Mens en dier zijn (intrinsiek) evenwaardig in hun recht op vrijheid

Bij de Stichting Animal Freedom leest u over de gedachte achter dierenrechten.
Hier leest u over ontwikkelingen in de agrosector en de gevolgen voor dieren(rechten).
Alle levende wezens zijn verschillend maar evenwaardig in het recht op vrijheid op een natuurlijk leven.
Een dier is (net als een mens) geen ding of een object.
Dierenrechten zijn mensenrechten. Mensen moeten kunnen ingrijpen wanneer mensen dieren misbruiken of onrecht aandoen.
Posts tonen met het label nertsen. Alle posts tonen
Posts tonen met het label nertsen. Alle posts tonen

15 december 2014

Krokodillentranen rondom geëxploiteerde dieren

Staatssecretaris Sharon Dijksma heeft heel wat te stellen met dierenwelzijn en dierenleed. Het kabinet had bij aantreden het voornemen om het optreden van wilde dieren in het circus te verbieden. Dit besluit is nu wereldkundig gemaakt en moet nog door de Eerste Kamer. Net als bij de nertsenhouderij is er nog een kleine kans dat met veel krokodillentranen in de media dit besluit kan worden gekeerd.
De nertsenhouders hadden de mogelijkheid via de rechter om te betogen dat zij te weinig schadevergoeding kregen. Het is een gotspe om dit argument aan te voeren terwijl je als sector nog 10 jaar de gelegenheid krijgt om geld met dierenleed te verdienen. De rechtelijke macht kende dit argument toe, omdat het besluit te weinig onderbouwd zou zijn. Dit is een vreemde uitspraak want ons rechtssysteem is gebaseerd op vrijheid. Vrijheid houdt in dat je belachelijke argumenten mag aandragen als je denkt er beter van te worden en dat je vrij bent in het kiezen van een beroep. Maar wanneer je je niet aan de wet houdt, dan loop je kans dat jouw vrijheid tijdelijk wordt ingenomen en dat je in de cel belandt. Een nertsenhouder gaat in de tegen de geest van de wet en omdat het grondrecht van dieren op vrijheid nog niet erkend is hoeft hij voorlopig nog niet zelf naar de gevangenis.

Dieren kunstjes laten doen en houden voor hun vacht zijn echo's uit een dieronvriendelijk verleden toen mensen hun superioriteit over dieren wilde bewijzen en hun vacht nodig hadden in koude tijden. Goede sier maken op deze wijze met dieren is allang uit de tijd. Op sommige momenten hebben circusdieren meer afleiding dan dieren in een dierentuin, maar dierentuinen kunnen alleen overleven wanneer ze moderniseren, dat wil zeggen ingericht worden op de natuurlijke behoefte van dieren.

Circusmensen hebben weinig anders dan het publiek te bewerken met de tranen van circusmeisjes die niet meer in de slurf van de olifant kunnen hangen. Net als paardenmeisjes gaat aandacht naar dieren meestal over wanneer ze een vriendje krijgen en verleggen ze hun bron van lief en leed naar pubers.
Circusmensen zitten met de wilde dieren in hun maag omdat ze een fatsoenlijke opvang van de circusdieren niet meer kunnen financieren met een optreden in het circus. Het is de overheid die maar weer moet zorgen dat zij afkomen van de peperdure dieren. Net als in de Nederlandse veehouderij is het de belastingbetaler die de portemonnee moet trekken wanneer de sector geconfronteerd wordt met de lasten van het in eigendom hebben van dieren. Dierenliefde bij circusmensen gaat niet zo ver dat zij tot de dood een liefdevolle verzorging in een natuurlijke omgeving verzorgen, wat voor een paar koeien in het rusthuis nog wel geldt.

Terug naar Sharon Dijksma. Is zij een vrouw met hart voor dieren? Is iemand die tot 8 uur op transport naar een slachthuis acceptabel vindt, diervriendelijk?
Het draait om geld verdienen en imago. Met dit besluit kan de staatssecretaris haar imago weer wat opkrikken na haar kritiekloze steun aan de pluimveehouderij. Helaas onderbouwt zij haar besluit met een loos argument: wilde dieren horen niet in het circus vanwege hun intrinsieke waarde.
Wat echt zou helpen in onze samenleving is dat we met elkaar in dialoog gaan over wat het wezen is dat een dier nodig heeft. We praten nu onverschillig langs elkaar heen. We moeten durven bespreken dat wanneer je een dier onderdak en eten geeft of je het dan voldoende verzorgt.
Mijn stelling is dat wat dieren en mensen echt nodig hebben is vrijheid, voor dieren in de vorm van de mogelijkheid om zich natuurlijk te gedragen. Dierenliefde is meer dan verzorging alleen. De rest is bijzaak.

25 juni 2014

Er is een andere weg dan verbieden van nertsenfokken

Het nertsenfokverbod is door twee rechtelijke uitspraken ongedaan gemaakt met een beroep op de Europese rechten van de mens.
Het is ook een gevolg van de politieke beslissing om economische activiteiten centraal in Brussel een juridische basis te geven. Besluiten uit landen binnen de EU kunnen worden overruled. Het gevolg is dat ondernemers geen strobreed in de weg wordt gelegd wanneer ze dieren houden louter en alleen om geldelijk gewin.

Deze uitspraak is zuur voor alle mensen die dierenwelzijn en dierenrechten serieus nemen en niet willen dat nertsen in extreem dieronvriendelijke hokken worden gehouden om hun huid te oogsten als basis voor modegrillen.
Weliswaar gaat staatssecretaris Sharon Dijksma in hoger beroep, maar van haar poging is weinig te verwachten. Politici heffen een glas, doen een plas en alles blijft zoals het was.
Wie graag de nertsenfokkerij uit alle landen in de wereld wil zien verdwijnen, te beginnen in Nederland en vervolgens in Europa kan het beste werken aan bewustzijnsverandering ten aanzien van ons gedrag dat gevolgen heeft voor dieren. Een diervriendelijke verschuiving in bewustzijn, dan in gedrag, vervolgens in politieke verhoudingen, leidt uiteindelijk tot diervriendelijke economische veranderingen.

Het is een lange weg, maar wel een die op alle denkbare terreinen een verbetering van en voor dierenwelzijn zal opleveren.
Voor wie dit een schrale troost vindt, ook bij de oude regeling mochten de nertsenfokker nog tot 2024 doorgaan om "schadevergoeding" te verdienen.

21 mei 2014

Nertsenfok verbieden? Stem PvdD

Rechters willen het verbod van het houden van nertsen opheffen zolang er niet voldoende schadevergoeding wordt betaald aan de nertsenhouderij.
In 2012 is besloten om de nertsenhouderij pas te verbieden in 2024.

De sector heeft een rechtszaak aangespannen omdat het een beperkt aantal Nederlandse nertsenhouders miljoenen inkomen gaat schelen.

Dierenwelzijn van miljoenen dieren zou minder wegen dan het economisch voordeel van enkele tientallen ondernemers. Maak met uw stem in de Europese Verkiezingen duidelijk dat er snel een einde moet komen aan deze waanzin. Justitie zou moeten overwegen dat mensen die dieren als dingen behandelen geen recht op vergoeding van inkomstenderving hebben wanneer zij gedwongen worden met het dieronwaardige te stoppen. Laat een nieuwe rechter duidelijk maken dat we niet tot 2024 moeten wachten met een einde te maken aan de nertsenhouderij, maar onmiddellijk en zonder schadevergoeding.

De kwetsbaarheid van politieke actie voor dierenwelzijn maakt het des te belangrijker om bewustzijn te vergroten van de gevolgen van ons (consumptie)gedrag voor dierenwelzijn, milieu en natuur en om drogredeneringen te weerleggen.

17 mei 2013

Eis schadevergoeding voor einde nertsenhouderij is te gek voor woorden

Nertsenfokkers willen via de rechter de Nederlandse staat dwingen het verbod op het fokken van nertsen vanaf 2024 terug te draaien. De wet is volgens hen onrechtmatig omdat een volledige schadeloosstelling ontbreekt. Dat heeft de Nederlandse Federatie van Edelpelsdierenhouders (NFE) donderdag 16 mei bekendgemaakt.

Terwijl de 160 fokkers nog tot 2024 aan het dierenleed kunnen blijven verdienen doen zij een beroep op mensenrechten om dierenrechten te mogen schenden. Zij eisen een schadevergoeding voor deze waanzin van meer dan een half miljard euro.
De letselschade advocaat die hoopt ondertussen stinkend rijk te worden door de NFE te verdedigen heet A. Lever.
Eigenlijk is de eis van de sector te absurd om aandacht aan te besteden. Een sector mag zoals wij allemaal naar de rechter stappen wanneer we denken dat ons onrecht is aangedaan. Maar in dit geval is een doodleuk niet ontvankelijk verklaren van de eis wel een mega understatement.

01 februari 2013

Vergunning verleend vlak voor nertsenverbod

Vragen van het lid Thieme (PvdD) aan de staatssecretaris van Economische Zaken over een onlangs verleende vergunning voor een nertsenhouderij

  1. Bent u ervan op de hoogte dat de gemeente Putten in de week voordat de Wet verbod pelsdierhouderij in werking is getreden nog snel een vergunning heeft verleend voor een nieuwe nertsenhouderij? Zo ja, hoe beoordeelt u dit?
  2. Kunt u aangeven hoe de vergunningverlening zich verhoudt tot het in werking treden van de Wet verbod pelsdierel="noopener noreferrer" target="_blank"rhouderij en aangeven waarom de gemeente Putten deze vergunning nog heeft verleend terwijl algemeen bekend was dat er een verbod op nertsenhouderijen aankwam?
  3. Hoe beoordeelt u deze gang van zaken rondom deze vergunningverlening en het handelen van de gemeente Putten?
  4. Bent u van mening dat de gemeente Putten onjuist heeft gehandeld gezien de toekomstige ontwikkelingen en waarom wel of niet?
  5. Bent u bereid stappen te ondernemen om de komst van deze nieuwe nertsenhouderij tegen te gaan? Zo ja, op welke wijze en termijn? Zo nee, waarom niet?

14 december 2012

Is diervriendelijke veehouderij moreel aanvaardbaar?

De universiteit van Utrecht kondigde mei 2011 een merkwaardige promotie aan. Het thema is door het verzet van de nertsenhouders tegen de afschaffing van hun sector opnieuw actueel. Zij betogen dat afschaffing de overheid veel geld gaat kosten vanwege schadevergoeding voor inkomstenderving; dat afschaffen zinloos is omdat de business wordt overgenomen door het buitenland en dat dan de nertsen minder diervriendelijk worden gehouden.

In haar proefschrift zet Tatjana Visak de implicaties en vooronderstellingen van twee versies van het utilisme op een rij, de morele theorie die traditioneel het meeste heeft bijgedragen aan het herkennen van dierenleed als moreel relevant. Het utilisme wordt over het algemeen als volgt ingevuld. Onnodig leed moet worden voorkomen, maar met het houden en doden van dieren als zodanig is niets mis. Bijvoorbeeld Peter Singer, de wereldberoemde utilist en dierethicus, accepteert een versie van het utilisme die inhoudt dat een dier in principe pijnloos gedood mag worden. Als het gedode dier vervolgens vervangen wordt door een ander dier dat anders niet zou hebben bestaan en dat net zo veel welzijn ervaart als de toekomst van het gedode dier zou hebben bevat, dan tast het doden van het dier de totale hoeveelheid welzijn niet aan. En daar is het de utilist om te doen.
In dezelfde lijn van argumentatie wordt er gezegd, overigens niet alleen door utilisten, dat praktijken als de veehouderij zelfs goed zijn voor de dieren, mits de dieren een goed leven hebben. Anders zouden die dieren namelijk helemaal niet hebben bestaan, en een kort en gelukkig leven is beter voor het dier, zo de argumentatie, dan helemaal niet bestaan. Op deze argumentatie valt veel af te dingen, aldus Visak, óók binnen het utilisme.
Een alternatieve versie van het utilisme accepteert niet dat dieren vervangbaar zijn, en biedt dan ook geen rechtvaardiging voor praktijken als de zogenaamd diervriendelijke veehouderij.

Tot zover de beschrijving van het proefschrift van Visak. Wat worden we van deze tautologieën wijzer?

“Als het gedode dier vervolgens vervangen wordt door een ander dier dat anders niet zou hebben bestaan en dat net zo veel welzijn ervaart als de toekomst van het gedode dier zou hebben bevat, dan tast het doden van het dier de totale hoeveelheid welzijn niet aan”.

en

“Praktijken als de veehouderij zijn goed voor de dieren, mits de dieren een goed leven hebben. Anders zouden die dieren namelijk helemaal niet hebben bestaan, en een kort en gelukkig leven is beter voor het dier, zo de argumentatie, dan helemaal niet bestaan. Op deze argumentatie valt veel af te dingen, aldus Visak, óók binnen het utilisme”.

Met het proefschrift wil Visak blijkbaar aantonen dat ook diervriendelijke vee- of nertsenhouderij niet ethisch valt te verdedigen. Maar is het dan niet veel zinvoller om de vraag te onderzoeken waarom het houden van dieren onethisch is? Dat het houden van dieren inhoudt dat zij in hun grondrechten worden geschonden, namelijk dezelfde grondrechten als bij mensen wanneer zij onschuldig gevangen worden gehouden. Vrijheid is een grondrecht voor mens en een dier.

Zie ook het overzicht van drogredenen voor het houden van nertsen.

15 maart 2012

Waarom moet de bontfokkerij wel worden verboden?

Door het toenemende gebruik van bont in de mode gaat het de Nederlandse pelsdierfokkers voor de wind. Er is dan ook weer wat geld om een poging te doen om het imago op Internet wat op te krikken. Wie een kijkje neemt op de site van de Nederlandse Federatie van Edelpelsdierhouders (NFE) vindt dan ook veel achtergrondinformatie over de manier waarop nertsen worden gehouden.
Vele tegenstanders van de pelsdierhouderij gruwelen van het moment dat de nertsen gedood worden om van hun pels te worden ontdaan. Anderen vinden de karige levensomstandigheden een groter bezwaar. Kijk maar eens naar de povere manieren waarop de nertsenhouder poogt het leven in de kooi van een nerts wat te “verrijken”.

Er is zelfs een ethicus G. de Jonge bereid gevonden om ethische bezwaren van tegengas te voorzien. Het moet gezegd: de heer de Jonge heeft het niet moeilijk om een aantal ethische bezwaren te ondergraven. De reden daarvan is de historische naïviteit waarmee dierenbeschermers menen de rechten van dieren te moeten onderbouwen. Zo zijn er nog steeds velen die denken dat het indruk maakt om aan te voeren dat een nerts een intrinsieke waarde heeft. Voor een pelsdierhouder is de economische waarde van de pels veel indrukwekkender dan de intrinsieke waarde van het levende dier.

Een pelsdierhouder mishandelt zijn dieren niet actief. Hij kijkt wel uit, want hij wil een mooie pels. Het moment dat de nertsen vergast worden om hen van hun mantel te ontdoen is voor veel mensen een vreselijke gedachte, omdat zij de dood eng vinden.
Vele mensen realiseren zich niet dat het leven van een nerts oersaai is en dat daarin het eigenlijke bezwaar ligt. Deze dieren worden in gevangenschap geboren en krijgen nooit wat in de vrije natuur al miljoenen jaren normaal is: de mogelijkheid tot natuurlijk gedrag in vrijheid.
Dat is de ethische grens die de nertsenhouder overschrijdt en daarop heeft de heer de Jonge geen antwoord.

10 maart 2012

Bloedgeld en boerenverstand

Door de hernieuwde introductie van bont in de mode gaat het de Nederlandse nertsenhouders voor de wind. De politiek wil hen kwijt, maar er is door de vergrote omzet geld genoeg om paginagrote advertenties te plaatsen in de dagbladen. Er is nog heel wat achterstand in het imago in te halen. Onder de titel De waarde van boerenverstand pleit de edelpelsdierhouderij er bij de lezer voor om in overweging te nemen dat de sector jaarlijks 50 miljoen bijdraagt aan de belastinginkomsten en dat wanneer de sector daadwerkelijk verboden wordt om bont te produceren dat de overheid een schadeclaim tegemoet kan zien van 1 miljard.

De advertentie staat voor de brutaliteit van de huidige agrosector. De bijdrage aan het BNP van de totale intensieve veehouderij (dus ook de varkens en kippen) is minimaal. Door allerlei irrelevante overwegingen en omzet van andere agrosectoren op de eigen conto te schrijven wil men haar bijdrage aan in oplossing aan de economische malaise oppoetsen. Het is de belastingbetaler die de vervuiling betaalt en het dier dat de dupe is.
De economische crisis vraagt niet alleen om ideeën voor economische groei, het vraagt ook om duurzame oplossingen. Die duurzame oplossingen moeten twee vliegen in één klap slaan, namelijk een milieu- en diervriendelijke invulling en een verkleining van de bedreiging van het leven op aarde door niet bij te dragen aan grondstoffentekort en het broeikaseffect. En als het even kan ook aan een verkleining van armoede en honger op onze aarde.

Het dierenleed van de nertsen in de vaderlandse pelsdierhouderij is immens door het gebrek aan natuurlijke omstandigheden waaronder de dieren worden gehouden. Deze omstandigheden zijn soms beter en soms slechter dan elders in het buitenland, maar overal beneden peil. Deze sector kan gemist worden en valt door het onnodige dierenleed (bont kan ook kunstbont zijn) onder de meest immorele bijdragen aan de Nederlandse economie. Dat de sector dreigt om een claim in te dienen is net zo immoreel, althans voor zover er iemand in de politiek dit argument ondersteunt en meewerkt aan de vertragingstactiek om de sector nog langer dierenleed te laten produceren.

Het boerenverstand is niet van waarde, boeren vinden dieren van waarde voor hun portemonnee. De samenleving heeft hier vrijwel niets aan.

Bontfokkerij: wereldwijd een schande.

16 november 2009

Wat is een redelijke straf voor dierenbevrijdster?

29 oktober 2009 werd Frederieke S. opgepakt bij het bevrijden van nertsen in het Gelderse Barchem. Wim Verhagen, voorzitter van de Nederlandse Federatie van Edelpelsdierhouders, kondigt aan om een schadeclaim in te dienen bij Frederieke en anderen die eventueel worden opgepakt.
Wat is de waarde van een dierenhuid verkregen in een industrie die verboden gaat worden? Wat is de schade die een nertsenhouder heeft, wanneer hij zelf de dieren afmaakt, omdat hij niet meer weet uit welk hokje een losgelaten nerts vandaan kwam?
Is het eisen van een schadevergoeding terecht? Frederieke bevrijdt dieren omdat zij vindt dat nertsen niet voor de productie van bont gehouden en gedood zouden mogen worden. Dat is een grote meerderheid van de Nederlanders met haar eens en de politiek probeert al jaren de nertsenhouderij verboden te krijgen. Dat gaat stroperig omdat met het verbieden van de nertsenhouderij een precedent geschapen wordt voor een verbod van de intensieve veehouderij. Het is een beetje een kwestie van definitie of je dieren die gehouden worden voor kleding op een één lijn stelt met dieren die gehouden worden voor voedsel. Voedsel heb je nodig en bont niet. Maar het is voor onze gezondheid niet nodig om vlees te eten en het zeker niet nodig dat vlees geproduceerd wordt op de schaal waarop Nederland dieren houdt. Tweederde is bestemd voor de export. Er is op aarde voedsel en kleding genoeg en het klimaat wordt ook nog eens door de vleesproductie opgewarmd.
Terug naar de vraag of Frederieke straf zou moeten krijgen en een schadevergoeding zou moeten betalen.
In tijden van oorlog is het gemakkelijk om een bevrijdingsactie van mensen waarbij schade wordt aangericht aan te voeren als redelijke doel. In vredestijd wordt de basis van het recht niet anders, maar wordt kritischer gekeken naar de methode die wordt gehanteerd om een doel te halen. De basis van het grondrecht voor mensen is vrijheid en voor wie niet wil discrimineren zou de basis van dierenrechten ook vrijheid moeten zijn. Het houden van pelsdieren voor bont wordt door de Nederlanders niet als redelijk doel gezien.
Moet daarom het bevrijden van dieren zonder straf blijven, immers moreel heeft Frederieke zeker gelijk. Nee, helaas, voor Frederieke geldt dat een bevrijde nerts niet bijdraagt aan de vergroting van de vrijheid van het dier of van andere dieren in de Nederlandse natuur. Het loslaten van dieren in een biotoop waarin deze dieren niet voorkomen wordt gezien als faunavervalsing. De kans is bovendien groot dat het dier niet gewend is om de eigen kost op eigen kracht bij elkaar te vinden.
Het is daarom geen goed idee om nertsen te gaan bevrijden.
Maar de rechter kan in deze zaak toch de kool en de geit sparen. Wanneer de rechter Frederieke en anderen zou veroordelen tot het betalen van een geldbedrag aan een organisatie die zich richt op het welzijn van dieren, dan is het rechtsgevoel van de meeste Nederlanders wel bevredigd. Deze zaak verdient het om in de geest van de grondwet te handelen.

17 juni 2009

Stop nertsenhouderij vergoeden?

In de discussie over het beëindigen van de nertsenhouderij wordt het argument aangedragen dat het de belastingbetaler veel geld gaat kosten wanneer de pelsdierhouders financieel vergoed moeten worden. De bedragen die daarbij door de sector genoemd worden hebben natuurlijk de bedoeling om de publieke opinie te beïnvloeden: zo van “het gaat jullie veel geld kosten als wij ons beroep niet meer mogen uitoefenen”. De sector hoopt daarmee het besluit tot verbieden permanent te vertragen.

Of een nertsenhouder recht op schadevergoeding heeft is deels een formeel juridische kwestie en deels een politieke kwestie. Onderaan dit artikel een citaat uit het juridische advies dat de Tweede Kamer heeft gevraagd.

Politici worstelen met de kwestie omdat het niet vergoeden een precedentwerking heeft. Er zijn in ons land veel mensen die planschade lijden door economische ontwikkelingen. Hun huis met een uitzicht wordt bijvoorbeeld minder waard als er veel andere huizen of bedrijven in de buurt worden gebouwd. Bedrijven kunnen soms niet uitbreiden als er bepaalde andere bedrijven naast worden gebouwd.
In de kwestie van de pelsdierhouderij speelt vooral een ethische component: mag of kan je spreken van het recht op schadevergoeding wanneer je door het houden van dieren hen in hun grondrechten schendt?
Nu worden dieren in de wet als objecten gezien zonder grondrechten, maar de rechtmatigheid van deze visie wordt al jaren betwist. Dieren worden gezien als wezens met gevoel en belangen. Deze termen zijn nauwelijks omstreden. Het trekken van de logische consequenties echter wel, want wat zijn de consequenties van die belangen? Voor mensen zijn de consequenties van haar belangen dat in de wet wordt vastgelegd waar de vrijheid van handelen voor de een begint en voor de ander ophoudt.
Voor dieren zou datzelfde principe van denken en handelen moeten gelden. Om een lang verhaal kort te houden: voor nertsenhouders betekent dit dat zij geen recht op schadevergoeding hebben omdat zij zowel dieren schenden in hun grondrechten als dat zij een economische activiteit onderhouden zonder maatschappelijke noodzaak.

Er is mogelijk een compromis denkbaar in de termijn waarop een nertsenhouderij moet worden ontmanteld. Idealiter zou dat ogenblikkelijk zijn, de politiek denkt over een termijn van 10 jaar.

De Tweede Kamer heeft De Brauw Blackstone Westbroek in relatie tot dit wetsvoorstel een aantal vragen gesteld. Deze vragen zijn te groeperen tot vier kernvragen: is de in het wetsvoorstel opgenomen termijn van tien jaar voor afbouw van de pelsdierhouderij voldoende om niet te hoeven overgaan tot nadeelcompensatie van de pelsdierhouders? hoe moet de positie van de bedrijven worden geduid die direct afhankelijk zijn van de pelsdierhouderij (zoals een nertsverffabriek) in het licht van een verbod op de pelsdierhouderij? Bestaat tegenover die bedrijven een verplichting tot nadeelcompensatie? indien aannemelijk is dat er een juridische verplichting tot nadeelcompensatie is, waaruit zou die nadeelcompensatie dan moeten bestaan? kan nadeelcompensatie aan pelsdierhouders (en indien aan de orde: van direct van de pelsdierhouderij afhankelijke bedrijvigheid) als staatssteun worden aangemerkt? In dit extern advies worden deze vragen beantwoord en een advies en conclusies geformuleerd.

Conclusies van De Brauw Blackstone Westbroek:
  1. Wij achten de kans aanzienlijk dat de rechter geen aanleiding zal zien de pelsdierhouders schadevergoeding toe te kennen, mits komt vast te staan dat de afbouwtermijn van tien jaar de pelsdierhouders een reële mogelijkheid biedt om hun schade te beperken. Bij deze inschatting speelt een rol dat het verbod op de pelsdierhouderij bij wet in formele zin zal zijn geregeld en dat het verbod, gelet op de al jaren bestaande maatschappelijke discussie rond de sector, voorzienbaar was.
  2. Er bestaat geen algemene regel over de noodzakelijke lengte van de afbouwtermijn om vorderingen tot schadevergoeding in gevallen als deze af te weren. Wij kunnen niet beoordelen of de afbouwtermijn van tien jaar in het geval van de pelsdierhouderij een reële mogelijkheid biedt om de schade te beperken. We achten het op voorhand niet aannemelijk dat bij een afbouwtermijn van tien jaar alle pelsdierhouders aanspraak zullen kunnen maken op schadevergoeding. De Tweede Kamer zou kunnen overwegen nader te onderzoeken of binnen de sector een subgroep van pelsdierhouders door het verbod onevenredig zal worden getroffen. Mocht dat zo zijn, dan zal die subgroep in beginsel wel recht hebben op vergoeding van zijn onevenredige schade of een deel daarvan.
  3. Wij achten de kans uiterst klein dat bedrijven die niet de pelsdierhouderij uitoefenen, maar (volledig) afhankelijk zijn van de pelsdierhouderij, bij de rechter met succes aanspraak kunnen maken op vergoeding van schade als gevolg van het verbod.
  4. Als onder omstandigheden wel schade aan pelsdierhouders zou moeten worden vergoed, dient een adequate schadevergoeding te worden geboden. Dat is waarschijnlijk niet een volledige schadevergoeding.
    Het gaat erom dat met de schadevergoeding een redelijke verhouding (fair balance) wordt bewerkstelligd tussen het algemeen belang dat gediend is met het verbod en de onevenredig geschade belangen van de desbetreffende pelsdierhouders. Het is bovendien aannemelijk dat de rechter een deel van de onevenredige schade voor rekening van de pelsdierhouders zal laten, omdat dit tot hun normale maatschappelijke risico behoort.
  5. Indien niet méér wordt vergoed dan de geleden schade voor zover onevenredig, is geen sprake van staatssteun. Er wordt immers geen voordeel aan de pelsdierhouders verstrekt.

26 mei 2009

Europees verbod op de bonthandel

Persbericht PvdD: Partij voor de Dieren wil een Europees verbod op de bonthandel

Nederlands nertsenfokverbod eindelijk dichtbij

Den Haag, 26 mei 2009 - Vandaag debatteert de Partij voor de Dieren in de Tweede Kamer over het wetsvoorstel verbod nertsenfokkerij. Het lot van de nertsen lag in handen van de Christen Unie en Partij voor de Vrijheid. De PVV heeft vandaag laten weten voor het verbod te zullen stemmen. Daarmee is er een meerderheid in de Tweede Kamer. Maar de grote strijd moet nog geleverd worden in de Eerste Kamer waar onze senator Niko Koffeman ook de Haas in de Marathon zal zijn die de andere partijen warm laat lopen voor het nertsenfokverbod. De Partij voor de Dieren vindt dat het fokken van pelsdieren definitief zal moeten worden verboden, omdat bont een overbodig luxeproduct is dat geen enkele rechtvaardiging vormt voor dierenleed.
In Europees verband pleit de Partij voor de Dieren daarom voor een Europees fokverbod voor pelsdieren en een handelsverbod voor bont. Daarnaast is de Partij van mening dat een importverbod niet voldoende is, maar er ook een doorvoerverbod zou moeten komen om te voorkomen dat de sluikhandel doorgaat en de handel in bont met derde landen een profijtelijke Europese activiteit blijft.
Nu Europa inmiddels een verbod op de import van honden- katten- en zeehondenbont heeft ingevoerd, is het tijd om een totale afschaffing van bontfokkerij en bonthandel in Europees verband te bepleiten. De Partij voor de Dieren is nu nog de enige partij die pleit voor zo’n verbod, maar verwacht navolging te kunnen bewerkstelligen bij andere partijen.

20 januari 2009

Het vuile werk

Mensen eten vlees om voornamelijk twee redenen. Ten eerste omdat vlees "lekker" is en ten tweede omdat men denkt dat in vlees voedingsstoffen zitten die onmisbaar zijn voor de gezondheid. Beide argumenten zijn in feite juist. Als ex-vleeseter kan ik bevestigen dat vlees "lekker" is. En na alles wat ik erover gelezen heb weet ik ook dat vlees bestanddelen bevat die essentieel zijn voor het menselijk lichaam. Vitaminen, eiwitten, ijzer, het zijn inderdaad onmisbare elementen van onze voeding. Ik weet echter dat die noodzakelijke voedingsstoffen ook uit andere producten dan vlees kunnen worden verkregen. Producten die niet moeilijker verkrijgbaar zijn dan vlees en evenmin veel duurder hoeven te zijn. Graanproducten, groente, fruit, noten, peulvruchten, soja, eieren. Een dieet waarvan deze voedingsmiddelen voorkomen volstaat voor gezond, goed en lekker eten.
Blijft dus eigenlijk als enig argument dat vlees "lekker" is. Nu is er op zich niets op tegen dat mensen dingen eten die ze lekker vinden. Maar wanneer daarvoor, dus voor het stillen van de lekkere trek, een wereld in het leven is geroepen waarin dieren bij honderden miljoenen op een beschamende wijze worden gehuisvest, behandeld en gedood, is het dier in feite niet meer dan een simpele productiefactor geworden. Daarbij wordt geen enkele rekening gehouden met de belangen en het welzijn van het dier, zeker wanneer dat een drukkende invloed zou uitoefenen op het economisch voordeel dat het dier moet opleveren. Er zijn weliswaar een aantal wettelijke voorwaarden waaraan een ondernemer moet voldoen om "zijn" dieren nog een minimum aan comfort te geven, maar de praktijk is dat dieren, met name in de bio-industrie, een verschrikkelijk en kort leven hebben alvorens op ons bord terecht te komen. Niemand kan zich zo langzamerhand meer verschuilen achter een soort van “we wisten niet dat………..”-excuus. Iedereen weet, kan weten of moet weten wat de dieren in die sector moeten doormaken. Toch blijft de grote meerderheid van de consument nog steeds de "kiloknaller" in huis halen en laat zich nog steeds wijs maken dat "kip het meest veelzijdige stukje vlees is". Wanneer beelden op de t.v. vertoond worden van kippenslachterijen, het onverdoofd castreren van biggetjes, het dwangvoederen van ganzen en eenden voor de "foie gras" en meer van die ellende zapt de gemiddelde kijker gauw even door naar een ander kanaal. Want "dat hoef ik echt niet te zien, toch?". Veel mensen, vooral vrouwen is mijn ervaring, willen geen vlees eten waarvan "je nog kunt zien wat het geweest is"............... dat betekent dat velen eigenlijk niet geconfronteerd willen worden met datgene wat aan hun gehaktballetje, karbonaadje of kipfiletje vooraf gaat. Dat betekent dan weer dat diezelfde mensen het dus eigenlijk "zielig" vinden dat het dier in kwestie is doodgemaakt, met of zonder rot leven daaraan voorafgaand. Het is dus pure schijnheiligheid, want als je het inderdaad zo zielig vindt en je weet dat je het product niet nodig hebt zou je het gewoon niet moeten eten! Het geweten wordt twee maal buiten spel gezet: je wendt je af van de realiteit waaronder het product tot stand komt, hoewel je die realiteit eigenlijk afwijst en bij het opeten onderdruk je bewust(?) de herinnering aan het levende wezen dat de leverancier is van wat op je bord ligt.

Hoe zou het nu gaan wanneer we het "vuile werk" eens niet aan de specialist zouden (kunnen) overlaten maar zelf mes of schietmasker of wat voor gruwelwerktuig dan ook zouden moeten hanteren teneinde onze dis toch te sieren met een stuk, lap of moot vlees? Een paar jaar geleden heb ik een paar kippen aangeschaft. Voor de aardigheid en tevens was het mooi meegenomen dat er elke dag drie à vier eieren voor ons klaar liggen. Ik ontdekte wat een aanhankelijke, lieve en intelligente diertjes kippen eigenlijk zijn en ik besloot toen al, hoewel nog niet overgegaan tot het vegetarisme, in ieder geval nooit meer kip te eten. Ook hypocriet natuurlijk, want waarom dan nog wel varkens, koeien, kalveren, lammetjes? Ook dieren waarmee je een band kunt hebben! Ik werd me langzamerhand van die ongerijmdheid bewust en uiteindelijk heb ik de enig juiste beslissing genomen: geen vlees en vis meer! Klaar!

Ik heb eens aan een verstokte "sport"visser gevraagd of hij zich kon voorstellen dat hij zou blijven vissen als hij, bij het ophalen en onthaken van de vis, het dier kon horen gillen van de pijn en doodsangst. Het bleef even stil, hij keek me aan en verklaarde toen, enigszins verlegen met de situatie, dat hij dacht dat hij "het best moeilijk zou vinden", een tamelijk eerlijk antwoord.

En zouden de madammekes die zich nog steeds behaagziek in allerlei bont hullen dat blijven doen wanneer zij aanwezig zouden zijn bij het massaal vergassen van de nertsen, vossen of andere bontleveranciers?

Kortom, we gebruiken producten en doen dingen met dieren die niet van essentieel belang zijn voor ons leven en gezondheid. Dat we die producten blijven gebruiken betekent een lijdensweg en een veel te vroege dood voor andere levende wezens. Dat doen we zonder ons af te vragen welk recht we daartoe hebben. Welk legitimatie hebben we (onszelf toebedeeld) wezens die op dezelfde wijze als wij pijn ervaren op een onethische wijze voor de slacht te fokken en vervolgens van het leven te beroven? We kijken massaal de andere kant op wanneer de wijze waarop de dieren voor ons genot worden gemaltraiteerd en gedood ietwat té zichtbaar dan wel hoorbaar wordt.

We hebben na lang gedelibereer “Misdrijven tegen de menselijkheid” geformuleerd. Wordt het niet eens tijd te denken aan zoiets als “Rechten van Lijdende Wezens”?
Er is geen redelijk argument aan te voeren om te discrimineren tussen mens en dier als het aankomt op het recht om te leven. De Australische hoogleraar Peter Singer heeft deze opvattingen al weergegeven in zijn in 1975 uitgegeven boek “Animal Liberation”.

Vegetarisme is geen aanstellerij van verdwaasde, wereldvreemde hemelbestormers of dierknuffelaars. Vele groten der aarde hadden een vleesloze voedings- en leefwijze. Ik noem een paar van hen: Pythagoras, Plato, Da Vinci, Voltaire, Rousseau, Rubens, Lincoln, Vincent van Gogh, Albert Einstein en Albert Schweitzer. Thans zijn er in de hele wereld ook veel bekende figuren die weigeren nog langer dode dieren te eten, zoals daar zijn: Barbara Streisand, Dustin Hoffman, Kate Bush, Carlos Santana, Paul Mc Cartney, Annie Lennox, Brad Pitt, Shirley Bassey en vele anderen. Vele wereldreligies dragen een boodschap uit van geweldloosheid en mededogen en die begrippen behoren zich niet alleen uit te strekken tot de eigen soort!

Ook uit biologisch en medisch oogpunt is het eten van vlees door mensen niet als voor de hand liggend en natuurlijk gedrag aan te merken. De mens bezit veel fysiologische kenmerken die elders in de natuur bij herbivoren voorkomen en mist juist veel eigenschappen die de carnivoor wel heeft. Het eten van vlees is in het algemeen niet bevorderlijk voor een gezonde leefwijze. Vanuit biologisch en medisch oogpunt verdient een vegetarische voedingswijze de voorkeur!

Het zou de overheid sieren nu eindelijk eens de nadelen van de vleesproductie en
–consumptie te erkennen en een beleid te gaan voeren waarbij in plaats vlees eten te stimuleren dit wordt ontmoedigd. En dat niet alleen ter bestrijding van het gruwelijke dierenleed maar ook ten behoeve de vermindering van de uitstoot van broeikasgassen, de bestrijding van de honger in de wereld en, niet in de laatste plaats, ter bevordering van een gezonde(re) leef- en voedingswijze van kinderen en volwassenen.

21 december 2008

Zijn dierenrechtenactivisten grenzeloos naïef?

In de Telegraaf een interview met minister Ter Horst die aankondigt dat de strijd tegen de steeds extremere acties van dierenactivisten wordt fors opgevoerd. Een speciaal team van politie, openbaar ministerie en de inlichtingendienst AIVD moet de radicale intimidatiepraktijken een halt toeroepen.

In Milieudefensie Magazine van december 2008 wordt Mark Becker, woordvoerder van SHAC Nederland, geïnterviewd over de grenzen van dierenrechtenactivisten.

Uit dit interview:
Becker zelf heeft meer dan honderd keer voor een bedrijf gestaan. "Op een gegeven moment wordt het verloop wel voorspelbaar, maar de kracht van onze campagne is dat we volharden in de opzet". Dat mensen ook voor de deur van privéwoningen protesteren, zoals in Amerika gebeurt, vindt Becker geen probleem. "SHAC Nederland doet dat overigens niet, het zal ook snel juridisch onmogelijk worden gemaakt". Over de nachtelijke actie in Hilversum, waarbij twee auto's in vlammen opgingen, houdt Becker zich op de vlakte. "Onderling voeren we wel degelijk discussies over dit soort actiemethodes, maar we voelen ons niet geroepen ons hiervan in het openbaar te distantiëren, of de actie goed te praten". Hij wil er nog wel over kwijt het "onbegrijpelijk" te vinden dat er zoveel aandacht aan werd besteed in de media, "terwijl het afschuwelijke dierenleed in HLS (Huntingdon Life Science) onbelicht blijft".

Tot zover Milieudefensie Magazine.


Waarschijnlijk begrijpt Becker het wel, maar wil hij het niet erkennen: elke (minimale) agressie van dieren(rechten)activisten wordt aangegrepen om de aandacht af te leiden van de misstanden in het gebruik van proefdieren en in de bio-industrie. Criminalisering van tegenstanders is een eeuwenoude truck om ongehinderd je eigen gang te kunnen gaan. Noem een tegenstander een terrorist en je kunt alles met hem doen.

Klik hier voor meer (in)effectiviteit in en rond het opkomen voor dieren(rechten) of voor het afglijden bij conflicten: de escalatieladder van Glasl.

Krista van Velzen in haar weblog op Trouw:
Is de bio-industrie een rechtvaardiging om mensen te bedreigen? Om brand te stichten? Om lijken op te graven om daarmee mensen die dieren slecht behandelen onder druk te zetten?

Nee! Dergelijke methodes zijn niet goed te praten. Daarnaast ben ik er van overtuigd dat dit soort acties het draagvlak onder de bevolking om dierwelzijn te verbeteren verkleint. En dat is wel het laatste wat deze dieren nodig hebben.

09 oktober 2008

Niemand is de nertsenhouderij wat verschuldigd

Tweede Kamerlid Ernst Cramer van de ChristenUnie nodigde vandaag de initiatiefnemers voor een verbod van de nertsenhouderij, SP-Kamerlid Krista van Velzen en haar PvdA-college Harm Evert Waalkens, uit om met een berekening van de kosten te komen.
Welnu, dat is simpel: een verbod van de nertsenhouderij hoeft de samenleving niets te kosten.
Wanneer de politici in de Tweede Kamer hun ruggengraat recht houden en de verantwoordelijkheid durven te nemen dat bepaald gebruik van dieren over een ethische grens gaat en dat iedereen die dit doet een verbod kan worden opgelegd met onmiddellijke ingang en zonder recht op schadevergoeding is dat onrecht meteen gratis teniet gedaan.
Een dief of fraudeur krijgt ook geen vergoeding voor inkomstenderving.
Een dergelijk verbod zal ogenblikkelijk leiden tot de vraag of dit consequent is en of andere zaken vergelijkbaar zijn en ook zouden moeten worden verboden. Deze vraag is terecht en zal ook door de Tweede Kamer moeten worden besproken, net zo lang wanneer alle situaties waarin dieren ten onrechte gebruikt worden zijn behandeld. Op de lange duur zal ook het eten van vlees ter sprake moeten komen. Uiteraard kan de vleeseter in dat proces worden voorgehouden dat er diervriendelijke en smakelijke alternatieven voor vlees zijn en de gelegenheid mogen krijgen om daar kennis van te nemen.

Zo simpel is het en zou simpel zou het moeten worden aangepakt. Niemand zou onbeperkt het recht op eigendom van een dier mogen claimen. Dat is de zorgplicht van de overheid, wat inhoudt dat zij verbeurend optreedt wanneer een eigenaar van een dier handelingen verricht die een dier onnodig dierenleed bezorgt. Bontjassen van echt bont die niet te onderscheiden zijn van nepbont zijn onnodig en ethisch onverantwoord.

07 oktober 2008

Desinformatie bij verdediging nertsenhouderij

Gert-Jan Oplaat is oud-Tweede Kamerlid voor de VVD en intensieve pluimveehouder. Hij hekelt het initiatiefwetsvoorstel van Krista van Velzen (SP) en Harm Evert Waalkens (PvdA) dat een einde moet maken aan de nertsenhouderij in Nederland.
Hij verwijt beiden dat zij een ethisch i.p.v. dierenwelzijn argument aanvoeren omdat voor een verbod op ethische gronden geen EU-consensus vereist is. Oplaat gebruikt in zijn betoog een stroom halve waarheden en desinformatie die zijn weerga in brutaliteit nauwelijks kent.
De volgende desinformatie wordt aangevoerd:
  • De discussie over het welzijn van de in Nederland gehouden nertsen is een gepasseerd station.
  • Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat het welzijn van de nerts in ons land gewaarborgd is.
  • Door een verbod in Nederland zal wereldwijd geen nerts minder zal gehouden, maar wel dat dit onder slechtere omstandigheden zal gebeuren.
  • Nertsenhouders verdienen op fatsoenlijke wijze de kost.
Voor meer informatie over het gebruik van desinformatie in de politiek, klik hier.

25 september 2007

Geen schadevergoeding voor de nertsenhouderij

Op Agriholland en het LEI valt het volgende te lezen:
In 2006 heeft de Socialistische Partij een initiatiefwetsvoorstel ingediend om de nertsenhouderij in Nederland te verbieden. De SP zal waarschijnlijk ook inzetten op een schadeloosstelling voor de sector. Dit rapport is op basis van een quick scan onderzoek opgesteld om achtergrondinformatie te leveren over de economische gevolgen van een eventueel verbod op de nertsenhouderij. De quick scan is uitgevoerd in opdracht van het Ministerie van LNV (Directie Landbouw). Het eindconcept is ook besproken met vertegenwoordigers van het PVE (Productschappen Vee, Vlees en Eieren) en NFE (Nederlandse Federatie van Edelpelsdierenhouders). Zowel de PVE als de NFE hebben daarbij te kennen gegeven op geen enkele wijze mee te willen werken aan een eventuele afbouw van de nertsenhouderij in Nederland.

Het LEI heeft tevens een verkenning uitgevoerd naar de mogelijke economische gevolgen van een verbod op de nertsenhouderij in Nederland. Wanneer de nertsenhouderij per direct verboden zou worden zou dat leiden tot een schade van 479 miljoen en van 0 tot 12 miljoen euro per jaar voor de voersector. Zou de sector geleidelijk over een periode van 10 jaar worden afgebouwd dan voorziet het LEI een schade door verlies van inkomen en sloopkosten van 179 miljoen. Daarbij wordt verondersteld dat er geen vermogensschade optreedt.
Tot zover.

Het schadeloos stellen van de sector is niet zo logisch als men het doet voorkomen. Normaal gesproken worden mensen schadeloos wanneer zij als gevolg van een politieke beslissing het veld moeten ruimen.
De nertsenhouderij is geen normale sector. Het is een sector waarvan men vindt dat ethische grenzen worden overschreden. Mensen die je grenzen oplegt op basis van hun ongewenste gedrag en handel, betaal je ook geen schadevergoeding. Dat zou bij deze sector ook nagelaten mogen worden.

09 mei 2007

Geef de nertsenhouderij geen vergoeding

De Raad van State is kritisch over een essentieel punt in het initiatief-wetsvoorstel van de SP voor een verbod op de nertsenhouderij.
Volgens haar kan niet én een beëindigingsvergoeding worden gegeven én een afbouwtermijn worden gesteld, anders geldt het als staatssteun.

Krista van Velzen, de indiener van het wetsvoorstel, legt zich niet bij deze kritiek neer. ”Ik ga op zoek naar een betere motivering van mijn voorstel,” zegt ze. ”Ik wil een goede beëindigingsregeling voor de nertsenhouderij, dus met een vergoeding en een afbouwtermijn. Dat is ook wat de sector wil, als mijn voorstel door het Parlement wordt aanvaard.”

De vraag is waarom er gezocht wordt naar een financiering van een vergoeding van de sector. Wanneer een politieke meerderheid het over eens is dat een bepaalde sector moet worden verboden, dan kan de streep worden getrokken na de laatste productie van nertsenvellen. Door simpelweg te verbieden om nieuwe nertsen te fokken vanaf een bepaalde datum zou de wet afdoende en rechtvaardig binnen een jaar kunnen worden uitgevoerd zonder de noodzaak om ook de nertsenhouder financieel te hoeven te compenseren.
Vergelijk dit met het verbieden van de wietproductie. Wanneer een wietplantage wordt opgerold, wordt de wietproducent ook niet financieel gecompenseerd voor het verlies aan inkomen. Een akkerbouwer moet elk jaar opnieuw besluiten wat hij gaat inzaaien. Als een gewas niet meer rendabel is of wordt verboden, kiest hij een andere bestemming voor zijn land.
Een nertsenhouder heeft zijn stallen. Stallen zijn gebouwen, je kunt simpelweg een andere bestemming kiezen, bij voorkeur een zonder dieren.

Leeswijzer


Kijk op Facebook voor onze reactie op de actualiteit.
Aanbeveling: Thema's of steekwoorden vindt u via de labels onderaan de pagina of op Animal Freedom. Klik hier voor de laatste bijdragen.
Klik hier voor het beleid om uw privacy te beschermen.

Waarom dit blog?

De Nederlandse veehouderij is vooral gericht op zoveel mogelijk voor de export te produceren onder het motto “meer, meer, meer en groot, groter, grootst”. Dit heeft negatieve gevolgen voor zowel de dierenwelzijn, biodiversiteit, het milieu, het klimaat, de portemonnee en de gezondheid van burgers en ook voor welwillende boeren.
Dit blog verzamelt kritische artikelen die de wurggreep beschrijven waarin de veehouderij zichzelf heeft vastgezet. Zo willen we niet alleen een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de kwaliteit van het leven voor alle belanghebbenden, maar ook aan een schone, gezonde omgeving en een beter dierenwelzijn.

Ook de argumentatie dat dieren grondrechten hebben kan beter en meer aansluiten op hoe mensen voor zichzelf vinden dat recht moet gelden. Alle dier(soort)en kunnen in hun recht op vrijheid als (intrinsiek) evenwaardig aan mensen beschouwd worden. Dierenrechten zijn mensenrechten, die mensen de kans geeft om voor dieren op te komen.
Dieren, bijv. in de intensieve veehouderij, worden behandeld als een object in plaats van een subject met gevoelens en rechten.

De snelheid en het aantal dier(soort)en dat we voortdurend gebruiken is immens. De bijdrage aan onze welvaart en economie van de agrosector is gering. De oplossing is simpel en van niemand anders dan van ons zelf afhankelijk.

Dierenrechten in woord en beeld

Vrijheid is ook een intrinsiek grondrecht voor dieren. Dieren zijn geen dingen Dierenrechten zijn mensenrechten. Mensen moeten voor dieren kunnen opkomen wanneer hun grondrecht wordt geschonden.
logo van Animal Freedom yin en yang
Lees hier over de redenen waarom dieren recht op vrijheid hebben. Lees hier waarin mens en dier evenwaardig zijn.