Mens en dier zijn (intrinsiek) evenwaardig in hun recht op vrijheid

Alle levende wezens zijn verschillend maar evenwaardig in het recht op vrijheid op een natuurlijk leven.
Een dier is (net als een mens) geen ding of een object.
Mensen moeten kunnen ingrijpen wanneer mensen dieren misbruiken of onrecht aandoen.
Posts tonen met het label natuurlijk evenwicht. Alle posts tonen
Posts tonen met het label natuurlijk evenwicht. Alle posts tonen

05 januari 2024

Compassie hebben voor dieren en hun rechten respecteren

Een subtiel onderscheid dat verbindt

In de complexe relatie tussen mens en dier komen twee belangrijke aspecten naar voren: compassie voor dieren en het respecteren van hun rechten. Hoewel beide begrippen vaak in dezelfde adem genoemd worden, is er een subtiel maar essentieel verschil dat onze benadering van dieren en hun welzijn beïnvloedt.

Compassie voor dieren

Compassie voor dieren gaat hand in hand met het erkennen van de overeenkomsten tussen mens en dier. Het idee dat dieren emoties ervaren, een verlangen hebben om in leven te blijven, en dat ze, net als mensen, de behoefte hebben aan zorg en bescherming, vormt de kern van compassie. Deze benadering stelt dat het begrijpen en erkennen van de gevoelens van dieren ons verplicht om hen met vriendelijkheid en mededogen te behandelen.
Het is gebaseerd op het inzicht dat dieren, ondanks hun verschillen, op vergelijkbaar fundamentele manieren als mensen kunnen lijden. Dit besef roept op tot respectvolle behandeling, het vermijden van wreedheid en het streven naar het welzijn van dieren in alle omstandigheden.

Dierenrechten en het natuurlijk evenwicht

Aan de andere kant rusten dierenrechten op het idee dat elk levend wezen, inclusief dieren, het inherente recht heeft om vrij te leven. Deze rechten worden vaak afgeleid van het idee dat de natuur een zelfregulerend systeem is, waarin elk wezen een rol speelt in het behoud van een natuurlijk evenwicht. Hier komt echter een interessant dilemma naar voren.
Terwijl compassie voor zwakke en zieke dieren ons aanspoort om hen te beschermen, suggereert de natuurlijke orde dat deze kwetsbare individuen soms dienen als prooi voor anderen, waarmee de balans wordt gehandhaafd. Dit roept de vraag op of het respecteren van dierenrechten volledig strookt met de onvermijdelijke cyclus van prooi en predatie die inherent is aan de natuur.

Het subtiele evenwicht

Het begrijpen van het subtiele evenwicht tussen compassie voor individuele dieren en het respecteren van de natuurlijke orde is cruciaal. Het betekent niet dat we passief moeten toekijken terwijl zwakke dieren lijden, maar eerder dat we moeten streven naar een evenwicht waarin we zowel compassie tonen als rekening houden met de complexe dynamiek van de natuur.
De uitdaging ligt in het vinden van manieren om het welzijn van dieren te beschermen zonder de ecologische harmonie te verstoren. Dit kan variëren van het ondersteunen van habitatbehoud en het verminderen van menselijke invloeden op ecosystemen (minder gif spuiten en mest produceren) tot het implementeren van ethische praktijken in de veeteelt en het ondersteunen van dierenwelzijnsinitiatieven.
In essentie gaat het erom een evenwicht te vinden waarin compassie voor individuele dieren samengaat met het respecteren van het grotere plaatje van de natuurlijke wereld. Het is een uitdaging waarbij ethische overwegingen, wetenschappelijke inzichten en onze menselijke verantwoordelijkheid samenkomen om een duurzame en zorgzame relatie met alle levende wezens te bevorderen.

In wezen zijn mens en dier intrinsiek evenwaardig in hun recht op vrijheid.


09 december 2023

Heeft de natuur rechten?

Belangenafweging

Er zijn veel initiatieven overal in de wereld om delen van de natuur of soms de natuur van een heel land (Ecuador) rechten te geven. Er wordt daarbij gezocht naar argumenten om dat geaccepteerd te krijgen. In mijn ogen wordt daarbij op een eigenlijke manier via taalspelletjes een machtsspelletje gespeeld. Zo wordt beargumenteerd dat de natuur rechten heeft omdat natuur een intrinsieke waarde heeft. Niemand definieert wat intrinsieke waarde heeft en niemand spreekt het tegen, want niemand weet hoe daarover een dialoog te voeren. In mijn ogen is de natuur een plek waar (over) niet gedebatteerd wordt over rechten en eigenlijk vind ik dat dat ook zo zou moeten blijven. In de vrije natuur vinden we rust, vooral wanneer we ook de natuur met rust (kunnen) laten. Dus natuurgebieden zouden beschermd moeten worden met zo weinig mogelijk inmengingen (beheer) en belangenverstrengeling.

Het grote kader

Het debat maakt deel uit van een bredere discussie over milieurechten, ecologisch behoud en duurzaamheid.
Aan de ene kant zijn er voorstanders van het toekennen van rechten aan de natuur. Ze betogen dat dit nodig is om ecosystemen te beschermen en te behouden, aangezien de huidige benadering van het beschermen van natuurlijke hulpbronnen vaak ontoereikend is. Het idee van intrinsieke waarde van de natuur komt voort uit het idee dat de natuur waarde heeft los van het feit dat het nuttig is voor de mens. Hierbij wordt gesteld dat de natuur inherent waardevol is en het recht heeft om te bestaan en zich te ontwikkelen, onafhankelijk van menselijke belangen.
Aan de andere kant zijn er mensen, die geloven dat de natuur beter beschermd kan worden door zo min mogelijk menselijke inmenging en belangenverstrengeling. Dit is vaak gebaseerd op het idee dat de natuur zelf al een evenwicht heeft en dat menselijke interventie schadelijk kan zijn.

Over het algemeen wordt natuur beschouwd als een ongerepte omgeving die niet of nauwelijks door menselijke activiteit is beïnvloed. Natuurlijke ecosystemen hebben over het algemeen een rijke verscheidenheid aan planten, dieren en micro-organismen. Een hoge biodiversiteit kan wijzen op een gezond en natuurlijk ecosysteem. Zo’n gebied wordt op een natuurlijke manier in balans gehouden en hoeft niet te worden beheerd. De natuurlijke aanwezigheid van ecologische processen, zoals predatie, concurrentie en symbiose dragen bij aan het evenwicht en de dynamiek van het ecosysteem. In het zuiverste geval hebben ze hun oorspronkelijke staat behouden en zijn ze niet verstoord door menselijke introductie van niet-inheemse soorten. Dergelijke natuur roept de neiging en de wens op om te beschermen en dat te doen met het beroep op rechten.

Het debat over rechten van de natuur wordt vaak gevoerd binnen een juridisch kader, waarbij definities en termen belangrijk zijn. Sommigen kunnen dit zien als een manier om een agenda door te drukken, terwijl anderen het als een noodzakelijke stap beschouwen om juridische bescherming te bieden aan natuurlijke ecosystemen.

Vaak wordt de natuur die reeds verloren is gegaan niet meer betrokken in de vraag of het beschermd moet worden. Jongeren die natuurgebieden niet hebben gekend in hun oorspronkelijke staat zullen niet snel geneigd zijn om mee te helpen die gebieden terug te krijgen. Het zogeheten shifting baseline syndroom maakt dat mensen geen oog meer hebben voor (de rechten van) dat wat er niet meer is.

Wie wordt betrokken in de beslissingen?

Uiteindelijk is dit een kwestie van ethiek, filosofie en maatschappelijke waarden. Er zijn geen eenduidige antwoorden, en verschillende culturen en samenlevingen kunnen verschillende benaderingen hebben. Het belangrijkste is dat er open en inclusieve dialogen worden gevoerd, waarbij diverse perspectieven worden overwogen om tot duurzame oplossingen te komen die zowel de natuur als de mensheid ten goede komen. Onderdeel daarvan is hoe mensen worden betrokken in de besluitvorming wat er binnen en vlak buiten de natuurgebieden kan en mag gebeuren. Wie heeft daarover beslissingsrecht? Zijn dat deskundigen, omwonenden, belanghebbenden of mag iedereen zijn zegje daarover doen en wordt daar dan ook naar geluisterd en gehandeld?

Hoe ver ga je met rechtsbescherming?

Misschien is er nog redelijk gemakkelijk overeenstemming te bereiken over rechtsbescherming van natuurgebieden, lastiger wordt het wanneer je ook de bewoners (planten en dieren) van zo'n gebied rechten wilt geven. Is ook een doortrekkend of dier welkom? Dat kunnen grote dieren als wolven zijn, maar ook kleine wezentjes als micro-organismen. Hoe ga je om met rechten van planten? Heeft een boom rechten en geldt dat dan anders voor aangeplante bomen? Ook bomen en struiken (vogelkers) koloniseren natuurgebieden. Volstaat dan een goede afspraak over (minimaal) beheer of is een appèl op respect voldoende?

Zie ook het pleidooi van Bruno Latour voor een ethische benadering waarbij zowel mensen als niet-menselijke actoren, zoals dieren en ecologische systemen, als evenwaardige deelnemers worden beschouwd in ecologische processen.

09 oktober 2023

Trek het recht op vrijheid door naar de natuur

Dieren en elementen uit de natuur als gelijkwaardige

Filosoof Bruno Latour benadrukt het idee dat mens en natuur met elkaar verweven zijn in complexe netwerken van relaties. Hij moedigt aan tot een verschuiving in ons begrip van de natuur, weg van het traditionele dualisme waarin de mens wordt gezien als apart en superieur aan de natuur. In plaats daarvan ziet Latour de natuur als een actieve en waardevolle deelnemer in deze netwerken.
Hij pleit voor een ethische benadering waarbij zowel mensen als niet-menselijke actoren, zoals dieren en ecologische systemen, als evenwaardige deelnemers worden beschouwd in ecologische processen. Deze benadering benadrukt het belang van het erkennen van de rol en agency (het vermogen tot handelen) van niet-menselijke entiteiten in het behoud van de ecologie op onze planeet en het welzijn van alle betrokkenen, inclusief dieren. Het kernpunt is dat we moeten streven naar een herziening van onze ethische verplichtingen en verantwoordelijkheden ten opzichte van de natuur en dieren, waarbij we rekening houden met hun evenwaardige rol als actieve deelnemers in ons gedeelde ecosysteem. Dit impliceert het vermijden van schade aan de natuur en het bevorderen van duurzaamheid, biodiversiteit, het welzijn van alle betrokken partijen en het respecteren van hun recht op vrijheid.
 

Frank Westerman schrijft in de Groene Amsterdammer over de opvattingen van Latour.
“Latour rekent af met het idee dat de mens boven de natuur zou staan. Hij wil dat ik minder kortzichtig ga kijken, niet vanuit de onverzadigbare behoeften van de mens, maar vanuit het grotere geheel waar we deel van uitmaken, Gaia. De “dingen” hebben ook belangen en bestaansrecht, én wensen én grieven. Ze doen steeds luider van zich spreken: met overstromingen, bosbranden, lawines. Hun roep om aandacht zwelt aan naarmate het mensdom de temperatuur op aarde opvoert.
‘De geluiden van niet-mensen, lang genegeerd, worden nu oorverdovend’, zegt Latour. Een van zijn essays begint zo: ‘De ecologie noodzaakt ons tot een herbezinning op de wetenschap en de politiek. We drukken deze dubbele herziening uit met de term Parlement der dingen’.
Wie zich een weg kapt door zijn geschriften, komt uit bij een vergezicht. De mens dient zijn geprivilegieerde positie niet alleen onder ogen te komen, maar ook af te staan. Aan de ronde tafel van de besluitvorming moet homo sapiens plaats inruimen voor de Noordzee, de zeehond, de schol, het plankton.
Waarom niet? Waarom eigenlijk hebben wij tweevoeters, luidruchtige rupsjes-nooit-genoeg, meer rechten dan de zwijgzame vissen?”.

Toch waarschuwt Westerman tegen te naïef mensen als wettelijke vertegenwoordigers van dieren en natuurelementen aan te stellen.
“Met rechten komen plichten. Hoe zou je de – beschermde – aalscholver ter verantwoording moeten roepen voor het opslokken van een – ondermaatse – paling?
En wie klaagt Gaia straks aan voor de eerstvolgende overstroming? Of gaan we onszelf dan het verhaal vertellen dat deze godheid de zondaars op aarde straft omdat zij stukken van de zee hebben afgepakt en drooggelegd? Nog even en de Bijbelse Zondvloed krijgt een eigentijdse remake.
Een voogd aanstellen als buikspreker van de natuur is het bewandelen van een geitenpaadje door het politieke dier homo sapiens. Volstrekt legitiem, maar ook: bevoogdend, elitair en de directe democratie omzeilend. De vergelijking tussen Frankrijk en een bos gaat niet op: een bos kan geen boom aanwijzen als spreekbuis of vertegenwoordiger. Het parlement van de dingen zal altijd een parlement van mensen blijven, ook al vermom je de leden als kraaien of schelpen.
Laat mij liever old skool zijn. Als je het mij vraagt zijn mensen niet slechts een deel van het probleem, we zíjn het probleem, en dus onmisbaar bij welke oplossing dan ook. De plasticsoep in de oceaan is ons brouwsel; geen andere diersoort dan de onze kan die troep er weer uit vissen. De can do-houding van Boyan Slat van het megaproject The Ocean Cleanup hoeft geen rekening te houden met wat de zee er zelf van vindt – dát maakt slagvaardig.
Ik stel voor de oproep ‘Rechten voor de Natuur’ te vervangen door ‘Plichten voor de mens’. Doe niet omslachtig. Benader de zorg om de planeet vanuit diegene die de zorg zal moeten leveren – met realiteitszin, urgentie en doortastendheid.”

Westerman voorziet in een positieve rol van techneuten.
“Als boegbeelden van het oude denken dreigen ingenieurs in het verdomhoekje te belanden. De oplossingen die ze aandragen zouden slechts stoplappen zijn die mensen in de waan laten dat ze de dompteur van de natuur zijn. Maar wat nu als de techniek uitkomst biedt?
De Afsluitdijk heeft voor zijn negentigste verjaardag een ‘vismigratierivier’ gekregen: sinds 2022 wordt er gebouwd aan een onderwaterpassage dwars door het keileem heen. De in- en uitlaat van deze vistunnel wordt een brede, meanderende goot met een lengte van vier kilometer. Better safe than sorry, zeggen de afmetingen van deze 24/7 geopende toegangspoort voor de trekvissen.
In navolging van het ecoduct over de snelweg – voor herten, wolven en wilde zwijnen – krijgt de Afsluitdijk een ichtoduct onder de A7 – voor de paling, de zalm, de spiering, de snoekbaars en de baars”.


01 oktober 2023

Gebruik geen angstaanjagende metaforen

Verantwoorde modellen

Met modellen proberen wetenschappers zich een beeld te maken van toekomstige ontwikkelingen. In de media worden dan weer metaforen genoemd om dit beeld te omschrijven. Wie de economie vergelijkt met een motor gebruikt bijvoorbeeld bij een oververhitte economie het gevaar van vastlopen. Het gevolg kan zijn waardeverlies van producten en diensten, kortom verlies van welvaart.
Een metafoor die weleens gebruikt wordt om te waarschuwen bij de teruggang in biodiversiteit is het spel Jenga, waarbij de spelers om de beurt een blok uit de toren halen en deze bovenop de toren leggen. Hierdoor ontstaat in de loop van het spel een steeds hogere en instabielere toren. Het uitsterven van een diersoort wordt dan vergeleken met het uitnemen van een blokje uit de toren.
Maar of de huidige ontwikkelingen van verlies aan biodiversiteit en klimaatopwarming leiden tot een ondergang van de mensheid omdat de aarde steeds minder leefbaar wordt, dat is een nog lang niet uitgemaakte zaak.
De Gaia-theorie, genoemd naar de Griekse godin van de aarde Gaia, is een wetenschappelijke hypothese die is ontwikkeld door de Britse onafhankelijke wetenschapper James Lovelock en de biologische microbiologe Lynn Margulis in de jaren 1970. Deze hypothese stelt dat de aarde, met al zijn levende organismen en fysische componenten, als één enkel geïntegreerd en zelfregulerend systeem functioneert. Sommige wetenschappers accepteren de hypothese en zien het als een waardevol concept voor het begrijpen van de complexe interacties op aarde. Anderen beschouwen het als pseudowetenschap of als metafoor, omdat het soms antropomorfe taal gebruikt en de aarde beschrijft als een levend organisme. Een levend organisme kan ook sterven en die gedachte roept angst op, want dan sterven we allemaal voortijdig.
Het gebruik van metaforen in de context van klimaatverandering en biodiversiteit kan invloed hebben op hoe mensen de situatie begrijpen en welke acties ze bereid zijn te ondernemen. Sommige metaforen kunnen de ernst van de situatie overdrijven of angst aanjagen, terwijl andere meer realistisch en behulpzaam zijn.
Metaforen die klimaatverandering of biodiversiteitsverlies vergelijken met een onmiddellijke wereldwijde catastrofe, zoals een "apocalyps" of "ecologische ineenstorting", kunnen angst aanwakkeren en mensen verlammen. Hoewel deze scenario's aandacht verdienen, kunnen ze het gevoel van hulpeloosheid vergroten.

Streven naar balans en evenwicht

Homeostase verwijst naar het vermogen van een systeem om interne stabiliteit te handhaven, ondanks externe verstoringen. Denk bijvoorbeeld aan het menselijk lichaam dat de lichaamstemperatuur reguleert, of aan ecologische systemen die proberen om een bepaalde biodiversiteit te handhaven.
Wanneer je probeert te begrijpen hoe een dynamisch systeem zal reageren op veranderingen, is het nuttig om te overwegen hoe het systeem ernaar streeft om evenwicht te bereiken. Dit kan je helpen voorspellingen te doen over hoe het systeem zal reageren op bepaalde invloeden. Het betekent echter niet dat alle systemen altijd in perfect evenwicht zijn, en er kunnen tijdelijke schommelingen optreden voordat een nieuw evenwicht wordt bereikt.

De vlindervleugelslagtheorie wordt soms wordt gebruikt om de complexiteit van dynamische systemen te illustreren. Het idee is dat kleine veranderingen in een deel van het systeem (zoals de vleugelslag van een vlinder) uiteindelijk kunnen leiden tot grotere en onverwachte veranderingen elders in het systeem (zoals een storm). Dat lijkt angstaanjagend omdat je nooit lijkt te kunnen weten welke kleine ingrepen desastreuze gevolgen kunnen hebben.

Het is belangrijk om onderscheid te maken tussen correlatie en causaliteit. Het feit dat twee gebeurtenissen in de tijd correleren, betekent niet noodzakelijk dat de ene gebeurtenis de oorzaak is van de andere. In het geval van het vlindereffect is het meer een illustratie van de complexe, niet-lineaire aard van dynamische systemen dan een letterlijke verklaring van causale verbanden.

Uitdaging

In plaats van te focussen op catastrofale beelden, kunnen we de huidige situatie benaderen als een "uitdaging". Dit benadrukt de noodzaak van actie en samenwerking om oplossingen te vinden.
Het beschouwen van de aarde als een samenhangend ecosysteem benadrukt de complexe onderlinge afhankelijkheden tussen soorten en ecosystemen. Dit kan mensen aanmoedigen om de waarde van biodiversiteit te begrijpen en te waarderen.
De metafoor van klimaatnoodzaak benadrukt de dringende noodzaak om actie te ondernemen en doet een beroep op collectieve verantwoordelijkheid.
De keuze van metaforen is belangrijk, omdat ze onze perceptie van de problemen beïnvloeden en onze bereidheid om actie te ondernemen. Het is essentieel om realistische, hoopvolle metaforen te gebruiken die mensen aanmoedigen om betrokken te raken, positieve veranderingen te bevorderen en oplossingen te zoeken.
Er zijn verschillende moderne theorieën en concepten over ecosystemen die minder controversieel zijn dan de Gaia-theorie. Enkele van deze benaderingen omvatten het volgende.

  1. Ecosystemenbenadering. Deze benadering erkent ecosystemen als complexe en dynamische systemen bestaande uit biotische (levende) en abiotische (niet-levende) componenten. Het richt zich op het begrijpen van de interacties tussen verschillende soorten en hoe deze het functioneren van ecosystemen beïnvloeden. De nadruk ligt op het behoud en duurzaam beheer van ecosystemen.
  2. Biodiversiteit en behoud. Dit concept richt zich op het behoud van biodiversiteit, wat verwijst naar de verscheidenheid aan levende organismen in een ecosysteem. Inspanningen zijn gericht op het behouden van soorten, genetische diversiteit en ecosystemen om ecologische stabiliteit en veerkracht te behouden.
  3. Ecologische duurzaamheid. Duurzaamheid benadrukt het behoud van ecologische processen en hulpbronnen voor toekomstige generaties. Dit omvat het minimaliseren van menselijke invloeden op ecosystemen en het nemen van maatregelen om te voorkomen dat ecosystemen instorten.
  4. Ecosystemen voor diensten. Deze benadering bekijkt ecosystemen als leveranciers van diensten die van vitaal belang zijn voor menselijk welzijn. Dit omvat diensten zoals schoon water, bestuiving van gewassen en koolstofopslag. Het benadrukt het belang van het behoud en beheer van ecosystemen om deze diensten te behouden.
  5. Kringloopeconomie. Dit concept richt zich op het minimaliseren van afval en het maximaliseren van het hergebruik en de recycling van materialen en hulpbronnen. Het houdt rekening met de impact van economische activiteiten op ecosystemen en probeert deze te verminderen.

Minder vee, minder overbemesting, minder problemen

Vertalen we deze benaderingen naar de Nederlandse veehouderij dan is het duidelijk dat de huidige doorgeschoten omvang van productie en gerichtheid op export van vlees en zuivel het vrijwel onmogelijk maken om tot een gezond ecologisch evenwicht te komen. Er wordt zoveel land en gewasbeschermingsmiddelen gebruikt en mest geproduceerd dat de natuur en het milieu te weinig kans krijgen om te komen tot een optimaal en gezond ecologisch systeem.
Hier past de metafoor van uitputten, uitknijpen, uitpersen en uitmelken. Het roept het beeld op van hebzucht, overmatig gebruik en het negeren van mogelijke negatieve gevolgen, kortom het ontlopen van verantwoordelijkheid.
Ook op dit punt staan we voor een uitdaging. Mensen zijn niet goed in het elkaar aanspreken op onethische motivaties. We zullen telkens opnieuw moeten bespreken dat vrijheid voor mens en dier cruciaal is, maar hoe we dat vorm geven voortdurend onderhoud en evaluatie vraagt.

31 mei 2023

Verschuivende basisnormen in onze perceptie van biodiversiteit

In de natuur observeren we verschillende planten en vogels, maar vooral onze perceptie van de gevederde wezens is onderhevig aan een fenomeen dat je zou kunnen omschrijven als "verschuivende basisnormen" (shifting baselines). Dit fenomeen houdt in dat onze referentiepunten en normen voor wat als normaal of gebruikelijk wordt beschouwd, geleidelijk veranderen in de loop van de tijd. Met betrekking tot vogels heeft deze verschuiving invloed op hoe we biodiversiteit waarnemen en begrijpen, met name in relatie tot de afname van vogelsoorten die afhankelijk zijn van insecten.

Verschuivende basisnormen en cultuurvolgers

In onze moderne wereld zijn cultuurvolgers, zoals mussen, duiven, meeuwen, kraaien, eksters, roeken en kauwtjes prominent aanwezig in stedelijke en landelijke gebieden. Ze hebben zich aangepast aan menselijke omgevingen en gedijen goed in de nabijheid van menselijke activiteiten. Deze vogels worden als normaal beschouwd en vormen (zeker voor jongeren) de nieuwe basisnorm voor vogels in stedelijke gebieden. Echter, deze cultuurvolgers zijn slechts een klein deel van de vogelpopulatie en hun aanwezigheid kan de aandacht afleiden van de afname van vogelsoorten die leven van insecten.
Jongeren die de natuur niet kennen zoals ouderen die beleefden in hun jeugd zullen niet snel begrijpen wat de zorgen zijn van ouderen. Immers insecten zijn vaak irritant en kunnen overlast geven.Vlinders zijn voor iedereen mooi en aantrekkelijk, maar wie weet nog hoe vaak die vroeger voorkwamen? Hoe kan een kind weten dat vlinders eerst vraatzuchtige rupsen waren voordat ze zich verpopten?
Het wonder van de positieve transformatie van rups tot vlinder staat in schril contrast tot de onzichtbare band tussen het teloorgaan van vitale ecosystemen en achteruitgang van de volksgezondheid.
Veel akkerbouwgebieden zien er door gewasbescherming onberispelijk uit. Een reeks aangevreten planten of door dieren omgewoeld gebied ziet er chaotisch uit. Een monotoon groen grasveld of vlaktes in verschillende groentinten roepen niet direct vraagtekens op of het wel zo natuurlijk is.

Achteruitgang van insectenetende vogels

Vogels die zich voornamelijk voeden met insecten, zoals gierzwaluwen en vliegenvangers hebben de afgelopen decennia aanzienlijke achteruitgangen in populaties gekend. Deze afname is gedeeltelijk te wijten aan het overmatig gebruik van gewasbeschermingsmiddelen. Ondanks deze zorgwekkende trend zijn we geneigd om het verlies van deze vogels als minder significant te beschouwen, omdat onze basisnormen zijn verschoven naar een omgeving waarin cultuurvolgers de overhand hebben. Cynisch genoeg komen die vogels ook voor dichtbij stallen omdat juist op het boerenerf rommelige omstandigheden gunstig zijn zoals rondzwervend afval, mestresten en voedsel die insecten aantrekken. In de monotone graslanden even verderop zijn de insecten etende grondbroeders vaak verdwenen. In hun plaats zijn de cultuurvolgers gekomen die nestelen in de bomen in de buurt van boeren en burgers.

De impact van verschuivende basisnormen

Het fenomeen van verschuivende basisnormen heeft een directe impact op onze perceptie van biodiversiteit. Het maskeert en vervolgens bagatelliseert de achteruitgang van insectenetende vogels en vermindert de urgentie om maatregelen te nemen ter ondersteuning van hun leefgebieden. Door te erkennen dat onze perceptie is veranderd en dat we ons bewust moeten worden van de gevolgen van deze verschuiving, kunnen we stappen ondernemen om de biodiversiteit te behouden en te herstellen.

Een vitaal ecosysteem

Een vitaal ecosysteem is van cruciaal belang voor het voortbestaan van alle levende wezens, inclusief de mens. Het ecosysteem is een complex web van interacties tussen planten, dieren, micro-organismen en hun omgeving. Het belang ervan kan op verschillende manieren worden beschreven.

  1. Biodiversiteit en veerkracht. Een vitaal ecosysteem is rijk aan biodiversiteit, wat verwijst naar de verscheidenheid aan planten, dieren en micro-organismen die in een bepaald gebied leven. Biodiversiteit is essentieel voor het handhaven van de veerkracht van het ecosysteem. Een divers ecosysteem kan beter omgaan met veranderingen en verstoringen, zoals klimaatverandering, plagen of ziektes. Het verlies van biodiversiteit kan leiden tot een verzwakking van het ecosysteem en het verminderen van de veerkracht.
  2. Ecologische diensten. Een vitaal ecosysteem levert belangrijke ecologische diensten aan de mensheid. Dit omvat de levering van schoon water, de bestuiving van gewassen door insecten, de regeneratie van bodems, de regulering van het klimaat, de zuivering van lucht en de bestrijding van ziektes. Deze diensten zijn van vitaal belang voor onze welvaart, gezondheid en kwaliteit van leven.
  3. Voedselzekerheid. Een vitaal ecosysteem is de basis voor voedselzekerheid. Het biedt de natuurlijke hulpbronnen en processen die nodig zijn voor landbouw, visserij en veeteelt. Het behoud van gezonde ecosystemen is essentieel om een duurzame voedselproductie te waarborgen en hongersnood te voorkomen.
  4. Klimaatregulatie. Ecosystemen spelen een cruciale rol bij het reguleren van het klimaat. Bossen nemen bijvoorbeeld grote hoeveelheden koolstofdioxide op, wat helpt bij het verminderen van de concentratie van broeikasgassen in de atmosfeer en het matigen van klimaatverandering. Het behoud en herstel van ecosystemen is daarom essentieel in de strijd tegen klimaatverandering.
  5. Culturele waarde en welzijn. Een vitaal ecosysteem heeft ook een intrinsieke waarde. Het biedt ruimte voor recreatie, esthetisch genot en culturele activiteiten. De natuurlijke omgeving speelt een belangrijke rol in ons welzijn en heeft een therapeutisch effect op onze fysieke en mentale gezondheid.

Kortom, een vitaal ecosysteem is van vitaal belang voor het in stand houden van het leven op aarde, het leveren van essentiële diensten aan de mensheid en het bevorderen van welzijn. Het is belangrijk om te streven naar duurzaam beheer en behoud van ecosystemen om deze voordelen te waarborgen voor huidige en toekomstige generaties.

Niet alles valt in geld uit te drukken

Er is een breed scala aan waarden en aspecten van de natuur die niet kunnen worden gereduceerd tot monetaire termen (in geld en winst). Hier zijn enkele voorbeelden.

  • Intrinsieke waarde. Veel mensen geloven dat de natuur intrinsieke waarde heeft, wat betekent dat het waardevol is op zichzelf, los van enige menselijke behoefte of waardering. Deze waarde is moeilijk of onmogelijk om in geld uit te drukken, omdat het gaat om het respecteren en beschermen van het inherente recht van de natuur om te bestaan. 
  • Culturele waarde. Natuurlijke omgevingen, landschappen, biodiversiteit en ecosystemen hebben vaak een diepe culturele betekenis en waarde voor bepaalde gemeenschappen. Deze culturele waarde kan verband houden met spirituele, esthetische, recreatieve of historische aspecten en kan niet volledig in economische termen worden gemeten. 
  • Ecologische waarde. Natuurlijke ecosystemen leveren essentiële diensten aan de planeet en aan menselijke samenlevingen, zoals waterzuivering, klimaatregulatie, bestuiving van gewassen en het behoud van biodiversiteit. Deze ecologische waarde is van vitaal belang voor het voortbestaan ​​en welzijn van zowel de natuur als de mensheid, maar kan niet eenvoudig worden omgezet in monetaire termen. 
  • Gezondheid en welzijn. De natuur heeft een positieve invloed op onze gezondheid en welzijn. Toegang tot groene ruimtes en natuurgebieden kan stress verminderen, fysieke activiteit bevorderen, de mentale gezondheid verbeteren en het algemene welzijn vergroten. Hoewel er economische voordelen kunnen zijn in termen van verminderde gezondheidskosten, kan de intrinsieke waarde van het welzijn dat de natuur biedt niet volledig worden uitgedrukt in geld. 
Het omarmen van een breder begrip van waarde kan leiden tot een meer duurzame en evenwichtige relatie tussen mens en natuur. Zo is het ook met insecten. Alle ruimte omzetten in productie en geen ruimte laten voor schijnbaar vraatzuchtige medeschepselen verstoort een natuurlijke voedselpiramide. Insecten lijken ver van ons af te staan en van levende wezens met gevoel. Toch hebben ook zij recht op vrijheid en op een natuurlijke leefomgeving. Het respecteren daarvan vraagt afzien van een stukje economische activiteit. Het zal u verbazen hoe weinig gevolgen dat heeft voor onze welvaart, maar hoe terughoudenheid des te meer bijdraagt aan ons welzijn.

De schoonheid van balans in een vitaal ecosysteem 

In onze zoektocht naar perfectie en ongerepte tuinen, vergeten we soms dat een vitaal ecosysteem gebouwd is op een delicate balans tussen verschillende levensvormen. Te midden van onze prachtig aangelegde aanplantingen kunnen vraatzuchtige insecten, rupsen en slakken opduiken, klaar om een deel van de koek te nemen of aangevreten achter te laten.

Laten we eens een moment stilstaan bij de waarde van deze schijnbaar 'ongewenste' wezens. Zij vertegenwoordigen een integraal onderdeel van een gezond ecosysteem. Ze dienen als voedselbron voor andere dieren, zoals vogels, egels en kikkers, die op hun beurt bijdragen aan de biodiversiteit. Wanneer we deze vraatzuchtige wezens de ruimte geven om te leven, stellen we ons open voor een fascinerende dans van evenwicht. 

De schijnbaar destructieve handelingen van insecten en slakken hebben een rol in het in stand houden van dit fragiele evenwicht. Ze houden de populaties in toom, voorkomen overbevolking en creëren ruimte voor andere planten- en diersoorten om te gedijen. Ja, onze aanplantingen kunnen soms worden aangetast door vraatzuchtige wezens. Maar laten we niet vergeten dat dit een teken is van een levendig ecosysteem, waarin elk organisme zijn plaats heeft. Door ruimte te geven aan deze processen van aanvreten en groei, omarmen we de ware schoonheid van een vitaal ecosysteem. Laten we de perfectie loslaten en in plaats daarvan streven naar harmonie met de natuur, ook wanneer onze aanplantingen worden aangevreten. 

Door bewust te zijn van het evenwicht in doen en laten ook naar de ver van ons afstaande levende wezens, kunnen we een bijdrage leveren aan het behoud van een evenwichtig ecosysteem en de kostbare biodiversiteit die het herbergt. Laat ons niet enkel streven naar een beeld van perfectie, maar naar een levendige tuin die pulserend leeft in harmonie met de natuur.

Bewustwording en actie

Het begrijpen van verschuivende basisnormen is essentieel om onze perceptie van vogels en biodiversiteit te veranderen. Het vereist bewustwording van de veranderingen die hebben plaatsgevonden en het herstellen van aandacht voor de achteruitgang van insectenetende vogels. 

Door maatregelen te nemen om de habitatkwaliteit te verbeteren, het gebruik van schadelijke bestrijdingsmiddelen (ook bij burgers) te verminderen en bewustzijn te creëren over het belang van biodiversiteit, kunnen we bijdragen aan het herstel van de natuurlijke balans en het behoud van vogelsoorten die afhankelijk zijn van insecten.

09 juli 2022

Een sociaal contract nu ook met de natuur

Tussen burgers en de staat bestaat een virtueel sociaal contract. Het is niet letterlijk getekend maar we worden wel geacht ons daaraan te houden zodat we in vrede en constructief kunnen samenleven.
We spraken af dat het in ieders belang is om een centrale gezagsinstantie in te voeren die toeziet op de openbare orde. Het sociaal contract riep dus de staat in het leven en maakt losse individuen tot burgers met een gezamenlijk belang. Zij komen overeen dat ze allemaal iets van hun vrijheid inleveren. Ze moeten zich houden aan regels en wetten. In ruil daarvoor krijgen ze bescherming van de staat. Die moet vooral zorgen voor vrede en veiligheid’.

Het leger en de politie kregen de monopolie op het gebruik van geweld om de orde te handhaven. In ruil daarvoor worden zij streng gecontroleerd bij het toepassen daarvan. Uiteraard is dit mensenwerk en kan er wantrouwen ontstaan bij het controleren en toezicht houden daarvan.
Bij de globale protesten is een nieuw machtsmiddel geïntroduceerd: het grote voertuig in de vorm van trucks en tractoren. De overheid kan dit machtsmiddel verbieden of met nog grotere machtsmiddelen in bedwang houden, maar vreest escalatie. De publieke opinie werkt naast blokkades met de voertuigen daarbij verlammend. Wanneer het publiek zich dreigt af te keren van het sociale contract, dat de staat mag bepalen hoe de orde wordt gehandhaafd en de politiek bang is om kiezers te verliezen, is ook de overheid vleugellam.

Welke machten en krachten spelen er? Alle partijen in ons land zullen zich moeten afvragen wat hun rol is in de beïnvloeding van de publieke opinie. De redacties van tv-programma over het nieuws (NOS, Eenvandaag, OP1, RTL-nieuws, etc.) hebben in hun keuze van items, manier van verslaggeving en uitnodiging van gasten grote invloed op de vorming van opinie. Beleidsmakers als politici en ambtenaren hebben ook de taak om hun beleid te onderbouwen en uit te leggen.
De opsomming van de taken en verantwoordelijkheid van alle partijen die invloed hebben op de dynamiek in de samenleving kan nog veel langer doorgaan. Uiteindelijk is het van belang om te beseffen dat de dynamiek niet echt valt vast te leggen en dat deze onmacht meer een goede zaak is dan iets om te willen domineren. Grote bedrijven beseffen dit al eeuwen en gebruiken hun geld (steekpenningen) om pulsgewijs bij te sturen via marketing en steun aan verzetsgroepen en lobbygroepen. De werking van het kapitalistische marktsysteem lijkt daarmee slechts in handen te liggen van de grote bedrijven. Money rules.

Al een aantal jaren lijken veel burgers de hakken in het zand te hebben gezet en zich te hebben voorgenomen om zich niet meer van de wijs te laten brengen. Dat leidt tot ergernis over en weer bij het uitwisselen van informatie over standpunten. Geen enkel argument lijkt meer indruk te maken; er wordt slechts gezocht naar onderbouwing van het eigen gelijk. Simpelweg is daarmee het dilemma ontstaan dat iedereen zich weliswaar bewust is geworden van de principiële oncontroleerbaarheid van het leven en van de samenleving maar ook wenst om star vast te houden aan de eigen mening. Er wordt gezocht naar individuen die snode plannen lijken te hebben om de wereldbevolking weer in het gareel te krijgen. Vooral de uitlatingen en het gedrag van rijk geworden ondernemers worden daarbij met extreem veel wantrouwen bekeken. Immers zij hebben bewezen het spel te kunnen spelen en hebben er belang bij om hun positie te handhaven.

Hoe ontstond er extra en contraproductieve beweging in de publieke opinie? In een samenleving waarin iedereen gelijk heeft kan niemand dat gelijk van iedereen krijgen. Gelijk hebben en gelijk krijgen is dus niet meer genoeg. Er zal opnieuw aandacht besteed moeten worden aan de redenen waarom we het impliciete sociale contract dat we ooit zijn aangegaan. We hebben een samenleving opgebouwd waarin de deelnemers gelijke rechten hebben gekregen en de uitwerking daarvan is gebaseerd op de principes van de Franse Revolutie: vrijheid, gelijkheid en broederschap. Je kunt liefde in persoonlijke relaties niet afdwingen, laat staan tussen mensen die elkaar niet kennen, daarom is broederschap min of meer open gelaten. Solidariteit wordt tegenwoordig minder gevoeld omdat macht direct en indirect te vaak wordt misbruikt en vaak in de media aan de kaak is gesteld. Inflatie bijvoorbeeld loopt op en geen overheid of instantie op welk niveau dan ook kan dit fenomeen met simpele ingrepen onder de duim krijgen. Gevolg is onzekerheid en gevoelens van basale onveiligheid.

Wanneer we ons beperken tot Europa dan moeten we constateren dat we de wetgeving en de uitvoering en handhaving daarvan hebben overgedragen aan samenwerkingsverbanden als de EU en de NAVO. De invloed van het individu op ontwikkelingen in eigen land is daarmee nog kleiner geworden, terwijl er door de technologie (Internet en sociale media) bubbels zijn ontstaan om voldoende medestanders te vinden die het ongenoegen over onzekerheden lijken te delen. De dynamiek van de samenleving heeft het individuele niveau nog meer ontstegen. In plaats van ons daarbij neer te leggen en ons constructief in te zetten, verlangen en zoeken we naar tekenen van verzet door groepen en individuen die effectief lijken te blijven strijden voor hun vrijheid. Grote groepen burgers verklaren zich solidair met die strijders zonder zich af te vragen of zij daarmee niet juist de kwaal verergeren en of de strijders wel helden zijn die strijden voor een goede zaak. Worden de problemen opgelost of verergerd?
Zoals gesteld is broederschap tussen volkeren altijd open gelaten. Er is wel gewerkt naar overdracht van macht naar landen overstijgende verbanden. Krijgen we als burgers weer vertrouwen in de integriteit van die verbanden en in grote bedrijven? Het antwoord is hetzelfde als hiervoor bij het vertrouwen in het sociale contract binnen het eigen land: nee, niet sluitend, open.

Een sociaal contract tussen wereldburgers is in principe geen ander contract dan met burgers uit eigen land. Het vraagt een bewust zijn van evenwaardigheid. Evenwaardigheid niet alleen tussen alle mensen levend op aarde, maar ook met de natuur die uiteindelijk bepaalt of de levensomstandigheden overleven toelaat. Moeten we daarvoor de natuur domineren of betrekken in ons sociaal contract? Wanneer we de principes van de Franse revolutie toepassen op onze omgang met de natuur weten we wat ons te doen staat: alle levende wezens zouden moeten kunnen leven in vrijheid. Ons mensen rest ons slechts om voorbij te kijken aan onze directe belangen. De uitvoering daarvan hoeven we elkaar niet op te leggen, we hoeven elkaar en onszelf bij het vormen van opinie slechts te herinneren aan het principe: iets is goed wanneer het meer vrijheid oplevert dan er is ingeleverd.
Op alle niveaus: globaal, via landen en individuen tot aan elk levend wezen in de natuur.

21 december 2021

Het helen van psychologische onrust ontstaan in de oudheid

Jeremy Griffith is een bioloog die een psychologische verklaring heeft voor een huidige staat van onrust. Griffith ziet zijn theorie als redding voor de mensheid. 

Jeremy Griffith betoogt dat we ooit in de kindertijd van de mensheid leefden in een matriarchale periode. Liefde stond centraal evenals empathie, saamhorigheid en verbondenheid. Dit was nodig om te overleven. De mens is in diepste wezen goed maar dit zijn we kwijtgeraakt toen onze bewuste geest zich meer ging ontwikkelen en via nadenken onze onbewuste geest ging programmeren. Zo ontstond afscheiding, ongelijkheid, verdedigen van eigendommen en eigenbelang. De man werd sterker dan de vrouw en er ontstonden gevechten en oorlogen. De patriarchale periode volgde die al eeuwen onderbouwd worden door religies en vooroordelen (condities).

Griffith hoopt dat het inzicht, dat de zin van het bestaan niet is dat we gedwongen zijn om onze genen voort te planten, bevrijdend zal werken. Zijn verklaring zou aan kracht winnen wanneer hij onze manier van voeden had betrokken in zijn analyse. Het zou bevrijdend werken voor alle levende wezens op aarde, temeer wanneer we evenwaardigheid betrekken in zijn aanbeveling.

Het voorgaande ietwat herschreven en aangevuld geeft een completer beeld.

In de kindertijd van de mensheid leefden we in een matriarchale periode en in een jagers- en verzamelaars samenleving. Liefde stond centraal evenals empathie, saamhorigheid en verbondenheid. Voedsel werd gedeeld, niet verkocht. Dit was nodig om te overleven. De mens is in diepste wezen goed maar dit zijn we kwijtgeraakt toen onze bewuste geest zich meer ging ontwikkelen en via nadenken onze onbewuste geest ging programmeren. We kwamen op het idee om de natuur naar onze hand te zetten en dieren als huisdier en vee te houden. Door de verschuiving van jagen naar veehouderij en van verzamelen naar landbouw ontstond afscheiding, ongelijkheid, verdedigen van eigendommen en eigenbelang. Er ontstond handel. De man werd sterker dan de vrouw en er ontstonden gevechten en oorlogen. De mens beschouwde zichzelf als top van een voedselpiramide en de man als hoofd van het gezin. De patriarchale periode volgde die al eeuwen onderbouwd worden door religies en vooroordelen (condities).

Tot zover een samenvatting van een lang betoog door Griffith, dat gratis te lezen is in een pdf te downloaden van het Internet. Wat nu volgt is niet zijn theorie, maar een uitstapje naar dierenrechten.

Wat de kern is van beide analyses en teksten is de kijk op ongelijkheid tussen mensen onderling en tussen mens en dier als verklaring voor speciësisme. Het opheffen van ons vooroordeel, dat we meer zijn dan een ander en daarmee onze verbinding met het geheel zijn verloren, zal moeten gaan via het inzicht dat we allemaal (mens en dier) intrinsiek evenwaardig zijn in ons recht op vrijheid. Dit inzicht heeft gevolgen voor wat we eten en hoe we de aarde inrichten als plaats waar iedereen kan leven naar zijn eigen aard. Het vraagt om een voortdurend zoeken naar ecologische, economische en psychologische balans en een individuele en collectieve motivatie om niet meer gericht te zijn op het verdienen van geld alleen, maar onze inspanning en energie te richten op het gemeenschappelijke belang om samen te werken.

Jeremy Griffith betrekt in zijn zeer omvangrijke uitleg van wat hem tot zijn conclusies heeft geleid ook religieuze argumenten. Voor een onderbouwing van bovengenoemde aanvulling op de samenvatting lees ook Evolutie van het geloof in God


06 april 2020

Belangen van mens en dier evenwaardig wegen

Dit artikel is geschreven om de oproep om te stoppen met diergebruik inclusiever te onderbouwen. Er zijn in de loop van decennia genoeg redenen aangevoerd om meer rekening te houden met dieren, maar telkens leek een nieuwe crisis de vorige argumenten te overschaduwen.

Redelijk nieuw is het inzicht dat het produceren en eten van vlees door de CO2 uitstoot bijdraagt aan de opwarming van de aarde en daarmee aan verslechtering van de leefbaarheid van de aarde.
Recenter is de stikstofcrisis die activiteiten in de economie dreigde stil te leggen. Huizenbouw of handhaving van de veestapel? Veel verkeersbeweging op de weg en in de lucht levert naast de industrie NO2 die samen met de uitstoot van ammoniak NH3 uit de intensieve veehouderij neerslaat als fijnstof en bemesting van natuurgebieden, die daardoor van aard en samenstelling veranderen.
Fijnstof maakt ons ook vatbaarder voor infectieziekten omdat deze vervuiler het functioneren van onze longen aantast. 
De overproductie van de Nederlandse veehouderij, gericht op de export, wordt al decennia gehekeld door de milieubeweging omdat dat naast dierenleed samengaat met overbemesting en daarmee een last is voor de naaste omgeving en de draagkracht van de natuur. Deze inzichten hebben geleid tot strenge regelgeving, die nog weleens wordt aangescherpt zodat veehouders nooit zeker konden zijn van welke bedrijfsvoering een gezond verdienmodel zouden oproepen. Het leidde tot een samenspel van stoppende bedrijven in combinatie met groei in veestapel bij collega's.

De opkomst van vleesvangers gaat samen met het inzicht dat de mens beter minder vlees kan eten dan elke dag en liefst helemaal niet meer. Het is immers door de globalisering van de supermarkten kipsimpel om een diverse en gezonde maaltijd samen te stellen van internationale voedingsmiddelen die niet van dieren afkomstig zijn.

De ethische overweging of dieren eten wel mag is eigenlijk van alle tijden. Steeds meer komt deze overweging te staan in het licht van evenwaardigheid. Niet alleen mensen willen vrij zijn, ook dieren willen dat. Wat of wie zijn wij mensen (meer) dat wij vinden dat we dieren mogen gebruiken om op te eten? Is dat gebaseerd op religieuze gronden dat het dier door God aan de mens is gegeven om er over te heersen? Het hoeft geen nadere betoog dat we zo langzamerhand voldoende autonoom geacht worden om dat zelf te kunnen bepalen. Het is (wederom en tegelijkertijd altijd) tijd om al onze overtuigingen kritisch te bezien. Waar komen onze (belemmerende) overtuigingen vandaan en zijn ze wel geldig?
Het is ook niet nodig om dierziektes te mystificeren als wraak van de natuur en zo proberen het gedrag van mensen te beïnvloeden. We hoeven alleen dezelfde principes waarvan we willen dat andere mensen zich aan houden  toe te passen op onze omgang met dieren: "respecteer elkaars grenzen en vrijheid". Dat is wederkerig en evenwaardig.

Yin en yang mens en dier

Een vorm van evenwaardigheid is ook een eerlijke verdeling van het aardoppervlak in delen waar de natuur met rust gelaten wordt, waar we gaan wonen en welk deel we gebruiken voor voedsel te verbouwen. Wat eerlijk is, is ook een vraag naar balans en gezond delen. Ecoducten kunnen open voor alle dieren; levenskrachtig grote en verbonden natuurgebieden voor planten en dieren met een deel voor recreatie voor de mens.

Ook de juiste afstand houden met anderen zouden we door moeten trekken naar dieren. Dieren kunnen dan hun autonomie bewaren en gezonder soorteigen gedrag vertonen. Ook dieren vinden minstens anderhalve meter afstand prettig en zo voorkomt het ook besmetting van mens naar dier.

21 november 2018

Een toekomstbestendige inrichting van natuurgebieden

Dieren hebben recht op vrijheid. Je vrij kunnen bewegen gaat al miljoenen jaren op in de vrije natuur. Je verdient je vrijheid maar door je af en toe aan te passen. Het is op de tijdschaal van de natuurlijke evolutie nog maar een fractie van een seconde geleden dat wij mensen dat recht op vrijheid begonnen te negeren.
Bij het opnieuw introduceren van grote grazers in een omheind gebied dat je optimistisch een “nieuwe wildernis” noemt komt er een schaduwkant van het recht op vrijheid naar voren. Wanneer dieren zich vrij mogen voortplanten binnen een omheind gebied en nauwelijks een ander gevaar lopen dan te verhongeren dan is niet optimaal recht gedaan aan hun grondrechten. Het is ook een omdraaien van waar het omgaat: je laat natuur vrij en je beschermt menselijke belangen tegen de natuur. Anders geformuleerd: je bouwt geen hek om een natuurgebied, maar je zorgt met natuurlijke grenzen dat natuur en de mens niet daar kan komen waar je ze niet wilt hebben en bouwt hooguit een hek om plaatsen waar voedsel voor menselijke consumptie wordt geteeld of gewoond wordt en waar verkeer raast. Grenzen stellen is niet in tegenspraak met belangen van mens, dier of plant. Mensen zullen hooguit mopperen. Voor de Oostvaardersplassen geldt dat je een eventuele introductie van dieren moet uitvoeren vanuit de vragen “is er een natuurlijke en stabiele balans tussen vraag en aanbod van voedsel? En kunnen dieren in en uit het gebied vrij migreren?” Het is de keuze die kleine dieren en vogels met hun vleugels wel en grote dieren niet kunnen maken.
Door (grote aantallen) edelherten af te schieten verschuif je de aanpak van het verstoorde evenwicht naar de naaste toekomst. Wanneer er aan de opzet van de OVP niets verandert zal de discussie, het gemopper en de controverse blijven.
Het staat iedereen vrij om andersdenkenden te beschieten met halve waarheden. Het loont om de tijd te nemen waar het wezenlijk omgaat: vrijheid die in al zijn aspecten gewaarborgd is.

Veel argumentatie om niets wezenlijks voor dieren te doen is gebakken lucht en zijn politieke uitvluchten. Laat je niet met een kluitje in het riet sturen. Lees hier meer over de drogredenen bij het negeren van dierenrechten.

17 augustus 2018

Diervriendelijk beheer van de Oostvaardersplassen

Op de Oostvaardersplassen worden drie soorten, zogenaamde grote grazers, gehouden. Het is een soort "model"experiment, zoals in de IJsselmeerpolders wel eens vaker is gedaan. Op advies van ecoloog Frans Vera introduceerde Staatsbosbeheer (SBB) de Heckrunderen, Konikpaarden en edelherten in het gebied om het open karakter te behouden zodat er voor natuurliefhebbers veel viel te beleven. Vanaf 1995 werden de dieren niet meer in de winter op stal gezet en bijgevoerd. In de oorspronkelijke plannen zouden de dieren bij voedselschaarste kunnen migreren naar nabijgelegen bossen, maar daarvoor zou enig landbouwgebied moeten worden opgeofferd. Toenmalig staatssecretaris van landbouw, Henk Bleker, zette een streep door deze plannen om kosten te besparen en meer grond toe te bedelen aan de agrosector. Sindsdien barst elk jaar de discussie los over hoe om te gaan met grazers die dreigen door honger te sterven. Moest dit worden gezien als een natuurlijke balans of moesten de dieren door afschot voortijdig geoogst worden zodat de populatie voldoende te vreten had en niet al te zeer in aantal uit zou groeien?
De Oostvaardersplassen zijn nu omgeven door water en hekwerk waardoor de dieren het gebied niet kunnen verlaten. Het zou mogelijk zijn om het gebied te verbinden met de Veluwe en zo vrije migratie te faciliteren, maar dat vraagt ook een andere vorm van beheer en/of populatie. Met name de Heckrunderen en Konikpaarden wil je niet vrij rond hebben lopen in ons land. De meer mensschuwe edelherten zouden, wanneer ze dat prefereren, zelfs tot in Duitsland weg kunnen trekken en wolven in omgekeerde richting.
De aanwas en sterfte in het besloten gebied is ongeveer even groot als zou zijn bij vrije(re) migratie, echter de zichtbaarheid is veel groter. Broodmagere dieren die in een langdurige winter apathisch sjokken langs het hekwerk zijn de cynische keerzijde van een beleid gericht op een "natuurlijk" evenwicht en een open karakter. Burgers die met dit dierenleed worden geconfronteerd willen dan ook zelf bijvoeren. Voor een dier, gehouden achter een hek, geldt toch een zorgplicht? Staatsbosbeheer vertaalt die plicht door ervoor te zorgen dat dieren die onder de voedselschaarste lijden worden afgeschoten en de kadavers worden afgevoerd voor destructie.
Het beheer van de populaties is ook mogelijk door de inzet van anticonceptie. Dan hoeft er geen afschot plaats te vinden, hoogstens afvoer van kadavers van dieren gestorven door ouderdom.
Eind 2016 is niet meer de staat, maar de provincie Flevoland verantwoordelijk geworden voor het beheer van de Oostvaardersplassen. In 2017 is de commissie Van Geel aan het werk gegaan nadat Provinciale Staten hadden besloten dat een externe commissie zich moest buigen over mogelijk ander beheer van het gebied en dan met name hoe om te gaan met de grote grazers. Het advies dat door de Provinciale Staten in 2018 is overgenomen komt neer op reductie van de aantallen grazers tot een niveau waarop te verwachten is dat het niet tot grote sterfte meer zal leiden door voedselgebrek, terwijl het gebied niet vergroot maar verkleind zou worden. Het oorspronkelijke doel om het gebied open te houden en zo de biodiversiteit aan vogels en planten te kunnen behouden was in de praktijk juist door de graasdruk mislukt.
Ten tijde van dit schrijven wachten velen (bezorgd) af hoe Staatsbosbeheer het besluit gaat uitvoeren. Gaan ze dieren afvangen en elders onderbrengen of gaan ze zo'n 2000 edelherten afschieten en gaat het nieuwe beleid ook tot dierenleed leiden?

Vanuit het oogpunt van dierenrechten, gebaseerd op vrijheid, is de aanbeveling om de populatie door middel van anticonceptie op dat niveau in balans te houden dat er geen honger wordt geleden in de winter en dat de graasdruk beperkt blijft. Het weghalen of door geboortebeperking uitfaseren van de Heckrunderen en Konikpaarden, die toch nooit vrij zouden mogen migreren in ons land, zou ook de bereidheid kunnen vergroten om aansluiting op de Veluwe mogelijk en haalbaar te maken.

Door de Universiteit van Utrecht is de mogelijkheid van toepassen van anticonceptie bij grote grazers in de (half)vrije natuur onderzocht en werkbaar bevonden. Het argument dat anticonceptie niet natuurlijk zou zijn, moge waar zijn, maar is niet relevant (ondergeschikt) in het kader van het tegemoet komen aan de brede publieke compassie voor het voorkomen van dierenleed bij voedseltekort. Het recht op vrijheid kan met deze ingreep worden gecombineerd met de zorgplicht die een beheerder van een besloten natuurgebied heeft. De ervaringen met de OVP zouden voor toekomstig beleid tav natuur(ontwikkeling) de aanbeveling moeten opleveren om de natuur zoveel mogelijk zijn eigen gang te laten gaan met vrij in- en uitloop.
Een natuurlijk evenwicht binnen een afgesloten terrein is een contradictio in terminis.

12 juni 2018

Er is één principe dat ons allemaal verbindt

Boeren en insecten staan aan de voet van de voedselketen. Ze willen er beiden van (vr)eten. De overeenkomst tussen een boer en een insect is dat zij als individu weinig kwaad kunnen en dat als groep hun schadelijke handelingen optellen tot minimaal een verstoring van een evenwicht en maximaal een ramp. Ook in hun recht op vrijheid, dat voor alle levende wezens zou kunnen gelden, zijn zij gelijk.

Helaas is een boerenbedrijf zo ingericht dat niet-bestuivende insecten worden geweerd, vooral door deze te vergiftigen. Dat heeft twee nadelen: insecten etende dieren worden vervolgens bedreigd en omdat de omvang van het door boeren bewerkt land ongeveer de helft van ons land is, blijft er te weinig ruimte over voor natuur. En de kwaliteit van natuurgebieden heeft ook nog eens te lijden onder de uitstoot en neerslag van ammoniak van de intensieve veehouderij. In de natuurgebieden zou wel een ecologisch evenwicht moeten bestaan waar we in tijden van nood op terug kunnen vallen.

Willen we, waar ook ter wereld, het ecologisch evenwicht handhaven en herstellen dan zouden alle mensen over één principe eens kunnen zijn. Dat principe is daar waar alle levende wezens al sinds mensenheugenis meer of minder bewust vanuit gaan, namelijk de vrijheid om natuurlijk gedrag te kunnen tonen en beleven. Alle mensen verbinden in dit bewustzijn lijkt ambitieus, maar wie zich realiseert dat vrijheid wederkerigheid inhoudt, zal het belang daarvan beamen. Dit realiseren kan het keerpunt zijn van een geleidelijke gedragsverandering (emancipatie van het dier en geen dieren meer gebruiken) die uiteindelijk het ecologische evenwicht herstelt. Wat die gedragsverandering voor ieder individu inhoudt wordt hem of haar vanzelf duidelijk wanneer eenmaal het bewustzijn van het recht op vrijheid is ontwaakt.

Liefde kan vrijheid tot leven brengen, ongebreidelde vrijheid verstikt leven.

17 mei 2018

Op welke principe zou natuurbeleid moeten stoelen?

Nu het gras weer groeit in de Oostvaardersplassen en de wolf oprukt in de weilanden wordt het tijd om de filosofie achter het natuurbeleid op te frissen.
Natuur gedijt wanneer planten en dieren vrij kunnen migreren. Oud-staatssecretaris Henk Bleker besloot het geld dat de overheid gereserveerd had om natuurgebieden met elkaar te verbinden toe te wijzen aan de agrosector. Het geven van ruim baan aan het uitrijden van mest door de veehouderij heeft de kwaliteit van de vrije natuur sindsdien verder achteruit geholpen. Het aantal insecten halveert en soorten dreigen uit te sterven en de (her)introductie van dieren leidt tot felle discussie. Er gaat iets niet goed in ons welvarende land.

Voor- en tegenstanders van het opsluiten van paarden, herten en runderen op een kale vlakte doen emotionele uitspraken. Wolven verkennen ons land en vooralsnog levert dat dode schapen op. Welk leven telt zwaarder? Een dood schaap of een dode wolf? Is het een kwestie van intrinsieke waarde? Het is een schijnvraag, maar toch. Want welk argument zou moeten gelden wanneer we praten over natuurbeleid? Dat mensen van dieren houden? Schapenhouders en veehouders zeggen van hun dieren te houden en dat ze daarom de wolf willen afschieten. Ze houden niet van wolven en nog minder van gedode schapen.

Het is doodnormaal en een teken van vrije meningsuiting dat de mens van het ene dier houdt en van het andere niet. Sommige mensen die van dieren houden, houden geen huisdieren en sommige consumenten die de smaak van vlees waarderen eten geen vlees. Houden van dieren is geen betrouwbaar of doorslaggevend argument om natuurbeleid op te baseren.
Het aanhouden van een ecologische balans maakt meer kans. Het gesprek moet dan gevoerd worden over welke economische activiteiten moeten worden verminderd en wie financiële compensatie krijgt voor het maken van ruimte. In het geval van schapenhouders moet de vraag beantwoord worden of dat het onder een normale zorgplicht valt dat er een hek rond een weiland komt dat effectief roofdieren als een wolf buiten houdt. Of dat een hond wordt opgeleid om de kudde dag en nacht te bewaken. Wie gaat dat betalen of moet de schapenhouder eieren voor zijn geld kiezen en stoppen met het houden van schapen?

Natuurminnend Nederland heeft weerstand om te betalen voor toegang tot vrije natuur. Men wil vrije toegang tot wandelpaden gedurende de uren dat de zon schijnt. Een hek om vrije natuur voelt als een tegenstelling. Stilteplekken en rustgebieden in natuurgebieden worden daarom bij voorkeur ontoegankelijk gemaakt voor het publiek door het verhogen van het waterpeil. Denk bijvoorbeeld aan vernatting van de heide, die daardoor weer meer op een moeras gaat lijken. Dat je ’s winters ongehinderd naar binnen kunt schaatsen is minder bezwaarlijk want dan is de verstoring van dieren minder erg.

In een ideale samenleving houden mens en dier vrije bewegingsruimte en wordt dat beschermd wat anders gevaar loopt te worden overlopen of overreden. Ecoducten over en onder snelwegen beschermen het dier dat in het kader van voortplanting of voedsel zoeken wil trekken, migreren en foerageren.
Natuurbeleid zou gebaseerd moeten zijn op hetzelfde recht dat mensen aanhouden voor een rechtvaardige samenleving, namelijk recht op vrijheid. Dat recht kunnen we doortrekken naar dieren. Recht op vrijheid betekent niet dat wie beperkt wordt in het economische verkeer ook daarvoor per definitie wordt gecompenseerd. Schadevergoeding is altijd een kwestie van overleg over redelijkheid. Heeft degene die schade lijdt wel voldoende gedaan om schade te voorkomen of voldoende tijd gehad om een alternatief te zoeken.

Beleid opzetten op basis van natuurlijke vrijheid is van alle tijden en daarmee de beste garantie voor duurzaamheid en ecologische balans.

20 mei 2015

Hebben stadse mensen benul van natuur?

Boeren en mensen op het platteland die met plezier dieren doden moeten weinig hebben van protesten van mensen uit de stad. Gansenvergasser Arie den Hertog van Duke Faunabeheer uit Lelystad wordt in een artikel in Trouw als volgt geciteerd.
Mensen die hem dierenbeul noemen, doet hij af als stedelingen die geen idee hebben van hoe de natuur werkt. Bovendien, vlees eten van een beest met een beter leven dan een Schiphol-gans kan haast niet. "Mensen hebben geen idee meer waar hun eten vandaan komt. Dit vinden ze zielig maar ze hebben geen idee waar het vlees uit de supermarkt vandaan komt".
Tot zover Trouw.

Er zullen niet veel mensen in de stad zijn die denken dat er in de vrije natuur dieren worden gedood doordat andere dieren hen vergassen. Er zullen veel mensen uit de stad zijn die Arie groot gelijk geven dat hij zijn geld verdient door met plezier ganzen op te drijven en te doden. Dat hij ons wil doen geloven dat het bijna een gelijke strijd is omdat ganzen zo slim zijn, is doorzichtig. Zo gaat het nu eenmaal op het platteland: mensen zijn machtiger dan dieren en er moet geld verdiend worden en alles en iedereen die daarbij in de weg loopt, moet uit de weg worden geruimd. Dat is de logica van de economie en de overheid legaliseert dat.
Mensen in de stad hebben er ook voordeel van want vlees en zuivel wordt zo goedkoop mogelijk geproduceerd, zodat consumenten in binnen- en buitenland er weinig voor hoeven te betalen. Een saai landschap, vervuild drinkwater en andere nadelen ten laste van de belastingbetaler die zien we bijna nooit, want we fietsen alleen met een paar mooie dagen door het platteland en dan is genoeg te zien. Een pas gemaaid grasland, kaal en lichtgroen als een biljartlaken, met zwarte vogels op zoek naar insecten dat is voor sommige stadsmensen een esthetische ervaring. En die stedelingen die weten waar echtere natuur is te vinden die gaan niet fietsen op het platteland. Of ze blijven in de stad, want de biodiversiteit is in de stad groter dan op het platteland.
Het platteland is gevuld met mensen die hun geld verdienen met het exploiteren van de natuur en die hun verdienmodel zo optimaal mogelijk maken door bewust het moment te kiezen waarop een jong dier niet meer waarde toevoegt, omdat het niet meer in gewicht toeneemt of de productie daalt en het om economische redenen het beste naar de slacht kan worden gebracht. Het platteland is geen rusthuis voor volwassen of oude dieren die niet meer bijdragen aan de omzet. Daar zullen de meeste mensen uit de stad mee kunnen leven. Wat hun wel raakt is de angst van de dieren die gedood gaan worden en bereid zijn tot het uiterste te vechten om hun jongen te verdedigen. Maar deze compassie zet weinig zoden aan de dijk, want deze angst verschilt niet van de angst van een dier dat door een roofdier in het wild wordt belaagd.

Wat is er dan wel zo erg aan het vergassen van ganzen? Simpel, er zijn alternatieven die neerkomen op het herstellen van het natuurlijk evenwicht. Maar wil een stedeling daaraan substantieel bijdragen dan moet hij of zij bij zijn eigen politieke partij zijn. En politici die echt van mening zijn dat de agrarische economie zodanig op de schop moet dat er weer sprake is van een ecologisch evenwicht waar prooi- en roofdieren elkaar in balans houden, die zijn even zeldzaam als de spreekwoordelijke zwarte zwanen en witte kraaien. Maar ze bestaan.

Ook zijn weinig mensen zich er van bewust dat dierenrechten gebaseerd zijn op dezelfde waarden als mensenrechten, namelijk vrijheid en gelijkheid. Dat betekent dat elk levend wezen evenveel recht heeft om in vrijheid te mogen leven. In de vrije natuur is er niemand die dit recht handhaaft, daar moet elk dier de eigen gezondheid onderhouden zodat het alert is en snel genoeg om uit de klauwen van een ander dier te blijven. Wij mensen kunnen ervoor zorgen dat de omstandigheden waaronder wij ons voedsel produceren niet onrecht doen aan die gelijke rechten van andere levende wezens.

16 oktober 2014

Omdenken bij de jaarlijkse verhongering in de Oostvaardersplassen

Henk Bleker en Dion Graus discussieerden bij Jeroen Pauw over het jaarlijks terugkerende fenomeen dat 30% van de dieren in de Oostvaardersplassen verhongeren.
Dion Graus meldt dat we een zorgplicht hebben omdat het gebied besloten is en dieren niet vrij op zoek kunnen gaan op de Veluwe naar voedsel. Henk Bleker noemt dit argument niet realistisch omdat dit teveel geld en landbouwgrond kost.
Graus ziet als oplossing om de dieren jaarlijks te injecteren met een middel dat de voortplanting tegen gaat en Bleker pleit voor preventieve afschot zodat er voldoende voedsel overblijft. Het zijn bekende argumenten en de strijd is vooral een charme offensief.

Afhankelijk hoe je tegen dierenwelzijn en dierenrechten aankijkt zijn dit politiek bruikbare oplossingen. Voor wie vrijheid als grondrecht voor dieren serieus neemt is de oplossing een ecoduct bouwen onder of over het Veluwemeer en zo de dieren vrij te laten bewegen op zoek naar voedsel. Ondertussen kun je met anticonceptie de omvang van de populatie beperkt houden. Niet iedere grote grazer hoeft te blijven. De Nederlandse boeren produceren 3x zoveel voedsel dan in ons eigen land wordt verkocht. Het is best denkbaar om kosten van het ecoduct te compenseren met de gewonnen natuurwaarde en besparing op kosten die de overproductie van de Nederlandse veehouderij de belastingbetaler opleveren.

07 februari 2013

Gebeurt het herintroduceren van dieren in de natuur onverantwoord?

Een selectie uit de beschrijving van de uitzending met de titel ‘Herintroduceren dieren niet volgens de regels’ op de website van Zembla:
Bij het verstrekken van vergunningen voor het opnieuw uitzetten van uitgestorven diersoorten als de otter en het korhoen houdt de Nederlandse overheid zich niet aan de regels die daarvoor gelden. Tot die conclusie komt professor F. Berendse, hoogleraar Natuurbeheer aan de Universiteit Wageningen, donderdag in de uitzending van ZEMBLA. 'Men vraagt zich niet af waarom die soort er niet meer is. Ook neemt men bij een aantal gevallen geen maatregelen om te voldoen aan de voorwaarden om die diersoort een echte toekomst te geven,' aldus Berendse.
Volgens professor Berendse is de herintroductie van de otter in Nederland dan ook mislukt. Zo leidt het autoverkeer, één van de belangrijkste oorzaken van het uitsterven van de otter, ertoe dat de otterpopulatie niet spectaculair toeneemt. Sinds 2002 zijn er veertig otters uitgezet, maar de populatie neemt maar mondjesmaat toe. Het aantal otters in Nederland wordt nu geschat op ongeveer honderd. Berendse: 'Als je otters blijft uitzetten om de hoge sterfte te compenseren, dan leg je de populatie aan het infuus. Dat kan nooit de bedoeling zijn geweest.'

Naast het feit dat het dierenwelzijn in de knel komt door het niet opvolgen van de IUCN-richtlijnen, zijn er ook aanzienlijke kosten verbonden aan het herintroduceren van dieren in de vrije natuur. Zo dreigt de herintroductie van de bever aan haar eigen succes ten onder te gaan. H. van Poelwijk, hoofd ongediertebestrijding van het waterschap Rivierenland, zegt in ZEMBLA dat als gevolg van de groeiende beverpopulatie de rivierdijken grote schade oplopen. “Bevers kunnen gaten van wel 15 meter diep in een dijk graven,” aldus Van Poelwijk.


30 april 2012

Schiet elkaar eens wat tegemoet

Een dier dat door een jager wordt geschoten kan daarna geen overlast meer opleveren. Dierenbeschermers protesteren tegen de jacht omdat zij vinden dat jacht weinig zinvol is omdat de overblijvende dieren vervolgens weer meer jongen krijgen. Jagers vinden dat niet erg omdat zij dan later ook weer wat te schieten hebben.
En zo praten twee groepen langs elkaar heen. Vermoedelijk hebben ze daar beiden geen last van want ze willen elkaar niet echt begrijpen, terwijl ze beide gelijk hebben. Slechts op de derde weg zouden ze elkaar kunnen vinden als ze zouden willen. Die derde weg is natuurlijk evenwicht, waarbij roof- en prooidieren elkaar in balans houden in voldoende grote en aaneengesloten natuurgebieden. Maar dan moeten er biotopen worden aangelegd waarin die balans op een natuurlijke manier mogelijk is, want de laatste eeuwen is alles wat ontgonnen kan worden in gebruik genomen. Nu we weer een nieuwe regering krijgen, is er weer een herkansing voor gezond natuurbeleid.

De lol van een jager is om in 1 schot te doden. Jagers vinden doden niet erg; dat dieren lijden onder een slecht schot wel. Vermoedelijk vinden ze dat erg omdat het hun eer te na is. Jagers zijn dierenliefhebbers die dieren laten leven om hun soort te laten voortbestaan om ze later te kunnen schieten.
Dierenbeschermers zouden met jagers kunnen samenwerken wanneer zij samen zouden bouwen aan grotere en verbonden biotopen. Die biotopen zouden niet alleen de basis voor recreatie kunnen zijn maar ook ter bescherming van de landbouw. Maar dan moeten boeren wel bereid zijn tot wat geven en nemen en het is aan de overheid die deze ruil zou kunnen belonen door wat financiële steun te geven aan boeren die in balans met de natuur werken.

En jagers en natuurbeschermers zouden met elkaar in competitie kunnen gaan met het schieten van de mooiste foto's. Leven en laten leven!

23 april 2012

Eetrevolutie voor ecologisch en ethisch voedsel

Van de site van discussie- en evenementencentrum de Rode Hoed:
Terwijl de politiek druk discussieert over toekomstscenario’s voltrekken zich in de praktijk al interessante veranderingen.
In supermarkten zien we steeds meer biologische producten, varkensvlees met een ster van de dierenbescherming en Utz Certified koffie. Ook streekproducten veroveren een plekje. Zijn dat randverschijnselen of gaan de grote voedselketens ingrijpend veranderen?
We onderzoeken dit met vernieuwers in bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties. En we bevragen politici. Kan de politiek nog leiderschap tonen of loopt ze achter de markt aan? We laten meerdere spelers aan het woord die hier al volop mee bezig zijn en succes hebben geboekt: spelers uit de voedselindustrie, de supermarkten en de Youth Food Movement. Gaan jonge NGO’s zoals Foodwatch en Wakker Dier ons voedingspatroon veranderen? Wat kan de supermarkt met streekvoedsel en slow food? Hoe kunnen consument en boer meer met elkaar communiceren? Wat wordt de rol van sociale media?
Tot zover de site.

Onze voedselvoorziening is niet toekomstbestendig. Om daar wat aan te doen is een vlinderrevolutie nodig.

Doe het samen:
Als consumenten, producenten en winkeliers samen bepalen wat er op ons bord komt, ontstaan nieuwe markten waar iedereen zich verantwoordelijk voor voelt. Slimme, toekomstgerichte bedrijven zullen er evenveel plezier van hebben als consumenten.

Sluit kringlopen regionaal (binnen enkele tientallen tot honderden kilometers):
Houd water en voedingsstoffen in een voor ons beschikbare vorm in omloop; alleen regionaal lukt dat optimaal.

Houd ook de geldstromen regionaal:
Dat zorgt voor voedselzekerheid en werk, zowel in Nederland als in andere landen.

Wees biodivers wijs:
In de natuur hangt alles met alles samen; respecteer je dat niet, dan loop je risico.

Sjouw niet met halffabricaten of levende dieren:
Dat verspilt energie, koopkracht en kostbare nutriënten en zorgt voor onnodig leed.

Produceer regionaal en drijf inter-regionaal handel:
Dat belast de natuur het minst; we kunnen nu eenmaal lang niet al ons voedsel lokaal kopen.

Denk EEEE:
Niet alleen Economisch (financiering), Ecologisch (natuur) maar ook Ethisch (mensen, dieren) en Esthetisch (schoonheid) moeten onze landbouw, voedselproductie en –consumptie met elkaar in evenwicht zijn.

Zorg voor een gezond eetpatroon:
Reclame en verkooptactieken voeden ons op tot te veel en verkeerd eten; gebruik ze om mensen goed en eerlijk te laten eten.

Verzamel revolutionair durfkapitaal in een beleggingsfonds:
Banken zien te weinig in echt innoverende projecten die op deze principes gebaseerd zijn; als investeerders tevens consumenten zijn ontstaat veel sneller rendabele vernieuwing.

Tot zover Nieuwvers.

De oproep om geen dieronvriendelijk voedsel te halen, heeft natuurlijk als keerzijde dat we ook moeten stoppen met het brengen van dieronvriendelijk voedsel naar anderen.

07 maart 2012

Vossen bestrijden naast ganzen ook muskusratten

De Vogelbescherming onderzoekt momenteel of de vos kan worden ingezet bij het beheren van de grote ganzenpopulaties in en op ons land. Hopelijk kijken de onderzoekers ook wat de effecten zijn van de bejaging door de vos op het aantal muskusratten in deze gebieden.

Uit een rapport van de Universiteit van Wageningen de volgende tekst met nog meer suggesties voor natuurlijke bestrijding van te veel muskusratten:

In ons land zijn een scala aan potentiële predatoren van muskusratten en zijn jongen aanwezig, waaronder reigerachtigen, verschillende roofvogels, marterachtigen, vossen en snoeken. In de studie van Verkaik (1991) waren predatie en ziekten bij een relatief lage dichtheid al van grote betekenis bij de niet onaanzienlijke sterfte. Volgens een onderzoek in Zuid-Holland bestond een substantieel deel van het voedsel van de vossen uit muskusratten (Barends et al., 1991). De aanwezigheid van lintwormen verminderden de netto reproductie met 16% (Doude van Troostwijk, 1988).
De Amerikaanse nerts, die verantwoordelijk wordt gehouden voor de decimering van de muskusratpopulaties in een aantal Oost-Europese landen, lijkt zich in ons land moeilijk te handhaven. Een mogelijke oorzaak zou zijn dat de soort veel als bijvangst voorkomt bij de muskusrattenbestrijding (Broekhuizen et al., 1992, Niewold, 1992a).

21 oktober 2009

B&W Groningen maken einde aan plezierjacht in stedelijk recreatiegebied

Er mag niet meer gejaagd worden in het recreatiegebied Kardinge in het noorden van de stad Groningen. Het Bouwfonds, de eigenaar van de grond, heeft het jachtrecht dat op het gebied rust ingetrokken. Dit is gebeurd op verzoek van burgemeester en wethouders. Zij vonden plezierjacht niet passen in een stedelijke woonomgeving.
Omwonenden hadden angst voor het geschiet en wilden niet dat hun kinderen met dode dieren werden geconfronteerd.



Op zich is dit een goed bericht. Minder sterk is de motivatie van de ouders. Het zou juist een goede zaak zijn wanneer kinderen wat vaker geconfronteerd zouden worden met dode dieren. Met name wanneer er een natuurlijk evenwicht is in een recreatiegebied dan zullen de vossen een ganzenpopulatie in bedwang houden en zijn er af en toe bloederige veren te zien.
De dood hoort bij het leven, zo teer is de kinderziel niet.

27 mei 2006

Natuurlijk doden?

Sommige mensen hebben niets tegen het eten van vlees, maar alleen tegen de manier waarop dit in de bio-industrie geproduceerd wordt. Het liefst zouden ze alleen vlees eten van dieren die een zo natuurlijk mogelijk leven hebben geleid, bijvoorbeeld van dieren van een ekologisch boerenbedrijf, maar liever nog uit de vrije natuur.
Daarbij wordt nog wel eens een beeld opgeroepen van de 'noble savage', de natuurmens die respectvol en ekologisch verantwoord met prooidieren om zou gaan. Natuurlijk is dit beeld erg overtrokken, want mensen hebben dieren altijd overbejaagd en zeker met individuele dieren is vaak niet bepaald respectvol omgesprongen. Dat is heus geen uitvinding van blanke Europeanen.
Een andere associatie is die van het edele roofdier dat proportioneel met zijn jachtinstinct om zou springen. Dit slaat werkelijk nergens op, omdat het bekend is dat roofdieren kunnen 'spelen' met prooien zonder dat ze honger hebben en ook onderling kunnen ze elkaar naar het leven staan.

Het 'natuurlijke' doden van dieren voor hun vlees blijft nu eenmaal per definitie een bloederig, pijnlijk en angstig gebeuren. En voor de overleving van mensen is het eten van vlees volstrekt onnodig en dus immoreel. Als we ons in dit geval al door een 'natuurlijke' neiging moeten laten leiden, dan alleen door wat ons wordt ingegeven door ons natuurlijk vermogen tot mededogen.

Titus Rivas

Leeswijzer


Thema's of steekwoorden vindt u via de labels onderaan de pagina of op Animal Freedom.
Klik hier voor de laatste bijdragen op dit blog
.
Klik hier voor het beleid om uw privacy te beschermen.
Kijk op ook Facebook voor onze reactie op de actualiteit.

Waarom dit blog?

De Nederlandse veehouderij is vooral gericht op zoveel mogelijk voor de export te produceren onder het motto “meer, meer, meer en groot, groter, grootst”. Dit heeft negatieve gevolgen voor zowel de dierenwelzijn, biodiversiteit, het milieu, het klimaat, de portemonnee en de gezondheid van burgers en ook voor welwillende boeren.
Dit blog verzamelt kritische artikelen die de wurggreep beschrijven waarin de veehouderij zichzelf heeft vastgezet. Zo willen we niet alleen een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de kwaliteit van het leven voor alle belanghebbenden, maar ook aan een schone, gezonde omgeving en een beter dierenwelzijn.

Ook de argumentatie dat dieren grondrechten hebben kan beter en meer aansluiten op hoe mensen voor zichzelf vinden dat recht moet gelden. Alle dier(soort)en kunnen in hun recht op vrijheid als (intrinsiek) evenwaardig aan mensen beschouwd worden. Dierenrechten zijn mensenrechten, die mensen de kans geeft om voor dieren op te komen.
Dieren, bijv. in de intensieve veehouderij, worden behandeld als een object in plaats van een subject met gevoelens en rechten.

De snelheid en het aantal dier(soort)en dat we voortdurend gebruiken is immens. De bijdrage aan onze welvaart en economie van de agrosector is gering. De oplossing is simpel en van niemand anders dan van ons zelf afhankelijk.

Dierenrechten in woord en beeld

Vrijheid is ook een intrinsiek grondrecht voor dieren. Dieren zijn geen dingen Dierenrechten zijn mensenrechten. Mensen moeten voor dieren kunnen opkomen wanneer hun grondrecht wordt geschonden.
logo van Animal Freedom yin en yang
Lees hier over de redenen waarom dieren recht op vrijheid hebben. Lees hier waarin mens en dier evenwaardig zijn.