Mens en dier zijn (intrinsiek) evenwaardig in hun recht op vrijheid

Bij de Stichting Animal Freedom leest u over de gedachte achter dierenrechten.
Hier leest u over ontwikkelingen in de agrosector en de gevolgen voor dieren(rechten).
Alle levende wezens zijn verschillend maar evenwaardig in het recht op vrijheid op een natuurlijk leven.
Een dier is (net als een mens) geen ding of een object.
Dierenrechten zijn mensenrechten. Mensen moeten kunnen ingrijpen wanneer mensen dieren misbruiken of onrecht aandoen.
Posts tonen met het label dierproeven. Alle posts tonen
Posts tonen met het label dierproeven. Alle posts tonen

21 december 2016

De Wil tot mededogen voor dieren

Van Wikipedia en uit Trouw.

Arthur Schopenhauer was een van de eerste denkers die fel ageerden tegen vivisectie.

Als gevolg van zijn monistische filosofie van de wil was Schopenhauer zeer bezorgd over het welzijn van dieren. Voor hem zijn alle individuele dieren, inclusief de mens, in wezen hetzelfde, het zijn fenomenologische manifestaties van de ene onderliggende Wil. Het woord "Wil" betekende voor hem kracht, macht, impuls, energie en verlangen; het is het beste woord dat we hebben om zowel de echte essentie van alle externe dingen en ook onze eigen directe, innerlijke ervaring aan te duiden. Omdat alles in principe Wil is, zijn mens en dier fundamenteel hetzelfde en kunnen zij zich herkennen in elkaar. Om deze reden beweerde hij dat een goed persoon sympathie voor dieren heeft als lotgenoten in het lijden.

Compassie voor dieren is nauw verbonden met goedheid van karakter, en het is redelijk om te veronderstellen dat iemand die wreed is jegens levende wezens geen goed mens kan zijn.

Niets leidt met meer zekerheid tot een erkenning van de identiteit van de essentiële natuur in dierlijke en menselijke verschijnselen dan een studie van de zoölogie en de anatomie.

De veronderstelling dat de dieren geen rechten hebben en de illusie dat onze behandeling van dieren geen morele betekenis heeft, is een schandalig voorbeeld van de westerse grof- en barbaarsheid. Universeel mededogen is de enige garantie van moraliteit.

In 1841 prees hij de oprichting van de dierenbescherming (SPCA) in Londen en de Vereniging van Dierenvrienden in Philadelphia. Schopenhauer protesteerde zelfs tegen het gebruik van het onzijdig lidwoord "het" om naar dieren te verwijzen, omdat het ertoe leidde dat dieren behandeld worden alsof het levenloze dingen zijn. Om zijn punt te maken verwees Schopenhauer naar anekdotische rapporten van de blik in de ogen van een aap die geschoten was en ook het verdriet van een baby olifant wiens moeder was gedood door een jager.

10 december 2014

Proefdieren nog steeds kind van de rekening

Ron van ’t Pad, namens de werkgroep Partij voor de Dieren Noord-Brabant

OPINIE: Brabantse politiek blijft in het hokje dierproeven.

Voor velen onder ons is het ondenkbaar dat er nog met dierproeven wordt gewerkt. De mainstream media houdt zich er muisstil over; het is natuurlijk ook geen populair onderwerp. Vaak wordt je als burger pas geconfronteerd met de omstandigheden waaronder de proefdieren –van aapje via beagle tot muis- de experimenten moeten ondergaan als je zelf naar informatie gaat zoeken. Maar dit stuk gaat niet over hoe de proefdieren worden uitgehongerd, levend worden verbrand en op andere manieren worden gemarteld. Ik wil u vertellen over good men who do nothing. De 18e eeuwse politiek filosoof Edmund Burke was ervan overtuigd dat het voor de triomf van het kwaad alleen maar nodig is dat goede mensen geen actie ondernemen. De kwestie dierproeven is hier een uitstekend voorbeeld van.

Er is een deel van de bevolking dat nog steeds van mening is dat dierproeven noodzakelijk zijn voor de vooruitgang van onze beschaving. Nu wil het ongeluk ook nog eens dat dit deel van de bevolking royaal vertegenwoordigd is in de politiek. Zo heeft de Brabantse gedeputeerde van Economische Zaken en Bestuur Bert Pauli op vrijdag 14 november 2014 nog gezegd dat hij niet van plan is om zelfs maar een inspanning te leveren om alternatieven te zoeken voor dierproeven. Volgens de gedeputeerde zijn dierproeven nog steeds noodzakelijk voor de ontwikkeling van medicijnen, zijn alternatieven niet voorhanden en kunnen bepaalde middelen (op Europees niveau) niet worden goedgekeurd zonder dat die eerst zijn getest op proefdieren. Sterker nog, hij wil de bedrijven die werken met dierproeven zelfs nog wel een financieel steuntje in de rug geven door leningen te verschaffen. En waarom zou hij ook anders beslissen? Moreel gezien zijn er talloze bezwaren tegen dierproeven, maar wettelijk is het nog steeds toegestaan. Het lijden van miljoenen dieren schijnt niet op te wegen tegen het financiële voordeel ervan, terwijl met alternatieven dezelfde resultaten kunnen worden bereikt.

Wat mij en vele andere Nederlanders betreft, is het tijd dat hier verandering in komt. Maar is er wel hoop voor de proefdieren? Is er wel een reële kans op verandering in de attitude van de politiek als zelfs de SP, toch de meest sociale partij in de Brabantse coalitie, niet voor een motie van de Partij voor de Dieren wil stemmen waarin de provincie wordt gevraagd om in de toekomst geen dierproeven meer te financieren? De motie vond bij niemand steun afgezien van GroenLinks en de Onafhankelijke Statenfractie Noord-Brabant. Let wel, het gaat bij dierproeven lang niet altijd om het testen van baanbrekende medicijnen. Aan het testen van bijvoorbeeld handcrème en deodorant komen nog steeds proefdieren te pas, terwijl hier even goed menselijke huid voor kan worden gebruikt die overblijft na cosmetische ingrepen.

De SP, waarvan statenlid Veerle Slegers in haar jongere jaren zelfs politiek actief was tegen dierproeven, lijkt het nu allemaal wel best te vinden in het kader van de vooruitgang. Het zou voor mij juist een teken zijn dat onze beschaving een groeispurt maakt als dierproeven worden verboden

10 januari 2012

Proefdiervrij van negatief naar positief

DEN HAAG (ANP) – Belangenorganisatie Proefdiervrij stopt met het voeren van directe acties. „Het gaat niet meer over het stoppen met dierproeven. Dat wekt alleen maar weerstand op”, licht directeur Marja Zuidgeest maandag toe.
Dinsdag (10 januari 2012) lanceert de instelling haar nieuwe lijn: het stimuleren van de ontwikkeling van proefdiervrije technieken. Proefdiervrij is de grootste organisatie in Nederland die specifiek opkomt voor de belangen van proefdieren, stelt ze zelf.
Tot zover het ANP.

Op de site van Proefdiervrij formuleert zij haar missie als volgt:
Proefdiervrij gelooft dat door de ontwikkeling van innovatieve onderzoekstechnieken proefdieren op een dag niet meer nodig zullen zijn.
Proefdiervrij ziet zich als de motor achter de ontwikkeling van proefdiervrij onderzoek. Alleen door dierproeven te vervangen en nieuwe wetenschappelijke ontwikkelingen zonder gebruik van proefdieren te stimuleren zal Proefdiervrij haar doel, de vervanging van alle dierproeven, bereiken.
Proefdiervrij heeft drie speerpunten:
• Zelf investeren in proefdiervrij onderzoek.
• Stimuleren van bedrijven/instellingen en onderzoekers om innovatief in te zetten op vernieuwing in onderzoek waar geen dier aan te pas komt.
• Breed maatschappelijk draagvlak creëren om innovatie in onderzoek te stimuleren, het proefdier voorbij.

04 september 2009

Doe onderzoek, gericht op welzijn van mens en dier, in het openbaar

Uit berichtgeving van het Nederlands Dagblad (11 augustus 2009) bleek dat het kabinetsvoornemen om te komen tot het verminderen van het aantal dierproeven niets terecht komt.

De resultaten van dierproeven moeten openbaar worden gemaakt en verzameld in een database. GroenLinks-Tweede Kamerlid Tofik Dibi wil het aantal proeven op dieren verminderen.

Dibi heeft volkomen gelijk, maar nog mooier is wanneer de opzet van die openbaarheid erop gericht is om dierproeven overbodig te maken.
Eigenlijk zou het resultaat van alle onderzoek dat wordt gedaan ten behoeve van het welzijn van levende wezens, mens en dier, openbaar moeten zijn. Het hoeft de samenleving niet zoveel geld te kosten om wetenschappers te betalen en te motiveren om bepaald onderzoek alleen te doen onder de voorwaarde dat het resultaat door iedereen vrij gebruikt mag worden. Het zou voor onderzoekers nog aantrekkelijker worden wanneer politici en wetenschappers er juist een erezaak van zouden maken in een gezonde, competitieve sfeer uitgedaagd te worden, wie het meeste via openbare onderzoeksmethoden bijdraagt aan het welzijn van mens en dier.
Dit kan goed samengaan met het verbod op het gebruik van dieren voor onderzoek.

27 juli 2009

Partij voor de Dieren wil af van overtollig proefdiergebruik

Persbericht PvdD. Den Haag, 27 juli 2009 – De Partij voor de Dieren wil dat er een einde komt aan het fokken en doden van overtollige proefdieren. In Nederland worden jaarlijks meer dan 400.000 dieren ‘in voorraad’ gedood in fokkerijen en laboratoria: dieren die wel zijn gefokt in het kader van dierexperimenteel onderzoek, maar die nooit in een dierproef worden gebruikt. De Partij voor de Dieren vindt het onbestaanbaar dat dit hoge aantal slachtoffers van dierproeven niet wordt aangepakt door de overheid.

Het aantal proefdieren dat ‘in voorraad’ wordt gedood komt bovenop het aantal dieren dat daadwerkelijk wordt gebruikt in experimenten. De afgelopen jaren is hun aantal explosief gestegen. Daarmee is het totaal aantal dieren dat gebruikt wordt in het kader van dierexperimenteel onderzoek veel hoger dan de overheid wil doen geloven. Het ministerie van VWS en de Voedsel en Warenautoriteit, het orgaan dat belast is met het toezicht op dierproeven, communiceren dat in Nederland ‘slechts’ zo’n 600.000 dierproeven per jaar worden verricht. Zij stellen daarbij dat het aantal dierproeven in Nederland langzaam afneemt. Wat zij er niet bij vertellen, is dat sinds 2005 het totaal aantal dieren dat voor dierproeven wordt gefokt en gedood weer veel hoger ligt dan de jaren ervoor. Waar het gemiddelde in de jaren 2002-2004 op 880.000 stond, werden in 2005, 2006 en 2007 steeds rond de 1 miljoen dieren opgeofferd in het kader van dierproeven.

Redenen voor het overschot aan proefdieren zijn volgens wetenschappers dat zij voor hun onderzoek alleen gebruik willen maken van dieren met een bepaald geslacht of van dieren met een bepaalde leeftijd. De dieren die overblijven worden afgemaakt. Een andere belangrijke oorzaak is gelegen in de toegenomen genetische manipulatie: het proces om één genetisch gemanipuleerde diersoort te creëren, kost talloze dieren het leven.

In antwoord op eerdere vragen van Kamerlid Esther Ouwehand stelde minister Klink van VWS dat het aantal overtollige proefdieren uit zichzelf tot het minimum beperkt zou blijven als resultaat van een efficiënte bedrijfsvoering in proefdierfokkerijen en laboratoria. Nader onderzoek naar deze problematiek vond hij dan ook niet nodig. De Partij voor de Dieren wil wel meer zicht op de processen die leiden tot de dood van zoveel overbodige proefdieren. Esther Ouwehand brengt daarom morgen, dinsdag 28 juli, om 13.00 uur een werkbezoek aan proefdierfokker Harlan in het Limburgse Horst. Zij zal zich daar o.a. laten informeren over de manier waarop de fokker aan de vraag naar (specifieke) proefdieren voldoet en hoe de overschotten tot stand komen. Esther Ouwehand: “De dood van meer dan 400.000 overtollige proefdieren per jaar is onacceptabel. Zonder maatregelen zou dit aantal de komende jaren zelfs nog sterk kunnen stijgen. De minister móet ingrijpen.“

Tot zover het persbericht.

20 januari 2009

Openbare bespreking dierproeven

Het ministerie van LNV te Den Haag organiseert op gezette tijden openbare hoorzittingen over vergunningaanvragen voor dierproeven, waarbij genetische manipulatie betrokken is. Dit is de enige gelegenheid in Nederland om bijzonderheden te weten te komen over dierproeven, in een rechtstreekse discussie met onderzoekers en ambtenaren.
Vergunningaanvraag, deskundigenadvies en ontwerpbesluit van de minister staan die avond ter discussie.

Openbare besprekingen van dierproefaanvragen – het blijft iets bovennatuurlijks. Op zo’n avond bijvoorbeeld rijden treinen en bussen ineens op allemaal tijd en sluiten ze op elkaar aan. Er zijn ineens geen files. Dierenvrienden trotseren regen, wind en duisternis om er maar bij te zijn. Nou ja, geen honderden hoor, of tientallen. Het was meer zo dat iedere grote stad in de regio zijn dierenvriend(in) had gestuurd. Alleen die uit Utrecht was thuisgebleven. En dan waren er nog enkele naburige dorpen vertegenwoordigd. Het blijft een eigenaardig fenomeen dat je voor straatacties meer mensen op de been krijgt dan voor huiskameracties. Mensen schreeuwen blijkbaar liever. Is er misschien toch een soort angst voor de rechtstreekse confrontatie met echte onderzoekers? Die mensen zelf hebben daar geen last van, althans voor zover ze niet geïntimideerd of bedreigd worden. De wetenschappelijke wereld leeft nu eenmaal van kritiek en debat.

Haagse organisaties als Dierenbescherming en Proefdiervrij nemen de bescherming van (proef)dieren al jaren niet meer serieus. In 2002, ten tijde van de eerdere vergunningaanvraag (F06), waren ze er nog bij, en hadden ze ook nog schriftelijke bedenkingen (tegenwoordig: ’zienswijzen’) ingediend. Maar daarna hebben ze het opgegeven. (Wat hebben ze niet opgegeven?!) Proefdiervrij publiceert alleen nog de kennisgeving van het ministerie op haar website. Maar verder wil ze er niets mee te maken hebben.

Van de deelnemers aan die vorige bijeenkomst, op 16 juli 2002, waren vanavond alleen de heer Schroten, voorzitter-CBD, en ikzelf aanwezig.

Dit zijn avonden waarop je probeert de waarheid over dierproeven boven tafel te krijgen. Want de procedure mag dan openbaar zijn, - niemand gaat ervan uit dat de aanvraag echt gelezen wordt, en de adviescommissie-CBD wel het allerlaatst. Die interesseert het al net zo weinig als de Hagenaars van LNV. De aanvraag wordt niet eens op de website geplaatst; wèl het - positieve - CBD-advies, en het ontwerpbesluit tot vergunningverlening. Het begin van de manipulatie.

Gevolg is een pak papier dat meer verhult dan openbaart. Het wrange is dat een van de onderzoekers dat helemaal met me eens is. Ook hij vindt de gang van zaken een aanfluiting. Van een verantwoording naar de maatschappij is geen sprake.

Zo vindt ook hij dat bij vervolgaanvragen zoals de onderhavige, ’afgerekend‘ dient te worden. En wel zo precies mogelijk. Hoeveel (en welke) dieren heb je de afgelopen vijf jaar exact misbruikt en gedood? Wat zijn de resultaten van je proeven? Die dienen toch zodanig te zijn dat er een zeker perspectief in zit, een bepaalde vooruitgang, om een nieuwe vergunning aanvaardbaar te maken. Al die gegevens zijn beschikbaar maar er wordt niet naar gevraagd!

Noch door de adviescommissie-CBD noch door de pekinezen van LNV.

Daarom vraag ik er maar naar. Ik lees voor uit aanvraagformulier punt 14. De onderzoeker vraagt vergunning voor 120 muizen per jaar per lijn. De rest moet je zelf uitrekenen.

Dat is (bij 5 jaar en 20 lijnen): 120 x 5 x 20. Totaal: 12.000 muizen. Hierbij komen nog eens 3.600 muizen voor de genetische modificatie. Totaal: 15.600 muizen. In de aanvraag van 2002 stond vrijwel hetzelfde aantal. Dan zijn we dus al over de 30.000 muizen en dit onderzoek loopt maar liefst al sinds 1994. Vraag: wat krijgt de maatschappij daarvoor terug?

Consternatie bij de onderzoekers. Zo moet ik dat niet lezen. Hoe dan wel wordt mij niet echt duidelijk. Ben ik misschien verdwaald op een literaire bijeenkomst? Is dit de categorie ‘Lees maar, er staat niet wat er staat’ (Nijhoff)?

De onderzoeker wil vier experimenten per jaar doen met transiënte embryo’s. Ik vraag waarom vier. Dat weet ze niet. Ik help haar: bedoelt ze misschien veertien? Nee dat niet.

Bedoeling van deze experimenten is een besparing van 120 muizen. De adviescommissie neemt dit nadrukkelijk over. Niet vermeld wordt weer dat wanneer die besparing niet gerealiseerd wordt, dit 30 muizen extra het leven kost: per experiment, per jaar.

Er wordt gevraagd naar de persoonlijke motivatie van de onderzoeker tot het doen van deze proeven. Het antwoord komt zonder nadenken: ik doe het voor de lijdende mens. Een schoolvoorbeeld van een gotspe, want het onderzoek heeft niet het minste verband met ook maar enige toepassing.

Wat is het rendement van de afgelopen vijf jaar bijvoorbeeld?

Vijf tijdschriftartikelen
, bij de aanvraag genoemd. En dan nog alleen genoemd - niet eens beschreven. Zoiets wordt geaccepteerd door LNV/CBD. Intussen weer paniek bij de onderzoeker. Ze houdt nu een lijst met 30 artikelen omhoog. Is het misschien de bedoeling dat de burger die even gaat lezen?! Is er al eens iemand genezen door tijdschriftartikelen?

En zo kan ik doorgaan. De avond vliegt om. De voorzitter had de eindtijd netjes op negen uur bepaald. Maar het is nog te kort. Diverse andere kritische vragen heb ik niet kunnen stellen.

E.D.

02 november 2008

Dierproeven zijn openbaar

Zoals wij inmiddels weten zijn dierproeven al 11 jaar openbaar.

Het doet dan altijd wat vreemd aan de Partij voor de Dieren te horen eisen dat dierproeven openbaar moeten zijn. Als ik de minister was dan zou ik die Kamerleden eens vragen wat ze nu eigenlijk v i n d e n van die dierproeven die openbaar zijn…

Wordt het niet eens tijd iets met die openbaarheid te gaan doen?

Zoals het beoordelen van de aanvragen voor dierproeven. Het bespreken ervan met de aanvrager, bijv. in een openbare hoorzitting.
Een geregelde rapportage over deze materie is toch wel het minste.

Proefdiervrij en Dierenbescherming – als die nog bestaan – hebben dit onderwerp inmiddels niet meer op de agenda. Ik kan daar met mijn ruitjespet niet bij. Ik zal de eerste zijn die erkent dat de procedure (biotechnologie) veel te wensen overlaat – nochtans is er nergens ter wereld een betere. En daarbij: als je niets doet met je kritiek, als je niets onderneemt om die procedure nog te verbeteren, dan boer je a c h t e r u i t. Dan bevorder je dat die openbaarheid de nek omgedraaid wordt.

Dat is wat nu aan de gang is.

Naar mijn mening zou die openbaarheid tot het uiterste verdedigd zou moeten worden.

Genoemde Haagse organisaties, met bij elkaar meer dan 200.000 leden, zouden hun leden moeten mobiliseren. Gedegen voorlichting en instructie moeten geven, vooroverleg over aanvragen organiseren. Ze zouden erover moeten zorgen dat verzoeken om dierproeven tegen gedegen oppositie zouden aanlopen.

Maar Dierenbescherming en Proefdiervrij – als ze nog bestaan – doen helemaal niets.
Ze doen niets met de openbaarheid.

En niet alleen dat: ze mobiliseren hun leden zelfs niet voor demonstraties!

Het verzet van de Dierenbescherming tegen dierproeven komt tegenwoordig neer op een prijs voor onderzoek zonder proefdieren. Een middagje per jaar in Utrecht.

Proefdiervrij houdt het bij een gezellige Missverkiezing.

E.D.

31 oktober 2008

Verslag van een hoorzitting over bio-technologie

HOORZITTING-BIOTECHNOLOGIE 30-10-2008

Het was weer een heerlijk avondje Manipuleren.

De vorige keer was al een half jaar geleden en menigeen die zich afvroeg of………. of er nog wel genetisch gemanipuleerd wordt. Aan de oproep voor de hoorzitting-biotechnologie gaf een ongekend groot aantal collega’s gehoor, uit alle windstreken.
De grootste verrassing kwam echter van professor Tjard de Cock Buning, die zelf lid geweest is van de adviescommissie (CBD) en nu met een groepje studenten van de VU de zitting kwam bijwonen. Ze moesten op stoelen tegen de muur zitten want aan tafel was geen plaats meer. Al met al een gezellig volle bak. Ook de nieuwkomers voelden zich vrij om opmerkingen te maken, vragen te stellen e.d..

Hèt onderwerp van de avond was natuurlijk de spierziekte van Duchenne. Maar omdat de andere aanvrager en z’n maat wat eerder weg moesten, werd zijn onderzoek eerst behandeld.
Dat is zo abject – daar wil je het eigenlijk niet eens over hebben. Een aanvraag van 3950 muizen voor het luie oog, al had de aanvrager liever dat je het wat groter zag. Nou goed dan, 7.000 muizen, vanaf 2000. Plus de belangrijke vraag – de 7.000 muizenvraag: hoe komt het dat de oudere mens niet meer zo makkelijk leert pianospelen?

In haar advies over deze aanvraag stelt de CBD drie keer dat de dieren geen schade aan gezondheid en welzijn zullen ondervinden. We hebben het dan – onder veel meer – over:
• Staartknip, onder narcose;
• Perfusie met paraformaldehyde, onder diepe narcose;
• Het dichthechten van een van de oogleden van vier weken oude muizen;
• Er wordt een venstertje geplaatst in de schedel, onder anesthesie;
• Dieren worden onder een microscoop geplaatst, onder verdoving.

Hierop zei de voorzitter van deze commissie: (geen schade….) “als gevolg van de biotechnische handelingen”.
Op zich correct, maar aangezien de biotechnische handelingen bij iedere aanvraag dezelfde zijn, hoeven we het dus vanaf nu niet meer te hebben over het lijden van de proefdieren.

Arnoud Koenen was ook weer eens van de partij. Hij kreeg van de voorzitter helaas geen gelegenheid een troefkaart uit te spelen. Hij vroeg namelijk aan de onderzoeker: “Als u één mensenleven zou moeten opofferen om hetzelfde te bereiken met bijv. 100.000 muizen, wat zou u dan doen?”
Dr. Levelt: “Ik vind een mensenleven belangrijker.”
Koenen (tegen mij): “En zo iemand is verantwoordelijk voor het lijden der dieren.”

Tegen de oorspronkelijke aanvraag heeft Proefdiervrij in 2002 geprocedeerd. Bij de vervolgaanvraag van vanavond was ze er weer niet.
Bestaat dat eigenlijk nog, Proefdiervrij? Dierenbescherming?

Duchenne

Het was voor mij wat moeilijk om aan te tonen dat dit onderzoek Russische roulette is, omdat ik de enige was die de oorspronkelijke aanvraag uit 2001 kende. Oorspronkelijk wilden de Leidenaren vooral onderzoek doen met de knock-out muis (zonder dystrofine-gen). En ze wilden experimenteel exon 46 skippen (d.i. laten overslaan in de aanmaak van het dystrofine-gen).
In de aanvraag van vandaag is daarvan niets meer terug te vinden: de Japanners waren de Leidenaren namelijk voor geweest met de knock-out-muis. In Leiden draait het nu ineens om de mdx-muis die eerder niet geschikt bevonden was. Van de 79 in aanmerking komende exons zetten ze nu maar eens in op nr. 51 in plaats van voorheen op nr. 46!

Ik ben blij dat ik geen kind met Duchenne heb.
Er waren overigens geen ouders van zulke kinderen aanwezig. Eigenlijk onvoorstelbaar.
Inderdaad zouden wij, zoals Jasper uit A’dam suggereerde, contact moeten leggen met de patiëntenvereniging. Dit niet overlaten aan de onderzoekers. Het geld voor onderzoek komt voor een deel van patiëntenverenigingen.

Jasper bracht ook de Commissieleden (en onderzoekers) nog even in het nauw met zijn vraag naar het getal 150, d.i. het aantal dieren om een genetische gemodificeerde muizenlijn te maken. “Nou” zei de CBD-voorzitter, “dat staat in het advies: een dekman, nog een dekman (gevasectomeerd), een donor, een draagmoeder.”
“Precies” zei ik, “en dat maakt 150.”

De beide onderzoekers probeerden op een andere manier zand in de ogen te strooien. De ene zei lachend dat dat aantal al jaren gehanteerd wordt – kennelijk zonder te beseffen dat dat de zaak alleen maar ernstiger maakt. De andere zei dat als de modificatie eerder slaagt, ze dan stopt. M.a.w. maak je niet toch druk!

Ja,- manipuleren kun je aan ze overlaten!

En zo ging het door, tot kwart voor tien. Marijke wees erop dat men wel probeert patiënten te genezen, maar niet de ziekte zelf aanpakt, d.w.z. bij de erfelijke drager ervan.
Prenataal onderzoek kan namelijk vaststellen of de vrouw drager is.
Het blijft dus dweilen met de kraan open.

De onderzoekster deed er - ongewild - nog een schepje bovenop. Op een vraag daarover zei ze dat een (eventueel) geneesmiddel voor de farmaceutische industrie niet of nauwelijks interessant is: de doelgroep is te klein en het zijn ook nog eens kinderen (wat medicatie nog bemoeilijkt).

E.D.

28 oktober 2008

Duizenden muizen moeten hangen voor een lui oog

Van hangende oogleden naar een lui oog

Precies een jaar geleden bespraken we in een openbare bijeenkomst in het ministerie van LNV een aanvraag voor dierproeven voor het euvel van de hangende oogleden. Die aanvraag kwam uit het Leiden en vergunning werd verleend voor het misbruiken en doden van maximaal 2100 muizen gedurende een periode van vijf jaar.
(Aanvraag L05).

Zelfs de adviescommissie (CBD) geneert zich. Ze geeft ook toe dat er al een goede therapie bestaat.

Toch doet ze haar best om het belang zoveel mogelijk op te blazen. Het gaat echt niet alleen om een lui oog maar ook om een vorm van hersenonderzoek bla bla bla.

Ook dit is een vervolgaanvraag; voor de komende vijf jaar gaat het om bijna 4.000 muizen. De oorspronkelijke aanvraag dateert uit het jaar 2000. Proefdiervrij was toen nog van de partij en heeft de vergunning bij de rechter aangevochten. Dat beroep werd gegrond verklaard maar bewerkstelligde niet meer dan een uitstel van twee jaar.

In 2003 werd vergunning verleend voor maximaal 3.000 muizen.

Het totaal aantal proefdieren voor het luie oog komt daarmee (voorlopig) op 6.950.

Volgens de CBD hebben de dieren nergens last van. Ik wacht nog op de dag dat de commissie schrijft dat de dieren de proeven wel gezellig vinden. Dat zeggen de circusbazen toch ook? Zo de hele dag in je kooi, dat is toch niks.

Waar gaat het over? Onder andere:
Staartknip, onder narcose;
Perfusie met paraformaldehyde, onder diepe narcose;
Het dichthechten van een van de oogleden van vier weken oude muizen;
Er wordt een venstertje geplaatst in de schedel, onder anesthesie;
Dieren worden onder een microscoop geplaatst, onder verdoving.

Eerlijk gezegd denk ik dat ik de muizen pas echt gelukkig zijn als ze “op de voorgeschreven wijze” worden gedood.


E.D.

29 augustus 2007

Dierproeven openbaar

Datum: 28 augustus 2007; bron: PvdD

WUR moet openbaarheid geven over dierenexperimenten

De Partij voor de Dieren heeft een rechtszaak gewonnen tegen de geheimzinnigheid waarin Dierexperiment Commissies (DEC's) zich hullen. De Amsterdamse rechtbank heeft naar aanleiding van een Wet Openbaarheid Bestuur procedure bepaald dat Wageningen Universiteit - en in haar kielzog andere universiteiten - gehouden zijn informatie die betrekking heeft op experimenten met dieren openbaar te maken.

PvdD kamerlid Esther Ouwehand had al op 4 mei vragen gesteld aan minister Klink over openbaarmaking van de DEC protocollen maar omdat de minister vooralsnog niet tegemoet leek te willen komen aan de wens tot controle vanuit het parlement, heeft de Partij voor de Dieren besloten een voorlopige voorziening te vragen aan de rechter. De minister liet weten het verzoek 'mee te nemen in de evaluatie van de wet op de dierproeven', maar daarop 'niet vooruit te willen lopen'.
De rechter koos ervoor om geen uitspraak te doen in de vorm van een voorlopige voorziening maar meteen een oordeel te vellen in de hoofdzaak, omdat hij van mening was dat de kwestie voldoende helder is.

De uitspraak is van grote betekenis voor het proefdierendebat, omdat eindelijk helder wordt welke dierproeven er aan Nederlandse kennisinstituten gedaan worden, volgens welke protocollen ze plaatsvinden en wat de overwegingen zijn geweest om ze toe te staan.

De geheimzinnigheid waarin dierproeven worden verricht en waarmee universiteiten zich in strijd met de bedoelingen van de wetgever konden onttrekken aan democratische controle, lijkt daarmee doorbroken. De Partij voor de Dieren is zeer verheugd over de uitspraak van de rechter en hoopt dat hiermee het maatschappelijk debat over dierproeven en de aanvaardbaarheid daarvan een nieuwe impuls zal krijgen.

Tevens zal het een bijdrage kunnen leveren aan het eindelijk serieus werk maken van de ontwikkeling van alternatieven voor dierproeven, vooral nu de samenleving zal kunnen meekijken naar wat dierproefnemers met dieren doen in hun laboratoria.

28 november 2005

Intomart over dierproeven

Hierbij een deel van de samenvatting van een onderzoek dat Intomart deed onder het publiek over hun kennis en opvattingen over dierproeven. Op de site van de landelijke dierenbescherming staat het hele rapport te lezen.

De meeste mensen denken dat dierenbeschermings-, consumenten- en milieubeschermingsorganisaties de waarheid (zouden) vertellen over dierproeven. Het minste vertrouwen heeft men in de farmaceutische industrie: volgens ruim driekwart van de mensen zou deze niet de waarheid vertellen over dierproeven. Mensen die ervaring hebben met een chronische en/of levensbedreigende ziekte hebben er minder dan andere mensen vertrouwen in dat universiteiten, artsenverenigingen, de Tweede Kamer, landelijke en internationale overheidsinstellingen en politieke partijen de waarheid zouden vertellen over dierproeven.

Circa drievijfde deel van de respondenten is van mening dat wetenschappers in het algemeen geen experimenten moeten doen op levende dieren. Iets meer dan de helft vindt dat het doen van dierproeven moet worden afgebouwd, zelfs als dat inhoudt dat mensen hiervoor een aantal voordelen moeten opgeven.

Ruim eenderde deel is het eens met de uitspraak dat veel mensen baat zullen hebben bij dierproeven; een kwart is het hier juist mee oneens. Drievijfde deel van de ondervraagden vindt niet dat de beslissing over dierproeven zo complex is, dat het tijdverspilling is om het publiek hierover te raadplegen. Tot slot is bijna driekwart het oneens met de uitspraak dat, in vergelijking met andere problemen waarmee we vandaag de dag worden geconfronteerd, het niet erg belangrijk is of er wel of geen dierproeven worden gedaan.

Leeswijzer


Kijk op Facebook voor onze reactie op de actualiteit.
Aanbeveling: Thema's of steekwoorden vindt u via de labels onderaan de pagina of op Animal Freedom. Klik hier voor de laatste bijdragen.
Klik hier voor het beleid om uw privacy te beschermen.

Waarom dit blog?

De Nederlandse veehouderij is vooral gericht op zoveel mogelijk voor de export te produceren onder het motto “meer, meer, meer en groot, groter, grootst”. Dit heeft negatieve gevolgen voor zowel de dierenwelzijn, biodiversiteit, het milieu, het klimaat, de portemonnee en de gezondheid van burgers en ook voor welwillende boeren.
Dit blog verzamelt kritische artikelen die de wurggreep beschrijven waarin de veehouderij zichzelf heeft vastgezet. Zo willen we niet alleen een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de kwaliteit van het leven voor alle belanghebbenden, maar ook aan een schone, gezonde omgeving en een beter dierenwelzijn.

Ook de argumentatie dat dieren grondrechten hebben kan beter en meer aansluiten op hoe mensen voor zichzelf vinden dat recht moet gelden. Alle dier(soort)en kunnen in hun recht op vrijheid als (intrinsiek) evenwaardig aan mensen beschouwd worden. Dierenrechten zijn mensenrechten, die mensen de kans geeft om voor dieren op te komen.
Dieren, bijv. in de intensieve veehouderij, worden behandeld als een object in plaats van een subject met gevoelens en rechten.

De snelheid en het aantal dier(soort)en dat we voortdurend gebruiken is immens. De bijdrage aan onze welvaart en economie van de agrosector is gering. De oplossing is simpel en van niemand anders dan van ons zelf afhankelijk.

Dierenrechten in woord en beeld

Vrijheid is ook een intrinsiek grondrecht voor dieren. Dieren zijn geen dingen Dierenrechten zijn mensenrechten. Mensen moeten voor dieren kunnen opkomen wanneer hun grondrecht wordt geschonden.
logo van Animal Freedom yin en yang
Lees hier over de redenen waarom dieren recht op vrijheid hebben. Lees hier waarin mens en dier evenwaardig zijn.