Mens en dier zijn (intrinsiek) evenwaardig in hun recht op vrijheid

Bij de Stichting Animal Freedom leest u over de gedachte achter dierenrechten.
Hier leest u over ontwikkelingen in de agrosector en de gevolgen voor dieren(rechten).
Alle levende wezens zijn verschillend maar evenwaardig in het recht op vrijheid op een natuurlijk leven.
Een dier is (net als een mens) geen ding of een object.
Dierenrechten zijn mensenrechten. Mensen moeten kunnen ingrijpen wanneer mensen dieren misbruiken of onrecht aandoen.
Posts tonen met het label kaas. Alle posts tonen
Posts tonen met het label kaas. Alle posts tonen

13 oktober 2020

Probleemloos voedsel produceren in de toekomst

Twee derde van ons vaste land is in gebruik door boeren. In het buitenland is dat gemiddeld zo’n 30%. Daar is meestal meer natuur. Het overgrote deel van de gewassen op ons land wordt aan het vee gevoerd. Ruim de helft van het land gebruiken we voor de koeien. Nederlandse akkerbouwers en veehouders exporteren (via de verwerkende industrie) zo’n 80 procent van wat ze produceren. Voor die 80% Nederlandse export is heel veel import van veevoer vanuit het buitenland nodig, zo ongeveer 2x de oppervlakte van Nederland.

De Nederlandse boer werkt dus nauwelijks voor de Nederlandse consument, maar volgens de borden langs de weg vindt hij wel dat wij hem dankbaar zouden moeten zijn. Zijn bijdrage aan de economie is echter veel en veel lager dat hij ons wil doen geloven. Er is een disbalans in economie en ecologisch evenwicht.

Boer en ondernemer Jaap Korteweg vindt deze omweg om voedsel voor mensen te produceren niet efficiënt. Samen met PvdD senator Niko Koffeman heeft hij de Vegetarische Slager opgericht om vleesvervangers te maken die lijken en smaken als vlees. Dat doen zij omdat zij denken dat veel mensen uit zichzelf nauwelijks bereid zijn om vlees te laten staan, maar er uiteindelijk weinig bezwaar tegen zullen hebben wanneer hun vlees direct van planten is gemaakt. Voorwaarde is dan wel dat het ongeveer hetzelfde smaakt. Veel vegetariërs vinden het niet nodig om plantaardige producten te kopen die naar vlees smaken. Dat is ook niet de primaire doelgroep die zij willen bereiken, maar die wel zijdelings kan profiteren van de ontwikkelingen in plantaardige ingrediënten voor voedsel. Ze hoeven dan in recepten alleen het vlees te vervangen door de (bijna identiek smakende) vleesvervanger en ze kunnen dit probleemloos aan vleesetende gasten voorzetten. 

Koffeman en Korteweg zijn er van overtuigd dat wat met vlees kan ook met kaas en zuivel kan. Ze hebben een bedrijf opgericht dat melk zonder tussenkomst van koeien produceert: Those Vegan Cowboys. De boer van de toekomst is dan de leverancier van gras als grondstof voor plantaardige melk. Korteweg vindt ook dat het land niet meer hoeft te worden bemest met mest afkomstig van vee. Dat probeert hij direct met stikstofhoudende planten als bemesting te realiseren. Naast het gebruik van landbouwgrond voor gras, ziet hij toepassing van robots die het land bewerken, onkruidvrij houden en oogsten. En wanneer de technologie van deze robots en van drones verder ontwikkelt kunnen die zelfs voedselbossen onderhouden en oogsten. Voedselbossen bestaan uit gewassen en vruchtdragende struiken en bomen die jaren blijven staan. Er is dan geen jaarlijkse kaalslag. Dat bevordert de biodiversiteit en levenskansen van bijvoorbeeld insecten.

Zo kunnen voedselbossen een ecologische eenheid vormen waarin meer diersoorten in harmonie kunnen leven zonder de productie te verlagen. En daarmee de balans tussen natuur en economie herstellen. Deze manier van voedsel produceren, gericht op het niet meer gebruiken en consumeren van dieren, lost de meeste bedreigingen van het leven op aarde op.

Wie dit verhaal wil terughoren en terugkijken zij verwezen naar de VPRO uitzending De Boer van de Toekomst.

23 juni 2015

Verliesgevende agrosector creëert zelf het ganzenprobleem

Citaat uit een artikel van Rinie van de Zanden, Partij voor de Dieren in de Provinciale Staten van Fryslân - geplaatst in het Friesch Dagblad van 15 juni 2015.

De populatie ganzen is uit de hand gelopen en het prikken van eieren, verjagen en doodschieten heeft niet geholpen. Daarom wordt het nu met gas geprobeerd. Aan de echte oorzaak wordt niets gedaan. Merkwaardig. In de Ganzennota van de Provincie staat toch echt dat de voedselrijke raaigras-weilanden voor een groot deel verantwoordelijk zijn voor de toename van ganzen en dat een deel van de schade als ondernemersrisico moet worden gezien. In diezelfde nota staat ook dat er andere methoden zijn dan doodschieten en vergassen om de grote aantallen ganzen weg te krijgen. Maar er staat ook dat daar geen draagvlak voor is. In gewoon Nederlands: dat willen de boeren niet. Iedereen heeft via internet kunnen zien hoe wreed de weg naar de dood was voor zo'n duizend ganzen en hun jongen. Opgedreven naar de gaskamer terwijl ze in paniek elkaar en hun jongen vertrapten. Vergassen is de meest diervriendelijk manier om ganzen te doden, vindt Gedeputeerde Staten. Iedereen heeft kunnen zien dat dat niet klopt.

Henk de Vries van It Fryske Gea noemt de ganzenoverlast een maatschappelijk probleem. Merkwaardig, want de sector zelf en niet de maatschappij heeft het ganzenprobleem veroorzaakt. Als het probleem al maatschappelijke proporties heeft, dan zit dat niet bij de ganzen, maar bij de industrieel geworden melkveehouderij. Deze bedrijfstak kost de burger jaarlijks honderden miljoenen euro's aan subsidies voor een product waarvan ongeveer de helft met verlies wordt verkocht. Dat weten de meeste mensen niet, maar binnen de melkveehouderij is dat bekend. Dat zit zo: ongeveer de helft van alle melk gaat naar de kaas. Uit de financiële jaarverslagen van Friesland Campina blijkt dat de kaasdivisie al sinds de oprichting jaar in jaar uit verlies lijdt. En dus wordt de helft van de melk die aan FC wordt geleverd met verlies verkocht.

Dat is eigenlijk bizar omdat er hoge maatschappelijke kosten aan deze melkproductie verbonden zijn. Er is grote schade aan natuur en milieu. Er verdwijnen weidevogels, er zijn hoge kosten voor ganzenschade, voor weidevogelbeheer en om vermesting en verzuring tegen te gaan. Gemiddeld krijgt een melkveehouderij per jaar 20.000 euro, met uitschieters naar boven van meer dan 100.000 euro. De burger betaalt al deze kosten. En dan is er nog het dierenleed. Niet alleen van de koe die gemiddeld nog maar ruim drie jaar melk geeft en dan naar de slacht gaat, maar ook van duizenden ganzen.

18 oktober 2013

Bonus-stop Rabo loos gebaar

De Rabo Bank schaft de bonussen voor de leden van de raad van bestuur, zeg maar de directie, af. Dat lijkt een prachtig gebaar, temeer omdat volgens de bank: 'een variabele beloning van bestuurders niet meer goed verenigbaar is met de functie van een maatschappelijk verankerde bank'.
Die ronkende volzin verhult voor de kritische toeschouwer niet dat het gebaar van de bank vooral loos is. De bank heeft volgens Het Financieele Dagblad (18-10-2013) de laagste bonussen van de bancaire sector in Nederland. Maar wel veruit de hoogste basissalarissen. In zo'n situatie heb je weinig bonussen nodig. Vorig jaar keerde de bank wegens slechte resultaten geen bonussen uit. Ook dit jaar hoeven de bestuurders niet te rekenen op een bonus vanwege slechte resultaten. De vooruitzichten voor de komende jaren zijn voor de bank evenmin geweldig, dus ook dan zitten er geen bonussen in het vat.
Daarmee is het gebaar van de bank volstrekt loos: het is natuurlijk erg makkelijk om af te zien van iets wat je toch niet krijgt.

De bank tamboereert wel erg op haar functie als maatschappelijk verankerde bank, en suggereert daarmee dat ze een bijzondere bank is; niet zoals al die andere onverantwoorde geldgraaiers die zich ook bank noemen. Maar wie even verder kijkt dan de neus lang is, merkt al snel dat de Rabo met hetzelfde sop is overgoten. De bank heeft in geld uitgedrukt veel meer aan hypotheken uitgegeven, dan het aan geld op de spaarrekeningen binnen kreeg. Het verschil werd geleend op de wereldmarkt voor kapitaal. De Rabo kon dat doen tegen relatief lage tarieven, omdat de bank zo ongeveer de helft van alle Nederlandse grond als onderpand in bezit heeft.
Maar de bank heeft een paar stevige miskleunen gemaakt. Een vastgoed-avontuur in Ierland heeft een verlies van ruim 1 miljard euro opgeleverd. De Rabo heeft grote posities in de Nederlandse kantorenmarkt, die zwaar verliesgevend zijn. Dat die nog niet erg nadrukkelijk naar buiten komen, komt omdat de bank niet verkoopbare kantoren liever leeg laat staan, dan verkoopt. Maar het is gelet op de situatie op de kantorenmarkt natuurlijk niet meer dan uitgesteld verlies.

Verder heeft de bank een marktaandeel van rond 40% op de huizenmarkt. Het kan niet anders of een fors deel daarvan staat onder water. Daarmee heeft niet alleen de huiseigenaar natte voeten, maar natuurlijk ook de bank.
Dan is er nog de deelname van de bank aan het frauduleus manipuleren van de zogenoemde Libor-rente die een graadmeter is voor de mondiale rentetarieven voor gewone burgers. De bank speelde vrolijk mee in het onverkwikkelijke spelletje om die tarieven kunstmatig omhoog te krijgen.

Het draagt er allemaal toe bij dat de mondiale geldverschaffers de Rabobank niet meer als een risicovrije partner beschouwen en hun rentetarieven opschroeven. Dat zet de winstgevendheid van de bank zwaar onder druk. Een deel van die rentestijgingen brengt de bank weer in rekening bij de klant. Zo werden deze week bij een aantal banken de tarieven verlaagd, maar bij de Rabo gingen ze omhoog! Dat kan niet lang zo doorgaan, want dan wordt overstappen voor een klant ondanks boeterentes toch aantrekkelijk. Als dat balletje gaat rollen is het een kwestie van tijd voordat de bank met de pet in de hand bij het kabinet op de stoep staat om staatssteun te vragen.

Intussen blijken de lokale banken binnen de Rabo de spelregels voor normaal bankieren aan hun laars te lappen. De toezichthouder zet grote vraagtekens bij de zorgvuldigheid van de kredietverstrekking. Vrij vertaald: de toezichthouder (De Nederlandse Bank) vindt het vreemd dat grote boeren, ongeacht hun financiële positie, elk gewenst krediet krijgen. Zo vreemd is dat natuurlijk ook weer niet voor wie de bank een beetje kent. De bank is, als coöperatie, lokaal/regionaal georganiseerd, en deze lokaal/regionale banken opereren binnen de coöperatie min of meer zelfstandig. De besturen van deze banken worden veelal gevormd door de dikste boeren uit de omgeving, en die houden hun directies strak aan het touwtje. Zoals gezegd, de Rabobank is inderdaad een bijzondere bank.

De Bank is ook bijzonder omdat ze in de boerenwereld met een marktaandeel van tegen de 90%, nagenoeg een monopolist is. De bank zou die positie kunnen gebruiken om de maatschappelijk verantwoorde functie die ze zegt te hebben, ook waar te maken. Bijvoorbeeld door in de veehouderij harde eisen te stellen aan dierenwelzijn bij financieringen. Of door in de tuinbouw en akkerbouw harde eisen bij financieringen te stellen aan het milieu. De bank die zegt zich hard te maken voor een duurzame landbouw komt niet verder dan de wettelijke eisen als norm te hanteren. Maar voor zover er, bijvoorbeeld op het gebied van dierenwelzijn, al wettelijke eisen zijn, worden die meestal direct weer onschadelijk gemaakt met tijdelijke ontheffingen die keer op keer worden verlengd. Of de eisen worden helemaal onschadelijk gemaakt door toevoegingen in de tekst als: 'voor zover mogelijk'.

En dus financiert de Rabobank zonder blikken of blozen de grootschalige dierenmishandeling die zij intensieve veehouderij noemen, maar waarvan wij allemaal weten dat het bio-industrie is. De plofkip en de kiloknaller op ons bord zijn gemaakt door de veehouders, maar wordt gefinancierd door de Rabobank. De megastallen in melkveehouderij worden gebouwd door de boeren, maar gefinancierd door de Rabobank.
Het zijn juist de huidige financieringen in de melkveehouderij die een tweespalt binnen de bank bloot leggen. Bankmedewerkers van Rabo Internationaal vragen zich verbijsterd af waar de lokaal/regionale banken mee bezig zijn. Immers, de grootste melkverwerker van ons land (Friesland Campina) verwerkt meer dan de helft van haar melk tot kaas. Het lukt nu al niet om dat kostendekkend te doen. Waar moet dan al die extra tot kaas verwerkte melk straks heen, zo vragen ze zich bij Rabo Internationaal af.
Naar China, zeggen de boeren, en dan niet als kaas, maar als melkpoeder want de vraag uit die hoek is enorm. Rabo Internationaal liet in een analyse weten dat dat feestje nog hooguit drie jaar duurt. De Chinezen zijn hard bezig een eigen kwalitatief hoogwaardige melkveehouderij op te zetten. Dat gaat zo snel dat binnen drie jaar de Chinese import van zuivel sterk zal verminderen.

De Nederlandse boer heeft daar geen boodschap aan, en de regionaal/lokale bank al helemaal niet. Die koersen plankgas aan op ongebreidelde uitbreidingen. De melkprijs is immers op recordhoogte, en hoe het over drie jaar is, zien ze dan wel weer.
Tot verdriet van de topbestuurders van de Rabo bank die in Utrecht zetelen en van daaruit min of meer machteloos toezien hoe hun organisatie bezig is het eigen financiële graf te graven.

In zo'n situatie is het inderdaad maar beter om af te zien van een bonus. Zelfs al is dat een loos gebaar.

Leeswijzer


Kijk op Facebook voor onze reactie op de actualiteit.
Aanbeveling: Thema's of steekwoorden vindt u via de labels onderaan de pagina of op Animal Freedom. Klik hier voor de laatste bijdragen.
Klik hier voor het beleid om uw privacy te beschermen.

Waarom dit blog?

De Nederlandse veehouderij is vooral gericht op zoveel mogelijk voor de export te produceren onder het motto “meer, meer, meer en groot, groter, grootst”. Dit heeft negatieve gevolgen voor zowel de dierenwelzijn, biodiversiteit, het milieu, het klimaat, de portemonnee en de gezondheid van burgers en ook voor welwillende boeren.
Dit blog verzamelt kritische artikelen die de wurggreep beschrijven waarin de veehouderij zichzelf heeft vastgezet. Zo willen we niet alleen een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de kwaliteit van het leven voor alle belanghebbenden, maar ook aan een schone, gezonde omgeving en een beter dierenwelzijn.

Ook de argumentatie dat dieren grondrechten hebben kan beter en meer aansluiten op hoe mensen voor zichzelf vinden dat recht moet gelden. Alle dier(soort)en kunnen in hun recht op vrijheid als (intrinsiek) evenwaardig aan mensen beschouwd worden. Dierenrechten zijn mensenrechten, die mensen de kans geeft om voor dieren op te komen.
Dieren, bijv. in de intensieve veehouderij, worden behandeld als een object in plaats van een subject met gevoelens en rechten.

De snelheid en het aantal dier(soort)en dat we voortdurend gebruiken is immens. De bijdrage aan onze welvaart en economie van de agrosector is gering. De oplossing is simpel en van niemand anders dan van ons zelf afhankelijk.

Dierenrechten in woord en beeld

Vrijheid is ook een intrinsiek grondrecht voor dieren. Dieren zijn geen dingen Dierenrechten zijn mensenrechten. Mensen moeten voor dieren kunnen opkomen wanneer hun grondrecht wordt geschonden.
logo van Animal Freedom yin en yang
Lees hier over de redenen waarom dieren recht op vrijheid hebben. Lees hier waarin mens en dier evenwaardig zijn.