Mens en dier zijn (intrinsiek) evenwaardig in hun recht op vrijheid

Bij de Stichting Animal Freedom leest u over de gedachte achter dierenrechten.
Hier leest u over ontwikkelingen in de agrosector en de gevolgen voor dieren(rechten).
Alle levende wezens zijn verschillend maar evenwaardig in het recht op vrijheid op een natuurlijk leven.
Een dier is (net als een mens) geen ding of een object.
Dierenrechten zijn mensenrechten. Mensen moeten kunnen ingrijpen wanneer mensen dieren misbruiken of onrecht aandoen.
Posts tonen met het label import. Alle posts tonen
Posts tonen met het label import. Alle posts tonen

22 januari 2014

De agrarische sector zou anders zijn best moeten doen

Bijna nergens ter wereld wordt voedsel zo goedkoop geproduceerd als in Nederland en betalen consumenten relatief zo weinig van hun budget aan voeding. De oorzaak ligt in de grote in- en doorvoer van voedsel in ons land en de bereidheid van veeboeren om dieren hun korte leven lang op te sluiten in efficiënte stallen. De Nederlandse consument profiteert als een "heler" van de genadeloze efficiency van de agrosector, die gericht is op de export en die hun kosten zo laag mogelijk houdt.
Omdat de Nederlandse welvaart onder druk staat wordt er door de lobbyisten in de media voortdurend gewezen op het aandeel dat de agrosector zou hebben in die welvaart. Hoe groter dat aandeel lijkt, des te huiveriger zullen consumenten en kiezers zijn om de boeren aan te spreken op de gevolgen van hun manier van produceren. Een kritische houding zou onze welvaart weleens nadelig kunnen beïnvloeden.
Het kind van de rekening is de waarheid, het dierenwelzijn en de ecologische gezondheid van de Nederlandse bodem.
In de Volkskrant van 18 januari relativeert Gerard Reijn onder de titel “Import landbouwproducten stijgt net zo snel als de export” de achtergrond van de omvang van de Nederlandse agrarische sector.

Een citaat:
Nederlands buitengewone positie als exportreus heeft een lange geschiedenis. Al in de Middeleeuwen hadden Nederlanders door dat je geen graan moest verbouwen op veengrond, maar dat je er heel goed koeien op kon houden. Niek Koning, hoogleraar landbouweconomie in Wageningen: 'Dus voerde Nederland graan in uit de Baltische staten en exporteerde kaas naar Engeland.'
De ligging aan zee met Londen aan de overkant, en aan de Rijn met het Ruhrgebied stroomopwaarts, was ideaal voor dit soort handel. De intensieve veehouderij heeft er zijn bestaan aan te danken, zegt Koning. 'In feite is het een bedrijfstak op de kade van de havens. Goedkoop voer kwam via de havens binnen, en vlees, kaas en eieren konden gemakkelijk want per schip naar Engeland en Duitsland worden vervoerd.' In recenter tijden zijn deze infrastructurele voordelen verder uitgebreid door de komst van Schiphol, cruciaal voor de bloementeelt.
Maar Nederland is er ook in geslaagd 'de beste boeren van de wereld' te vormen. Een resultaat van de beruchte Landbouwcrisis van 1878 tot 1898. De Amerikanen begonnen graan uit te voeren en concurreerden de Europese boeren naar de ondergang. Nederland reageerde niet met protectionistische maatregelen, zoals andere landen, maar met het stimuleren van het vakmanschap door onderzoek, voorlichting en onderwijs. De Wageningen Universiteit, misschien wel 's werelds geduchtste kennisinstituut op landbouwgebied, was daarvan een van de resultaten. Dankzij al die kennis kon een hoog-technologische sector als de glastuinbouw zich ontwikkelen.
Maar niet de sky, maar de bodem is de limit, zegt Koning. 'De aanspraken op grond worden steeds groter. Er zijn milieu-eisen, met name op mestgebied, die bijvoorbeeld een beperking opleveren voor de intensieve veehouderij. Maar er moet ook steeds meer ruimte worden vrijgemaakt voor vrijetijdsbesteding, zoals hobbypaarden. 'Kijk naar de 'verpaarding' van de grond. Daarvan hebben we er nu weer rond 400 duizend, vier keer zo veel als enkele decennia geleden. Dat kost ruimte.' Daarom, zegt Koning, groeit de agrarische export vrijwel alleen nog doordat de agrarische import groeit.
Tot zover de Volkskrant.

Gerard Reijn schrijft niet voor niets tussen quotes dat Nederlandse boeren 'de beste boeren van de wereld' zouden vormen. De Nederlandse boeren produceren goedkoop, maar in het geval van de landbouwhuisdieren is goedkoop vooral duurkoop, omdat hun welzijn te lijden heeft onder de saaiheid van het leven in de stal en hun aantallen zo groot zijn dat de bodem te lijden heeft onder de mest. Om de dieren gezond te houden wordt op grote schaal antibiotica toegepast. Ondanks de verhalen dat dit gebruik schijnbaar daalt is het effect dat de ziekteveroorzakers zich inmiddels zo hebben aangepast dat de menselijke gezondheid niet meer in alle gevallen is te herstellen.
Het zou voor de balans in eigen land en in de wereld beter zijn wanneer de Nederlandse agrosector ‘je best doen’ niet meer zou vertalen in veel en goedkoop produceren, maar in ecologisch verantwoord en met meer kwaliteit voor mens, dier en leefomgeving.

Meer lezen over de gevolgen van export voor dierenwelzijn? Klik hier.

23 april 2012

Eetrevolutie voor ecologisch en ethisch voedsel

Van de site van discussie- en evenementencentrum de Rode Hoed:
Terwijl de politiek druk discussieert over toekomstscenario’s voltrekken zich in de praktijk al interessante veranderingen.
In supermarkten zien we steeds meer biologische producten, varkensvlees met een ster van de dierenbescherming en Utz Certified koffie. Ook streekproducten veroveren een plekje. Zijn dat randverschijnselen of gaan de grote voedselketens ingrijpend veranderen?
We onderzoeken dit met vernieuwers in bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties. En we bevragen politici. Kan de politiek nog leiderschap tonen of loopt ze achter de markt aan? We laten meerdere spelers aan het woord die hier al volop mee bezig zijn en succes hebben geboekt: spelers uit de voedselindustrie, de supermarkten en de Youth Food Movement. Gaan jonge NGO’s zoals Foodwatch en Wakker Dier ons voedingspatroon veranderen? Wat kan de supermarkt met streekvoedsel en slow food? Hoe kunnen consument en boer meer met elkaar communiceren? Wat wordt de rol van sociale media?
Tot zover de site.

Onze voedselvoorziening is niet toekomstbestendig. Om daar wat aan te doen is een vlinderrevolutie nodig.

Doe het samen:
Als consumenten, producenten en winkeliers samen bepalen wat er op ons bord komt, ontstaan nieuwe markten waar iedereen zich verantwoordelijk voor voelt. Slimme, toekomstgerichte bedrijven zullen er evenveel plezier van hebben als consumenten.

Sluit kringlopen regionaal (binnen enkele tientallen tot honderden kilometers):
Houd water en voedingsstoffen in een voor ons beschikbare vorm in omloop; alleen regionaal lukt dat optimaal.

Houd ook de geldstromen regionaal:
Dat zorgt voor voedselzekerheid en werk, zowel in Nederland als in andere landen.

Wees biodivers wijs:
In de natuur hangt alles met alles samen; respecteer je dat niet, dan loop je risico.

Sjouw niet met halffabricaten of levende dieren:
Dat verspilt energie, koopkracht en kostbare nutriënten en zorgt voor onnodig leed.

Produceer regionaal en drijf inter-regionaal handel:
Dat belast de natuur het minst; we kunnen nu eenmaal lang niet al ons voedsel lokaal kopen.

Denk EEEE:
Niet alleen Economisch (financiering), Ecologisch (natuur) maar ook Ethisch (mensen, dieren) en Esthetisch (schoonheid) moeten onze landbouw, voedselproductie en –consumptie met elkaar in evenwicht zijn.

Zorg voor een gezond eetpatroon:
Reclame en verkooptactieken voeden ons op tot te veel en verkeerd eten; gebruik ze om mensen goed en eerlijk te laten eten.

Verzamel revolutionair durfkapitaal in een beleggingsfonds:
Banken zien te weinig in echt innoverende projecten die op deze principes gebaseerd zijn; als investeerders tevens consumenten zijn ontstaat veel sneller rendabele vernieuwing.

Tot zover Nieuwvers.

De oproep om geen dieronvriendelijk voedsel te halen, heeft natuurlijk als keerzijde dat we ook moeten stoppen met het brengen van dieronvriendelijk voedsel naar anderen.

09 mei 2009

Nederland heeft baat bij vaagheid herkomst landbouwproducten

Veel Europese landen zijn voor een verplichting op voedsel in de supermarkt met etiketten die aangeven waar het is geproduceerd. Nederland als exporterend land ziet deze ontwikkeling als een bedreiging. Nederland zou liever de aanduiding zien “geproduceerd in de EU”.
Kennelijk zouden veel buitenlandse consumenten geen producten uit Nederland kopen als zij hetzelfde product uit het eigen land kunnen kopen. In het geval van dierlijke producten hebben die buitenlanders daar groot gelijk in. Waarom dierlijke producten over de hele wereld slepen terwijl een veehouder uit de eigen regio het net zo diervriendelijk kan? Daar komt nog bij dat ons land veel veevoeder moet importeren om het half miljard dieren jaarlijks te kunnen voeden. En dat gaat (ook) ten koste van natuur en milieu in het buitenland.
Dier- en milieuvriendelijkheid worden in Nederland minimaal ingevuld omdat men anders in kostprijs niet kan concurreren met het buitenland.
Dit is een reden des te meer om de vaderlandse veehouderij voor te houden dat haar omvang ongewenst is. Om krimp tot een gezond niveau te bevorderen moet de overheid (nationaal en Europees) stoppen met het subsidiëren van veehouderij. Weliswaar houden grootschalige bedrijven de concurrentieslag het langst vol, maar zij drukken wel de grootste negatieve stempel op het aanzien van het platteland.

25 maart 2009

Kat en muisspel Verburg met de PvdD over import en fok van kleine huisdieren

Zoals wel vaker ontwijkt LNV minister Verburg een deel van de vragen die vertegenwoordigers uit de Tweede Kamer haar stellen. Ook is zij niet van plan in te grijpen om dierenleed te voorkomen tenzij er klachten binnenkomen bij de LID of AID.
“Een importverbod voor knaagdieren verhoudt zich niet met het EG-verdrag over het vrije verkeer van goederen tussen de lidstaten”.

Kamervragen van Ester Ouwehand van de PvdD over uitspraken met betrekking tot de registratie van de import en fok van kleine huisdieren.

1
Hebt u kennis genomen van de uitzending van de Keuringsdienst van Waarde over de handel in hamsters en de grootschalige import van hamsters uit Tsjechië?
Ja.

2, 3, 7 en 8
Kunt u aangeven op welke informatie u uw uitspraak heeft gebaseerd dat ‘de meeste hamsters die in Nederland te koop worden aangeboden afkomstig zijn uit Nederland’, wanneer registratie van fok en handel in knaagdieren ontbreekt?
Kunt u aangeven waarom u de jonge presentatrice in de uitzending heeft aangeraden niet alle ‘roddels’ te geloven, terwijl de redactie in haar zoektocht naar de herkomst van in Nederland verkochte hamsters juist is gestuit op hamsterfokkerijen in Tsjechië die aangeven te fokken voor de Nederlandse markt?
Kunt u bevestigen dat er per week 3.000 hamsters worden verkocht in de Nederlandse dierenwinkels?
Kunt u een overzicht geven van de herkomst van deze dieren? Zo nee, kunt u dan bevestigen dat u - in tegenstelling tot u stellige uitspraken in de uitzending- geen enkel zicht heeft op de herkomst van de hamsters die in Nederland worden verkocht en de omstandigheden waaronder deze dieren worden gefokt?

In de uitzending van het programma “De Kinderen van de Keuringsdienst van Waarde” wordt niet duidelijk welk deel van de in Nederlandse dierenspeciaalzaken verkochte hamsters, afkomstig is vanuit het buitenland.
Mijn antwoord heb ik gebaseerd op informatie dat deze dieren grotendeels afkomstig zullen zijn uit Nederland. Informatie van de brancheorganisaties bevestigt mijn uitspraak dat het merendeel van de hamsters in de Nederlandse dierenspeciaalzaak afkomstig is van Nederlandse fokkers.
Vertegenwoordigers van de brancheorganisaties voor dierenspeciaalzaken geven aan dat het aanbod van hamsters in de Nederlandse dierenspeciaalzaken voor ongeveer 2/3e deel afkomstig is van Nederlandse fokkers (beroepsmatige en hobbyfokkers). Ongeveer 1/3e deel van deze dieren is afkomstig uit het buitenland (vooral uit Polen en Tsjechië).
Er worden ongeveer 1000 hamsters per week verkocht in de Nederlandse dierenwinkels.

4 en 5
Waarom hebt u de Kamer onjuiste informatie verstrekt door in antwoord op eerdere Kamervragen te zeggen dat konijnen en knaagdieren ‘slechts incidenteel in het kader van fokprogramma’s worden geïmporteerd door fokkers’?
Kunt u aangeven waarop u uw uitspraak dat ‘het overgrote deel van de konijnen en knaagdieren dat aan dierenspeciaalzaken wordt geleverd, afkomstig [is] van particuliere fokkers’ in antwoord op Kamervragen heeft gebaseerd?

In mijn antwoord op uw Kamervragen van 27 mei 2008 over de opvang van konijnen en knaagdieren heb ik mij destijds gebaseerd op de informatie die daarover beschikbaar was.
Er is navraag gedaan bij zowel de brancheorganisaties als de LID.

6
Hoe beoordeelt u de scene waarin duidelijk wordt dat dierenspeciaalzaken niet weten waar de door hen ingekochte dieren vandaan komen en aangeven geen tijd te hebben om zich hiermee bezig te houden?
Ik kan en wens geen oordeel te geven naar aanleiding van deze enkele scene over de gang van zaken in een brancheorganisatie.

9
Deelt u de mening dat kopers en vooral verkopers van dieren dienen te weten waar de dieren die zij kopen dan wel te koop aanbieden zijn gefokt en dat het mogelijk zou moeten zijn hier toezicht op te houden? Zo nee, kunt u dit toelichten?
Op dit moment gelden - naast de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren – geen specifieke regels voor fokken, houden en verkopen van konijnen en knaagdieren in de commerciële gezelschapsdierensector.
De sector werkt momenteel aan een vrijwillige certificeringsregeling voor onder andere de dierenspeciaalzaken en de import- en groothandel. In dit stelsel wordt gedacht aan het opnemen van een registratie van diersoorten.

10
Vinden er AID-controles plaats bij de Nederlandse hamsterfokkers? Zo ja, wat zijn de aandachtspunten bij deze controles en met welke frequentie vinden deze plaats? Zo nee, waarom niet?
Controles vinden momenteel plaats op basis van meldingen. Indien er meldingen worden gedaan over het welzijn van hamsters dan worden deze in behandeling genomen door de LID of AID.

11
Kunt u toelichten wat u verstaat onder ‘illegale handel’ in hamsters vanuit Tsjechië?
Met “illegale handel” werd in dit kader gedoeld op de invoer of het vervoer van hamsters in strijd met de veterinaire handelsvoorschriften en welzijnsbepalingen die voor vervoer van dieren binnen de EU van kracht zijn.

12 en 13
Kunt u aangeven welke regelgeving Tsjechië hanteert voor het fokken en verhandelen van kleine huisdieren, zoals hamsters? Wordt het welzijn van deze dieren hierdoor voldoende gewaarborgd volgens u? Zo nee, welke consequenties verbindt u hieraan met betrekking tot de import van huisdieren uit Tsjechië?
Bent u bereid de import van knaagdieren uit landen als Tsjechië te verbieden en met voorstellen te komen voor de registratie en monitoring van de handel in kleine huisdieren?
Zo neen, waarom niet?

Tsjechië kent geen specifieke nationale regelgeving met betrekking tot het fokken en verhandelen van kleine huisdieren zoals hamsters. Navraag in Tsjechië heeft uitgewezen dat er geen welzijnsproblemen bekend zijn betreffende het fokken en verhandelen van deze dieren en ik zie dan ook geen reden consequenties te verbinden aan de import van huisdieren vanuit Tsjechië.
Een importverbod voor knaagdieren verhoudt zich niet met het EG-verdrag over het vrije verkeer van goederen tussen de lidstaten van de Europese Unie (EG-verdrag, artikel 28 en 29).

DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT,

G. Verburg

11 februari 2009

Pijnpunten en kansen van de vleesveesector

Op de Belgische site landbouwleven valt onder de titel “Pijnpunten en kansen van de vleesveesector” te lezen:

Naar het voorbeeld van de dialoogdagen over de problematiek van jongeren in de landbouw, de paardenhouderij en de biologische landbouw, startte Vlaams minister-president Peeters maandag 9 februari jl. nu ook met de vleesveesector een viertal dialoogdagen op. Tijdens de eerste van deze vier dialoogdagen benadrukte de minister-president vooreerst het belang van de vleesveesector voor de Vlaamse landbouweconomie. Sinds de invoering van de melkquota en mede door het instellen van premies voor ondersteuning van de rundvleesproductie, is het houden van vleesvee uitgegroeid tot een volwaardige bedrijfstak in Vlaanderen. De laatste jaren bedroeg de bruto rundvleesproductie bijna 300.000 ton karkasgewicht. De productiewaarde maakt 12% van de totale Vlaamse eindproductiewaarde uit en rundvlees is - na varkensvlees en zuivel - het derde belangrijkste veeteeltproduct. Het komt op nummer vier in de rij van alle land- en tuinbouwproducten in Vlaanderen.
Bovendien is het een sector die een positieve handelsbalans van 350 miljoen euro vertoont. Hiermee behoort België tot de top 12 van de landen die rundvlees exporteren. Nederland (38%), Frankrijk, Duitsland en Italië zijn de belangrijkste afnemers van het Belgisch rund- en kalfsvlees.

Daarnaast mogen we, volgens de minister, ook de pijnpunten die samengaan met de ingevoerde producten, niet verzwijgen. “Vraagt de consument zich bijvoorbeeld wel voldoende af of het vlees dat geproduceerd is in andere continenten aan dezelfde hygiëne- en kwaliteitseisen moet voldoen?”, zo stelde de minister, waarbij hij expliciet verwees naar Brazilië, Argentinië en andere landen waar rundvleesproducenten aan minder strenge voorwaarden moeten voldoen dan de Vlaamse producenten.

Uit die eerste dialoogdag bleek alvast dat bij de meeste deelnemers het gevoel bestaat dat op gebied van export nog wel een tandje moet bij gestoken worden.
Een andere vaststelling tijdens de eerste dialoogdag was dat de productiekosten in de vleesveehouderij in Vlaanderen hoger liggen dan elders in de wereld, maar bovendien ook - en dat is zorgwekkender - hoger dan elders in de Europese Unie. Ook daar zal dus moeten aan gewerkt worden.

Tot zover citaten van de site landbouwleven.

Het is duidelijk dat de dialoog op een beperkte manier wordt gehouden. Net als in Nederland zou een betrekken van de nadelen van de intensieve veehouderij volgens het principe ‘de vervuiler betaalt’ en een eerlijke berichtgeving over de nadelen van (onder andere financiële steun aan) de intensieve veehouderij een veel reëler afweging opleveren. Aan rundvleesproducten uit Brazilië en Argentinië zou prima de eis gesteld kunnen worden dat deze afkomstig zijn van dieren die in natuurlijke omstandigheden leven, dat wil zeggen in de grote grazige weiden die deze landen in veel ruimte mate hebben dan Vlaanderen en Nederland.

23 december 2008

Er wordt binnen de EU nodeloos met vlees en zuivel heen en weer gesleept

Het CBS meldt 22 december:

Duitsland grootste leverancier

Naast Nederlands vlees, eet de Nederlander ook vlees dat in het buitenland wordt geproduceerd. Er werd in 2007 ruim 1,3 miljard kg vlees ingevoerd. Dit is een stijging van 90 procent vergeleken met de vleesinvoer in 2000. Van het geïmporteerde vlees is circa 85 procent afkomstig van landen binnen de EU. Duitsland is goed voor circa 30 procent van de invoer.

Tot zover het CBS.


De producten van twee van de drie dieren, gehouden in de Nederlandse intensieve veehouderij, wordt geëxporteerd. Naast deze "overkill" is er dus veel import.
Dat gesleep met vlees is volkomen onnodig en dieronvriendelijk. Waarom zou ons land meer vlees im- en exporteren dan de eigen behoefte is? Omdat er een vrije markt is?
Wat een onzin! Het zou een heleboel dierenleed schelen als EU-landen zouden stoppen met het heen en weer slepen met vlees en zuivelproducten en de eigen veehouders zouden verplichten om diervriendelijker te produceren.
Weliswaar wordt voornamelijk gesleept met (producten van) dode dieren, maar de reden dat het gesleep dier- en milieuonvriendelijk is, komt door het feit dat wil het economisch uit kunnen om te exporteren, er op het veebedrijf geknepen moet worden op de kostprijs. Dit knijpen houdt in de praktijk in dierenleed (door dieronvriendelijke huisvesting) en milieuvervuiling. Het opruimen daarvan wordt afgewenteld op de belastingbetaler.

06 juli 2007

Export is dierenleed

Gesleep van dieren over de planeet schaadt dierenwelzijn en economische belangen. Het gebeurt niet vaak dat dierenbeschermers en dierengebruikers het met elkaar eens zijn, maar in het geval dat dierenliefde leidt tot import van dieren uit het buitenland dan geldt dit zeker.

Hobbydierenhouders willen zichzelf wel eens laten voorstaan op hun dierenliefde en de omstandigheden waaronder hun dieren leven zijn vaak onmiskenbaar beter dan die van hun veeltalliger lotgenoten in de intensieve veehouderij. Maar sommige hobbyisten willen graag exotische dieren houden, omdat zij die mooi vinden of om interessant te doen. En daar begint de ellende.

Het is wijd en zijd bekend dat dieren die in het wild worden gevangen hun leven niet zeker zijn. Ten eerste omdat het om jonge dieren gaat, waarbij ouderdieren worden gedood die hun jongen willen beschermen. Ten tweede omdat het om een illegale jacht gaat, waardoor de dieren onder omstandigheden worden vervoerd, die het daglicht niet kunnen verdragen.

Wanneer de douane op Schiphol het transport van deze dieren scherp zou controleren zou een beambte elke keer voor een dilemma staan: laat je het transport door naar een ander land, dan hoef je het dier niet in beslag te nemen. Neemt hij het dier in beslag dan is er te weinig ruimte voor verantwoorde opvang. Een zware boete zou overigens preventief kunnen werken.

Er is de neiging om de dieren te vernietigen met het oog op het voorkomen van dierziektes. Denk aan het voorbeeld van de versnipperde eekhoorntjes en de geplette schildpadden.

De dieren naar een opvang brengen zou een kostbare oplossing zijn en levert de talloze dieren (het gaat ook om miljoenen tropische vissen) door de problemen om deze diervriendelijk te huisvesten nauwelijks perspectief. Daarnaast zijn veel dieren door de slechte omstandigheden en de lange reistijd zodanig verzwakt dat een snelle en drastische euthanasie voor de hand ligt.

Voorkomen is ook hier beter dan genezen.

De oplossing ligt niet in het verscherpen van de controles maar in het onaantrekkelijk maken van het begin- en eindpunt van de pijplijn. Nu mogen dieren gehouden worden waarvan op papier kan worden “aangetoond” dat het in gevangenschap is geboren. Het gevolg is grootschalige fraude met papieren en zogenaamde kenmerken als “gesloten ringen”.

Een verbod op vangen en houden van vrijwel alle niet-landbouwdieren is eigenlijk het meest effectief voor het garanderen van dierenwelzijn. Een verbod dat samengaat met zware boetes voor het bezit, helpt ook het illegale vervoer te stoppen.

De bijbehorende grondhouding ten opzichte van dieren zou moeten zijn dat dieren het recht hebben op de vrijheid om te leven onder de omstandigheden waar zij van nature voorkomen.

24 oktober 2005

EU weert import van wilde vogels

Nu de vogelgriep ook meelift via de import van wilde vogels, wil de EU deze import weren. Dat werd tijd. Vogels en andere dieren uit het wild zijn niet alleen niet gewend aan het leven in kooien, bij de vangst en het transport vallen veel slachtoffers.
Bekend voorbeeld zijn de overvolle kratten geplette schildpadden, mensen die dieren onder hun kleding verstopping in het vliegtuig en het doodschieten van apenmoeders die hun kroost wilden beschermen.
Nu eindelijk de import van wild de inkomsten van de bio-industrie bedreigt, worden maatregelen genomen. Hypocriete vogels die politici!

Leeswijzer


Kijk op Facebook voor onze reactie op de actualiteit.
Aanbeveling: Thema's of steekwoorden vindt u via de labels onderaan de pagina of op Animal Freedom. Klik hier voor de laatste bijdragen.
Klik hier voor het beleid om uw privacy te beschermen.

Waarom dit blog?

De Nederlandse veehouderij is vooral gericht op zoveel mogelijk voor de export te produceren onder het motto “meer, meer, meer en groot, groter, grootst”. Dit heeft negatieve gevolgen voor zowel de dierenwelzijn, biodiversiteit, het milieu, het klimaat, de portemonnee en de gezondheid van burgers en ook voor welwillende boeren.
Dit blog verzamelt kritische artikelen die de wurggreep beschrijven waarin de veehouderij zichzelf heeft vastgezet. Zo willen we niet alleen een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de kwaliteit van het leven voor alle belanghebbenden, maar ook aan een schone, gezonde omgeving en een beter dierenwelzijn.

Ook de argumentatie dat dieren grondrechten hebben kan beter en meer aansluiten op hoe mensen voor zichzelf vinden dat recht moet gelden. Alle dier(soort)en kunnen in hun recht op vrijheid als (intrinsiek) evenwaardig aan mensen beschouwd worden. Dierenrechten zijn mensenrechten, die mensen de kans geeft om voor dieren op te komen.
Dieren, bijv. in de intensieve veehouderij, worden behandeld als een object in plaats van een subject met gevoelens en rechten.

De snelheid en het aantal dier(soort)en dat we voortdurend gebruiken is immens. De bijdrage aan onze welvaart en economie van de agrosector is gering. De oplossing is simpel en van niemand anders dan van ons zelf afhankelijk.

Dierenrechten in woord en beeld

Vrijheid is ook een intrinsiek grondrecht voor dieren. Dieren zijn geen dingen Dierenrechten zijn mensenrechten. Mensen moeten voor dieren kunnen opkomen wanneer hun grondrecht wordt geschonden.
logo van Animal Freedom yin en yang
Lees hier over de redenen waarom dieren recht op vrijheid hebben. Lees hier waarin mens en dier evenwaardig zijn.