Mens en dier zijn (intrinsiek) evenwaardig in hun recht op vrijheid

Bij de Stichting Animal Freedom leest u over de gedachte achter dierenrechten.
Hier leest u over ontwikkelingen in de agrosector en de gevolgen voor dieren(rechten).
Alle levende wezens zijn verschillend maar evenwaardig in het recht op vrijheid op een natuurlijk leven.
Een dier is (net als een mens) geen ding of een object.
Dierenrechten zijn mensenrechten. Mensen moeten kunnen ingrijpen wanneer mensen dieren misbruiken of onrecht aandoen.
Posts tonen met het label kalveren. Alle posts tonen
Posts tonen met het label kalveren. Alle posts tonen

18 oktober 2020

Kalfjes langer bij moeder ontwikkelt soorteigen gedrag

In onderzoeksrapport Kalveren bij de koe. De natuur werkt! doet het Louis Bolk Instituut verslag van een onderzoek naar een systeem waarbij pasgeboren kalfjes langer bij de moederkoe blijven.
Uiteraard vraagt dat aanpassing in aan de huisvesting van beiden en dat kost geld.

Agriholland meldt: een kalf wordt bijna altijd direct na de geboorte van de moederkoe vandaan gehaald. De vroege scheiding van koe en kalf is een geijkte manier om veel melk te produceren. Na de geboorte wordt de koe tweemaal per dag gemolken en de kalveren krijgen dagelijks een afgepaste hoeveelheid. Dit systeem is goedkoop, praktisch en overzichtelijk. Ook hygiëne speelt een rol. Het compleet gescheiden grootbrengen van kalveren biedt echter geen ruimte voor het ontstaan van een band tussen koe en kalf. Dit heeft nadelige gevolgen voor de sociale ontwikkeling van kalveren en voor het ontwikkelen van natuurlijk, soorteigen gedrag.

Zie voor meer informatie de publicatie kalveren bij de koe op de site van het Louis Bolk Instituut.

05 november 2019

Kalfjes bij de koe



Kalfje-bij-de-koe is voor Zuiver Zuivel melkveehouder Armando Kok een stap in de richting van een zo natuurlijk mogelijke melkveehouderij. Hij legt het uit.
“Bij ons lopen de kalfjes bij de melkkoeien in de kudde. De eerste twee maanden mogen ze onbeperkt bij hun eigen moeder melk drinken. Voor de moederkoe is het fijn om haar kind bij zich te houden: daarmee kan ze haar natuurlijke moederinstinct uitleven. Bovendien zorgt zij veel beter voor het kalfje dan ik dat kan. Dankzij die moederzorg groeien de kalfjes ontzettend goed en zijn ze kerngezond. Het levert mij werkplezier op waardoor ik vrolijk ben en nog beter voor de koeien kan zorgen. Naast de jonge kalfjes heb ik ook graag wat koeienwijsheid – oudere koeien – in de kudde staan. Door die verschillende leeftijden vormen onze koeien een evenwichtige kudde: ik zie sterke sociale banden en ze helpen elkaar. Op een kalf in nood reageren ze allemaal. Die zorg voor elkaar zit er al vroeg in: als ik de koeien uit het land ophaal om ze te melken, wachten de oudere kalveren op de jongere kalfjes. Vervolgens is het speelkwartier en rennen ze keihard met z’n allen het pad op en af. Dat is fantastisch om te zien, daar word ik echt vrolijk van. Als biodynamisch boer probeer ik zo dicht mogelijk bij de natuur te staan. Kalfje-bij-de-koe is voor mij een stap in de richting van een zo natuurlijk mogelijke melkveehouderij”.

De koe mag niet alleen haar kalfje bij zich houden, het mag ook haar hoorns houden.

03 oktober 2019

Gratis advies aan veehouders om meer te verdienen

Minder vee betekent hogere prijzen voor de boer, zegt Tjeerd de Groot van D'66. Dat klopt in ieder geval voor melk. Beter ten halve gekeerd, dan ten hele verdwaald. En Tjeerd kan het weten want hij was, voordat hij tot de Tweede Kamer toetrad, directeur van de Nederlandse Zuivel Organisatie (NZO). In de Tweede Kamer heeft De Groot de portefeuille landbouw en visserij, natuur, dierenwelzijn, voedsel(productie), krimp en toerisme.
Bij de grootste zuivelverwerker van Nederland (zuivelcoöperatie Friesland Campina (FC), waar boeren mede-eigenaar van zijn) wordt meer dan de helft van de aangevoerde melk met verlies verkocht. (Bron: toenmalige bestuursvoorzitter Joosten in het Financieele Dagblad (FD); 19 april 2016 ). Dat moet worden gecompenseerd met dat deel dat wel winst maakt. Het verliesgevende deel duwt dus de totale prijs die de boeren krijgen omlaag.
Als de helft van de melkplas verdwijnt, verdwijnt ook het verliesgevende deel, dat op de prijs drukt. En dus gaat de melkprijs voor de boeren omhoog, zonder dat de consument meer hoeft te betalen.  In het eerste  helft van dit jaar ging de winst van FC omhoog. Vooral omdat de melkaanvoer daalde. (Bron: halfjaar cijfers FC 2019 in het FD).

Dit mechanisme geldt ongeveer ook voor (varkens)vlees.

Wanneer de boeren klagen over lage prijzen, hebben ze dit in de eerste plaats aan zichzelf te wijten.

Dan de uitstoot van stikstof en broeikasgassen door de veestapel.
De melkveehouders komen steeds maar met de mededeling dat het aantal koeien sinds 1990 fors is gedaald. Dat klopt niet voor minstens de laatste 10 jaar, maar los daarvan, de uitstoot van de koe, CO2 en stikstof, is niet gekoppeld aan de koe, maar aan haar melkproductie. Die is sinds 1990 verdubbeld.
Die hoge productie gaat ten koste van dierenwelzijn. Dierenwelzijn zorgt bij koeien voor een langere levensduur. De opfok van een kalf tot melkkoe kost tussen de 1500 en 2350 euro. Dus elk levensjaar dat je het koeienleven verlengt levert geld op. Bij de huidige levensduur van koeien, vervangt de boer elk jaar ongeveer een derde van zijn veestapel. De gemiddelde melkveehouder heeft ongeveer 100 melkkoeien. Dus jaarlijks gaan er 30 koeien naar de slacht. Wanneer je dat een jaar uitstelt, levert dat tussen de 45.000 en 70.000 euro op. Een boer met 200 koeien, en dat zijn er ook nogal wat, bespaart per jaar tussen de 90.000 en 140.000 euro.
En een gezonde koe heeft ook minder bezoek van de dierenarts nodig. Dat bespaart ook weer onnodige kosten.
Een boer die niet systematisch zorgt voor dierenwelzijn van zijn veestapel is een dief van zijn eigen portemonnee.

15 april 2017

Liefde voor het dier of voor de boer?

Citaat van de Correspondent, auteur Nina Polak, over Boer zoekt Vrouw

Toen Olke vorige week informeerde wie van zijn vrouwen het eerste zou kunnen verhuizen, zodat hij haar niet te lang hoefde te missen in zijn keuken, sloeg de stemming om op de Texaanse ranch. Verleidster Sandra leek plotseling ernstig afgeknapt en bij dierenvriend Alberdien, die al op het eerste gezicht in lichterlaaie stond voor haar Friese boer, drong ineens de dieronvriendelijke realiteit door van het boerenbestaan. Met tranen in haar ogen bedankte ze voor de eer, ze kon de kalvermoord niet aan.

‘Ja, het leven is hard,’ zei Olke begrijpend, terwijl hij Alberdien in zijn armen sloot. Yvon Jaspers vroeg haar gespeeld verbaasd of ze misschien een te romantisch beeld koesterde van het leven op een boerderij. Welja. Hoe zou Alberdien daar nou aan gekomen zijn?

Het lag voor Alberdien niet aan de boer, maar aan zijn bio-industrie. In mijn herinnering is dat de eerste keer in de geschiedenis van het programma dat een van de kandidates een ethische reden opgeeft voor haar vertrek. Het past in een seizoen waar de realiteit zich maar moeilijk roze laat kleuren.

Het dringt al met al nu pas goed tot me door dat Boer zoekt vrouw eerst en vooral een hard programma is. Dartele koetjes, kalfjes, bloemetjes en bijtjes dragen ongetwijfeld bij aan de aantrekkingskracht, maar ze versluieren misschien ook dat het draait om harten en levens – van mensen, maar ook van dieren.

Dierenactivisten stortten zich dit jaar ook op de hypocrisie van Jaspers, die eerder actie voerde tegen de bio-industrie en nu boeren als David romantiseert. Lees de bezwaren van Stichting Varkens in Nood.

02 april 2017

Kalfjes importeren en koeien slachten?

Persbericht van Wakker Dier.

Import kalfjes halveert effect massale koeienslachting.

Terwijl Nederland in 2017 zo’n 160.000 melkkoeien naar het slachthuis stuurt om het milieu te ontlasten, importeert de kalversector dit jaar ruim 700.000 kalveren. De import van deze kalfjes halveert de milieuwinst die de massaslachting van de melkkoeien moet opleveren. Dat berekent Wakker Dier op basis van cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Wakker Dier is woest op de overheid: “biologische boeren moeten koeien slachten om een mestberg kleiner te maken waar ze niet eens verantwoordelijk voor zijn, en aan de andere kant laat de overheid de kalversector honderdduizenden kalveren importeren. Dat is geen mestbeleid, maar shitbeleid”!

Mestberg.
De overheid heeft de afgelopen drie jaar lijdzaam toegekeken hoe de melkveesector uit zijn voegen groeide na het afschaffen van het melkquotum. Het gevolg is een gigantische mestberg. Nu heeft Nederland - terecht - een waarschuwing gekregen uit Brussel omdat we meer fosfaat (mest) produceren dan is afgesproken: de mestberg moet krimpen. De overheid neemt maatregelen met de botte bijl en laat zo’n 160.000 extra koeien slachten. Ook de kleinschalige, grondgebonden en biologische boeren moeten inleveren, ook al zijn zij niet verantwoordelijk voor het mestoverschot. Voldoe je als boer niet aan de nieuwe regels en hou je te veel dieren, dan kan je een flinke boete verwachten.

Import kalveren.
De Nederlandse melkveesector levert ieder jaar zo’n 800.000 kalveren aan de kalversector. Want een koe die geen kalf krijgt, geeft geen melk. Deze kalfjes verhuizen na twee weken van de melkveehouderij naar de kalvermester waar zij in zo’n zes maanden worden vetgemest. Daarbovenop worden elk jaar ook honderdduizenden kalveren geïmporteerd om hier vetgemest te worden. Uit CBS-cijfers blijkt dat de Nederlandse vleeskalversector in januari en februari al 113.175 kalveren heeft geïmporteerd. Deze kalfjes komen vooral uit Duitsland, maar ook helemaal uit Letland, Estland en Tsjechië. Zo stevent de kalversector dit jaar af op een import van 735.000 kalveren. Hetzelfde hoge aantal als in 2016.

Kalversector doet massaslachting melkkoe teniet.
Maar ook deze geïmporteerde kalfjes produceren mest en dragen bij aan het fosfaatoverschot. De fosfaatproductie wordt berekend in grootvee eenheden (GVE). Een melkkoe is 1 GVE. Een vleeskalf dat maar 6 maanden oud wordt telt als 0,115 GVE. Dat betekent dat acht kalveren per jaar ongeveer evenveel mest produceren als een volwassen melkkoe. De naar schatting 735.000 kalveren die dit jaar Nederland binnenkomen, produceren dus evenveel mest als zo’n 85.000 melkkoeien. De geïmporteerde kalveren produceren daarmee ongeveer evenveel mest als de helft van het aantal te slachten koeien.

Zo kan het ook.
Met een verbod op de import van kalfjes had de overheid twee vliegen in één klap kunnen slaan: de biologische en grondgebonden boeren hadden geheel gespaard kunnen blijven in de massaslachting én de overheid had een einde kunnen maken aan veel dieronvriendelijke lange afstandstransporten van veel te jonge kalfjes.

Het huidige beleid van de overheid slaat volgens Wakker Dier als een tang op een varken. Het kan ook anders. Afgelopen november werd het plan “Grondgebonden Melkveehouderij” gepubliceerd door een coalitie van diverse boeren-, natuur-, milieu- en zuivelorganisaties. Dit voorstel zorgt ook voor de benodigde afname van fosfaat, maar op een duurzame manier. In dit voorstel zouden binnen vijf jaar alle melkveebedrijven grondgebonden zijn. Dat betekent dat alle melkveehouders genoeg grond hebben om hun koeien te weiden en alle mest zelf kunnen gebruiken. Van een mestoverschot is er dan geen sprake meer in de melkveehouderij. Dit gebeurt nu al op biologische en grondgebonden melkveebedrijven.

Met deze maatregelen - in combinatie met maatregelen voor de kalvermesterijen - had de overheid een slag kunnen maken naar een duurzame veehouderij, maar helaas beschermt de overheid liever de industrie dan de koe. Wakker Dier pleit voor maatregelen die toewerken naar een diervriendelijke melkveehouderij met eerlijke prijzen voor de boer en de koe in de wei.

08 januari 2016

Hypocriete oproep Bleker over kalveren

Op Nieuwsgrazer het volgende bericht:
Henk Bleker, voorzitter van Vee & Logistiek Nederland, waarschuwt melkveehouders voor hun houding ten opzichte van jonge kalveren.
Dat schrijft hij in het maandelijks magazine van de organisatie. Volgens hem worden jonge kalveren vaker als nutteloos bijproduct bestempeld. Deze houding van melkveehouders kan vernietigend zijn voor het imago van de hele Nederlandse melkveehouderij.
Bleker verwijst daarbij naar de situatie in Australië waar jonge kalveren worden afgevoerd naar de slachterij. Het leidt volgens hem tot grote verontwaardiging en imagoschade.
De groei van de melkveebedrijven is volgens hem debet aan deze houding. De voorzitter pleit voor een goede zorg van het kalf en het voorkomen van slachten van jonge gezonde kalveren.
Tot zover Nieuwsgrazer.

Kalveren van melkkoeien worden verwekt en geboren om de melkgift van de moederkoe op te wekken. Nadat een kalf is geboren heeft de melkveehouder drie bestemmingen voor het dier:
1. Op te groeien als vervanger van haar moeder tot melkproducent
2. Op te groeien als mestkalf om geslacht te worden wanneer het is uitgegroeid
3. Direct naar de slacht te worden afgevoerd

Kalveren die voor de slacht worden aangeboden zijn per definitie jonge gezonde kalveren. Overigens geldt het hetzelfde voor hun moeders. Ook die worden op relatief jonge leeftijd naar de slacht afgevoerd wanneer hun melkgift begint af te nemen.
Het leven van een mestkalf in een groep binnen in een stal met geen toegang tot een weide is een leven met weinig sjeu, hoe goed een boer ook zorgt voor eten, drinken en warmte.
Qua dierenwelzijn maakt het weinig uit of een kalf direct wordt geslacht of eerst nog een aantal maanden leeft in verveling terwijl het gemest wordt.
De verwijzing van Bleker naar Australië is mede hypocriet omdat Nederland massaal pas geboren kalveren importeert uit het buitenland om gemest te worden. De omstandigheden tijdens het langdurige vervoer leveren regelmatig problemen op.

Niet alleen de groei van de melkveebedrijven is debet aan de verontwaardiging bij het publiek, het is ook het onnatuurlijke leven van productiedieren in de intensieve (melk)veehouderij.

02 oktober 2014

Van geboorte tot slacht ontleed

Het levenswerk van kalf Jonathan 1127

Deze EO documentaire begint met een mooie beelden van het geboorte van Jonathan in de wei. In de documentaire wordt Jonathan letterlijk tot in detail gevolgd na de slacht.

Volkskrant columnist Jean-Pierre Geelen schreef er dit over:
Het leven van het kalf Jonathan 1127 (maandag als EO-2DOC) was een oase van rust, verfilmd door Henk Dokter. De scharrelstier werd geboren in een weide in de volle voorjaarszon; er kwam geen geboortekrik of kist aan te pas. Dat zijn moeder overleed en het jong op zoek moest naar een vervanger voor melk, kwam het drama alleen maar ten goede. Voor het overige zette de idylle van het jonge leven zich voort. Tot het moment waarop Jonathan de betegelde ruimte van de ambachtelijke slager binnentrad en met zichtbare doodvrees bokkensprongen maakte.
'Rustig maar, niks aan de hand', loog de slager. En daar knalde de pin in zijn kop; terwijl het lichaam nog schokte ging het mes in zijn keel. Een half uur later fileerde de slager met zichtbare arbeidsvreugde het 'harinkje' en de 'jodenhaas'.
Het leven van kalf Jonathan 1127 bood misschien een eerlijke en onbevangen blik op een koeienleven, maar het was ook een verregaande romantisering van de gemiddelde biefstuk, die voor het overgrote deel uit de bio-industrie komt.

Tot zover Geelen.

In de documentaire het nummer "Sorry" van Kyteman (zie video). En daarmee was geen woord teveel gezegd.
Gelukkig voor Johannes woog hij bij geboorte 70 kg. Kalfjes met een te laag gewicht mogen niet meer worden vetgemest tot kalfsvlees. Wat gaat er nu met hen gebeuren?

Per 1 januari scherpen de kalvermesterijen hun eisen aan. Dieren die minder dan 36 kilo wegen, zijn niet meer welkom. Zo willen kalverbedrijven hun antibioticagebruik verminderen. Lichtere dieren hebben minder weerstand.

02 december 2013

Daar gaan we weer

Het heeft uiteindelijk toch nog 25 jaar geduurd voor de georganiseerde dierenvrienden wakker zijn geworden. Aanleiding was een artikel in de Stentor over het gebruik van de geboortekrik bij koeien, of de veeverlosser zoals de boeren het apparaat liever zelf noemen. De krik is een voor de boer handig apparaat om bij een lastige bevalling het kalf in de meest letterlijke zijn van het woord uit de moeder te krikken.
Tsja, en dat kan natuurlijk niet. Dat het al bijna 25 jaar verboden is, er staat een stevige boete op, vergeten we onder het motto beter laat dan nooit maar liever even.

Bij een normale bevalling doet de koe zelf het werk, maar soms kan het naar de zin van de boer weleens te lang duren, hij wil naar bed of hij moet eten, en dan haalt hij een speciaal touwtje te voorschijn. Aan het ene eind zit een lusje dat om een poten van het kalf worden geslagen. Aan het andere eind zit een stokje, zodat de handen van de boer goed houvast hebben. Een klomp of laars gaat op de bil van de koe om kracht te kunnen zetten, en trekken maar jongens. En als het nog niet lukt gaat er nog zo'n speciaal. touwtje om de poten van het kalf en wordt er met twee man gesjord.

Als een boer het kalf er met een touwtje niet uitgetrokken krijgt, wordt het natuurlijk tijd voor de veearts, maar die kost geld. Elke keer dat hij moet opdraven weer. Boeren redeneren: wat een veearts kan, kan ik ook. En dus ligt er op elke melkveehouderij een geboortekrik. Die kost 1 keer ongeveer €300,-- gaat een leven mee en heeft een trekkracht van minstens zes man. Daar kan zelfs het koppigste kalf niet tegen op. De koe trouwens ook niet.

Het hebben van een geboortekrik mag; hem gebruiken is al bijna 25 jaar verboden. Maar er zijn zoveel zaken in de veehouderij verboden of gebonden aan regels. Omdat er nauwelijks gecontroleerd, laat staan gehandhaafd wordt, lachen de boeren smakelijk om al de verboden en regelgeving.
Het gebruik van de geboortekrik is namelijk niet te controleren. Hoe wil men dat doen? Een politie-agent naast elke zwangere koe zetten? De gewone politie heeft op het boerenerf geen enkele bevoegdheid. De dierenpolitie is inmiddels weer afgeschaft en was trouwens waar het de misstanden in de veehouderij betreft ook een lachertje: ze hadden geen bevoegdheden op het boerenerf. Van koeien, kippen en varkens zijn zogenoemde landbouwhuisdieren gemaakt, en daar kan een boer ongestraft zo ongeveer alles mee uithalen wat hij maar wil. En dat doet hij dan ook.

De controle op vee is alleen voorbehouden aan de speciale boerenpolitie, de AID. Maar deze is intussen opgegaan in de Nederlandse Voedsel en Waren Autoriteit, waar overigens, vrijwel zeker doelbewust, via bezuinigingen een groot capaciteitstekort is gecreëerd. En als er wel genoeg capaciteit zou zijn, zouden ze nog niet controleren. De inspecteurs van de AID durven doorgaans het boerenerf niet op. Het zijn vaak boerenzoons voor wie op vaders bedrijf geen plaats was en die door de sector als verraders worden gezien. En dus ook zo worden behandeld als ze hun gezicht laten zien.

Intussen is staatssecretaris Dijksma bezig met daadkrachtig op te treden. Het gebruik van de krik blijft verboden, en zal ook niet worden gedoogd.

Oh nee? Wat gaat er dan nu na die 25 jaar veranderen dan? Wel politie in de stal? Webcam bij elke zwangere koe? Drones op het boerenerf? Dacht het niet.

Er wordt niet gedoogd, maar bij deze mededeling blijft het.

Intussen gaat de staatssecretaris in overleg met de sector. Doel van het gesprek is na te gaan onder welke voorwaarden het wel kan.

Wedden dat er het volgende uit komt:

Boeren mogen straks de geboortekrik zelf gebruiken op voorwaarde dat ze eerst via een cursus een diploma halen. Boeren die al een bedrijf hebben krijgen het diploma sowieso. Nieuwe boeren krijgen er een als hun vader minstens tien jaar boer is geweest.

En zo is er dan weer op papier een stukje dierenleed verminderd in een land dat vele regels ter bescherming van dieren meteen onderuit haalt door er tijdelijke ontheffingen of uitzonderingen voor toe te staan.

En het moet gezegd, het lukt de boeren steeds weer de zaken zo te draaien dat lijkt alsof ze moeten inbinden, maar er in de praktijk voor hen geen fluit verandert.

Daar gaan we weer….

Op dit filmpje een geboorte van een kalf zonder een krik.

En hier een filmpje met gebruik van geboortekrik.

21 juni 2013

De leugen van het land

De VPRO zendt meer dan eens de documentaire The Lie of the Land uit. Regisseuse Molly Dineen volgt drie agrariërs op het Engelse platteland. Ian Williams en collega Paul Hancock in Cornwall zijn in hun dagelijkse leven dierendoder en jachtmeester, Glyn Pearman is veehouder en - voor extra geld - nu ook nog fazantenfokker. Alle drie worstelen ze om te overleven in een veranderende agrarische samenleving, die gevangen zit in de verstikkende commerciële armen van de supermarkten. Dineen verschaft met een scherp oog voor detail en een onbevangen manier van vragen een gedeeltelijk inzicht in de huidige mechanismen van de voedselindustrie en de gevolgen ervan voor de Engelse landbouwers.
Dineen had zich oorspronkelijk niet verdiept heeft in de agrarische omstandigheden. Het was haar plan om een documentaire te maken over de vossenjacht en de vraag waarom mensen uit de stad meer om vossen geven dan om landbouwhuisdieren. Dat gebrek aan inzicht in alle motieven van boeren is wel te merken in het kritiekloos accepteren van de verklaringen die de drie hoofdpersonen aandragen. Het is niet zo dat de boeren liegen, maar ze vertellen ook niet de hele waarheid. In die zin is de titel goed gekozen, want de documentaire laat open wie er liegt.
Sommige beelden zullen bij kijkers hard aankomen. De boeren kiezen ervoor om gezonde stierkalveren te laten doden, nadat ze hun taak als opwekker van de melkgifte hebben verricht door geboren te worden. Het alternatief voor de vroege dood is een miserabel leven als meststier, mogelijk in een beperkte ruimte en na transport naar het buitenland (ons land). Ze zouden ook in de wei kunnen leven, maar volgens de boeren levert het te weinig geld op.

Melkveehouder Glyn Pearman fokt als bijverdienste fazanten die hij kortwiekt, in kratten stouwt en verkoopt aan jagers als gemakkelijk doelwit. Hij vindt het waanzin, maar niemand dwingt hem om fazanten te houden als bio-industrie. Ian Williams doodt koeien en paarden, die te lang ziek zijn. Is dit humaan of is dit een leugen?

Voor wie meer wil lezen over de spraakverwarring tussen Nederlandse boeren en burgers, klik hier.

16 september 2010

Sommige kalveren worden te licht bevonden om door te leven

Kalfjes worden verwerkt en geboren om de melkgift van de moeder op te wekken. Als een koe geen kalf krijgt, geeft zij geen melk en kan de melkveehouder niet verdienen. De meeste van de kalfjes hebben met geboren te worden hun taak verricht en eindigen hun carrière als mestkalf. Een mestkalf is een kalf dat vet gemest wordt en zodra het niet meer in gewicht toeneemt naar de slacht wordt gebracht. So far business as usual. Maar tegenwoordig wordt aan een mestkalf ook de eis gesteld dat het dier een voldoende groot startgewicht heeft om in te investeren. De Partij voor de Dieren heeft hierover vragen gesteld aan de minister.
Vragen van het lid Thieme (PvdD) aan de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over het in laten slapen van jonge kalveren omdat zij niet geschikt zouden zijn om af te mesten.
Kent u het bericht ‘Kalveren laten inslapen? [1]’?
Kunt u bevestigen dat de huidige praktijk is, of dat het voorkomt, dat wanneer een kalf niet binnen 30 dagen na zijn geboorte het gewicht van minimaal 36 kilo heeft bereikt, deze dieren niet meer gewild zijn voor het afmesten en dat de hierdoor dieren gedood worden door de veehouder zelf, of zelfs op de verzamelplaats van de tussenhandelaar? Hoe beoordeelt u dit?
Kunt u inzicht geven in wie deze regel bedacht heeft, hoelang deze regel al geldt, en of u en de inspecteurs van de VWA daarvan op de hoogte waren?
Kunt u inzicht geven in het aantal kalfjes dat gedood is omdat ze het vereiste gewicht niet hadden bereikt binnen deze 30 dagen?
Deelt u de mening dat deze praktijk strijdig is met artikel 12 van het Besluit doden van dieren, waarin zelfs expliciet wordt gesteld dat het “buiten het slachthuis doden van rundvee […] categorisch verboden [is], omdat dit vanuit welzijnsoogpunt onaanvaardbare risico’s meebrengt”[2]? Kunt u toelichten hoe het dan kan dat praktijk kennelijk voorkomt, en waarom het Besluit dus niet gehandhaafd wordt?
Deelt u de mening dat deze praktijk uit ethisch oogpunt gestopt moet worden? Zo neen, waarom niet?
Bent u bereid maatregelen te nemen om ervoor te zorgen dat deze praktijk zo snel mogelijk wordt gestopt? Zo neen, waarom niet? Zo ja, op welke wijze en termijn?

[1] Boerderij 95- nr 50, 14 september 2010, p 3.
[2] Besluit van 16 mei 1997, houdende regelen ter zake van het doden van dieren (Besluit doden van dieren), Nota van Toelichting.

Klik hier om meer te lezen over kalveren of in de Internetversie bij de labels.

20 maart 2009

Rapport schetst onthutsend beeld over veetransporten

Compassion in World Farming Nederland publiceert vandaag een nieuw rapport over veetransporten in de Europese Unie. Het rapport is gebaseerd op de laatste cijfers en het nieuwste wetenschappelijk onderzoek. Het geeft een onthutsend beeld van het dierenleed dat veroorzaakt wordt door het vervoer van dieren over grote afstanden.

Het rapport, dat werd geschreven door Peter Stevenson, beschrijft de belangrijkste routes voor verre diertransporten in de EU. Nederland neemt daarbij een belangrijke plaats in. Zo importeerde ons land in 2007 bijvoorbeeld meer dan 300.000 jonge kalfjes uit verre landen als Polen, Litouwen en Ierland. In hetzelfde jaar exporteerde Nederland meer dan 1,4 miljoen levende varkens en biggen naar Spanje en Italië. Zowel varkens, als jonge kalfjes, kunnen slecht tegen de verre transporten en tegen de barre omstandigheden waaronder deze vaak plaats vinden.

De Europese regels voor diertransport staan toe dat dieren over grote afstanden worden vervoerd. Toch worden de voorgeschreven rijtijden vaak overtreden, zijn de veewagens vaak overvol en krijgen de dieren vaak onvoldoende rust, eten en drinken. Het aantal incidenten rond veetransporten is dan ook groot. Het rapport somt op:
2005: Nederlandse varkens dood op een reis naar Italië
2006: 263 biggen dood op een reis van Nederland naar Griekenland
2007: 190 biggen dood op een reis van Nederland naar Italië
2007: 13 Nederlandse biggen dood bij aankomst in Spanje
2007: In Duitsland sijpelt bloed van een Nederlandse vrachtwagen met varkens. De wagen blijkt te zwaar beladen en 127 varkens hebben ernstige bijtwonden.

Natuurlijk doet het rapport ook belangrijke aanbevelingen om een eind te maken aan het dierenleed dat veroorzaakt wordt door verre diertransporten. De belangrijkste is een verbod van alle transporten die langer dan acht uur duren. Daarnaast dringt Compassion in World Farming er bij de Europese Unie en haar lidstaten op aan veetransporten streng te controleren, bijvoorbeeld door meer en beter samen te werken en door effectief gebruik te maken van satellietnavigatie.

28 december 2008

Welzijnsproblemen bij kalveren in ons land

Wakker Dier en Compassion in World Farming voeren actie om de supermarkten te bewegen geen blank kalfsvlees meer te verkopen.

Wakker Dier meldt onder meer.

De grote welzijnsproblemen die aan blank kalfsvlees kleven zijn:
  • Om het vlees blank te kleuren krijgen de kalveren ijzerarm voer wat tot bloedarmoede leidt.
  • De kalveren worden gelijk na de geboorte bij de moederkoe weggehaald.
  • 600.000 kalfjes worden jaarlijks op jonge leeftijd op lange afstandstransport gezet naar Nederland; onder andere uit Polen en Litouwen.
  • Tot een leeftijd van 8 weken staan de kalfjes alleen in een box.
  • Daarna komen de kalfjes in krappe kale groepshokken zonder stro, staand in hun eigen stront.
  • Een blank kalf komt haar leven lang niet in de wei. Een hap gras zou haar vlees namelijk een gezond rood kleurtje geven.

De bloedarmoede staat centraal in de kalfsvleescampagne. De campagne zal moeten opboksen tegen de kalfsvleespromotie-campagne van de veesector die recent 3 miljoen subsidie van de EU kreeg.

Jaarlijks worden in Nederland anderhalf miljoen kalfjes vetgemest voor kalfsvlees. Driekwart daarvan heeft bloedarmoede. Omdat er onvoldoende kalfjes op Nederlandse melkveebedrijven worden geboren, worden jaarlijks 600.000 pasgeboren kalfjes geïmporteerd; de laatste jaren steeds vaker uit vergelegen landen als Polen en Litouwen. In Engeland zijn dierenbeschermers, supermarkten en boeren overeengekomen te stoppen met kalverexporten naar Nederland, vanwege het grote dierenleed in ons land.

Meer lezen? Ga naar Animal Freedom.

Klik hier om meer te lezen over kalveren of in de Internetversie bij de labels.

25 augustus 2006

Waar is het welzijn in het korte leven van een kalf?

Een kalf wordt geboren om de melkgift van zijn moeder op te wekken. Daarna is het aan de boer wat hij met het dier doet. Hij haalt het dier direct na de geboorte weg van de moeder en wanneer hij geen belang heeft om het te houden, stuurt hij het naar de markt.
Het kalf wordt vervoerd door een transporteur en verhandeld door een veehandelaar. Na verkoop wordt het kalf vervoerd naar het slachthuis of naar een vleesbedrijf dat het dier nog even in een beperkte ruimte houdt tot het niet meer groeit en het alsnog wordt geslacht. Dat kan in binnen of buitenland zijn. Na vervoer naar het slachthuis wordt het via een schietmasker met een pin door de kop gedood, waarna de slachters het dier uitbenen.

Op welk moment in dit miserabele leven heeft het kalf maar een glimp van welzijn gehad?
Heeft een van de betrokkenen (de veehouder, transporteur, handelaar of slachter) het dier mishandeld?
Heeft een van de betrokkenen iets gedaan ter bevordering van het welzijn?
Zijn betrokkenen verantwoordelijk of is dat de politiek?
Of is de consument verantwoordelijk, terwijl hij in de winkel niet of nauwelijks weet kan hebben van de omstandigheden waarin het dier leefde?
Moeten we dan spreken over rechten of over bescherming van welzijn?

De enige persoon die hierin schone handen houdt is degene die geen dierlijke producten gebruikt.

Klik hier om meer te lezen over kalveren.

Leeswijzer


Kijk op Facebook voor onze reactie op de actualiteit.
Aanbeveling: Thema's of steekwoorden vindt u via de labels onderaan de pagina of op Animal Freedom. Klik hier voor de laatste bijdragen.
Klik hier voor het beleid om uw privacy te beschermen.

Waarom dit blog?

De Nederlandse veehouderij is vooral gericht op zoveel mogelijk voor de export te produceren onder het motto “meer, meer, meer en groot, groter, grootst”. Dit heeft negatieve gevolgen voor zowel de dierenwelzijn, biodiversiteit, het milieu, het klimaat, de portemonnee en de gezondheid van burgers en ook voor welwillende boeren.
Dit blog verzamelt kritische artikelen die de wurggreep beschrijven waarin de veehouderij zichzelf heeft vastgezet. Zo willen we niet alleen een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de kwaliteit van het leven voor alle belanghebbenden, maar ook aan een schone, gezonde omgeving en een beter dierenwelzijn.

Ook de argumentatie dat dieren grondrechten hebben kan beter en meer aansluiten op hoe mensen voor zichzelf vinden dat recht moet gelden. Alle dier(soort)en kunnen in hun recht op vrijheid als (intrinsiek) evenwaardig aan mensen beschouwd worden. Dierenrechten zijn mensenrechten, die mensen de kans geeft om voor dieren op te komen.
Dieren, bijv. in de intensieve veehouderij, worden behandeld als een object in plaats van een subject met gevoelens en rechten.

De snelheid en het aantal dier(soort)en dat we voortdurend gebruiken is immens. De bijdrage aan onze welvaart en economie van de agrosector is gering. De oplossing is simpel en van niemand anders dan van ons zelf afhankelijk.

Dierenrechten in woord en beeld

Vrijheid is ook een intrinsiek grondrecht voor dieren. Dieren zijn geen dingen Dierenrechten zijn mensenrechten. Mensen moeten voor dieren kunnen opkomen wanneer hun grondrecht wordt geschonden.
logo van Animal Freedom yin en yang
Lees hier over de redenen waarom dieren recht op vrijheid hebben. Lees hier waarin mens en dier evenwaardig zijn.