Mens en dier zijn (intrinsiek) evenwaardig in hun recht op vrijheid

Bij de Stichting Animal Freedom leest u over de gedachte achter dierenrechten.
Hier leest u over ontwikkelingen in de agrosector en de gevolgen voor dieren(rechten).
Alle levende wezens zijn verschillend maar evenwaardig in het recht op vrijheid op een natuurlijk leven.
Een dier is (net als een mens) geen ding of een object.
Dierenrechten zijn mensenrechten. Mensen moeten kunnen ingrijpen wanneer mensen dieren misbruiken of onrecht aandoen.
Posts tonen met het label eieren. Alle posts tonen
Posts tonen met het label eieren. Alle posts tonen

07 december 2023

Het verhaal achter het korte leven van vleeskuikens

De kippenmoord op Anja, Manja en Tanja

Journalist Gerard van Westerloo volgde vleeskuikens Anja, Manja en Tanja door de hele Nederlandse kippenketen. Van broederij, via mesterij en slachterij tot vleesverwerkings- en verpakkingsindustrie.
Het korte leven van de drie kuikens duurde 38 dagen. Van Westerloo bezoekt de plaatsen in de kippenketen die het met het leven van de kuikens hebben te maken en sprak met de mensen die met de kuikens werken.

Waar zijn de kuikens geweest en met hoeveel andere?

Een citaat.
“Dit verhaal is het verhaal van hun korte leven. Dat hebben ze, van begin tot eind, gedeeld met een massa identieke soortgenoten.
In de stal waar hun vaderhaan hun moederhen bevruchtte, rollen om de week zeventigduizend broedeieren op de lopende eierband.
In de broedfabriek waar ze uit het ei kropen, kruipen elke week een miljoen zevenhonderdduizend kuikens uit hun ei.
De stal waarin ze gemest werden, deelden ze met tweeëntwintigduizend precies dezelfde kuikens.
En in de slachterij waar ze stierven, sterven elke week zevenhonderdvijfentwintigduizend van zulke vleeskippen.

Met wie is gesproken?

Behalve van Anja, Manja en Tanja is dit ook het verhaal van de mensen met wie ze tijdens hun leven in aanraking kwamen.
Van de fokker die hun voorouders net zo lang gekruist heeft tot Anja, Manja en Tanja als vrijwel identieke borstvlees kwekende halfzusjes ter wereld konden komen.
Van het boerenechtpaar dat hun directe ouders tot geslachtelijke omgang en tot de productie van zoveel mogelijk bevruchte eieren stimuleerde.
Van de directeur van de broedfabriek, praktiserend Zen-mediteerder, die ze na achttien warme dagen als eendagskuiken ter wereld bracht.
Van de vingervlugge dames die ze, vlak na hun geboorte, langs een lopende band op gebreken controleerden en ze, als die er waren, bij het afval deponeerden.
Van de vrachtwagenchauffeur die de gezonde exemplaren van Groenlo naar Dirksland reed.
Van de boerenbroers bij wie ze volgemest werden. Van de dierenarts die ze tegen pseudovogelpest inentte.


Van de zeven mannen uit Friesland, die in een busje uit Harkema naar Overflakkee reden om Anja, Tanja en Manja midden in de nacht bij hun poten te pakken en in containers te proppen.
Van de chauffeur die ze naar de slachterij reed.
Van de mannen aan de slachtlijn die toekeken of het mes wel goed gesneden had.
En van de lopende bandwerkers die Anja, Tanja en Manja kort na hun dood in delen uiteensneden.
In dit verhaal komen ze allemaal aan het woord. Ze zeiden het allemaal op hun eigen manier. Dat ze er 'geen moeite' mee hebben. Want dat ze er 'niet bij stil' staan. En dat ze zelf best 'een kippetje lusten'. Maar als het gesprek wat langer duurde, zeiden ze vaak ook iets anders. Dat je 'er niet bij na moet denken'. Want als je er wel bij nadenkt 'kan je dit werk niet doen'.”

Klik hier voor het volledige verhaal onder de titel “De kippenmoord op Anja, Manja en Tanja”.

Gerard van Westerloo († 2012) ontving begin april 2007 een Tegel, de vakprijs in de categorie 'Dag- en weekbladen, achtergrond'.

05 september 2017

Kippen en koeien samen in de wei

In aflevering 73 van zijn voettocht door Nederland doet Caspar Jansen Sondel aan. Daar hebben Sierd en Joke een gemengd bedrijf.

Twee citaten:
De kippen van Sierd en Joke gaan achter de koeien aan. Eerst begrazen de koeien een deel van het weiland, daarna lopen de kippen er en verspreiden ze - bijkomend voordeel - met hun poten de koeienmest gelijkmatig over het weiland. Om de drie dagen wordt de wagen verplaatst.
Ach, bloedluis, daar hebben hun kippen zelden last van, zegt Joke. Hun kippen kunnen zandbaden nemen wanneer ze maar willen, dat doen ze van nature ook, en dat helpt.
Jansen besluit met:
Ik zie opeens het beeld voor me van Nederlandse eieren die in Hongkong uit de schappen worden gehaald. Tragisch, maar ik vraag me toch vooral af waarom die eieren er überhaupt liggen, in Hongkong, in Sierra Leone, in Duitsland. Hebben die mensen zelf geen kippen? Moeten er daarom meer dan honderd miljoen kippen in Nederland worden gehouden?
Tot zover beide citaten.

Het idee van kippen in mobiele kippenhokken werd al langer toegepast bij het “grasei”.
Het levert eieren op van nog hogere kwaliteit dan biologische eieren. Het is niet alleen het grote welzijn van kleine(re) tomen, het is ook het natuurlijke voedsel dat de kippen eten, ook niet bespoten en zonder kunstmest verkregen. Belangrijk is de aanwezigheid van bomen of struiken, want kippen zijn oorspronkelijk bosdieren. Voor koeien en het landschap zou dat ook een verbetering zijn. Koeien houden (net als mensen) van beschutting tegen zon, wind en regen.
Wanneer de Nederlandse veehouderij zich niet meer zou richten op de export en op deze wijze natuur inclusief zou werken, dan zouden heel wat problemen zijn opgelost. De prijs van de producten moet dan wel gegarandeerd worden, anders zou bio-industrie uit het buitenland de markt bederven.

12 augustus 2017

Boeren leren om verantwoordelijkheid te nemen

Ben Ale uit Delft schrijft
In het kader van het nieuwe toezicht is de verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van de eieren bij de branche gelegd, die daar het IKB Ei voor heeft opgericht. Bij die controle is van alles misgegaan. Kennelijk is men in de vertrouwensbenadering van de bedrijven doorgeschoten. Dat gaat de bedrijfstak veel geld kosten. Zoals meestal in dit soort gevallen overweegt de overheid bij te springen.
Opnieuw is de winst voor het bedrijfsleven zolang het goed gaat en zijn de kosten voor de belastingbetaler als het verkeerd gaat. De enige manier om het bedrijfsleven te leren dat eigen verantwoordelijkheid echt eigen verantwoordelijkheid betekent, is op te houden met de bedrijven te helpen als men door eigen schuld kosten heeft.

Tot zover de ingezonden brieven.

Dick Veerman schreef het volgende op Foodlog.
Nederland wel te traag; boeren moeilijk als slachtoffer te zien.
Nederland handelde wel te traag op de aanwijzing uit november. Als insecticide in de dierlijke voedselketen (dus voor direct gebruik in stallen of op dieren die we eten of waar we de producten, zoals eieren en melk, van eten) is fipronil domweg verboden, terwijl bekend is dat het middel zich kan ophopen in vlees en eieren. De heisa ontstond toen dat verbod geschonden bleek, mogelijk al drie jaar en vermoedelijk met mede-verantwoordelijkheid van de boeren zelf. Zij gingen in zee met een bestrijdingsmiddelenbedrijf waarvan ze hadden kunnen weten dat het niet bonafide was. Foodlog hoorde inmiddels van goed geïnformeerde mensen uit de eierwereld dat het gerucht ging dat Chickfriend, het gewraakte bestrijdingsmiddelenbedrijf, 'geld opzij had gezet voor als het mis zou gaan'. Als zulke informatie naar boven komt, wordt het steeds minder gemakkelijk om de boeren als slachtoffers te zien.

Forse gevolgschades.
Afgelopen weekend hoorden we van een Nederlandse ondernemer die door een Amerikaanse afnemer werd gevraagd of een graanproduct dat hij levert wel vrij van fipronilresiduën is. De fipronilaffaire kan forse gevolgschades veroorzaken. De markt is inmiddels kopschuw, zelfs voor fipronil dat legaal en niet in de dierlijke keten is gebruikt en binnen de normen is toegepast. Nederlandse boeren, autoriteiten en de politiek die de autoriteit en kennis stuk bezuinigde, hebben wat op hun geweten.

Tot zover Foodlog.

Natuurlijk hebben de politieke partijen, de NVWA, de supermarkten en de consumenten ook een deel van de verantwoordelijkheid voor dierenwelzijn in de veehouderij. Maar door de ontwikkelingen in de voedseltechnologie en de opkomst van plantaardige vleesalternatieven geldt tegenwoordig niet meer dat een veehouder onmisbaar is, sterker nog: hij staat aan de basis van veel problemen door de grootschaligheid, gericht op export.
Export van dierlijk voedsel maakt meer kapot dan de belastingbetaler lief is.

Klik hier om meer te lezen over verantwoordelijkheid in de omgang met dieren.

19 oktober 2016

Tips gevraagd over de relatie tussen dierenwelzijn en volksgezondheid

De redactie van KRO NRCV de monitor schrijft op haar website:

In de supermarkt koop ik meestal het diervriendelijkste ei. Maar misschien ga ik daar mee stoppen. Het lijkt er op dat die eieren juist slecht zijn voor het milieu en daarmee ook voor onze gezondheid.
In ons onderzoek voor het dossier Megastallen horen we regelmatig dat méér dierenwelzijn leidt tot meer luchtverontreiniging. Dat zou betekenen dat dierenwelzijn slecht is voor ons welzijn. Het is een geluid dat regelmatig voorbijkwam op een symposium over de veehouderij en volksgezondheid. Wij horen graag in hoeverre dit klopt dus kom met je reacties.
Tot zover de redactie.

Het is duidelijk dat de redactie slecht is geïnformeerd of zelfs voor het karretje van de demagogen van de intensieve veehouderij is gespannen. Het is goed als anderen hun inlichten over werkzame en diervriendelijke oplossingen. Wie wil mailen, klik op bovenstaande link en reageert via de mails aan de redactie die onderaan het artikel vermeld staan.
Hieronder een aantal suggesties, die fijnstof voorkomen en dierenwelzijn verhogen.

In het artikel staat verder:
Belangenbehartigers van boeren komen met twee tegenargumenten: fijnstof komt vooral uit het buitenland (waar) en er is geen wetenschappelijk bewijs dat de veehouderij direct verantwoordelijk is voor fijnstof en daarmee de ziektelast. Maar de onderzoekers vinden de kwestie erg genoeg om nadrukkelijk te pleiten voor het terugdringen van de uitstoot van de sector.
De sector zoekt de oplossing in betere stallen. Hoe beter die fijnstof opvangen, hoe minder ziekte de stal verspreidt. Maar dat effect kan teniet worden gedaan als de beesten veel buiten mogen rondlopen. Scharrelen, zo horen we, is niet goed voor de gezondheid van omwonenden en eigenlijk het hele land. Want fijnstof reikt ver.
Wethouder De Kruijff van Barneveld werd er afgelopen vrijdag een beetje boos over: ‘Door het dierenwelzijn is het volksgezondheidsprobleem ernstig vergroot. Moeten we ook niet aan ons eigen welzijn denken?’
Tot zover de redactie.

Het probleem is niet dat kippen veel buiten komen, het probleem is dat te veel kippen worden gehouden binnen en buiten op een te kleine ruimte. De veel te grote Nederlandse veestapel wordt gehouden om eieren en kippenvlees te verkopen op de buitenlandse markt. Dat kan niet anders dan door te bezuinigen op dierenwelzijn. Worden dieren in ons land gehouden tegen normale of de hoogste dierenwelzijnseisen dan worden de producten duurder dan die uit het buitenland.
Wanneer de veestapel wordt verkleind tot een omvang per boer en stal dat de kip buiten kan lopen zonder overlast van omwonenden en zonder belasting van het milieu (op voldoende gras in plaats van kapot gelopen aarde) dan zijn kippenwelzijn en de volksgezondheid tegelijk gebaat. Bovendien is het product gezonder.
Tot nu toe worden veel kosten van de gangbare veehouderij geniepig op het bordje van de burger geschoven. Zie bijvoorbeeld het onderzoek naar de echte prijs van melk. Als die kosten in rekening zouden worden gebracht bij zowel de biologische als gangbare boer, wint de eerste het op kostprijs en dus in de winkel.
Mogelijk is het gevolg dat de consument meer moet betalen voor eieren en vlees en minder belasting hoeft te betalen voor het opruimen van de gevolgen van de bio-industrie. Is dat een bezwaar, dan kan de consument veel beter overgaan tot vleesvervangers want die hebben veel minder nadelen en zijn goedkoper, zeker wanneer veel consumenten ertoe overgaan.

09 februari 2016

Kun je nog ongestoord broeden op het platteland?

Melkveehouders die al hun koeien naar buiten sturen vóór het maaien van de eerste snede gras, krijgen vanaf 2016 een subsidie van 750 euro per jaar. De maatregel is bedoeld om de weidegang te stimuleren en om weidevogels ongestoord te kunnen laten broeden.
Kan een weidevogel tegenwoordig wel ongestoord broeden? Er worden door boeren voortdurend allerlei natuurlijke drempels geslecht om ongestoord geld te kunnen verdienen.

Columnist Toine Heijmans bezocht in het Friese Easterein eierzoeker Eddy en schrijft over zijn bezoek in de Volkskrant op 26 januari 2016. Kievitseieren zoeken en rapen mag niet meer, de populatie slinkt net als die van de grutto's.
Klik hier om de ontwikkeling van diersoorten in Nederland te zien. Getoond wordt eerst de neergang van het aantal grutto's.

Een citaat:
Eddy neemt me mee de Alde Dyk op. Het jaloersmakende landschap van Friesland is niet wat ik zie. Ik zie industrie. Bijna alle boeren, zegt Eddy, bouwen er deze winter een schuur bij want het melkquotum is opgeheven en de melkveehouderij kan niet anders dan intensiveren. De melkprijs is een schamele dertig cent per liter. Op de weilanden staat turbogras: snelgroeiend, weerbaar, door de vorst heen komt het op. Weilanden als biljartlakens, het water zo laag mogelijk in de sloten, de natuur dienstbaar aan de grootste veelvraat van de schepping: wijzelf.
De boer injecteert zijn grond met mest en trekt de sleepslang over het land, over de nesten. Die leuke buizerds van jou, zegt Eddy, vreten de eieren en de kievitkuikens. Het worden er almaar meer, het is niet normaal hoeveel roofvogels je ziet. Steenmarters ook. Kieviten willen rommelig land doorsneden met geultjes, waterplassen erop, ze houden van open plekken - maar de meeste boeren zaaien turbogras.
De muizenplaag van afgelopen jaar: omdat de mens een muizenwalhalla maakte van het land, met z'n lage waterstand en met z'n turbogras. De ganzenplaag: idem. Die ganzen blijven, omdat het grasland hier geweldig is.
Tot zover Eddy en Toine.
Het beeld dat oprijst uit dit citaat is dat natuur en cultuur vechten om de vrije ruimte. Geld verdienen strijdt met genieten van wat nog natuurlijk lijkt.

Kees de Pater van Vogelbescherming Nederland schreef in een ingezonden brief op 6 februari:
Koeien vroeg de wei in sturen is niet zonder meer goed voor weidevogels. Staatssecretaris Van Dam wil boeren belonen met 750 euro als ze hun koeien vroeg het land in sturen. Dat zou goed voor het vee en de weidevogels zijn. Dat laatste valt te betwijfelen. Alleen bij een heel klein aantal koeien per oppervlakte kunnen sommige soorten weidevogels, zoals de kievit, er iets aan hebben. Bij hoge aantallen koeien wordt het land kaal gegraasd en hebben weidevogels er niets aan. Voor onze nationale vogel, de grutto, haalt deze maatregel sowieso niets uit. Die broedt niet in weilanden waar kort daarvoor koeien hebben gegraasd.

Tot zover de Pater.

Onder druk van de export wordt alles vloeibaar.

08 april 2015

WUR zoekt niet naar wat wel schadelijk is

De universiteit van Wageningen (WUR) meldt in advertenties in dagbladen waarnaar ze zoal onderzoek doen.
Deze teksten zijn de omgekeerde wereld. In de producten van bio-industrie zitten stoffen die niet goed zijn voor onze gezondheid. De WUR onderzoekt producten waarin iets schadelijks nu juist niet in is gestopt. Biologische boeren gebruiken geen kunstmest en bestrijdingsmiddelen. In hun producten, of het nu over plantaardig voedsel of zuivel gaat zitten dus geen resten die duiden op het gebruik van kunstmest en bestrijdingsmiddelen.
De WUR zou juist onderzoek moeten doen naar de ongewenste stoffen die in de reguliere landbouw en veeteelt worden gebruikt en het voor het publiek gemakkelijker maken om die producten te vermijden. Dat verhoogt de kwaliteit van het leven van een consument en van dieren.
Nu draagt onderstaande test alleen bij aan het opsporen van fraudeurs die willen profiteren van de hogere prijs van biologische eieren.

Achtergronden bij onze advertenties

Verstopt in het ei
Biologische eieren zijn duurder dan vrije-uitloop- of scharreleieren. Maar op het oog is er geen verschil. Wageningse onderzoekers ontwikkelden daarom een test om te controleren of ‘biologische eieren’ dat etiket ook echt verdienen.
Betrouwbare keuringen geven consumenten de geruststelling dat zij bij het paasontbijt krijgen waarvoor ze betaald hebben. De clue zit in het ei verstopt. Stoffen in het eigeel verraden of de kip biologisch voer kreeg. Door opsporing van voedselfraude mogelijk te maken draagt Wageningen UR bij aan de kwaliteit van leven.

13 maart 2015

Laat kievitten met rust

Op woensdagavond 11 maart reikte Rinie van der Zanden, Provinciale Statenlijsttrekker voor de Partij voor de Dieren Fryslân, een oorkonde uit aan kunstenaar ('potzenmaker') Jan Ketelaar uit Drachten in het Revalidatiecentrum te Beetsterzwaag. Reden voor de PvdD Fryslân om Ketelaar te huldigen is diens idee voor een nieuw beloningsbeleid voor zogenaamde ‘eerste kieviteivinders’. Hij schonk burgemeester Van Bekkum (gemeente Smallingerland) verleden jaar een bronzen ei om aan een vinder te kunnen geven – op voorwaarde dat die het 'echte eitje' ongemoeid zou laten. Van Bekkum accepteerde het ei en erkende de noodzaak. 'Het onderwerp ligt gevoelig in Friesland, maar ik durf de discussie wel aan'.

Ketelaars initiatief komt voort uit ongerustheid over de vogelstand in Friesland. Hij vindt dat wie werkelijk om vogels geeft, ze met rust moet laten. Dat het zoeken van kievitseieren een Friese traditie is, onderschrijft hij, maar hij vindt dat als het echt alleen om het zoeken gaat, iemand er ook een foto van kan maken. Het idee van Ketelaar verdient volgens de PvdD Fryslân bewondering en navolging, want weidevogels hebben het voornamelijk door menselijk handelen bijzonder zwaar. Voor de PvdD Fryslân is de afschaffing van het kievitseirapen, dat in heel Europa alleen in Friesland nog niet verboden is, een speerpunt bij de Provinciale Statenverkiezingen van 18 maart.

10 juni 2013

Van wie zijn de weidevogels?

Hier in Friesland hoor ik regelmatig mensen praten over 'ús greidefûgels' (onze weidevogels). Dat men die vogels - kievit, grutto, tureluur, scholeksters etc. - zo waardeert is natuurlijk prachtig. Maar vaak krijgt die sympathie nogal bedenkelijke trekjes. De greidefûgel heeft een aantal zgn. natuurlijke vijanden. Zoals daar zijn b.v. de vos en de roofvogel.
De adoratie voor de greidefûgel gaat bij vele 'natuurmensen' zo ver dat men bereid is genoemde predatoren genadeloos te vervolgen en liefst uit te roeien. Want, zo zegt men, de slechte stand van de populatie greidefûgels is te wijten aan optreden van de predatoren.
Gemakshalve wordt dan even vergeten dat juist de zeer ingrijpend veranderde landbouwmethoden van de mens de leefomstandigheden van de greidefûgel nadelig hebben beïnvloed. Overbemesting, laag grondwaterpeil, monocultuur van Engels raaigras, het zijn allemaal zaken die de populaties in kwantitatieve zin ernstig hebben aangetast.
In Fryslân komt daar natuurlijk nog dat idiote gebruik van kievitseieren rapen bij. Per jaar mogen er officieel ruim 6000 eieren door de eierrapers worden meegenomen en verorberd. Officieus gaat een veelvoud van het quotum mee onder de pet. Dit wordt gezien als een 'beloning' voor het feit dat na de raapperiode er aan 'nazorg' wordt gedaan, zoals nesten markeren zodat de boeren die kunnen ontzien bij het werk op het land. Hoe goed dat laatste wellicht ook bedoeld, het gestruin door de weilanden brengt veel onrust te weeg en veel deskundigen zijn van mening dat dat markeren niet alleen de boer, maar ook predatoren, wijst waar de nesten liggen.
Kortom, de toch al drastisch uitgedunde stand, wordt dan ook nog 'geteisterd' door de predatoren. Hoewel dat volkomen natuurlijk is. Niet de vos of de buizerd zorgt voor de achteruitgang van de populatie, maar de mens. En ja, als dan ook diezelfde mens, in plaats van de hand in eigen boezem te steken, de schuld bij de predatoren neerlegt, heb je de wereld op de kop gezet. Met veel sentiment wordt geklaagd dat 'ús greidefûgels' ten onder dreigen te gaan aan de roofdieren. In de eerste plaats zijn het ónze greidefûgels helemaal niet. Ze zijn (er) net zo goed van en voor de predatoren. En in de eerste plaats voor zichzelf.
Niet de vos en de buizerd moeten worden bestreden - lees gedood! - maar de mens zou eens bij zichzelf te rade moeten gaan of het misschien in de landbouw ook een tandje minder kan en het eigen (economische belang) niet altijd per definitie te laten prevaleren boven dat van natuur en milieu.

23 januari 2012

Partij voor de Dieren tegen ontheffing verbod op rapen van kievitseieren

Ook dit jaar verleent de provincie Friesland vermoedelijk ontheffingen om tussen 1 en 31 maart kievitseieren te rapen. Overal elders in Europa is dit verboden, maar in Friesland is het dier vanwege een zogenaamde ‘cultuurhistorische traditie’ vogelvrij. De Partij voor de Dieren Friesland is mordicus tegen deze uitzonderingsregel.

Grondwaterpeilverlaging, het gebruik van grote, niets ontziende landbouwmachines en verarming van voedselaanbod in weidegronden en vroeg in het seizoen maaien, maken het de kievit al moeilijk genoeg om te overleven. Vanaf 1996 is het aantal broedende kieviten in Friesland met 52% gedaald.

De Faunabescherming en diverse weidevogelbeschermers uit omringende provincies – en ook uit Friesland zelf - pleiten al jarenlang tegen de instandhouding van deze zoveelste aanslag op het bestaan van de kievit, maar de leden van de Bond Friese VogelWachten (BFVW) beweren dat ze de kievit ‘alleen willen beschermen als ze ook eitjes mogen rapen’.

Sinds 2006 geldt een provinciaal maximum van 6934 geraapte kievitseieren, met een maximum van 15 eieren per persoon. Moeilijk te controleren, vooral ook omdat het voor veel van deze hobbyisten van belang is ‘de eerste’ van de provincie of van de eigen gemeente te zijn. De strijd is dus hevig. Het eerste kievitsei wordt aangeboden aan de Commissaris van de Koningin. Daarnaast wordt ook in iedere gemeente in Friesland (en dat zijn er 27) het eerste gemeentelijke eitje aan de burgemeester aldaar aangeboden.

Vogelkenners menen dat kieviten zich aanpassen aan het veranderende klimaat en daarom steeds vroeger eieren leggen. De kuikens van deze eerste legsels zijn volgens hen sterker en zorgen voor sterker nageslacht. En uitsluitend deze vroeg geboren kieviten kunnen het jaar daarop al voor nageslacht zorgen. Door het rapen van eieren en het markeren van de nesten maken rapers geursporen die het roofdieren gemakkelijk maakt de nesten vervolgens verder leeg te roven en krijgen eerste legsels helemaal geen kans meer. De zogenaamde “nazorg” is daarmee een van de belangrijkste oorzaken voor het verloren gaan van de legsels van weidevogels.
De BVFW beweert dat het rapen van eerste legsels geen kwaad kan en dat kieviten gemakkelijk twee of zelfs drie nesten kunnen produceren. Rapen zou ‘goed zijn voor de soort’. Daarbij worden de eitjes als lekkernijen beschouwd.

Op dit moment verblijven er in Nederland, door het zachte en natte weer, relatief grote aantallen kieviten.
De Partij voor de Dieren vraagt de provincie Friesland met klem deze kans aan te grijpen en de kievit op alle fronten te helpen zich te herstellen.
Daar past het belang van een kleine groep hobbyisten om een achterhaalde en dieronvriendelijke hobby uit te oefenen niet bij.

17 juli 2011

Mishandeling kippen in Nederland weer voor tien jaar gelegaliseerd

Het is uiteraard stil gehouden, maar daarom in kleine kring en achter gesloten deuren niet minder uitbundig gevierd: De lage kostprijs in de pluimveehouderij is weer voor tenminste tien jaar veilig gesteld.

Dat gebeurde via een brief van staatssecretaris Henk Bleker op 13 juli aan de Tweede Kamer waarin hij de volksvertegenwoordiging meedeelde dat de vrijstellingsregeling dierenwelzijn voor pluimvee zal worden verlengd.

Dat zit zo:
Per 1 september 2001 zijn in Nederland diverse ingrepen bij pluimvee verboden. Het gaat daarbij om:
-het verkorten van de boven- of ondersnavel bij kippen en kalkoenen jonger dan 10 dagen;
- het verwijderen van een deel van de achterste teen bij hanen;
- het verwijderen van sporen bij hanen;
- het verwijderen van kammen bij hanen;

Het besluit maakte destijds een einde aan de ongehoorde mishandeling van de tientallen miljoenen kippen die jaarlijks in ons land worden gefokt.
Want, zoals bekend, wij lopen hier ten opzichte van Europa als het gaat om dierenwelzijn voorop.

Niet dus.

De inkt van het ingrepenbesluit was nog niet droog of er kwam een vrijstellingsregeling. Die vrijstelling werd voor een periode van vijf jaar verleend, op voorwaarde dat de sector zou zoeken naar alternatieven voor de gelegaliseerde dierenmishandeling. Want dat was die vrijstelling natuurlijk.

In 2006 werd de vrijstelling met vijf jaar verlengd omdat er nog steeds geen alternatieven waren gevonden voor het onverdoofd wegknippen of wegbranden van kippesnaveltjes.

We zijn intussen weer vijf jaar verder. Nederland zegt nog steeds voorop te lopen op het gebied van dierenwelzijn in de intensieve veehouderij, en dus wordt de vrijstelling voor gelegaliseerde kippenmishandeling andermaal verlengd.

De kippenhouders hebben maar meteen van de gelegenheid gebruik gemaakt dat er nu een staatssecretaris op landbouw zit die desnoods zelf de kippesnavels komt knippen of branden als hem dat stemmen oplevert. En dus kreeg dr. Henk Bleker (CDA, sic) een voorstel onder de neus om deze keer maar meteen maar voor tien jaar een vrijstelling te verlenen. En zo geschiedde. Tot 20 jaar nadat we het verboden hebben, mag er nog steeds worden ge-snavel-knipt. Onverdoofd. Dat wel natuurlijk.

De staatssecretaris is zo’n enorme dierenvriend dat ze daar bij de Partij voor de Dieren nog een punt aan kunnen zuigen. En dus moet het snavelknippen voortaan met een infrarood straal gebeuren. Dat zou, mits goed uitgevoerd, minder pijnlijk zijn dan met een schaartje of een heet gemaakte plaat ijzer.

De staatssecretaris erkent overigens met de invoering van de infrarood behandeling dat met de gebruikelijke methoden (knippen of branden) pijn wordt veroorzaakt. En dat infrarood niet pijnloos is. Maar daar maalt een beetje rentmeester niet om. Immers, leven is lijden.

De infrarood behandeling is dus, naar zeggen van de staatssecretaris, minder pijnlijk. Mits goed uitgevoerd. Die laatste toevoeging doet alle nu nog ongeboren kippen al bij voorbaat huiveren. Als de behandeling niet goed wordt uitgevoerd, heeft de kip haar hele korte leven pijn.
Er is voor die kippen één, zij het schrale, troost. Er komt ongetwijfeld een ontheffing voor het gebruik van de infrarood behandeling. Immers, een schaartje is altijd goedkoper dan een infrarood-apparaat.

Het meest krankzinnige van de hele zaak is natuurlijk dat terwijl de sector nog eens tien jaar de tijd krijgt om naar een alternatief te zoeken, dat alternatief al lang bekend en voor handen is:

MINDER KIPPEN PER VIERKANTE METER!

Maar ja, dan gaat de kostprijs omhoog en kunnen de ruim 1000 houders van legkippen niet meer concurreren op de wereldmarkt. En dan gaan ze misschien wel failliet. En dan moeten ze iets anders gaan doen in plaats van de hele dag op hun luie reet zitten kijken naar het wonder dat verminkte kippen toch eieren blijven leggen.

Want zo is het natuurlijk wel. Er zijn in Nederland ruim 1000 ondernemers die, dankzij de vrijstelling dierenwelzijn, jaarlijks 30 miljoen kippen mogen verminken. Naast deze dierenverminking ook nog eens zorgen voor een niet uit te poetsen permanente stankgolf in de omgeving van hun stallen. Het milieu gebruiken als afvalputje voor hun mest. Gelegaliseerd. Dat wel natuurlijk. En als toetje wordt de burger ook nog eens trakteert op een serie bacteriën die in de kippenstallen resistent zijn gemaakt voor antibiotica.

Samengevat: U, als burger, vindt het goed dat er jaarlijks alleen al in de kippenhouderij 30 miljoen dieren gelegaliseerd mogen worden verminkt.
U vindt het goed dat in de wijde omgeving van kippenstallen de lucht in stank wordt gezet. Het was u misschien ontschoten, maar in de natuur betekent stank: gevaar!
U vindt het goed dat het milieu als afvalputje voor stront wordt gebruikt.
U vindt het goed dat u straks niet meer beter gemaakt kan worden als u ziek wordt. Harder gesteld: U vindt het goed dat u straks voortijdig sterft. Langzaam, want het stervensproces door ontstekingen gaat traag en is uiterst pijnlijk, maar dit terzijde.

En dat alles om 1000 boeren die zich zelf ondernemer noemen aan een boterham te helpen?

Het kan bijna niet anders of er moet in die eieren ook een stofje zitten dat ons gezond verstand uitschakelt.

Misschien iets om over na te denken als u straks weer eens een eitje tikt?

28 februari 2009

Kievitseieren rapen schaadt de overlevingskansen van de soort

Eieren rapen dwingt kievit tot fatale broedstrategie

In het februarinummer van Vogelnieuws van de Vogelbescherming, wordt de stelling van Joop Jukema verdedigd dat het kievitseieren rapen het voortbestaan van de soort bedreigt. Uit deze tekst een aantal citaten.
Ervaren Friese rapers berekenden dat mogelijk 45.000 kievitseieren worden geraapt per broedseizoen, terwijl het formeel toegestane aantal is 6934. Maar het massale zoeken verstoort ook broedende vogels en leidt predators naar nesten.
Vanwege de opwarming van de aarde en het eerder beginnen van het voorjaar, hebben veel vogelsoorten hun eerste eileg vervroegd. Soms met wel drie weken.
Uit diverse onderzoeken blijkt dat ze daarmee succesvol zijn; latere legsels zijn minder kansrijk. De kievit wordt door de eieren rapers de kans ontnomen om in die trend mee te gaan, zegt Jukema. Hij taxeert die trend als een evolutionaire ontwikkeling en stelt vast dat de soort dus in Friesland wordt geblokkeerd in die noodzakelijke ontwikkeling.
De soort wordt juist met het rapen van eieren gemanipuleerd naar een broedschema dat volledig indruist tegen natuurlijke en biologische wetten.
Waar de Bond van Friese VogelWachters (BFVW) redeneert dat vroege legsels toch gedoemd zijn om te mislukken, daar voert Jukema aan dat het tegendeel waar is: de allervroegste legsels leveren de sterkste nazaten op. Onder normale voorjaarsomstandigheden wordt in Fryslân van de meeste kieviten op het gangbare
boerenland het eerste legsel geraapt. Zo wordt de soort de kans ontnomen om het beste legsel te bebroeden en tevens wordt de soort daarmee gedwongen zijn vervolglegsel ná 1 april te produceren.
De uitkomstdatum ligt dan in de eerste week van mei; de tijd dat in Fryslân de weilanden platgemaaid en kaalgeschoren worden. Dat leidt tot een onherroepelijke catastrofe onder onze weidevogels, zoals voor de grutto op basis van slaapplaatstellingen is aangetoond (Kleefstra 2005).
De na het maaien nog verspreid aanwezige groene grasstrookjes, die met zorg en inspanning door de nazorger zijn gemarkeerd als aanduiding en bescherming voor een legsel, blijken na enige dagen veelal verlaten of leeggeroofd te zijn. Na dit tweede broedsel doen kieviten vermoedelijk nog een verwoede poging een derde broedsel te produceren. Plaatstrouwe paren lopen een groot risico na vier à vijf weken met de tweede snee opnieuw te worden uitgemaaid. Alleen kieviten die de keuze maken te switchen naar een maïsperceel of een reservaatgebied maken nog een reële kans om succesvol te broeden met een uitkomstdatum rond 1 juni; biologisch gezien het meest ongunstige tijdstip.”

Er is een simpele oplossing voor bovenstaande probleem die tevens de eierraper zou kunnen bekoren: dat is dat de eierzoekers het zoeken staken op de dag nadat het eerste ei is gevonden.

09 november 2008

Is onze landbouw deel van de oplossing of juist het probleem?

Edwin Timmer schrijft op E-farm.nl zondag 09 November 2008 onder de titel ‘Hollandse boer klimaatkampioen’ (gedeeltelijk geciteerd).

Het meest klimaatbewuste vlees komt van Nederlandse varkens- en kippenbedrijven. Minister Verburg (Landbouw) wil daarom wereldwijd de boer op met het concept van onze intensieve pluimvee- en varkenshouderij. Geen enkele andere vorm van vleesproductie is zo zuinig met ruimte en grondstoffen, aldus onderzoek naar milieueffecten van de consumptie van eiwitproducten. Dat is aanlokkelijk voor landen die hun CO2-uitstoot willen beperken. „Onze landbouw is een deel van de oplossing”, zegt Verburg. „Waarom zouden we niet proberen onze kennis in de rest van de wereld te verkopen”?

De studie van Blonk Milieu Advies zet het klimaatvraagstuk en de Nederlandse landbouw „eindelijk in het juiste perspectief”, verzucht Verburg. In tegenstelling tot alle lelijke aantijgingen van de Partij voor de Dieren, blijkt de Nederlandse boer de ware klimaatkampioen. Kost de productie van een kilo Braziliaans rundvlees 59 kilo CO2, Nederlands varkensvlees zit op 4,5 kg CO2. Onze kip doet het zelfs beter dan tofu, omdat deze vleesvervanger meer fossiele brandstof vereist. O ja, en als je echt bevreesd bent voor klimaatverandering, kun je biologisch vlees het beste laten liggen.

Het geheim achter onze lage CO2-uitstoot is dat kippen en varkens met weinig voer en in korte tijd slachtrijp worden. Daar doet een rund op de Braziliaanse pampa’s jaren over. Die langzame groei geeft aan de andere kant wel een subliem dierenwelzijn. „Kleinere bedrijven zouden beter zijn voor het dierenwelzijn. Maar nieuwe, moderne intensieve veeteeltbedrijven kennen vaak een zorgvuldiger dierenwelzijn”.

De CO2-zuinigheid neemt toe als gas uit mest binnenkort de eerste stadswijken verwarmt. Verburg: „Dat begint in Leeuwarden. Ook stadsbussen gaan erop rijden. Ik zie dat een heel hoge vlucht nemen”. Verder zouden zowel consumenten als producenten minder moeten ’morsen’ op weg van het land naar het bord. Ongeveer een derde gaat nu nog verloren. „Kleinere porties, de schijf van vijf en minder voedsel weggooien, scheelt bijna evenveel uitstoot als het laten staan van een gehaktbal”.

De CO2-uitstoot die vrijkomt bij productie van vlees, vis of vleesvervangers loopt ook te sterk uiteen om simpele conclusies uit te trekken. „Eén stuk vlees per week minder eten is geen oplossing. Want wanneer je als alternatief meer zuivel gaat eten of vleesvervangers als quorn of valess, dan blijkt de verandering in CO2-uitstoot minimaal. Bij kaas ligt het zelfs hoger dan bij kip of varken”. Alleen een veganistisch dieet, zonder vlees, zuivel, eieren of vis – maar met af en toe een gefrituurd krekeltje – is echt CO2-zuinig.
Tot zover Edwin Timmer.

In haar rapport komt Blonk Milieu Advies (BMA) echter tot totaal andere bevindingen. De laatste aanbeveling wordt overgeslagen, want deze is onbegrijpelijk geformuleerd. BMA concludeert als volgt.

Zowel de producten vanuit de melkveehouderij als de producten uit de extensieve en intensieve veehouderij hebben een substantiële bijdrage aan het broeikaseffect en het ruimtebeslag vanwege Nederlandse consumptie.
  • Het vervangen van dierlijke eiwitproducten door plantaardige producten geeft een reductie in het broeikaseffect. De hoogte van die reductie is afhankelijk van de keuze van plantaardige alternatieven. Geraamd wordt dat met de huidige op de markt zijnde plantaardige product alternatieven een besparing van maximaal ca. 6 Mton CO2-eq. per jaar kan worden behaald. Daarvoor zou heel Nederland moeten overschakelen op een volledig plantaardige voeding. Op die manier wordt ook het ruimtebeslag van de Nederlandse consumptie teruggebracht met ca. 12.500 km2.
  • Deze aanzienlijke potentiëlen gelden voor een extreem scenario dat in ieder geval op de korte termijn niet realistisch is. Meer realistische scenario’s zoals een dag geen vleesconsumptie geeft een reductie van 0,4 tot 1,1 Mton, afhankelijk van de mate van “plantaardigheid” van de vervanging. De hoogste besparing van ca. 1,1 Mton wordt behaald door een dag geen zuivel, geen eieren en geen vlees(waren). Alleen een dag geen zuivel geeft een besparing van 0,4 Mton en een dag geen vlees bij de warme maaltijd een besparing van 0,6 Mton. Vervanging van vleesproducten door zuivelproducten geeft gemiddeld genomen geen besparing.
  • Het verschuiven in de consumptie van typen vlees heeft eveneens een hoog reductiepotentieel. Het broeikaseffect van eiwitrijke producten zou wanneer de vleesconsumptie nog slechts zou bestaan uit uitsluitend de minst broeikasintensieve vleessoort (kip) 3,5 Mton CO2-eq. per jaar lager zijn. Het ruimtebeslag zou op die manier teruggebracht kunnen worden met ca. 11.000 km2.
  • Consumptie van eiwitrijke producten conform de richtlijnen goede voeding geeft een besparing van ca. 1,4 Mton CO2-eq. per jaar en een besparing op ruimtebeslag van ca. 5900 km2. Gezonder eten ten aanzien van eiwitproducten (wat minder vlees, wat meer vis en iets meer zuivel) geeft dus een bijdrage aan een verminderd broeikaseffect en een lager beslag op biodiversiteit. Een eerste kanttekening hierbij is dat het biodiversiteiteffect van verhoogde visconsumptie buiten beschouwing is gebleven. Een tweede kanttekening is dat dit potentieel wellicht groter is omdat de gehanteerde cijfers voor de consumptie van eiwitrijke producten mogelijk onderschat zijn.

Tot zover Blonk Milieu Advies.

De bevindingen van BMA onderschrijven de bevindingen van Timmer zeker niet, integendeel. Wanneer Timmer minister Verburg goed citeert dan moeten we concluderen dat de Agrosector haar financiële belangen probeert te verdedigen door in de aanval te gaan met halve waarheden, hele verdraaiingen en suggestieve redenaties. Het is een absurde stelling om de lengte van het kortere leven van een dier uit de bio-industrie aan te voeren als een factor die leidt tot lagere CO2 uitstoot dan van een ander dier dat langer mag leven. Vleesvervangers zijn er in soorten en maten. Valess is gemaakt van zuivel. Geen wonder dat die CO2 uitstoot groter is dan die van gewone zuivel. Een veganistische levenswijze heeft niets te maken met de consumptie van gefrituurde krekel. Veganisten zijn wel goed maar niet gek.
De boerensector en het ministerie van LNV worden blijkbaar in de praktijk zo weinig tegengesproken dat zij meent te kunnen volstaan met het aandragen van volstrekte onzin in de klimaatdiscussie om de belangen van de sector veilig te stellen. Het wordt tijd dat het publiek wakker wordt en haar electorale macht en invloed als consument aanwendt om de partijdige en onverantwoord besturende overheid paal en perk te stellen.

06 augustus 2008

Nederlandse grond bevat te veel dioxine

Het is wonderlijk hoe Wageningse wetenschappers om de hete brij weten te dansen. De grond in Nederland bevat door luchtvervuiling teveel dioxine. Wanneer je kippen buiten laat lopen dan komt die dioxine terecht in de eieren en daarmee in degene die deze eieren eet. Voor koeien gold dat (vroeger ook) bij weides onder de rook van oude vuilverwerkingsovens.
Dit feit is niet prettig voor die boeren en consumenten die graag zuivel eten van dieren die buiten lopen. Vandaar dat de boodschap heel omzichtig wordt gebracht.

Lees maar eens het onderstaande bericht in het Agrarisch Dagblad van 5 augustus 2008:

Het dioxinegehalte in biologische eieren is te beïnvloeden via het uitloopgedrag van de leghennen.

In combinatie met een monitoringprotocol is het dioxineprobleem van biologische eieren in principe beheersbaar. Dat stellen onderzoekers van de Animal Sciences Group en het instituut Rikilt, beide onderdeel van de Wageningen Universiteit.

De universiteit doet al sinds zomer 2001 onderzoek naar dit fenomeen. Doelstelling was om meer te weten te komen over de achtergronden en om mogelijkheden te vinden het probleem van een hoge dioxinegehalte in biologische of uitloopeieren beheersbaar te maken.

Uit het onderzoek bleek dat grote biologische bedrijven minder last hebben van te hoge dioxinegehalten dan de kleinere bedrijven. Bij bedrijven met minder dan honderd leghennen is de kans op een normoverschrijding ongeveer 90 procent. Naarmate de koppels groter worden neemt de kans op een normoverschrijding af.

Volgens de onderzoekers komt dit doordat de dieren in grotere koppels minder in contact komen met de bodem. Naarmate de bedrijven groter worden komen de dieren minder buiten. Op veel van dergelijke bedrijven gaan de uitloopluiken pas later op de ochtend open en waardoor de dieren korter buiten kunnen lopen.

Een andere factor is het gedrag van de dieren zelf. Naarmate het aantal dieren in een stal groter is, maken de dieren minder gebruik van de uitloop.

De onderzoekers toonden verder aan dat het vervangen van vervuilde grond het gehalte in de eieren direct beïnvloedt. Een dioxineprotocol, waarbij de eieren regelmatig worden onderzocht op dioxinegehalte is onderdeel van de IKB Ei-regeling.

Onderzoeker Aize Kijlstra: "Het grootste probleem zit bij de kleine biologische bedrijfjes met huisverkoop die niet zijn aangesloten bij de IKB regeling. Die eieren hebben vaak te hoge dioxinegehalten."

21 februari 2006

Kievitseieren rapen niet toegestaan.

Met de naderende terugkeer van de kievit in Friesland nog maar weer even de laatste stand van zaken over het verbieden van Kievitseieren zoeken in herinnering. Ook de Friese vogelliefhebber wordt gevraagd om gepaste afstand te bewaren tot de weidevogel. Nesten beschermen: ja, eieren rapen en predatoren schieten: nee.

Vogelbescherming roept op tot samenwerking

Vogelbescherming Nederland is tevreden met de uitspraak van de afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State. Deze besloot 7 december 2005 om de door de Rechtbank Leeuwarden uitgesproken schorsing van de eerder door de Provincie Friesland verleende ontheffing voor het rapen van kievitseieren, te bekrachtigen. Tegen deze ontheffing, die niet voldeed aan de Europese Vogelrichtlijn, maakte Vogelbescherming met succes bezwaar. Vogelbescherming maakt zich overigens grote zorgen over de drastische achteruitgang van de akker- en weidevogels in ons land. Zij roept dan ook een ieder op om in goede samenwerking door te gaan met de beschermingsactiviteiten, waarbij de rol van boeren en vrijwilligers essentieel is.
Het nieuwe project `Boerenland-Vogelland', gaat zich naast weidevogels ook richten op vogels van akkers en kleinschalig cultuurlandschap. Van deze coalitie maken deel uit: Landschapsbeheer Nederland, Natuurlijk Platteland Nederland, De Landschappen en Vogelbescherming Nederland.
Het gaat met onze akker- en weidevogels in Nederland dermate slecht dat alle zeilen moeten worden bijgezet om de neerwaartse spiraal te stoppen.
Tot zover het (verkorte) persbericht.

De oorzaken van de achteruitgang van veel weidevogels zijn divers. De meeste hebben te maken met de afname van oppervlakte en kwaliteit van geschikt broedgebied. De Vogelbescherming noemt de volgende oorzaken voor de teruggang van de grutto.

1. Door verstedelijking en aanleg van wegen en recreatiebosjes is het geschikte broedgebied van weidevogels de afgelopen tijd kleiner geworden. De voortdurende claim op landbouwgronden voor bedrijfsactiviteiten en woningbouw bedreigt de voor weidevogels noodszakelijke rust en openheid verder;
2. Intensieve landbouw is een van de hoofdoorzaken van de achteruitgang. De boeren bewerken de weilanden steeds intensiever. Meer bemesting zorgt voor snellere grasgroei. Het gras kan daardoor al vroeg gemaaid worden hetgeen met steeds snellere en grotere maaimachines gebeurd. Te vroeg en te snel en te grootschalig voor weidevogels. Veel nesten worden vernield en jongen gedood. Onvoldoende jonge grutto's groeien op om de populatie op peil te houden.
3. Het waterpeil is in veel gebieden gedaald. Grutto's hebben met hun lange snavels behoefte aan een vochtige grond met een relatief hoog waterpeil. Verlaging van het peil zorgt er voor dat grutto's niet voldoende bij het voedsel, wurmen, kunnen komen.
4. Predatie is een natuurlijk gegeven met tot op zekere hoogte een negatieve invloed op behoud en herstel van de populatie weidevogels. Er is veel door emotie gevoede discussie over predatie door vossen, katten en kraaien.

Weliswaar gaat dit over grutto's en niet over kievitten, maar duidelijk is dat de eieren zoeker hierbij niet genoemd wordt. Het rapen van eieren verlaagt de overlevingskans van de vroege broedsels. In koudere tijden werd dit argument nogal eens gebruikt om het kievitseieren rapen te verdedigen. Nestmarkeren is beter, maar dan moet het nest niet een gemakkelijke prooi zijn voor de slimmere predatoren.
Het zou een goede zaak zijn wanneer de Friese vrijwilligers de boeren zouden helpen bij het ontzien van alle nesten in het weiland en akkerland. Liever nesten markeren dan predatoren schieten.

Zie ook het contactblad Relatie Mens en Dier van Rechten Voor Al Wat Leeft

Leeswijzer


Kijk op Facebook voor onze reactie op de actualiteit.
Aanbeveling: Thema's of steekwoorden vindt u via de labels onderaan de pagina of op Animal Freedom. Klik hier voor de laatste bijdragen.
Klik hier voor het beleid om uw privacy te beschermen.

Waarom dit blog?

De Nederlandse veehouderij is vooral gericht op zoveel mogelijk voor de export te produceren onder het motto “meer, meer, meer en groot, groter, grootst”. Dit heeft negatieve gevolgen voor zowel de dierenwelzijn, biodiversiteit, het milieu, het klimaat, de portemonnee en de gezondheid van burgers en ook voor welwillende boeren.
Dit blog verzamelt kritische artikelen die de wurggreep beschrijven waarin de veehouderij zichzelf heeft vastgezet. Zo willen we niet alleen een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de kwaliteit van het leven voor alle belanghebbenden, maar ook aan een schone, gezonde omgeving en een beter dierenwelzijn.

Ook de argumentatie dat dieren grondrechten hebben kan beter en meer aansluiten op hoe mensen voor zichzelf vinden dat recht moet gelden. Alle dier(soort)en kunnen in hun recht op vrijheid als (intrinsiek) evenwaardig aan mensen beschouwd worden. Dierenrechten zijn mensenrechten, die mensen de kans geeft om voor dieren op te komen.
Dieren, bijv. in de intensieve veehouderij, worden behandeld als een object in plaats van een subject met gevoelens en rechten.

De snelheid en het aantal dier(soort)en dat we voortdurend gebruiken is immens. De bijdrage aan onze welvaart en economie van de agrosector is gering. De oplossing is simpel en van niemand anders dan van ons zelf afhankelijk.

Dierenrechten in woord en beeld

Vrijheid is ook een intrinsiek grondrecht voor dieren. Dieren zijn geen dingen Dierenrechten zijn mensenrechten. Mensen moeten voor dieren kunnen opkomen wanneer hun grondrecht wordt geschonden.
logo van Animal Freedom yin en yang
Lees hier over de redenen waarom dieren recht op vrijheid hebben. Lees hier waarin mens en dier evenwaardig zijn.