die de nadelen betaalt. Een biologische boer is meer verantwoord bezig, krijgt meer voor zijn melk per liter, maar gemiddeld is zijn inkomen lager. Zijn bestaan zorgt ervoor dat het beeld van een alleen maar op geld beluste boer niet eenduidig is. Gezond voedsel bestaat niet, er is alleen verschil in meer of minder gezonde levensstijlen. Minder kunstmest en “gewasbeschermingsmiddelen” voorkomt milieuschade, maar levert minder kilo’s.

Het is de PR-machine die de duur en de loop van de race-to-the-bottom bepaalt. De consument is zich nauwelijks bewust van de balans in voor- en nadelen die goedkope zuivel als voedselbron biedt. De inhoud van het consumentenbewustzijn over de achtergrond van het voedsel wordt mede bepaald door oude mythes, onverschilligheid en halve waarheden. Het is niet zo moeilijk voor alle betrokken marktpartijen om naar een ander te wijzen als reden voor het niet veranderen van het nadelige gedrag.

De ontwikkelingen in de melkveehouderij kunnen geschetst worden als uitholling over de hele linie. Wie de ontstane ruimte in de voedselvoorziening invult, is degene die meer toegevoegde waarde weet te leveren in combinatie met een goed verhaal, smaak en een lage prijs. Is dat het veganisme? Voor velen ongetwijfeld. Velen zullen ook genoegen nemen met een combinatie van dierlijk voedsel en lookalikes op plantaardige basis.

De noodzaak en neiging om dieren in eten te stoppen verdwijnt langzaam. Dat is een bevrijdend proces waarvan de aard en tempo van de verandering weinig mensen bevredigt.


Klik hier om meer te lezen over het (afschaffen van het) melkquotum.

30 maart 2015

Verdediging van gigavleeskippenstal

Pluimveehouder Marcel Kuijpers vindt zijn gigastal in Grubbenvorst met 1,1 miljoen vleeskippen ‘kleinschalig, duurzaam en diervriendelijk'.
Volkskrant van 30 maart: “Het wordt de grootste kippenstal van Nederland. Maar er is meer: er komt ook een slachterij en bio-energiecentrale naast te staan. Bovendien komt er een kilometer verderop een varkensbedrijf met bijna 35 duizend varkens, waarvan de mest door leidingen eveneens naar de biocentrale wordt vervoerd”.

Zoals veel boeren die een omstreden bedrijfsvoering willen verdedigen gaat Kuijpers in de aanval.
Er bestaan geen diervriendelijke stalsystemen, stallen kunnen alleen gerangschikt worden van zeer dieronvriendelijk naar minder dieronvriendelijk. En in die rangschikking is de bedrijfsvoering van Kuijpers niet per se de slechtste. Dat komt omdat dieren niet in kratten worden geladen om vervoerd te worden naar de slachterij. De kippen gaan op een langzame lopende band naar een slachterij op het terrein.

Het feit dat de mest en het slachtafval wordt verwerkt in eigen bio-energiecentrale levert een milieuwinst ten opzichte van andere bio-industrie want ook op dit punt worden minder kilometers worden gemaakt.

Maar een milieuwinst rechtvaardigt op geen enkele wijze het houden van kippen op dergelijke grote schaal. Kippen hebben voor hun welzijn het recht om in natuurlijke omstandigheden op te groeien. En dat betekent kunnen wroeten onder bosschages en stofbaden nemen in de zon.

De gigastal is wel een bijdrage aan voeding van de wereldbevolking. Maar de wereldbevolking kan ook met plantaardige voeding worden gevoed. En dat is veel gezonder en kan veel meer mensen goedkoper van milieuvriendelijk geproduceerd voedsel voorzien.
Wat aan het eind van het Volkskrantartikel wel erg klopt is deze uitspraak van Kuijpers: “als je tegen vleesproductie voor consumptie, eet dan gewoon geen vlees”.
En dat is een waarheid als een koe.

05 februari 2015

Een theoloog en een filosoof bevelen planten eten aan

Boele Ytsma (1968) is ondernemer, schrijver en theoloog. Met zijn bedrijf De Planteneter wil hij iedereen inspireren tot een plantaardige levensstijl. Via online programma's liet Boele al duizenden mensen laten proeven aan een gezond en energiek leven op basis van groente en fruit, peulvruchten en volle granen.
Na zijn eigen ervaring met twee burn-outs en een gevoel van uitgeblust te zijn als veertiger heeft de schrijver het roer omgegooid en is op zoek gegaan naar een gezondere leefstijl.

Voor Floris van den Berg betekent het zoeken naar blinde vlekken in de moraal. Eén zo'n blinde vlek is hoe dieren door mensen mishandeld en vermoord worden voor consumptie, terwijl wij prima gezond en gelukkig kunnen leven zonder dierlijke producten.
Als er één boek is dat de morele noodzaak van veganisme duidelijk maakt, dan is het dit. Dat is voor velen geen plezierige boodschap. In De vrolijke veganist gaat het er hard aan toe. De auteur probeert zijn boodschap er niet voorzichtig in te masseren, maar gaat recht op zijn doel af: het is een pleidooi voor veganisme en een wereld zonder het instrumenteel gebruik van dieren.

Ethiek in een veranderende wereld
Ik ben een planteneter, net als jij (bol.com).

27 mei 2014

Zijn megastallen het einde?

Megastallen leiden tot minder dierenleed dan reguliere stallen. Let wel: zij zijn niet diervriendelijker, maar zij kunnen minder dieronvriendelijk zijn. Een intensieve veehouderij kan per definitie niet diervriendelijk zijn omdat het dier zijn natuurlijke gedrag niet kan uitvoeren in zijn natuurlijke omgeving. Een weide komt een beetje in de buurt.

Sommige vee-industrieën zijn zo groot dat er ook een slachterij kan worden gevestigd. Mest wordt verwerkt in biovergisters. Wanneer daaraan energierijke, plantaardige grondstoffen worden toegevoegd kan er elektriciteit worden opgewekt. Maar eigenlijk kunnen we planten (andere) beter zelf opeten.
Contact met de dieren heeft de boer door de grootschaligheid en automatisering niet meer. Is dat erg? Niet voor de dieren, een dier hoeft niet echt menselijk contact. Een bijkomend voordeel van het geringe menselijke contact is dat kan worden voorkomen dat dierziektes worden binnengebracht.
Heeft het protesteren tegen de ontwikkeling of het afzien van het eten van de producten veel invloed op de bedrijfsvoering? Helaas, de bulk wordt geproduceerd voor de export. Zelfs al worden alle Nederlanders vleesverlaters, dan stort de markt niet in.

Is de schaalvergroting van de intensieve veehouderij daarmee op de goede weg of alleen maar een stap eerder bij het einde gekomen?
In de oude situatie zien de dieren hoogstens wat daglicht op weg naar de slachterij. Ze waren in hun korte leventje zo weinig gewend dat de lange transporten naar het goedkoopst werkende slachthuis en de schok van de verandering vooral dierenleed opleverden. Leven en dood op 1 terrein is daarmee vergeleken beter.

Het moge duidelijk zijn dat de eigenaren van de megastallen vooral gedreven worden door geld. Die verdiensten worden verzameld door op kosten te bezuinigen en door veel dieren te houden. Dieren worden gezien als dingen en grondstoffen. Dat is het probleem en de oplossing. Mensen hebben geen dieren nodig als grondstof voor voedsel, zelfs geen dierlijke eiwitten. We kunnen het beste de grondstoffen zelf halen en verwerken bij de bron: planten.

Wie het met de bedrijfsvoering van de intensieve veehouderij niet eens is, kan het beste zijn of haar energie steken in het ondersteunen van diervrij en lekker leren koken van plantaardig voedsel. Hoewel niet iedere dierenliefhebber dit ogenblikkelijk begrijpt is dierenwelzijn het meest gebaat bij minder dieren in de veehouderij.
In navolging van de export van technologie ontwikkeld door de Landbouwhogeschool van Wageningen kan een diervriendelijke levensstijl ook in het buitenland worden verspreid als men in Nederland hierin het goede voorbeeld geeft.

28 juni 2013

Eet echt eten

Michael Pollan: stem met je vork.
superpig
“Eat food, not too much, mostly plants” zijn de inmiddels wereldberoemde woorden waarmee schrijver Michael Pollan zijn in 2008 gepubliceerde boek Een pleidooi voor echt eten opent.

Alle boeken va Michael Pollan op bol.com.

Pollan, bekend geworden met het boek Het dilemma van de omnivoor (2006) is een Amerikaans wetenschapper en journalist, bekend om zijn uitgesproken opvattingen over de huidige bio-industrie.

08 oktober 2012

Meer aarde nodig bij biologische productie?

Boven een interview in de Volkskrant op 6 oktober met Louise Fresco staat de kop ‘Alles biologisch kost zes keer zo veel land'. Nu is een kop boven een artikel allereerst de verantwoordelijkheid van de redactie en bedoeld om de aandacht te trekken, maar er ligt ook een verantwoordelijkheid bij een krant om juiste informatie te verstrekken. Fresco heeft een nieuw boek geschreven “Hamburgers in het paradijs”. Van de achterflap:
De menselijke geschiedenis is er een van voortdurende schaarste aan voedsel. De overvloed die in de laatste decennia voor velen is ontstaan, is zo uitzonderlijk dat wij nog niet hebben geleerd ermee om te gaan. We zijn ingesteld op schaarste en koesteren nog steeds de mythe van overvloed en ecologisch evenwicht, zoals die beschreven wordt in de verhalen over het paradijs. Daarom is het zo moeilijk om onze consumptie te beteugelen. En daarom ook voelen we ons schuldig over de schade die we de planeet toebrengen.

In het interview wordt haar de vraag gesteld:
Simpel voorbeeld: nu wordt twee derde van het landbouwareaal ingezet voor de vleesproductie. De vraag naar vlees verdubbelt de komende veertig jaar. Dan hebben we anderhalve aarde nodig.
'Dat is een denkfout. Om te beginnen: er is veel land op aarde dat niet geschikt is voor akkerbouw. Denk aan de pampa's van Argentinië, de Mongoolse steppen. De koeien die daar lopen zetten voor ons onverteerbaar gras om in hoogwaardig voedsel. Er is geen andere en betere manier om dat te doen. Die gebieden worden nu heel extensief beweid. Ook kippen en varkens zitten in grote delen van de wereld nog op lage productieniveaus. Er valt nog veel winst te halen met verbeterde voeropname en efficiency.
'Wat veevoer betreft: de productiviteit van een graanakker in China ligt ongeveer 40 procent hoger dan in India. En in China ligt het weer 40 procent lager dan bij ons. Ook daar zit dus nog veel ruimte voor verbetering. Dan heb ik het niet over genetische modificatie, maar met de huidige technieken.
Tot zover het interview.

Het artikel roept de suggestie op dat we in Nederland goed bezig zijn met de intensieve landbouw en dat biologische productie nauwelijks van belang is.
Het zou jammer zijn wanneer deze verwarring bij de consument wordt gesticht. Ons land produceert 3x zoveel vlees en zuivel dan we zelf consumeren. Wanneer die productie wordt teruggebracht tot een evenwicht, dan heeft ons land veel minder vruchtbare buitenland-aarde nodig om veevoer te laten produceren en is er genoeg ruimte in eigen land om vee buiten te laten lopen. Met een nog wat kleinere consumptie van dierlijke eiwitten wordt het een nog gezondere balans in allerlei opzichten. Wanneer dieren een natuurlijk leven kunnen leiden in ons land, hoeven we ons met (dieren)recht niet meer zo schuldig te voelen. En wanneer we het buitenland het goede voorbeeld geven dat plantaardige voeding ook aantrekkelijk kan zijn, dan hebben we met zijn allen ook geen extra aarde nodig.

Marianne Thieme hekelt dat Fresco het eten van vlees als voldongen feit presenteert. Fresco is voor het matigen van het eten van vlees, maar noemt de wens om het vlees eten uit te bannen "een denkfout".

04 oktober 2012

Zielige planten?

                                                                   

Tegen het einde van mijn puberteit was ik een fan van het radioprogramma Het Zwarte Gat. Vooral paragnost André Groote had mijn warme belangstelling. Als je iemand op een voetstuk zet, kan hij daar ook weer vanaf vallen. Bij André Groote gebeurde dat in mijn geval vanwege bepaalde uitspraken over vegetarisme.

Planten hebben ook gevoel
André Groote hield een van zijn bellers voor dat vegetarisme geen belangrijke keuze is. Hij beweerde heel stellig dat planten net zo goed gevoel hebben. Het zou uiteindelijk dus niets uitmaken of we planten of dieren gebruiken voor onze maaltijden, zolang we maar respectvol met ze omgingen. Enig lijden is nu eenmaal niet te vermijden als je zelf in leven wilt blijven, aldus Groote. Toen ik dit hoorde, werd ik zo boos dat ik hem via de redactie van Het Zwarte Gat een soort scheldbrief stuurde. Daarin had ik het ook nog over andere ergernissen, maar gevoelsmatig waren zijn uitlatingen over planten en dieren zonder meer het belangrijkste. Een fan kan voor hij het weet veranderen in een felle criticus. We zijn inmiddels al weer zo'n 30 jaar verder en mijn toenmalige irritaties rond André Groote zijn inmiddels vervangen door een soort nostalgie en waardering voor zijn kwaliteiten.
Overigens geldt dat niet voor de manier waarop hij het vegetarisme als 'irrelevant' aan de kant schoof. Als onderzoeker heb ik me intussen verdiept in aanwijzingen voor een plantaardige ziel. Die kun je onderverdelen in 'intuïtieve ervaringen' en 'experimenteel bewijsmateriaal'. Veel mensen, zoals prinses Irene van Lippe-Biesterfeld, hebben de intuïtie dat een plant meer is dan een weliswaar levend, maar volledig stoffelijk bouwwerk. Er zou volgens hen ook nog sprake zijn van een individueel bezielend principe dat in staat is tot waarnemingen en gevoelens. Het zou zelfs mogelijk zijn om daarmee te communiceren en er geestelijk kracht uit putten. Zo ver gaat mijn eigen intuïtie op dit punt niet, ook al herken ik de ontroering die men tegenover bepaalde planten kan voelen. Bijvoorbeeld vanwege de schoonheid van bloemen of de indrukwekkende levenskracht van een oude boom.
Er zijn mensen die aannemen dat er goed experimenteel bewijsmateriaal bestaat voor een plantaardige ziel. Bijvoorbeeld in het geval van Cleve Backster die proeven deed waarin hij een leugendetector bevestigde aan de bladeren van planten. Volgens Backster bleek uit die proeven dat de planten reageerden op uitspraken, gevoelens of sferen. Planten zouden zelfs telepathische vermogens bezitten en reageren op onuitgesproken gedachten. Anderen, zoals ikzelf, geloven best dat deze experimenten goed uitgevoerd kunnen zijn, maar zonder daaraan de conclusie te verbinden dat planten een ziel hebben. We denken eerder dat de vertoonde reacties niet van de plant zelf, maar van de onderzoeker afkomstig zijn. Deze beïnvloedt de plant waarschijnlijk onbewust door middel van psychokinese. Dat verklaart ook waarom de resultaten niet zomaar herhaald kunnen worden door andere onderzoekers.
Er zijn ook orthodoxere proeven die wijzen op specifieke fysiologische reacties van planten op hun omgeving. Misschien wordt de complexiteit van planten in dit opzicht echt onderschat. Heel interessant natuurlijk, maar het is nog steeds geen doorslaggevend bewijs voor een plantaardige ziel.

Geen pijn
Wellicht is het laatste woord nog niet gezegd over een psyche van planten en komt men er ooit nog achter dat ten minste bepaalde soorten planten werkelijk bezield zijn. Hoe dan ook kunnen we nu al één ding vaststellen. Als planten geestelijke wezens zijn, dan zullen ze in ieder geval geen pijn of angst voelen (als plant). Pijn en angst hebben namelijk alleen zin als je iets aan je situatie kunt veranderen. Planten zijn doorgaans volledig gebonden aan een vaste plek en kunnen zich niet actief verzetten tegen vijanden. Pijn signaleert een beschadiging van je lichaam en heeft dus uitsluitend een functie als je iets aan die verwonding kunt verhelpen of je uit de voeten kunt maken.
Zelfs als we uitgaan van een plantenziel, zijn planten dus wezenlijk anders dan dieren. En laat dat nu net een essentieel uitgangspunt voor vegetariërs zijn...

Titus Rivas

(Oorspronkelijk gepubliceerd als column in de reeks Zielenreis in ParaVisie, September 2012, blz. 47.).

20 juni 2012

Pathetische oproep aan koks om hun verantwoordelijkheid te nemen

Paul Seymour doet op YouTube een pathetische oproep aan topkoks Jamie Oliver, Nigella Lawson en Gordon Ramsay om zich te realiseren dat zij als koks het goede voorbeeld kunnen geven en lekker diervrij eten te presenteren aan hun publiek.

De video is een typisch voorbeeld van gelijk hebben maar vanuit de overkill mogelijk weinig steun en gelijk te krijgen.

In de video worden de diervriendelijke uitgangspunten van de drie grote godsdiensten en van beroemdheden aangehaald.

Misschien is de tijd er rijp voor.

01 februari 2012

Waarom insecten in plaats van planten eten?

Vragen van het lid Hazekamp (Partij voor de Dieren) aan de staatssecretaris van Economische zaken, Landbouw en Innovatie over de subsidiëring van onderzoek naar het eten van insecten
  1. Kent u het bericht ‘Four legs good, six legs better? EU to spend 3 million Euros to promote eating insects 'as alternative source of protein’' ?
  2. Deelt u de mening van professor Marcel Dicke dat het eten van insecten vanaf 2020 onderdeel zal moeten zijn van een noodzakelijke eiwittransitie? Zo ja, waarom?
  3. Kunt u aangeven hoeveel geld de Nederlandse overheid in de afgelopen vijf jaar heeft besteed aan onderzoek en promotie van de consumptie van insecten? En kunt u ook aangeven hoeveel daarvoor voor het lopend jaar en het komend jaar gereserveerd is?
  4. Kunt u aangeven hoeveel in de afgelopen vijf jaar door de Nederlandse overheid is uitgegeven aan plantaardige eiwitconsumptie als alternatief voor dierlijke eiwitconsumptie? Kunt u ook aangeven hoeveel daarvoor voor het lopend jaar en het komend jaar gereserveerd is?
  5. Deelt u de mening dat binnen de noodzakelijke eiwittransitie plantaardige oplossingen de voorkeur verdienen boven dierlijke eiwitten? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke wijze komt die opvatting binnen uw beleid tot uitdrukking?
  6. Deelt u de mening dat de acceptatie bij consumenten van plantaardige vleesvervangers bij gelijkwaardige voedingswaarde en kwaliteit hoger zal liggen dan voor producten gemaakt van insecten? Zo nee, waarom niet?
  7. Bent u bereid vanuit de Nederlandse inzet binnen de EU te pleiten voor meer middelen voor de ontwikkeling en promotie van plantaardige vleesvervangers en minder voor programma’s waarin insecten een rol spelen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke termijn en wijze?

18 mei 2011

PvdD hekelt inzet prinses Máxima voor promotie Nederlandse zuivel in Vietnam

Nederland heeft ervoor gekozen om een transitie tot stand te brengen van productie en consumptie van dierlijke eiwitten naar meer plantaardige eiwitten. In dat licht is het vreemd dat Prins Willem Alexander tijdens de duurzaamheidsconferentie van de VN in New York in 2009 pleitte voor vermindering van de vleesconsumptie, maar dat Prinses Máxima in 2011 een handelsmissie leidt die de afzet van Nederlands varkensvlees en Nederlandse zuivel in Vietnam moet bevorderen.

De PvdD stelt daarom Kamervragen waarbij nog een aantal haken en ogen worden genoemd aan het promoten van zuivel en vlees in Azië.

Vragen van het lid Thieme (Partij voor de Dieren) aan de staatssecretarissen van Economie, Landbouw en Innovatie en van Infrastructuur en milieu over het bevorderen van de consumptie van dierlijke eiwitten in Azië.

1. Kent u de bericht en “Máxima moet Vietnam aan de melk krijgen”? en “Samenwerking Safety Guard kalfsvlees China”.

2. Is het waar dat tijdens de handelsmissie aan Vietnam leden van het Koninklijk huis zijn ingezet voor de promotie van de zuivel- en vleessector? Zo nee, op welk misverstand kan dit bericht berusten?

3. Deelt u de mening dat het bevorderen van de handelsbelangen en afzet van de Nederlandse varkenssector en zuivelsector in het buitenland haaks staat op het Nederlandse beleid om een transitie tot stand te brengen van productie en consumptie van dierlijke eiwitten naar meer plantaardige eiwitten zoals vastgelegd in de beleidsagenda Duurzame Voedselsystemen (TK 31 532, nr. 17) waarin wordt aangegeven dat een verschuiving nodig is in de consumptie van dierlijke eiwitten naar duurzamer geproduceerde dierlijke en plantaardige eiwitten?

4. Is het waar dat het zuivelmerk Dutch Baby dat sinds 1954 gevoerd werd door Friesland, in 1984 werd omgevormd in Dutch Lady na klachten over het feit dat moeders van pasgeborenen ten onrechte de indruk kregen dat koemelk beter zou kunnen zijn voor hun baby dan moedermelk?

5. Is het waar dat in Aziatische landen een verhoogde mate van lactose-intolerantie heerst en dat daarin de oorzaak gezocht moet worden voor het feit dat in landen als China en Vietnam enkele decennia geleden nog nauwelijks koemelk gedronken werd? Zo nee, welke reden ziet u dan voor het feit dat zuivel nauwelijks genuttigd werd in Aziatische landen?

6. Kunt u aangeven of in heden of verleden op enigerleiwijze Nederlandse overheidssteun is gegeven aan de bevordering van melkafzet in Aziatische landen zoals China en Vietnam, bijvoorbeeld voor de proef/modelboerderijen in Binh Hoa of Siddair? Kunt u specifiek zijn in bestede middelen en doelen?

7. Kent u het bericht ‘Melkveehouderij haalt milieudoelen niet’?

8. Kunt u aangeven of de sterk stijgende melkconsumptie in Vietnam of de oproep van de Chinese premier om schoolkinderen dagelijks een halve liter melk te laten consumeren door Nederland wordt toegejuicht en/of zou moeten worden bevorderd vanuit de milieuproblemen die samenhangen met de productie van melk? Zo nee, waarom niet?

9. Kent u het bericht van de WHO “Estimating the cardiovascular mortality burden attributable to the European Common Agricultural Policy on dietary saturated fats” waarin gesteld wordt dat het bevorderen van de consumptie van verzadigde dierlijke vetten ernstige negatieve gevolgen voor de volksgezondheid heeft en dringend moet worden herzien? Hoe beoordeelt u deze conclusie in relatie tot het van overheidswege bevorderen van de afzet van dierlijke eiwitten in Vietnam en China?

10. Is het nog steeds het standpunt van de Nederlandse regering dat vlees het meest milieubelastende onderdeel van ons voedselpakket? Zo nee, wanneer is dit standpunt gewijzigd en hoe luidt het nu? Zo ja, acht u het in dat geval verantwoord om de consumptie van vlees van regeringswege te promoten in ontwikkelingslanden en opkomende economieën?

11. Kunt u aangeven hoe u de specifieke rol van Prinses Máxima, Prins Willem Alexander, Staatssecretaris Bleker, Staatssecretaris Atsma en vice-premier Verhagen ziet bij de promotie van producten die volgens de WHO en het Nederlandse kabinet tot schade aan de volksgezondheid en aan het milieu kunnen leiden?

12. Kunt u aangeven of het de geloofwaardigheid van leden van ons koningshuis schaadt wanneer Prins Willem Alexander tijdens de duurzaamheidsconferentie van de VN in New York in 2009 pleitte voor vermindering van de vleesconsumptie, maar in 2011 met Prinses Máxima een handelsmissie leidt die de afzet van Nederlands varkensvlees en Nederlandse zuivel in Vietnam moet bevorderen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke wijze wilt u de aantasting van deze geloofwaardigheid van leden van het Koninklijk huis in de toekomst beschermen?

13. Kunt u aangeven of u de mening deelt dat het Nederlandse beleid ten aanzien van klimaatbescherming en de transitie naar een meer plantaardig voedingspatroon ook zou moeten doorklinken in buitenlandse handelsmissies en buitenlands beleid? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke wijze wilt u dit voor de toekomst vormgeven?

14. Deelt u de mening dat strekking en inhoud van achterhaalde campagnes uit het verleden om de consumptie van vlees en zuivel te bevorderen, niet tot het Nederlandse handels- en buitenlandbeleid zouden mogen behoren? Zo nee, waarom niet?

15. Kunt u aangeven of en in hoeverre de bevordering van de consumptie van plantaardige eiwitten onderdeel is geweest van de handelsmissies naar Vietnam en China? Zo nee, waarom niet? Zo ja, kunt u de verhouding aangeven ten opzichte van de aandacht voor dierlijke eiwitten, dit met het oog van de door de regering voorgestane eiwittransitie?

28 april 2010

Wetenschappers vertellen waarom u minder vlees moet eten

Op 27 april 2010 werd de site www.duurzameveeteelt.nl geopend. Op de site pleiten Nederlandse hoogleraren voor het volgende:

Wij, wetenschappers uit uiteenlopende disciplines, verbonden aan Nederlandse universiteiten als (emeritus) hoogleraar, zijn van mening dat de intensieve veehouderij moet worden gesaneerd en omgevormd tot een dier-, mens- en milieuvriendelijk systeem dat tegemoetkomt aan de natuur en behoeftes van alle levende wezens. Wij denken dat daartoe om te beginnen de plannen gerealiseerd moeten worden die tien jaar geleden al werden geformuleerd door o.a. Wijffels en Brinkhorst. Wij pleiten daarom voor een kritische evaluatie van wat er in concreto gedaan is met de aanbevelingen van de commissie-Wijffels, en vooral wat niet gedaan is.

Daarnaast formuleren we de volgende algemene uitgangspunten die in onze visie richtinggevend moeten zijn bij de hervorming van de sector:
  1. De overheid en niet de markt moet verandering sturen. Bij het hervormen van de veeindustrie moet de overheid uitdrukkelijk een sturende rol spelen. Via regelgeving moet de overheid afdwingen dat de productie van vlees en zuivel duurzaam is.
  2. De consumptie van dierlijke eiwitten moet worden verlaagd met minstens 33 % in 2020. Dit moet een doelstelling worden van het kabinetsbeleid. De overheid kan deze doelstelling, die een gedragsverandering van de consument vraagt, deels bereiken middels voorlichting met onafhankelijke informatie over dierenwelzijn, milieu, ecologische voetafdruk en gezondheid.
  3. Alle maatschappelijke kosten van de productie van vlees en zuivel moeten worden verdisconteerd in de prijs, volgens het principe ‘de vervuiler betaalt’. Sleuteltermen voor de consumptie van vlees en zuivel moeten worden: minder en beter. Boeren die verbeteringen in kwaliteit, duurzaamheid en dierenwelzijn verwezenlijken, zullen een hoger inkomen genereren doordat de maatschappelijke kosten van hun product lager zijn.
  4. Nederland moet voortrekker van Europa worden. Maatregelen moeten waar mogelijk in Europees verband genomen worden, maar Nederland moet, gezien de omvang van de sector in Nederland, het voortouw nemen.
  5. Welzijn van dieren moet een centrale plaats krijgen in de veehouderij. De overheid moet dierenwelzijn waarborgen door welzijnsonvriendelijke methoden te verbieden.
  6. Het gebruik van antibiotica en hormonen in de veeteelt moet verboden worden. Het mag alleen in specifieke, duidelijk omschreven gevallen worden toegestaan voor individuele dieren die ziek zijn.
  7. Grondgebonden landbouw en gesloten kringlopen in de productie van dierlijke eiwitten moeten het uitgangspunt vormen. Het fokken, vetmesten en het slachten van landbouwhuisdieren alsmede de productie van grondstoffen van veevoer moet bij voorkeur binnen één regio gebeuren.
  8. De vestiging en uitbreiding van grootschalige veeindustrieën moet aan banden gelegd worden, om verdere aantasting van het landelijk gebied tegen te gaan. Er moet een grens worden gesteld aan het aantal te houden dieren per hectare, per provincie of in heel Nederland.
  9. Boeren moeten de kans krijgen het hoofd boven water te houden. Bij de door ons voorgestelde gedwongen herstructurering is duidelijk dat de sector problemen zal krijgen in de transitiefase. Er is dus flankerend beleid nodig, waarbij de overheid degenen die in de problemen komen zal moeten helpen zich aan te passen. Gezien de hoge maatschappelijke kosten van de huidige wijze van bedrijfsvoering, zal deze investering zich op termijn terugbetalen.
  10. De ontwikkeling van verantwoorde en smakelijke plantaardige voeding moet worden bevorderd. De overheid moet investeren in meer onderzoek naar efficiënte productie van plantaardige producten die voor de consument een volwaardige vervanger zijn van dierlijke producten. Een aantrekkelijk alternatief leidt vanzelf tot een lagere vlees- en zuivelconsumptie, en zal aldus alle genoemde problemen tegelijkertijd aanpakken, terwijl tevens de gezondheid van de consument erbij gebaat is.

Minder vlees, mevrouw. U weet nu waarom.

06 maart 2010

Hoe gezond is de zuivelconsumptie van Joris Driepinter?


De Nederlandse Zuivel Organisatie (NZO) laat Joris Driepinter weer campagne voeren voor melk. De boodschap is dat zuivelproducten rijk zijn aan voedingsstoffen.

Daar zijn de meningen over verdeeld.


In Nederland krijgen we bijna nooit iets te horen over de kanttekeningen die geplaatst worden bij het drinken van koemelk.


Nederlandse melkveehouders beschouwen zichzelf als de beste boeren van de wereld. En de statistieken lijken hen gelijk te geven. Er is immers geen land ter wereld waar met zo weinig vierkante meter gras per koe zoveel melk wordt geproduceerd. Dat is precies het probleem. Het dieet van een Nederlandse koe bestaat een groot deel van het jaar vooral uit tweedehands gras, aangevuld met de meest merkwaardige soorten afval. Alles wat niet expliciet verboden is, wordt in veevoer verwerkt. Zo is Nederlandse melk een voor een groot deel op afval gebaseerd product geworden.

24 december 2009

Vooruitblik: minder dieren op het bord

Bijna is het eerste decennium van de 21ste eeuw voorbij. Hoe waren de ‘jaren nul’? In zeven afleveringen blikt de Volkskrant terug. Aflevering 3: vlees onder vuur.

Het overzicht eindigt met de volgende conclusie.
En of het nu was wegens het dierenleed, wegens het klimaat of wegens de gezondheid: al met al gebeurde er iets bijzonders: (veel) vlees eten is uit.

Tot zover de Volkskrant.

Citaat: "Het is de vraag hoe groot de invloed van het opkomende dierenrechtenactivisme op die trendbreuk is geweest".
In hetzelfde artikel en ook in de zaterdag daarvoor in het artikel over de PvdD concludeert de Volkskrant dat de PvdD nog weinig bereikt heeft. De PvdD denkt daar anders over.

Hoe het ook zij, er is beweging in de starheid waarmee de Nederlander vasthoudt aan een dagelijkse portie vlees op het bord.
Elders op het Internet groeit het ongenoegen bij de agrosector dat vlees zo in een kwaad daglicht staat.

De impact van degenen die zich inzetten voor het welzijn van dieren had veel groter geweest wanneer de aandacht zich had gericht op het leven dat een dier heeft voor zijn dood in plaats van het feit dat een dier gedood wordt voor consumptie.
Voor mens en dier geldt "de kwaliteit van het leven is evenredig met de ruimte die zij krijgen om zichzelf te zijn". Met andere woorden krijgt het dier de vrijheid om haar soorteigen gedrag te vertonen. De basis van die gedachte is recht op vrijheid.

Voor het komende decennium zou het een mooie gedachte zijn wanneer iedereen, dat wil zeggen de mensen die het voor het zeggen hebben en degenen die denken dat zij niets in te brengen, zich realiseren dat iedereen elke dag iets voor dieren kan doen. Vrijheid als grondrecht voor dieren laat zich in de eerste plaats voor ieder mens zo vertalen dat we proberen af te zien van handelingen die de vrijheid van dieren onnodig beperken. De waarheid hiervan is des te gemakkelijker te accepteren wanneer we voor "dieren" "mensen" invullen.
Wanneer we ook nog eens lekker leren koken zonder vlees dan worden wij mensen van die vrijheid ook nog eens beter.

20 januari 2009

Het vuile werk

Mensen eten vlees om voornamelijk twee redenen. Ten eerste omdat vlees "lekker" is en ten tweede omdat men denkt dat in vlees voedingsstoffen zitten die onmisbaar zijn voor de gezondheid. Beide argumenten zijn in feite juist. Als ex-vleeseter kan ik bevestigen dat vlees "lekker" is. En na alles wat ik erover gelezen heb weet ik ook dat vlees bestanddelen bevat die essentieel zijn voor het menselijk lichaam. Vitaminen, eiwitten, ijzer, het zijn inderdaad onmisbare elementen van onze voeding. Ik weet echter dat die noodzakelijke voedingsstoffen ook uit andere producten dan vlees kunnen worden verkregen. Producten die niet moeilijker verkrijgbaar zijn dan vlees en evenmin veel duurder hoeven te zijn. Graanproducten, groente, fruit, noten, peulvruchten, soja, eieren. Een dieet waarvan deze voedingsmiddelen voorkomen volstaat voor gezond, goed en lekker eten.
Blijft dus eigenlijk als enig argument dat vlees "lekker" is. Nu is er op zich niets op tegen dat mensen dingen eten die ze lekker vinden. Maar wanneer daarvoor, dus voor het stillen van de lekkere trek, een wereld in het leven is geroepen waarin dieren bij honderden miljoenen op een beschamende wijze worden gehuisvest, behandeld en gedood, is het dier in feite niet meer dan een simpele productiefactor geworden. Daarbij wordt geen enkele rekening gehouden met de belangen en het welzijn van het dier, zeker wanneer dat een drukkende invloed zou uitoefenen op het economisch voordeel dat het dier moet opleveren. Er zijn weliswaar een aantal wettelijke voorwaarden waaraan een ondernemer moet voldoen om "zijn" dieren nog een minimum aan comfort te geven, maar de praktijk is dat dieren, met name in de bio-industrie, een verschrikkelijk en kort leven hebben alvorens op ons bord terecht te komen. Niemand kan zich zo langzamerhand meer verschuilen achter een soort van “we wisten niet dat………..”-excuus. Iedereen weet, kan weten of moet weten wat de dieren in die sector moeten doormaken. Toch blijft de grote meerderheid van de consument nog steeds de "kiloknaller" in huis halen en laat zich nog steeds wijs maken dat "kip het meest veelzijdige stukje vlees is". Wanneer beelden op de t.v. vertoond worden van kippenslachterijen, het onverdoofd castreren van biggetjes, het dwangvoederen van ganzen en eenden voor de "foie gras" en meer van die ellende zapt de gemiddelde kijker gauw even door naar een ander kanaal. Want "dat hoef ik echt niet te zien, toch?". Veel mensen, vooral vrouwen is mijn ervaring, willen geen vlees eten waarvan "je nog kunt zien wat het geweest is"............... dat betekent dat velen eigenlijk niet geconfronteerd willen worden met datgene wat aan hun gehaktballetje, karbonaadje of kipfiletje vooraf gaat. Dat betekent dan weer dat diezelfde mensen het dus eigenlijk "zielig" vinden dat het dier in kwestie is doodgemaakt, met of zonder rot leven daaraan voorafgaand. Het is dus pure schijnheiligheid, want als je het inderdaad zo zielig vindt en je weet dat je het product niet nodig hebt zou je het gewoon niet moeten eten! Het geweten wordt twee maal buiten spel gezet: je wendt je af van de realiteit waaronder het product tot stand komt, hoewel je die realiteit eigenlijk afwijst en bij het opeten onderdruk je bewust(?) de herinnering aan het levende wezen dat de leverancier is van wat op je bord ligt.

Hoe zou het nu gaan wanneer we het "vuile werk" eens niet aan de specialist zouden (kunnen) overlaten maar zelf mes of schietmasker of wat voor gruwelwerktuig dan ook zouden moeten hanteren teneinde onze dis toch te sieren met een stuk, lap of moot vlees? Een paar jaar geleden heb ik een paar kippen aangeschaft. Voor de aardigheid en tevens was het mooi meegenomen dat er elke dag drie à vier eieren voor ons klaar liggen. Ik ontdekte wat een aanhankelijke, lieve en intelligente diertjes kippen eigenlijk zijn en ik besloot toen al, hoewel nog niet overgegaan tot het vegetarisme, in ieder geval nooit meer kip te eten. Ook hypocriet natuurlijk, want waarom dan nog wel varkens, koeien, kalveren, lammetjes? Ook dieren waarmee je een band kunt hebben! Ik werd me langzamerhand van die ongerijmdheid bewust en uiteindelijk heb ik de enig juiste beslissing genomen: geen vlees en vis meer! Klaar!

Ik heb eens aan een verstokte "sport"visser gevraagd of hij zich kon voorstellen dat hij zou blijven vissen als hij, bij het ophalen en onthaken van de vis, het dier kon horen gillen van de pijn en doodsangst. Het bleef even stil, hij keek me aan en verklaarde toen, enigszins verlegen met de situatie, dat hij dacht dat hij "het best moeilijk zou vinden", een tamelijk eerlijk antwoord.

En zouden de madammekes die zich nog steeds behaagziek in allerlei bont hullen dat blijven doen wanneer zij aanwezig zouden zijn bij het massaal vergassen van de nertsen, vossen of andere bontleveranciers?

Kortom, we gebruiken producten en doen dingen met dieren die niet van essentieel belang zijn voor ons leven en gezondheid. Dat we die producten blijven gebruiken betekent een lijdensweg en een veel te vroege dood voor andere levende wezens. Dat doen we zonder ons af te vragen welk recht we daartoe hebben. Welk legitimatie hebben we (onszelf toebedeeld) wezens die op dezelfde wijze als wij pijn ervaren op een onethische wijze voor de slacht te fokken en vervolgens van het leven te beroven? We kijken massaal de andere kant op wanneer de wijze waarop de dieren voor ons genot worden gemaltraiteerd en gedood ietwat té zichtbaar dan wel hoorbaar wordt.

We hebben na lang gedelibereer “Misdrijven tegen de menselijkheid” geformuleerd. Wordt het niet eens tijd te denken aan zoiets als “Rechten van Lijdende Wezens”?
Er is geen redelijk argument aan te voeren om te discrimineren tussen mens en dier als het aankomt op het recht om te leven. De Australische hoogleraar Peter Singer heeft deze opvattingen al weergegeven in zijn in 1975 uitgegeven boek “Animal Liberation”.

Vegetarisme is geen aanstellerij van verdwaasde, wereldvreemde hemelbestormers of dierknuffelaars. Vele groten der aarde hadden een vleesloze voedings- en leefwijze. Ik noem een paar van hen: Pythagoras, Plato, Da Vinci, Voltaire, Rousseau, Rubens, Lincoln, Vincent van Gogh, Albert Einstein en Albert Schweitzer. Thans zijn er in de hele wereld ook veel bekende figuren die weigeren nog langer dode dieren te eten, zoals daar zijn: Barbara Streisand, Dustin Hoffman, Kate Bush, Carlos Santana, Paul Mc Cartney, Annie Lennox, Brad Pitt, Shirley Bassey en vele anderen. Vele wereldreligies dragen een boodschap uit van geweldloosheid en mededogen en die begrippen behoren zich niet alleen uit te strekken tot de eigen soort!

Ook uit biologisch en medisch oogpunt is het eten van vlees door mensen niet als voor de hand liggend en natuurlijk gedrag aan te merken. De mens bezit veel fysiologische kenmerken die elders in de natuur bij herbivoren voorkomen en mist juist veel eigenschappen die de carnivoor wel heeft. Het eten van vlees is in het algemeen niet bevorderlijk voor een gezonde leefwijze. Vanuit biologisch en medisch oogpunt verdient een vegetarische voedingswijze de voorkeur!

Het zou de overheid sieren nu eindelijk eens de nadelen van de vleesproductie en
–consumptie te erkennen en een beleid te gaan voeren waarbij in plaats vlees eten te stimuleren dit wordt ontmoedigd. En dat niet alleen ter bestrijding van het gruwelijke dierenleed maar ook ten behoeve de vermindering van de uitstoot van broeikasgassen, de bestrijding van de honger in de wereld en, niet in de laatste plaats, ter bevordering van een gezonde(re) leef- en voedingswijze van kinderen en volwassenen.

Leeswijzer


Kijk op Facebook voor onze reactie op de actualiteit.
Aanbeveling: Thema's of steekwoorden vindt u via de labels onderaan de pagina of op Animal Freedom. Klik hier voor de laatste bijdragen.
Klik hier voor het beleid om uw privacy te beschermen.

Waarom dit blog?

De Nederlandse veehouderij is vooral gericht op zoveel mogelijk voor de export te produceren onder het motto “meer, meer, meer en groot, groter, grootst”. Dit heeft negatieve gevolgen voor zowel de dierenwelzijn, biodiversiteit, het milieu, het klimaat, de portemonnee en de gezondheid van burgers en ook voor welwillende boeren.
Dit blog verzamelt kritische artikelen die de wurggreep beschrijven waarin de veehouderij zichzelf heeft vastgezet. Zo willen we niet alleen een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de kwaliteit van het leven voor alle belanghebbenden, maar ook aan een schone, gezonde omgeving en een beter dierenwelzijn.

Ook de argumentatie dat dieren grondrechten hebben kan beter en meer aansluiten op hoe mensen voor zichzelf vinden dat recht moet gelden. Alle dier(soort)en kunnen in hun recht op vrijheid als (intrinsiek) evenwaardig aan mensen beschouwd worden. Dierenrechten zijn mensenrechten, die mensen de kans geeft om voor dieren op te komen.
Dieren, bijv. in de intensieve veehouderij, worden behandeld als een object in plaats van een subject met gevoelens en rechten.

De snelheid en het aantal dier(soort)en dat we voortdurend gebruiken is immens. De bijdrage aan onze welvaart en economie van de agrosector is gering. De oplossing is simpel en van niemand anders dan van ons zelf afhankelijk.

Dierenrechten in woord en beeld

Vrijheid is ook een intrinsiek grondrecht voor dieren. Dieren zijn geen dingen Dierenrechten zijn mensenrechten. Mensen moeten voor dieren kunnen opkomen wanneer hun grondrecht wordt geschonden.
logo van Animal Freedom yin en yang
Lees hier over de redenen waarom dieren recht op vrijheid hebben. Lees hier waarin mens en dier evenwaardig zijn.