Mens en dier zijn (intrinsiek) evenwaardig in hun recht op vrijheid

Bij de Stichting Animal Freedom leest u over de gedachte achter dierenrechten.
Hier leest u over ontwikkelingen in de agrosector en de gevolgen voor dieren(rechten).
Alle levende wezens zijn verschillend maar evenwaardig in het recht op vrijheid op een natuurlijk leven.
Een dier is (net als een mens) geen ding of een object.
Dierenrechten zijn mensenrechten. Mensen moeten kunnen ingrijpen wanneer mensen dieren misbruiken of onrecht aandoen.
Posts tonen met het label ecoduct. Alle posts tonen
Posts tonen met het label ecoduct. Alle posts tonen

09 september 2023

De voor- en nadelen van wildbeheer door de wolf en door plezierjagers

Kan de wolf een goede beheerder zijn van wild?

Edelherten en zwijnen zijn voedsel voor de wolf. De wolf komt vrijwel in geheel ons land voor, maar dat geldt door discutabele inperking van leefgebieden niet voor al zijn prooidieren. Uit gebrek aan geschikt voedsel wil de wolf zich dan ook regelmatig vergrijpen aan vee.
Het wilde zwijn is volgens de Flora- en faunawet (vanaf 1 juli 2016 de Wet natuurbescherming) een beschermde inheemse diersoort. Maar in de praktijk stelt deze bescherming niet veel voor. Wilde zwijnen zijn namelijk in bijna alle provincies aangewezen als soort waarvan het aantal beperkt dient te worden. Bijna overal streeft men een nulstand na (geen zwijnen). Men is bang dat de dieren ziektes verspreiden die de intensieve veehouderij bedreigen. Alleen in delen van Gelderland (de Veluwe) en Limburg (de Meinweg) worden wilde zwijnen toegestaan.
Al in 2010 werd de kansenkaart ‘Wilde Zwijnen in Nederland’ gepresenteerd door De Zoogdiervereniging, ARK Natuurontwikkeling en Alterra - Wageningen Environmental Research. Uit dit onderzoek naar geschikte leefgebieden blijkt dat in tientallen natuurgebieden in Zuid-, Midden- en Oost-Nederland plek zou kunnen zijn voor everzwijnen.
 

Voor edelherten geldt geen gevaar voor het verspreiden van dierziekten. Het gebied waar deze dieren wordt toegestaan om zich te verspreiden is vermoedelijk hetzelfde als van de wilde zwijnen.
In Nederland zijn ecoducten onderdeel van de ecologische hoofdstructuur, die als doel heeft de biodiversiteit te bevorderen. Momenteel telt Nederland 30 ecoducten (wildwissels of wildviaducten). Nog ongeveer 20 zijn er gepland. Sommige ecoducten zijn met hekken afgesloten voor doorgang van zwijnen. Edelherten springen over deze hekken en kunnen zich in principe via alle ecoducten verspreiden over ons land, maar zijn waarschijnlijk in even weinig provincies als het everzwijn welkom. Men vreest voor verkeersongelukken en landbouwschade.
 

Wie mag het wildbeheer in ons land doen?

Nederland kent een kleine 30.000 plezierjagers. Deze jagers doen met plezier het beheer van wild. Echter de wolf kan het ook, maar dan moet het vee in de weides wel worden beschermd en moeten er voldoende prooidieren in het leefgebied van een wolf aanwezig zijn. Wanneer in ons land de plezierjacht zou worden verboden en het beheer van wild en voorkomen van wildschade zou worden over gelaten aan de wolf en andere roofdieren dan zouden er in de praktijk slechts een handvol beheerjagers nodig zijn voor extreme gevallen van populatiegroei.

Wildbeheer door de wolf

Voordelen

  1. Natuurlijk evenwicht. Wolven zijn natuurlijke roofdieren en spelen een rol in het handhaven van het evenwicht in het ecosysteem. Ze reguleren populaties van prooidieren, zoals herten, reeën  en zwijnen, wat kan helpen voorkomen dat deze populaties te groot worden en de vegetatie overmatig consumeren.
  2. Biodiversiteit. Het natuurlijke gedrag van wolven kan de biodiversiteit bevorderen door het creëren van dynamische ecosystemen. Dit kan een positieve invloed hebben op verschillende planten- en diersoorten.
  3. Ecologisch herstel. In gebieden waar wolven zijn geherintroduceerd, zijn sommige ecosystemen hersteld doordat het opjagen de graasdruk op planten verminderde, wat op zijn beurt weer gunstig was voor andere dieren.

Nadelen

  1. Impact op vee. Wolven kunnen een bedreiging vormen voor vee, vooral in gebieden waar veehouderijen grenzen aan wolvenhabitat.
  2. Mogelijke verstoring van menselijke activiteiten. De aanwezigheid van wolven kan invloed hebben op menselijke activiteiten, zoals recreatie en landbouw. Mensen moeten mogelijk hun gedrag aanpassen (bijvoorbeeld niet voeren) om conflicten met wolven te voorkomen.
 

Wildbeheer door plezierjagers

Voordelen

  1. Populatiebeheer. Plezierjacht kan worden gebruikt als een tool voor populatiebeheer. Het kan helpen overbevolking van bepaalde diersoorten voorkomen en zorgen voor een evenwichtige verhouding tussen prooidieren en hun omgeving.
  2. Economische voordelen. Plezierjacht kan landeigenaren economische voordelen opleveren door het genereren van inkomsten voor jachtvergunningen.

Nadelen

  1. Ethiek. Er is veel debat over de ethiek van plezierjacht, met name wanneer het gaat om het doden van dieren voor recreatieve doeleinden. Doden voor het plezier hoopt heftige emoties op bij tegenstanders.
  2. Impact op populaties. Ongecontroleerde afschot door plezierjagers kan leiden tot te grote afname van populaties en zelfs bedreiging van sommige diersoorten. Overmatige jachtpraktijken kunnen de biodiversiteit aantasten.
  3. Ecologische verstoring. De aanwezigheid van jagers in een gebied kan ecologische verstoring veroorzaken, waardoor dieren hun natuurlijke gedrag veranderen en ecosystemen uit balans raken.

Samenwerking op allerlei niveaus is essentieel

Het beheer van een wildpopulatie op een natuurlijke wijze vereist een integrale aanpak die ecologische, sociale en economische aspecten integreert. Daarnaast is samenwerking tussen verschillende belanghebbenden, waaronder natuurbeschermingsorganisaties, overheidsinstanties en lokale gemeenschappen, van groot belang voor succesvol wildbeheer.

  • Zorg voor een gevarieerd en gezond leefgebied voor wilde dieren. Dit omvat voldoende voedsel- en waterbronnen, schuilplaatsen en gebieden voor voortplanting.
  • Zorg voor ecologische corridors waarmee wilde dieren zich kunnen verplaatsen tussen verschillende leefgebieden. Dit is vooral belangrijk om genetische diversiteit te behouden en populaties gezond te houden.
  • Bescherm kleinvee tegen predatoren door middel van degelijk hekwerk, de inzet van herders of door dieren 's nachts binnen te laten overnachten.
  • Voer als overheid regelmatig monitoring en onderzoek uit om inzicht te krijgen in de gezondheid van populaties, migratiepatronen en andere relevante factoren.
  • Educatie en betrokkenheid van de lokale gemeenschap zijn essentieel. Mensen moeten op de hoogte worden gebracht van de rol van wilde dieren in het ecosysteem en hoe ze kunnen bijdragen aan het behoud ervan.
  • Houd rekening met de mogelijke effecten van klimaatverandering op habitats en pas beheerstrategieën dienovereenkomstig aan.


17 mei 2018

Op welke principe zou natuurbeleid moeten stoelen?

Nu het gras weer groeit in de Oostvaardersplassen en de wolf oprukt in de weilanden wordt het tijd om de filosofie achter het natuurbeleid op te frissen.
Natuur gedijt wanneer planten en dieren vrij kunnen migreren. Oud-staatssecretaris Henk Bleker besloot het geld dat de overheid gereserveerd had om natuurgebieden met elkaar te verbinden toe te wijzen aan de agrosector. Het geven van ruim baan aan het uitrijden van mest door de veehouderij heeft de kwaliteit van de vrije natuur sindsdien verder achteruit geholpen. Het aantal insecten halveert en soorten dreigen uit te sterven en de (her)introductie van dieren leidt tot felle discussie. Er gaat iets niet goed in ons welvarende land.

Voor- en tegenstanders van het opsluiten van paarden, herten en runderen op een kale vlakte doen emotionele uitspraken. Wolven verkennen ons land en vooralsnog levert dat dode schapen op. Welk leven telt zwaarder? Een dood schaap of een dode wolf? Is het een kwestie van intrinsieke waarde? Het is een schijnvraag, maar toch. Want welk argument zou moeten gelden wanneer we praten over natuurbeleid? Dat mensen van dieren houden? Schapenhouders en veehouders zeggen van hun dieren te houden en dat ze daarom de wolf willen afschieten. Ze houden niet van wolven en nog minder van gedode schapen.

Het is doodnormaal en een teken van vrije meningsuiting dat de mens van het ene dier houdt en van het andere niet. Sommige mensen die van dieren houden, houden geen huisdieren en sommige consumenten die de smaak van vlees waarderen eten geen vlees. Houden van dieren is geen betrouwbaar of doorslaggevend argument om natuurbeleid op te baseren.
Het aanhouden van een ecologische balans maakt meer kans. Het gesprek moet dan gevoerd worden over welke economische activiteiten moeten worden verminderd en wie financiële compensatie krijgt voor het maken van ruimte. In het geval van schapenhouders moet de vraag beantwoord worden of dat het onder een normale zorgplicht valt dat er een hek rond een weiland komt dat effectief roofdieren als een wolf buiten houdt. Of dat een hond wordt opgeleid om de kudde dag en nacht te bewaken. Wie gaat dat betalen of moet de schapenhouder eieren voor zijn geld kiezen en stoppen met het houden van schapen?

Natuurminnend Nederland heeft weerstand om te betalen voor toegang tot vrije natuur. Men wil vrije toegang tot wandelpaden gedurende de uren dat de zon schijnt. Een hek om vrije natuur voelt als een tegenstelling. Stilteplekken en rustgebieden in natuurgebieden worden daarom bij voorkeur ontoegankelijk gemaakt voor het publiek door het verhogen van het waterpeil. Denk bijvoorbeeld aan vernatting van de heide, die daardoor weer meer op een moeras gaat lijken. Dat je ’s winters ongehinderd naar binnen kunt schaatsen is minder bezwaarlijk want dan is de verstoring van dieren minder erg.

In een ideale samenleving houden mens en dier vrije bewegingsruimte en wordt dat beschermd wat anders gevaar loopt te worden overlopen of overreden. Ecoducten over en onder snelwegen beschermen het dier dat in het kader van voortplanting of voedsel zoeken wil trekken, migreren en foerageren.
Natuurbeleid zou gebaseerd moeten zijn op hetzelfde recht dat mensen aanhouden voor een rechtvaardige samenleving, namelijk recht op vrijheid. Dat recht kunnen we doortrekken naar dieren. Recht op vrijheid betekent niet dat wie beperkt wordt in het economische verkeer ook daarvoor per definitie wordt gecompenseerd. Schadevergoeding is altijd een kwestie van overleg over redelijkheid. Heeft degene die schade lijdt wel voldoende gedaan om schade te voorkomen of voldoende tijd gehad om een alternatief te zoeken.

Beleid opzetten op basis van natuurlijke vrijheid is van alle tijden en daarmee de beste garantie voor duurzaamheid en ecologische balans.

22 september 2017

Paluduct als constructieve natuurbrug tussen twee moerassen

Caspar Janssen loopt een jaar lang door Nederland en brengt al doende het landschap in kaart, en daarmee de planten, dieren, mensen en kwesties van het Nederlandse land.
In aflevering 86 in de Volkskrant beschrijft hij een paluduct: een verbinding over een snelweg waarmee dieren aan weerszijde, levend in een moeras kunnen migreren naar soortgenoten.

‘Er wordt al volop van gebruikgemaakt, door reeën, hazen, muizen, vlinders, libellen, baarzen en kikkers, ook de otter liet er al sporen na.
Je zou zeggen: de wakkere burger weet wel raad met dit soort dure ongein, maar dat ligt toch anders. De maatregelen komen juist voort uit het massale verzet tegen de aanleg van de weg, die dwars door de Noardlike Fryske Wâlden loopt, officieel Nationaal Landschap. Goed, besloot de provincie, dan halen we alles uit de kast om het leed te verzachten, we geven het hele gebied zelfs een opknapbeurt: het landschap, de natuur en de recreatie. Vandaar de faunapassages, een spectaculaire passage over de Falomsterfeart (een fly-over), de nieuwe elzensingels, de geplante bomen, de 'ecologische oevers', de wandelpaden. Alle registers gingen open. Nog niet alles is klaar, maar ik, als kinderlijk fan van faunapassages, vind dit nu al de beste en de mooiste snelweg van de wereld.”

16 oktober 2014

Omdenken bij de jaarlijkse verhongering in de Oostvaardersplassen

Henk Bleker en Dion Graus discussieerden bij Jeroen Pauw over het jaarlijks terugkerende fenomeen dat 30% van de dieren in de Oostvaardersplassen verhongeren.
Dion Graus meldt dat we een zorgplicht hebben omdat het gebied besloten is en dieren niet vrij op zoek kunnen gaan op de Veluwe naar voedsel. Henk Bleker noemt dit argument niet realistisch omdat dit teveel geld en landbouwgrond kost.
Graus ziet als oplossing om de dieren jaarlijks te injecteren met een middel dat de voortplanting tegen gaat en Bleker pleit voor preventieve afschot zodat er voldoende voedsel overblijft. Het zijn bekende argumenten en de strijd is vooral een charme offensief.

Afhankelijk hoe je tegen dierenwelzijn en dierenrechten aankijkt zijn dit politiek bruikbare oplossingen. Voor wie vrijheid als grondrecht voor dieren serieus neemt is de oplossing een ecoduct bouwen onder of over het Veluwemeer en zo de dieren vrij te laten bewegen op zoek naar voedsel. Ondertussen kun je met anticonceptie de omvang van de populatie beperkt houden. Niet iedere grote grazer hoeft te blijven. De Nederlandse boeren produceren 3x zoveel voedsel dan in ons eigen land wordt verkocht. Het is best denkbaar om kosten van het ecoduct te compenseren met de gewonnen natuurwaarde en besparing op kosten die de overproductie van de Nederlandse veehouderij de belastingbetaler opleveren.

08 november 2012

Herten op ecoduct bejaagd

Uit de Stentor.
De provincie Gelderland laat herten afschieten om te voorkomen dat er anders te veel herten het ecoduct over de A28 bij Hulshorst oversteken.
Het ecoduct is weliswaar speciaal voor de dieren gemaakt, maar bewoners van Hulshorst en Hierden wilden de bouw ervan alleen toestaan als het aantal herten dat er gebruik van zal maken beperkt blijft. Zij vrezen anders overlast en schade aan landbouwgewassen. De provincie ging daar in mee.
Tot zover de Stentor.

Marianne Thieme stelt hierover Kamervragen.
Vragen van het lid Thieme (Partij voor de Dieren) aan de staatssecretaris van Economische Zaken over het afschieten van herten omwille van openstelling ecoduct.
  1. Kent u het bericht ‘Teveel herten bij Ecoduct A28. Provincie laat dieren afschieten’?
  2. Is het waar dat Rijkswaterstaat het initiatief heeft bij de aanleg van ecoducten en die aanleg dus geen provinciaal beleid betreft? Zo nee, wie heeft dan het initiatief genomen voor de aanleg van het ecoduct over de A28 bij Hierden?
  3. Is het waar dat het ecoduct bij Hierden uit rijksgelden is aangelegd en niet uit Provinciale middelen? Zo ja, wat zijn de totale directe en indirecte kosten van de aanleg geweest en hoe verhoudt die uitgave zich tot het afschieten van de dieren voor wie het ecoduct bedoeld is?
  4. Is het waar dat de Provincie eerder heeft aangegeven geen afschot te zullen plegen in een straal van 250 meter rond ecoducten en hoe kan worden zeker gesteld dat jagers zich niet in slagorde rond die straal opstellen om makkelijk dieren af te schieten?
  5. Deelt u de mening dat bij het kennelijk ontbreken van draagvlak bij de bevolking van Hierden voor de aanwezigheid van grote hoefdieren, selectieve afsluiting van het ecoduct meer voor de hand ligt dan afschot van grote hoefdieren rond het ecoduct? Zo nee, waarom niet? Zo ja, bent u bereid met de provincie in overleg te treden om een diervriendelijke oplossing van dit probleem te bereiken?
  6. Kunt u aangeven wat de logica is van de aanleg van een ecoduct dat een voedselarme zone (de Veluwe) en een voedselrijke zone (landbouwgronden in Hierden en Flevoland) met elkaar verbindt? Zo nee, waarom niet?
  7. Kunt u aangeven welke strategische afweging gemaakt is bij de aanleg van een ecoduct tussen een voedselrijk en een voedselarm gebied, en waarom de discussie over afschot pas tot stand komt na aanleg van het ecoduct?
  8. Deelt u de mening dat de aanlegkosten voor het betreffende ecoduct niet alleen weggegooid geld zijn wanneer grote hoefdieren geen onbelemmerde passage krijgen, maar dat er zelfs sprake is van een miljoenensubsidie voor hobbyjagers die de herten nu nog makkelijker voor de loop van het geweer krijgen?
    Zo ja, op welke wijze wilt u zich inzetten om deze impasse te doorbreken? Zo nee, waarom niet?
  9. Deelt u de mening dat de rijksoverheid de regierol dient te nemen, wanneer conflicten die betrekking hebben op de Ecologische Hoofdstructuur, dierenwelzijn en investeringen uit rijksmiddelen aan de orde zijn en leiden tot maatschappelijke verontwaardiging? Zo nee, waarom niet?
Tot zover Marianne Thieme.

voerbak

De Stentor spreekt over bewoners waar de lezer wordt geacht te lezen “boeren”. Boeren zijn bang voor vraat aan landbouwgewassen en overdracht van dierziekten. Vraat en ziekten kosten hun geld. De jagers spelen hier op in door zich bij de ecoducten op te stellen en de overstekende dieren te schieten. Het vlees gaat naar de poelier en de jager heeft zijn ontspanning, maar de hobby moet natuurlijk niet te veel tijd kosten. Zo zijn er al jagers die een sms-je krijgen wanneer dieren zich binnen een bepaalde zone van hun jachthut begeven. Gemak dient de mens.
Het wordt tijd dat we onze open ruimte en samenleving zo inrichten dat wild zich vrij kan bewegen over de Ecologische HoofdStructuur (EHS) en dat iedereen de handen op een creatieve en diervriendelijke ineenslaat om de dieren daarbinnen te houden. De voedselvoorziening in Nederland en de wereld is niet afhankelijk van de vaderlandse boeren. Die produceren voornamelijk voor de export.

10 mei 2012

Laat de natuur niet meer over aan farizeeers

Marcel van Dam constateert in de Volkskrant dat we afglijden naar een afrekendemocratie. Volgens hem gaat politiek vooral om het verwerven van banen en macht. Regeringen worden door een flink deel van het electoraat niet langer gezien als hoeders van het algemeen belang, maar als vijanden van het volk, in dienst van anonieme machten die het volk een poot uit willen draaien.

Van Dam:
Geleidelijk aan is de politiek overgenomen door mensen die zo lenig van geest zijn dat ze de rol van farizeeërs willen spelen. Over hen staat geschreven: 'Ze bundelen alle voorschriften tot een zware last en leggen die de mensen op de schouders, terwijl ze zelf geen vinger uitsteken om die te verlichten.'
Het prototype van zo'n witgepleisterd graf is Henk Bleker, de laatst aangemelde kandidaat-lijsttrekker van het CDA - nadat elf kandidaten hem waren voorgegaan en hij herhaaldelijk had verklaard niet beschikbaar te zijn als lijsttrekker, tenzij er niemand anders was om het te doen.
Bleker was, naast Verhagen, de kwade genius die het CDA de gedoogcoalitie met de PVV in rommelde. Ook toen had hij 'geen enkele ambitie om naar Den Haag te gaan'. Nadat hij zijn judasrol had vervuld, werd hij staatssecretaris. In die functie slaagde hij erin de gedurende vele jaren opgebouwde, kostbare ecologische hoofdstructuur, sieraad van het natuurbeleid, voor een flink deel waardeloos te maken. Wie van Harderwijk over de A28 naar Nunspeet rijdt, komt onder een ecoduct door dat net klaar is maar dankzij Bleker geen functie meer heeft. Jolande Sap was zo vriendelijk daarvoor in het 'Kunduz-akkoord' medeverantwoordelijkheid te nemen. Ik stel voor dat viaduct het Bleker/Sap-monument van verspilling te noemen.
Oh ja, Jack de Vries vraagt of u Henk niet de maat wilt nemen.
Tot zover van Dam in de Volkskrant.

Misschien dat u als kiezer een wat lichter gemoed heeft wanneer u zich realiseert dat u veel geld kunt besparen en er een last van uw schouders kan glijden door bij de komende verkiezingen een echt natuurvriendelijke stem uit te brengen. En daarmee een halt kunt roepen aan degenen die u een poot uitdraaien en door wie u zich een oor aan laat naaien.

30 januari 2012

Laffe jagers schieten wild bij ecoducten

Vragen van Anja Hazekamp (Partij voor de Dieren) aan de staatssecretaris van Economische zaken, Landbouw en Innovatie over het schieten van dieren nabij ecoducten.

Wild heeft recht op rustgebieden waar het ook echt met rust wordt gelaten. Daarnaast moet wild kunnen trekken in tijden van voedselschaarste. Willen we een rechtvaardig faunabeleid, dan moet wild wat zich ophoudt op plaatsen waar het geen schade kan aanrichten er verzekerd van kunnen zijn dat het niet bejaagd wordt. Zo kun je dieren leren wat veilige gebieden zijn en wat een gebied is waar hun aanwezigheid niet op prijs wordt gesteld.
Ook dieren moeten op de mens kunnen vertrouwen.
Dat jagers graag een dier in het vizier willen hebben om te kunnen schieten geeft hen niet het recht om dat dier op te zoeken op plaatsen waar we het vertrouwen van dieren niet willen beschamen.

PvdD Tweede Kamerlid Anja Hazekamp stelt Kamervragen over het bejagen van dieren op deze kwetsbare plaatsen.

  1. Bent u op de hoogte van het doodschieten van dieren door jagers nabij een ecoduct?
  2. Is het waar dat in de nabijheid van ecoducten door jagers geschoten mag worden op overstekende dieren? Zo ja, om welke ecoducten gaat het dan? Zo nee, waaraan ontleent u die zekerheid?
  3. Kunt u aangeven bij welke ecoducten er een verbinding gecreëerd is tussen voedselarme gebieden (zoals de Veluwe) en voedselrijke landbouwgronden (zoals bij Hierden)? Kunt u aangeven welke maatregelen getroffen worden om te voorkomen dat dieren die op zoek zijn naar voedsel geschoten worden?
  4. Kunt u in het geval van ecoduct bij Hierden aangeven of er afspraken zijn over het aantal edelherten en zwijnen dat gedoogd zal worden in het landbouwgebied en wat de plannen zijn met dieren die niet binnen dergelijke afspraken passen?
  5. Deelt u de mening dat het ongepast is miljoenen euro’s te investeren in de aanleg van ecoducten om dieren een veilige oversteek te bieden, en die dieren vervolgens door jagers af te laten schieten? Zo nee, waarom niet?
  6. Bent u bereid een landelijk afschotverbod in te stellen in een ruime zone rond ecoducten? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke termijn en wijze?

23 december 2011

Gaat belang boeren boven bewegingsvrijheid wild?

Op 15 december maakte Eenvandaag een beetje jolige uitzending over een hek dat was geplaatst op een ecoduct. Dit hek zou herten moeten weerhouden om het pas aangelegde ecoduct op te gaan. Volgens de provincie werd dit gedaan omdat de begroeiing op het ecoduct nog niet gereed was om aanvreten door passerend wild te overleven.
Mogelijk is dat het geval, maar in de uitzending werd ook gesuggereerd dat aanwonende boeren bang zijn voor dierziekten in hun stallen.
Eenvandaag schrijft:
Eén van de redenen voor het uitstellen van de openstelling voor groot wild zijn de boeren die bang zijn voor schade door bijvoorbeeld dierziektes. De provincie zit daardoor in een spagaat. Het wil opkomen voor twee grote belangrijke sectoren in de provincie, namelijk de natuur en haar ecologische verbindingen en de agrarische sector. Voordat het groot wild toelaat op de ecoducten wil het draagvlak vinden in de nabije omgeving van de ecoducten.

Vereniging Het Edelhert vreest dat dit draagvlak ver weg blijft en dat de door natuurorganisaties verwelkomde ecoducten voorlopig dicht blijven voor de trek van het grote wild. En niet zonder reden, want de agrarische sector voelt zich onder dit kabinet gesterkt om op te komen voor hun rechten.

Het geheel was aanleiding voor de PvdD om vragen te stellen aan staatssecretaris Henk Bleker:

Vragen van het lid Thieme aan de staatssecretaris Economische Zaken, Landbouw en Innovatie over het op slot blijven van ecoducten op de Veluwe voor groot wild.
  1. Is het waar dat ecoducten op slot blijven voor groot wild?
  2. Wat vindt u ervan dat de ecoducten op de Veluwe, die bedoeld zijn om dieren de mogelijkheid te geven om vrij te kunnen trekken over de Veluwe en naar andere gebieden, op slot blijven?
  3. Deelt u de mening dat het risico op de verspreiding van dierziekten via een ecoduct erg gering is? Zo nee,op welk concreet onderzoek baseert u zich?
  4. Indien u van mening bent dat het risico op verspreiding van dierziekten via een ecoduct groot is, waarom is deze zorg niet eerder in beschouwing genomen?
  5. Wat vindt u ervan dat de provincie de belangen van lokale boeren voorop stelt en voorbij gaat aan het brede draagvlak in Nederland voor de aanleg en openstelling van deze ecoducten?
  6. Deelt u de mening dat de ecoducten zo gauw mogelijk moeten worden opengesteld, zodat zij het doel dienen waarvoor ze zijn aangelegd en dieren vrij over de Veluwe kunnen trekken. Zo ja, hoe gaat u dit doen? Zo nee, waarom niet?

18 december 2008

In de komende tien jaar moeten nog 28 ecoducten worden gebouwd

Ecoducten, oversteekplaatsen voor wild, bestaan 20 jaar, in totaal 10. In de komende jaren zijn er nog 28 gepland. De eerste ecoducten in Nederland waren, eind 1988, Terlet en de Woeste Hoeve. In 2018 moeten ze, in het kader van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS), allemaal af zijn.

Een ecoduct, wildwissel, natuurbrug of wildviaduct is een viaduct waarbij (meestal) de bovenste laag gereserveerd is om dieren een weg te laten oversteken. Boombruggen zijn oversteekplaatsen voor bijvoorbeeld eekhoorns en boommarters. Ze bevinden zich doorgaans tussen bomen, hoog in de lucht. Ecoduikers zijn doorgangen voor kleine zoogdieren en amfibieën. Een voorbeeld zijn looprichels onder bruggen voor kleine dieren.
Bij een ecoduct is de maatregel tegelijkertijd een soort natuurgebied boven een snelweg. Ecoducten worden gebouwd als onderdeel van de Ecologische Hoofdstructuur.

Daadkracht?

Het is te hopen dat politici de aanleg van de resterende ecoducten niet vertragen als gevolg van de economische crisis.
Ecoducten zijn ook belangrijk bij het behoud van biodiversiteit. Van de website van het VROM: Biodiversiteit is het leven in alle mogelijke soorten en vormen: dieren, planten en micro-organismen. Biodiversiteit staat voor de rijkdom aan leven om ons heen. Vaak praat men over 'groen' en 'natuur' terwijl men biodiversiteit bedoelt. Nederland probeert deze rijkdom zoveel mogelijk te beschermen.
Volgens het VROM “werkt biodiversiteit”. We helpen het VROM hopen. Het gaat slecht in de bouwsector. Via versnelde aanleg van faunapassages kan deze sector worden ondersteund.
Het zou ook mooi zijn als de opgesloten dieren in de Oostvaardersplassen in de Flevopolder via de aanleg van een extra natuurgebied Horsterwold aansluiting zouden krijgen bij hun soortgenoten op de Veluwe.

Dat de slagvaardigheid van de overheid in de aanleg van "landschapselementen als ecoducten" niet gegarandeerd is laat ook Planbureau voor de Leefomgeving weten in een recente publicatie:
Het landschapsbeleid van de overheid blijkt vooralsnog weinig effectief. Op de drie beleidsvelden die in de Nota Ruimte worden onderscheiden, namelijk basiskwaliteit voor het hele Nederlandse landschap, specifiek beleid voor Nationale Landschappen en de ontwikkeling van groene recreatiegebieden rond de grote steden (de rood-groen-balans), blijken de beleidsdoelen met het huidige beleid veelal buiten bereik te blijven.
De problemen bij het halen van doelen laten zien dat het niet lukt om alle positieve maatschappelijke en politieke aandacht voor het landschap om te zetten in een effectieve bescherming en een investeringsprogramma. De positie van het landschapsbeleid is blijkbaar niet erg sterk. Dit heeft diverse oorzaken:
  • het landschapsbeleid heeft een zwakke positie bij een hoge ruimtedruk;
  • de beleidsinstrumenten van landschapsbeleid zijn veel zachter dan die voor verstedelijkings of infrastructuurbeleid
  • het is vaak onduidelijk welke landschapskwaliteiten precies beschermd moeten worden;
  • de handhaving van bestemmingsplannen is vaak gebrekkig;
  • de financiering van landschapsbeheer en aanleg van nieuwe landschapselementen is onvoldoende.
Tot zover het PBL. Het PBL heeft het weliswaar niet over ecoducten, maar ook deze vallen onder "positieve maatschappelijke aandacht voor het landschap".

Leeswijzer


Kijk op Facebook voor onze reactie op de actualiteit.
Aanbeveling: Thema's of steekwoorden vindt u via de labels onderaan de pagina of op Animal Freedom. Klik hier voor de laatste bijdragen.
Klik hier voor het beleid om uw privacy te beschermen.

Waarom dit blog?

De Nederlandse veehouderij is vooral gericht op zoveel mogelijk voor de export te produceren onder het motto “meer, meer, meer en groot, groter, grootst”. Dit heeft negatieve gevolgen voor zowel de dierenwelzijn, biodiversiteit, het milieu, het klimaat, de portemonnee en de gezondheid van burgers en ook voor welwillende boeren.
Dit blog verzamelt kritische artikelen die de wurggreep beschrijven waarin de veehouderij zichzelf heeft vastgezet. Zo willen we niet alleen een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de kwaliteit van het leven voor alle belanghebbenden, maar ook aan een schone, gezonde omgeving en een beter dierenwelzijn.

Ook de argumentatie dat dieren grondrechten hebben kan beter en meer aansluiten op hoe mensen voor zichzelf vinden dat recht moet gelden. Alle dier(soort)en kunnen in hun recht op vrijheid als (intrinsiek) evenwaardig aan mensen beschouwd worden. Dierenrechten zijn mensenrechten, die mensen de kans geeft om voor dieren op te komen.
Dieren, bijv. in de intensieve veehouderij, worden behandeld als een object in plaats van een subject met gevoelens en rechten.

De snelheid en het aantal dier(soort)en dat we voortdurend gebruiken is immens. De bijdrage aan onze welvaart en economie van de agrosector is gering. De oplossing is simpel en van niemand anders dan van ons zelf afhankelijk.

Dierenrechten in woord en beeld

Vrijheid is ook een intrinsiek grondrecht voor dieren. Dieren zijn geen dingen Dierenrechten zijn mensenrechten. Mensen moeten voor dieren kunnen opkomen wanneer hun grondrecht wordt geschonden.
logo van Animal Freedom yin en yang
Lees hier over de redenen waarom dieren recht op vrijheid hebben. Lees hier waarin mens en dier evenwaardig zijn.