Mens en dier zijn (intrinsiek) evenwaardig in hun recht op vrijheid

Bij de Stichting Animal Freedom leest u over de gedachte achter dierenrechten.
Hier leest u over ontwikkelingen in de agrosector en de gevolgen voor dieren(rechten).
Alle levende wezens zijn verschillend maar evenwaardig in het recht op vrijheid op een natuurlijk leven.
Een dier is (net als een mens) geen ding of een object.
Dierenrechten zijn mensenrechten. Mensen moeten kunnen ingrijpen wanneer mensen dieren misbruiken of onrecht aandoen.
Posts tonen met het label kadaver. Alle posts tonen
Posts tonen met het label kadaver. Alle posts tonen

25 mei 2013

Mensen laten wennen aan kadavers in de natuur

What’s in a name. Roger van Leeuwen heeft een dierentuin in Beesd. Charlotte Huisman doet in de Volkskrant van 25 mei verslag. In dierentuin La Paay kunnen bezoekers zien dat de vleesetende dieren kadavers krijgen te eten. Een deel van de mensen moet daaraan wennen.
Een citaat:


Waar andere dierentuinen proberen de bezoeker niet al te zeer voor het hoofd te stoten met deze ongemakkelijke beelden, kun je in De Paay niet om de dierenresten heen. Een grote dierentuin als Artis laat de roofdieren ook herkenbare kadavers eten, ter educatie van zijn publiek. Maar dat gebeurt in Artis bij lange na niet zo zichtbaar als in Beesd.

Kattenbrokken
Voor roofdieren zijn prooidieren het meest volledige voer, en daarom krijgen ze die van Van Leeuwen. Hij verhult dat bewust niet om zo bezoekers aan het denken zetten. Hij begrijpt niet dat mensen minder aanstoot nemen aan kattenbrokken. Daarin zitten ook kuikens, maar dan fijngemalen en onherkenbaar. Het is de natuur, zegt Van Leeuwen. 'De eerste uil die boterhammen met pindakaas eet, moet ik nog tegenkomen.'
Het publiek heeft moeite met deze realiteit, merkt hij. Laatst zag hij een moeder haar zoontje wegtrekken van het zicht op een kadaver. Anders slaap je niet, zei ze tegen haar kind. Zijn boekhouder waarschuwt hem: deze praktijk kost je bezoekers. Daarom heeft hij in het park borden opgehangen. Daarop legt hij uit dat de loslopende cavia's op het veld in het park die de bezoekers kunnen aaien, niet dezelfde dieren zijn als die ze verorberd zien worden door de roofdieren.

Dat scheelt misschien een beetje.
Maar als Van Leeuwen eerlijk is: hij denkt dat het probleem zit in hoe mensen naar dieren kijken: 'Ze vermenselijken dieren. Ze willen protocollen voor wat we doen als een kip ziek is. De klas schoolkinderen die hier op bezoek was, wilde dat ik een ziekenboeg zou maken voor ratten en muizen. 'Ik vroeg: maar moet ik dan gezonde dieren aan de slangen voeren? Daar lopen wij tegenaan.'
De gevoerde eendagskuikens zijn de haantjes die worden gedood omdat mensen alleen hennen willen die eieren leggen, legt hij nog maar eens uit. Zelf fokt hij de honderden muizen en ratjes die als voer dienen. Van tevoren vergast hij ze met koolmonoxide. Veel in gevangenschap geboren uilen kunnen niet jagen. Beet een vrouw hem eens toe: 'Ik heb nog liever dat je joden zo aanpakt.' Schokkend vond hij dat. 'Ik zei: u weet niet wat u zegt.'
Dat zijn de momenten dat hij het heeft gehad met de bezoekers. 'Veel mensen zijn met dieren een beetje de realiteit kwijt.' Als hij een lynx even in een noodhok heeft zitten, is er alweer een discussie over op internet.
Onprettig vindt hij de controlerende bezoekjes van de dierentuinencommissie van het ministerie van Economische Zaken. Van Leeuwen: 'Die mensen worden niet gehinderd door kennis van zaken. Zeggen ze bijvoorbeeld: de gieren hebben te weinig zitstokken. Maar als ik dan vraag hoeveel deze vogels er moeten hebben, willen ze dat niet aangeven. Er zijn geen duidelijke richtlijnen.'
Roger van Leeuwen kijkt en praat recht vooruit. Vertel hem wat over dieren. Hij heeft een opleiding proefdier verzorgen afgerond en aan de universiteit gewerkt als dierenverzorger. Het is puur ervaring, zegt Van Leeuwen, om op een gegeven moment te weten welk dier wat wil. Hij runt het park samen met zijn compagnon Sebastiaan Scheffer, eigenaar van dierenwinkel Zoo-logisch in Utrecht.

Tot zover de Volkskrant.
Wanneer in ons land roofdieren als vossen minder zouden worden bejaagd, dan kunnen vossen de ganzenpopulaties in toom houden. Maar dat betekent ook dat het publiek meer geconfronteerd gaat worden met kadavers. Het gaat te ver om dierentuinen als La Paay als voorbeeld te stellen om mensen te laten wennen aan natuurlijke processen in de natuur, want het houden van dieren in dierentuinen is niet natuurlijk.

Nog een citaat:


'Ons land is daar nog niet klaar voor'
Veel dierentuinbezoekers vinden het geen prettig gezicht om een afgekloven dier te zien. Dierentuinen schipperen: ze willen niet verdoezelen dat roofdieren vlees eten, maar ook hun bezoekers tevreden houden.
Laat de realiteit zien, ook al vinden mensen het vervelend, betoogt Frauke Ohl, hoogleraar dierenwelzijn en proefdierkunde aan de Universiteit Utrecht. Het is juist belangrijk dat dierentuinen mensen aan het denken zetten, zegt ze, in de geest van dierentuineigenaar Van Leeuwen.
Wil je roofdieren echt op een 'natuurlijke' manier houden, dan zul je ze prooidieren moeten aanbieden. Veel mensen hebben een te romantisch beeld van de natuur, vindt Ohl. 'Ze willen niet worden geconfronteerd met het feit dat dieren andere dieren eten. Het blijft raar dat veel mensen er nooit over nadenken: ook het vlees op mijn bord komt van een koe of een varken.'
Daarom juicht de hoogleraar de geschetste praktijk van Dierenpark De Paay toe. 'Het is belangrijk dat er meer situaties worden gecreëerd waarin mensen een stimulans krijgen te reflecteren: waarom denk ik wat ik denk? Komt de emotie die ik voel als ik een dood, aangevreten dier zie in een roofdierverblijf wel overeen met de realiteit van mijn eigen leven? Waarom heb ik die emotie niet bij een karbonaadje op mijn bord?'
Dan zeggen mensen bijvoorbeeld: het vóelt zielig. 'Maar is het ook zielig? Daarover zouden ze meer moeten nadenken. En ook bijvoorbeeld waarom ze het belangrijk vinden dat op een bord staat: de cavia die wordt gevoerd is niet dezelfde cavia die ze hebben geaaid in de caviaweide. Want het is nog steeds een cavia.'
Diergaarde Blijdorp is er dubbel in. Stel: een slang wil geen dood prooidier eten. De grote Rotterdamse dierentuin zal in zo'n geval liever even wachten tot de bezoekers weg zijn voordat er een levende muis in het slangenverblijf wordt gezet. Blijdorp wil de bezoekers niet opzettelijk choqueren. Want als er net een opa met zijn kleinkind bij staat als de slang de muis doodt, is dat niet fijn.
Roofdieren eten gewoon vlees, hoe onprettig sommige bezoekers dat schouwspel ook vinden, is wel het uitgangspunt in Rotterdam. Dus wordt in Blijdorp soms een paardenkop bij de gieren gelegd. De stokstaartjes zijn lekker bezig als ze een hele kip kunnen losplukken, het is een verrijking van hun leven. Net als in de vrije natuur eten niet alle roofdieren hun prooi netjes op. En dan gaan sommige bezoekers klagen.
'Mensen moeten er overheen kunnen stappen: deze dieren eten geen brokjes van de Albert Heijn', zegt Lex Noordermeer, woordvoerder Blijdorp. De dierenverblijven worden wel voortdurend schoongemaakt. 'Wat de roofdieren niet opeten, wordt verwijderd. In kleinere dierentuinen met kleinere verblijven liggen die overblijfselen misschien vaker in het zicht.'
In sommige dierentuinen in Denemarken wordt een dier dat er is doodgegaan in zijn geheel en herkenbaar gevoerd aan de roofdieren. 'Ons land is daar nog niet klaar voor', zegt Lex Noordermeer.
Dierentuin Artis in Amsterdam zegt het als zijn educatieve taak te zien 'ook dit aspect van de natuur te tonen'. Onder meer de gieren, wilde honden, leeuwen, wolven en sommige roofvogels krijgen van tijd tot tijd herkenbare kadavers aangeboden. 'Het is gezonder en stimuleert natuurlijk gedrag', zegt woordvoerster Lilly Wanjon.
Een vale gier bijvoorbeeld is niet anders gewend. 'Als deze vogels het kadaver van een schaap, koe, geit of paard krijgen, is dat natuurlijker voor ze dan een lap vlees. De gieren zijn langer bezig, en hebben interactie met elkaar. Bovendien zitten in de ingewanden van een kadaver allerlei voor de gier noodzakelijke vitaminen en mineralen. Aan alleen vlees en bot hebben ze niet genoeg.'
Als de gieren worden gevoerd, kunnen bezoekers van Artis vragen stellen aan de dierverzorger. Er blijven ook wel bloederige resten liggen. De dieren doen soms enkele dagen over een kadaver. Toch reageert in Artis het overgrote deel van het publiek positief op deze manier van voeren, zegt Wanjon. Slechts een enkele keer komt er een klacht binnen. De gevoerde prooidieren springen er ook niet zo in het oog als in De Paay.
Artis voert soms ook de nageboorte of placenta. Dat is in de natuur ook gebruikelijk, zegt Wanjon. 'Er zitten veel belangrijke mineralen in. Wij hebben laatst de placenta van de Zuid-Amerikaanse tapir die had geworpen gevoerd aan de Afrikaanse wilde honden. Heel duurzaam en gezond.'

Tot zover de Volkskrant.
Het feit dat mensen, geconfronteerd met een kadaver, dit zielig vinden, is ook weer niet een groot probleem. Het is menselijk om dit zo te benoemen. Dat wil nog niet zeggen dat mensen dode dieren ook een probleem vinden. Je kunt hoogstens stellen dat mensen wanneer ze betalen bij het bezoek aan een dierentuin niet met kadavers willen worden geconfronteerd, maar alleen met levende dieren. Wanneer een dierentuinhouder daar van te voren voor waarschuwt, is de keuze aan de bezoeker. Maar de bezoeker zou zich ook moeten realiseren dat hij of zij door te betalen het fenomeen van dierentuinen in stand houdt. En of dat een goede zaak is, zou hij zich wel eens in mogen verdiepen. Waar? Bijvoorbeeld hier: bedreigde dieren leveren dierentuinen veel geld op.

16 juni 2009

Levende dieren tussen kadavers is geen incident

Persbericht Varkens In Nood

Destructiedienst Rendac, die bij boerderijen door heel Nederland kadavers ophaalt, treft regelmatig nog levende dieren aan in kadavertonnen langs de weg. Dat bevestigt een anonieme bron binnen Rendac aan Stichting Varkens in Nood. “Het gaat dan voornamelijk om biggen of kippen.”

Varkens in Nood bracht vorige week videobeelden naar buiten van nog levende biggen die waren aangetroffen in een kadaverton in Brabant. Die tragische vondst werd door velen afgedaan als een incident. “In met name de varkens- en pluimveesector gebeurt dit meerdere keren per jaar”, aldus de insider. “Er worden zowel kleine als grote dieren aangetroffen. Zo lag een keer een halfdode zeug onder een kadaverkap.”
Als medewerkers van Rendac nog levende dieren aantreffen, wordt daarvan melding gemaakt bij de Algemene Inspectiedienst (AID). “De AID heeft maar een beperkt aantal uren om te besteden aan de controle op het naleven van de destructiewetten”, stelt de bron. “Daar zit het probleem. We weten dat er wantoestanden zijn in de veehouderij, maar men heeft nauwelijks de juridische mogelijkheden om een bedrijf dicht te gooien.”

In de stallen van de Nederlandse vee-industrie sterven per jaar 3,3 miljoen biggen, 60 duizend zeugen en 500 duizend vleesvarkens, veelal zonder dat er een veearts aan te pas komt. Niet al die dieren zijn dood op het moment dat ze ter destructie worden aangeboden, zo bleek vorige week. “Er wordt altijd geroepen dat overtredingen incidenten zijn. Heel vaak blijkt echter dat wij slechts het topje van de ijsberg hebben blootgelegd”, stelt Hans Baaij, directeur van Varkens in Nood.

Leeswijzer


Kijk op Facebook voor onze reactie op de actualiteit.
Aanbeveling: Thema's of steekwoorden vindt u via de labels onderaan de pagina of op Animal Freedom. Klik hier voor de laatste bijdragen.
Klik hier voor het beleid om uw privacy te beschermen.

Waarom dit blog?

De Nederlandse veehouderij is vooral gericht op zoveel mogelijk voor de export te produceren onder het motto “meer, meer, meer en groot, groter, grootst”. Dit heeft negatieve gevolgen voor zowel de dierenwelzijn, biodiversiteit, het milieu, het klimaat, de portemonnee en de gezondheid van burgers en ook voor welwillende boeren.
Dit blog verzamelt kritische artikelen die de wurggreep beschrijven waarin de veehouderij zichzelf heeft vastgezet. Zo willen we niet alleen een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de kwaliteit van het leven voor alle belanghebbenden, maar ook aan een schone, gezonde omgeving en een beter dierenwelzijn.

Ook de argumentatie dat dieren grondrechten hebben kan beter en meer aansluiten op hoe mensen voor zichzelf vinden dat recht moet gelden. Alle dier(soort)en kunnen in hun recht op vrijheid als (intrinsiek) evenwaardig aan mensen beschouwd worden. Dierenrechten zijn mensenrechten, die mensen de kans geeft om voor dieren op te komen.
Dieren, bijv. in de intensieve veehouderij, worden behandeld als een object in plaats van een subject met gevoelens en rechten.

De snelheid en het aantal dier(soort)en dat we voortdurend gebruiken is immens. De bijdrage aan onze welvaart en economie van de agrosector is gering. De oplossing is simpel en van niemand anders dan van ons zelf afhankelijk.

Dierenrechten in woord en beeld

Vrijheid is ook een intrinsiek grondrecht voor dieren. Dieren zijn geen dingen Dierenrechten zijn mensenrechten. Mensen moeten voor dieren kunnen opkomen wanneer hun grondrecht wordt geschonden.
logo van Animal Freedom yin en yang
Lees hier over de redenen waarom dieren recht op vrijheid hebben. Lees hier waarin mens en dier evenwaardig zijn.