Mens en dier zijn (intrinsiek) evenwaardig in hun recht op vrijheid

Bij de Stichting Animal Freedom leest u over de gedachte achter dierenrechten.
Hier leest u over ontwikkelingen in de agrosector en de gevolgen voor dieren(rechten).
Alle levende wezens zijn verschillend maar evenwaardig in het recht op vrijheid op een natuurlijk leven.
Een dier is (net als een mens) geen ding of een object.
Dierenrechten zijn mensenrechten. Mensen moeten kunnen ingrijpen wanneer mensen dieren misbruiken of onrecht aandoen.
Posts tonen met het label fijnstof. Alle posts tonen
Posts tonen met het label fijnstof. Alle posts tonen

04 april 2018

Wie gaat er met het advies van de RLI aan de haal?

De Raad voor de Leefomgeving en infrastructuur (RLi) adviseert Nederland om minder vlees te produceren en te consumeren. De belangenorganisatie voor melkveehouderij en landbouw in het algemeen, de LTO, reageert onmiddellijk en afwijzend. Dit is voor kenners een teken dat het advies van de RLi hout snijdt, want wanneer het door de regering zou worden opgevolgd kan dat voor de melkveehouderij en de banken grote gevolgen hebben.
Maar zoals zo vaak in kwesties met economische belangen is de race-to-the-bottom nog lang niet gelopen. Er is bij het grote publiek van jongs af aan veel geïnvesteerd in het imago van de boeren. Het effect van het advies van de RLi zal voorlopig nog niet groot zijn.

Wat belangrijk is wil er echt iets veranderen in ons land is dat mensen beginnen te snappen dat overproductie in de melkveehouderij die wordt weggezet via export zowel in eigen als in het buitenland negatieve gevolgen heeft. Wanneer bijvoorbeeld in Afrika weer een voedseloverschotten worden gedumpt kan de lokale landbouweconomie niet op gang komen. Het gevolg is dat mensen wegtrekken, niet alleen naar Afrikaanse steden, maar ook naar onze streken. Hier valt immers welvaart te halen.
In eigen land heeft overproductie van zuivel structureel nadelige gevolgen die afgewenteld worden op de belastingbetaler. Bijvoorbeeld lelijker landschap, verminderde vruchtbaarheid van landbouwgronden, vervuiling van grond- en oppervlakte water, stankoverlast voor omwonenden van een melkveehouderij.

Boeren en banken die door beleidsverandering menen minder te kunnen verdienen zullen oproepen tot financiële steun. Bij elke voorstel om weer geld te pompen de agrosector zal goed doordacht moeten worden of het wel leidt tot structurele verbetering. Wordt de veestapel wel kleiner, wordt de kwaliteit van het product wel dier- en milieuvriendelijker? Wordt niet onbedoeld de groei van een kleine groep grote spelers in de agrosector  in plaats van de ecologie bevorderd?
Aan het publiek de oproep om de eigen naïviteit te onderzoeken en bereid te zijn om de gevolgen van de eigen consumptie van voeding kritisch te bezien.

Een citaat uit een artikel (april 2018) in de Groene Amsterdammer" de boer broeit voort" dat laat zien hoe laks de overheid reageert:

De stroom berichten uit de regionale pers maakt één ding duidelijk: gemeentebesturen werpen geen noemenswaardige drempels op tegen megastallen. Politici van VVD, CDA en lokale partijen kiezen vaak de kant van de industriële boeren en Den Haag en Brussel geven hun die ruimte.
Het is genoeg geweest: de fijnstofuitstoot van boerderijen moet gehalveerd! Die boodschap kregen boerenorganisaties vorig jaar van toenmalig staatssecretaris van Economische Zaken Martijn van Dam (PvdA). Ferme taal, maar deze kon niet verhullen dat Nederlandse regeringen toen al zes jaar treuzelden om Europese emissiegrenzen voor fijnstof te vertalen naar concrete eisen voor de landbouw.
Begin jaren 2000 zette Nederland de Europese fijnstofnormen om in landelijke wetten, die echter algemeen bleven en zich niet specifiek op de landbouw toespitsten. Nederland slaagde er maar niet in de EU-normen te halen, dus werd in 2009 het Nationale Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (nsl) opgericht. Daarin was wel aandacht voor de landbouw, maar werden nog geen landbouwspecifieke regels opgesteld. Wel werd tegen 2011 een Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) beloofd om landbouwers te dwingen moderne technieken te gebruiken om hun uitstoot te reduceren. De AMvB kwam er uiteindelijk pas in de zomer van 2015 en hield de facto een verplichting tot fijnstofreductie van dertig procent in voor de landbouwsector. Vijf jaar tussen aankondiging en besluit, terwijl Nederland al sinds 2011 definitief gebonden was aan de Europese regels.

19 oktober 2016

Tips gevraagd over de relatie tussen dierenwelzijn en volksgezondheid

De redactie van KRO NRCV de monitor schrijft op haar website:

In de supermarkt koop ik meestal het diervriendelijkste ei. Maar misschien ga ik daar mee stoppen. Het lijkt er op dat die eieren juist slecht zijn voor het milieu en daarmee ook voor onze gezondheid.
In ons onderzoek voor het dossier Megastallen horen we regelmatig dat méér dierenwelzijn leidt tot meer luchtverontreiniging. Dat zou betekenen dat dierenwelzijn slecht is voor ons welzijn. Het is een geluid dat regelmatig voorbijkwam op een symposium over de veehouderij en volksgezondheid. Wij horen graag in hoeverre dit klopt dus kom met je reacties.
Tot zover de redactie.

Het is duidelijk dat de redactie slecht is geïnformeerd of zelfs voor het karretje van de demagogen van de intensieve veehouderij is gespannen. Het is goed als anderen hun inlichten over werkzame en diervriendelijke oplossingen. Wie wil mailen, klik op bovenstaande link en reageert via de mails aan de redactie die onderaan het artikel vermeld staan.
Hieronder een aantal suggesties, die fijnstof voorkomen en dierenwelzijn verhogen.

In het artikel staat verder:
Belangenbehartigers van boeren komen met twee tegenargumenten: fijnstof komt vooral uit het buitenland (waar) en er is geen wetenschappelijk bewijs dat de veehouderij direct verantwoordelijk is voor fijnstof en daarmee de ziektelast. Maar de onderzoekers vinden de kwestie erg genoeg om nadrukkelijk te pleiten voor het terugdringen van de uitstoot van de sector.
De sector zoekt de oplossing in betere stallen. Hoe beter die fijnstof opvangen, hoe minder ziekte de stal verspreidt. Maar dat effect kan teniet worden gedaan als de beesten veel buiten mogen rondlopen. Scharrelen, zo horen we, is niet goed voor de gezondheid van omwonenden en eigenlijk het hele land. Want fijnstof reikt ver.
Wethouder De Kruijff van Barneveld werd er afgelopen vrijdag een beetje boos over: ‘Door het dierenwelzijn is het volksgezondheidsprobleem ernstig vergroot. Moeten we ook niet aan ons eigen welzijn denken?’
Tot zover de redactie.

Het probleem is niet dat kippen veel buiten komen, het probleem is dat te veel kippen worden gehouden binnen en buiten op een te kleine ruimte. De veel te grote Nederlandse veestapel wordt gehouden om eieren en kippenvlees te verkopen op de buitenlandse markt. Dat kan niet anders dan door te bezuinigen op dierenwelzijn. Worden dieren in ons land gehouden tegen normale of de hoogste dierenwelzijnseisen dan worden de producten duurder dan die uit het buitenland.
Wanneer de veestapel wordt verkleind tot een omvang per boer en stal dat de kip buiten kan lopen zonder overlast van omwonenden en zonder belasting van het milieu (op voldoende gras in plaats van kapot gelopen aarde) dan zijn kippenwelzijn en de volksgezondheid tegelijk gebaat. Bovendien is het product gezonder.
Tot nu toe worden veel kosten van de gangbare veehouderij geniepig op het bordje van de burger geschoven. Zie bijvoorbeeld het onderzoek naar de echte prijs van melk. Als die kosten in rekening zouden worden gebracht bij zowel de biologische als gangbare boer, wint de eerste het op kostprijs en dus in de winkel.
Mogelijk is het gevolg dat de consument meer moet betalen voor eieren en vlees en minder belasting hoeft te betalen voor het opruimen van de gevolgen van de bio-industrie. Is dat een bezwaar, dan kan de consument veel beter overgaan tot vleesvervangers want die hebben veel minder nadelen en zijn goedkoper, zeker wanneer veel consumenten ertoe overgaan.

03 april 2015

Is wonen naast intensieve veehouderij ziekmakend?

Beantwoording van onderzoeksvraagstellingen door het NIVEL naar de gezondheidseffecten van wonen nabij intensieve veehouderij.

Blootstelling.
De eerste vraagstelling van het onderzoek (geef aan of er meer blootstelling is aan fijnstof, micro-organismen en endotoxinen rondom bedrijven met intensieve-veehouderij) kan eenvoudig bevestigend worden beantwoord. Daarbij is er relatief een hogere blootstelling aan micro-organismen en endotoxinen. De endotoxineniveaus waren duidelijk verhoogd ten opzichte van de achtergrondniveaus bij varkenshouderijen en pluimveebedrijven. Op korte afstand van vooral pluimveebedrijven kunnen de verhoogde endotoxineniveaus mogelijk tot effecten op het ademhalingsorgaan leiden. Op meerdere meetlocaties werden signalen gevonden van de Q-koortsbacterie en van de veespecifieke vorm van MRSA.

Gezondheid.
De tweede vraagstelling betrof een oriëntatie op de gezondheid van omwonenden van (intensieve-)veehouderijbedrijven via bestaande registraties van huisartsen. De belangrijkste conclusie is dat er weinig verschillen werden gevonden met de gezondheid van een plattelandsbevolking elders in het land die beduidend minder intensieve-veehouderij in de omgeving heeft. Rondom intensieve-veehouderij werden vooral meer longontstekingen gezien; dit gold voor alle jaren tussen 2006 en 2009 en is naar alle waarschijnlijkheid ten dele gerelateerd aan de uitbraak van Q-koorts in de jaren 2008 en 2009. Astma en COPD kwamen niet vaker voor in de nabijheid van intensieve-veehouderij.
Mensen met COPD en astmatici hadden echter wel meer complicaties van hun ziekte, met name infecties van de bovenste luchtwegen en longontsteking.

Blootstelling en gezondheid.
De derde vraagstelling betrof de combinaties van de eerste twee: zijn er effecten van de blootstelling aan intensieve-veehouderij op de gezondheid van omwonenden? Astma blijkt minder vaak voor te komen bij hogere concentraties van fijnstof en (dus) in de nabijheid van veehouderijbedrijven.
Astmatici en mensen met COPD hebben wel vaker dan mensen elders in het land last van infecties aan de bovenste luchtwegen, maar dit is niet gerelateerd aan de concentraties van fijnstof. Longontsteking is enigszins verhoogd in de nabijheid van intensieve-veehouderij in het algemeen en sterk verhoogd bij omwonenden van bedrijven met geiten en pluimvee. Tot slot is er een sterke associatie tussen het voorkomen van ‘mogelijke Q-koorts’ en veehouderijbedrijven, met name geitenbedrijven.

24 maart 2015

Wie betaalt de milieukosten van voedsel?

Om de consument een weg te wijzen door dit oerwoud heeft de Volkskrant de 10 Geboden van Goed Eten opgesteld. In een onregelmatig verschijnende serie worden alle geboden aan een diepgaand onderzoek onderworpen. Op 24 maart schreef Mac van Dinther:

De landbouw is een van de belangrijkste veroorzakers van grote milieuproblemen: opwarming van de aarde, verlies aan biodiversiteit, vervuiling van land, lucht en water. De bijdrage van de landbouw aan het broeikaseffect wordt geschat op 25 tot 30 procent. De aanpak daarvan kost wereldwijd honderden miljarden per jaar. Maar dat is niet verdisconteerd in de prijs van een pond kaas of een bak kastomaten.
En wat te denken van de gezondheidskosten die worden veroorzaakt door het gebruik van antibiotica in de veehouderij? Zouden die niet ook verdisconteerd moeten worden in het prijskaartje van een kipfilet? En de kosten voor dierenwelzijn? Of is dierenleed gratis? Armoede, milieu- en gezondheidsproblemen, dierenleed, het zijn de onzichtbare kosten achter onze voedselproductie. Ze zijn er wel, maar je ziet ze niet. En dus betaal je ze niet. Als je die kosten wel meerekent, zouden we meer voor ons eten betalen. Misschien zou een kilo varkensvlees dan wel een paar euro meer kosten dan nu.

....

Er zou eigenlijk een prijskaartje moeten hangen aan het gebruik van natuurlijke hulpbronnen als water, lucht en land. De (voedings)industrie maakt er gebruik van door afvalstoffen erin te lozen of door ze te vervuilen met pesticiden, broeikasgas of fijnstof. Adviesorganisatie KPMG International deed in 2012 onderzoek naar de externe milieukosten van elf bedrijfstakken, waaronder ook de luchtvaart, de mijnbouw en de auto-industrie. De voedingsindustrie bleek kampioen afschuiven.
Tot zover de Volkskrant.

Wie wil weten wie wel de milieukosten van voedsel betaalt, klik "Op uw kosten?".

30 juni 2010

PBL vraagt de overheid om aandacht voor de kwaliteit van de leefomgeving

Maatregelen om het welzijn van dieren te verbeteren kunnen negatieve gevolgen hebben voor het milieu, stelt het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) 9 juni 2010 in een rapport over tien jaar veehouderij in ons land.
De uitstoot van fijnstof is sinds 2004 weer gestegen, doordat pluimveehouders overschakelden op scharrelkippen, aldus het rapport. Bovendien produceren diervriendelijke houderijsystemen niet alleen meer fijnstof, maar vaak ook meer ammoniak. Ook het voerverbruik is hoger, waardoor meer landbouwgrond nodig is om het voer te produceren. Dat kan ten koste gaan van milieu en natuur elders.
Het PBL vindt dat de overheid deze strijdigheid aan de orde moet stellen en zo nodig een keuze moet maken. Dat geldt ook voor de vraag in hoeverre export ten koste mag gaan van de kwaliteit van de leefomgeving hier.
Tot zover het PBL.
De uitstoot van fijnstof en ammoniak van diervriendelijke houderijsystemen is alleen een probleem wanneer er grote hoeveelheden dieren worden gehouden. In dat kader is het terecht dat het PBL de overheid oproept om een keuze te maken ten aanzien van de export in relatie tot de kwaliteit van de leefomgeving in Nederland. Het is helder dat de overheid het beste kan streven naar een kleinere omvang dier(on)vriendelijke houderijen. Nu worden er in ons land 3x zo veel dieren gehouden als in eigen land worden geconsumeerd. Die overkill gaat ten koste van de kwaliteit van de leefomgeving.

06 maart 2010

Boeren spreken liever over eigenschaligheid dan over megastallen

In het kader van het opkrikken van hun imago giet de boerenbond ZLTO oude wijn over in nieuwe zakken. Het Agrarisch Dagblad meldt:

Onder eigenschaligheid verstaat ZLTO een omvang die past bij het vakmanschap van de ondernemer, zijn omgeving, de eisen van de samenleving en de kansen van de afzetmarkt. De organisatie begrenst hiermee de groei van intensieve veehouderijbedrijven.
ZLTO en de leden zijn hierbij aangespoord door kritische geluiden uit de samenleving. "Duurzame productie en duurzame veehouderij is de enige weg. Ik geloof daar in", zegt Huijbers. "Niemand van ons heeft namelijk het recht om de ander overlast te bezorgen. Dat betekent ook dat er robuuste groensingels om de stallen heen moeten, die een verrijking zijn voor het landschap en fijnstof afvangen en zo mogelijk bacteriën en virussen tegengaan. Het erf moet er gewoon mooi uit zien."

Kortom: de burger moet niets kunnen zien van wat er in de stallen gebeurt en mag uit het groene uiterlijk en het schone erf hopelijk afleiden dat er achter de staldeuren fatsoenlijke dingen gebeuren.
Quod non.
Fijnstof, bacteriën en virussen worden nauwelijks door een singel tegengehouden, maar worden door de wind kilometers ver meegenomen. Veel effectiever is uitstoot te voorkomen door de omvang van de agrosector zodanig te verkleinen dat het maximaal aan de nationale behoefte voldoet.

24 juli 2009

Huisartsen vrezen megastallen

Dit is de ingezonden brief in het Eindhovens Dagblad waarin Brabantse huisartsen bestuurders en politici oproepen om te stoppen met verdere ontwikkeling en inrichting van landbouwontwikkelingsgebieden.

Oirschotse en Beerse huisartsen maken zich zorgen over de schadelijke effecten van megastallen.

Op dit moment is er in Noord Brabant veel beroering ontstaan door de komst van z.g. megastallen. Megastallen zijn zeer grote onderkomens, waar massaal varkens, kippen en andere dieren worden gehouden. Het gaat om bijvoorbeeld 9.000 varkens per stal en één zo’n stal is 250 meter lang, 100 meter breed en 11 tot 14 meter hoog.
Zij worden gepland in z.g. landbouwontwikkelingsgebieden (LOG’s), zoals het LOG Langerijt bij Oostelbeers en het LOG bij de Stille Wille.
Los gezien van bezwaren tegen de afbraak van het fraaie Brabantse landschap door de reuzen- gebouwen, het offeren van kleine weggetjes ten behoeve van aan en afvoer van voer en vee, de geringe bijdrage aan de werkgelegenheid in de regio,het dierenwelzijn, de stank en lawaaioverlast èn de geplande bouw vlakbij kwetsbare natuurgebieden (Baest en ’s Heerenvijvers), willen de Oirschotse en Beerse huisartsen vooral hun zorgen uitspreken over de bedreiging van de volksgezondheid.
Er zijn in onze ogen twee belangrijke ontwikkelingen, die negatief kunnen uitpakken voor die volksgezondheid, te weten:
1. Toename van concentraties fijnstof in de lucht met name voor de bewoners in de omgeving (de regio Eindhoven behoort al tot een van de gebieden met de meeste luchtvervuiling).
2. Het in (soms) in explosieve mate toenemen van concentraties van bacteriën en virussen, te weten de MRSA bacterie, de Q-koorts verwekker en het Mexicaanse (voorheen varkens) griepvirus.
Wat betreft de concentratie fijnstof, die vrijkomt bij megastallen: hier zijn al diverse onderzoeken naar gedaan. Het resultaat van deze onderzoeken is heel verschillend en varieert van onduidelijk of het schadelijk is tot duidelijk aangetoonde schade voor de gezondheid.
Wij merken in onze praktijken echter een grote toename van patiënten met longafwijkingen en wel op het niveau van de lagere luchtwegen, de longblaasjes. Longblaasjes zijn noodzakelijk voor de gaswisseling van ons lichaam, anders gezegd, via de longblaasje komt zuurstof in ons bloed en wordt koolzuur als afvalproduct weer uitgeblazen.
Wanneer deze blaasjes beschadigd raken ontstaat kortademigheid, eerst bij inspanning, later ook in rust, het is een aandoening die niet geneest, langzaam erger wordt en in feite dus chronisch is. Deze ziekte noemen we COPD, vroeger wel longemfyseem genoemd.
De belangrijkste boosdoeners zijn roken en fijnstof. Dit laatste komt in de lucht door autoverkeer, maar ook door industrie en megastallen. Luchtwassers, die bij megastallen worden geplaatst, zouden de lucht grotendeels zuiveren van stank, maar niet van fijnstof.
Hier in de regio is de laatste 15 jaar de varkenshouderij fors uitgebreid en het ligt voor de hand, dat dit invloed heeft op de toename van longziektes, die wij vaststellen. Wij maken ons hier in ieder geval ernstige zorgen over.
Wat betreft de bacteriën: bij grote concentraties van dieren en met name wanneer uit voorzorg antibiotica worden toegediend zullen er uiteindelijk bacteriën ontstaan die resistent zijn tegen de gangbare antibiotica (de MRSA bacterie), met andere woorden: gewone penicillines hebben hier geen vat meer op. Daarnaast kunnen zich bacteriën ontwikkelen die zeer bedreigend voor de mens zijn. Een voorbeeld hiervan is de Q-koorts bacterie, die in geitenmest voorkomt en waarvan iedereen heeft kunnen lezen hoe explosief deze zich dit jaar heeft ontwikkeld. Mensen, die door de Q-koorts bacterie worden besmet, zijn doodziek en kunnen blijvende schade overhouden aan longen, hartkleppen en gewrichten.
De MRSA bacterie is een nachtmerrie voor ziekenhuizen, omdat deze vrijwel niet uit te roeien is. MRSA bacteriën komen veel voor in het buitenland, waar heel royaal met antibiotica wordt gewerkt en in Nederland bij varkensconcentraties in stallen, waar ook veel antibiotica worden gegeven. Veel mensen zijn drager van deze bacterie, o.a. varkenshouders en hun familie, zonder dat ze daar verder last van hebben. Het zijn juist de kwetsbare bevolkingsgroepen, zoals bejaarden en mensen met chronische aandoeningen, die hierdoor ziek kunnen worden.
Steeds meer ziekenhuizen willen eerst patiënten onderzoeken op het voorkomen van de MRSA bacterie, voordat iemand kan worden opgenomen. Dat geldt voor iedereen die recent in het buitenland is geweest als ook in Nederland voor varkenshouders en hun gezinsleden.
Een derde zeer actuele bedreiger van onze gezondheid is het Mexicaanse griep virus. Destijds is dit ontstaan vanuit varkenshouderijen in Mexico en heette dan ook varkensgriep. Omdat deze benaming volgens ZLTO Nederland de varkensindustrie een slecht imago zou geven, heeft men deze met succes veranderd in Mexicaanse griep. Het gaat echter onverminderd om een virus dat o.a. vanuit varkensconcentraties is ontstaan en nu een pandemie veroorzaakt.
Gezien het bovenstaande vinden wij, huisartsen in Oirschot en Oost West Middelbeers dat het in een dicht bevolkt gebied als Brabant in dit stadium onverantwoord is LOG gebieden aan te wijzen en in te richten met megastallen. De risico’s voor ernstige schade voor de volksgezondheid zijn groot, in ieder geval onvoldoende onderzocht en wij willen daarom alle bestuurders en politici, die zich met deze materie bezighouden oproepen te stoppen met verdere ontwikkeling en inrichting van LOG gebieden, nu eindelijk eens het geldelijk gewin niet als prioriteit te stellen maar verder te kijken naar de consequenties op langere termijn.
Dat betekent, dat er eerst een gedegen onderzoek moet komen naar de risico’s van megastallen en andere veeconcentraties. Pas als deze in kaart zijn gebracht en de consequenties te overzien zijn, kan een verantwoord landbouwbeleid worden gevoerd.

De gezamenlijke huisartsen van Oirschot en Oost West en Middelbeers


Het NOS journaal van 4 december 2009:
In Nederland zijn onnodig veel mensen zwaar ziek geworden door de Q-koorts. Dat zeggen Brabantse GGD-artsen en microbiologen in het programma Zembla. Zij zeggen dat voor de overheid de belangen van de geitenboeren zwaarder wogen dan de volksgezondheid.

De gezondheidsdienst voor dieren weigerde de GGD's te vertellen op welke geitenbedrijven Q-koorts heerst. Een snelle aanpak werd daardoor verhinderd.

10 december 2008

Staakt het vuurwerk ook omwille van de dieren en het milieu

Ieder jaar heeft het afsteken van dit vuurwerk weer ernstige gevolgen voor de gezondheid van mens, dier en milieu.
De Stichting Staakt het vuren meldt:
Wist u dat bij de jaarwisseling 2007-2008 :
  • Meer dan 1.100 gewonden zijn geregistreerd?
  • Er ongeveer 1.500 arrestaties zijn verricht?
  • De brandweer alleen al in Den Haag 800 keer is uitgerukt?
  • In 22 scholen brand is gesticht en enkele scholen in vlammen zijn opgegaan?
  • De uurconcentratie van fijnstof in de lucht op de ochtend van 1 januari 20 keer de maximaal toegestane hoeveelheid bedroeg?
  • Naar schatting voor minimaal 500 miljoen euro aan schade is veroorzaakt?
  • Er grote problemen zijn met de veiligheid rondom opslag en verpakking van vuurwerk?

En wist u dat :
  • De laatste jaren 600 jongeren en kinderen een ernstig oogletsel hebben opgelopen als toeschouwers bij het afsteken van vuurwerk?
  • Er gemiddeld per jaar één à twee doden vallen door consumentenvuurwerk?
Tot zover de Stichting.
Meer over de gevolgen voor dieren van het afsteken van vuurwerk via deze link.

30 september 2008

De slinkse bouw van megastallen in Drenthe


Het Provinciaal Ontwikkelingsplan II (POP) van Drenthe is er duidelijk over: in Drenthe is hiervoor geen plaats, maar betekent dit ook dat deze immense stallen er niet zullen komen in onze toeristische provincie?

Wat zijn megastallen precies en hoe komen ze toch in Drenthe?

Megastallen hebben zes maal de gemiddelde bedrijfsomvang in de landbouw en komen overeen met 12.500 vleesvarkens, 160.000 legkippen of 320 melkkoeien. Gigantische hoeveelheden veevoer worden geïmporteerd, enorme aantallen varkens geëxporteerd en de shit blijft (letterlijk) achter. Voor elke Nederlander jaarlijks een hoeveelheid dierlijke mest van 4.000 kg, dat is 33 badkuipen vol per inwoner, van zuigeling tot senior.
In Drenthe wordt sluipenderwijs gebruik gemaakt van de mogelijkheid om bedrijven uit te breiden. Geen nieuwe vestigingen zodat men niet hoeft te voldoen aan de eisen gesteld door de provincie. Gemeenten kunnen hieraan meewerken: Zo is in de Westerveld een uitbreiding ter sprake van 4.000 naar 14.000 varkens en in Gasselternijveenschemond van 93.000 naar 244.000 kippen (op minder ruimte per kip dan voorheen).

Wat betekenen megastallen voor omwonenden?
Megastallen veroorzaken een voortdurende aan- en afvoer van dieren, voedsel en niet te vergeten mest. Veel ellende voor omwonenden, veel ellende voor kleine dorpen (landschapsaantasting, milieuverontreiniging en constante aan- en afvoer over de smalle, kwetsbare binnenwegen).
Winstmaximalisatie is het enige dat telt. Bij ‘groot’ zijn emissiebeperkende maatregelen gemakkelijker, bij ‘groot’ zijn vervoerskosten overzichtelijker en bij ‘groot’ zijn arbeidskrachten en/of mechanisering goedkoper. Bij ‘groot’ zou de uitstoot van CO2 hanteerbaarder zijn. Onafhankelijk onderzoek van 4 onderzoeksinstituten bevestigt dat stank en uitstoot van fijnstof zullen toenemen nabij megabedrijven, en dat de uitstoot van ammoniak schadelijk zal zijn voor de natuur. Volgens het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu zijn er risico's voor de volksgezondheid. ‘Groot’ levert overigens niet meer werkgelegenheid of economische activiteit op voor de omgeving…

Wat betekenen megastallen voor dieren – de bewoners?
En over de ‘bewoners’ van de megastallen intussen geen woord. Geen woord over het feit dat we miljoenen dieren veroordelen tot ‘levenslange’ opsluiting. Onderzoek naar welbevinden van ‘productiedieren’ beperkt zich tot de omstandigheden in gevangenschap, waarbij men turft welke voorkeur dieren tonen als ze moeten kiezen tussen twee kwaden. Kippen zitten op nog geen A4tje en vallen voorover omdat hun borst buiten proportie groot wordt waardoor poten en vleugels snel breken. Een ellendig bestaan waar zelfs de constante belichting niet zorgt voor enige verlichting.

Wie heeft er wat aan megastallen?

Niet de echte boeren, niet de provincie, niet de gemeente, niet de bevolking, niet het milieu, niet het dierenwelzijn, niet de werkgelegenheid en niet de derde wereld (waar we diervoeding vandaan halen). We hebben het hier over grootschalige, mechanisch opererende organisaties die eigendom zijn van grootindustriëlen. Tel uit je winst voor de grootindustrieel, de bank en de transporteurs. Dieren worden onder erbarmelijke omstandigheden van hot naar her gesleept om onder nog ellendiger omstandigheden te worden afgeslacht in een ver buitenland en weer terugvervoerd te worden als salami of iets anders.

Maar wat heeft de burger in Drenthe er aan?
Waarom zouden we het niet moeten willen in Drenthe?

Belangrijk is de morele vraag. Willen wij dat dieren handelswaar worden voor industriëlen of willen wij dat onze boeren met respect en aandacht en zorg met hun dieren omgaan? Dat zij hun eigen dieren kennen en daar contact mee hebben? Dat de verhalen die we onze kinderen vertellen over de koetjes en de schaapjes grond van waarheid hebben? Dat we boeren hebben als Agnes (van Boer zoekt Vrouw) die bij de geboorte van een kalfje aangeeft dat zij dit een van de meest belangrijke en vervullende gebeurtenissen vindt in het leven van een boer(in)? Willen we dat Drenthe, waar het leven nu nog echt is en waar toeristen komen vanwege de rust en de ruimte en de prachtige dorpen, verandert in een provincie waar megastallen zichtbaar worden in het landschap en ellende geëxporteerd wordt? Om de campagneleus van Marketing Drenthe even te gebruiken: “Is dat nou Drenthe”?
De keuze is aan de burgers van Drenthe. Wij willen dat de diervriendelijke boeren in Drenthe de ruimte en de steun krijgen die ze verdienen. Da’s nou Drenthe, wat ons betreft!

Partij voor de Dieren Drenthe
Meta Donk, Harry Pol

19 september 2008

Suggestie gewekt over relatie tussen luchtwassers en dierenwelzijn.

Ziezo.biz kopt:
LTO Noord: Luchtwassers dragen bij aan dierenwelzijn en beter milieu

LTO Noord provincie Utrecht is blij met de ondersteuning vanuit de provincie Utrecht voor luchtwassers bij varkenshouderijbedrijven. De provincie geeft subsidie aan boeren die investeren in de kwaliteit van het milieu. Daartoe worden luchtwassers geplaatst die de stallucht zuiveren van veel ammoniak, geur en fijnstof, vóórdat die lucht de stal verlaat. Met die investeringen in luchtwassers wordt dus een belangrijke bijdrage geleverd aan de luchtkwaliteit.

Tot zover.

Volgens LTO gaat de productie zich meer concentreren op bedrijven met moderne stallen. Dat komt ten goede aan de dieren, het milieu én aan de boer!

Luchtwassers zuiveren de lucht voordat deze naar buiten gaat. Met de kop van het artikel en het inbrengen van het argument dat schaalvergroting beter is voor het welzijn van het dier wil de LTO de suggestie wekken dat toepassing van luchtwassers gerelateerd is aan vergroting van dierenwelzijn. Dat is natuurlijk onzin. De vergrootte hoeveelheid varkens binnen moet de stank, ammoniak en fijnstof inademen. Die hoeveelheid is zo groot dat de dieren permanent hebben ervan hebben te lijden. Maar ja, wie merkt dat?

15 oktober 2007

Marianne Thieme over de plannen voor varkensflats

Ik wil beginnen met een uitspraak van Loesje over varkensflats: ‘als varkens gestapeld moesten worden, dan waren ze wel vierkant’.
Per driekamerflat houden wij 120 dieren. Nu willen we de dieren zelf in een flat gaan zetten. Het moet niet veel gekker worden in dit land. Door hoger te bouwen, zouden de varkens meer ruimte kunnen krijgen. Hoe naïef kun je zijn? Zou het ruimtegebrek voor de dieren niet vooral ingegeven worden door economische motieven (veel vlees door weinig lichaamsbeweging) die ook in de varkensflat eerder tot hogere winstcijfers zullen moeten leiden dan tot een hoger welzijnsniveau? Kent de varkensflat dierenwelzijn als oorsprong, als doel of als verkoopargument? Je hoeft niet heel erg street smart te zijn om te begrijpen dat alleen de derde optie serieus in overweging te nemen is.
De commotie over varkensflats die oprukken in Nederland, met name Overijssel, groeit. Ook de weerstand in de Tweede Kamer tegen varkensflats neemt toe evenals het lokale verzet hier in Overijsssel. Dit Kabinet gaat echter gewoon door met het sponsoren van varkensflats, dus ook de Overijsselse.

Want wat blijkt: Het Nationaal Groenfonds onder voorzitterschap van Prof mr. P van Vollenhoven heeft besloten in samenwerking met de Rabobank leningen aan intensieve veehouderijen te verstrekken tegen 2% rente om bedrijfsverplaatsingen mogelijk te maken. Wat in de praktijk betekent dat varkensflats alle ruimte krijgen.

Het Groenfonds is een fonds met overheidsgeld. De intensieve veehouderij profiteert dus van goedkope leningen van de overheid en klaagt tegelijkertijd dat ze nergens welkom is. Geen wonder, want welke burger wil nu een varkensflat en de bijbehorende milieuvervuiling in zijn dorp, gesponsord door de overheid en dus van ons belastinggeld dat talloze betere doelen kan dienen. Waarom zouden burgers eigenlijk solidair moeten zijn met een commerciële sector die een verwoestend effect heeft op onze leefomgeving?

Tien jaar geleden heeft iedereen in Nederland met eigen ogen kunnen zien welke problemen we ons op de hals halen wanneer we ons kleine landje volproppen met landbouwdieren. De mannen in witte pakken, de grijpers en de gedode varkens die met vrachtwagens tegelijk werden afgevoerd maakten pijnlijk duidelijk dat de intensieve veehouderij letterlijk op een dood spoor zit. Het was duidelijk: zo kon het niet langer.

De dramatische gevolgen van de verspreiding van dierziekten zoals massale dodingen van gezonde dieren en muterende virussen die mensenlevens in gevaar brengen worden veroorzaakt door de hoge concentraties aan landbouwdieren. De internationale handel in levende landbouwdieren en dierlijke produkten versterkt dit risico. Maar ondanks dat, blijft de diersector in Nederland onverminderd doorgaan met het zoeken naar mogelijkheden om de veehouderij nog grootschaliger te maken. Én intensiever om tegen zo laag mogelijke kosten te kunnen produceren.

De sector gaat daarmee volledig voorbij aan de maatschappelijke kosten die hoger en hoger worden omdat de sector zonodig de slager en melkboer van Europa, of zelfs van de wereld wil zijn. De aantasting van het milieu, de natuurgebieden, de gezondheid van mensen in de omgeving, al die negatieve effecten komen voor rekening van de burger.

Enkele jaren geleden bleken de vervuilingskosten van de veehouderij al te liggen op 2 miljard euro per jaar. Dat is een bedrag dat onze samenleving moet ophoesten in de strijd tegen zure regen, aantasting van natuurgebieden, vervuiling van ons drinkwater en opwarming van de aarde. Dan heb ik het nog niet eens gehad over de miljarden euro’s die de dierziektencrises ons de afgelopen jaren hebben gekost en de grote gevaren voor de volksgezondheid.

Het feit dat ziekenhuizen tegenwoordig een speciale quarantaine afdeling hebben voor varkenshouders vanwege de levensgevaarlijke MRSA-bacterie die kan overleven door het massale gebruik van antibiotica in de varkenssector is onacceptabel.

Vorige maand verscheen een bericht van de wereldvoedselorganisatie FAO waarin werd gewaarschuwd voor de gevolgen van de steeds intensievere veeteelt. Dierziekten bedreigen de mens meer dan vaak gedacht wordt, stelt men. Het risico van overdraging van ziekten van dier naar mens neemt in de toekomst toe. De enorm toegenomen populatie mensen en dieren, en de mobiliteit van mensen en goederen spelen daarbij een belangrijke rol, aldus de FAO.

FAO-beleidsexpert Joachim Otte zegt in het artikel: “Excessieve concentratie van dieren in grootschalige industriële productie-eenheden moet worden gemeden. Adequate investeringen voor de verhoging van bio-veiligheid en het monitoren van ziekten zijn noodzakelijk”.

Is de provincie bereid deze waarschuwing ter harte te nemen, en ruimte te bieden aan kleinschalige gezinsbedrijven in plaats van aan megabedrijven zoals de varkensflats?

We houden teveel varkens, teveel kippen, teveel koeien op een te klein oppervlak. En dat allemaal te dichtbij waardevolle natuurgebieden en te dichtbij de woonomgeving van burgers op het platteland. Om nog maar te zwijgen van de wereldwijde gevolgen voor milieu, dierenwelzijn, biodiversiteit en een eerlijke voedselverdeling. Als gevolg van de massale invoer van waardevolle granen uit derde landen voor het voer van dieren in de intensieve veehouderij hebben velen mensen aldaar niets te eten. De Wereldvoedselorganisatie (FAO) en veel onafhankelijke onderzoekers geven aan dat de veehouderij vervuilender is dan verkeer en vervoer samen. De broeikasgassenuitstoot wordt voor 18% veroorzaakt door de veehouderij, dat is meer dan door verkeer en vervoer samen (14%).

Minister Cramer heeft toegezegd bij de invoering van de nieuwe wet luchtkwaliteit, dat bedrijven die de 1% norm m.b.t fijnstof naar verwachting zullen overtreden. Op een expliciete vraag vanuit de eerste kamer of dat betekent dat aanvragers die niet kunnen garanderen binnen die 1% norm niet mogen bouwen, zoals kippen- en varkensflats, heeft de minister toegezegd dat die bouwaanvragen inderdaad niet gehonoreerd zullen kunnen worden. Ik ben benieuwd hoe provincie en gemeenten om zullen gaan met deze toezegging van de minister.

Dank u wel,

Marianne Thieme

Leeswijzer


Kijk op Facebook voor onze reactie op de actualiteit.
Aanbeveling: Thema's of steekwoorden vindt u via de labels onderaan de pagina of op Animal Freedom. Klik hier voor de laatste bijdragen.
Klik hier voor het beleid om uw privacy te beschermen.

Waarom dit blog?

De Nederlandse veehouderij is vooral gericht op zoveel mogelijk voor de export te produceren onder het motto “meer, meer, meer en groot, groter, grootst”. Dit heeft negatieve gevolgen voor zowel de dierenwelzijn, biodiversiteit, het milieu, het klimaat, de portemonnee en de gezondheid van burgers en ook voor welwillende boeren.
Dit blog verzamelt kritische artikelen die de wurggreep beschrijven waarin de veehouderij zichzelf heeft vastgezet. Zo willen we niet alleen een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de kwaliteit van het leven voor alle belanghebbenden, maar ook aan een schone, gezonde omgeving en een beter dierenwelzijn.

Ook de argumentatie dat dieren grondrechten hebben kan beter en meer aansluiten op hoe mensen voor zichzelf vinden dat recht moet gelden. Alle dier(soort)en kunnen in hun recht op vrijheid als (intrinsiek) evenwaardig aan mensen beschouwd worden. Dierenrechten zijn mensenrechten, die mensen de kans geeft om voor dieren op te komen.
Dieren, bijv. in de intensieve veehouderij, worden behandeld als een object in plaats van een subject met gevoelens en rechten.

De snelheid en het aantal dier(soort)en dat we voortdurend gebruiken is immens. De bijdrage aan onze welvaart en economie van de agrosector is gering. De oplossing is simpel en van niemand anders dan van ons zelf afhankelijk.

Dierenrechten in woord en beeld

Vrijheid is ook een intrinsiek grondrecht voor dieren. Dieren zijn geen dingen Dierenrechten zijn mensenrechten. Mensen moeten voor dieren kunnen opkomen wanneer hun grondrecht wordt geschonden.
logo van Animal Freedom yin en yang
Lees hier over de redenen waarom dieren recht op vrijheid hebben. Lees hier waarin mens en dier evenwaardig zijn.