Mens en dier zijn (intrinsiek) evenwaardig in hun recht op vrijheid

Bij de Stichting Animal Freedom leest u over de gedachte achter dierenrechten.
Hier leest u over ontwikkelingen in de agrosector en de gevolgen voor dieren(rechten).
Alle levende wezens zijn verschillend maar evenwaardig in het recht op vrijheid op een natuurlijk leven.
Een dier is (net als een mens) geen ding of een object.
Dierenrechten zijn mensenrechten. Mensen moeten kunnen ingrijpen wanneer mensen dieren misbruiken of onrecht aandoen.
Posts tonen met het label inkomsten. Alle posts tonen
Posts tonen met het label inkomsten. Alle posts tonen

06 oktober 2019

Hoe slecht gaat het nu echt in de landbouw?

In de nasleep van het boerenprotest van 2 oktober op het Malieveld komen veel deskundigen aan het woord over de mist en nevel die landbouwpolitici al tientallen jaren over de waarheid van (de toegevoegde waarde van de intensieve veehouderij op) het platteland verspreiden. Voeren we de discussie over de meerwaarde van de landbouw wel op de juiste cijfers? 60% van de boeren behoort tot de bovenste 20% van de inkomens. 18% van de Nederlandse boeren is miljonair. Bijna tweederde van ons landoppervlak wordt gebruikt voor 2% bijdrage aan ons BNP.

Twee interviews over de manier waarop politici met de cijfers aan de haal gaan. Het eerste is met een hoofdeconoom van het CBS en het tweede een interview door Jort Kelder met een oud-hoogleraar uit Wageningen, Jan Douwe van der Ploeg.

Interview 1. ‘Het beeld dat boeren arm zijn en met keihard werken een laag inkomen verdienen strookt niet met de feiten’, twitterde hoofdeconoom Peter Hein van Mulligen van het Centraal Bureau voor de Statistiek.



Interview 2. Ruim tweeduizend tractoren in Den Haag. Kan het zo zijn dat de boeren die daar stonden onderling ook erg verdeeld zijn. Van der Ploeg denkt van wel en dat begint al bij de Minister van Landbouw, Carola Schouten. ‘Alle tegenspraken die inherent zijn aan de Nederlandse landbouw die komen bij deze minister terug. Ze laat het schip doordenderen en elke keer stuit die op een grens. Deze keer is dat stikstof, de volgende keer zal het energieverbruik zijn’.

Daaronder commentaar van David van der Wilde op Npo1.

Bron: Financieele Dagblad

Wie kijkt naar de feiten, ziet geen zielige boeren. “Boeren zijn boos op het Binnenhof, maar lijken vooral bang voor de ongemakkelijke waarheid”, zegt politiek redacteur David van der Wilde.

13 juni 2019

Het gebrek aan ethiek in de veehouderij

In de veehouderij worden twee universele ethische waarden geschonden: ‘Gij zult niet stelen’ en ‘Gij zult niet doden’. De consument, die de relatief goedkope zuivelproducten afneemt, is zowel medeplichtig als belastingbetaler een onwetende melkkoe. Het doden van de dieren wordt uitbesteed aan de slachterij. De boer beperkt zich tot het steken van het energie in verzorging tot het dier of het gewas niet meer groeit en afgevoerd kan (moet) worden.
Wat er wordt gestolen is de vrijheid van het dier om natuurlijk te leven. Omdat het merendeel van de Nederlandse agroproductie wordt geëxporteerd moet het houden van dieren in ons land zo goedkoop worden uitgevoerd dat het product kan concurreren op buitenlandse markten. Om de kostprijs laag te houden, wordt bezuinigd op dierenwelzijn. Daarmee steelt de veehouderij dierenwelzijn en concurrentiepositie. Wij dwingen boeren in het buitenland om hun wijze van werken met dieren te versoberen om in hun eigen land concurrerend te kunnen blijven.
Veevoer wordt geïmporteerd uit gebieden in Zuid-Amerika waar de bossen worden gekapt en platgebrand en zo gebied wordt gestolen van de oorspronkelijke inwoners en dieren. Na ons de zondvloed als gevolg van klimaatopwarming en zeespiegelstijging.

De Nederlandse consument profiteert van de lagere, binnenlandse prijs van landbouwproducten die het gevolg is van de export. De burger profiteert ook van de werking van de gewasbeschermingsmiddelen omdat het aantal insecten boven het asfalt zo drastisch wordt verminderd dat auto’s praktisch schoon blijven. Weilanden veranderen in groene woestijnen waaruit de meeste bloemen en kleuren zijn verdwenen. Weidevogels die als bodembroeders kwetsbaar zijn worden vervangen door vogels die in bomen, gebieden of gebouwen buiten de groene woestijn broeden. Bijvoorbeeld ooievaars, ganzen, roeken en reigers. De enkele weidevogel die buiten reservaten tot broeden komt kan zijn jongen niet meer grootbrengen omdat zij als enkeling niet meer samen kunnen werken met soortgenoten om hun jongen te beschermen tegen predatoren en omdat boeren vroeg en veelvuldig het weiland maaien zonder rekening te houden met haar bewoners. Brachten koeien vroeger buiten de wintermaanden zelf de mest op het land en raakten mest en urine niet vermengd zodat het geen ammoniak vormde, met het verzamelen en uitrijden van gier wordt ook een uniform en overbemest landschap gecreëerd.
De ammoniakneerslag in de natuurgebieden werkte als een bemester zodat die er nog groener uit gingen zien, wat bij het publiek wordt geassocieerd met gezonde natuur. Welke niet biologisch geschoolde wandelaar heeft er nu weet van dat er nauwelijks unieke planten en dieren voorkomen?
 

Vlak na de tweede wereldoorlog was de positie van de boer nog niet omstreden omdat hij alleen werkte voor de voedselvoorziening van de eigen omgeving. Door de schaalvergroting, gewasbeschermingsmiddelen en de automatisering kwam er de verleiding van het grote geld bij dat verdiend kon worden door de wereldmarkt op te gaan. Stapje voor stapje voor stapje werd de boer losgeweekt van zijn natuurlijke manier van werken. Zijn geweten werd gesust door banken, bouwbedrijven, loonwerkers, pr-medewerkers en agro-organisaties die veel meer mogelijkheden zagen om markten te vergroten en om geld te verdienen". Onze boeren zijn toppers die de wereld voeden". Zonder onderbouwing worden beweringen gedaan als "hoogste graad van dierenwelzijn en laagste graad van milieu-impact". Vervuiling wordt niet gemeten en gecheckt, maar berekend met modellen.

Het werken met grote bedragen, productie en omzet gecombineerd met demagogische mediasteun maakte de boer ijdel. Hij werd manager en grote ondernemer en in principe (als hij het goed aanpakte) miljonair. Boeren die niet meer mee wilden en/of meekonden, werden opgekocht en hun verbruiksruimte gebruikt om nog meer te groeien. Met de grote aantallen dieren (onzichtbaar) in de stallen was het individuele leed van zieke dieren een kwestie van statistiek. Zij waren lastig en geneeskundige hulp was kostbaar. Door de dieren sneller te laten groeien en meer te laten produceren en korter te houden werd de kans op uitval door ziekte als gevolg van stress verkleind.

Hoe deze ontwikkeling verder gaat is mede afhankelijk van het publiek. Zullen zij relatief onverschillig blijven voor wat er gebeurt op ongeveer 50% van ons landoppervlakte met (exclusief schade) slechts 3 tot 4% bijdrage aan het BNP (alleen veehouderij 0,5%, samen met bosbouw en visserij: 1,5%) of zal op tijd het inzicht doorbreken dat een gezonde balans tussen werken vanuit ethische waarden, gezonde ecologie en duurzame economie een aantrekkelijker en gezondere samenleving opleveren? Kan voedsel ook zo worden geproduceerd dat er geen slachtoffers (mens en dier) vallen?


Afzien van diergebruik is geen teken van morele superioriteit, maar een vorm van innerlijke beschaving waarmee je laat zien dat je evenwaardigheid niet alleen met de mond belijdt.

23 december 2008

Boeren bekritiseren moet

De LTO-voorman Albert Jan Maat reageert op de maandag bekend geworden inkomensramingen 2008 voor tuinders en boeren. Uit de cijfers van LEI Wageningen UR bleek dat sterk stijgende kosten voor kunstmest, veevoer en ook elektriciteit ervoor zorgen dat veel agrarische ondernemers weinig tot niets overhouden. Het gemiddelde inkomen van de boer daalt daardoor in 2008 met ruim 40 procent.
De totale productiewaarde van de sector ligt in dit magere jaar nog op 23,5 miljard euro. In 2007 was dat 23 miljard.

Tot zover Maat in Trouw.

Een boer is niet snel tevreden: “als een boer niet klaagt, dan is hij ziek”. De productiewaarde van de sector steeg met een half miljard en dit resultaat wordt toch mager genoemd. Het zal wel meer zitten in de inkomensdaling van 40% die inderdaad groot is. Eigenlijk is de agrosector ziek, maar taai.
Echter de factoren die bij het boereninkomen een rol spelen, zullen ook in de toekomst een rol blijven spelen. Weliswaar is de olieprijs sterk gedaald, maar de verwachting is toch dat deze weer zal stijgen. Dit betekent dat de toekomstige inkomensverwachtingen somber zullen zijn.
Het wordt tijd voor een duurzame omslag in de landbouw. In Nederland zijn domweg teveel agrarische producenten die niet alleen gemist kunnen worden, sterker nog als zij zouden stoppen of emigreren zou dat in ons land veel milieubelasting en dierenleed schelen.
Toch is het imago van de Nederlandse boer ijzersterk. Vermoedelijk is dit het gevolg van een aantal zaken die hem meezitten:
• Veel mensen hebben boeren in de familie of zijn afkomstig van boeren. Zij hebben romantische herinneringen aan het boerenleven
• De moderne stal is gesloten en pottenkijkers zijn niet welkom. Veel mensen zullen nog nooit binnen geweest zijn in een legbatterij, pluimvee- of kalvermesterij of een melkveehouderij met meer dan 100 koeien of een varkensbedrijf. Open dagen voor het publiek worden georganiseerd in schijnbaar diervriendelijke bedrijven.
• Veel consumenten zijn naïef, de boerenlobby (in het parlement en in Brussel) sterk en de reclamemakers niet principieel. Bovendien denkt de consument te profiteren van de overproductie. Hij of zij realiseert niet dat de nadelen van de intensieve veehouderij worden afgewenteld op de belastingbetaler.

AgriHolland meldt over de verwachtingen van de boeren voor 2009:
Van de ondernemers vreest 45% belemmeringen op het gebied regels op het terrein van ruimtelijke ordening en milieu en op het terrein van gewasbescherming. Daarnaast noemt 53% nieuwe regels in het mestbeleid als bedreiging voor het bedrijf. Eén op de drie boeren ziet vernieuwing in het dierenwelzijnbeleid als een grote dreiging voor de bedrijfsvoering.
Tot zover AgriHolland.

Met andere woorden: veel boeren doen nu te weinig voor dierenwelzijn en milieu.

Het is niet nodig om medelijden te hebben met de agrosector. Analoog aan de oproep van PvdA voorzitter Ploumen in het integratiedebat wordt het tijd voor “een confrontatie en een compromisloze verdediging van de belangen van het dier en het milieu”. Laat als burger het landschap niet langer volbouwen met megastallen die overbodig zijn en waarbinnen dierenleed heerst.
Boeren bekritiseren mag.
Veeboeren bekritiseren moet.

12 december 2008

Burger laat zich door de boer een oor aan naaien

De Nederlandse landbouw is er een meester in om haar ware gezicht te verhullen achter een sluier van hele leugens en halve waarheden. De rauwe werkelijkheid van de Nederlandse landbouw is dat er op nog nooit vertoonde schaal dieren worden mishandeld, het milieu wordt verpest, de biodiversiteit en de leefbaarheid op het platteland om zeep worden geholpen en dat aan het klimaat onomkeerbare schade wordt toegebracht.

Zoals bij de behandeling van de landbouwbegroting door fractievoorzitter Thieme van de Partij voor de Dieren werd opgemerkt: ‘Dierenleed en klimaatschade. Dat is het werkelijke exportproduct van de Nederlandse bio-industrie’.

Af en toe wordt een tipje opgelicht van de sluier die de Januskop van de Nederlandse landbouw doorgaans bedekt, maar dan nog is het voor de burger lastig om te zien wat er eigenlijk aan de hand is.

Wat te denken van de volgende krantenkop: ‘EU-rekenkamer: cross-compliance niet effectief’.

Niet bepaald een uitnodiging om er als lezer eens even goed voor te gaan zitten.
Dat is jammer, want de agro-geheimtaal achter deze krantenkop betekent dat de boeren directe inkomenssteun krijgen. In ruil daarvoor zouden ze een tegenprestatie leveren, maar dat doen ze niet.

Het gaat daarbij niet om klein bier. De Nederlandse boeren, akkerbouwers en melkveehouders, verdelen jaarlijks samen onderling zo’n €400 miljoen aan directe inkomenssteun. Die €400 miljoen is een jaarlijks terugkerend cadeautje, want ze doen er niets voor terug.

En de boerenvoormannen maar met een stalen gezicht volhouden dat de boeren geen subsidie meer krijgen.

Strikt genomen hebben ze daarin gelijk, maar ze vergeten er bij te zeggen dat de subsidies zijn vervangen door directe inkomenssteun. Doodgewone bijstand dus. Al wordt de vraag of men daarvoor in aanmerking komt voor boeren niet bepaald door een gemeente-ambtenaar, en een limiet aan de hoogte van de uitkering is er al helemaal niet.

Bovendien vinden boeren zichzelf geen steuntrekkers, maar agrarische ondernemers. En dus heet de bijstand voor de melkveehouders ‘melkpremie’ en heet de bijstand voor de akkerbouwers ‘hectare toeslag’.

Deze directe inkomenssteun is overigens binnen de kaders van internationale handelsverdragen verboden. Maar daar heeft de agrolobby de zogenoemde ‘cross-compliance’ voor uitgevonden.
Een deftige term die niet veel meer betekent dan 'voor wat, hoort wat'.

Omdat de boeren een tegenprestatie leveren is de inkomenssteun dus eigenlijk geen steun, maar een vergoeding voor geleverde diensten en dan mag het volgens de handelsverdragen weer wel. De Europese rekenkamer zegt nu echter dat er geen of een onduidelijke tegenprestatie wordt geleverd.

Er is in Brussel vastgelegd dat in ruil voor de inkomenssteun de boeren aan plattelandsbeheer moeten doen. Maar wat ze moeten doen is niet gedefinieerd, omdat de agrolobby dwars ligt over die definities.
En dus doen de boeren niets aan plattelandsbeheer, maar incasseren wel de steun.

Ook over de regels met betrekking tot dierenwelzijn, zorgt de agrolobby er voor dat het uiterst schimmig blijft wat onder die regels moet worden verstaan. En dus gaat de veehouderij onverminderd en ongehinderd door met grootschalige dierenmishandeling en incasseert wel de steun.

Er verandert dus in Europa op landbouwgebied helemaal niets. De geldkraan naar de boerenhoeven blijft, betaald door de burger, gewoon wagenwijd open staan. En de boeren hoeven er nog steeds geen fluit voor te doen.

Zo laat de Europese burger zich nog steeds door de boer een oor aan naaien.

Leeswijzer


Kijk op Facebook voor onze reactie op de actualiteit.
Aanbeveling: Thema's of steekwoorden vindt u via de labels onderaan de pagina of op Animal Freedom. Klik hier voor de laatste bijdragen.
Klik hier voor het beleid om uw privacy te beschermen.

Waarom dit blog?

De Nederlandse veehouderij is vooral gericht op zoveel mogelijk voor de export te produceren onder het motto “meer, meer, meer en groot, groter, grootst”. Dit heeft negatieve gevolgen voor zowel de dierenwelzijn, biodiversiteit, het milieu, het klimaat, de portemonnee en de gezondheid van burgers en ook voor welwillende boeren.
Dit blog verzamelt kritische artikelen die de wurggreep beschrijven waarin de veehouderij zichzelf heeft vastgezet. Zo willen we niet alleen een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de kwaliteit van het leven voor alle belanghebbenden, maar ook aan een schone, gezonde omgeving en een beter dierenwelzijn.

Ook de argumentatie dat dieren grondrechten hebben kan beter en meer aansluiten op hoe mensen voor zichzelf vinden dat recht moet gelden. Alle dier(soort)en kunnen in hun recht op vrijheid als (intrinsiek) evenwaardig aan mensen beschouwd worden. Dierenrechten zijn mensenrechten, die mensen de kans geeft om voor dieren op te komen.
Dieren, bijv. in de intensieve veehouderij, worden behandeld als een object in plaats van een subject met gevoelens en rechten.

De snelheid en het aantal dier(soort)en dat we voortdurend gebruiken is immens. De bijdrage aan onze welvaart en economie van de agrosector is gering. De oplossing is simpel en van niemand anders dan van ons zelf afhankelijk.

Dierenrechten in woord en beeld

Vrijheid is ook een intrinsiek grondrecht voor dieren. Dieren zijn geen dingen Dierenrechten zijn mensenrechten. Mensen moeten voor dieren kunnen opkomen wanneer hun grondrecht wordt geschonden.
logo van Animal Freedom yin en yang
Lees hier over de redenen waarom dieren recht op vrijheid hebben. Lees hier waarin mens en dier evenwaardig zijn.