Mens en dier zijn (intrinsiek) evenwaardig in hun recht op vrijheid

Bij de Stichting Animal Freedom leest u over de gedachte achter dierenrechten.
Hier leest u over ontwikkelingen in de agrosector en de gevolgen voor dieren(rechten).
Alle levende wezens zijn verschillend maar evenwaardig in het recht op vrijheid op een natuurlijk leven.
Een dier is (net als een mens) geen ding of een object.
Dierenrechten zijn mensenrechten. Mensen moeten kunnen ingrijpen wanneer mensen dieren misbruiken of onrecht aandoen.
Posts tonen met het label landschap. Alle posts tonen
Posts tonen met het label landschap. Alle posts tonen

19 oktober 2023

We gebruiken ons land verkeerd

Dood die niet doet leven

Nederland bestaat voor bijna 1 miljoen hectare uit eiwitrijk exotisch Engels raaigras (55%). Dit gras zorgt ervoor dat koeien meer melk geven. Op dit gras groeit geen enkele bloem en er leven dus ook geen insecten en andere (zoog)dieren. De oppervlakte van dit monotone grasland is zo groot als noord en Zuid-Holland, Utrecht en Flevoland bij elkaar! Ook eten koeien mais. Deze plantages zijn zo groot als een deel van Gelderland. Koeien eten 750 gram soja per dag. Dit zorgt voor massale (illegale) ontbossing in het Amazonewoud. Dit alles voor 3,8 miljoen melkkoeien.
De andere 11,4 miljoen varkens, 100 miljoen kippen, 3,8 miljoen koeien, 1,7 miljoen kalfjes, 850000 schapen, 480000 geiten, 8,5 miljoen eenden, akkerbouw, natuur en de mens hebben de overgebleven provincies tot hun beschikking (45%). Totaal uit balans dus! Helemaal met de gedachte van 2/3 van alle zuivel voor de export is. 60-80% van al de dieren dat hier gehouden wordt, is voor de export en veel dieren worden in het buitenland geslacht.
Kalfjes worden direct bij de moeder weggehaald en de moeder mag weer melk ‘geven’ voor menselijke consumptie. Koeien hebben klauw - en uierontsteking en worden tussen de vier en zes jaar naar de slacht gestuurd. Als de melkproductie mindert, worden ze ook naar de slacht gestuurd. De koe de dood insturen is rendabeler dan de koe in leven houden. Koeien worden geïnsemineerd door de boer. Stieren staan in speciale stierenstallen en mogen een paar keer per week op een nep(kunst)koe rijden.
De koeien staan de grootste tijd van het jaar op stal (ook biologische koeien). In de herfst en winter staan de koeien sowieso op stal. Met deze kennis kun je het ten zeerste in twijfel nemen of koeien wel voldoende vitamine b12 aanmaken. Dit doen ze namelijk alleen als ze gras rechtstreeks van het land eten. Door de intensieve industrie is de bodem uitgeput waardoor er weinig leven in de grond zit. Vaak wordt er vitamine B12 in de vorm van kobalt toegevoegd aan het voedsel van koeien.
Maar liefst 85% van de wereldwijde watervoetafdruk komt door de landbouw. Van de watervoetafdruk van landbouwproducten komt 46% voor rekening van dierlijke producten. Een koe kan zo’n 60 liter water per dag drinken en het kost 1500 liter water om één biefstuk te maken.
Slechts 5% is te wijten aan huishoudelijk waterverbruik (zoals wasmachine, douchen, tuin). De overige 10% is voor bijvoorbeeld papier, meubels en apparaten.
Bron: Diervriendelijk Nederland.

 

Landgebruik in Nederland

Landbouwgrond op een gezonde manier laten rusten?

Sierteelt beslaat momenteel 1,7 procent van de landbouwgrond. Daarop wordt een kwart van de totale hoeveelheid landbouwgif gebruikt, blijkt uit gegevens van het CBS. Zorgen over de gezondheidseffecten van langdurige blootstelling bij boeren en omwonenden nemen de laatste jaren toe.
De bestrijdingsmiddelen komen ook in water. De concentraties verschillen in Nederland sterk per waterschap. Op sommige plekken worden normen een duizendvoud overschreden.
Geen enkele sector gebruikt per hectare zo veel bestrijdingsmiddelen als de (niet-biologische) sierbollenteelt, en daarbinnen spannen lelies en pioenrozen de kroon.
Desondanks zijn lelies nog toegevoegd aan de lijst van toegestane vang(rust)gewassen, vertelt Urgenda-directeur Marjan Minnesma aan NU.nl, terwijl ze door het hoge gifgebruik schadelijk zijn voor de waterkwaliteit.

Een lezer reageert:
Enige rustgewas is bladrammenas, wat nu meestal al als groenbemester en stikstof-vanggewas in het najaar na de oogst gezaaid wordt. Zaai dat in een rustjaar in. Dit bindt stikstof aan de wortels, de grond kan een jaar goed diep beworteld worden, de gele bloempjes vormen een oase voor insecten en een jaar lang geen machines op het land.
 

08 mei 2019

Hoogproductieve koeien zijn snel uitgemolken

Boeren in het algemeen willen nog wel eens beweren dat zij hun dieren goed behandelen en dat hun koeien gezond zijn omdat zij anders minder snel zouden groeien en minder zouden produceren. De agrosector voert de hoge productie van een dier (veel melk, snelle vleesgroei) aan als bewijs dat het met het dierenwelzijn wel goed zit. Dat is niet zo omdat de productie bij een jonge melkkoe toch wel een paar jaar door gaat, ook als het niet goed wordt behandeld.
Als de stelling van de boeren zou kloppen, moeten hoog productieve koeien langer mee gaan, maar de productieve levensduur van de koe daalt, of blijft in het gunstigste geval gelijk.
Koeien worden gemiddeld na drie lactaties (drie keer kalveren) naar de slacht gebracht. De boeren vrezen anders hoge ziektekosten kwijt te zijn aan een dierenarts.
Koeien gaan veel melk produceren wanneer daarop is gefokt en hun voer daarop is afgestemd.
Beweren dat de hoge productie samenhangt met dierenwelzijn is een misvatting, die er bij helaas nog te veel toehoorders ingaat als zoete koek. De hoogproductieve Nederlandse koe gaat nog steeds jong naar de slacht ondanks het feit dat met veel minder kosten het dier gemakkelijk dubbel zo lang in de stal kan worden gehouden. Daarnaast kan een koe met gemak drie tot vier keer langer leven dan het nu gemiddeld wordt.
Maar veehouders hebben geen belang bij een lange levensduur. Ze willen een koe met zo min mogelijk kosten een zo hoog mogelijke productie laten geven. Wanneer zij die doelstelling niet zouden hebben en echt gericht zouden zijn op dierenwelzijn dan zouden ze andere type koeien houden die langer melk blijven geven en in hun levensjaren gemiddeld minder geld zouden kosten.
Maar zo denkt een gemiddelde veehouder om onbegrijpelijke redenen niet. Of het moet zijn dat hij graag een wedstrijdje houdt wie de grootste heeft. Boeren zijn nu eenmaal trots op hoge productie, grote veestapel, grote tractoren en veel hectares.
Om deze hoge productie vol te houden worden de koeien meer en meer binnen gehouden. De zuivel wordt op de wereldmarkt afgezet of gedumpt. Kleine boeren worden uit de markt gedrukt.
Ons land profiteert er niet van en het dierenwelzijn en het landschap (biodiversiteit) en de kwaliteit van het milieu (inclusief grond- en oppervlaktewater) zijn door de overdadige mestinjectie de dupe.

Tenslotte laat de agrosector een kans liggen om substantieel bij te dragen aan het voorkomen van de klimaatopwarming en het stoppen van de teloorgang van de natuur en aan het bevorderen van biodiversiteit.

Wanneer een mens geen weet heeft van wat wezenlijk het bezwaar is van het uitbuiten van dieren en van mening is dat dieren minder rechten hebben dan mensen dan heeft een gesprek over dierenwelzijn weinig zin. Ligt de reden in minachting van dieren en mensen die voor dierenrechten opkomen?
Meer lezen over de (opzettelijke) spraakverwarring tussen boeren, burgers en politici, klik hier.


20 januari 2019

Uitfasering van de Nederlandse veehouderij

Nu Nederland en de gehele wereld er belang bij hebben om samen te werken om globale bedreigingen als opwarming van de aarde, een voedseltekort voor de groeiende wereldbevolking, verlies van biodiversiteit en milieuvervuiling aan te pakken is het ook reëel om vooruit te kijken of de Nederlandse veehouderij nog wel een toekomst of bestaansrecht heeft.
Immers, de productie en het eten van vlees en de melkveehouderij dragen substantieel bij aan voorgenoemde problemen.
Nederlanders eten graag vlees en drinken veel zuivel omdat ze het gewend zijn, het lekker vinden, het de status van luxe en vermeende gezondheidsvoordelen heeft. Vlees bevat eiwitten die samengesteld zijn uit aminozuren. Het zijn die aminozuren die het lichaam nodig heeft en die via ons darmstelsel worden opgenomen in het lichaam nadat de eiwitten zijn afgebroken tot aminozuren. Al die voedselbestanddelen worden ook geleverd door planten, dus waarom die omweg, die zoveel nadelen heeft?

Daarnaast wordt de samenstelling van vlees door technologen nagebouwd uit kweekvlees of samengesteld uit plantaardige grondstoffen. Deze zijn minstens zo gezond als gewoon vlees, maar hebben niet de nadelen als dierenleed, waterverbruik, medicijn- of groeihormoonresten. Ze smaken (nu of binnenkort) identiek als vlees en kunnen goedkoper en op grotere schaal worden geproduceerd. Ook de vleesverwerkende industrie zal het worst wezen of de bestanddelen van verkocht vlees afkomstig zijn van dieren of van planten. Het gaat erom of de afnemers het willen kopen. En waarom zouden ze het niet proberen, te meer omdat de winstmarges gunstiger lijken.
Zou er echt zoveel weerstand van de consument te verwachten zijn wanneer plantaardig vlees er hetzelfde eruit ziet, net zo smaakt of mogelijk beter, goedkoper en minder ongezond is en minder gewetensnood oplevert?

De Nederlandse veehouderij is nog steeds gericht op de export omdat die in de afgelopen decennia grote groeikansen leek te hebben. Maar dat is achterom kijken. Inmiddels kennen we de nadelen van het oprekken van de grenzen van draagkracht van dier en ecologie. Wie vooruit kijkt, ziet voor de veehouderij voornamelijk beren op de weg. Er is op de boerderijen al zoveel bezuinigd via kostenbesparing, het oprekken van regels en het uitwonen van de leefomgeving dat wij Nederlanders eens onder ogen zouden moeten zien dat het einde van de doodlopende weg in zicht is en dat een verantwoorde voedselproductie een volkomen andere koers vraagt. Terwijl winstoogmerk bij het exploiteren van dieren in de ogen van steeds meer consumenten een ethische gruwel is, lijkt ook het perspectief van verantwoorde en voldoende inkomsten te verdwijnen.

Wie gaat sanering van de veehouderij betalen? Er zijn duidelijk 3 partijen die schuld hebben en gelijkelijk zouden moeten bijdragen: de veehouder die onverantwoord investeerde, de bank die onverantwoorde lening uitzette en de overheid die onverantwoord beleid voerde.

We kunnen ons veel geld, ergernis en moeite besparen wanneer we inzetten op een meer duurzame en toekomstvaste manier van voedsel produceren, gebaseerd op plantaardige grondstoffen. Een landschap zonder vee omdat er geen vee meer wordt gehouden is niet zo veel anders dan het huidige aangezicht van het landschap omdat veel vee al jaarrond in gesloten stallen wordt gehouden. Misschien valt er nog wat van de biodiversiteit te redden wanneer veel minder landoppervlak in gebruik is voor productie van veevoer en de leefbaarheid voor fauna niet langer door niets ontziende en egaliserende landbouwmachines onmogelijk wordt gemaakt.

Het monotone weidelandschap kent geen schuilmogelijkheden meer en wordt bevolkt door vogels die elders nestelen in bomen of onbegaanbare gebieden en ganzen die massaal afkomen op eiwitrijk gras. Geen wonder dat jonge weidevogels nauwelijks een kans tot overleven hebben.

Tenslotte kan Nederland in plaats van overproductie beter de technologie en knowhow van plantaardige voedselproductie blijven exporteren en zo vrij van dierenleed bijdragen aan het verminderen van voedseltekort in de rest van de wereld en het vertragen van de opwarming van het klimaat.

Zie deze oproep in de Volkskrant van 19 augustus 2019:
Volgens koeienboer Annette Harberink, varkensboer Kees Scheepens en kippenboer Ruud Zanders doen veeboeren er goed aan met hulp van politiek en goede wil te stoppen.

"Laten we er een 20-jarenplan van maken om in 2040 wederom het beste landbouwsysteem ter wereld te hebben. Ieder jaar nemen we 5 procent van onze veestapel uit productie. Te beginnen met boeren die geen opvolging hebben en (bijna) pensioengerechtigden. Dit kan middels opkopen van productierechten. Hiermee kunnen ook eventuele schulden worden afbetaald".

16 augustus 2013

Bijdrage veehouderij aan economie is gering

De agrosector mag graag zichzelf vooruitschuiven als een pijler van de zieltogende economie.
Jaco Geurts van het CDA: “onze economie drijft op de export, en de land- en tuinbouw hebben daar een groot aandeel in".
In werkelijkheid ligt dit anders, met name voor de bio-industrie. Wanneer ook de vervuiling wordt meegerekend dan is de bijdrage eerder negatief.

Bent u bekend met de misstanden die er zich hebben voorgedaan tijdens transporten richting Turkije en specifiek aan de grens van Bulgarije en Turkije?

Bent u bekend met de misstanden die er zich hebben voorgedaan tijdens transporten richting Turkije en specifiek aan de grens van Bulgarije en Turkije?

Kunt u aangeven of slachthuizen in Turkije dezelfde dierenwelzijnsnormen hanteren als Nederland? Zo nee, waarin verschillen deze normen?

Kunt u aangeven hoeveel misstanden zich er in de afgelopen tien jaar hebben plaatsgevonden? Kunt u de omvang weergeven van het vee wat daarbij betrokken was en welke problemen zich hierbij hebben voorgedaan? Zo nee, waarom beschikt u niet over deze gegevens?

Klopt de conclusie van Eyes on Animals dat aan de grens van Bulgarije naar Turkije veel dierenleed ontstaat door lange wachttijden, extreme hitte en tekort aan water en voedsel? Klopt de stelling dat runderen in slachterijen in Turkije routinematig worden geslagen, steken in de ogen krijgen, elektrische schokken krijgen toegediend en aan een poot in de lucht gehesen worden? Bent u het eens dat dit niet voldoet aan de dierenwelzijnseisen die gesteld zijn voor Nederlands vee?

Kunt u zich vinden in de conclusie van het artikel dat het transport naar Turkije en diens slachtpraktijken ernstig dierenleed met zich meebrengt? Zo nee, op basis van welke argumenten?

Kunt u aangeven of u voornemens bent om de export van jonge kalveren (9-12-26 weken) naar Turkije toe te staan? Zo nee, kunt u verklaren waarom de exportsector zich aan het voorbereiden is op deze transporten? Zo ja, kunt u aangeven waarom u de Kamer nog niet geïnformeerd heeft over dit voornemen?

Klopt het dat er een ethische reflectiecommissie is ingesteld? Zo ja, wat is de functie van deze commissie? Welke leden zitten er in deze commissie?

Kunt u aangeven wat de bevindingen zijn van de ethische reflectiecommissie over het dierenwelzijn van transporten richting Turkije? Hoe verhouden deze bevindingen zich met het voornemen om het export van kalveren naar Turkije toe te staan?

Bent u het eens dat de problemen aan de Turks-Bulgaarse grens sinds uw brief van 21 januari 2013 KS 28286-612, niet verbeterd zijn? Zo ja, bent u bereid om het voornemen om het transport met kalveren richting Turkije in te trekken? Bent u bereid om een Nederlands verbod te leggen op transporten met al het vee richting Turkije?

Kunt u aangeven welke Europese landen nog meer vee exporteren richting Turkije? Kunt u aangeven om hoeveel vee dit jaarlijks gaat? Bent u bereid om op Europees niveau u hard te maken voor hogere dierenwelzijnseisen aan de transport- en slachtpraktijken van Turkije?


16 oktober 2012

Halfvolle megastallen diervriendelijk?

Jelle Feenstra van LTO Noord schrijft in Nieuwe Oogst:
Wat de Chinezen in het groot doen, gaan melkveehouders in het klein doen. China moet 22 procent van de wereldbevolking voeden met slechts 7 procent van het beschikbare landbouwareaal. De kans dat dat tot honger en grote onrust leidt, is aanzienlijk. Daarom kopen de Chinezen momenteel miljoenen hectares landbouwgrond op en leggen ze overal ter wereld graan, soja en micro-nutriënten vast. Zodat ze niet te kwetsbaar worden bij hoge voedselprijzen.
Meer en meer gaan ook melkveehouders een betaalbare voervoorziening voor hun koeien veilig proberen te stellen. Dit jaar blijkt al hoe kwetsbaar ze zijn. De melkprijs viel, ondanks zijn bovengemiddelde niveau van de afgelopen vijf jaar, na topjaar 2011 toch wat tegen. En vrijwel niemand voorzag begin dit jaar dat de voerprijs de kostprijs 4 centen omhoog zou jagen. Het leidt op sommige melkveebedrijven - in het bijzonder degene met onvoldoende grond eronder - tot problemen met de liquiditeit en de serieuze vraag of al die nieuwe, halfvolle stallen - vol brandende ambitie neergezet met het oog op 1 april 2015 - ooit nog vol komen.
Tot zover Nieuwe Oogst.

Op dit moment is het fietsseizoen over en worden de koeien weer naar stal gehaald. De WSPA memoreert dit met het motto “de stal is voor even en niet het hele leven”.
Misschien denkt de naïeve stadsbewoner: nou dan hebben de koeien tenminste gedurende het winterseizoen met die halfvolle stallen twee keer zo veel ruimte in de stal. Helaas zo werkt het niet. De boer sluit gewoon een stuk stal af om werk en daarmee geld te besparen.
Misschien iets om over na te denken wanneer u weer volgend voorjaar weer door het platteland fietst: waarom zo groot bouwen (deels op uw rekening) als de ruimte toch niet benut wordt of u zoekt nu contact met een boer om uw caravan te stallen voor een schappelijk prijsje. Hij kan het geld goed gebruiken en u hebt als belastingbetaler al veel bijgedragen aan zijn ruime opstal.

28 februari 2012

Is een megastal o.k.?

Een boer die het geld heeft om een mega- of gigastal te bouwen heeft ook geld genoeg om diervriendelijke investeringen te doen, zou je zeggen of zit dat anders?
Als je duizend koeien jaarrond 365*24*7 uur per jaar op stal zet, dan kun je veel welzijnsproblemen voorkomen door de koeien te laten rusten op een rubbervloer of latex matras in plaats van op een betonnen vloer. Er zijn zelfs stallen waarin koeien op een soort waterbed rusten. De topproductie van een melkkoe van tegenwoordig vraagt naast uitgekiend voer, flexibele melktijden om voldoende rust. Een boer die een megastal overweegt zal zeker in de publiciteit aanvoeren dat hij een stal diervriendelijker kan inrichten dan een gangbare stal. Let op: hij zegt “kan” en niet “zal” want diervriendelijker is duurder. En laten we wel wezen: het gaat om het geld. En dat kun je verdienen door grootschaligheid en door verlaging van de kostprijs.
Dat bij de inrichting van een megastal er minder antibiotica gebruikt zou kunnen worden of er minder poot- en uierproblemen zouden kunnen optreden laat onverlet dat die problemen bestaan. Het hoeft maar procentueel een beetje minder te zijn en je hebt het (voordeel) bewezen. Het is iets (economisch) gemakkelijker om werknemers langer aanwezig te laten zijn in de stal om individuele dieren te monitoren.
Voor politici en beleidsmakers is het dus vooral zaak om goed te luisteren. Wat een boer kan is (vaak) niet wat hij zal doen.
In de omgeving van de megastal wordt mest uitgereden, gescheiden en gebruikt voor stroomopwekking. Er zijn enorme gras- en maïsvlaktes. Maar of dit voldoende is om de koeien binnen in de stal te voeden, dan weet alleen de boer. Koeien die om welzijnsredenen even uit de groep gehaald moeten worden, zet je tijdelijk buiten. Dan denkt het publiek ook dat zij af en toe buiten komen. Buitenstaanders zien niet dat een koe hoogstens vier of vijf jaar oud wordt, terwijl een koe wel 15 jaar melk kan geven.
Vrachtwagens die laden en lossen kunnen dat gemakkelijk doen: er is genoeg lading, het is efficiënt en effectief.
Kortom: wat is er mis met schaalvergroting?
Het antwoord hangt af hoe je aankijkt tegen de manier waarop we als samenleving om willen gaan met dieren. Wat is de reden dat Nederland 3x zo veel dieren houdt dan voor de eigen voedselvoorziening nodig is? De overproductie heeft nadelen (onder meer mestoverschot, krimp van biodiversiteit, landschapsvervuiling), die afgewenteld worden op de samenleving, oftewel de belastingbetaler.
Het gaat de megastalhouder om geld verdienen, laat hij het dan ook op een eerlijke manier doen door ook de vervuiling en de nadelen te betalen. Ook in die situatie is een megastal nog niet o.k., wanneer je het recht van dieren om buiten te komen in het gras serieus neemt.

23 februari 2011

De strijd om het Oostervaarderswold, levensader voor duizenden grazers

De aanleg van een nieuwe strook natuur tussen de Oostvaardersplassen en Horsterwold bij Zeewolde zorgt bij de Statenverkiezingen in maart 2011 voor hoogoplopende discussies in Flevoland. Boeren moesten onder voorgaande kabinetten hun vruchtbare land noodgedwongen verkopen voor de aanleg van dit onderdeel van de Ecologische Hoofdstructuur. Sinds het aantreden van het kabinet Rutte is er echter tot grote vreugde van de boeren een andere wind gaan waaien. Staatssecretaris Bleker wil dat de aanleg van het zogenaamde Oostvaarderswold stopt.
De provincie en enkele politieke partijen willen dat de natuurzone alsnog wordt aangelegd omdat er al bijna 200 miljoen euro in de aanleg is geïnvesteerd.

In een uitzending van Eenvandaag meldt staatssecretaris Henk Bleker dat de strook te duur is. Met het niet aanleggen van de verbindingsstrook en weer terug verkopen aan de boeren kan de overheid uiteraard geld besparen en terugkrijgen. Maar duur is de aanleg van de strook niet echt. De 37 boeren moeten worden uitgekocht. Omdat het goede landbouwgrond is en de boeren in de naaste toekomst door verwachtte voedselschaarste goede prijzen te krijgen voor hun opbrengsten, kiest de overheid nu voor akkerbouw. Maar dat deze grond nodig is voor de voedselbehoefte, is vooral demagogie. De meeste opbrengst van de landbouw wordt geëxporteerd. Er is op het platteland van Frankrijk meer dan genoeg braakliggende landbouwgrond beschikbaar om ruimschoots te compenseren voor grond waar natuur gepland is.
De nu gevangen zittende dieren in de Oostvaardersplassen kunnen de ecologische verbindingszone gebruiken om te overleven. Op deze smalle strook kan ook het publiek terecht, zodat zij daarmee een goede kans hebben om migrerend wild te observeren. Anders dan in de uitzending gemeld is deze migratie tweerichtingsverkeer.

27 oktober 2010

Natuur en landschap op waarde geschat

De regering kan per jaar 125 miljoen besparen door geen grond meer aan te kopen voor de Ecologische HoofdStructuur (EHS). EHS is natuurlijke ruimte waardoor planten en dieren als het ware kunnen reizen om te overleven.
Maar met het minder aanleggen van EHS lopen we ook veel voordelen mis die de extra natuur zou hebben opgeleverd.
De boeren zouden het jammer vinden als zij niet meer kunnen verdienen aan de grond die nu aan natuur wordt toegewezen. Zij willen graag daarin een boterham verdienen onder het motto: "we hebben onze natuur te danken aan de cultivering van de natuur in de vorige eeuwen". Zij willen -in overleg en met een nieuwe invulling- die rol wel blijven vervullen.
Meer natuur is niet alleen weidevogelbeheer, landschapsonderhoud of extra leefruimte voor de bijen die het al zo moeilijk hebben (zie ook bijensterfte). In de vrije natuur wordt 80% van de planten bestoven door honingbijen. De honingbij is daarom van essentieel belang voor de biodiversiteit.
De natuur heeft naast recreatie en toerisme nog veel meer voordelen.
Het voormalige ministerie van LNV had de voordelen al eens op een rijtje gezet voordat het eerste kabinet Rutte besloot dat er minder natuur zou moeten komen om geld te besparen.

Klik hier om meer te lezen over de Ecologische HoofdStructuur.


 

23 december 2009

Melk, de witte milieuvervuiler

‘Melk. Da’s belangriek!’ is de boodschap waarmee LTO sinds vorige maand door het hele land loopt te venten om het imago van zuivel en de melkveehouderij op te poetsen. Met deze campagne wil LTO het publiek wijzen op ‘het belang van de Nederlandse melk voor welvaart en welzijn’. Bij Sinterklaasintochten, op kerstmarkten en zelfs bij de 3FM Serious Request-actie in Groningen vragen LTO-leden aandacht voor de positieve bijdrage die de melkveehouderij levert aan mens en milieu. Een onwaarheid als een koe!

De gezondheidsbezwaren die aan de consumptie van zuivel kleven zijn niet mis. Vanwege het hoge gehalte aan verzadigde vetten wordt zuivelconsumptie steeds vaker in verband gebracht met vetzucht. Er zijn onderzoeken die aantonen dat er een verband is tussen zuivelconsumptie en borstkanker. En wie melk drinkt voor sterke botten komt bedrogen uit: vanwege de samenstelling veróórzaakt melk juist botontkalking. Maar melk is ook helemaal niet bedoeld als voedingsmiddel voor de mens! Koeienmelk is bestemd voor koeienbaby’s, mensenmelk voor mensenbaby’s.

De milieubezwaren van de zuivelproductie zijn echter nog veel groter. De veehouderijsector is namelijk de grootste producent van broeikasgassen. Steeds meer gerenommeerde wetenschappers en onderzoeksinstituten (zoals de Wereldvoedselorganisatie en het World Watch Institute) komen tot die conclusie. Wereldwijd stoot de veehouderij, met alles wat ervoor nodig is, meer broeikasgassen uit dan alle verkeer en transport bij elkaar. De melkveehouderij heeft daarin een fors aandeel, door de productie van grote hoeveelheden methaan en lachgas – broeikasgassen die een vele malen sterkere broeikaswerking hebben dan CO2 (resp. 21 en 310 keer). De door de zuivelsector als milieuvoordeel gepresenteerde opname van CO2 door gras wordt als weinig relevant beschouwd vanwege de korte cyclus, waardoor de CO2 alweer snel vrijkomt. Het krachtvoer dat koeien krijgen om de melkproductie op te voeren bestaat o.a. uit maïs en sojaschroot. Het verbouwen daarvan geeft extra milieubelasting. ‘Sojaschroot’ is geen afvalproduct, zoals vaak wordt beweerd, maar het sojameel waaruit de sojaboon (na bewerking) voor 80% bestaat. Dan is er de mest: elke kilo melk die een koe produceert, gaat gepaard met zo’n 3,5 kilo mest. En voor elke kilo kaas is wel 10 kilo melk nodig. Dus 35 kilo mest naast één kilo kaas. Stelt u zich dat eens voor in uw koelkast!

Boeren zouden een belangrijke rol kunnen spelen als landschapsbeheerders. Maar door de intensieve veehouderij en landbewerking neemt de biodiversiteit juist sterk af. Lucht, bodem en water worden vervuild. Weilanden zijn strakke biljartlakens geworden, waar bijna al het leven uit verdreven is. Steeds meer koeien staan permanent op stal. Landschappelijke waarden zijn ondergeschikt gemaakt aan bedrijfseconomische overwegingen.

De Nederlandse zuivelsector wil per sé de melkboer van Europa zijn, of liever nog van de hele wereld. (Terwijl driekwart van de wereldbevolking nota bene lactose-intolerant is en helemaal geen melk verdraagt.) Daardoor is melk een marginaal bulkproduct geworden. Hoe kun je als boer dan een goede prijs bedingen voor je melk en waardering oogsten van de consument c.q. burger? Is het dan gek dat melk in de supermarkt minder kost dan flessenwater...? En zo komt het dat LTO nu de boer op gaat met twijfelachtige gezondheidsclaims en valse verkooppraatjes over positieve milieubijdragen. Die energie kan de sector beter steken in duurzame en diervriendelijke kwaliteitsproductie.

Daniëlle Hutter

24 april 2009

Als de boeren een klein stapje terugdoen is dat de redding van veel vogels

De Vogelbescherming roept de boeren op om een klein stapje terug te doen:

Soorten als veldleeuwerik, patrijs en grauwe gors zijn met meer dan 90% afgenomen sinds de jaren zestig. Gele kwikstaart, kneu en graspieper zijn sinds die tijd gehalveerd. Agrarisch natuurbeheer kan uitkomst bieden, maar daar moeten dan wel voldoende financiële middelen tegenover staan.

Oorzaken van de sterke achteruitgang van akkervogels komen door een steeds verdere intensivering van de landbouw. Schaalvergroting en het verdwijnen van natuurlijke landschapselementen leiden tot vermindering van broedgebied. Door intensief gebruik van pesticiden en kunstmest ontstaat er minder voedselaanbod. Efficiëntere oogstmethoden hebben tot gevolg dat er ook ’s winters minder voedsel aanwezig is, waardoor er dan meer vogels sterven.

Onderzoek toont aan dat agrarisch natuurbeheer uitkomst kan bieden. De aanleg van brede akkerranden zal leiden tot hogere dichtdeden van onder meer veldleeuwerik en grauwe kiekendief. Het laten overstaan van granen resulteert in hoge aantallen grauwe gors, kneu, geelgors en veldleeuwerik in de wintermaanden. Bijkomend voordeel van deze maatregelen is dat ze goed inpasbaar zijn in de gangbare bedrijfsvoering van akkerbouwers.

Natuurlijke plaagbestrijding

De akkerranden zorgen voor beschutting van weidevogels om te broeden en voldoende voedsel, zoals insecten. Ook zorgen de insecten voor natuurlijke plaagbestrijding, zoals het verminderen van luis in de gewassen.

Meer lezen over akkerranden beheer? Klik hier.


 

18 april 2009

Hoe moffel je een megastal weg?

De ene groep boeren dringt de andere groep uit de markt. Alleen degenen die groot denken zullen nog een tijdje overleven. Daarmee komt het einde van de bio-industrie een stap dichterbij. Maar eerst moet de Nederlandse burger nog de horizonvervuiling verdragen van de megastallen die gebouwd worden voor koeien, varkens en kippen.
Grote veestapels bijeen in 1 stal maken bedrijfsvoering relatief goedkoop. Het vooruitzicht op een groeiende afzet in een globale markt, maakt dat de moderne boer haast heeft en dat alle zeilen worden bijgezet in een discutabel politiek maatwerk.
Het aantal grootschalige boeren is niet zo groot en de aanslag op het landschap des te meer. De provincie stuurt daarom de ambtenaren de boer op van de megalomanen onder de veehouders. In zogenaamde keukentafelgesprekken wordt ervoor gezorgd dat de boer zo snel mogelijk zijn zin krijgt en dat het resultaat zo min mogelijk uit de toon valt in het landschap.
Omdat er veel geld valt te verdienen zijn ook de architecten van de partij. Evenals de universiteit van Wageningen. Zij onderzoekt hoe het zou kunnen, desnoods voor het gehoor van het buitenland, dat vervolgens dankbaar de concurrentie met de Nederlandse boer aangaat en daarmee de sector versneld om zeep helpt. De Nederlandse boer neemt over wat hem geld oplevert en laat achterwege wat het dier welzijn zou opleveren.
Prijsvragen worden uitgeschreven, erfbeplanting begroot, iedereen werkt samen om de grootse dromen van de laatste veehouders te verwezenlijken. Brutalen bebouwen de halve wereld.
Bijna niemand die nog vraagt of het allemaal nog leidt tot verhoging van het dierenwelzijn. De dieren komen niet meer buiten, hoogstens gelucht op de binnenplaats of een uitzondering, breed uitgemeten in de pers, daargelaten. Binnen wordt met minimale middelen de arbeid wegbezuinigd en aan de koe of het varken met nog wat lapmiddelen wordt de suggestie van welzijn gegeven. Melkrobots, roterende borstels, waterbedden en computergestuurde voeding moeten het oog van de meester vervangen. Het oog van de meester maakte mogelijk vroeger varkens vet, maar in de moderne stal zijn de koeien mager, uitgemolken tot op het bot.
Kan de burger uit de stad die vanwege de economische crisis een extra vakantie op het platteland dit zien aan de buitenkant? Het is maar de vraag of hij een stal herkent, want er is alles aangedaan om niet op te vallen: geen verrommeling meer en dichte erfbeplanting onttrekken de grootschalige bedrijfsvoering zo veel mogelijk aan het oog.
Misschien ziet de naïeve toeristische fietser de mestvergister als een fata morgana van een oosterse kathedraal, in plaats van een fabriek waarin afval en mest tot energie wordt opgewerkt met 50% subsidie van zijn zuurverdiende belastingcenten. Zou hij zo naïef zijn om te denken dat de biologische boer minder megalomaan is?

Dit alles omdat de moderne boer een ondernemer is geworden, die zijn geld verdient op verre markten. Vroeger bracht de boer de opbrengst naar de lokale markt. Nu is hij slaaf geworden van de verwerkende agro-industrie, die haast heeft in de slag om de wereldmarkt.

Leeswijzer


Kijk op Facebook voor onze reactie op de actualiteit.
Aanbeveling: Thema's of steekwoorden vindt u via de labels onderaan de pagina of op Animal Freedom. Klik hier voor de laatste bijdragen.
Klik hier voor het beleid om uw privacy te beschermen.

Waarom dit blog?

De Nederlandse veehouderij is vooral gericht op zoveel mogelijk voor de export te produceren onder het motto “meer, meer, meer en groot, groter, grootst”. Dit heeft negatieve gevolgen voor zowel de dierenwelzijn, biodiversiteit, het milieu, het klimaat, de portemonnee en de gezondheid van burgers en ook voor welwillende boeren.
Dit blog verzamelt kritische artikelen die de wurggreep beschrijven waarin de veehouderij zichzelf heeft vastgezet. Zo willen we niet alleen een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de kwaliteit van het leven voor alle belanghebbenden, maar ook aan een schone, gezonde omgeving en een beter dierenwelzijn.

Ook de argumentatie dat dieren grondrechten hebben kan beter en meer aansluiten op hoe mensen voor zichzelf vinden dat recht moet gelden. Alle dier(soort)en kunnen in hun recht op vrijheid als (intrinsiek) evenwaardig aan mensen beschouwd worden. Dierenrechten zijn mensenrechten, die mensen de kans geeft om voor dieren op te komen.
Dieren, bijv. in de intensieve veehouderij, worden behandeld als een object in plaats van een subject met gevoelens en rechten.

De snelheid en het aantal dier(soort)en dat we voortdurend gebruiken is immens. De bijdrage aan onze welvaart en economie van de agrosector is gering. De oplossing is simpel en van niemand anders dan van ons zelf afhankelijk.

Dierenrechten in woord en beeld

Vrijheid is ook een intrinsiek grondrecht voor dieren. Dieren zijn geen dingen Dierenrechten zijn mensenrechten. Mensen moeten voor dieren kunnen opkomen wanneer hun grondrecht wordt geschonden.
logo van Animal Freedom yin en yang
Lees hier over de redenen waarom dieren recht op vrijheid hebben. Lees hier waarin mens en dier evenwaardig zijn.