Mens en dier zijn (intrinsiek) evenwaardig in hun recht op vrijheid

Bij de Stichting Animal Freedom leest u over de gedachte achter dierenrechten.
Hier leest u over ontwikkelingen in de agrosector en de gevolgen voor dieren(rechten).
Alle levende wezens zijn verschillend maar evenwaardig in het recht op vrijheid op een natuurlijk leven.
Een dier is (net als een mens) geen ding of een object.
Dierenrechten zijn mensenrechten. Mensen moeten kunnen ingrijpen wanneer mensen dieren misbruiken of onrecht aandoen.
Posts tonen met het label oproep. Alle posts tonen
Posts tonen met het label oproep. Alle posts tonen

02 juli 2013

Koppel melkproductie aan grond

De melkveehouderij staat op een tweesprong: grondgebonden blijven of industrialiseren? Niet doen, dat laatste. Koppel melkproductie aan grond.
Dat is in het kort de oproep van Herman Wijffels, Jan Cees Vogelaar en anderen.

De melkveehouderij is in Nederland een sterke en zeer gewaardeerde bedrijfstak. Anders dan de varkens- en pluimveehouderij is zij nog grotendeels verbonden met de grond. Bedrijven halen het meeste ruwvoer (gras en maïs) van hun eigen bedrijf en brengen daar ook de meeste mest naar toe. Zo is de kringloop “dier-mest-bodem-voer” nog redelijk intact en lokaal. Ook lopen de meeste koeien nog in de wei. Dat is karakteristiek voor het Nederlandse landschap en doorgaans gunstig voor het welzijn van de dieren. Uit alle enquêtes blijkt dat Nederlandse burgers de koe in de wei hogelijk waarderen. De weidende koe levert een zichtbare verbinding van de melkveehouderij met zowel de natuur als de samenleving. Dat schept vertrouwen.

Al deze verworvenheden lopen gevaar. Een groeiend aantal veehouders intensiveert “los van de grond” en/of houdt de koeien het hele jaar binnen. Deze ontwikkeling dreigt in een stroomversnelling te raken als op 1 april 2015 de melkquotering vervalt. De EU heeft die quotering in 1984 ingevoerd om de overproductie van melk en de daarmee gemoeide budgetlasten aan banden te leggen. Dat is niet meer nodig nu de melkplas en de boterbergen zijn verdwenen. Maar vandaag doemen andere risico’s op:
  • Met meer koeien komt er meer mest en ammoniak en dat belast het milieu.
  • Voor intensivering moeten melkveebedrijven steeds meer voer aankopen en steeds meer mest afvoeren. De kringloop raakt uit het zicht en de melkveehouderij gaat steeds meer op de varkenshouderij lijken.
  • Groeit de veestapel sneller dan de huiskavel, dan zullen veel bedrijven te weinig ruimte hebben om de koeien nog te laten weiden.
  • Vergeleken met het grondgebonden gezinsbedrijf zijn grote bedrijven met weinig grond veel kwetsbaarder voor prijsbewegingen op de markten van melk, veevoer, mest en kapitaal.
Daarmee komen de duurzaamheid en het maatschappelijke draagvlak van de sector in gevaar.

Bij het voorsorteren op 2015 hebben de sector en de overheid tot dusver alleen oog voor het eerste probleem. De sector heeft met de vorige staatssecretaris Henk Bleker afgesproken dat de melkveehouderij mag uitbreiden als de extra mest die daarmee wordt geproduceerd, wordt verwerkt of geëxporteerd. Maar er bestaat twijfel of de sector dat waar kan maken. Daarom heeft Bleker’s opvolgster Sharon Dijksma gedreigd met invoering van “dierrechten”. De veehouder mag dan pas meer koeien houden als hij dierrechten opkoopt van een veehouder die gaat krimpen of stoppen. Dat helpt inderdaad om de mest- en ammoniakproductie te stabiliseren, maar doet niets tegen de drie andere problemen: doorbreken kringlopen, minder koeien in de wei en grotere kwetsbaarheid van bedrijven. Integendeel, aankoop van dierrechten gaat bedrijven geld kosten en dat maakt ze extra kwetsbaar.

Het is voor de Nederlandse samenleving en voor de toekomst van de melkveehouderij van groot belang dat de sector grondgebonden blijft, en dat het overgrote deel van de koeien ’s zomers in de wei blijft. Verhandelbare dierrechten zijn daarvoor geen goede maatregel. Beter is het om de melkproductie te koppelen aan grond. De overheid stelt dan een maximum aan de hoeveelheid melk die veehouders per hectare mogen produceren. Dat maximum kan worden gebaseerd op de milieunormen voor het gebruik van mest. Bedrijven die boven de norm zitten hoeven niet te stoppen, maar mogen pas weer uitbreiden als zij voldoende extra grond hebben verworven. Extensieve bedrijven mogen uitbreiden tot de norm. Daarmee kunnen deze bedrijven en de zuivelindustrie inspelen op groeikansen die zich in de markt aandienen, zonder de weidegang in gevaar te brengen.

De melkveehouderij staat op een tweesprong. De komende maanden worden beslissend voor de weg die de sector inslaat. Kiezen voor grondgebondenheid heeft grote voordelen, maar vergt helder en stevig leiderschap bij overheid, landbouworganisaties en zuivelindustrie. Zij moeten niet toestaan dat een kleine groep veehouders het industriële pad inslaat en het imago van de hele sector bedreigt. Een grondgebonden melkveehouderij is robuust en transparant, draagt sterk bij aan onze economie, levert een aantrekkelijk landschap en is goed voor dierenwelzijn en diergezondheid. Zo’n veehouderij kan blijvend rekenen op een breed maatschappelijk draagvlak.

•Herman Wijffels.
Hoogleraar Duurzaamheid en maatschappelijke verandering aan de Universiteit Utrecht.

•Jan Cees Vogelaar.
Melkveehouder.

•Pieter Winsemius.
Oud-minister van Milieu.

•Cees Veerman.
Oud-minister van Landbouw.

•Louise Vet.
Directeur van het Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO-KNAW) te Wageningen.

•Geert Mak.
Schrijver.

•Joris Lohman.
Voorzitter van de Youth Food Movement.

•Wouter van der Weijden.
Directeur van de Stichting Centrum voor Landbouw en Milieu.

Lees of download het intro en het artikel: Koppel melkproductie aan grond (pdf-bestanden).
Verschenen in de weekendbijlage van Boerderij Vandaag, 28 juni 2013.

Klik hier om meer te lezen over de voordelen van grondgebonden landbouw.

Leeswijzer


Kijk op Facebook voor onze reactie op de actualiteit.
Aanbeveling: Thema's of steekwoorden vindt u via de labels onderaan de pagina of op Animal Freedom. Klik hier voor de laatste bijdragen.
Klik hier voor het beleid om uw privacy te beschermen.

Waarom dit blog?

De Nederlandse veehouderij is vooral gericht op zoveel mogelijk voor de export te produceren onder het motto “meer, meer, meer en groot, groter, grootst”. Dit heeft negatieve gevolgen voor zowel de dierenwelzijn, biodiversiteit, het milieu, het klimaat, de portemonnee en de gezondheid van burgers en ook voor welwillende boeren.
Dit blog verzamelt kritische artikelen die de wurggreep beschrijven waarin de veehouderij zichzelf heeft vastgezet. Zo willen we niet alleen een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de kwaliteit van het leven voor alle belanghebbenden, maar ook aan een schone, gezonde omgeving en een beter dierenwelzijn.

Ook de argumentatie dat dieren grondrechten hebben kan beter en meer aansluiten op hoe mensen voor zichzelf vinden dat recht moet gelden. Alle dier(soort)en kunnen in hun recht op vrijheid als (intrinsiek) evenwaardig aan mensen beschouwd worden. Dierenrechten zijn mensenrechten, die mensen de kans geeft om voor dieren op te komen.
Dieren, bijv. in de intensieve veehouderij, worden behandeld als een object in plaats van een subject met gevoelens en rechten.

De snelheid en het aantal dier(soort)en dat we voortdurend gebruiken is immens. De bijdrage aan onze welvaart en economie van de agrosector is gering. De oplossing is simpel en van niemand anders dan van ons zelf afhankelijk.

Dierenrechten in woord en beeld

Vrijheid is ook een intrinsiek grondrecht voor dieren. Dieren zijn geen dingen Dierenrechten zijn mensenrechten. Mensen moeten voor dieren kunnen opkomen wanneer hun grondrecht wordt geschonden.
logo van Animal Freedom yin en yang
Lees hier over de redenen waarom dieren recht op vrijheid hebben. Lees hier waarin mens en dier evenwaardig zijn.