Mens en dier zijn (intrinsiek) evenwaardig in hun recht op vrijheid

Bij de Stichting Animal Freedom leest u over de gedachte achter dierenrechten.
Hier leest u over ontwikkelingen in de agrosector en de gevolgen voor dieren(rechten).
Alle levende wezens zijn verschillend maar evenwaardig in het recht op vrijheid op een natuurlijk leven.
Een dier is (net als een mens) geen ding of een object.
Dierenrechten zijn mensenrechten. Mensen moeten kunnen ingrijpen wanneer mensen dieren misbruiken of onrecht aandoen.
Posts tonen met het label melkquotum. Alle posts tonen
Posts tonen met het label melkquotum. Alle posts tonen

15 mei 2017

Melkveeboeren ruiken belastinggeld

Citaat van Foodlog.

Foodlog berekende dat voor circa €1 miljard aan verbrande investeringen boven de markt hangt in de melkveehouderij. Het gaat als het ware om toxic assets, geld dat gestoken is in stallen, melkinstallaties, dieren en bedrijfsverhuizingen die geen waarde meer hebben omdat hun capaciteit in de markt ongewenst is.

De boeren ruiken het bloed van Van Dam, laat de uitzendingvan Nieuwsuur zien. Advocaat Goumans toont zich vol vertrouwen in de goede afloop. Zijn aanwassende stroom cliënten heeft potentieel een miljard euro te verdienen. Dat is voor boeren een formidabel belang. Ze staan financieel zwaar onder druk, terwijl Rabobank al gezegd heeft hun schulden niet te zullen kwijtschelden omdat ze nog voldoende onderpand hebben. Van Dam kan dus zijn borst nat maken. De Nederlandse belastingbetaler ook, want die loopt het uiteindelijke risico voor het verbrande geld dat waar nodig via de rechter op de Staat zal worden verhaald.
Tot zover Foodlog.

15 juni 2016

Melkveehouderij moet snel worden verbouwd

Een groot deel van deze tekst is gepubliceerd op 15-06-16 in de Leeuwarder Courant.

In de reportage Melk, Kaas en Landschapspijn (LC 11 juni) beschrijft Jantien de Boer trefzeker de teloorgang van het Friese platteland. De oorzaak is te vinden bij de industriële manier waarop de melk wordt geproduceerd. Dat moest zo, is ons bijgebracht, want de wereldbevolking schreeuwt om onze melk. En dan mag er natuurlijk veel.
Tot vorig jaar waren de boeren door de productiebeperking gedwongen om met de hand op de rem te melken, maar nu mogen ze produceren wat ze willen. Die vrije melkproductie dreigt op een ramp uit te lopen voor de koeien, de natuur, het milieu en ook voor de boer.
Uit een onderzoek in opdracht van de Dutch Dairymen Board blijkt dat alle melk die sinds 1 april 2015 in Europa extra wordt gemolken niet kan worden verkocht en nu als melkpoeder, boter en kaas ligt opgeslagen in pakhuizen. Het gaat om een hoeveelheid die overeenkomt met 3 miljard kilo melk, oftewel een kwart van de totale Nederlandse productie. In afwachting van betere prijzen, maar die zullen zeker niet komen zolang de boeren hun productie blijven opvoeren. En dus gaan de pakhuizen nog verder open.
Produceren voor het pakhuis terwijl tegelijkertijd het laatste restje biodiversiteit uit deze provincie wordt geperst is natuurlijk schokkend. Maar de economische werkelijkheid van de Nederlandse melkveehouderij ziet er nog grimmiger uit. Het overgrote deel van de Nederlandse gangbare melk wordt verwerkt tot bulk: kaas, boter, melkpoeder. Met deze bulkproducten is geen droge boterham te verdienen. Uit de financiële jaarverslagen van Friesland Campina, waar zo ongeveer 90% van de Nederlandse melk wordt verwerkt, blijkt dat de divisie boter, kaas en melkpoeder sinds de vorming van deze coöperatieve multinational in 2007 alleen maar verlies heeft geleden. Jaarlijks gemiddeld ongeveer € 70 miljoen. Vorig jaar, na het loslaten van het melkquotum groeide het verlies van deze divisie, die rond de 70% van de melk verwerkt, tot € 101 miljoen.
De topman van Friesland Campina Roelof Joosten zei eerder dit jaar tegen het Financieel Dagblad: ‚de eerste vijf miljard liter melk zijn zeer winstgevend, aan de volgende twee miljard verdien je niets en op de laatste drie miljard verliezen we geld’.
Dat is een nogal merkwaardig verdienmodel. Bij een normale onderneming was de knoop allang doorgehakt: we stoppen met de bulk. Die beslissing is uit de weg gegaan, en het verliesgevende deel van de melk is alleen maar toegenomen. De perspectieven zijn somber. Topman Joosten over de extra melk die Nederland produceert: ‚Die wordt verwerkt tot de laagst renderende producten zoals spotmelk of foliekaas. Dat kan iedereen maken’.
Friesland Campina moet wel op de ingeslagen weg doormodderen, want het is een coöperatie waar de toeleveranciers, de melkveehouders, tegelijk ook de eigenaar zijn. Die kijken of Friesland Campina een over het geheel genomen acceptabele melkprijs uitbetaalt. Verder krijgt een gemiddelde melkveehouderij jaarlijks 25.000 euro subsidie, en dat helpt ook al niet om een andere weg in te slaan.
Op zich staat het een onderneming natuurlijk vrij om verliezen van de ene divisie goed te maken met de winsten van een andere divisie. Maar het wordt een ander verhaal wanneer door deze strategie de biodiversiteit om zeep wordt geholpen en aan de natuur grote schade wordt toegebracht. Die is namelijk niet van de melkveehouders, maar van ons allemaal. En het wordt natuurlijk helemaal te dol wanneer we een sector die zo huis houdt in de natuur, jaarlijks ook nog eens ongeveer € 350 miljoen aan subsidies toestoppen. En als het tegenzit mag de belastingbetaler ook nog opdraaien voor steunprogramma’s aan de melkveehouderij die zichzelf in de problemen heeft geholpen.
Overheden - zowel lokaal, provinciaal als landelijk - hebben kennelijk geen idee wat er echt aan de hand is en geven de ene na de andere vergunning af voor nog meer uitbreidingen. En als er al beperkingen vanuit een oogpunt van milieu of dierenwelzijn opdoemen, worden die met soepele regelgevingen, vakkundig uit de weg geruimd. Immers, de wereldbevolking moet worden gevoed.
Een merkwaardig argument. Uit cijfers van Wereldvoedselorganisatie (FAO) blijkt dat de Nederlandse bijdrage aan de totale zuivelproductie in de wereld 1,6%, is. Verder is ruim 70% van de wereldbevolking lacto-intolerant. Dat wil zeggen ze worden ziek van melk die niet is bewerkt. En intussen melken de boeren voor het pakhuis. Hoezo de wereldbevolking voeden?
Wie de feiten op een rijtje zet komt maar tot één conclusie: er is een grondige verbouwing van de gangbare melkveehouderij nodig. Om te beginnen moet de productie met meer dan de helft omlaag. Dat zorgt er voor dat de prijs voor de boeren fors zal stijgen omdat de verliezen verdwijnen. De rest van de melk zou het liefst biologisch moeten worden geproduceerd, maar in ieder geval via bloem- en kruidenrijke weilanden. Het gevolg: betere kwaliteit melk, de weidevogels kunnen terugkeren en de ganzen die voor steeds meer schade zorgen, blijven vrijwel zeker weg.
De ligboxstal is een ramp voor de koe en het milieu. Ze zouden moeten worden omgebouwd tot stallen waar koeien als het slecht weer is vrij kunnen lopen en liggen. Voor de rest horen koeien zoveel mogelijk buiten, en dat is met kleinere kuddes geen enkel probleem. De stallen moeten ook zo worden verbouwd dat de urine en vaste uitwerpselen aan de bron worden gescheiden. Dat scheelt enorm in de CO2 uitstoot waar het klimaat aan kapot gaat.
Zo’n verbouwing hoeft allerminst het einde van de melkveehouderij te betekenen. De schaalvergroting van de afgelopen jaren zorgde er voor dat nu 70% van de melk wordt geproduceerd door minder dan 30% van de melkveehouders. Die schaalvergroting blijkt een vergissing en moet worden teruggedraaid. In combinatie met een andere manier van produceren, komen we al een heel eind op weg naar een duurzame, natuur- en diervriendelijke melkveehouderij waar door een behoorlijke groep ondernemers ook nog een goede boterham kan worden verdiend.
Die verbouwing is niet gratis en er zullen boeren moeten stoppen. Dat moet natuurlijk op een nette manier worden geregeld, en gefinancierd. De sector, de overheid en de banken zouden elk een derde van de kosten voor hun rekening kunnen nemen. Op die manier neemt elke speler in het proces dat volledig uit de hand is gelopen, haar verantwoordelijkheid.
Het zou voor een nieuw kabinet een noodzakelijk klus in een regeerakkoord moeten zijn. Want als er niets gebeurt, dreigt de gangbare melkveehouderij weg te zakken in haar eigen onverkoopbare bulkproducten.

Auteur .
oud-redacteur
Het Financieele Dagblad.


Klik hier om meer te lezen over het (afschaffen van het) melkquotum.

26 juli 2015

Race to the bottom in de melkveehouderij

Door de schaalvergroting in de melkveehouderij verdwijnen er steeds meer bedrijven. De groten slokken de kleintjes op. De concentratie in megabedrijven is gemakkelijk voor de verwerkende industrie. Een melkauto hoeft minder adressen te bezoeken om met een volle tank op de fabriek te komen en de voederfabrikant kan meer op minder adressen afleveren. De verwerkende industrie koopt bij de boer de grondstoffen zo goedkoop mogelijk in en probeert bij de afnemer zoveel mogelijk de suggestie te wekken dat er zoveel waarde aan is toegevoegd dat het een grote marge rechtvaardigt.

Voor de koeien is er niet direct een bedreiging in een megastal. Niet meer in de wei kunnen is een achteruitgang in dierenwelzijn, maar een koe die kan kiezen, kiest soms ook voor de stal. Vanwege de temperatuur, regen, wind of het voedsel.
Een melkrobot is geen directe aantasting van dierenwelzijn. Het geeft de boer en de koe vrijheid. Het is pech voor de koe die niet goed past in het concept, bijvoorbeeld omdat de vierde speen onderontwikkeld is. Die gaat naar de slacht. Of de maximale productie wordt minder en dat is al relatief op jonge leeftijd.

De schaalvergroting, het opheffen van het melkquotum, de overproductie voor de export en de vrije markt zorgt ervoor dat boeren binnen de landsgrenzen en over de landsgrenzen elkaars concurrenten worden.
De boer die de laagste kostprijs weet te combineren met het juiste tempo van investeren overleeft het langst. Dit proces gaat ten koste van diversiteit in de weide, de kwaliteit van leven voor de koe en de vrijwel onzichtbare gevolgen voor de onoplettende belastingbetaler die de nadelen betaalt. Een biologische boer is meer verantwoord bezig, krijgt meer voor zijn melk per liter, maar gemiddeld is zijn inkomen lager. Zijn bestaan zorgt ervoor dat het beeld van een alleen maar op geld beluste boer niet eenduidig is. Gezond voedsel bestaat niet, er is alleen verschil in meer of minder gezonde levensstijlen. Minder kunstmest en “gewasbeschermingsmiddelen” voorkomt milieuschade, maar levert minder kilo’s.

Het is de PR-machine die de duur en de loop van de race-to-the-bottom bepaalt. De consument is zich nauwelijks bewust van de balans in voor- en nadelen die goedkope zuivel als voedselbron biedt. De inhoud van het consumentenbewustzijn over de achtergrond van het voedsel wordt mede bepaald door oude mythes, onverschilligheid en halve waarheden. Het is niet zo moeilijk voor alle betrokken marktpartijen om naar een ander te wijzen als reden voor het niet veranderen van het nadelige gedrag.

De ontwikkelingen in de melkveehouderij kunnen geschetst worden als uitholling over de hele linie. Wie de ontstane ruimte in de voedselvoorziening invult, is degene die meer toegevoegde waarde weet te leveren in combinatie met een goed verhaal, smaak en een lage prijs. Is dat het veganisme? Voor velen ongetwijfeld. Velen zullen ook genoegen nemen met een combinatie van dierlijk voedsel en lookalikes op plantaardige basis.

De noodzaak en neiging om dieren in eten te stoppen verdwijnt langzaam. Dat is een bevrijdend proces waarvan de aard en tempo van de verandering weinig mensen bevredigt.


Klik hier om meer te lezen over het (afschaffen van het) melkquotum.

02 juli 2015

Gemiste kans bij beteugeling mesthoop

Persbericht van Milieudefensie.

Dijksma mist kans om melkveehouderij uit de stront te trekken.

Amsterdam, 2 juli 2015. Milieudefensie is ongelukkig met de vandaag verschenen brief van staatssecretaris Sharon Dijksma aan de Tweede Kamer over het aantal koeien dat boeren mogen houden. Nog geen twee maanden na het einde van het melkquotum blijkt dat de groei van de melkveesector er voor te zorgen dat Nederland de mestlimiet voor 2015 overschrijdt. Deze mestlimiet is opgelegd door Brussel. Dijksma's plan om dit probleem op te lossen zorgt voor een verdere intensivering van de melkveehouderij. Dit zal de problemen alleen maar groter maken; meer grote stallen, minder koeien in de wei en hogere kosten voor boeren. Milieudefensie vindt het voorstel daarmee een gemiste kans voor boeren en milieu.

Met haar voorstel wil Dijksma de groei van de melkveehouderij beteugelen door een inperking van de hoeveelheid mest die de melkveestapel mag produceren. Zij voert daarvoor verhandelbare fosfaat(mest)rechten in en wil efficiëntie belonen. Boeren mogen dan meer koeien houden als ze aan kunnen tonen dat hun koeien minder mest produceren

Jacomijn Pluimers, campagneleider voedsel bij Milieudefensie: “Het is een gemiste kans de hoeveelheid koeien niet direct aan de beschikbare grond te koppelen. Hiermee voorkom je een verdere toename van het mestoverschot”. Het plan van Dijksma stimuleert een verdere intensivering van de melkveehouderij. Door de focus op efficiëntie worden de koeien de stal ingejaagd, en wordt inkoop van voer van buiten het bedrijf gestimuleerd. Boeren die niet kiezen voor de intensieve weg, maar kiezen voor meer extensieve weg en een brede meerwaarde bieden voor de maatschappij zoals natuur, landschap en gezondheid worden in de plannen van Dijksma niet beloond.

Al voor het einde van het melkquotum zijn Nederlandse melkveehouders meer vee gaan houden. De afgelopen twee jaar groeide de melkveestapel met zes procent. Meer koeien en meer melk betekent meer mest, en Nederland had al een mestoverschot. De verwachte problemen, zijn nu al werkelijkheid geworden. De enige structurele oplossing is door het aantal dieren aan de hoeveelheid beschikbare grond in Nederland te koppelen.

Bovendien zijn boeren economisch niet opgeschoten met de groei van het aantal koeien, omdat de prijs van melk is gedaald. Boeren krijgen op dit moment voor melk minder dan de kostprijs.

Dijksma heeft nu, na de Melkveewet die begin dit jaar van kracht werd, en de daarbij horende Algemene Maatregel van Bestuur die per 1 januari 2016 van kracht wordt, opnieuw de kans om beleid te maken voor een toekomstbestendige melkveehouderij met maatschappelijk draagvlak. Milieudefensie roept de Tweede Kamer en direct betrokken partijen op om te zorgen dat de plannen van Dijksma worden aangescherpt.

06 april 2015

Brutale boeren hebben fosfaat-ruimte ingepikt

Niko Koffeman en schrijven over de gevolgen van het loslaten van het melkquotum in relatie tot de melkveewet die leidt tot ongelijkheid.

Een citaat:

In de laatste twee jaar voor de beëindiging van het quotum heeft een groep melkveehouders aanzienlijk meer gemolken dan hun melkquotum toestond. Zij namen de te betalen superheffing voor lief. Voor een liter melk kregen ze 39 cent, maar moesten ze 27 cent superheffing betalen. Niet erg profijtelijk, dus was er kennelijk een ander oogmerk voor. Op die manier werd alvast een fosfaat-positie ingenomen voor de tijd na het melkquotum.

Deze strategie is dubbel beloond. In de melkveewet werd nog uitgegaan van een fosfaatreferentie-datum eind 2013, waarmee de extra fosfaatpositie werd gelegaliseerd. In deze AmvB wordt ook nog eens de overschrijding van 2014 gelegaliseerd.

In gewoon Nederlands: de brutalen hebben de halve wereld. Dat is uit een oogpunt van rechtvaardigheid binnen de sector kwalijk. Immers, de tegen de regels in ingepikte fosfaat-ruimte kan niet meer worden gebruikt voor een eerlijke verdeling onder melkveehouders die zich wel aan het melkquotum hebben gehouden. Kennelijk was de superheffing niet hoog genoeg om alle melkveehouders op het rechte pad te houden. Maar dat is geen reden om de overtreders nu extra te belonen door november 2014 als fosfaatreferentie te gebruiken.

Hele artikel lezen? Wie stuit de mest- en melktsunami?.

Zie voor meer voorbeelden van oneigenlijke bedrijfsvoering "Op uw kosten?".

03 april 2015

Opheffen van melkquotum als prisoner’s dilemma

Het melkquotum is ooit ingesteld om een melkplas te voorkomen. Nu het melkquotum is opgeheven dreigt een nieuw melkoverschot. Die situatie kan worden voorkomen als melkveehouders in eigen en buitenland gezamenlijk besluiten zich in te houden en niet eindeloos veel koeien gaan houden en zoveel melk proberen te produceren. Het gevaar is nog meer milieuvervuiling, mestoverschot en dierenleed dan er nu al was.

De situatie lijkt op een prisoner’s dilemma.
Wikipedia: meestal luidt de formulering daarvan ongeveer als volgt.
Er is een ernstig misdrijf gepleegd. Twee gewapende mannen worden gepakt en het lijkt erop dat het de daders zijn, maar het bewijs ontbreekt. Ze worden apart in de cel gezet en kunnen niet met elkaar communiceren. De openbaar aanklager doet elke verdachte het volgende voorstel:
  1. Als jullie allebei blijven zwijgen, kan ik jullie niet veel maken. Je krijgt dan alleen een geldboete wegens wapenbezit zonder vergunning.
  2. Als er één bekent is de zaak rond. Degene die bekent zal ik laten gaan omdat hij zo goed heeft meegewerkt. Degene die niet bekent kan minstens tien jaar gevangenisstraf verwachten.
  3. Als jullie allebei bekennen, krijgen jullie allebei vijf jaar.

De vraag is: wat kan een gevangene het beste doen (optimale strategie)?
De kern van het dilemma is dat het voor beide verdachten samen weliswaar beter is om te zwijgen, maar dat elke verdachte alleen aan zijn eigen voordeel denkt. Ongeacht wat de ander doet, is het voor elke verdachte beter om te bekennen. Immers: als de ander zou zwijgen, heeft bekennen het grootste voordeel, en als de ander bekent, heeft bekennen ook het grootste voordeel. Onderstaande tabel geeft de gedachtegang van elk van de verdachten weer.
Ik zwijg Ik beken
Hij zwijgt Ik krijg een geldboete Ik ben vrij
Hij bekent Ik krijg tien jaar Ik krijg vijf jaar
Vertaald naar de situatie van de boeren:
Ik ga meer melken Ik melk minder
Hij gaat meer melken De melkprijs daalt Ik ben de enige die minder gaat verdienen
Hij melkt minder Ik ga meer verdienen De marge tussen opbrengst en kostprijs wordt groter

Omdat het houden van koeien veel mest oplevert, geldt het dilemma ook voor de uitbreidingsmogelijkheden van varkenshouders en kippenhouders. Dus wanneer er meer gemolken gaat worden blijft er minder afzetruimte van mest voor boeren die andere dieren houden. In dat geval wordt de invoering van dierrechten of fosfaatrechten overwogen ook voor koeien.

Er wordt ook wel gesproken over de 'tragedie van (het uitputten van) de meent'. Individuele boeren handelen allemaal rationeel en in het eigen belang, maar kunnen niet komen tot een gezamenlijke aanpak die er voorkomt dat de voorraden en grondstoffen uitgeput raken.

De problemen die de boeren veroorzaken voor de samenleving en daarop afwentelen kunnen niet worden opgelost door de boeren zelf. Dat moet een niveau hoger gedaan worden door vertegenwoordigers van de kiezers, als waarnemer van burgerbelangen.

Zie ook "radicaal zijn of compromissen sluiten, een prisoners dilemma"?

Of: wie stuit de mest- en melktsunami?

Klik hier om meer te lezen over het (afschaffen van het) melkquotum.

11 december 2014

Melkveehouders moeten niet te veel produceren

De Boerderij meldt het volgende.
Melkveehouders hebben vorige week na de bekendmaking van de decembermelkprijs een recordaantal koeien afgestoten. Dit blijkt uit gegevens van de Rijksdienst van Ondernemend Nederland (RVO.nl). In de afgelopen jaren is het aantal slachtingen per week niet zo groot geweest als vorige week. Er werden maar liefst 15.338 runderen geslacht. Ter vergelijking; het gemiddelde aantal slachtingen lag in de eerste 49 weken van dit jaar op een kleine 10.000.
Melkveehouders reageren hiermee op de verlaging van de garantieprijs van FrieslandCampina. De zuivelverwerker verlaagde vorige week maandag haar prijs met €3,75 per 100 kilo melk naar €30,65. Door deze verlaging kan het leasen of betalen van superheffing niet meer uit. Superheffing kost bijna €28 per 100 kilo melk, wat betekent dat er maar weinig ruimte overblijft voor andere kosten. Met het oog op het wegvallen van het melkquotum in april melken veel melkveehouders boven hun quotumplanning. Nu de melkprijs flink gedaald is, willen melkveehouders toch hun productie remmen en stoten massaal oude koeien af.
Europees landbouwcommissaris Phil Hogan ging onverbloemd in op de wens van Nederland op een zachte landing voor de melkveehouderij. Die komt er niet, zegt hij. De melkveehouders weten al sinds 2008 dat de superheffing er in 2015 afgaat. Als er nu te veel melk geproduceerd wordt is dat een kwestie van verkeerd plannen, zegt Hogan. De landbouwcommissaris zegt dat het onredelijk is ten opzichte van degenen die zich wel aan de productiebeperkingen houden, als er een regeling getroffen zou worden.
Tot zover citaten uit twee berichten.
Volgens de Volkskrant moet Nederland dit seizoen een record aan superheffing betalen. Zo hard ging die stijging, dat Nederlandse boeren nu snel koeien naar de slacht brengen om aan de superheffing te ontkomen.
Tot 2020 zal de melkproductie toenemen, verwacht de Europese Commissie; in Nederland met 20 procent. Maar de prijs zal niet instorten, verwacht Hogan, omdat de extra productie zal worden geëxporteerd.
"Dan moet de zuivelexport tot 2020 wel verdubbelen, blijkt uit de cijfers van de Europese Commissie. Nu nog wordt er 145 miljard kilo melk geproduceerd, waarvan er (in de vorm van poeder, boter, kaas of andere producten) ongeveer 14 miljard wordt geëxporteerd. Heel Europa gaat in 2020 12- tot 14 miljard liter meer produceren. De Europeanen consumeren zelf niet méér, dus moet de extra productie worden geëxporteerd.
Hogan vindt grotere afhankelijkheid van export geen groot risico. De vraag in Azië, China vooral, maar ook in het Midden-Oosten, is groot genoeg".
Tot zover de Volkskrant.

Invloed Hogan?
Wat goed lijkt aan Hogan is dat hij niet bereid lijkt de belastingbetaler op te laten draaien voor de overproductie in de melkveehouderij. Vreemd is dat hij verwacht dat de zuivelproductie de komende tijd misschien kan verdubbelen omdat de wereldmarkt dit vraagt. De consumptie van vlees en zuivel is de belangrijkste bijdrager aan de klimaatopwarming.

Wie medeleven met de Nederlandse melkveehouderij niet kan onderdrukken leze meer over de desinformatie die melkveeboeren plachten te verspreiden niet in de laatste plaats op uw kosten. En dan te bedenken dat wij mensen melk helemaal niet nodig hebben en dat dit vooral geproduceerd wordt voor de export. Zouden ze in Azië en in het Midden-Oosten de loze verkooppraatjes over de "onmisbaarheid en gezondheid" van melk wel geloven in deze tijd waarin iedereen zich kan informeren via Internet?

Zie ook: ondernemers van het platteland vervreemden zich.

29 mei 2013

Verdrinkt melkveehouder in een melkzeepbel?

In RTV Drenthe radio-uitzending Cassata van zaterdag 25 mei een boeiend debat over de toekomst van de boeren, met name de melkveehouders. De melkprijzen zijn hoog, de behoefte aan melkpoeder groot, maar de concurrentie krijgt in 2015 veel meer kans.
Is dat het einde van de Nederlandse boer? Arend Steenbergen (voorzitter van LTO-Noord en melkveehouder in Pesse) en (10 jaar correspondent voor NRC Handelsblad voor het noorden, en daarna redacteur van Het Financieele Dagblad) kruisen de degens.

Volgens Abrahamse gaan de veehouders in 2015 koppie onder in de melkzeepbel. Schaalvergroting betekent voor de boer hogere kosten door de aanschaf van duur krachtvoer van elders. De kostprijs van melk ligt op dit moment 1 cent boven wat de boer krijgt. Na vrijgeven van de melkquota en het afschaffen van de importheffing zal ook het buitenland meer gaan produceren waardoor de melkprijs gaat zakken en het verschil met de hogere kostprijs nog verder zal uitlopen.
Voor elke kilo melk wordt drie-en-een-halve kilo mest geproduceerd. Nu al is de verwerking daarvan een probleem ondanks de subsidie op mestvergisting.
Abrahamse benoemt vier problemen wanneer de boeren meer vee gaan houden.
1. Extra voer.
2. Extra mest.
3. Subsidie gaan naar beneden.
4. Er komt buitenlandse concurrentie.

Opvallend is dat de LTO woordvoerder geen overtuigend argument voor zijn optimisme kan aanvoeren en terugvalt op een achterhaalde onderbouwing daarvan.
Abrahamse pleit voor krimp in de veestapel tot een kleinschaliger biologische bedrijfsvoering waarin de winstmarges tussen kostprijs en opbrengst veel ruimer zijn en die bovendien niet het milieu belast.
Volgens Abrahamse is de Nederlandse productie van zuivel juist niet efficiënt. De bescherming valt weg en zal daarom de bio-industrieboeren in financiële moeilijkheden brengen.
Koeien in het buitenland komen in tegenstelling tot veel dieren in ons land wel buiten en de kostprijs van de zuivel is veel lager. Die positie maakt buitenlandse producenten op de aantrekkende buitenlandse markt veel sterker.

Klik hier om meer te lezen over het (afschaffen van het) melkquotum.

13 november 2010

Melk, de ontstoken motor


In de melkveehouderij geldt internationaal marktwerking. Dat betekent dat wanneer er meer melk geproduceerd wordt, dat dan de prijs omlaag gaat. Maar ook dat wie de kostprijs laag weet te houden en veel produceert best wel wat kan verdienen. Soms zijn de weersomstandigheden in het buitenland zo extreem dat tijdelijk de melkprijs stijgt. En dat smaakt naar meer.
In de politiek daaromheen probeert de ene partij de melkproductie te verlagen en de andere partij zoveel mogelijk vrijheid te verkrijgen om zoveel te produceren als hij wil. Al jaren geldt binnen de landen van de EU een melkquotum. Wil een boer meer melken, dan moet hij quota bij kopen. In Nederland stoppen dagelijks boeren dus er komt regelmatig quota vrij. Sommige boeren hebben zelf niet eens een bedrijf, maar leven van hun quota. Melkt een boer over zijn quota dan moet hij een boete betalen. Afgesproken in de EU is dat in 2015 de quota worden afgeschaft. Tot 2015 mogen boeren jaarlijks 2% boven het quotum produceren. Nederlandse boeren doen dat, Duitse en Franse boeren produceren juist minder om zo de prijs omhoog te drijven. In dit krachtenveld is onduidelijk wie wint: degene die zich inhoudt en een hogere prijs krijgt of degene die bulk produceert.
Wel is duidelijk dat de Nederlandse boeren de laatste jaren geïnvesteerd hebben in megastallen om deze te kunnen vullen als zij de melkprijs zien stijgen. Betekent dit dat niet elke megastal boordevol met koeien staat? Nee, sommige megastallen zijn halfvol. Veel koeien melken met een hoge kostprijs is economisch niet aantrekkelijk. En de kostprijs in Nederland is hoog. Een boer probeert daarom zoveel melk uit een koe te persen als deze maximaal kan geven. Het gevolg is een veestapel die kwetsbaar is voor ziekten als uierontsteking, 70% van de koeien is op de een of andere manier kreupel.
Er is in ons land te weinig voer om zoveel koeien te kunnen voeren. Dat komt door het koelere klimaat en het te geringe landoppervlak. Daarom importeren we soja uit de landen die het verbouwen in plaats van de regenwouden. Hebben we dan zoveel melk nodig? Nee, maar de Nederlandse agrosector wil graag haar producten exporteren. Is er dan zoveel vraag uit het buitenland? Slechts 15% van de wereldbevolking eet zuivelproducten, maar melk wordt ook gebruikt om grondstoffen te maken voor andere voedingsmiddelen of producten. Of de melk wordt gemengd met andere ingrediënten om een bepaald trendy smaakje te vormen of de suggestie te wekken dat het gezond is.
Is melk dan op zichzelf niet gezond? Niet echt. Koeien worden zo gepresst (zeg maar uitgemolken) tot ontstekingen aan toe. Die ontstekingen in de uiers komen in de melk, zeg maar de pus uit de interne wond. Die pus mag niet een bepaalde waarde overschrijden. Die waarde wordt het celgetal (kiemgetal) genoemd. Het is merkwaardig dat melk sowieso ontstekingsproducten mag bevatten. Melk met een hoog getal wordt niet uit de markt genomen maar er wordt bijvoorbeeld kaas van gemaakt.

Moraal van dit verhaal? De Nederlandse boer graaft met zijn hebzucht het graf van zijn sector en het landschap van het platteland is verziekt met enorme loodsen. Staatssecretaris Bleker wil een brede maatschappelijke discussie over deze kwestie. Maar de weg van de grootschaligheid loopt dood. Het is allemaal uitstel van executie en het is maar te hopen dat de Nederlandse politici zich niet laten verleiden tot het in de EU verboden geven van staatssteun om de doodstrijd van de sector te verlengen. Dat is allemaal weggegooid geld dat beter gestoken kan worden in de uitbreiding van de natuur.

Het is dus niet zo best gesteld met het imago van de melkveehouder. Sommigen lopen binnen en met dat gegeven proberen reclamemakers het imago op te krikken. Kijk eens met de kennis van hierboven naar dit reclamefilmpje.

06 maart 2010

EU-subsidies afschaffen en ecologisch verantwoord stimuleren

Uit een studie van Brusselse ambtenaren blijkt dat wanneer alle subsidies en handelsverstorende maatregelen worden afgeschaft dit een inkomensval voor boereninkomens in Europa betekent van gemiddeld 22 procent.
Wanneer de markt voor dierlijke producten geliberaliseerd blijft, verschuift de productie van rundvlees naar buiten Europa.
Dit is een onwenselijke situatie. De oplossing is niet om de subsidies te laten bestaan. Deze afschaffen is sowieso beter voor de belastingbetaler, maar het handhaven van de importtarieven van import buiten Europa zou het wisselgeld moeten zijn voor het inperken van de gerichtheid van de Europese Agrosector om de markt buiten Europa te willen bedienen.
Het resultaat zou moeten zijn dat ecologisch en diervriendelijk verantwoord producerende boeren een betere concurrentiepositie krijgen.

De dubbelhartigheid van de zorgen van de boeren over hun schuld en over de spelers in de markt blijkt verder uit een artikel uit het Friesch Dagblad:
De markt krijgt in de landbouw door het beleid van banken niet de kans om zijn werk te doen en zorgt voor een zeepbel in grondprijzen en te hoge kosten voor de boeren. Dat is de stelling van een ingezonden brief van melkveehouder Van Weperen, eerder deze week in het Agrarisch Dagblad. "Wanneer de liberalisering haar werk zou doen, zouden boeren omvallen; dat zou de onroerendgoedprijs (land) onderuit laten gaan en dat zou, hoe erg ook, een beter beeld van de werkelijkheid geven", schreef Van Weperen. Boeren hebben belang bij een lage kostprijs, zo is de stelling van Van Weperen, en die kunnen ze niet behalen doordat ze duurbetaalde grond moeten laten financieren. Of, in het geval van melkveehouders, duur melkquotum.
Van Weperen maakt zich zorgen over hoe de alom verwachte schaalvergroting kan plaatsvinden als de grond en quotum zo duur blijven. "Onder normale financieringscondities betaal ik voor een hectare die ik voor 40.000 euro koop, 2000 euro aan rente en aflossing per jaar. Als ik zou pachten, betaal ik hooguit 1200 euro. Sterker nog: voor elke hectare grasland die ik er bij zou willen hebben kan ik beter besluiten het voer dat er vanaf zou komen te kopen en de mest die ik erover uit zou rijden te laten afvoeren. Dat is goedkoper.”

21 september 2009

Thieme vraagt kabinet op te treden tegen uitrijden melk

Persbericht PvdD Den Haag, 21 september 2009- Marianne Thieme heeft de ministers Verburg en Cramer gevraagd op te treden tegen het uitrijden van melk op de akkers door protesterende boeren. Als protest tegen lage melkprijzen weigeren ruim tachtigduizend boeren hun melk te leveren aan zuivelfabrieken en dumpen ze vandaag miljoenen liters melk over Europese akkers. Nederlandse en Duitse boeren zullen om 3 uur hun melk dumpen in Winterswijk.



De Europese boeren zijn van plan in één dag 40 miljoen liter melk uit te rijden op het land, waarmee volgens berekeningen van CLM een equivalent van 5,2 miljard liter huishoudelijk afvalwater in het milieu terecht komt. Bovendien is voor een productie van de genoemde hoeveelheid melk ruim 56 miljoen kg broeikasgassen uitgestoten, vergelijkbaar met 330 miljoen autokilometers. Ook zijn voor de productie van melk grote hoeveelheden graan nodig die veelal afkomstig zijn uit Zuid-Amerika. De productie van veevoer is daar de belangrijkste oorzaak van ontbossing en het verlies van biodiversiteit. Marianne Thieme vindt een dergelijke verspilling in tijden van voedsel- en klimaatcrisis onbestaanbaar en heeft Kamervragen gesteld over de kwestie.

Thieme wil van het kabinet weten of er opgetreden wordt tegen de aangekondigde acties, die ook in Nederland plaatsvinden en waarvan de AID op de hoogte is. In haar Kamervragen maakt zij de vergelijking met de Friese sage van het vrouwtje van Stavoren, een rijke koopmansweduwe die graan in zee liet dumpen en vervolgens aan de bedelstaf geraakte. Thieme vraagt de ministers wat zij gaan doen om de boze boeren op andere gedachten te brengen en perspectief te bieden.

09 juli 2009

Wat is eerlijk melken?

In Ziezo.biz aandacht voor de zorgen van LTO en premier Balkenende voor de concurrentiepositie van de Nederlandse melkveehouder:

Een gelijk speelveld voor agrarische producenten in de Europese Unie moet worden behouden. Dit schrijft minister-president Balkenende in een brief aan voorzitter Albert Jan Maat van LTO Nederland. De premier reageert op een brandbrief, die de LTO-voorzitter vorige maand aan hem stuurde.
Dit heeft LTO dinsdag bekend gemaakt. EU-lidstaten nemen in eigen land maatregelen om hun boeren tegemoet te komen, waardoor producenten in andere landen op achterstand raken. LTO had de premier gevraagd om de aantasting van de gelijke speelveld aan de orde te stellen tijdens de Europese Raad van medio juni. Balkenende schrijft de zorgen van LTO te delen.
Tijdens de Raad heeft hij duidelijk gemaakt dat voor Nederland twee punten van belang zijn. Ten eerste dat eerder in het kader van de Healtch Check gemaakte afspraken worden gerespecteerd. Ook is in de Raad overeengekomen dat de afspraken, die in het kader van de Health Check over de geleidelijke opheffing van de melkquota zijn gemaakt, overeind blijven.
Tot zover Ziezo.biz.

De Nederlandse melkveehouder staat ten opzichte van zijn buitenlandse concullega vrij sterk omdat de sector zo is georganiseerd dat een aantal nadelen van de hoge melkproductie in ons land zijn afgewenteld op de belastingbetaler en ten koste gaan van het dierenwelzijn.
Veel partijen (LTO, reclame, overheid) werken samen om de ongelijkheid in het speelveld aan het grote publiek te verkopen als het tegendeel: milieuvriendelijk en met aandacht voor dierenwelzijn.
De Nederlandse koe wordt meer en meer binnen gehouden om een grootschalige productie mogelijk te maken. Bijkomend voordeel is dat de mest op verschillende manier gemanipuleerd kan worden zodat het minder milieubelastend lijkt. Dat is slechts schijn, maar staat beter in de media.
Wat zou moeten gebeuren is dat de omvang van de Nederlandse productie gereduceerd wordt tot het niveau van de behoefte van de directe omgeving. Wanneer dat gepaard gaat met milieu- en diervriendelijke eisen aan de manier van produceren kan een speelveld ontstaan, waarin elke deelnemer een gelijkwaardige kans krijgt om verantwoord te werken en te leven. Koeien kunnen buiten lopen in de wei. Weidevogels krijgen een kans, in plaats van een weide als leefomgeving die wel groen (en clean als een biljartlaken) is, maar verder ongeschikt om in te overleven en om in voort te planten. Boeren die bereid zijn om zich in te zetten voor een aantrekkelijke landschap (toerisme), natuur en milieu kunnen beschermd worden tegen oneigenlijke concurrentie uit het buitenland. Een dergelijke speelveld ("level playing field") kunnen Europese landen elkaar best gunnen. Werk geen diervriendelijke boeren uit elkaars buitenlandse markt.
Niet op alle economische terreinen is een vrije markt heilzaam.

04 juni 2009

Melkplas groeit

Wim Thus, afdelingsdirecteur landbouw van Rabobank Nederland, meldt in het Agrarisch Dagblad dat het niet ondenkbaar is dat het aantal melkveehouders de komende vijf jaar halveert van 20.000 tot 10.000. Thus constateert dat de slechte melkprijs ondernemers in moeilijkheden brengt, maar dat er toch flink wordt geïnvesteerd in stallen, dieren en melkquotum.

Merkwaardig zijn de volgende twee constateringen.
Een kleinere sector is volgens Thus niet per definitie slecht, aangezien een fors aantal nu nog hobbymatig dieren houdt. Daar komt bij dat schaalvergroting in landen als Brazilië de Nederlandse sector dwingt tot een antwoord.
Tot zover het AGD.

Bovenstaande redenering leidt tot de conclusie dat het Europese beleid tav de melkveehouderij niet effectief en duurzaam is: een groeiende melkplas leidt tot mest- en milieuproblemen en tot problemen in het dierenwelzijn. Daarnaast verdienen de boeren te weinig. Er is dus eigenlijk bijna niemand die belang heeft bij deze situatie of het moet de bouwsector zijn, die de stallen levert.
Zelfs als bovenstaande zaken je niet interesseren dan is er nog het volbouwen van het platteland met grote stallen, dat het landschap lelijker maakt.

Klik hier om meer te lezen over het (afschaffen van het) melkquotum.

18 maart 2009

De melkveehouderij moet kiezen of delen: echte duurzaamheid of verdwijnen

In de Nederlandse melkveehouderij wordt buitensporig meer geproduceerd dan in eigen land wordt geconsumeerd. Het gevolg is dat de prijzen voor hun producten zo laag zijn dat zij onder of rond de kostprijs liggen. Riepen de vertegenwoordigers van de sector vroeger om meer mogelijkheden om te produceren met ruimere melkquota in het kader van de vrije markt (export), nu zij geconfronteerd worden met de nadelen van de vrije markt willen zij weer overheidssteun.
Omdat de ontwikkelingen in de melkveehouderij hebben geleid tot schaalvergroting, dat wil zeggen megastallen in het landschap en koeien het gehele jaar door binnen, is het zaak dat de overheid de hand op de knip houdt.
Wanneer de melkveehouderij krimpt, verdwijnt daarmee vanzelf een aantal problemen die zij nu veroorzaakt en waarvan zij de kosten wil afwentelen op de belastingbetaler.
Wanneer de overheid toch overweegt om een deel van de sector te steunen, zou dat gericht moeten zijn op het duurzame deel. En omdat duurzaam ook een uitgehold begrip is geworden, misbruikt om economisch gewin veilig te stellen, moet duidelijk zijn wat daaronder wordt verstaan. Alleen dat deel van de melkveehouderij dat koeien buiten laat lopen, dat geen veevoer importeert en geen antibiotica (onnodig) gebruikt, zou een toekomst moeten worden geboden.
Dat een dergelijke keuze een gigakrimp van de veestapel zou kunnen inhouden, zou geen probleem mogen zijn. Economisch heeft de Nederlandse samenleving de intensieve melkveehouderij niet nodig; de nadelen van milieu- en landschapsvervuiling kunnen gemist worden als kiespijn. De recreërende burger wil koeien in de wei zien en dat zal door een koude sanering van de opgesloten veestapel nauwelijks minder worden.

10 december 2008

Alleen gezond verstand kan uitbreiding melkquotum tegenhouden

Agriholland kopt het volgende.
'Berekeningen CLM-rapport staan uitbreiding melkquotum niet in de weg'.

Citaat:
Het CLM (Centrum voor Landbouw en Milieu) concludeert weliswaar dat een uitbreiding van het melkquotum negatieve gevolgen voor natuur, klimaat en dierenwelzijn heeft, maar daarbij is het CLM in haar scenario’s uitgegaan van ongewijzigd beleid van overheidszijde. Daarvan is echter geen sprake. Dat schrijft minister Cramer van Milieu mede namens haar collega Verburg van LNV in een brief aan de Tweede Kamer.

Tijdens het Algemeen Overleg van 26 november bleek er in de Tweede Kamer onduidelijkheid te bestaan over de percentages verruiming in de melkquota tot 2015 in relatie tot de berekeningen in het CLM-rapport. Daarin stelde het CLM dat het verhogen van de melkproductie tot meer uitstoot van broeikasgassen en hogere emissies van ammoniakgassen leidt.

Zoals in de aanbiedingsbrief bij het CLM-rapport is aangegeven, streven Verburg en Cramer naar een in alle opzichten duurzame veehouderij met een breed draagvlak in de samenleving. Verburg maakt in het traject daar naar toe afspraken met de sector. Eén van de uitgangspunten daarbij blijft dat een duurzame melkveehouderij zal moeten voldoen aan de vastgestelde milieueisen en afgesproken milieudoelstellingen.
Tot zover Agriholland.

Voor de goede verstaander: de huidige ontwikkelingen naar schaalvergroting waarbij nog meer dieren op stal blijven en kleine boeren, die dieren nog wel buiten laten lopen, verdwijnen, maakt het mogelijk dat op een bepaalde manier strategisch geformuleerde milieudoelstellingen nog wel kunnen worden gehaald. Maar dat gaat ten koste van dierenwelzijn: koeien komen niet meer in de wei en blijven het jaarrond binnen. Ook het landschap wordt verziekt door de bouw van megastallen die in feite enorme fabrieksruimtes zijn.
Ook de wijze van opvang en verwerking van mest uit de stallen maakt het mogelijk om politiek te schuiven in de belasting van het milieu.

Klimaateffect is vooral te verwachten van broeikassen en vlees- en zuivelconsumptie. Een verhoogde melkproductie gaat samen met verhoogde productie van broeikasgassen als methaan. Niet elke scheet van een koe komt terecht in een vergassingsinstallatie, maar draagt wel bij aan de opwarming van de aarde.
Waarom zou ons land meer zuivel moeten produceren dan we zelf afnemen?
Waarom moeten de melkveehouders uit Nederland produceren voor een wereldmarkt met producten die een mens niet eens nodig heeft als basisvoeding?
Waar zit het gezonde verstand van de zittende politici? Vermoedelijk in hun portemonnee.

Klik hier om meer te lezen over het (afschaffen van het) melkquotum.

10 december 2007

Melkveestapel gaat groeien

Het kabinet vindt dat de in 1984 ingevoerde melkquotering na 2015 niet verlengd hoeft te worden. Om ervoor te zorgen dat de sector zich goed kan voorbereiden op het quotumloze tijdperk na 2015, is het kabinet voorstander van een jaarlijkse verruiming van de melkquota, te beginnen met 2 à 3 procent in 2008.

Bij het produceren van 1 liter melk komt ook minstens 3-4,5 kilo mest vrij. Het gevolg is dat Nederland nog meer bijdraagt aan de opwarming van het klimaat (zie volgende bericht).

De Nederlandse rundveestapel bestaat uit 3,7 miljoen dieren. Voor de melkveehouderij gaat het om 2,5 miljoen dieren (1,1 miljoen jongvee, 1,2 miljoen melkvee). Daarnaast zijn er 1,2 miljoen stuks vleesvee (kalveren etc.).

De mestproductie in Nederland is als volgt:
Melkvee (dunne mest) 48.662 miljoen kilo
Melkvee (vaste mest) 1.007 miljoen kilo
Vleesvee 3.859 miljoen kilo
Varkens (vast en dun) 11.724 miljoen kilo

De melkveehouderij levert met een bijdrage van 75% aan de mestproductie, ook de grootste bijdrage aan het broeikaseffect vanuit de veehouderij. Op haar beurt levert de veehouderij met 18% de grootste bijdrage aan het broeikaseffect, tegen 13% door het verkeer.

Leeswijzer


Kijk op Facebook voor onze reactie op de actualiteit.
Aanbeveling: Thema's of steekwoorden vindt u via de labels onderaan de pagina of op Animal Freedom. Klik hier voor de laatste bijdragen.
Klik hier voor het beleid om uw privacy te beschermen.

Waarom dit blog?

De Nederlandse veehouderij is vooral gericht op zoveel mogelijk voor de export te produceren onder het motto “meer, meer, meer en groot, groter, grootst”. Dit heeft negatieve gevolgen voor zowel de dierenwelzijn, biodiversiteit, het milieu, het klimaat, de portemonnee en de gezondheid van burgers en ook voor welwillende boeren.
Dit blog verzamelt kritische artikelen die de wurggreep beschrijven waarin de veehouderij zichzelf heeft vastgezet. Zo willen we niet alleen een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de kwaliteit van het leven voor alle belanghebbenden, maar ook aan een schone, gezonde omgeving en een beter dierenwelzijn.

Ook de argumentatie dat dieren grondrechten hebben kan beter en meer aansluiten op hoe mensen voor zichzelf vinden dat recht moet gelden. Alle dier(soort)en kunnen in hun recht op vrijheid als (intrinsiek) evenwaardig aan mensen beschouwd worden. Dierenrechten zijn mensenrechten, die mensen de kans geeft om voor dieren op te komen.
Dieren, bijv. in de intensieve veehouderij, worden behandeld als een object in plaats van een subject met gevoelens en rechten.

De snelheid en het aantal dier(soort)en dat we voortdurend gebruiken is immens. De bijdrage aan onze welvaart en economie van de agrosector is gering. De oplossing is simpel en van niemand anders dan van ons zelf afhankelijk.

Dierenrechten in woord en beeld

Vrijheid is ook een intrinsiek grondrecht voor dieren. Dieren zijn geen dingen Dierenrechten zijn mensenrechten. Mensen moeten voor dieren kunnen opkomen wanneer hun grondrecht wordt geschonden.
logo van Animal Freedom yin en yang
Lees hier over de redenen waarom dieren recht op vrijheid hebben. Lees hier waarin mens en dier evenwaardig zijn.