Mens en dier zijn (intrinsiek) evenwaardig in hun recht op vrijheid

Bij de Stichting Animal Freedom leest u over de gedachte achter dierenrechten.
Hier leest u over ontwikkelingen in de agrosector en de gevolgen voor dieren(rechten).
Alle levende wezens zijn verschillend maar evenwaardig in het recht op vrijheid op een natuurlijk leven.
Een dier is (net als een mens) geen ding of een object.
Dierenrechten zijn mensenrechten. Mensen moeten kunnen ingrijpen wanneer mensen dieren misbruiken of onrecht aandoen.
Posts tonen met het label intensieve veehouderij. Alle posts tonen
Posts tonen met het label intensieve veehouderij. Alle posts tonen

19 oktober 2023

We gebruiken ons land verkeerd

Dood die niet doet leven

Nederland bestaat voor bijna 1 miljoen hectare uit eiwitrijk exotisch Engels raaigras (55%). Dit gras zorgt ervoor dat koeien meer melk geven. Op dit gras groeit geen enkele bloem en er leven dus ook geen insecten en andere (zoog)dieren. De oppervlakte van dit monotone grasland is zo groot als noord en Zuid-Holland, Utrecht en Flevoland bij elkaar! Ook eten koeien mais. Deze plantages zijn zo groot als een deel van Gelderland. Koeien eten 750 gram soja per dag. Dit zorgt voor massale (illegale) ontbossing in het Amazonewoud. Dit alles voor 3,8 miljoen melkkoeien.
De andere 11,4 miljoen varkens, 100 miljoen kippen, 3,8 miljoen koeien, 1,7 miljoen kalfjes, 850000 schapen, 480000 geiten, 8,5 miljoen eenden, akkerbouw, natuur en de mens hebben de overgebleven provincies tot hun beschikking (45%). Totaal uit balans dus! Helemaal met de gedachte van 2/3 van alle zuivel voor de export is. 60-80% van al de dieren dat hier gehouden wordt, is voor de export en veel dieren worden in het buitenland geslacht.
Kalfjes worden direct bij de moeder weggehaald en de moeder mag weer melk ‘geven’ voor menselijke consumptie. Koeien hebben klauw - en uierontsteking en worden tussen de vier en zes jaar naar de slacht gestuurd. Als de melkproductie mindert, worden ze ook naar de slacht gestuurd. De koe de dood insturen is rendabeler dan de koe in leven houden. Koeien worden geïnsemineerd door de boer. Stieren staan in speciale stierenstallen en mogen een paar keer per week op een nep(kunst)koe rijden.
De koeien staan de grootste tijd van het jaar op stal (ook biologische koeien). In de herfst en winter staan de koeien sowieso op stal. Met deze kennis kun je het ten zeerste in twijfel nemen of koeien wel voldoende vitamine b12 aanmaken. Dit doen ze namelijk alleen als ze gras rechtstreeks van het land eten. Door de intensieve industrie is de bodem uitgeput waardoor er weinig leven in de grond zit. Vaak wordt er vitamine B12 in de vorm van kobalt toegevoegd aan het voedsel van koeien.
Maar liefst 85% van de wereldwijde watervoetafdruk komt door de landbouw. Van de watervoetafdruk van landbouwproducten komt 46% voor rekening van dierlijke producten. Een koe kan zo’n 60 liter water per dag drinken en het kost 1500 liter water om één biefstuk te maken.
Slechts 5% is te wijten aan huishoudelijk waterverbruik (zoals wasmachine, douchen, tuin). De overige 10% is voor bijvoorbeeld papier, meubels en apparaten.
Bron: Diervriendelijk Nederland.

 

Landgebruik in Nederland

Landbouwgrond op een gezonde manier laten rusten?

Sierteelt beslaat momenteel 1,7 procent van de landbouwgrond. Daarop wordt een kwart van de totale hoeveelheid landbouwgif gebruikt, blijkt uit gegevens van het CBS. Zorgen over de gezondheidseffecten van langdurige blootstelling bij boeren en omwonenden nemen de laatste jaren toe.
De bestrijdingsmiddelen komen ook in water. De concentraties verschillen in Nederland sterk per waterschap. Op sommige plekken worden normen een duizendvoud overschreden.
Geen enkele sector gebruikt per hectare zo veel bestrijdingsmiddelen als de (niet-biologische) sierbollenteelt, en daarbinnen spannen lelies en pioenrozen de kroon.
Desondanks zijn lelies nog toegevoegd aan de lijst van toegestane vang(rust)gewassen, vertelt Urgenda-directeur Marjan Minnesma aan NU.nl, terwijl ze door het hoge gifgebruik schadelijk zijn voor de waterkwaliteit.

Een lezer reageert:
Enige rustgewas is bladrammenas, wat nu meestal al als groenbemester en stikstof-vanggewas in het najaar na de oogst gezaaid wordt. Zaai dat in een rustjaar in. Dit bindt stikstof aan de wortels, de grond kan een jaar goed diep beworteld worden, de gele bloempjes vormen een oase voor insecten en een jaar lang geen machines op het land.
 

10 oktober 2023

PvdD kan dierenrechten op een begrijpelijkere manier bepleiten

Eenheid in het behandelen van mens en dier

De Partij voor de Dieren heeft na wat interne schermutselingen haar koers bijgesteld. Het zou mooi zijn wanneer er bij het werken aan de belangen van dieren en mensen eenzelfde uitgangspunt zou worden gehanteerd.

Op de website van de PvdD spreekt de partij over een rechtvaardige samenleving voor mensen en over dierenrechten.
Vreemd in mijn ogen is dat de PvdD beide doelen niet op hetzelfde principe (vrijheid) baseren, maar voor dieren een niet te volgen en loos uitgangspunt (intrinsieke waarde) neemt.
Voor een uitleg van de kritiek op intrinsieke waarde als keuze voor dierenrechten, klik hier.

Op de website van de PvdD de volgende teksten.
“De Partij voor de Dieren is voor een rechtvaardige samenleving.
De Partij voor de Dieren staat voor een samenleving waarin iedereen vrij kan leven, zolang die vrijheid niet ten koste gaat van anderen. Gelijke behandeling van iedereen is een grondrecht en een voorwaarde voor een samenleving waarin iedereen zich thuis voelt.”

De Partij voor de Dieren vindt dat dieren rechten moeten krijgen.
“Wij streven naar een versterking van de morele en juridische status van dieren in Nederland, door middel van erkenning van dieren als wezens met bewustzijn en gevoel. Dieren in Nederland worden voor de wet nu nog als dingen beschouwd. Wij willen bewerkstelligen dat dit niet langer het geval is en dat de intrinsieke waarde van het dier uitgangspunt wordt. Wij vinden dat op nationaal niveau de rechten van dieren in de Grondwet moeten worden vastgelegd en dat de bescherming van dieren in een zelfstandige dierenbeschermingswet moet worden gewaarborgd.”
Tot zover de website van de PvdD.

Heldere taal

Deze hele tekst zou veel meer zeggingskracht kracht hebben wanneer de zin “dat de intrinsieke waarde van het dier uitgangspunt wordt”, wordt vervangen door "dat de vrijheid van het dier uitgangspunt wordt".
Pas dan wordt het logisch (en kinderlijk eenvoudig te volgen) om de intensieve veehouderij af te willen schaffen en te willen bevorderen dat mensen stoppen met vlees eten. Vervolgens kan met de vrijgekomen landbouwgronden de nu geïsoleerde natuurgebieden met elkaar worden verbonden en blijft er ook voldoende ruimte vrij om meer mensen te huisvesten.
"Waar een wil is, is een weg".

Terzijde: wie leidt de partij?

Bij de PvdD zijn de leden (op het congres) in theorie de baas, maar er is geen procedure om de partijleider te kiezen, te evalueren of af te zetten. Dat leidt tot populisme en maakt het vrijwel onmogelijk om weeffouten in de organisatie en in de filosofie (uitgangspunten) te corrigeren.

"De duivel zit in de details" en "Mensen struikelen niet over bergen, maar over molshopen". Onderschat niet hoe kleine, schijnbaar onbelangrijke zaken van invloed kunnen zijn op het succes van een politieke stroming.

Samengevat en conclusie

Dieren, zoals alle levende wezens, hebben een inherent of intrinsiek recht op vrijheid. Dit recht op vrijheid betekent dat dieren niet zonder goede reden mogen worden beperkt in hun natuurlijke gedrag en leefomgeving. Het is onze morele verantwoordelijkheid om ervoor te zorgen dat dieren niet onnodig worden opgesloten, beperkt of gebruikt voor menselijk gemak of vermaak. In een rechtvaardige samenleving moeten we streven naar een harmonieuze balans waarin zowel mensen als dieren in vrijheid kunnen leven en gedijen.

01 oktober 2023

Gebruik geen angstaanjagende metaforen

Verantwoorde modellen

Met modellen proberen wetenschappers zich een beeld te maken van toekomstige ontwikkelingen. In de media worden dan weer metaforen genoemd om dit beeld te omschrijven. Wie de economie vergelijkt met een motor gebruikt bijvoorbeeld bij een oververhitte economie het gevaar van vastlopen. Het gevolg kan zijn waardeverlies van producten en diensten, kortom verlies van welvaart.
Een metafoor die weleens gebruikt wordt om te waarschuwen bij de teruggang in biodiversiteit is het spel Jenga, waarbij de spelers om de beurt een blok uit de toren halen en deze bovenop de toren leggen. Hierdoor ontstaat in de loop van het spel een steeds hogere en instabielere toren. Het uitsterven van een diersoort wordt dan vergeleken met het uitnemen van een blokje uit de toren.
Maar of de huidige ontwikkelingen van verlies aan biodiversiteit en klimaatopwarming leiden tot een ondergang van de mensheid omdat de aarde steeds minder leefbaar wordt, dat is een nog lang niet uitgemaakte zaak.
De Gaia-theorie, genoemd naar de Griekse godin van de aarde Gaia, is een wetenschappelijke hypothese die is ontwikkeld door de Britse onafhankelijke wetenschapper James Lovelock en de biologische microbiologe Lynn Margulis in de jaren 1970. Deze hypothese stelt dat de aarde, met al zijn levende organismen en fysische componenten, als één enkel geïntegreerd en zelfregulerend systeem functioneert. Sommige wetenschappers accepteren de hypothese en zien het als een waardevol concept voor het begrijpen van de complexe interacties op aarde. Anderen beschouwen het als pseudowetenschap of als metafoor, omdat het soms antropomorfe taal gebruikt en de aarde beschrijft als een levend organisme. Een levend organisme kan ook sterven en die gedachte roept angst op, want dan sterven we allemaal voortijdig.
Het gebruik van metaforen in de context van klimaatverandering en biodiversiteit kan invloed hebben op hoe mensen de situatie begrijpen en welke acties ze bereid zijn te ondernemen. Sommige metaforen kunnen de ernst van de situatie overdrijven of angst aanjagen, terwijl andere meer realistisch en behulpzaam zijn.
Metaforen die klimaatverandering of biodiversiteitsverlies vergelijken met een onmiddellijke wereldwijde catastrofe, zoals een "apocalyps" of "ecologische ineenstorting", kunnen angst aanwakkeren en mensen verlammen. Hoewel deze scenario's aandacht verdienen, kunnen ze het gevoel van hulpeloosheid vergroten.

Streven naar balans en evenwicht

Homeostase verwijst naar het vermogen van een systeem om interne stabiliteit te handhaven, ondanks externe verstoringen. Denk bijvoorbeeld aan het menselijk lichaam dat de lichaamstemperatuur reguleert, of aan ecologische systemen die proberen om een bepaalde biodiversiteit te handhaven.
Wanneer je probeert te begrijpen hoe een dynamisch systeem zal reageren op veranderingen, is het nuttig om te overwegen hoe het systeem ernaar streeft om evenwicht te bereiken. Dit kan je helpen voorspellingen te doen over hoe het systeem zal reageren op bepaalde invloeden. Het betekent echter niet dat alle systemen altijd in perfect evenwicht zijn, en er kunnen tijdelijke schommelingen optreden voordat een nieuw evenwicht wordt bereikt.

De vlindervleugelslagtheorie wordt soms wordt gebruikt om de complexiteit van dynamische systemen te illustreren. Het idee is dat kleine veranderingen in een deel van het systeem (zoals de vleugelslag van een vlinder) uiteindelijk kunnen leiden tot grotere en onverwachte veranderingen elders in het systeem (zoals een storm). Dat lijkt angstaanjagend omdat je nooit lijkt te kunnen weten welke kleine ingrepen desastreuze gevolgen kunnen hebben.

Het is belangrijk om onderscheid te maken tussen correlatie en causaliteit. Het feit dat twee gebeurtenissen in de tijd correleren, betekent niet noodzakelijk dat de ene gebeurtenis de oorzaak is van de andere. In het geval van het vlindereffect is het meer een illustratie van de complexe, niet-lineaire aard van dynamische systemen dan een letterlijke verklaring van causale verbanden.

Uitdaging

In plaats van te focussen op catastrofale beelden, kunnen we de huidige situatie benaderen als een "uitdaging". Dit benadrukt de noodzaak van actie en samenwerking om oplossingen te vinden.
Het beschouwen van de aarde als een samenhangend ecosysteem benadrukt de complexe onderlinge afhankelijkheden tussen soorten en ecosystemen. Dit kan mensen aanmoedigen om de waarde van biodiversiteit te begrijpen en te waarderen.
De metafoor van klimaatnoodzaak benadrukt de dringende noodzaak om actie te ondernemen en doet een beroep op collectieve verantwoordelijkheid.
De keuze van metaforen is belangrijk, omdat ze onze perceptie van de problemen beïnvloeden en onze bereidheid om actie te ondernemen. Het is essentieel om realistische, hoopvolle metaforen te gebruiken die mensen aanmoedigen om betrokken te raken, positieve veranderingen te bevorderen en oplossingen te zoeken.
Er zijn verschillende moderne theorieën en concepten over ecosystemen die minder controversieel zijn dan de Gaia-theorie. Enkele van deze benaderingen omvatten het volgende.

  1. Ecosystemenbenadering. Deze benadering erkent ecosystemen als complexe en dynamische systemen bestaande uit biotische (levende) en abiotische (niet-levende) componenten. Het richt zich op het begrijpen van de interacties tussen verschillende soorten en hoe deze het functioneren van ecosystemen beïnvloeden. De nadruk ligt op het behoud en duurzaam beheer van ecosystemen.
  2. Biodiversiteit en behoud. Dit concept richt zich op het behoud van biodiversiteit, wat verwijst naar de verscheidenheid aan levende organismen in een ecosysteem. Inspanningen zijn gericht op het behouden van soorten, genetische diversiteit en ecosystemen om ecologische stabiliteit en veerkracht te behouden.
  3. Ecologische duurzaamheid. Duurzaamheid benadrukt het behoud van ecologische processen en hulpbronnen voor toekomstige generaties. Dit omvat het minimaliseren van menselijke invloeden op ecosystemen en het nemen van maatregelen om te voorkomen dat ecosystemen instorten.
  4. Ecosystemen voor diensten. Deze benadering bekijkt ecosystemen als leveranciers van diensten die van vitaal belang zijn voor menselijk welzijn. Dit omvat diensten zoals schoon water, bestuiving van gewassen en koolstofopslag. Het benadrukt het belang van het behoud en beheer van ecosystemen om deze diensten te behouden.
  5. Kringloopeconomie. Dit concept richt zich op het minimaliseren van afval en het maximaliseren van het hergebruik en de recycling van materialen en hulpbronnen. Het houdt rekening met de impact van economische activiteiten op ecosystemen en probeert deze te verminderen.

Minder vee, minder overbemesting, minder problemen

Vertalen we deze benaderingen naar de Nederlandse veehouderij dan is het duidelijk dat de huidige doorgeschoten omvang van productie en gerichtheid op export van vlees en zuivel het vrijwel onmogelijk maken om tot een gezond ecologisch evenwicht te komen. Er wordt zoveel land en gewasbeschermingsmiddelen gebruikt en mest geproduceerd dat de natuur en het milieu te weinig kans krijgen om te komen tot een optimaal en gezond ecologisch systeem.
Hier past de metafoor van uitputten, uitknijpen, uitpersen en uitmelken. Het roept het beeld op van hebzucht, overmatig gebruik en het negeren van mogelijke negatieve gevolgen, kortom het ontlopen van verantwoordelijkheid.
Ook op dit punt staan we voor een uitdaging. Mensen zijn niet goed in het elkaar aanspreken op onethische motivaties. We zullen telkens opnieuw moeten bespreken dat vrijheid voor mens en dier cruciaal is, maar hoe we dat vorm geven voortdurend onderhoud en evaluatie vraagt.

31 juli 2023

Landbouw als verdienmodel of bodemloze put?

Verdienmodel?

Er valt aan en door boeren veel geld te verdienen. Wie veel weet te produceren voor hoge verkoopprijzen tegen lage kosten maakt veel winst. Uiteraard is dit risicovol: je moet van te voren plannen wat je zaait of welke dieren je houdt; het weer kan tegen zitten: het kan onverwacht vriezen, te veel of te weinig regenen, er kunnen ziektes optreden, te lang te warm of te koud zijn. Verkoop je de opbrengst lang voordat het “product” gereed is of houd je het nog wat langer vast totdat de marktprijzen gunstiger zijn?

Er zijn veel bedrijven en handelaren die mee willen profiteren. De zogenaamde erfbetreders adviseren boeren om hun producten (bijvoorbeeld voer of gewasbeschermingsmiddelen) af te nemen en gemakkelijker meer winst te maken. Zijn hun adviezen betrouwbaar of praten ze met je mee in de hoop wat aan je te kunnen slijten? Het draait beide partijen om geld verdienen, maar is het echt een win-win situatie?

Wanneer je aan huisverkoop doet dan komen er veel consumenten langs die kwaliteit willen tegen aantrekkelijke prijzen. Het klantcontact kost veel tijd, die je als boer ook soms ergens anders aan wilt besteden. Je krijgt wel meer per kilo, maar een bulkcontract met een afnemer voor lagere prijzen scheelt je veel tijd. Tijd, die je weer kunt besteden aan andere activiteiten, die ook geld opleveren.

Wat geeft meer vrijheid, status, opbrengst en bevrediging?

Ook jouw land heeft waarde. Benut je die zelf, dan bepaal jij als boer wat er mee gebeurt. Wanneer je het verhuurt kun je wel of niet principieel zijn over de gevolgen voor het milieu door wat de huurder doet. Lelie- en bollentelers bijvoorbeeld spuiten veel gewasbeschermingsmiddelen (lees gif) dat ook uitspoelt of uitwaait naar de omgeving. De gevolgen daarvan zijn niet direct merkbaar, maar kunnen op de langere termijn tot ziekte leiden. In hoeverre ben je verantwoordelijk?

Weides met saai en monotoon Engels raaigras leveren weinig biodiversiteit, maar akkerbouw met bespuiting nog minder.

Dan is er nog de gerichtheid op export. Wanneer jouw “product” al dan niet na bewerking geëxporteerd wordt, dan ben je afhankelijk van de prijs die de exporteur wil geven en de voorwaarden die deze stelt. Als individuele boer is het moeilijk om jouw aandeel te zien en te erkennen in de belasting die dit oplevert voor het milieu.

In de plaatjes die het publiek over het leven van een boer krijgt voorgeschoteld zit veel valse romantiek en gaan veel hardnekkige mythes de ronde. Niet alle burgers hebben een goed beeld van hoe groot de veestapel is die opgeborgen zit in stallen en nooit buiten komt. Het beeld van een dierenleven al fietsend over het platteland in de zomer ziet er vrij diervriendelijk uit. Weinig burgers durven te kijken naar de beelden van de dieren die op transport gaan naar het slachthuis en daar worden verwerkt.

Niet alle boeren staan hetzelfde in dit krachtenveld. Er zijn heel veel manieren om in de landbouw geld te verdienen en leuk werk te hebben dat uiteraard niet alle boeren over één kam zijn te scheren. Iedereen (voor- en tegenstander) ziet voldoende bewijs voor zijn eigen projectie en eigen gelijk.

Bodemloze put?

Er ligt 25 miljard euro klaar om 15.000 veehouders in de benen te houden. Van het vlees en de zuivel die dat oplevert, gaat ruim 70 procent naar het buitenland. De schade aan het milieu en het leefklimaat blijven hier. Om die schade op te ruimen is er volgens de provincies niet 25,maar ruim 50 miljard euro nodig. Voor minder kan het niet.

Uit onderzoek door Max van der Sleen in een maatschappelijke kosten-batenanalyse blijkt dat de schade door de veehouderij jaarlijks 9 miljard euro is en wordt doorgeschoven naar de burger. De jaarlijkse toegevoegde waarde van de veehouderij is 3 miljard euro en verdwijnt in de portemonnee van de boeren en de toeleverende industrie. Netto is dat jaarlijks 6 miljard euro in de min.

Hoe logisch is het om deze bodemloze put open te houden?

Zie ook: boeren en de balans tussen export en duurzaamheid en Feiten en onwaarheden in de agrosector.

16 juli 2023

Boeren en de balans tussen export en duurzaamheid

Ongebreidelde groei barst uit zijn voegen

In de Nederlandse veehouderij worden al generaties lang bedrijven door jonge boeren overgenomen en samengevoegd, met de ambitie om te groeien en te floreren. Het levert status op en als miljonair rentenieren lonkt. Het aantal boeren krimpt, in tegenstelling tot de veestapel. De melkproductie per koe stijgt en daarmee de hoeveelheid mest. De drang om te investeren in grotere stallen en meer vee heeft geleid tot een zorgwekkende spiraal van financiële verplichtingen en onzekerheid. De last van deze immense investeringen maakt het voor veel boeren moeilijk om uit de schulden te komen en legt een druk op hun vermogen om kritiek vanuit de samenleving te verdragen. Als gevolg daarvan stellen sommigen zich defensief op en lijken ze schaamteloos en agressief te reageren op tegenstanders.

Tragedie van de meent

Het gebrek aan erkenning van de individuele bijdrage aan milieuproblematiek is een uitdaging die niet beperkt is tot de veehouderijsector, maar in feite veel bredere implicaties heeft in de samenleving. Het fenomeen dat individuele boeren hun eigen rol minimaliseren en de gevolgen van hun handelingen onderschatten, wordt vaak "tragedie van de meent" genoemd. Milieuproblemen door een te grote veestapel zijn vaak complex en hebben wereldwijde, nationale en lokale oorzaken en gevolgen. 

Schaalniveaus overzien

Het is moeilijk voor individuen om hun directe impact op het milieu te meten, vooral als het om kleine bijdragen lijkt te gaan. Dit kan leiden tot een gevoel van machteloosheid en minimalisatie van de eigen rol. In de veehouderijsector is het moeilijk voor individuele boeren om de gevolgen van hun acties op nationaal niveau te zien. Ze hebben meer zicht op hun eigen boerderij en kunnen de gevolgen voor het milieu op nationale en mondiale schaal onderschatten.

Schaamteloos bagatelliseren

Voor sommige veehouders lijkt hun individuele bijdrage aan milieuproblemen misschien klein in vergelijking met andere grote bronnen van vervuiling, zoals de industrie of het verkeer. Dit kan ertoe leiden dat ze hun verantwoordelijkheid bagatelliseren.
Het erkennen van de eigen bijdrage aan milieuproblematiek als sector kan voor sommige veehouders moeilijk zijn, omdat het hen kan confronteren met ethische dilemma's en keuzes die verandering vereisen. Dit kan angst voor verandering of financiële gevolgen veroorzaken.
De druk om te blijven produceren voor de exportmarkt heeft geleid tot de groeiende investeringen in stallen en vee, waardoor jonge boeren vaak hoge leningen en dus schulden moeten aangaan. Deze financiële last brengt onzekerheid met zich mee, omdat boeren jarenlang in de schulden blijven leven zonder zekerheid of ze ooit uit deze situatie kunnen komen.

Een bescheiden economische bijdrage

Hoewel de agrarische sector van oudsher een belangrijke rol speelt in het voeden van de bevolking en na de oorlog in het leveren van exportproducten, moet worden erkend dat haar directe bijdrage aan het bruto nationaal product (BNP) relatief bescheiden is geworden, met minder dan anderhalve procent. Dit en het gebruik van de helft van ons landoppervlak staat in contrast met andere economische sectoren die een grotere impact hebben op en belangrijker zijn voor de nationale economie.

Overmatige focus op export

Ons land is een grote importeur en exporteur van agrarische producten, waarbij 70 tot 80 procent van de productie bestemd is voor buitenlandse markten. Hoewel dit economische voordelen kan opleveren, heeft het ook negatieve gevolgen voor milieu, dierenwelzijn, biodiversiteit, waterkwaliteit etc..

Milieubelasting en overbemesting

Het streven naar een hoog productievolume voor exportdoeleinden heeft geleid tot intensieve veeteelt, wat op zijn beurt heeft bijgedragen aan milieuproblemen, waaronder overbemesting. Overbemesting resulteert in een overschot aan meststoffen, zoals stikstof en fosfaat, die in de bodem en het oppervlaktewater terechtkomen en schadelijke effecten hebben op de biodiversiteit en waterkwaliteit. Dit heeft ook gevolgen voor de volksgezondheid. Met het verlies aan biodiversiteit leidde dit tot vermindering van kwaliteit van beleving van het landschap.

De balans tussen economie en duurzaamheid

Het is van cruciaal belang dat de sector zich bewust wordt van de impact op het milieu en de volksgezondheid en dat er stappen worden ondernomen om duurzamere praktijken te bevorderen en krimp in te zetten.

Diversificatie en duurzame praktijken

Jonge boeren moeten worden aangemoedigd om te diversifiëren en duurzamere praktijken te omarmen. Van kwantiteit naar kwaliteit. Dit kan bijvoorbeeld betekenen dat ze meer aandacht besteden aan lokale afzetmarkten, biologische landbouwmethoden, of kringlooplandbouw, waarbij het eigen veevoer wordt geproduceerd en de mest op verantwoorde wijze wordt benut. Grondgebonden werken zou standaard en verplicht moeten zijn. Er liggen mogelijkheden om een door de overheid betaalde bijdrage te leveren aan natuuronderhoud en -behoud.

Crisis is ook een kans

De ammoniakcrisis in de landbouw door de overproductie van mest biedt een kans om een nieuwe balans te vinden tussen mens, dier en natuur. Door de krimp van de overmatig mest producerende veestapel te combineren met het verbinden en vergroten van natuurgebieden, kunnen we de duurzaamheid en leefbaarheid van onze samenleving versterken. Wanneer we tegelijk minder vlees en zuivel gaan eten kunnen we tevens klimaatopwarming tegengaan. Voedselzekerheid en kwaliteitsverhoging van landbouw kunnen hand in hand gaan, terwijl de nadruk komt te liggen op dierenwelzijn en natuurinclusiviteit. Tegelijkertijd moeten we de moed opbrengen om de weerstand en desinformatie aan te pakken die de weg naar een duurzame toekomst blokkeren. Het is tijd om vastgeroeste praktijken te doorbreken en te streven naar een landbouwmodel dat in dienst staat van mens en dier, in harmonie met de natuur is en geschikt voor de toekomst.

Overheidsondersteuning en beleidsmaatregelen

De overheid kan een cruciale rol spelen in het faciliteren van de transitie naar duurzamere en natuurinclusieve veehouderij. Dit kan gebeuren door het bieden van financiële steun aan boeren die willen stoppen of overstappen naar meer duurzame praktijken, het stimuleren van onderzoek naar ecologisch verantwoorde en innovatieve oplossingen, en via het aanscherpen en handhaven van wet- en regelgeving om overbemesting en andere milieuproblemen aan te pakken.

Boerenromantiek behoort tot het verleden

Het aan de kant zetten van sleetse romantische beelden en idealen over het boerenleven door burgers is cruciaal om de werkelijke problemen en nadelen van grootschalige veehouderij te erkennen. Het afwentelen van de nadelen op de belastingbetaler is een zorgwekkende situatie. Wanneer er milieuproblemen blijven ontstaan als gevolg van de veehouderij, kan dit leiden tot miljarden extra kosten voor de samenleving, bijvoorbeeld voor het opruimen van vervuilde grond of het behandelen van verontreinigd water. Het is niet rechtvaardig dat de kosten van negatieve externe effecten worden afgewenteld op de maatschappij, terwijl de winsten geprivatiseerd worden, dat wil zeggen toevloeien naar een paar ondernemers in veevoer of veehouders met de grootste veestapel.

Maatschappelijk bewustzijn en dialoog

Het is van groot belang dat de samenleving zich bewust wordt van de belangen waar de veehouderij mee te maken heeft en dat er ruimte is voor een open en constructieve dialoog tussen boeren, beleidsmakers, en maatschappelijke stakeholders. Alleen door samen te werken aan duurzame oplossingen kunnen we een evenwicht vinden tussen economische belangen en het behoud van het milieu voor toekomstige generaties.

Een mentale omslag

De Nederlandse veehouderij staat voor belangrijke psychologische en economische uitdagingen, namelijk een krimp in ego, ambitie en veestapel. De financiële druk en de overmatige focus op export zullen een balans moeten vinden met duurzaamheid en milieuvriendelijke praktijken. Jonge boeren spelen een essentiële rol in deze transitie. Hun ambities moeten worden beteugeld, maar ook het goedwillende deel aangemoedigd en ondersteund bij het omarmen van duurzamere methoden. Een gezamenlijke en nuchtere inspanning van de overheid, boeren, en de samenleving als geheel is nodig om de veehouderij op realistische manier te transformeren naar een toekomstbestendige en verantwoordelijke sector.

 

Leeswijzer


Kijk op Facebook voor onze reactie op de actualiteit.
Aanbeveling: Thema's of steekwoorden vindt u via de labels onderaan de pagina of op Animal Freedom. Klik hier voor de laatste bijdragen.
Klik hier voor het beleid om uw privacy te beschermen.

Waarom dit blog?

De Nederlandse veehouderij is vooral gericht op zoveel mogelijk voor de export te produceren onder het motto “meer, meer, meer en groot, groter, grootst”. Dit heeft negatieve gevolgen voor zowel de dierenwelzijn, biodiversiteit, het milieu, het klimaat, de portemonnee en de gezondheid van burgers en ook voor welwillende boeren.
Dit blog verzamelt kritische artikelen die de wurggreep beschrijven waarin de veehouderij zichzelf heeft vastgezet. Zo willen we niet alleen een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de kwaliteit van het leven voor alle belanghebbenden, maar ook aan een schone, gezonde omgeving en een beter dierenwelzijn.

Ook de argumentatie dat dieren grondrechten hebben kan beter en meer aansluiten op hoe mensen voor zichzelf vinden dat recht moet gelden. Alle dier(soort)en kunnen in hun recht op vrijheid als (intrinsiek) evenwaardig aan mensen beschouwd worden. Dierenrechten zijn mensenrechten, die mensen de kans geeft om voor dieren op te komen.
Dieren, bijv. in de intensieve veehouderij, worden behandeld als een object in plaats van een subject met gevoelens en rechten.

De snelheid en het aantal dier(soort)en dat we voortdurend gebruiken is immens. De bijdrage aan onze welvaart en economie van de agrosector is gering. De oplossing is simpel en van niemand anders dan van ons zelf afhankelijk.

Dierenrechten in woord en beeld

Vrijheid is ook een intrinsiek grondrecht voor dieren. Dieren zijn geen dingen Dierenrechten zijn mensenrechten. Mensen moeten voor dieren kunnen opkomen wanneer hun grondrecht wordt geschonden.
logo van Animal Freedom yin en yang
Lees hier over de redenen waarom dieren recht op vrijheid hebben. Lees hier waarin mens en dier evenwaardig zijn.