Mens en dier zijn (intrinsiek) evenwaardig in hun recht op vrijheid

Bij de Stichting Animal Freedom leest u over de gedachte achter dierenrechten.
Hier leest u over ontwikkelingen in de agrosector en de gevolgen voor dieren(rechten).
Alle levende wezens zijn verschillend maar evenwaardig in het recht op vrijheid op een natuurlijk leven.
Een dier is (net als een mens) geen ding of een object.
Dierenrechten zijn mensenrechten. Mensen moeten kunnen ingrijpen wanneer mensen dieren misbruiken of onrecht aandoen.
Posts tonen met het label ethiek. Alle posts tonen
Posts tonen met het label ethiek. Alle posts tonen

28 december 2023

Natuurinclusieve herinrichting van ons land en beleid

Herverkaveling van beleid

Onze samenleving is scheef gegroeid. Er wordt meer rekening gehouden met individuele belangen van boeren dan van de natuur. Mens en dier hebben recht op vrijheid en dat betekent dat er voor alle betrokken voldoende leefruimte moet zijn. De gemeenschappelijke waardes zijn "vrijheid" en "gelijkheid".
En om misverstanden te voorkomen kunnen we het woord "waarde" misschien beter vervangen door gelijkwaardig of evenwaardig.
Woorden als "evenwaardigheid", “waardering” of “waardigheid” helpen te voorkomen dat mensen hun sympathie voor anderen omzetten naar het wegen van ongrijpbare waardes. Het risico van discriminatie ligt dan op de loer en zijn we niets opgeschoten.

Het toepassen van ethiek

Het erkennen van de intrinsieke gelijkwaardigheid en rechten van dieren is een essentieel aspect van een ethische benadering van onze relatie met andere levende wezens en de natuur als geheel. Het is belangrijk om te benadrukken dat dierenrechten intrinsiek evenwaardig zijn aan mensenrechten, zolang we ons beperken tot het recht op vrijheid en dit recht op gelijke wijze toepassen op alle levende wezens.
Door het woord "waarde" te gebruiken, kunnen mensen de neiging hebben om de waarde van verschillende levensvormen te wegen op basis van menselijke maatstaven, zoals nut, bruikbaarheid of economische waarde. Dit kan leiden tot een ongelijke behandeling van dieren en het milieu, waarbij hun intrinsieke rechten worden ondergeschikt gemaakt aan menselijke belangen.

Duurzaam profiteren

Het gebruik van het woord "evenwaardigheid" benadrukt daarentegen de gelijkheid en het inherent zijn van de rechten van alle levende wezens, ongeacht hun nut voor de mens.
Het ontwikkelen van bewustzijn rond deze principes van vrijheid, gelijkheid en evenwaardigheid kan een belangrijke stap zijn naar een meer ethische en duurzame relatie tussen mens en natuur. Dit vereist educatie, bewustwording en actie op individueel, institutioneel en maatschappelijk niveau om beleid en praktijken te bevorderen die recht doen aan de rechten en behoeften van dieren en het milieu. Het is de uitdaging om dit beleid samen te laten gaan met een verantwoord verdienmodel voor alle betrokken menselijke partijen.

Gevolgen voor veehouders

Het is belangrijk om te benadrukken dat het streven naar vrijheid en gelijkheid voor mens en dier niet noodzakelijk betekent dat alle menselijke activiteiten moeten stoppen, maar eerder dat ze moeten worden uitgevoerd met respect voor de grenzen van de natuur en met zorg voor alle levende wezens die erin leven. Dit vereist een verschuiving in ons denken en handelen, weg van een mensgerichte benadering naar een meer inclusieve en ecocentrische visie op onze relatie met de natuur.
Voor boeren wordt dergelijk beleid natuurinclusief werken genoemd: concreet en aantoonbaar rekening houden met de belangen van de natuur. Niet alleen met dieren en planten die op de landerijen leven, maar ook langs de grenzen daarvan op het land en in het water.

09 december 2023

Heeft de natuur rechten?

Belangenafweging

Er zijn veel initiatieven overal in de wereld om delen van de natuur of soms de natuur van een heel land (Ecuador) rechten te geven. Er wordt daarbij gezocht naar argumenten om dat geaccepteerd te krijgen. In mijn ogen wordt daarbij op een eigenlijke manier via taalspelletjes een machtsspelletje gespeeld. Zo wordt beargumenteerd dat de natuur rechten heeft omdat natuur een intrinsieke waarde heeft. Niemand definieert wat intrinsieke waarde heeft en niemand spreekt het tegen, want niemand weet hoe daarover een dialoog te voeren. In mijn ogen is de natuur een plek waar (over) niet gedebatteerd wordt over rechten en eigenlijk vind ik dat dat ook zo zou moeten blijven. In de vrije natuur vinden we rust, vooral wanneer we ook de natuur met rust (kunnen) laten. Dus natuurgebieden zouden beschermd moeten worden met zo weinig mogelijk inmengingen (beheer) en belangenverstrengeling.

Het grote kader

Het debat maakt deel uit van een bredere discussie over milieurechten, ecologisch behoud en duurzaamheid.
Aan de ene kant zijn er voorstanders van het toekennen van rechten aan de natuur. Ze betogen dat dit nodig is om ecosystemen te beschermen en te behouden, aangezien de huidige benadering van het beschermen van natuurlijke hulpbronnen vaak ontoereikend is. Het idee van intrinsieke waarde van de natuur komt voort uit het idee dat de natuur waarde heeft los van het feit dat het nuttig is voor de mens. Hierbij wordt gesteld dat de natuur inherent waardevol is en het recht heeft om te bestaan en zich te ontwikkelen, onafhankelijk van menselijke belangen.
Aan de andere kant zijn er mensen, die geloven dat de natuur beter beschermd kan worden door zo min mogelijk menselijke inmenging en belangenverstrengeling. Dit is vaak gebaseerd op het idee dat de natuur zelf al een evenwicht heeft en dat menselijke interventie schadelijk kan zijn.

Over het algemeen wordt natuur beschouwd als een ongerepte omgeving die niet of nauwelijks door menselijke activiteit is beïnvloed. Natuurlijke ecosystemen hebben over het algemeen een rijke verscheidenheid aan planten, dieren en micro-organismen. Een hoge biodiversiteit kan wijzen op een gezond en natuurlijk ecosysteem. Zo’n gebied wordt op een natuurlijke manier in balans gehouden en hoeft niet te worden beheerd. De natuurlijke aanwezigheid van ecologische processen, zoals predatie, concurrentie en symbiose dragen bij aan het evenwicht en de dynamiek van het ecosysteem. In het zuiverste geval hebben ze hun oorspronkelijke staat behouden en zijn ze niet verstoord door menselijke introductie van niet-inheemse soorten. Dergelijke natuur roept de neiging en de wens op om te beschermen en dat te doen met het beroep op rechten.

Het debat over rechten van de natuur wordt vaak gevoerd binnen een juridisch kader, waarbij definities en termen belangrijk zijn. Sommigen kunnen dit zien als een manier om een agenda door te drukken, terwijl anderen het als een noodzakelijke stap beschouwen om juridische bescherming te bieden aan natuurlijke ecosystemen.

Vaak wordt de natuur die reeds verloren is gegaan niet meer betrokken in de vraag of het beschermd moet worden. Jongeren die natuurgebieden niet hebben gekend in hun oorspronkelijke staat zullen niet snel geneigd zijn om mee te helpen die gebieden terug te krijgen. Het zogeheten shifting baseline syndroom maakt dat mensen geen oog meer hebben voor (de rechten van) dat wat er niet meer is.

Wie wordt betrokken in de beslissingen?

Uiteindelijk is dit een kwestie van ethiek, filosofie en maatschappelijke waarden. Er zijn geen eenduidige antwoorden, en verschillende culturen en samenlevingen kunnen verschillende benaderingen hebben. Het belangrijkste is dat er open en inclusieve dialogen worden gevoerd, waarbij diverse perspectieven worden overwogen om tot duurzame oplossingen te komen die zowel de natuur als de mensheid ten goede komen. Onderdeel daarvan is hoe mensen worden betrokken in de besluitvorming wat er binnen en vlak buiten de natuurgebieden kan en mag gebeuren. Wie heeft daarover beslissingsrecht? Zijn dat deskundigen, omwonenden, belanghebbenden of mag iedereen zijn zegje daarover doen en wordt daar dan ook naar geluisterd en gehandeld?

Hoe ver ga je met rechtsbescherming?

Misschien is er nog redelijk gemakkelijk overeenstemming te bereiken over rechtsbescherming van natuurgebieden, lastiger wordt het wanneer je ook de bewoners (planten en dieren) van zo'n gebied rechten wilt geven. Is ook een doortrekkend of dier welkom? Dat kunnen grote dieren als wolven zijn, maar ook kleine wezentjes als micro-organismen. Hoe ga je om met rechten van planten? Heeft een boom rechten en geldt dat dan anders voor aangeplante bomen? Ook bomen en struiken (vogelkers) koloniseren natuurgebieden. Volstaat dan een goede afspraak over (minimaal) beheer of is een appèl op respect voldoende?

Zie ook het pleidooi van Bruno Latour voor een ethische benadering waarbij zowel mensen als niet-menselijke actoren, zoals dieren en ecologische systemen, als evenwaardige deelnemers worden beschouwd in ecologische processen.

08 november 2023

Van veroveren naar zelfbeheersing in het omgaan met de natuur

Een stapje terug doen 

In de loop der eeuwen heeft de mensheid de aarde verkend, veroverd en gevormd naar haar behoeften. Van uitgestrekte territoria tot diepe oceanen, we hebben de grenzen van de beschikbare ruimte op aarde opgezocht en vaak overschreden. Nu staan we op een keerpunt, waarbij we moeten erkennen dat er geen onontdekte landen meer zijn om te veroveren. In plaats daarvan moeten we onze inspanningen richten op het beheer van de ruimte die we hebben, met een speciale nadruk op het behoud van biodiversiteit en het toekennen van rechten aan dieren en de natuur zelf. 
Ons welzijn en zelfs onze gezondheid zijn nauw verbonden met de gezondheid van onze planeet. De biodiversiteit, die de verscheidenheid aan levende organismen en ecosystemen omvat, speelt een cruciale rol in het in stand houden van de balans van de natuur. Helaas is de menselijke activiteit in de loop der jaren een bedreiging geworden voor deze biodiversiteit. Ontbossing, vervuiling, overbevissing en klimaatverandering hebben geleid tot een dramatisch verlies van soorten en verstoring van ecosystemen. 
Het is nu essentieel dat we onze benadering van de aarde transformeren naar een meer harmonieuze samenleving met de natuur. Dit betekent niet alleen het behouden van wat overblijft, maar ook actieve inspanningen om biodiversiteit te herstellen en te bevorderen.

Rechten uitbreiden naar natuur en dieren

Het is tijd om de natuur en dieren te betrekken in onze morele cirkel. Dat betekent dat we de ethiek die we op elkaar betrekken doortrekken naar dieren: doe dieren niet aan wat je mensen ook niet wilt aandoen.
Een sleutelrol hierbij is het erkennen van de rechten van dieren en de natuur zelf. Net zoals mensen rechten hebben, zouden andere levende wezens het recht moeten hebben om vrij en ongehinderd te leven in hun natuurlijke omgeving. Het toekennen van rechten aan dieren en de natuur impliceert niet alleen het voorkomen van schade, maar ook het actief beschermen en herstellen van hun leefgebieden. Het betekent dat we moeten afstappen van een puur utilitaire benadering van de natuur, waarin het alleen waardevol is voor wat het ons kan bieden, en overgaan naar een meer holistisch begrip van onze plaats in het web van het leven.
Niet alleen afstappen maar ook een stapje terug doen. Niet meer de economie laten groeien om het groeien.
Concrete acties omvatten het instellen van beschermde gebieden, het verminderen van vervuilende activiteiten, duurzaam bosbeheer, en het aanpakken van de klimaatcrisis. Het betekent ook het stimuleren van duurzame praktijken in landbouw en visserij, waarbij de gezondheid van ecosystemen prioriteit krijgt boven kortetermijnwinsten. 
Nog beter is minder vlees en vis te gaan consumeren. De overgang naar een samenleving die de rechten van dieren en de natuur respecteert en beschermt, is niet alleen een morele plicht, maar ook een investering in onze eigen gezondheid en welzijn. Het is een erkenning van de onderlinge afhankelijkheid van alle levende wezens op deze planeet. Als we onze relatie met de natuur herstellen, kunnen we een veerkrachtige en duurzame toekomst creëren voor onszelf en de generaties die na ons komen. Het is tijd om niet langer als overheersers te handelen, maar als rentmeesters van de prachtige en delicate planeet die we thuis noemen.

14 januari 2023

De capabiliteitsbenadering om dierenrechten af te dwingen

Rechtvaardigheid voor dieren

'Een werkelijk mondiale rechtvaardigheid vereist niet alleen dat we over de hele wereld op zoek gaan naar andere leden van onze soort die recht hebben op een fatsoenlijk leven. Maar werkelijk mondiale rechtvaardigheid vereist ook dat we onze aandacht richten op andere levende wezens die over bewustzijn beschikken en met wier levens onze eigen levens onlosmakelijk en op ingewikkelde wijze verstrengeld zijn.' - uit Een waardig bestaan, over dierenrechten door Martha Nussbaum (1947).

Wij zijn geneigd te denken dat dieren over geen enkele vorm van zelfbewustzijn beschikken, en derhalve slechts middelen zijn ter bevrediging van de behoeften van de mens. De vooraanstaande Amerikaanse filosofe Martha Nussbaum betwist deze stelling. Dieren zijn een doel op zich en verdienen respect in de integriteit van hun bestaan. Ze kunnen pijn, angst en genot ervaren en hebben er recht op om niet op een wrede manier behandeld te worden.
Op basis van een filosofische analyse van de morele status van dieren komt Nussbaum tot een pleidooi tegen dierenmishandeling, tegen het gebruik van legbatterijen, tegen het doden van dieren voor de productie van luxegoederen, tegen jacht en sportvissen, en voor het recht van werkende dieren op respectvolle arbeidsomstandigheden.

Buitenstaanders hebben geen procesbevoegdheid om dieren te verdedigen

Hoezeer wij als mens ons kunnen inleven in het miserabele leven van een dier, opgesloten in een stal, het zal in de rechtszaal niet snel een argument zijn om een rechter te overtuigen om een veehouder te verplichten tot het vrijlaten van een dier of te verplichten om het buiten te laten komen. We hebben als bij dieren betrokken en letterlijke buitenstaanders volgens Nussbaum geen procesbevoegdheid. Het is het recht om naar de rechter te stappen als eiser in een rechtszaak. Gewoonlijk wordt procesbevoegdheid alleen toegekend aan iemand die een bepaalde schade heeft geleden. Medelijden valt daar niet onder. Een voor de hand liggende oplossing is zaakwaarnemers het recht toe te kennen om hen in de gelegenheid te stellen om voor dieren eiser te zijn in een rechtszaak. Deze structureel aan te stellen zaakwaarnemers kunnen en mogen niet vrijblijvend handelen; Nussbaum pleit voor een zorgplicht en een loyaliteitsplicht om belangenverstrengeling te voorkomen.
Helemaal in de lijn van haar capabiliteitstheorie zouden er zaakwaarnemers voor ieder type dier moeten komen.

Ook zouden betrokken mensen recht op informatie over de behandeling van dieren kunnen worden toegekend. Maar de veehouderij houdt dit tegen zodat het publiek niet eerlijke informatie krijgt over hoe het toegaat achter de staldeuren. Actievoerders die geheime opnames maken of in een stal inbreken mogen hun materiaal niet in een rechtszaak gebruiken omdat het bewijsmateriaal "illegaal" zou zijn verworven.

Geleden schade moet rechtstreeks zijn en het bezwaar mag niet gefundeerd zijn op ethiek of medelijden. En daarmee wordt de meest logische oplossing ontoegankelijk: geef ook dieren recht op vrijheid, zoals wij als mensen voor onszelf als eerste opeisen en evenwaardig toekennen aan welk lid van ons "ras" dan ook. Helaas wil Nussbaum dit recht niet toekennen aan levensvormen waarvan normaal gesproken gezegd wordt dat zij geen bewustzijn hebben.

Hoewel we in een democratie leven kunnen we de politiek niet bewegen en overtuigen om de bio-industrie af te schaffen, terwijl er toch in de bevolking een meerderheid is die er tegen is. Er worden wel wetten aangenomen om dierenwelzijn te waarborgen, maar deze wetten worden niet gehandhaafd. In de economie draai alles om geld en heeft ethiek geen waarde. Wat misschien nog wel een kans maakt, is om subsidies aan veehouders af te schaffen en oneigenlijke financiële steun (vrije marktverstoring) te verbieden met publieke gelden. Misschien komt het nog eens tot een rechtszaak wanneer er zoveel vleesvervangers zijn ontwikkeld dat de markt van vleesproducten op basis van planten de concurrentie aangaat met vleesproducten op basis van dieren. Misschien dat dan het argument, dat dieren in de veehouderij tekort wordt gedaan om geld te verdienen, als oneerlijke concurrentie wordt gezien voor ethisch verantwoord voedsel op basis van planten.

We hebben al te lang onze plicht verzaakt

De positie van dieren vraagt dringend om een wereldwijd ethisch reveil, om een bewustzijnsverandering van internationale proporties, aldus Nussbaum in haar boek Gerechtigheid voor dieren.
De mensheid heeft al eeuwen de collectieve plicht dierenleed te onderkennen en op te lossen. De huidige, globale problemen met vervuiling en klimaatopwarming vraagt onmiddellijke actie om ook dieren te erkennen als individuen met recht op vrijheid en een dierwaardig leven in overeenstemming met hun vermogens. Welzijn of gebrek aan welzijn heeft volgens de capabiliteitsbenadering in belangrijke mate te maken met de vrijheid die dieren hebben om hun leven naar eigen goeddunken in te richten. Het recht voor dieren om daarin vrij te zijn en het behoud en herstel van een natuurlijke omgeving voor dieren om in te leven, zouden we in wetten moeten vastleggen. Mensen die de overheid daaraan zouden willen houden zouden de procesbevoegdheid moeten krijgen om dat af te kunnen dwingen. Er is geen doorslaggevend argument om dierenrechten te negeren.
In 1998 schreef zij al: "ethische reflectie moet in dienst staan van onze alledaagse pogingen 'goed te leven'. Ethische reflectie kan daarom niet volstaan met het formuleren van algemene, abstracte morele principes. Nog belangrijker is dat we leren wat die algemene principes in concrete situaties betekenen. In dit subtiele proces van morele perceptie en oordeelsvorming spelen naast de ratio de emoties een rijke rol". 

Concrete actie

Wanneer we de capabiliteitstheorie vertalen naar dieren dan is het volgende de boodschap.
Elk dier wordt net als de mens geboren als een kwetsbaar wezen vol mogelijkheden en talenten die ieder zelf tot ontwikkeling moet kunnen brengen om zo het dier te worden die hij of zij in aanleg is. Anderen zijn daarbij onmisbaar, want zonder hun zorg, hulp, betrokkenheid, bescherming, ondersteuning, vriendschap en liefde kan geen dier en natuur tot leven komen en in leven blijven. Door de manier waarop anderen meeleven, beïnvloeden zij het al dan niet lukken van de ontwikkeling. Ieder dier blijft zelf verantwoordelijk voor dit proces. Een goede samenleving is een samenleving waarin elk levend wezen in de gelegenheid wordt gesteld om zijn capaciteiten te ontplooien en die daarvoor ook, in en rond de natuur en concreet in de leefruimte van dieren, de materiële, juridische, politieke en culturele voorwaarden schept, minstens tot een drempelniveau van kwaliteit en tot een maximum van bedreiging, zoals in de vorm van bejaging, verstoring en vervuiling. 

Gamechanger

Wat daadwerkelijk de zaak voor dieren in de bio-industrie zal doen verbeteren is in de ogen van Nussbaum de ontwikkeling van plantaardig imitatievlees en het vooruitzicht van synthetisch vlees.

Boeken van Martha Nussbaum

Wat liefde weet, emoties en moreel oordelen (1998, bol.com).
Grensgebieden van het recht, over sociale rechtvaardigheid (2006, bol.com).
Een Waardig Bestaan, over dierenrechten (2007, bol.com).
Gerechtigheid voor dieren. Onze collectieve verantwoordelijkheid (2023, bol.com).

Lees ook het interview met jurist en hoogleraar Kees Bastmeijer over hoe Nederland al jarenlang een potje maakt bij de uitvoering van het natuurbeschermingsrecht.

13 juni 2019

Het gebrek aan ethiek in de veehouderij

In de veehouderij worden twee universele ethische waarden geschonden: ‘Gij zult niet stelen’ en ‘Gij zult niet doden’. De consument, die de relatief goedkope zuivelproducten afneemt, is zowel medeplichtig als belastingbetaler een onwetende melkkoe. Het doden van de dieren wordt uitbesteed aan de slachterij. De boer beperkt zich tot het steken van het energie in verzorging tot het dier of het gewas niet meer groeit en afgevoerd kan (moet) worden.
Wat er wordt gestolen is de vrijheid van het dier om natuurlijk te leven. Omdat het merendeel van de Nederlandse agroproductie wordt geëxporteerd moet het houden van dieren in ons land zo goedkoop worden uitgevoerd dat het product kan concurreren op buitenlandse markten. Om de kostprijs laag te houden, wordt bezuinigd op dierenwelzijn. Daarmee steelt de veehouderij dierenwelzijn en concurrentiepositie. Wij dwingen boeren in het buitenland om hun wijze van werken met dieren te versoberen om in hun eigen land concurrerend te kunnen blijven.
Veevoer wordt geïmporteerd uit gebieden in Zuid-Amerika waar de bossen worden gekapt en platgebrand en zo gebied wordt gestolen van de oorspronkelijke inwoners en dieren. Na ons de zondvloed als gevolg van klimaatopwarming en zeespiegelstijging.

De Nederlandse consument profiteert van de lagere, binnenlandse prijs van landbouwproducten die het gevolg is van de export. De burger profiteert ook van de werking van de gewasbeschermingsmiddelen omdat het aantal insecten boven het asfalt zo drastisch wordt verminderd dat auto’s praktisch schoon blijven. Weilanden veranderen in groene woestijnen waaruit de meeste bloemen en kleuren zijn verdwenen. Weidevogels die als bodembroeders kwetsbaar zijn worden vervangen door vogels die in bomen, gebieden of gebouwen buiten de groene woestijn broeden. Bijvoorbeeld ooievaars, ganzen, roeken en reigers. De enkele weidevogel die buiten reservaten tot broeden komt kan zijn jongen niet meer grootbrengen omdat zij als enkeling niet meer samen kunnen werken met soortgenoten om hun jongen te beschermen tegen predatoren en omdat boeren vroeg en veelvuldig het weiland maaien zonder rekening te houden met haar bewoners. Brachten koeien vroeger buiten de wintermaanden zelf de mest op het land en raakten mest en urine niet vermengd zodat het geen ammoniak vormde, met het verzamelen en uitrijden van gier wordt ook een uniform en overbemest landschap gecreëerd.
De ammoniakneerslag in de natuurgebieden werkte als een bemester zodat die er nog groener uit gingen zien, wat bij het publiek wordt geassocieerd met gezonde natuur. Welke niet biologisch geschoolde wandelaar heeft er nu weet van dat er nauwelijks unieke planten en dieren voorkomen?
 

Vlak na de tweede wereldoorlog was de positie van de boer nog niet omstreden omdat hij alleen werkte voor de voedselvoorziening van de eigen omgeving. Door de schaalvergroting, gewasbeschermingsmiddelen en de automatisering kwam er de verleiding van het grote geld bij dat verdiend kon worden door de wereldmarkt op te gaan. Stapje voor stapje voor stapje werd de boer losgeweekt van zijn natuurlijke manier van werken. Zijn geweten werd gesust door banken, bouwbedrijven, loonwerkers, pr-medewerkers en agro-organisaties die veel meer mogelijkheden zagen om markten te vergroten en om geld te verdienen". Onze boeren zijn toppers die de wereld voeden". Zonder onderbouwing worden beweringen gedaan als "hoogste graad van dierenwelzijn en laagste graad van milieu-impact". Vervuiling wordt niet gemeten en gecheckt, maar berekend met modellen.

Het werken met grote bedragen, productie en omzet gecombineerd met demagogische mediasteun maakte de boer ijdel. Hij werd manager en grote ondernemer en in principe (als hij het goed aanpakte) miljonair. Boeren die niet meer mee wilden en/of meekonden, werden opgekocht en hun verbruiksruimte gebruikt om nog meer te groeien. Met de grote aantallen dieren (onzichtbaar) in de stallen was het individuele leed van zieke dieren een kwestie van statistiek. Zij waren lastig en geneeskundige hulp was kostbaar. Door de dieren sneller te laten groeien en meer te laten produceren en korter te houden werd de kans op uitval door ziekte als gevolg van stress verkleind.

Hoe deze ontwikkeling verder gaat is mede afhankelijk van het publiek. Zullen zij relatief onverschillig blijven voor wat er gebeurt op ongeveer 50% van ons landoppervlakte met (exclusief schade) slechts 3 tot 4% bijdrage aan het BNP (alleen veehouderij 0,5%, samen met bosbouw en visserij: 1,5%) of zal op tijd het inzicht doorbreken dat een gezonde balans tussen werken vanuit ethische waarden, gezonde ecologie en duurzame economie een aantrekkelijker en gezondere samenleving opleveren? Kan voedsel ook zo worden geproduceerd dat er geen slachtoffers (mens en dier) vallen?


Afzien van diergebruik is geen teken van morele superioriteit, maar een vorm van innerlijke beschaving waarmee je laat zien dat je evenwaardigheid niet alleen met de mond belijdt.

20 mei 2019

In dieren kunnen invoelen heeft ethische gevolgen

Primatoloog Frans de Waal heeft een nieuw boek uitgebracht over de overeenkomst van emoties bij mens en dier.

De woordeloze pijn van de vis aan de haak en het kalf zonder moeder. Het is niet alleen lichamelijk lijden, maar ook geestelijk lijden.

Uit een interview met Trouw.
Hoe kunnen we nu weten wat dieren voelen? Dat wordt toch onwetenschappelijk speculeren? De Waal stelt dat gevoelens alleen kenbaar zijn door degene die ze ervaart, maar maakt een onderscheid met emoties, die zeker wel waarneembaar zijn. Een opgetrokken lip, een blozende wang, een overslaande stem, het zijn gebaren en houdingen bij mens en dier die wijzen op emoties.

Olifant in de kamer.
Het laatste dier dat De Waal behandelt is de olifant in de kamer. Want als dieren angst, pijn, verdriet en empathie kennen, wordt het des te gruwelijker wat we ze aandoen. Kalveren die direct na de geboorte bij hun moeder worden weggehaald, apen die dienen als proefkonijn in een laboratorium, kreeften die we levend koken en ja, ook de vis die kronkelt aan de haak door zijn lip. Het is niet alleen lichamelijk lijden, maar ook geestelijk lijden.
De Waal noemt het een ‘woordeloze pijn’ en het is voor het eerst dat hij zich zo duidelijk in zijn werk uitspreekt over hoe we met de dieren omgaan, in de agrarische industrie, thuis, en in het wild. Hij pleit voor transparantie in de sectoren waar dieren worden gebruikt. Boerderijen en proefdiercentra moeten toegankelijk worden voor het publiek. Hij oppert een scancode voor vlees in de supermarkt waarmee je met de smartphone (onafhankelijk gemaakte) beelden kunt ­ophalen van de omstandigheden waaronder dieren worden gehouden. Beslis dan maar of je dat kipfiletje nog steeds wilt kopen.
Tot zover Trouw.
Uit een interview met het Parool.

Stoort het u dat mensen de intelligentie en emoties van dieren niet erkennen?
“We komen uit een periode waarin emoties en intelligentie bij dieren koste wat kost werden ontkend. We zagen dieren lang als simpele stimulus-responsmachines, heel anders dan de complexe, intelligente mens. Tegenwoordig is er veel kennis die die scheiding tegenspreekt, maar desondanks zijn er nog steeds wetenschappers die dat denken”.
“Ik wind me er niet over op, maar ik merk wel dat er twee soorten mensen zijn. Als je een hond met zijn baasje vergelijkt, vindt het baasje dat meestal niet erg. Maar er zijn ook mensen die het vreselijk vinden om met een dier vergeleken te worden. ‘Ik ben toch geen beest!’ zeggen ze dan. Alsof dat iets ergs is. Hun zelfbeeld is verweven met het zich beter voelen dan die ‘domme’ dieren. Ik vind dat een nogal beperkte visie”.



Frans de Waal over emoties bij dieren en wat ze ons zeggen over onszelf (bol.com).

16 december 2014

Discussie over dierenwelzijn en dierenrechten

In de discussie over dierenwelzijn en dierenrechten hebben veel deelnemers -voorstanders en tegenstanders- boter op hun hoofd. Wie bepaalt of iemand een of goed of fout verhaal heeft in deze discussie? Dat bepaalt u zelf.

Om u als toeschouwer een beetje te helpen is hier de eeuwenoude basisregel van ethiek en religie. Deze basisregel kun je op twee manieren verwoorden en komt op hetzelfde neer: ”doe niet aan ander wat gij niet wilt dat u geschiedt” en “mijn vrijheid houdt op waar die van een ander begint”.
Op basis hiervan kunt u zich gemakkelijk een mening vormen in de discussie over wilde dieren in het circus, de nertsenhouderij, de bio-industrie of om het even waar dieren belemmerd worden in hun vrijheid. Vooral wanneer u ervan uitgaat dat dit principe voor mens en dier in gelijke mate zou kunnen gelden. U hoeft dan bij elk argument dat wordt ingebracht in de discussie alleen maar uzelf af te vragen “draagt dit bij aan vergroting van vrijheid van zoveel mogelijk mensen en dieren of draagt het daartoe niet bij”. Draagt het bij aan vergroting van vrijheid dan is het een juist argument en anders niet. Bedenk ook dat iemand op het ene punt gelijk kan hebben en op de andere niet.

Ik wens u veel wijsheid bij het schijngevecht in woorden.

17 april 2014

Goed eten is een morele plicht


Mac Van Dinther, interviewt scheidend voedselethicus Michiel Korthals in de Volkskrant van 17 april onder de titel Eten, vreten, vergeten. Een paar citaten.

Goed eten is een morele plicht, zegt voedselethicus Michiel Korthals. Vandaag gaat hij met emeritaat. Hoe ziet hij de toekomst?
Eten is nooit zomaar een individuele keuze, zegt filosoof Michiel Korthals. Alles wat op ons bord ligt, heeft consequenties voor anderen: boeren, dieren, het milieu, ontwikkelingslanden. 'Achter eten zitten altijd met waarden geladen beslissingen. Het gaat nooit alleen om feiten, maar ook over wat jouw normen zijn, hoe je wereldbeeld eruitziet. Eten is altijd normatief'.
Korthals doceerde 21 jaar ethiek aan Wageningen Universiteit, het grootste kennisinstituut op het gebied van landbouw en voeding in de wereld. In die tijd zag hij de betekenis van moraal in het eten sterk toenemen. 'Er is meer aandacht gekomen voor ethische kwesties als duurzaamheid, dierenwelzijn, respect voor boeren'. Dat is een positieve ontwikkeling, zegt de hoogleraar die vandaag zijn pensioen viert met een afscheidssymposium 'Goed eten is een morele plicht'.

Het niet willen weten wat er met je eten gebeurt voordat het in je mond verdwijnt, is de grootste zonde, schreef u twaalf jaar geleden in uw boek Voor het eten.
'Een ondoordachte maaltijd is niet de moeite waard, dat vind ik nog altijd een mooie uitspraak. Van de andere kant: dat suggereert dat je bij elke maaltijd alles helemaal moet doordenken. Dat maakt het leven niet leuk. Er is een beperking aan de hoeveelheid morele verontwaardiging die je aankunt. Er moet ook een opwekkend perspectief in zitten. Het leuke bij eten is: dat is er altijd. Koop goede ingrediënten bij mensen die je vertrouwt, een betrouwbare groenteman, een slager, een boer die je kent en ga koken'.

Diervriendelijk vlees eten, is dat ook een morele plicht?
'Ik ken geen ethicus die zegt dat je dieren een kloteleven mag geven voor je ze opeet, zoals in de bio-industrie gebeurt. Natuurlijk zijn er mensen die dat proberen goed te praten, maar dat lukt niet. Waarom zou je een levend wezen laten lijden, zodat de supermarkt een kwartje meer kan verdienen? Dat is gewoon niet acceptabel.
'Ik heb in mijn afscheidsspeech zes ethische uitgangspunten geformuleerd waaraan een voedingssysteem moet voldoen. Die zijn: Kan het acht miljard mensen voeden? Is het duurzaam? Respecteert het de dieren, de boeren en het landschap? Wat doet het met de kloof tussen consument en producent? Vervolgens pas ik die toe op twee landbouwsystemen: de biologische en de conventionele'.

En wat is de uitslag?
'Honger is er nog steeds, ook al is de conventionele landbouw al jaren dominant. Conventionele landbouw leunt sterk op aardolie voor de productie van pesticiden, dus echt duurzaam is het niet. Op dierenwelzijn scoort het niet hoog, op respect voor boeren al evenmin. Overal worden kleine boeren verdrongen door grotere. Conventionele landbouw roept vaak wantrouwen op onder consumenten. Dus dat is ook al niet goed'.

Denkt u dat de toekomst ons zal veroordelen? Dat mensen ooit zullen terugkijken en niet begrijpen waarom wij vlees aten?
'Die kans acht ik wel groot. In ieder geval voor wat betreft de manier waarop we onze dieren behandelen en dat we zo veel vlees eten'.
Voor het eten filosofie en ethiek van voeding (bol.com).

14 december 2012

Is diervriendelijke veehouderij moreel aanvaardbaar?

De universiteit van Utrecht kondigde mei 2011 een merkwaardige promotie aan. Het thema is door het verzet van de nertsenhouders tegen de afschaffing van hun sector opnieuw actueel. Zij betogen dat afschaffing de overheid veel geld gaat kosten vanwege schadevergoeding voor inkomstenderving; dat afschaffen zinloos is omdat de business wordt overgenomen door het buitenland en dat dan de nertsen minder diervriendelijk worden gehouden.

In haar proefschrift zet Tatjana Visak de implicaties en vooronderstellingen van twee versies van het utilisme op een rij, de morele theorie die traditioneel het meeste heeft bijgedragen aan het herkennen van dierenleed als moreel relevant. Het utilisme wordt over het algemeen als volgt ingevuld. Onnodig leed moet worden voorkomen, maar met het houden en doden van dieren als zodanig is niets mis. Bijvoorbeeld Peter Singer, de wereldberoemde utilist en dierethicus, accepteert een versie van het utilisme die inhoudt dat een dier in principe pijnloos gedood mag worden. Als het gedode dier vervolgens vervangen wordt door een ander dier dat anders niet zou hebben bestaan en dat net zo veel welzijn ervaart als de toekomst van het gedode dier zou hebben bevat, dan tast het doden van het dier de totale hoeveelheid welzijn niet aan. En daar is het de utilist om te doen.
In dezelfde lijn van argumentatie wordt er gezegd, overigens niet alleen door utilisten, dat praktijken als de veehouderij zelfs goed zijn voor de dieren, mits de dieren een goed leven hebben. Anders zouden die dieren namelijk helemaal niet hebben bestaan, en een kort en gelukkig leven is beter voor het dier, zo de argumentatie, dan helemaal niet bestaan. Op deze argumentatie valt veel af te dingen, aldus Visak, óók binnen het utilisme.
Een alternatieve versie van het utilisme accepteert niet dat dieren vervangbaar zijn, en biedt dan ook geen rechtvaardiging voor praktijken als de zogenaamd diervriendelijke veehouderij.

Tot zover de beschrijving van het proefschrift van Visak. Wat worden we van deze tautologieën wijzer?

“Als het gedode dier vervolgens vervangen wordt door een ander dier dat anders niet zou hebben bestaan en dat net zo veel welzijn ervaart als de toekomst van het gedode dier zou hebben bevat, dan tast het doden van het dier de totale hoeveelheid welzijn niet aan”.

en

“Praktijken als de veehouderij zijn goed voor de dieren, mits de dieren een goed leven hebben. Anders zouden die dieren namelijk helemaal niet hebben bestaan, en een kort en gelukkig leven is beter voor het dier, zo de argumentatie, dan helemaal niet bestaan. Op deze argumentatie valt veel af te dingen, aldus Visak, óók binnen het utilisme”.

Met het proefschrift wil Visak blijkbaar aantonen dat ook diervriendelijke vee- of nertsenhouderij niet ethisch valt te verdedigen. Maar is het dan niet veel zinvoller om de vraag te onderzoeken waarom het houden van dieren onethisch is? Dat het houden van dieren inhoudt dat zij in hun grondrechten worden geschonden, namelijk dezelfde grondrechten als bij mensen wanneer zij onschuldig gevangen worden gehouden. Vrijheid is een grondrecht voor mens en een dier.

Zie ook het overzicht van drogredenen voor het houden van nertsen.

15 maart 2012

Waarom moet de bontfokkerij wel worden verboden?

Door het toenemende gebruik van bont in de mode gaat het de Nederlandse pelsdierfokkers voor de wind. Er is dan ook weer wat geld om een poging te doen om het imago op Internet wat op te krikken. Wie een kijkje neemt op de site van de Nederlandse Federatie van Edelpelsdierhouders (NFE) vindt dan ook veel achtergrondinformatie over de manier waarop nertsen worden gehouden.
Vele tegenstanders van de pelsdierhouderij gruwelen van het moment dat de nertsen gedood worden om van hun pels te worden ontdaan. Anderen vinden de karige levensomstandigheden een groter bezwaar. Kijk maar eens naar de povere manieren waarop de nertsenhouder poogt het leven in de kooi van een nerts wat te “verrijken”.

Er is zelfs een ethicus G. de Jonge bereid gevonden om ethische bezwaren van tegengas te voorzien. Het moet gezegd: de heer de Jonge heeft het niet moeilijk om een aantal ethische bezwaren te ondergraven. De reden daarvan is de historische naïviteit waarmee dierenbeschermers menen de rechten van dieren te moeten onderbouwen. Zo zijn er nog steeds velen die denken dat het indruk maakt om aan te voeren dat een nerts een intrinsieke waarde heeft. Voor een pelsdierhouder is de economische waarde van de pels veel indrukwekkender dan de intrinsieke waarde van het levende dier.

Een pelsdierhouder mishandelt zijn dieren niet actief. Hij kijkt wel uit, want hij wil een mooie pels. Het moment dat de nertsen vergast worden om hen van hun mantel te ontdoen is voor veel mensen een vreselijke gedachte, omdat zij de dood eng vinden.
Vele mensen realiseren zich niet dat het leven van een nerts oersaai is en dat daarin het eigenlijke bezwaar ligt. Deze dieren worden in gevangenschap geboren en krijgen nooit wat in de vrije natuur al miljoenen jaren normaal is: de mogelijkheid tot natuurlijk gedrag in vrijheid.
Dat is de ethische grens die de nertsenhouder overschrijdt en daarop heeft de heer de Jonge geen antwoord.

29 april 2011

Wanneer is de missie van de dierenbeweging voltooid?

De Australische filosoof Peter Singer sprak op 28 mei 2011 aan de ISVW in Leusden over dierenwelzijn en het einde van de dierenbeweging. Peter Singer is hoogleraar bio-ethiek aan de Princeton University en is vooral bekend door zijn boek Animal Liberation. Hij is een toonaangevende denker op het gebied van de utilitaristische ethiek en in het bijzonder in het denken over dieren.
Wanneer is de missie van de dierenbeweging voltooid? De vraag is actueel omdat veehouders steeds maar weer hun stallen aanpassen en de dierenbeweging steeds maar ontevreden blijft. Zou het niet beter zijn om een einddoel te formuleren, zodat de dierenkwestie in ene geregeld kan worden? Peter Singer publiceerde in 1975 het befaamde boek Animal Liberation, dat het begin vormde van de moderne dierenbeweging. Nu, veertig jaar later, gaat hij in op de einddoelen van de dierenbeweging. Zijn die doelen te formuleren? Of moeten we, ook als een doel bereikt is, weer naar nieuwe welzijnsverbeteringen streven?
Na zijn openingslezing gaat Singer met vertegenwoordigers van de dierenbeweging op zoek naar antwoorden op vragen als: moeten we nog wel inzetten op welzijnsverbetering voor dieren? Is het niet beter om te stoppen met alle gebruik van dieren? Kan een dier op termijn wel het bezit van een boer blijven? Of moeten we het dier gaan zien als een wezen met een ‘eigen leven’ - een rechtssubject?
Tot slot komen ook wat nieuwe kwesties omtrent dierenwelzijn aan de orde, zoals de huidige veeteelt gerelateerde klimaat- en gezondheidscrisis (MRSA, ESBL, etc.), de komst van het ´gemaakte dier´, happy meat en het al dan niet onrealistische ideaal van de diervriendelijke megastal.
Kunnen dierenbeschermers zoals Singer het moment aangeven waarop ze zeggen: ‘de strijd is gestreden, we zijn tevreden’?

11 januari 2010

Supermarktmonitor: Promotie fout vlees neemt toe

Gezamenlijk persbericht Varkens in Nood en Milieudefensie: Vomar als slechtste getest door Varkens in Nood en Milieudefensie
AH slechte score ondanks groen imago

Uit de Supermarktmonitor Vlees en Vleesvervangers, die ieder halfjaar door Varkens in Nood en Milieudefensie wordt gepubliceerd, blijkt dat in de folders van de supermarkten de aanbiedingen van goedkoop vlees uit de vee-industrie alleen maar toenemen. Bij de aanbiedingen voor Kerst 2009 waren 19 van de 20 vleesaanbiedingen milieu- en dieronvriendelijk. Ook Albert Heijn, dat in 2009 een nieuw assortiment duurzame producten lanceerde, laat verantwoord vlees links liggen. Varkens in Nood en Milieudefensie verwijten supermarkten onethisch gedrag.

19 van de 20 aanbiedingen zijn onverantwoord voor dier en milieu
Supermarkten benadrukken graag dat ze dierenwelzijn en milieu belangrijk vinden, maar hun reclamefolders laten een geheel ander beeld zien. In de tweede helft van 2009 betrof 94% van de vleesaanbiedingen in folders gangbaar vlees. In de vorige meting van juli 2009 was dit nog 89%. Slechts 6% van de reclame in supermarktfolders werd gewijd aan biologisch vlees en vleesvervangers.

Jumbo de beste, Vomar de slechtste
De tweede editie van de Supermarktmonitor laat zien dat Jumbo net als vorig jaar met kop en schouders boven de andere supermarkten uitsteekt, zowel wat betreft het aanbod en de prijs van biologisch vlees en vleesvervangers. Dirk van de Broek doet het deze keer veel beter dan de vorige keer en steeg van de 6e naar de 2e plaats. Zo nam het assortiment en de aanbiedingen voor biologisch vlees toe en werd het prijsverschil met industrievlees kleiner. Vomar zakte naar de laatste plaats vanwege een karig aanbod van vleesvervangers en vanwege duur biologisch vlees.

AH ondanks groen imago slechte score
Ook Albert Heijn stelt teleur. De grootste supermarktketen van Nederland daalt in de ranglijst naar de vijfde plaats. Ondanks het groene imago dat de supermarkt zich heeft aangemeten met het Puur en Eerlijk assortiment, blijft het biologische vleesassortiment achter bij dat van de concurrentie en blijven de prijzen hoog. Zo is biologische biefstuk bij de AH tot 30 procent duurder dan bij andere supermarkten.
Het promoten van gangbaar vlees gaat onverminderd door. De supermarktketen trapte vorige week de Hamsterweken af met een twee-voor-de-prijs-van-één actie, waarbij industrievlees gratis wordt weggegeven. Volgens Varkens in Nood en Milieudefensie illustratief voor het gebrek aan morele verantwoordelijkheid bij supermarkten.

Hans Baaij, directeur Varkens in Nood: "De concurrentie tussen supermarkten bepaalt voor de meeste supermarkten het beleid. Het resultaat is een ongeremde exploitatie van dieren, natuur en milieu. Door de lage inkoopprijzen worden ook de boeren tot op de laatste cent uitgeperst. Ethische waarden bestaan bij de meeste supermarkten kennelijk niet. Het enorme aanbod van dieren uit de vee-industrie voor Kerst 2009 en nu weer de nieuwste actie van de AH waarbij een tweede stuk vlees gratis is, bewijst deze sombere conclusie weer eens ten overvloede."

12 juni 2009

Dood van jonge biggen

Terecht is er in de media onlangs veel aandacht besteed aan de gruwelijke manier waarop men in de bio-industrie omgaat met biggen. Het laat zien dat mededogen geen rol van betekenis kan betekenen zodra men dieren primair als productiemiddelen ziet, zelfs niet als het jonge dieren betreft.

Ik hoor zelf bij de mensen die de beelden die daarbij horen mijden, omdat ik ze emotioneel niet goed kan verwerken.
Toen ik het bericht las moest ik denken aan een youtube-clip waarin een varken een spel met een joystick bleek te beheersen. Uit experimenten rond de cognitieve vermogens van varkens blijkt dat ze over het algemeen minstens zo intelligent zijn als honden.
Een andere gedachte die door mijn hoofd schoot, was: is het nu ten minste afgelopen met het onverdoofd castreren van biggen? Ik kan het niet terugvinden op internet dat het voortaan tot het verleden behoort. Er is slechts een afspraak om in 2015 te stoppen met castratie en tot die tijd verdoofde castratie mogelijk te maken als 'tussenoplossing', wat dus nog iets anders is dan het verplicht te stellen. Verder blijkt er een vaccin ontwikkeld te zijn, Improvac geheten, dat ingezet kan worden voor pijnloze zogeheten immunocastratie, om chirurgische castratie te vervangen.
Het schiet dus allemaal nog niet op, maar wat wil je ook, als je bedenkt dat vlees eten volstrekt onnodig is voor mensen en dus ook volstrekt immoreel.

20 december 2008

Kersttijd........

Ach, wat hebben we het weer allemaal gezellig! Met vrienden, familie of gewoon met z’n tweetjes gaan we lekker de feestdagen in. Bij elkaar zijn, lekker eten en drinken, een beetje kletsen, ja, het is goed! Voor ons als mensen wel te verstaan………………….
Voor miljoenen dieren hangt de vlag er ietwat anders bij. Er wordt wat af geleden en gestorven om de lekkere trek van het mensdom te bevredigen. Werd de vis vroeger duur betaald, om van het vlees nog maar te zwijgen, thans is voor iedere portemonnee wel een lapje, boutje of mootje te bemachtigen. Kalkoen, kip, rund-, kalfs- en varkensvlees, het ligt in onvoorstelbare hoeveelheden in de schappen van de supermarkt en in de koelruimtes van de restaurants. Ook delicatessen als eenden- en ganzenlever vinden weer gretig aftrek. En dat terwijl iedereen weet, kán weten, of eigenlijk zou móeten weten welk een gruwelijk lijden aan dat product voorafgaat. Een lichtpuntje is dat steeds meer consumenten gaan inzien dat culinair genot nooit een legitimatie mag zijn voor het toebrengen van (onnodig) leed aan andere levende wezens. De weerstand tegen de ongebreidelde vraatzucht neemt hand over hand toe en een gevolg daarvan is dan ook dat steeds meer winkels en restaurants meer en meer aandacht gaan besteden aan alternatieven voor vlees en vleesproducten.

Het is natuurlijk niet zo dat alleen maar de eetbare dieren het benauwd hebben tijdens deze periode van het jaar. Zo lees ik in dezelfde krant drie voorbeelden van gelegenheden waarbij dieren zo nodig hun opwachting dienen te maken ter vermaak van mensen.
In het Kerstcircus in de Ahoy te Rotterdam treden wilde dieren op. Op een foto, die op zich vertederend lijkt, zie ik een klein meisje aan de slurf hangen van een uit de kluiten gewassen olifant……………… Bizar, dat zo’n prachtig majestueus dier wordt misbruikt om mensen, groot en klein, te vermaken met handelingen in volstrekte strijd zijn met zijn natuurlijke leefwijze. Dat kan niet anders tot stand zijn gekomen dan door dwang. Men kan tegenwerpen dat het dier niet beter weet, wat nog maar de vraag is! Wíj weten echter wél beter en zouden ons moeten schamen dit dier te kleineren en te ridiculiseren, alleen om ons gevoel van superioriteit t.o.v. het “stomme” dier te beklemtonen. Natuurlijk heeft de mens de mogelijkheid morele en ethische afwegingen te maken en dat zou hem een zekere suprematie boven de andere dieren kunnen verschaffen. Suprematie geeft macht en macht geeft ook verantwoordelijkheid. Macht betekent niet, of mag niet betekenen, dat men maar kan doen en laten met de ander, op wie die macht wordt uitgeoefend, wat in het belang, ter vermaak of genot van de machthebber is.
In Leeuwarden is circus Renz neergestreken, hetgeen voor de Leeuwarden Courant aanleiding is een kleurenfoto af te drukken van, alwéér, een klein meisje dat de snuit van kameel aait. Dat de beesten, ook uit dát circus van hot naar her worden gesleept, vaak in veel te kleine behuizingen, om overal hun stomme kunstjes te vertonen, die hun ook weer onder dwang zijn “aangeleerd”, wordt aan de kinderen kennelijk wijselijk onthouden. Uiterst merkwaardig dat een gemeente als Leeuwarden toestemming geeft voor zo’n dieronvriendelijk gebeuren, waartegen de maatschappelijke weerstand steeds meer toeneemt.
Een bladzijde verder in die krant een foto en artikeltje over de intocht van de Kerstman in Akkrum. Ook daarbij moeten weer zo nodig (ren)dieren acte de présence geven om het allemaal voor de mensen wat leuker en hilarischer te maken. De betrokken dieren waren afkomstig uit Appeltern en “eigendom” van een bedrijf dat meerdere dieren verhuurt! Dieren als speelgoed en decor voor menselijke vermakelijkheden!
Ook hier zie je weer veel mensen nog steeds denken dat dieren er per definitie voor de mens zijn en wel om op te eten, je er mee te vermaken, van te genieten, te knuffelen, geld mee te verdienen. Het inzicht dat dieren een eigen waarde en waardigheid hebben die gerespecteerd zou moeten worden begint slechts mondjesmaat, maar niettemin onmiskenbaar, door te breken.
Wat kunnen we doen om het onnodige lijden en ongerief in deze dagen te verminderen of op z’n minst onder de aandacht brengen? Wel, bezoek bv. geen “levende” kersttallen, waar dieren angstig en gestrest uitkomen. Ga niet naar het (wilde dieren)circus. Eet niet in restaurants waar blank kalfsvlees en foie gras (eenden- en/of ganzenlever) worden geserveerd. Probeer eens tijdens de feestdagen wat minder vlees te eten en eet zeker geen bio-industrievlees of wild. Er is genoeg keus aan biologisch en vegetarisch voedsel in de winkels en ook veel restaurants bieden steeds meer vegetarische producten aan. Gourmetten of fonduen kan ook heel goed zonder vlees en vis.
Dit gezegd hebbende wens ik iedereen die dit leest prettige/goede/gezegende (doorhalen wat men niet van toepassing vindt) feestdagen en een fijn, diervriendelijk 2009 toe!

25 mei 2007

Is het ethisch om dieren te houden in een dierentuin?

Veel mensen vinden een dierentuin niet erg vanuit de gedachte dat een dier in een dierentuin het zogenaamd beter heeft dan in de vrije natuur. Er wordt voor hem gezorgd en het wordt beschermd.
Het beroven van een dier van zijn vrijheid wordt door weer vele anderen als een onrecht beschouwd. Begrijpelijk, maar in het geval van soorten die door de inperking van hun leefgebied dreigen uit te sterven is het lastig om te beslissen wat beter is.
Het leefgebied van mensapen in de vrije natuur wordt ras kleiner. De dieren weer loslaten maakt hun voortbestaan onzeker. Het zijn ook dieren waarvan we door de kleine mentale afstand het beste kunnen voorstellen dat zij hun onvrijheid als negatief beleven. Beide alternatieven zijn niet erg aantrekkelijk.
Een ander voorbeeld zijn de ijsberen, wiens leefgebied door de opwarming van de aarde dreigt te verdwijnen. Zou het een goede zaak zijn om de ijsberensoort eeuwenlang proberen in stand te houden in een dierentuin? Het antwoord is niet gemakkelijk te vinden. Straks komt er misschien weer een ijstijd en komt er weer een biotoop op. Is het natuurlijk om de ijsbeer dan daar weer in los te laten? Of zou de natuur zelf moeten zorgen voor een nieuwe ontwikkeling van de soorten die dan leven?
Feit is dat de dierentuinen van oorsprong niet de bedoeling hadden om soorten van uitsterven te behoeden. Hun opzet was commercieel met een educatief vernisje.
Dierentuindirecteuren proberen zoveel mogelijk biodiversiteit binnen de hekken te krijgen die het publiek aantrekkelijk zou kunnen vinden om te bezichtigen.
Zouden alleen nog maar dieren in dierentuinen worden gehouden wiens voortbestaan als soort bedreigt wordt en die tijdelijk onderdak nodig hebben zolang hun leefgebied niet veilig of groot genoeg is, dan is er een soort mondiale opzichter nodig die op alle niveaus zorgt voor de juiste afwikkeling. Dezelfde functie dus als de Bijbelse Ark van Noach, wachtend op betere tijden.
Mag een dergelijke dierentuin dan haar asielfunctie combineren met een commercieel of amusementsdoelstelling? Als het niet in strijd is met de natuurlijke leefomstandigheden van het dier, dan zou het de financiering stukken gemakkelijker maken.
Hoe ook de ethische afwegingen uitvallen, het is hoe dan ook zaak om mondiaal te zorgen dat de afbraak van de natuurlijke ruimte puur en alleen uit winstbejag wordt gestopt en dat alternatieven worden gezocht voor de redenen die nu leiden tot verdwijnen van de natuur.
Ondertussen blijft het van belang om de gang van zaken binnen dierentuinen kritisch te blijven volgen, want de opzet om de dieren te gebruiken om commerciële redenen bedreigt in principe dierenwelzijn (zie video).

Klik hier om meer te lezen over dierentuinen.

Klik hier voor een impressie hoe filosofe Martha Nussbaum schrijft over onze omgang met dieren en de manier waarop we onze leefomgeving ook zouden moeten delen met dieren.

01 juli 2006

Realistisch vegetarisme

Wij vegetariërs krijgen nogal eens te horen dat we luchtkastelen najagen.
Het zou onmogelijk zijn om mensen massaal zover te krijgen dat ze hun vlees en vis voortaan laten staan. Bovendien zou de natuurlijke orde uitwijzen dat eten en gegeten worden heel normaal en 'dus' ook moreel te verantwoorden is. De mens zou 'gewoon' een omnivoor dier zijn dat door zijn intelligentie en werktuigen bovenaan de voedselketen staat. Het getuigt volgens deze redenering van (desnoods vertederende) naïviteit en wereldvreemdheid als je tegen dergelijke natuurfeiten in wilt gaan. Af en toe is het goed om expliciet aandacht te besteden aan dergelijke misvattingen.
Ethisch vegetarisme (en veganisme) draait in de eerste plaats om het eigen, individuele eet- en leefpatroon. Het is in die zin dus helemaal niet afhankelijk van de keuzes van anderen.

Toch is het wel zo dat ethisch vegetariërs doorgaans voor een verbreiding van hun leefwijze zijn en daar in veel gevallen ook in zekere mate, in het klein of in het groot, voor ijveren. Dat hangt samen met onze opvatting dat vegetarisme een logisch gevolg is van het respecteren van basale dierenrechten, zoals het recht niet onnodig gedood te worden. Het eten van vleesproducten terwijl er meer dan voldoende alternatieven zijn, zien we als onnodig en daarmee ook als immoreel. Dit betekent echter helemaal niet dat we onrealistisch zijn in ons streven naar verbreiding van het vegetarisme. Zoiets vergt tijd en daar zijn de meesten van ons zich maar al te goed van bewust. Ons einddoel is wat dit betreft een vegetarische (of 'zelfs' veganistische) mensheid die dieren niet langer gebruikt zonder dat daar een strikte noodzaak toe bestaat. Maar we zijn doorgaans wereldwijs genoeg om te beseffen dat dit doel voorlopig nog niet gehaald zal worden. Des te meer reden om er naar te blijven streven.
Ook het gegeven dat de natuur over het algemeen nu niet direct het toonbeeld van compassie en fijnzinnigheid is, calculeren realistische vegetariërs voldoende in. We streven, voor zover ons ideaal verder reikt dan ons eigen leven, een moreel verantwoorde menselijke orde na. Mensen kunnen (net als een paar andere diersoorten) door hun zelfbewustzijn en morele besef keuzes maken die van een andere aard zijn dan de onwillekeurige instincten waardoor de meeste carnivoren worden aangezet tot jagen en doden.
Het nastreven van een grotere humaniteit kan wel enige beïnvloeding van de 'wilde' natuur impliceren, zoals het redden van individuele zieke zeehonden, ook als dat geen zin heeft vanuit een soortgericht natuurbehoud. Maar de natuur zelf dusdanig hervormen dat er geen 'doodslag' meer in voorkomt, staat - behoudens futuristische fantasieën over de aarde in het jaar 100.000.000 na Chr. en dergelijke - niet op onze agenda.
Vegetarisme in realistische zin komt niet neer op een naïef geloof in de mogelijkheid van een volmaakte aardse orde, maar het impliceert wel de preventie van zoveel mogelijk onnodig leed. Dat maakt het tot zo'n levensvatbare en voor velen gelukkig ook aantrekkelijke keuze.

Titus Rivas

Zie ook:
- Mensen en andere dieren: op weg naar grote veranderingen
- Veganisten als voorlopers

Leeswijzer


Kijk op Facebook voor onze reactie op de actualiteit.
Aanbeveling: Thema's of steekwoorden vindt u via de labels onderaan de pagina of op Animal Freedom. Klik hier voor de laatste bijdragen.
Klik hier voor het beleid om uw privacy te beschermen.

Waarom dit blog?

De Nederlandse veehouderij is vooral gericht op zoveel mogelijk voor de export te produceren onder het motto “meer, meer, meer en groot, groter, grootst”. Dit heeft negatieve gevolgen voor zowel de dierenwelzijn, biodiversiteit, het milieu, het klimaat, de portemonnee en de gezondheid van burgers en ook voor welwillende boeren.
Dit blog verzamelt kritische artikelen die de wurggreep beschrijven waarin de veehouderij zichzelf heeft vastgezet. Zo willen we niet alleen een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de kwaliteit van het leven voor alle belanghebbenden, maar ook aan een schone, gezonde omgeving en een beter dierenwelzijn.

Ook de argumentatie dat dieren grondrechten hebben kan beter en meer aansluiten op hoe mensen voor zichzelf vinden dat recht moet gelden. Alle dier(soort)en kunnen in hun recht op vrijheid als (intrinsiek) evenwaardig aan mensen beschouwd worden. Dierenrechten zijn mensenrechten, die mensen de kans geeft om voor dieren op te komen.
Dieren, bijv. in de intensieve veehouderij, worden behandeld als een object in plaats van een subject met gevoelens en rechten.

De snelheid en het aantal dier(soort)en dat we voortdurend gebruiken is immens. De bijdrage aan onze welvaart en economie van de agrosector is gering. De oplossing is simpel en van niemand anders dan van ons zelf afhankelijk.

Dierenrechten in woord en beeld

Vrijheid is ook een intrinsiek grondrecht voor dieren. Dieren zijn geen dingen Dierenrechten zijn mensenrechten. Mensen moeten voor dieren kunnen opkomen wanneer hun grondrecht wordt geschonden.
logo van Animal Freedom yin en yang
Lees hier over de redenen waarom dieren recht op vrijheid hebben. Lees hier waarin mens en dier evenwaardig zijn.