Mens en dier zijn (intrinsiek) evenwaardig in hun recht op vrijheid

Bij de Stichting Animal Freedom leest u over de gedachte achter dierenrechten.
Hier leest u over ontwikkelingen in de agrosector en de gevolgen voor dieren(rechten).
Alle levende wezens zijn verschillend maar evenwaardig in het recht op vrijheid op een natuurlijk leven.
Een dier is (net als een mens) geen ding of een object.
Dierenrechten zijn mensenrechten. Mensen moeten kunnen ingrijpen wanneer mensen dieren misbruiken of onrecht aandoen.
Posts tonen met het label koeien. Alle posts tonen
Posts tonen met het label koeien. Alle posts tonen

05 november 2019

Kalfjes bij de koe



Kalfje-bij-de-koe is voor Zuiver Zuivel melkveehouder Armando Kok een stap in de richting van een zo natuurlijk mogelijke melkveehouderij. Hij legt het uit.
“Bij ons lopen de kalfjes bij de melkkoeien in de kudde. De eerste twee maanden mogen ze onbeperkt bij hun eigen moeder melk drinken. Voor de moederkoe is het fijn om haar kind bij zich te houden: daarmee kan ze haar natuurlijke moederinstinct uitleven. Bovendien zorgt zij veel beter voor het kalfje dan ik dat kan. Dankzij die moederzorg groeien de kalfjes ontzettend goed en zijn ze kerngezond. Het levert mij werkplezier op waardoor ik vrolijk ben en nog beter voor de koeien kan zorgen. Naast de jonge kalfjes heb ik ook graag wat koeienwijsheid – oudere koeien – in de kudde staan. Door die verschillende leeftijden vormen onze koeien een evenwichtige kudde: ik zie sterke sociale banden en ze helpen elkaar. Op een kalf in nood reageren ze allemaal. Die zorg voor elkaar zit er al vroeg in: als ik de koeien uit het land ophaal om ze te melken, wachten de oudere kalveren op de jongere kalfjes. Vervolgens is het speelkwartier en rennen ze keihard met z’n allen het pad op en af. Dat is fantastisch om te zien, daar word ik echt vrolijk van. Als biodynamisch boer probeer ik zo dicht mogelijk bij de natuur te staan. Kalfje-bij-de-koe is voor mij een stap in de richting van een zo natuurlijk mogelijke melkveehouderij”.

De koe mag niet alleen haar kalfje bij zich houden, het mag ook haar hoorns houden.

01 november 2019

CO2 reductie makkelijk te halen, maar we willen niet

Wanneer we de rundveestapel halveren, halen we de CO2 reductie met gemak, want alle koeien stoten net zoveel CO2 uit als alle kolencentrales in Nederland.

Dit stond in het Financieele Dagblad van 20 april 2019.
"Boter, kaas en kolen.
'Met 1,3 kilo voor een kilo melk is het CO2-equivalent van zuivel vrij laag’, stelt Graham Lawton (FD, 13 april). Dat lijkt iets te kort door de bocht. De Nederlandse melkveehouderij produceerde vorig jaar 13,9 miljard kilo melk. Vermenigvuldigd met 1,3 kilo levert dat een CO2 uitstoot op van ruim 18 megaton (18 miljard kilo).
Een groot deel van de Nederlandse melk komt van de veenweide. Door verlaging van het waterpeil stoot die volgens het CBS ruim 7 megaton uit. Dat maakt samen 25 megaton, en dat is net zoveel als de uitstoot van alle kolencentrales in Nederland bij elkaar. Daar komt dan nog de uitstoot voor de verwerking van de melk bij en die is alleen al bij Friesland Campina ruim 5 megaton. Kortom, de productie van melk in Nederland is voor het klimaat slechter dan het stoken van kolen".

De krant meldde niet dat er nog veel meer voordelen zijn als we het aantal koeien halveren. Om te beginnen is in één klap het stikstofprobleem opgelost. Er kunnen weer huizen gebouwd worden en wegen aangelegd zonder dat vergunningen bij de Raad van State worden vernietigd. Omdat er dan minder koeien zijn, komt er ook heel veel weiland vrij. Dat zorgt er weer voor dat de hoge grondprijzen een flink stuk zullen dalen. Samengevat: minder koeien betekent meer en goedkopere huizen.

Ook interessant.
Melk net zo slecht als vliegen of kolen.

wat dacht je hiervan?
De landbouwmythe en haar sprookjes.

Naast de CO2 uitstoot is de landbouw de grootste bron van stikstofuitstoot en bedreigt daarmee de natuur.

06 oktober 2017

Wil de koe wel zo’n grote kudde?

In de Volkskrant van 6 oktober wordt de vraag gesteld “Wat wil de koe nou eigenlijk zelf”. Wil een koe in de wei of is haar welzijn voldoende gewaarborgd in de stal? In het artikel worden twee opvattingen van boeren geciteerd.

Naam: Erik Kromhout (44)
Boerderij in: Biddinghuizen (FL)
Aantal koeien: 100

Naam: Jaring Brunia (31)
Boerderij in: Raerd (FR)
Aantal koeien: 60
'Voor het imago van de Nederlandse melkveehouderij is het beter als de koeien naar buiten gaan. Dat ziet de consument graag. Maar als je het mij vraagt, heeft de koe het binnen in de stal net zo goed als buiten in de wei. Mijn boerderij is goed geïsoleerd, de dieren hebben genoeg bewegingsruimte. Buiten staat een koe op warme zomerdagen in de brandende zon. Daar heeft zo'n dier ook niets aan. In de Flevopolder is het fijn boeren, maar de landbouwgrond is hier erg duur. Stuur je de koeien naar buiten, dan kan je die grond niet gebruiken voor akkerbouw. Het naar buiten brengen van de koeien kost ook extra tijd. Het is makkelijker om ze binnen te laten staan. In de stal kan ik ze daarnaast elke dag hetzelfde rantsoen voeren. Buiten ben je afhankelijk van de weersomstandigheden, waardoor de kwaliteit van het gras verschilt. En krijgen ze altijd hetzelfde, dan geven zoveel mogelijk melk'.
'Mijn koeien grazen zoveel mogelijk. Van eind maart tot eind september staan ze dag en nacht buiten, daarna nog zo lang mogelijk overdag. Ik merk aan mijn koeien dat ze het fijn vinden om naar buiten te gaan, al zijn ze natuurlijk minder graag buiten als het stormt. Koeien hebben het in een goede stal absoluut niet slecht, maar buiten vormen ze een echte kudde. Dat geeft ze een veilig gevoel. Mijn dieren geven nu veel minder melk dan ze in de stal zouden geven. Ik heb te maken met omstandigheden die ik niet kan controleren: het weer, de temperatuur en de groei van het gras. Maar ik ben ook minder geld aan ze kwijt. Omdat ze buiten grazen, geef ik minder uit aan voer. Ik gebruik geen kunstmest en rijd een stuk minder op de trekker. Dat scheelt kosten en is goed voor het milieu. Bovendien krijg ik meer voor mijn biologische melk dan een gangbare boer voor normale melk'.

Beide type boeren belichten een verschillend aspect aan welzijn: veiligheid of comfort. Een koe in de wei moet een deel van haar energie gebruiken om in balans te komen. Die energie kan de boer dan niet in melk laten omzetten.

Uit beide antwoorden wordt duidelijk waar het dilemma bij de moderne veehouder omgaat: sturen op omzet of op beperking van kosten of op beide? Een veehouder zal proberen met zo min mogelijk moeite zoveel mogelijk geld te verdienen. Dat is menselijk, maar leidt tot een te grote veestapel. Het is aan de overheid om hier sturend in op te treden. Ons land is te klein om gebruikt te worden voor productie gericht op de export.

Of koeien nu wel of niet vaak genoeg buiten komen, elke Nederlander kan constateren dat ons land bedekt is met monotone maisvelden en raaigras. Terug naar een meer natuurlijk gebruik van het land kan niet anders dan samengaan met een verregaande krimp in de veestapel.

05 september 2017

Kippen en koeien samen in de wei

In aflevering 73 van zijn voettocht door Nederland doet Caspar Jansen Sondel aan. Daar hebben Sierd en Joke een gemengd bedrijf.

Twee citaten:
De kippen van Sierd en Joke gaan achter de koeien aan. Eerst begrazen de koeien een deel van het weiland, daarna lopen de kippen er en verspreiden ze - bijkomend voordeel - met hun poten de koeienmest gelijkmatig over het weiland. Om de drie dagen wordt de wagen verplaatst.
Ach, bloedluis, daar hebben hun kippen zelden last van, zegt Joke. Hun kippen kunnen zandbaden nemen wanneer ze maar willen, dat doen ze van nature ook, en dat helpt.
Jansen besluit met:
Ik zie opeens het beeld voor me van Nederlandse eieren die in Hongkong uit de schappen worden gehaald. Tragisch, maar ik vraag me toch vooral af waarom die eieren er überhaupt liggen, in Hongkong, in Sierra Leone, in Duitsland. Hebben die mensen zelf geen kippen? Moeten er daarom meer dan honderd miljoen kippen in Nederland worden gehouden?
Tot zover beide citaten.

Het idee van kippen in mobiele kippenhokken werd al langer toegepast bij het “grasei”.
Het levert eieren op van nog hogere kwaliteit dan biologische eieren. Het is niet alleen het grote welzijn van kleine(re) tomen, het is ook het natuurlijke voedsel dat de kippen eten, ook niet bespoten en zonder kunstmest verkregen. Belangrijk is de aanwezigheid van bomen of struiken, want kippen zijn oorspronkelijk bosdieren. Voor koeien en het landschap zou dat ook een verbetering zijn. Koeien houden (net als mensen) van beschutting tegen zon, wind en regen.
Wanneer de Nederlandse veehouderij zich niet meer zou richten op de export en op deze wijze natuur inclusief zou werken, dan zouden heel wat problemen zijn opgelost. De prijs van de producten moet dan wel gegarandeerd worden, anders zou bio-industrie uit het buitenland de markt bederven.

09 februari 2016

Kun je nog ongestoord broeden op het platteland?

Melkveehouders die al hun koeien naar buiten sturen vóór het maaien van de eerste snede gras, krijgen vanaf 2016 een subsidie van 750 euro per jaar. De maatregel is bedoeld om de weidegang te stimuleren en om weidevogels ongestoord te kunnen laten broeden.
Kan een weidevogel tegenwoordig wel ongestoord broeden? Er worden door boeren voortdurend allerlei natuurlijke drempels geslecht om ongestoord geld te kunnen verdienen.

Columnist Toine Heijmans bezocht in het Friese Easterein eierzoeker Eddy en schrijft over zijn bezoek in de Volkskrant op 26 januari 2016. Kievitseieren zoeken en rapen mag niet meer, de populatie slinkt net als die van de grutto's.
Klik hier om de ontwikkeling van diersoorten in Nederland te zien. Getoond wordt eerst de neergang van het aantal grutto's.

Een citaat:
Eddy neemt me mee de Alde Dyk op. Het jaloersmakende landschap van Friesland is niet wat ik zie. Ik zie industrie. Bijna alle boeren, zegt Eddy, bouwen er deze winter een schuur bij want het melkquotum is opgeheven en de melkveehouderij kan niet anders dan intensiveren. De melkprijs is een schamele dertig cent per liter. Op de weilanden staat turbogras: snelgroeiend, weerbaar, door de vorst heen komt het op. Weilanden als biljartlakens, het water zo laag mogelijk in de sloten, de natuur dienstbaar aan de grootste veelvraat van de schepping: wijzelf.
De boer injecteert zijn grond met mest en trekt de sleepslang over het land, over de nesten. Die leuke buizerds van jou, zegt Eddy, vreten de eieren en de kievitkuikens. Het worden er almaar meer, het is niet normaal hoeveel roofvogels je ziet. Steenmarters ook. Kieviten willen rommelig land doorsneden met geultjes, waterplassen erop, ze houden van open plekken - maar de meeste boeren zaaien turbogras.
De muizenplaag van afgelopen jaar: omdat de mens een muizenwalhalla maakte van het land, met z'n lage waterstand en met z'n turbogras. De ganzenplaag: idem. Die ganzen blijven, omdat het grasland hier geweldig is.
Tot zover Eddy en Toine.
Het beeld dat oprijst uit dit citaat is dat natuur en cultuur vechten om de vrije ruimte. Geld verdienen strijdt met genieten van wat nog natuurlijk lijkt.

Kees de Pater van Vogelbescherming Nederland schreef in een ingezonden brief op 6 februari:
Koeien vroeg de wei in sturen is niet zonder meer goed voor weidevogels. Staatssecretaris Van Dam wil boeren belonen met 750 euro als ze hun koeien vroeg het land in sturen. Dat zou goed voor het vee en de weidevogels zijn. Dat laatste valt te betwijfelen. Alleen bij een heel klein aantal koeien per oppervlakte kunnen sommige soorten weidevogels, zoals de kievit, er iets aan hebben. Bij hoge aantallen koeien wordt het land kaal gegraasd en hebben weidevogels er niets aan. Voor onze nationale vogel, de grutto, haalt deze maatregel sowieso niets uit. Die broedt niet in weilanden waar kort daarvoor koeien hebben gegraasd.

Tot zover de Pater.

Onder druk van de export wordt alles vloeibaar.

26 juli 2015

Race to the bottom in de melkveehouderij

Door de schaalvergroting in de melkveehouderij verdwijnen er steeds meer bedrijven. De groten slokken de kleintjes op. De concentratie in megabedrijven is gemakkelijk voor de verwerkende industrie. Een melkauto hoeft minder adressen te bezoeken om met een volle tank op de fabriek te komen en de voederfabrikant kan meer op minder adressen afleveren. De verwerkende industrie koopt bij de boer de grondstoffen zo goedkoop mogelijk in en probeert bij de afnemer zoveel mogelijk de suggestie te wekken dat er zoveel waarde aan is toegevoegd dat het een grote marge rechtvaardigt.

Voor de koeien is er niet direct een bedreiging in een megastal. Niet meer in de wei kunnen is een achteruitgang in dierenwelzijn, maar een koe die kan kiezen, kiest soms ook voor de stal. Vanwege de temperatuur, regen, wind of het voedsel.
Een melkrobot is geen directe aantasting van dierenwelzijn. Het geeft de boer en de koe vrijheid. Het is pech voor de koe die niet goed past in het concept, bijvoorbeeld omdat de vierde speen onderontwikkeld is. Die gaat naar de slacht. Of de maximale productie wordt minder en dat is al relatief op jonge leeftijd.

De schaalvergroting, het opheffen van het melkquotum, de overproductie voor de export en de vrije markt zorgt ervoor dat boeren binnen de landsgrenzen en over de landsgrenzen elkaars concurrenten worden.
De boer die de laagste kostprijs weet te combineren met het juiste tempo van investeren overleeft het langst. Dit proces gaat ten koste van diversiteit in de weide, de kwaliteit van leven voor de koe en de vrijwel onzichtbare gevolgen voor de onoplettende belastingbetaler die de nadelen betaalt. Een biologische boer is meer verantwoord bezig, krijgt meer voor zijn melk per liter, maar gemiddeld is zijn inkomen lager. Zijn bestaan zorgt ervoor dat het beeld van een alleen maar op geld beluste boer niet eenduidig is. Gezond voedsel bestaat niet, er is alleen verschil in meer of minder gezonde levensstijlen. Minder kunstmest en “gewasbeschermingsmiddelen” voorkomt milieuschade, maar levert minder kilo’s.

Het is de PR-machine die de duur en de loop van de race-to-the-bottom bepaalt. De consument is zich nauwelijks bewust van de balans in voor- en nadelen die goedkope zuivel als voedselbron biedt. De inhoud van het consumentenbewustzijn over de achtergrond van het voedsel wordt mede bepaald door oude mythes, onverschilligheid en halve waarheden. Het is niet zo moeilijk voor alle betrokken marktpartijen om naar een ander te wijzen als reden voor het niet veranderen van het nadelige gedrag.

De ontwikkelingen in de melkveehouderij kunnen geschetst worden als uitholling over de hele linie. Wie de ontstane ruimte in de voedselvoorziening invult, is degene die meer toegevoegde waarde weet te leveren in combinatie met een goed verhaal, smaak en een lage prijs. Is dat het veganisme? Voor velen ongetwijfeld. Velen zullen ook genoegen nemen met een combinatie van dierlijk voedsel en lookalikes op plantaardige basis.

De noodzaak en neiging om dieren in eten te stoppen verdwijnt langzaam. Dat is een bevrijdend proces waarvan de aard en tempo van de verandering weinig mensen bevredigt.


Klik hier om meer te lezen over het (afschaffen van het) melkquotum.

02 juli 2015

Gemiste kans bij beteugeling mesthoop

Persbericht van Milieudefensie.

Dijksma mist kans om melkveehouderij uit de stront te trekken.

Amsterdam, 2 juli 2015. Milieudefensie is ongelukkig met de vandaag verschenen brief van staatssecretaris Sharon Dijksma aan de Tweede Kamer over het aantal koeien dat boeren mogen houden. Nog geen twee maanden na het einde van het melkquotum blijkt dat de groei van de melkveesector er voor te zorgen dat Nederland de mestlimiet voor 2015 overschrijdt. Deze mestlimiet is opgelegd door Brussel. Dijksma's plan om dit probleem op te lossen zorgt voor een verdere intensivering van de melkveehouderij. Dit zal de problemen alleen maar groter maken; meer grote stallen, minder koeien in de wei en hogere kosten voor boeren. Milieudefensie vindt het voorstel daarmee een gemiste kans voor boeren en milieu.

Met haar voorstel wil Dijksma de groei van de melkveehouderij beteugelen door een inperking van de hoeveelheid mest die de melkveestapel mag produceren. Zij voert daarvoor verhandelbare fosfaat(mest)rechten in en wil efficiëntie belonen. Boeren mogen dan meer koeien houden als ze aan kunnen tonen dat hun koeien minder mest produceren

Jacomijn Pluimers, campagneleider voedsel bij Milieudefensie: “Het is een gemiste kans de hoeveelheid koeien niet direct aan de beschikbare grond te koppelen. Hiermee voorkom je een verdere toename van het mestoverschot”. Het plan van Dijksma stimuleert een verdere intensivering van de melkveehouderij. Door de focus op efficiëntie worden de koeien de stal ingejaagd, en wordt inkoop van voer van buiten het bedrijf gestimuleerd. Boeren die niet kiezen voor de intensieve weg, maar kiezen voor meer extensieve weg en een brede meerwaarde bieden voor de maatschappij zoals natuur, landschap en gezondheid worden in de plannen van Dijksma niet beloond.

Al voor het einde van het melkquotum zijn Nederlandse melkveehouders meer vee gaan houden. De afgelopen twee jaar groeide de melkveestapel met zes procent. Meer koeien en meer melk betekent meer mest, en Nederland had al een mestoverschot. De verwachte problemen, zijn nu al werkelijkheid geworden. De enige structurele oplossing is door het aantal dieren aan de hoeveelheid beschikbare grond in Nederland te koppelen.

Bovendien zijn boeren economisch niet opgeschoten met de groei van het aantal koeien, omdat de prijs van melk is gedaald. Boeren krijgen op dit moment voor melk minder dan de kostprijs.

Dijksma heeft nu, na de Melkveewet die begin dit jaar van kracht werd, en de daarbij horende Algemene Maatregel van Bestuur die per 1 januari 2016 van kracht wordt, opnieuw de kans om beleid te maken voor een toekomstbestendige melkveehouderij met maatschappelijk draagvlak. Milieudefensie roept de Tweede Kamer en direct betrokken partijen op om te zorgen dat de plannen van Dijksma worden aangescherpt.

30 november 2014

Focus: Vlees, wat kost het ons eigenlijk?

Zondagavond 30 november werd de Britse documentaire 'The Truth About Meat' uitgezonden, waarin presentator Michael Mosley laat zien hoe bedreigend de almaar toenemende vleesconsumptie is voor onze aarde - maar ook wat we eraan kunnen doen.

Er zijn manieren waarop de productie van vlees minder milieubelastend kan. De gemakkelijkste manier is om minder vlees te eten.
Wie argumenten zoekt om vlees te blijven eten en tegelijk iemand van repliek te willen dienen die vindt -dat vlees eten het milieu te veel belast-, vindt deze argumenten in de documentaire. Maar weet dan dat de milieubelasting bij een lage vleesconsumptie wereldwijd niet meer relevant is.

We kunnen constateren dat we te maken hebben met tegengestelde krachten die moeilijk zijn te besturen. Enerzijds hebben mensen de vrijheid om vlees te eten, anderzijds worden de ecosystemen op aarde bedreigd wanneer iedereen dat in grote mate gaat doen. We weten dat boeren vlees en zuivel produceren in grote hoeveelheden omdat zij daaraan veel geld kunnen verdienen. We houden de politiek aan dat iedereen vrij is in de wens om zoveel mogelijk geld te verdienen. Wanneer we merken dat dit andere levensvormen schaadt laten we het aan de markt over om dit te reguleren. Heeft iemand iets tegen grootschalig geld verdienen aan voedselproductie dan zorgt hij maar dat er een beweging op gang komt die een tegenmacht kan vormen. Die tegenmacht zet net als de voedselindustrie alles op alles om mensen bewust te maken van hun koopgedrag.

Dit krachtenspel wordt gevoerd in de media en iedereen kan die informatie tot zich nemen die bijdraagt aan bestendiging van zijn overtuigingen. Het gevolg is dat enerzijds standpunten verharden en anderzijds dat degenen die wel openstaan voor verandering "food for thought" vinden. Betrokkenheid bij de dieren in de bio-industrie drukt de een uit in "zorgen voor natje en droogje" en de ander in "vrijheid om zich natuurlijk te gedragen". Wanneer er bijvoorbeeld een vogelgriep uitbreekt, dan ontstaat er plotseling een conflict tussen de verschillende niveaus van betrokkenheid. Het moeten doden van grote hoeveelheid vogels is erg voor de boer in kwestie. Op een ander niveau is het slechts een reddingspoging van een doodzieke sector. En "doodziek" is hier een benaming die bij de een instemming vindt en bij de ander weerstand.

Wie vindt dat hij helemaal niet wil bijdragen aan dierenleed en niet wil wachten tot mondiale ontwikkelingen (op het gebied van bewustzijn) zo ver zijn dat er minder schade wordt gedaan aan de leefomgeving van mens en dier kan beter gewoon stoppen met vlees eten en zich verdiepen hoe lekker en gezond eten ook zonder dierlijke producten kan.

24 november 2014

Milieudefensie vraagt steun voor koe in wei

Amsterdam- 24 november 2014. Milieudefensie start de campagne 'Wij Willen Wei' om koeien in de wei te houden. Morgen wordt in de Tweede Kamer gestemd over de nieuwe melkveewet. Deze wet bepaalt de uitbreidingsruimte voor melkveebedrijven en daarmee of koeien in megastallen komen te staan of naar buiten kunnen. Uit een peiling van TNS NIPO blijkt dat 97 procent van de Nederlanders wil dat koeien in de wei blijven.

Tijdens de campagne Wij Willen Wei van Milieudefensie plaatsen mensen online hun 'eigen' koe in de wei. Hiermee protesteren bezorgde burgers tegen schaalvergroting van de melkveehouderij. Ze spreken hun steun uit voor een kleinschalige veehouderij mét koeien in de wei, die past binnen Nederland.

Koe in de wei gezonder.

"Hoe groter de stallen, hoe minder koeien buiten komen. Al jaren daalt het aantal koeien in de wei gestaag, dat blijkt uit cijfers van het CBS. Weidegang is goed voor koeien omdat het doorligplekken en klauwwonden voorkomt. De koeien die buiten lopen zijn gezonder en krijgen minder antibiotica. Dat is beter voor de gezondheid van dieren en mensen", aldus Jacomijn Pluimers, campagneleider Duurzaam Voedsel bij Milieudefensie.

Nog meer mest.

Meer koeien betekent ook meer mest. Sinds de jaren zeventig is er een mestoverschot in Nederland. De overtollige mest schaadt het milieu. De schaalvergroting die nu met de nieuwe melkveewet mogelijk wordt gemaakt zagen we eerder in de kippen en varkenshouderijen. De schaalvergroting heeft daar geleid tot megastallen en is een belangrijke factor in het ontstaan van allerlei dierziekten die ook de mens kunnen bedreigen. De vogelgriep laat zien hoe kwetsbaar de intensieve veehouderij is.

Milieudefensie wil met de campagne Wij Willen Wei bereiken dat de overheid maatregelen neemt om koeien in de wei te houden.

Aannemen melkveewet is een historische vergissing.

AMSTERDAM, 25 november 2014 -
Met het aannemen van de melkveewet van staatssecretaris Dijksma begaat de Tweede Kamer een historische vergissing, vindt Milieudefensie. De wet geeft geen norm voor grondgebonden groei. Hiermee kiezen Dijksma en de meerderheid van de Kamer voor schaalvergroting van de melkveehouderij met grote schade voor het milieu en de volksgezondheid. Zonder het verplicht stellen van grondgebondenheid blijft het mestbeleid dweilen met de kraan open. Wat Milieudefensie betreft nog verder open dan hij al stond: nog meer koeien betekent namelijk méér megastallen, méér mest en dus meer milieuschade.

Jacomijn Pluimers, campagneleider Duurzaam Voedsel bij Milieudefensie: "De wet die vandaag is aangenomen zóu moeten zorgen voor een verantwoord groei van de melkveehouderij maar de uitkomst is juist alles behalve verantwoord. Deze wet zet alle deuren wagenwijd open voor groei van de melkveehouderij. Nederland heeft al een mestprobleem - we kunnen de mest in eigen land al lang niet meer kwijt - en dat wordt met de groei van de melkveehouderij alleen maar groter. Al die extra koeien komen in megastallen te staan en de weidegang zal daardoor sterk afnemen".

Volgens Milieudefensie stimuleert de wet de huidige schaalvergroting waardoor steeds meer koeien permanent op stal blijven staan. Pluimers: "een paar weken geleden nog stemde een meerderheid van de kamer juist vóór weidegang. Dat is niet uit te leggen. Ook staatssecretaris Dijksma laat dit inconsistente beeld zien. In een brief aan de kamer kondigt ze een actiegerichte programma aan waarmee ze de weidegang wil gaan stimuleren, dezelfde weidegang die ze met haar eigen wet tegenwerkt. We hebben weinig vertrouwen in dat programma omdat het huidige Convenant Weidegang na 2 jaar praten nog niet tot verbetering heeft geleid".

Milieudefensie is maandag gestart met de campagne Wij Willen Wei om koeien in de wei te houden. Uit een peiling van TNS NIPO blijkt dat 97 procent van de Nederlanders wil dat koeien in de wei blijven.

28 januari 2014

Universiteit van Wageningen heeft dieronvriendelijke bestuurders

Louise Fresco volgt Aalt Dijkhuizen op als bestuursvoorzitter van de universiteit van Wageningen. Beiden staan bekend als voorstanders van bio-industrie met banden in het netwerk van bedrijven die verdienen aan het op industriële wijze houden van dieren.
Nederlandse agro-ondernemers mogen zichzelf graag op de borst slaan over de diervriendelijke manier van dieren houden in de vaderlandse veehouderij. Fresco en Dijkhuizen ondersteunen die opvattingen, waar veel op af is te dingen. In dit artikel wordt dit onderbouwd.

Boeren in de vleeskippen en varkenshouderij geven antibiotica door het veevoer. Het voordeel is dat de dieren gezond blijven, sneller groeien en vervolgens eerder slachtrijp zijn. Het nadeel is dat de bacteriën resistent worden en de hoeveelheid antibiotica beschikbaar voor mensen steeds kleiner wordt tot het punt dat sommige mensen die een infectie krijgen overlijden.
De wetenschap en de farmaceutische industrie slagen er niet in om op tijd alternatieven te ontwikkelen; het laaghangende fruit is al geplukt. Laag hangend fruit staat voor antibiotica als penicilline die in de natuur wordt aangetroffen en zonder al te veel problemen beschikbaar is.
Een oplossing is om deze bio-industrie te beperken, want de industrie produceert vooral voor de export. Het is geen essentiële agrarische sector die onmisbaar voor de voedselbehoefte van mensen.
Een tweede overbodige sector is de pelsdierhouderij. Deze wordt in de toekomst verboden in Nederland. Nertsenhouders vinden dit maar niks, want er gaan miljoenen om in de sector en andere landen in wereld kunnen nu ongestoord nertsen blijven houden. Dierenwelzijnseisen in ons land zijn hoger dan in buitenland, dus zou er niet veel minder dierenleed zijn wanneer in Nederland wel nertsen mogen worden geproduceerd? Het antwoord is afhankelijk van wat de mode en de bontindustrie als grondstof gebruiken. Bont kan prima geïmiteerd worden. Maar wanneer ontwerpers bont gaan verwerken dan is aan de dragers niet goed af te zien of zij nep of echt bont dragen. Het moge duidelijk zijn dat pelsdierhouders in eerste instantie verantwoordelijk zijn voor dierenleed, want echt bont dragen is nergens voor nodig. Bont is goed te imiteren.
Of een dier nu in een Nederlandse kooi zit opgesloten of in een buitenlandse, het dierenleed is even groot. Mogelijk zijn buitenlanders meer bereid om dieren zonder verdoving of door het eerst te doden van hun jasje te ontdoen. Maar deze misstand is geen verdediging om bontdieren op te sluiten en hun pels te gebruiken. In Nederland niet en in het buitenland niet. Opsluiting in een draadmetalen kooi een korte leven lang is pure dierenleed.
Een derde overbodige sector is de melkveehouderij. Melk is geen essentieel voedingsmiddel ook al wordt het verwerkt tot kaas of omgezet in poeder om in het buitenland te verkopen voor babyvoeding. In Nederland wordt melk in absurd grote hoeveelheden geproduceerd in steeds groter worden stallen. Ook worden melkveehouders door subsidies en beschermende maatregelen kunstmatig in hun inkomen ondersteund. In het landschap verschijnen steeds grotere stallen die oplichten in hun omgeving omdat het licht ook ’s avonds aanblijft. De koeien worden jaarrond binnen gehouden en de weides worden als steeds eentoniger. Dit gaat ten koste van biodiversiteit en het aantal bloemen en weidevogels neemt af.

De universiteit van Wageningen heeft veel invloed in de wereld op de wijze waarop landbouw wordt bedreven. Het zou mooi zijn als spaarzaam vleeseter Louise Fresco meehelpt aan een terugkeer naar het “Fresco’s paradijs” (zoals haar TV-programma heet) door steun te geven aan het ontwikkelen van onderzoek naar ecologisch verantwoorde landbouw zonder het gebruik van dieren.

02 december 2013

Daar gaan we weer

Het heeft uiteindelijk toch nog 25 jaar geduurd voor de georganiseerde dierenvrienden wakker zijn geworden. Aanleiding was een artikel in de Stentor over het gebruik van de geboortekrik bij koeien, of de veeverlosser zoals de boeren het apparaat liever zelf noemen. De krik is een voor de boer handig apparaat om bij een lastige bevalling het kalf in de meest letterlijke zijn van het woord uit de moeder te krikken.
Tsja, en dat kan natuurlijk niet. Dat het al bijna 25 jaar verboden is, er staat een stevige boete op, vergeten we onder het motto beter laat dan nooit maar liever even.

Bij een normale bevalling doet de koe zelf het werk, maar soms kan het naar de zin van de boer weleens te lang duren, hij wil naar bed of hij moet eten, en dan haalt hij een speciaal touwtje te voorschijn. Aan het ene eind zit een lusje dat om een poten van het kalf worden geslagen. Aan het andere eind zit een stokje, zodat de handen van de boer goed houvast hebben. Een klomp of laars gaat op de bil van de koe om kracht te kunnen zetten, en trekken maar jongens. En als het nog niet lukt gaat er nog zo'n speciaal. touwtje om de poten van het kalf en wordt er met twee man gesjord.

Als een boer het kalf er met een touwtje niet uitgetrokken krijgt, wordt het natuurlijk tijd voor de veearts, maar die kost geld. Elke keer dat hij moet opdraven weer. Boeren redeneren: wat een veearts kan, kan ik ook. En dus ligt er op elke melkveehouderij een geboortekrik. Die kost 1 keer ongeveer €300,-- gaat een leven mee en heeft een trekkracht van minstens zes man. Daar kan zelfs het koppigste kalf niet tegen op. De koe trouwens ook niet.

Het hebben van een geboortekrik mag; hem gebruiken is al bijna 25 jaar verboden. Maar er zijn zoveel zaken in de veehouderij verboden of gebonden aan regels. Omdat er nauwelijks gecontroleerd, laat staan gehandhaafd wordt, lachen de boeren smakelijk om al de verboden en regelgeving.
Het gebruik van de geboortekrik is namelijk niet te controleren. Hoe wil men dat doen? Een politie-agent naast elke zwangere koe zetten? De gewone politie heeft op het boerenerf geen enkele bevoegdheid. De dierenpolitie is inmiddels weer afgeschaft en was trouwens waar het de misstanden in de veehouderij betreft ook een lachertje: ze hadden geen bevoegdheden op het boerenerf. Van koeien, kippen en varkens zijn zogenoemde landbouwhuisdieren gemaakt, en daar kan een boer ongestraft zo ongeveer alles mee uithalen wat hij maar wil. En dat doet hij dan ook.

De controle op vee is alleen voorbehouden aan de speciale boerenpolitie, de AID. Maar deze is intussen opgegaan in de Nederlandse Voedsel en Waren Autoriteit, waar overigens, vrijwel zeker doelbewust, via bezuinigingen een groot capaciteitstekort is gecreëerd. En als er wel genoeg capaciteit zou zijn, zouden ze nog niet controleren. De inspecteurs van de AID durven doorgaans het boerenerf niet op. Het zijn vaak boerenzoons voor wie op vaders bedrijf geen plaats was en die door de sector als verraders worden gezien. En dus ook zo worden behandeld als ze hun gezicht laten zien.

Intussen is staatssecretaris Dijksma bezig met daadkrachtig op te treden. Het gebruik van de krik blijft verboden, en zal ook niet worden gedoogd.

Oh nee? Wat gaat er dan nu na die 25 jaar veranderen dan? Wel politie in de stal? Webcam bij elke zwangere koe? Drones op het boerenerf? Dacht het niet.

Er wordt niet gedoogd, maar bij deze mededeling blijft het.

Intussen gaat de staatssecretaris in overleg met de sector. Doel van het gesprek is na te gaan onder welke voorwaarden het wel kan.

Wedden dat er het volgende uit komt:

Boeren mogen straks de geboortekrik zelf gebruiken op voorwaarde dat ze eerst via een cursus een diploma halen. Boeren die al een bedrijf hebben krijgen het diploma sowieso. Nieuwe boeren krijgen er een als hun vader minstens tien jaar boer is geweest.

En zo is er dan weer op papier een stukje dierenleed verminderd in een land dat vele regels ter bescherming van dieren meteen onderuit haalt door er tijdelijke ontheffingen of uitzonderingen voor toe te staan.

En het moet gezegd, het lukt de boeren steeds weer de zaken zo te draaien dat lijkt alsof ze moeten inbinden, maar er in de praktijk voor hen geen fluit verandert.

Daar gaan we weer….

Op dit filmpje een geboorte van een kalf zonder een krik.

En hier een filmpje met gebruik van geboortekrik.

16 oktober 2012

Halfvolle megastallen diervriendelijk?

Jelle Feenstra van LTO Noord schrijft in Nieuwe Oogst:
Wat de Chinezen in het groot doen, gaan melkveehouders in het klein doen. China moet 22 procent van de wereldbevolking voeden met slechts 7 procent van het beschikbare landbouwareaal. De kans dat dat tot honger en grote onrust leidt, is aanzienlijk. Daarom kopen de Chinezen momenteel miljoenen hectares landbouwgrond op en leggen ze overal ter wereld graan, soja en micro-nutriënten vast. Zodat ze niet te kwetsbaar worden bij hoge voedselprijzen.
Meer en meer gaan ook melkveehouders een betaalbare voervoorziening voor hun koeien veilig proberen te stellen. Dit jaar blijkt al hoe kwetsbaar ze zijn. De melkprijs viel, ondanks zijn bovengemiddelde niveau van de afgelopen vijf jaar, na topjaar 2011 toch wat tegen. En vrijwel niemand voorzag begin dit jaar dat de voerprijs de kostprijs 4 centen omhoog zou jagen. Het leidt op sommige melkveebedrijven - in het bijzonder degene met onvoldoende grond eronder - tot problemen met de liquiditeit en de serieuze vraag of al die nieuwe, halfvolle stallen - vol brandende ambitie neergezet met het oog op 1 april 2015 - ooit nog vol komen.
Tot zover Nieuwe Oogst.

Op dit moment is het fietsseizoen over en worden de koeien weer naar stal gehaald. De WSPA memoreert dit met het motto “de stal is voor even en niet het hele leven”.
Misschien denkt de naïeve stadsbewoner: nou dan hebben de koeien tenminste gedurende het winterseizoen met die halfvolle stallen twee keer zo veel ruimte in de stal. Helaas zo werkt het niet. De boer sluit gewoon een stuk stal af om werk en daarmee geld te besparen.
Misschien iets om over na te denken wanneer u weer volgend voorjaar weer door het platteland fietst: waarom zo groot bouwen (deels op uw rekening) als de ruimte toch niet benut wordt of u zoekt nu contact met een boer om uw caravan te stallen voor een schappelijk prijsje. Hij kan het geld goed gebruiken en u hebt als belastingbetaler al veel bijgedragen aan zijn ruime opstal.

21 juni 2012

Voedsel en spelen voor de naïeve burger

Verbouw je eigen voedsel in de stad. Stadsboeren en stadstuinen zijn in opkomst.
Deels heeft dat een fraaie achtergrond: de burger meer bewust te maken van hoe voedsel wordt gemaakt en aan te zetten meer producten uit de eigen omgeving te consumeren. Gelukkig gaat het bij in de stad gekweekte groenten om kleine aantallen, want het stadsklimaat is in principe ongezonder dan buiten de stad. Gezonder om voeling met de natuur te houden is het om bloemen te kweken in je stadstuin.
Voedsel maakt voordat het op je bord komt veel kilometers. Een standaard menu van aardappels, vlees en groente heeft 33.000 kilometer afgelegd. Dat kan korter en zou veel energie besparen.
Maar het systeem van produceren is wel efficiënt. Te efficiënt in het geval van dieren in de vee-industrie, want de kostprijs moet zo laag mogelijk zijn om te kunnen concurreren op buitenlandse markten. Wanneer we geen vlees en zuivel meer zouden produceren om te exporteren zouden wij ook fors bijdragen aan het reduceren van de energieverspillende voedselkilometers en er komt ruimte vrij om vee in de wei te houden.

Het ware beter wanneer Nederlanders minder vlees zouden eten en dat ook nog eens op een verantwoorde manier zouden produceren. Daarover zijn nogal wat misverstanden, bijvoorbeeld dat we te weinig land zouden hebben om voldoende biologisch vlees te produceren. Dat is maar hoe je het bekijkt. Er is genoeg voor ieders behoefte, maar te weinig voor ieders hebzucht. Vlees produceren we in Nederland te veel op een dieronvriendelijke wijze om in het buitenland geld te verdienen.

Medewerker De Rooden van kunst- en architectuurcentrum Stroom organiseerde een aantal jaren geleden het programma Foodprint, waarvoor hij kunstenaars, ontwerpers en architecten uitnodigde om na te denken over de complexe relatie tussen steden en voedsel, met lezingen, manifestaties en exposities als Food Forward.

De Volkskrant meldde bij aanvang het volgende.
Bij deze gelegenheid wordt tevens het boek Food for the City. A future for the metropolis (NAi Publishers) gelanceerd. Hierin ontvouwen onder anderen een kok, een wetenschapper, een boer, filosofen en een architect hun toekomstvisie op de voedselvoorziening van steden. Tijdens het Voedseltribunaal worden zowel de voedselindustrie als beleidsmakers en de argeloze burger aan de tand gevoeld. Maar het definitieve antwoord op het voedselprobleem zal deze openbare hoorzitting niet opleveren. Kleinschalige stadslandbouw en het biologische boerenbedrijf zijn geen reëel alternatief; zelfs de totale landbouwgrond in Nederland is niet toereikend de hele bevolking dagelijks van biologisch vlees te voorzien.
Maar, zo redeneert De Rooden, de eerste - en belangrijkste - stap moet nog worden gezet: bewustwording. 'Voor een euro koop je tegenwoordig een kippenpoot in de supermarkt. Pervers! We moeten voedsel weer leren waarderen. Niet alleen als primaire levensbehoefte, voedsel is ook een manier om te laten zien wie we zijn. In progressieve kringen is het bon ton om vegetarisch te eten. Maar voor Chinezen is juist het eten van vlees een statussymbool'.
De kunstzinnige projecten op Foodprint schieten tekort in het aandragen van pasklare oplossingen. 'Juist voor de bewustwording van de voedselproblematiek zijn ze onmisbaar', zegt De Rooden. Als voorbeeld noemt hij The Meat License Proposal van de Britse kunstenaar John O'Shea. 'Alleen mensen die bereid én in staat zijn een dier op verantwoorde wijze te doden, krijgen een vergunning om vlees te kopen'. Waarschijnlijk zullen er maar weinig mensen zijn die hun biefstuk laten staan door dit kunstwerk, weet ook De Rooden. 'Het zet in elk geval aan het nadenken over waar dat vlees vandaan komt en hoe het op je bord is beland'.
Tot zover de Volkskrant.

Zo is het maar net, maar we hebben meer dan genoeg landbouwareaal in ons land om voor de eigen bevolking op verantwoorde en gezonde manier voedsel te produceren.

Voor onderbouwing lees
100% biologische landbouw is mogelijk in Nederland.
het verhaal van BD boer Leen van Zelderen.
en in het algemeen
Columns van journalisten, theologen, hoogleraren en andere experts op de website van de Stichting Animal Freedom.

Ook bijzonder is het project van de tostifabriek, waarbij midden in Amsterdam dieren worden gehouden op een fabrieksterrein. Het project beoogt de Amsterdammers voor te houden waar hun voedsel vandaan komt. Maar die confrontatie loopt niet altijd van een leien dakje.

Door vervuiling zijn groenten en eieren uit eigen tuin niet altijd ongevaarlijk. "".

Klik hier om meer te lezen over biologisch boeren.

25 mei 2011

Duitsland in de ban van aan veehouderij gerelateerde dodelijke EHEC-bacterie

Een bacterie grijpt om zich heen in Duitsland.
Van het noorden tot het zuiden van het land zijn al bijna vijfhonderd mensen besmet. Dat aantal loopt snel op, meldden de Duitse gezondheidsdiensten dinsdag 24 mei 2011. De EHEC-(Enterohemorragische E.coli)bacterie komt van nature voor in de ingewanden van herkauwers, zoals koeien. De meeste mensen worden met de EHEC-bacterie besmet door het eten van onvoldoende verhit rundvlees. Ook rauwe melk kan gevaarlijk zijn.

Dat Spaanse en Nederlandse komkommers en tomaten als bron worden genoemd komt als uiterst onwaarschijnlijk over. De bacterie zou dan vanuit menselijke of dierlijke diarree op de groente terecht zijn gekomen. Zoiets kan gebeuren doordat mensen hun handen niet wassen (slechte werkomstandigheden met illegale werknemers?) of groente met mest in aanraking brengen. Vlees goed braden en groente goed wassen is dus (zoals altijd) de aanbeveling.
Er wordt nog geen verband gelegd met besproeiing van de akkers in verband met de droogte vanuit sloten waarin de bacterie voorkomt. Deze bacterie zou daar door overbemesting in terecht kunnen zijn gekomen. Maar in kassen, waar de komkommers en tomaten geteeld worden, speelt dit risico minder.

De Duitse autoriteiten gaan er vanuit dat het hoogtepunt van de uitbraak nog niet is bereikt. Het kan na besmetting tot tien dagen duren voor de eerste ziekteverschijnselen zich openbaren. Het is niet uitgesloten dat nog meer besmettingshaarden opduiken.

EHEC is eveneens opgedoken in onder meer Denemarken, Zweden, Groot-Brittannië, Zwitserland en Oostenrijk. Ook een Nederlandse vrouw is besmet.
Wanneer de bacterie wordt bestreden met antibiotica breekt het open en verspreidt het een gevaarlijk gif.
De bacterie kan darmbloedingen, hevige diarree, misselijkheid en nierklachten veroorzaken.

Zie ook 'EHEC-bacterie ook op Nederlandse komkommer'.

07 januari 2011

Een zeehond is geen huisdier en vlees is niet wat u denkt

Bij de Venlose visboer Roy G. zijn twee zeehonden in beslag genomen die hij (tijdelijk?) hield in een koelcel.
De dieren werden door de Voedsel en Waren Autoriteit dinsdag 4 januari bevrijd en zijn overgebracht naar het Dolfinarium. De visboer vraagt zich af waar mensen zo moeilijk over doen. 'Een Deense dog op een balkon mag wel en dit niet? Nergens staat dat ik geen zeehondjes mag houden. Ik wil ze terug. Vis heb ik genoeg voor ze.' ‘Daarin was ruimte genoeg, ze kregen goed te eten en er is ze niets overkomen.'
Sinds wanneer kunnen mensen eigenaar zijn van dieren die in de vrije natuur horen? Ook de argumentatie van Roy is ronduit zwak.
Het enige punt dat visboer heeft is dat het in de wet niet goed genoeg beschreven staat dat mensen geen “wilde” dieren zouden mogen houden. Maar wat is wild?
Met Kerst willen mensen wild eten, terwijl het vlees van die dieren in de regel gewoon afkomstig is van gehouden dieren en slechts een klein deel afkomstig is van de plezierjacht.
Gelukkig is er Wouter Klootwijk van voorheen de Keuringsdienst van Waarde die donderdag 6 januari zijn kritische serie is gestart met de Wilde Keuken.
Klootwijk vraagt zich in de eerste aflevering af waar de koeien blijven die geen melk meer geven. Hij ontdekt dat het rundvlees in menig Nederlandse supermarkt niet van een koe en niet van een stier afkomstig is. Het vlees komt van runderen uit Ierland (waar ruimte zat is) en wel van ossen. En waar blijft het Nederlandse topvlees? Dat gaat naar Spanje, ontdekt Klootwijk, die met zijn reisverslag het kritische combineert met het aangename.

17 november 2010

Beton in stal bezorgt koeien klauwproblemen

Het Friesch Dagblad meldt 17-11-10 het volgende.
Weidegang is wel belangrijk, maar vergeet alsjeblieft niet om ook de stal mee te nemen wanneer je als boer met een nieuw stalconcept wilt werken”. Dit betoogde hoogleraar Dier en Samenleving Elsbeth Stassen op een discussieavond georganiseerd door de Melkveeacademie en de Leeuwarder Courant, met als titel: ‘boer & koe’.
Stassen wil het eenzijdige beeld van de verbetering van het welzijn door weidegang te nuanceren. Vooral maatschappelijke organisaties die ijveren voor een beter welzijn van de koe komen vaak met acties om de koeien vaker naar buiten te brengen. ,,Van veel groter belang is om naar de stal te kijken. Dieren lopen hier mede door het weer veel langer in de stal, op het beton. En dat leidt tot klauwproblemen. Een groot deel van de dieren heeft daar last van en lijdt ook pijn. Melkveehouders realiseren zich dat lang niet altijd. Dus weg met het beton en ijzer”.

10 november 2010

Dieren doodschieten in de Oostvaardersplassen

De dierenartsen, verenigd in de KNMvD, pleiten voor afschot van de grote grazers in de Oostvaardersplassen. Het gaat om Heck-runderen, Konikspaarden en edelherten. Deze dieren vinden in de winter te weinig voedsel om te overleven en kunnen niet uit het reservaat vanwege het ontbreken met een open verbinding naar graziger weiden. Staatsbosbeheer schiet dan de hongerende dieren af om langdurig dierenleed te voorkomen.
Stel, dat jaarlijks eenderde van de populatie wordt afgeschoten dan blijft er genoeg over om de kuddes in stand te houden. In drie jaar tijd wordt dan net zoveel doodgeschoten als de dierenartsen pleiten om in 1 jaar te doen. In het voorstel van de dierenartsen is in één seizoen een einde gemaakt aan het dierenleed, terwijl het huidige beleid het dierenleed jaarlijks doet terugkeren. Uit dit dilemma is maar 1 oplossing: "kiezen" of de Oostvaardersplassen aansluiten op de Ecologische HoofdStructuur. Dat laatste kost geld en dat wil de regering besparen. Maar is de aanleg van de EHS voor de langere termijn niet veel beter voor het welzijn van mens en dier en is er wel een tekort aan geld?

15 november 2008

Hoeveel vee wordt in overmaat halal geslacht?

Halal slachten is onverdoofd ritueel slachten. Vlees van dieren die halal zijn geslacht wordt gewoon in de supermarkt verkocht, het smaakt immers niet anders. Maar onverdoofd slachten levert veel meer dierenleed op dan “verdoven” met een schietmasker. Slachterijen slachten meer dieren halal dan de vraag is.
Als dieren niet bedwelmd worden moet er een ambtenaar bij zijn van de Rijkskeuringsdienst voor Vee en Vlees. Deze aanwezigheid moet worden betaald en wordt in de prijs van het vlees doorberekend. Daarom is het vlees van bedwelmde dieren in principe goedkoper dan van onbedwelmde dieren. Wanneer de ambtenaar niet aanwezig is, is het goedkoper, omdat het een handeling scheelt. Tijd is ook in een slachthuis geld. Maar hoeveel dieren worden er aldus extra geslacht? Gaat het om tientallen, honderden, duizenden of zijn er slachthuizen die standaard slachten zonder verdoving?
Het wordt tijd dat minister hierover aan de tand wordt gevoeld.

Op Kennislink valt hierover het volgende te lezen.

Belediging

De Federation of Veterinarians of Europe (FVE), een overkoepelende organisatie waar dierenartsen uit meer dan dertig landen aan deelnemen, werkt aan een rapport waarin zij stelt dat het slachten van onverdoofde dieren onacceptabel is. In oktober presenteerde voorzitter Fred Nind op het jaarcongres van de Koninklijke Nederlandse Maatschappij voor de Diergeneeskunde de vijf uitgangspunten van de zogeheten position paper.

Ten eerste gaat ritueel slachten gepaard met extra stress voor de dieren. De dieren moeten namelijk in de juiste houding gebracht worden voor de slacht. De kantelapparaten veroorzaken door de onnatuurlijke houding desoriëntatie en stress bij de runderen.
Verder zijn de dieren niet direct ongevoelig na de halssnede. Tot het moment dat ze het bewustzijn verliezen lijden de dieren pijn. In diezelfde periode kan het gebeuren dat er bloed of maaginhoud in de longen van het dier terecht komt. In dat geval stikt de koe in zijn eigen bloed. Het is ook mogelijk dat de koe stikt als de hersenzenuwen nervus vagus en de nervus phrenicus doorgesneden zijn. Zonder deze zenuwen houden de longen op met functioneren. De FVE concludeert dat ritueel slachten “een belediging voor de waardigheid van het dier” is.

Keuzevrijheid.
Een klein deel van de ritueel geslachte dieren komt als gewoon vlees op de markt. Dat speelt vooral bij de joodse slacht, de shechita. Alleen het voorste deel van een geslachte koe, wordt door joden gegeten. Het achterste deel gaat als gewoon vlees verder in de productieketen. Hetzelfde geldt voor “afgekeurde” dieren. Na de joodse slacht inspecteert een rabbi of een andere gemachtigde het karkas op ongerechtigheden. De aandacht gaat daarbij vooral uit naar de borstkas. Als er afwijkingen worden aangetroffen, wordt het hele karkas afgekeurd. Want volgens de joodse wetten moet een dier helemaal gezond zijn op het moment van slachten. Maar ook in overmaat halalgeslachte dieren gaan als gewoon vlees verder. Dat spreekt voor zich, legt de RVV uit. Want de koe is in een gecertificeerde slagerij geslacht. Het vlees wat daar vandaan komt, is wettelijk goedgekeurd voor consumptie.

Het grootste deel van de Nederlandse kipfilet is halal, ook als dat niet op de verpakking staat. Om export van weinig populaire delen van de kip naar moslimlanden mogelijk te maken, wordt voor het gemak alle kip halal geslacht.


Klik hier om meer te lezen over halal slachten of in de Internetversie bij de labels.

Leeswijzer


Kijk op Facebook voor onze reactie op de actualiteit.
Aanbeveling: Thema's of steekwoorden vindt u via de labels onderaan de pagina of op Animal Freedom. Klik hier voor de laatste bijdragen.
Klik hier voor het beleid om uw privacy te beschermen.

Waarom dit blog?

De Nederlandse veehouderij is vooral gericht op zoveel mogelijk voor de export te produceren onder het motto “meer, meer, meer en groot, groter, grootst”. Dit heeft negatieve gevolgen voor zowel de dierenwelzijn, biodiversiteit, het milieu, het klimaat, de portemonnee en de gezondheid van burgers en ook voor welwillende boeren.
Dit blog verzamelt kritische artikelen die de wurggreep beschrijven waarin de veehouderij zichzelf heeft vastgezet. Zo willen we niet alleen een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de kwaliteit van het leven voor alle belanghebbenden, maar ook aan een schone, gezonde omgeving en een beter dierenwelzijn.

Ook de argumentatie dat dieren grondrechten hebben kan beter en meer aansluiten op hoe mensen voor zichzelf vinden dat recht moet gelden. Alle dier(soort)en kunnen in hun recht op vrijheid als (intrinsiek) evenwaardig aan mensen beschouwd worden. Dierenrechten zijn mensenrechten, die mensen de kans geeft om voor dieren op te komen.
Dieren, bijv. in de intensieve veehouderij, worden behandeld als een object in plaats van een subject met gevoelens en rechten.

De snelheid en het aantal dier(soort)en dat we voortdurend gebruiken is immens. De bijdrage aan onze welvaart en economie van de agrosector is gering. De oplossing is simpel en van niemand anders dan van ons zelf afhankelijk.

Dierenrechten in woord en beeld

Vrijheid is ook een intrinsiek grondrecht voor dieren. Dieren zijn geen dingen Dierenrechten zijn mensenrechten. Mensen moeten voor dieren kunnen opkomen wanneer hun grondrecht wordt geschonden.
logo van Animal Freedom yin en yang
Lees hier over de redenen waarom dieren recht op vrijheid hebben. Lees hier waarin mens en dier evenwaardig zijn.